BINNENLAND. Radio Nieuws. ZATERDAG 28 DECEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. S RAAD VAN IND1E DE NIEUWE INLANDSCHE LEDEN. Omtrent het nieuwbenoemde lid van den laad van Nederlandsch-Indië, Raden Adi- lati Aria Achmad Djajadiningrat, kan het folgende worden meegedeeld: De benoemde is sinds Mei 1927 lid van ollege van gedelegeerden uit den Volks- aad. Sinds Mei 1918 had hij zitting in den Volksraad als gekozen lid; hij is aangesloten ij den Ned. Indischen Vrijzinnigen Bond. Raden Adipati Aria Achmad Djajadinin- ;rat is officier in de Orde van Oranje-Nas- iu. Hij werd geboren op 16 Augustus 1877 te 'andeglang in Bantam, ontving Europeesch nderwijs en behaalde het einddiploma der ~,B.S. 5-jarigen cursus te Batavia, waarna ij bij den Indischen bestuursdienst kwam. Na daarbij verschillende rangen te hebben oorloopen werd hij in 1901 benoemd tot egent van Noord-Bantam. In 1924 volgde ijn benoeming tot regent van Batavia,.welk mbt hij tot 1927 vervulde. Als technisch aadsman van de regeeringsafgevaardigden eeft hij in Mei-Juni 1929 deelgenomen aan e 12e Internationale Arbeidsconferentie te .enève. Den 21<yi December j.l. is hij te Ba- ivia teruggekeerd. Pangeran Adipati Ario Koesomo Jocdo, et andere nieuwe lid van den Raad van led.-Indië, is eveneens sinds Mei 1927 lid an het college van gedelegeerden uit den Volksraad; ook hij werd tot lid van den "olksraad gekozen in Mei 1918. Hij is aan- esloten bij den Politiek Economischen ond. Pangeran Adipati Ario Koesomo Joedo is eboren op 18 Februari 1882 te Jogjakarta, lij^ bezocht de lagere school en daarna de .S. te Nijmegen. In Leiden legde hij met unstig gevolg het groot-ambtenaarsexamen f. Op 22-jarigen leeftijd op Java terugge- eerd, werd hij geplaatst bij het volkscre- ietwezen. In 1916 werd hij benoemd tot re ent van Ponorogo, welk ambt hij tot 1927 ervulde. Hij is officier in de orde van Oranje iassau. VRAGEN VAN KAMERLEDEN GESPANNEN VERHOUDING TE NOORBEEK (L.)? De heer Vliegen heeft aan den minist< an Binnenlandsche Zaken eenige vrage esteld over de gespannen verhouding welke usschen de onlangs .opgetreden burgemees- ir en de bevolking zou bestaan. BENOEMINGEN IN VOOGDIJRADEN. Op de vragen van het Tweede Kamerlid en heer Duys betreffende het niet-benoe- ran sociaal-democraten tot voorzitters if leden van voogdijraden, heeft de Minister 'an Justitie o.m. geantwoord: Het is niet juist, dat de soe.-democratische ichting stelselmatig bij deze benoemingen a worden gepasseerd; integendeel zijn op Ministers voordracht wel personen, van e hem bekend was, dat zij de sociaal-de- locratische beginselen waren toegedaan, tot eze functie benoemd. POSTERIJEN BEUESGESPREKKEN. Met ingang van 1 Januari a.s. wordt voor eursgesprekken (bestemd voor een beurs- antoor) in het Nederlanclsch-Belgi'sch tele- Donverkecr de beurstaks geheven. CURACAO DE NIEUWE GOUVERNEUR. Veel verandering. Naar men uit Curacao aan de (r.-k.) Rcsi- entiebode seint, heeft de benoeming aldaar an majoor Slobbe zoowel in katholieke krip Is in die der industrieelc ondernernin- en groote instemming gevonden, al werd de zijde der Curacaonaren veel werk ge laakt voor den tegenwoordigen gouverneur i., den heer Schotman. Intusschcn heeft sn van dezen bekwamen militair, in de uidigc omstandigheden van Curacao, groote erwachtingen. De nieuwe gouverneur heeft bepaalde voor ^aarden gesteld ter algeheele zuivering var» ambtelijke wantoestanden, welke in Cu- ac(ao in de laatste jaren zijn ontstaan er en vruchtbaar beleid onmogelijk maken. De opruiming in Curacao is reeds in vol- m gang. Behalve de directeur van Open are Werken, heeft ook nog een and or inge- ieur van dezen dienst ontslag gekregen. Men verwacht ook niet, dat mr. v. Dijk, ie thans in Nederland vertoeft, zal terug eeren. Dezer dagen is luit. Wiltschut te Curacao angekomen met bepaalde opdrachten iD ike de militaire organisatie. Kapitein van ossum is reeds huiten dienst gesteld en ertrekt 2 Januari met de „v. Rensselaer' og vóór zijn opvolger is aangekomen, naar lederland. Ook het salaris van den nieuwen gouver- ïur is met 20 mille verhoogd en gebracht p f 54.000 per jaar. PROV. BRANDWEERBONDEN VOORKOMEN VAN GROOTE BRANDEN HET OVERLEG VAN DE MINISTER MET DE KON. NED. BRAND- WEERVEREENIGIN G Als resultaat van een met vertegenwoordi gers der Kon. Nederlandsche Brandweerver- eeniging gehouden overleg, heeft de minis ter van Binnenlandsch Zaken o.a. aan de commissarissen der Koningin in de on derscheiden provinciën een schrijven ge richt, waarvan de inhoud in hoofdzaak is als volgt: „In het afgeloopen jaar zijn, zoowel op het platteland als in eenige groote steden, branden voorgekomen, welke van grooten omvang en in hun gevolgen buitengewoon noodlottig waren. Deze omstandigheid heeft mij opnieuw klemmend de noodzakelijkheid voor oogen gesteld van het bestaan en waar dit niet het geval is van de oprichting in de derscheiden provinciën vin een nrovicialen hrandweerbond, als afdecling der Kon. Brandweervereeniging, gevestigd te Utrecht. Doel en streven van de vereeniging en van de reorganisatie met die oprichting beoogd, werden bereids uitvoerig uiteengezet in mijn circulaire dd. 27 October 1923. Op Jict groote openbaar nut, hetwelk ontegenzeggelijk aan het bestaan van een dergelijken provinci alen 'bond in Uw gewest en aan krachtige werkzaamheid van die instelling is verbon den behoef ik te dezer plaatse zeker wel niet nader te wijzen". Verder noodigt de minister bij bedoeld schrijven de commissarissen der Koningin der provinciën, waarin, een provinciale hrandweerbond reeds bestaat, uit. thans na der met het bestuur van dien bond in ver binding te willen treden en ook bij voort during te blijven, opdat onverhoopte ver slapping van zijn werkzaamheid worde weg genomen of voorkomen en opdat da bond in zijn nuttig werk zooveel mogelijk worde aangemoedigd en geruggesteund. Den commissarissen der Koningin h provinciën, alwaar een dergelijke bond nog niet bestaat, verzoekt de minister thans dere stappen te doen ten einde de oprichting daarvap te verzekeren en, bij de totstand koming, op gelijke wijze den bond te steu nen als hierboven is aangegeven. NEDERL. OCTROOIBUREAU EEN VEERTIGJARIG JUBILEUM. Men schrijft ons: De heer Th. H. Verhave, procuratiehouder in het Nederlandsch Octrooibureau te ■Gravenhage, hoopt den 30sten December s. den dag te herdenken, waarop hij 40 jaar geleden bij genoemd bureau in dienst is getreden. Kort na de oprichting van genoemd bureau in 1888, door den heer A. Elbcrts Doyer, te Amsterdam, vVerd de heer Th. H. Verhave, als eenig bediende van het Ned. Octrooi- bureau aaingesteld. In dien tijd, was er in ons land nog geen sprake van een wettelijke bescherining dei- rechten van uitvinders en bepaalden de erkzaamheden van het bureau zich uit sluitend tot het aanvragen van octrooien voor Nederlandsche uitvinders in het bui tenland en het deponeeren van handels- ui fabrieksmerken. Bij de toen reeds zich ont wikkelende industrie hier te lande voorzag het Ned. Octrooibureau in een behoefte om uitvinders te helpen hun geestesproducten althans in het buitenland wettelijk.te laten beschermen. Mede door de buitengewone werklust, energie en scherpzinnigheid van den a^. ju bilaris'breidde het bureau zich uit. Deze pe riode Was voor don heer Verhave als hot een voorbereiding op de tamelijk plot selinge uitbreiding van liet bureau toen in 1912 de Ned. Octrooiwet in werking trad en i stroom van buitenlandsche uitvinders firma's, waaronder de meest bekende in dustrieën, de bemiddeling van het Octrooi bureau inriep om hier hun talrijke uitvin dingen wettelijk te laten heschcimen en daarop octrooien aan te vragen. In 1914 werd het bureau naar Den Haag overgeplaatst cn nam sedertdien voortdu- ■end in omvang toe. Gedurende al dien tijd bleef de lieer Verhave werkzaam als procu- ■atiehouder cn Chef de Bureau en aan zijn nooit verflauwde ijver, werklust en toewij ding, zijn helder inzicht in zaken en door tastendheid heeft het Ned. Octrooibureau niet voor een gering deel zijn bloei te dan ken. DE ROSKAM HOUDT OP TE BESTAAN. Vande „Roskam", het r.k. politiek-saty- rieke en humoristische weekblad, verscheen liet laatste nummer. Na 17 jaren getobd te hebben moet het wegens gebrek aan belang stelling verdwijnen. Het is wel een merkwaardig verschijnsel, dat humoristische tijdschriften alleen een toekomst hebben, als het spotbladen zijn. Op Christelijken bodem schijnen ze niet te kunnen aarden. VEREENIGING VAN CHR. KWEEKSCH00LPERS0NEEL DE VERGADERING IN PAYS-BAS TE UTRECHT REFERATEN VAN DE HEEREN H. SCHïLP EN C. VAN DUYVENDIJK Nadat in de bestuursvacature-C. Groen de heer C. van D u y v e n d ij k van Dordrecht verkozen was en in de vacature-W. F. C. den Broek de heer A. J. R 11 g e r van Nij megen, refereerde de heer H. Schilp van Leiden over: in verband met het onderwijs in kennis der natuur, aan de hand van de navolgen de stellingen: le. Ook de onder wetten en in formule gebrachte wereld is wonderlijk. 2e. Wetmatigheid in de natuur wordt niet uitgesloten, doch geëischt door een geloof in God. 3e. Het wezen en de diepte der dingen begrijpen we niet cn de wereld, die wij be grijpen is niet het ware wezen, maar zijn ontoereikende verschijningsvorm. In ge voel en vermoeden wijst de verschijnings vorm op het ware wezen achter zich. 4e. Ideeën en oen doel en daarmede voor zienigheid en leiding in de dingen kan de natuurwetenschap niet vaststellen, noch bestrijden. De volgende biologische kwesties werden daarna aan de orde gesteld: Mechanisme en vitalisme worden meer in 't bijzonder be sproken. Het Darwinisme wordt als ver ouderd geteekend. In de leer van Laniarck komen enkele merkwaardige meeningen voor, die aanleiding hebben gegeven tot dieper onderzoek. Het langst werd stilge staan bij evolutie en afstamming. Wat de Bijbel ons leert, sluit evolutie niet uit, al hoewel afstamming in den zin van Dar win en Weismann indruischt tegen den geest der Heilige Schrift. De mutatie-theo rie van De Vries heeft een hoofdmoment in zich, dat indruischt tegen wat vrome we reldbeschouwing van inzicht in de natuur verwacht Nadat enkele theorieën omtrent het ontstaan van den mensch zijn aange stipt, wordt gesproken over het belang van al deze dingen voor het onderwijs in ken nis der natuur. Zoowel bij physica als bij wiskundige aardrijkskunde, als bij de be handeling van mensch-, dier- en plantkun de bestaat er vaak gereede aanleiding over genoemde kwesties te spreken. Aan de bespreking namen deel de heeren J. van der Spe k van Utrecht, A. C. L, Wij tze s van Sneek, en J. Strikwerda in Dokkurn. In de middagvergadering refreerde de heer C. van D u y v e n d ij k van Dordrecht •over: De practische kant kan benaderd worden door de „ruwe inductie" en door de en quête-methode". "s ruwe inductie gaf do Ref. z'n eigen ervaringen en leerschoolbemoeiingen. Ver der behandelde hij do voorloopige resultaten erkregen uit drie verschillende enquêtes. Vooreerst had hij een enquête gehouden onder 48 leerlingen van de 3e cn 4e klasse der A-afdeeling van de Kweekschool met den Bijhei te Dordrecht, Daarbij bleek o.a. dat de kweekelingen dc gezagskwestie als de hoofdkwestie zien cn dat ze meer' zelf standigen arbeid voor de klas verlangen en bespreking van gemaakte fouten; het nauwer in contact komen met de kinderen achten ze noodzakelijk en wenschen daar- niet zoo gauw naar andere klassen over geplaatst te worden. De tweede enquête was door den Ref. ge houden onder 40 jonge onderwijzers (B- afdeeling der Kweekschool). Zij bleken over 't algemeen niet tevreden over de resulta ten van den leerschool-arbeid. Ook zij ach ten meer zelfstandig werk voor de kweekelingen noodig, meer practische oefen gelegenheid, meer variatie in het werk en meer bespreking. De derde enquête verschafte gegevens over 66 kweekscholen in ons land. Er bleek o.a., rlat de leerlingen der vierde kweekschool klasse gemiddeld V/3 uur schooltijd per week op de leerscholen zijn en dat ze resp. 1uur en 1 uur per week zelfstandig wer ken; de meeste inzenders vinden de resul taten wel voldoende, maar achten meer oefentijd gewcnscht. Komende tot de theoretische zijde der kwestie, merkte de Ref. op, dat het onder- wijzersberoep practijk eischt met een de- gelijken achtergrond van theorie. Hij noemt de eischen, die vroeger en thans aan den onderwijzer gesteld worden en dringt aan op meer leerschool practijk. Experimenteelc psychologie cn psycho techniek wijzen op de wenschelijkhekl van oefening in zoo natuurlijk mogelijke omge ving, dus in dit verband zelfstandige arbeid de klas, eerst onder deskundig toezicht, later geheel afzonderlijk. Daarna trekt de referent uit een cn ander de navolgende conclusies voor de practijk der leerscholen: I. De arbeid in oefenklassen moet ge maakt worden tot een belangrijk deel van de onderwijzersopleiding. II. Alleen de kweekelingen der beide hoog DE EERSTE LOCOMOTIEF INGEZONDEN MEDEDEEUNQ. OOK OP HET TROTTOIR NIET MEER VEILIG pê bestrating van vele wegen te Hillegersberg laat nog heel wat te wenschen over. En daarom rijden sommige ehauffeurs maar heel gemoedeljik oq trottoir,.Dat 1» wal erg landelijk, maar tevens heel gevaarlijk. Eerst de handen 1 die ruw of gesprongen zijn wasschen met zeep en liefst warm water; dan goed afdro gen; dan Genius Wondbalsem er op. Genius Wondbalsem, dat helpt tenminste. 25 en. 50 ets. De locomotief van Stephenson, flic ruim honderd jaar geleden haar eersten tocht van Londen naar Liverpool volbracht. Een heel verschil met dc stalen* monsters, die thans op de groote lijnen te zien zijn. UNIE VAN CHR. ONDERWIJZERS ALG. VERGADERING TE UTRECHT Wat de Chr. Onderwijzers in het Unie-verbond te doen hebben SCHOOLLAND MOET BESTUURD WORDEN DOOR EEN HOMOGEEN MINISTERIE". Heden houdt de Unie van Chr. Onderwij zers en Onderwijzeressen in Hotel Noord- Brabant te Utrecht de jaarvergadering. De vergadering werd geopend door den voorzitter, den heer P. Z w i t s e r, van Rot terdam, die de openingsrede hield. Dë gedachten van deze openingsrede wor de.gegroepeerd om de Woorden van Psalm 118: De rechterhand des Heeren doet krachtige daden. De beeldende taal van het Oosten' treft den aandachtigen Bijbellezer telkens. De nuchtere dogmaticus kan zich niet vereenigen met de mensche- lijke .voorstelling van het goddelijk Wezen; maar werkelijker dan de rechterhand van llen aardschen monarch, die met één wenk wercldveroverende scharen gebiedt, is de hand \an den Schepper die onverkort voort gaat met zijn daden. Soms onmiddellijk als in het Kerstwonder. pas weer opnieuw doorleefd; maar meestal door zijn Schepse len. Paulus' woord, dat wij Gocïs mede-ar beiders zijn, kan in hijzonderen zin uitge legd worden voor den Christelijken opvoe der. Toch gaat Spr. deze gedachte voorbij oni in meer bepaaldenzin de vraag te be antwoorden: wat hebben' de Chr. onderwij zers in het Unie-verbond als Gods mede-ar beiders te doen. De kern van de Unie-idee, het goddelijk blijvende daarin, is naar sprekers meoning de ontplooiing van de persoonlijkheid. Geldt voor het object der opvoeding: tot alle goed werk vol maak t e 1 ij k toegerust, hoeveel te meer voor den opvoeder. Dit eischt o.m. de mogelijkheid om tot volle ontplooiing te ko men voor het klassewerk en de bestrijding van alles, wat hier tegenwerkend of belem- ste kweekschoolklassen mogen in de oefen klassen werken. 't Eerste jaar moeten zij arbeiden on der aanwezigheid van een behwaera onder wijzer; allengs komt eigen prak tijk-arbeid op den voorgrond. IV. Aan de kweekelingen der hoogste kweekschoolklassen wordt gelegenheid ge geven geheel zelfstandig periodiek een klas te leiden. V. Om dit mogelijk te maken ageere onze ïreeniging zoo mogelijk met andere v©r- eenigingen tesamen naar spoedige invoe- van de titel der L. O. Wet 1920, hande lende over opleiding en bevoegdheid. VI. Vóór dat gedeelte der wet in werking treedt, worden inplaats van leerscholen "en klassen aangewezen door de be- in der Kweekscholen; de onderwijzers klassen worden door de betrokken schoolbesturen benoemd na overleg met den directeur der Kwèekschoolzij genieten hun bemoeiingen een behoorlijke gel delijke vergoeding. VII. Binnen do grenzen van de wettelijke bepalingen blijven de Kweekscholen geheel in de regeling van de practische oefe ning der kweekelingen. VIII. Aan het eindexamen wordt een praktijkexamentje toegevoegd, geleid door den leeraar-paedagogiek en den klasse-on derwijzer, in tegenwoordigheid van een der regeeringsgecommitteerden. IX. 'Een der vele mogelijke regelingen oor de praktijkopleiding is: a. de leerlingen der hoogste kweekschool klas gaan elke 5 weken één week naar de oefenklassen. Telkens gaat het halve aantal leerlingen; de aindere helft heeft repetitie voor het eindexamen. Na einde Mei gaan de kweekelingen niet pieer naar de oefen klassen. Elk kweekeling behoudt van Sep tember tot eind Mei dezelfde oefenklas. Hij lt verantwoordelijk gesteld voor zijn weekarbeid in do oefenklas. b. gedurende de driewekelijksehe periode dat de leerlingen dei- hoogste kweekschool klas niet naar de oefenklasse zijn, gaan de leerlingen der hoogste klas op één na, hij toerbeurt (een of twee tegeliik) een hee- len dag naar de oefenklassen. Om de drie maanden verwissel en ze van oefenklas. Ze brengen nauwkeurig verslag uit van hun arbeid. X. Gebleken ongeschiktheid tot het leiden van een klas en het geven van onderwijs wordt aanleiding tot het ontraden van de onderwiizerslnopbaan aan de kweekelingen met mededeeüng hiervan aan de ouders. Na eenipe discussie op dit referaat werd het woord gevoerd door den heer Laban na mens den Minister van Onderwijs, terwijl Dr. Eringa afscheid nam, waarna verschil lende afgevaardigden van zustervereenigin- gen spraken. Daarna volgde alurttaa zondag, 2» december. HUIZEN (1875 M.). N.C.R.V. 0.50 Kerkdienst anuit de Ned. Herv. Kerk. te Diemen. Voor- anger Ds. J. G. Hooyer. Ned. Herv. Predikant ldanr. 1 Orgelspel. 2 Votum en Zegen. 3 Zin- en: Psalm H9 1 en 2. 4 Lezen der Wet en lolossenzen 1 19—29. 5 Gebed. 6 Zingen: •salm 130 3 en 4. 7 Voorlezing van den tekst: Iatth. 2 11a. 8 Eerste gedeelte der predikatie Zingen: Gezang 44 1 en 2. 10 Tw ■et. Predikant im en i&egen. 3 Zingen: s en voorlezing van m 119 25. 6 Gebed. 7 t: Lucas. 2 2532. 8 tarias: 2 en 4. 9. Pre- g). 10 Dankgebed. H n 2. 12. Zegen. 13 Or- 8.15—9.30 Morgenconcert. 10.30 11 Korte Ziekendienst. te J. Valk. Godsdienstondei mej. J. C. M. T. de Wilde—Schef- merend in den weg komt. Spr. geeft toe, dat er opder de Unieleden mogelijk geweest zijn. die zich tevreden stelden met minder dan het ideaal, die zich hebben verloopen in allerlei neven-acties, maar voor het ech te Unie-lid blijft ai het werken in het klein of in het groot, afzonderlijk ot met andere organisaties te zamen, gericht op het voor naamste: de zelfstandigheid van den op voeder. Op dit streven zijn allerlei aanvallen daan, soms te goeder trouw ook vaak met min edele motieven. Eerst releveert Spr. de bestrijding uit het tijdperk van den onbeperktcn schoolmo narch, die ijverde voor de onzelfstandigheid van zijn ondergeschikten. De jaren waarin de minachting voor den onderwijzer bij het groot publiek is vastgeworteld. Nie mand verlangt terug naar een herhaling van deze periode. Er is een groei te stateeren naar de idee der zelfstandigheid. Als voorbeeld hiervan haalt Spr. een ge deelte aan uit een pas verschenen leerboek, in de Chr. pers warm aanbevolen: School- opvoeding en -onderwijs, door P. v. Duy- vendijk en J. B. Visser, waarin deze schrij vers de ^taak der schoolvergadering hebben omschreven in den zin, zooals altijd door de Unie werd voorgestaan. Hier meent Spr. dat het pas geeft .een woord van waarschu wing te doen hooren tegen de slapheid van de onderwijzers, die de Schoolvergadering minachten uit gemakzucht en daardoor zich zelf en de goede zaak schaden. Eén andere tegenkanting tegen het Unie- streven schuilt in het verwijt, dat een af zonderlijke organisatie van klassepersoneel de eenheid van het Chr. onderwijs zou bre ken. I-Ioe warm spreker voelt voor de saam- hoorigheid van allen, die aan een zelfde school arbeiden, dat sluit z.i. niet in, dat men beslist één organisatie moet hebben voor hoofden en onderwijzers gezamenlijk. Integendeel, dit moet altijd uitloopen, voor al onder de tegenwoordige verhoudingen bij het Chr. onderwijs, op. schade voor een der saamgevatte 'groepen. Doelmatiger blijft voorshands dc afzonderlijke organisatie, juist terwille van het ideaal. Dc opvatting van het hoofdschap is al te dikwijls nog een belemmering hiervoor. Dit brengt Spr. tot de vraag: Wat is de goede opvatting daarvan? Er zijn vele vergelijkingen gemaakt om de goede verhouding te teekenen. Spr. waagt zich aan een nieuwe. Beschouwt men het; Schoolgeheel, als Schoolland, dan is daar het hoog gezag bij dc kroon, het Schoolbestuur. De kroon benoemt den minister-president- Deze zoekt geen ondergeschikten, maar medearbeiders: de ministers der verschil lende klasse-departementen, die met hem den ministerraad (schoolvergadering) vor men. De belangrijkste departementen worden naast een klasse-departement aan den pre mier toevertrouwd nl. buitenschoolsche za ken (verhouding tot Toezicht, Rijk en Ge meente) binnenschoolsche zaken (dagelijk- sche schoolleiding) en schoolfinanciën (schoolgeld, kleine kas etc.), maar zijn col lega's hebben een eigen departement, waar van de belangen in den ministerraad (of zoo noodig met het Schoolbestuur: kabinets raad) worden behandeld. De verdere uit werking der vergelijking wordt aan ieder overgelaten, maar het wezenlijke er uit: Schoolland moet bestuurd worden door een homogeen ministerie, moet behouden blijven. Eindelijk komt Spr. tot een tegenk nting van een zijde, van welke men het r. t zou verwachten, nl. van den Bond van N On derwijzers, die in de mislukking het overleg van de Bijzondere Commissie voor de Onderwijzers met de Overheid, behagen schept en op die wijze de zaak der onder wijzers schaadL Spr. spreekt den wensch uit. dat de Bondsleiding tot een meer col legiale houding moge komen om samen met alle andere organisaties een overleg te krijgen met de Overheid, onafhankelijk van de andere ambtenaren. Ten slotte wijdt Spr. nog eenige woorden aan de px-opaganda voor de Unie-idee. Er zijn goede propagandisten, dat blijkt uit den groei der organisatie, maar de beste propa ganda blijft: vasthouden aan het ideaal. Dr. J. Schokking sprak over „Het Onderwijs en de Volkenbond". Doch van het verdere van de vergadering hopen we Maandag ver slag te geven. 12.301.45 4Se Orgelc< 15—3.15 Sprekei Tolsteegsin gel 54, Utrecht. 4.- door Da. P. Ch. v: it te Utrecht. Mu: 1.30—7 Muziekpraatje reis". 7.— Tijdsein. 7—8 Jeugd. Spreker: de heer Herv. Precilkai :nig". Ds. N. Buffin Dirk Posthum ebied der kookku: Geref. Predlkai afloop Persbe- 2—2.45 Wenken - Jr. 7.45—S Gra 11—12 Gramofoor RADIO OUDEJAARSAVONDGROET. Op 31 December, des avonds te 12 uur zullen alle Europeesche omroepstations ecu Esperanto-groet uitzenden. INGEZONDEN MEDEDEELING. indien het bloed rük en krachtig is. kal ivoldoende is, dai teilölc. Men bom dat de Pink Pillen aan het bloed de element teruggeven die daaraan ontbraken. •De Pink Pillen- heretellen het bloed, versterken de zenuwen. «ij vormen een geneesmiddel, dat zija doeltreffendheid heeft bewezen in all® gevallen van bloedarmoede, neuras thenie, algemeene verzwakking, utoornissenveroorzaakt door den groei, of het keeron der jaren, maag- Sijnen, hoofdpijnen, zenuwuitputting, e prijs der Pink Pillen bedraagt f. 1,75 pC-r llr.con. f. 9 per zes flacons. HoofddépótJacob Marisplein, 23. te Amsterdam. Eischt d:t adres en de Hollands cho gebruiksaanwijzing. De Pink Pillen zijn eveneens le verkrijgen bij alle goede apothekers en drogisten. DE GEMODERNISEERDE TRAM Da pieuwsU benzine-motorwagens, eooals die weldra op het traject Amsterdams Hilversum ln gebruik zullen worden genomen»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5