BINNENLAND.
Radio Nieuws.
ZATERDAG 28 DECEMBER 1929
TWEEDE BLAD PAG. S
RAAD VAN IND1E
DE NIEUWE INLANDSCHE LEDEN.
Omtrent het nieuwbenoemde lid van den
laad van Nederlandsch-Indië, Raden Adi-
lati Aria Achmad Djajadiningrat, kan het
folgende worden meegedeeld:
De benoemde is sinds Mei 1927 lid van
ollege van gedelegeerden uit den Volks-
aad. Sinds Mei 1918 had hij zitting in den
Volksraad als gekozen lid; hij is aangesloten
ij den Ned. Indischen Vrijzinnigen Bond.
Raden Adipati Aria Achmad Djajadinin-
;rat is officier in de Orde van Oranje-Nas-
iu.
Hij werd geboren op 16 Augustus 1877 te
'andeglang in Bantam, ontving Europeesch
nderwijs en behaalde het einddiploma der
~,B.S. 5-jarigen cursus te Batavia, waarna
ij bij den Indischen bestuursdienst kwam.
Na daarbij verschillende rangen te hebben
oorloopen werd hij in 1901 benoemd tot
egent van Noord-Bantam. In 1924 volgde
ijn benoeming tot regent van Batavia,.welk
mbt hij tot 1927 vervulde. Als technisch
aadsman van de regeeringsafgevaardigden
eeft hij in Mei-Juni 1929 deelgenomen aan
e 12e Internationale Arbeidsconferentie te
.enève. Den 21<yi December j.l. is hij te Ba-
ivia teruggekeerd.
Pangeran Adipati Ario Koesomo Jocdo,
et andere nieuwe lid van den Raad van
led.-Indië, is eveneens sinds Mei 1927 lid
an het college van gedelegeerden uit den
Volksraad; ook hij werd tot lid van den
"olksraad gekozen in Mei 1918. Hij is aan-
esloten bij den Politiek Economischen
ond.
Pangeran Adipati Ario Koesomo Joedo is
eboren op 18 Februari 1882 te Jogjakarta,
lij^ bezocht de lagere school en daarna de
.S. te Nijmegen. In Leiden legde hij met
unstig gevolg het groot-ambtenaarsexamen
f. Op 22-jarigen leeftijd op Java terugge-
eerd, werd hij geplaatst bij het volkscre-
ietwezen. In 1916 werd hij benoemd tot re
ent van Ponorogo, welk ambt hij tot 1927
ervulde.
Hij is officier in de orde van Oranje
iassau.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
GESPANNEN VERHOUDING TE
NOORBEEK (L.)?
De heer Vliegen heeft aan den minist<
an Binnenlandsche Zaken eenige vrage
esteld over de gespannen verhouding welke
usschen de onlangs .opgetreden burgemees-
ir en de bevolking zou bestaan.
BENOEMINGEN IN VOOGDIJRADEN.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
en heer Duys betreffende het niet-benoe-
ran sociaal-democraten tot voorzitters
if leden van voogdijraden, heeft de Minister
'an Justitie o.m. geantwoord:
Het is niet juist, dat de soe.-democratische
ichting stelselmatig bij deze benoemingen
a worden gepasseerd; integendeel zijn op
Ministers voordracht wel personen, van
e hem bekend was, dat zij de sociaal-de-
locratische beginselen waren toegedaan, tot
eze functie benoemd.
POSTERIJEN
BEUESGESPREKKEN.
Met ingang van 1 Januari a.s. wordt voor
eursgesprekken (bestemd voor een beurs-
antoor) in het Nederlanclsch-Belgi'sch tele-
Donverkecr de beurstaks geheven.
CURACAO
DE NIEUWE GOUVERNEUR.
Veel verandering.
Naar men uit Curacao aan de (r.-k.) Rcsi-
entiebode seint, heeft de benoeming aldaar
an majoor Slobbe zoowel in katholieke krip
Is in die der industrieelc ondernernin-
en groote instemming gevonden, al werd
de zijde der Curacaonaren veel werk ge
laakt voor den tegenwoordigen gouverneur
i., den heer Schotman. Intusschcn heeft
sn van dezen bekwamen militair, in de
uidigc omstandigheden van Curacao, groote
erwachtingen.
De nieuwe gouverneur heeft bepaalde voor
^aarden gesteld ter algeheele zuivering var»
ambtelijke wantoestanden, welke in Cu-
ac(ao in de laatste jaren zijn ontstaan er
en vruchtbaar beleid onmogelijk maken.
De opruiming in Curacao is reeds in vol-
m gang. Behalve de directeur van Open
are Werken, heeft ook nog een and or inge-
ieur van dezen dienst ontslag gekregen.
Men verwacht ook niet, dat mr. v. Dijk,
ie thans in Nederland vertoeft, zal terug
eeren.
Dezer dagen is luit. Wiltschut te Curacao
angekomen met bepaalde opdrachten iD
ike de militaire organisatie. Kapitein van
ossum is reeds huiten dienst gesteld en
ertrekt 2 Januari met de „v. Rensselaer'
og vóór zijn opvolger is aangekomen, naar
lederland.
Ook het salaris van den nieuwen gouver-
ïur is met 20 mille verhoogd en gebracht
p f 54.000 per jaar.
PROV. BRANDWEERBONDEN
VOORKOMEN VAN GROOTE
BRANDEN
HET OVERLEG VAN DE MINISTER
MET DE KON. NED. BRAND-
WEERVEREENIGIN G
Als resultaat van een met vertegenwoordi
gers der Kon. Nederlandsche Brandweerver-
eeniging gehouden overleg, heeft de minis
ter van Binnenlandsch Zaken o.a. aan
de commissarissen der Koningin in de on
derscheiden provinciën een schrijven ge
richt, waarvan de inhoud in hoofdzaak is
als volgt:
„In het afgeloopen jaar zijn, zoowel op
het platteland als in eenige groote steden,
branden voorgekomen, welke van grooten
omvang en in hun gevolgen buitengewoon
noodlottig waren.
Deze omstandigheid heeft mij opnieuw
klemmend de noodzakelijkheid voor oogen
gesteld van het bestaan en waar dit niet
het geval is van de oprichting in de
derscheiden provinciën vin een nrovicialen
hrandweerbond, als afdecling der Kon.
Brandweervereeniging, gevestigd te Utrecht.
Doel en streven van de vereeniging en van
de reorganisatie met die oprichting beoogd,
werden bereids uitvoerig uiteengezet in mijn
circulaire dd. 27 October 1923. Op Jict groote
openbaar nut, hetwelk ontegenzeggelijk aan
het bestaan van een dergelijken provinci
alen 'bond in Uw gewest en aan krachtige
werkzaamheid van die instelling is verbon
den behoef ik te dezer plaatse zeker wel niet
nader te wijzen".
Verder noodigt de minister bij bedoeld
schrijven de commissarissen der Koningin
der provinciën, waarin, een provinciale
hrandweerbond reeds bestaat, uit. thans na
der met het bestuur van dien bond in ver
binding te willen treden en ook bij voort
during te blijven, opdat onverhoopte ver
slapping van zijn werkzaamheid worde weg
genomen of voorkomen en opdat da bond
in zijn nuttig werk zooveel mogelijk worde
aangemoedigd en geruggesteund.
Den commissarissen der Koningin h
provinciën, alwaar een dergelijke bond nog
niet bestaat, verzoekt de minister thans
dere stappen te doen ten einde de oprichting
daarvap te verzekeren en, bij de totstand
koming, op gelijke wijze den bond te steu
nen als hierboven is aangegeven.
NEDERL. OCTROOIBUREAU
EEN VEERTIGJARIG JUBILEUM.
Men schrijft ons:
De heer Th. H. Verhave, procuratiehouder
in het Nederlandsch Octrooibureau te
■Gravenhage, hoopt den 30sten December
s. den dag te herdenken, waarop hij 40
jaar geleden bij genoemd bureau in dienst
is getreden.
Kort na de oprichting van genoemd bureau
in 1888, door den heer A. Elbcrts Doyer, te
Amsterdam, vVerd de heer Th. H. Verhave,
als eenig bediende van het Ned. Octrooi-
bureau aaingesteld.
In dien tijd, was er in ons land nog geen
sprake van een wettelijke bescherining dei-
rechten van uitvinders en bepaalden de
erkzaamheden van het bureau zich uit
sluitend tot het aanvragen van octrooien
voor Nederlandsche uitvinders in het bui
tenland en het deponeeren van handels- ui
fabrieksmerken. Bij de toen reeds zich ont
wikkelende industrie hier te lande voorzag
het Ned. Octrooibureau in een behoefte om
uitvinders te helpen hun geestesproducten
althans in het buitenland wettelijk.te laten
beschermen.
Mede door de buitengewone werklust,
energie en scherpzinnigheid van den a^. ju
bilaris'breidde het bureau zich uit. Deze pe
riode Was voor don heer Verhave als hot
een voorbereiding op de tamelijk plot
selinge uitbreiding van liet bureau toen in
1912 de Ned. Octrooiwet in werking trad en
i stroom van buitenlandsche uitvinders
firma's, waaronder de meest bekende in
dustrieën, de bemiddeling van het Octrooi
bureau inriep om hier hun talrijke uitvin
dingen wettelijk te laten heschcimen en
daarop octrooien aan te vragen.
In 1914 werd het bureau naar Den Haag
overgeplaatst cn nam sedertdien voortdu-
■end in omvang toe. Gedurende al dien tijd
bleef de lieer Verhave werkzaam als procu-
■atiehouder cn Chef de Bureau en aan zijn
nooit verflauwde ijver, werklust en toewij
ding, zijn helder inzicht in zaken en door
tastendheid heeft het Ned. Octrooibureau
niet voor een gering deel zijn bloei te dan
ken.
DE ROSKAM
HOUDT OP TE BESTAAN.
Vande „Roskam", het r.k. politiek-saty-
rieke en humoristische weekblad, verscheen
liet laatste nummer. Na 17 jaren getobd te
hebben moet het wegens gebrek aan belang
stelling verdwijnen.
Het is wel een merkwaardig verschijnsel,
dat humoristische tijdschriften alleen een
toekomst hebben, als het spotbladen zijn.
Op Christelijken bodem schijnen ze niet te
kunnen aarden.
VEREENIGING VAN CHR.
KWEEKSCH00LPERS0NEEL
DE VERGADERING IN PAYS-BAS
TE UTRECHT
REFERATEN VAN DE HEEREN
H. SCHïLP EN C. VAN DUYVENDIJK
Nadat in de bestuursvacature-C. Groen de
heer C. van D u y v e n d ij k van Dordrecht
verkozen was en in de vacature-W. F. C.
den Broek de heer A. J. R 11 g e r van Nij
megen, refereerde de heer H. Schilp van
Leiden over:
in verband met het onderwijs in kennis
der natuur, aan de hand van de navolgen
de stellingen:
le. Ook de onder wetten en in formule
gebrachte wereld is wonderlijk.
2e. Wetmatigheid in de natuur wordt
niet uitgesloten, doch geëischt door een
geloof in God.
3e. Het wezen en de diepte der dingen
begrijpen we niet cn de wereld, die wij be
grijpen is niet het ware wezen, maar zijn
ontoereikende verschijningsvorm. In ge
voel en vermoeden wijst de verschijnings
vorm op het ware wezen achter zich.
4e. Ideeën en oen doel en daarmede voor
zienigheid en leiding in de dingen kan de
natuurwetenschap niet vaststellen, noch
bestrijden.
De volgende biologische kwesties werden
daarna aan de orde gesteld: Mechanisme en
vitalisme worden meer in 't bijzonder be
sproken. Het Darwinisme wordt als ver
ouderd geteekend. In de leer van Laniarck
komen enkele merkwaardige meeningen
voor, die aanleiding hebben gegeven tot
dieper onderzoek. Het langst werd stilge
staan bij evolutie en afstamming. Wat de
Bijbel ons leert, sluit evolutie niet uit, al
hoewel afstamming in den zin van Dar
win en Weismann indruischt tegen den
geest der Heilige Schrift. De mutatie-theo
rie van De Vries heeft een hoofdmoment in
zich, dat indruischt tegen wat vrome we
reldbeschouwing van inzicht in de natuur
verwacht Nadat enkele theorieën omtrent
het ontstaan van den mensch zijn aange
stipt, wordt gesproken over het belang van
al deze dingen voor het onderwijs in ken
nis der natuur. Zoowel bij physica als bij
wiskundige aardrijkskunde, als bij de be
handeling van mensch-, dier- en plantkun
de bestaat er vaak gereede aanleiding over
genoemde kwesties te spreken.
Aan de bespreking namen deel de heeren
J. van der Spe k van Utrecht, A. C. L,
Wij tze s van Sneek, en J. Strikwerda
in Dokkurn.
In de middagvergadering refreerde de
heer C. van D u y v e n d ij k van Dordrecht
•over:
De practische kant kan benaderd worden
door de „ruwe inductie" en door de en
quête-methode".
"s ruwe inductie gaf do Ref. z'n eigen
ervaringen en leerschoolbemoeiingen. Ver
der behandelde hij do voorloopige resultaten
erkregen uit drie verschillende enquêtes.
Vooreerst had hij een enquête gehouden
onder 48 leerlingen van de 3e cn 4e klasse
der A-afdeeling van de Kweekschool met
den Bijhei te Dordrecht, Daarbij bleek o.a.
dat de kweekelingen dc gezagskwestie als
de hoofdkwestie zien cn dat ze meer' zelf
standigen arbeid voor de klas verlangen en
bespreking van gemaakte fouten; het
nauwer in contact komen met de kinderen
achten ze noodzakelijk en wenschen daar-
niet zoo gauw naar andere klassen over
geplaatst te worden.
De tweede enquête was door den Ref. ge
houden onder 40 jonge onderwijzers (B-
afdeeling der Kweekschool). Zij bleken over
't algemeen niet tevreden over de resulta
ten van den leerschool-arbeid. Ook zij ach
ten meer zelfstandig werk voor de
kweekelingen noodig, meer practische oefen
gelegenheid, meer variatie in het werk en
meer bespreking.
De derde enquête verschafte gegevens over
66 kweekscholen in ons land. Er bleek o.a.,
rlat de leerlingen der vierde kweekschool
klasse gemiddeld V/3 uur schooltijd per
week op de leerscholen zijn en dat ze resp.
1uur en 1 uur per week zelfstandig wer
ken; de meeste inzenders vinden de resul
taten wel voldoende, maar achten meer
oefentijd gewcnscht.
Komende tot de theoretische zijde der
kwestie, merkte de Ref. op, dat het onder-
wijzersberoep practijk eischt met een de-
gelijken achtergrond van theorie. Hij noemt
de eischen, die vroeger en thans aan den
onderwijzer gesteld worden en dringt aan op
meer leerschool practijk.
Experimenteelc psychologie cn psycho
techniek wijzen op de wenschelijkhekl van
oefening in zoo natuurlijk mogelijke omge
ving, dus in dit verband zelfstandige arbeid
de klas, eerst onder deskundig toezicht,
later geheel afzonderlijk.
Daarna trekt de referent uit een cn ander
de navolgende
conclusies
voor de practijk der leerscholen:
I. De arbeid in oefenklassen moet ge
maakt worden tot een belangrijk deel van
de onderwijzersopleiding.
II. Alleen de kweekelingen der beide hoog
DE EERSTE LOCOMOTIEF
INGEZONDEN MEDEDEEUNQ.
OOK OP HET TROTTOIR NIET MEER VEILIG
pê bestrating van vele wegen te Hillegersberg laat nog heel wat te wenschen over. En daarom rijden sommige ehauffeurs maar
heel gemoedeljik oq trottoir,.Dat 1» wal erg landelijk, maar tevens heel gevaarlijk.
Eerst de handen 1
die ruw of gesprongen zijn wasschen met
zeep en liefst warm water; dan goed afdro
gen; dan Genius Wondbalsem er op. Genius
Wondbalsem, dat helpt tenminste. 25 en.
50 ets.
De locomotief van Stephenson, flic ruim honderd jaar geleden haar eersten tocht van
Londen naar Liverpool volbracht. Een heel verschil met dc stalen* monsters, die thans
op de groote lijnen te zien zijn.
UNIE VAN
CHR. ONDERWIJZERS
ALG. VERGADERING TE UTRECHT
Wat de Chr. Onderwijzers in het
Unie-verbond te doen hebben
SCHOOLLAND MOET BESTUURD
WORDEN DOOR EEN HOMOGEEN
MINISTERIE".
Heden houdt de Unie van Chr. Onderwij
zers en Onderwijzeressen in Hotel Noord-
Brabant te Utrecht de jaarvergadering.
De vergadering werd geopend door den
voorzitter, den heer P. Z w i t s e r, van Rot
terdam, die de openingsrede hield.
Dë gedachten van deze openingsrede wor
de.gegroepeerd om de Woorden van Psalm
118: De rechterhand des Heeren
doet krachtige daden. De beeldende
taal van het Oosten' treft den aandachtigen
Bijbellezer telkens. De nuchtere dogmaticus
kan zich niet vereenigen met de mensche-
lijke .voorstelling van het goddelijk Wezen;
maar werkelijker dan de rechterhand van
llen aardschen monarch, die met één wenk
wercldveroverende scharen gebiedt, is de
hand \an den Schepper die onverkort voort
gaat met zijn daden. Soms onmiddellijk als
in het Kerstwonder. pas weer opnieuw
doorleefd; maar meestal door zijn Schepse
len. Paulus' woord, dat wij Gocïs mede-ar
beiders zijn, kan in hijzonderen zin uitge
legd worden voor den Christelijken opvoe
der.
Toch gaat Spr. deze gedachte voorbij
oni in meer bepaaldenzin de vraag te be
antwoorden: wat hebben' de Chr. onderwij
zers in het Unie-verbond als Gods mede-ar
beiders te doen. De kern van de Unie-idee,
het goddelijk blijvende daarin, is naar
sprekers meoning de ontplooiing van de
persoonlijkheid. Geldt voor het object der
opvoeding: tot alle goed werk vol
maak t e 1 ij k toegerust, hoeveel te
meer voor den opvoeder. Dit eischt o.m. de
mogelijkheid om tot volle ontplooiing te ko
men voor het klassewerk en de bestrijding
van alles, wat hier tegenwerkend of belem-
ste kweekschoolklassen mogen in de oefen
klassen werken.
't Eerste jaar moeten zij arbeiden on
der aanwezigheid van een behwaera onder
wijzer; allengs komt eigen prak tijk-arbeid
op den voorgrond.
IV. Aan de kweekelingen der hoogste
kweekschoolklassen wordt gelegenheid ge
geven geheel zelfstandig periodiek een klas
te leiden.
V. Om dit mogelijk te maken ageere onze
ïreeniging zoo mogelijk met andere v©r-
eenigingen tesamen naar spoedige invoe-
van de titel der L. O. Wet 1920, hande
lende over opleiding en bevoegdheid.
VI. Vóór dat gedeelte der wet in werking
treedt, worden inplaats van leerscholen
"en klassen aangewezen door de be-
in der Kweekscholen; de onderwijzers
klassen worden door de betrokken
schoolbesturen benoemd na overleg met den
directeur der Kwèekschoolzij genieten
hun bemoeiingen een behoorlijke gel
delijke vergoeding.
VII. Binnen do grenzen van de wettelijke
bepalingen blijven de Kweekscholen geheel
in de regeling van de practische oefe
ning der kweekelingen.
VIII. Aan het eindexamen wordt een
praktijkexamentje toegevoegd, geleid door
den leeraar-paedagogiek en den klasse-on
derwijzer, in tegenwoordigheid van een der
regeeringsgecommitteerden.
IX. 'Een der vele mogelijke regelingen
oor de praktijkopleiding is:
a. de leerlingen der hoogste kweekschool
klas gaan elke 5 weken één week naar de
oefenklassen. Telkens gaat het halve aantal
leerlingen; de aindere helft heeft repetitie
voor het eindexamen. Na einde Mei gaan
de kweekelingen niet pieer naar de oefen
klassen. Elk kweekeling behoudt van Sep
tember tot eind Mei dezelfde oefenklas. Hij
lt verantwoordelijk gesteld voor zijn
weekarbeid in do oefenklas.
b. gedurende de driewekelijksehe periode
dat de leerlingen dei- hoogste kweekschool
klas niet naar de oefenklasse zijn, gaan
de leerlingen der hoogste klas op één na,
hij toerbeurt (een of twee tegeliik) een hee-
len dag naar de oefenklassen. Om de drie
maanden verwissel en ze van oefenklas. Ze
brengen nauwkeurig verslag uit van hun
arbeid.
X. Gebleken ongeschiktheid tot het leiden
van een klas en het geven van onderwijs
wordt aanleiding tot het ontraden van de
onderwiizerslnopbaan aan de kweekelingen
met mededeeüng hiervan aan de ouders.
Na eenipe discussie op dit referaat werd
het woord gevoerd door den heer Laban na
mens den Minister van Onderwijs, terwijl
Dr. Eringa afscheid nam, waarna verschil
lende afgevaardigden van zustervereenigin-
gen spraken.
Daarna volgde alurttaa
zondag, 2» december.
HUIZEN (1875 M.). N.C.R.V. 0.50 Kerkdienst
anuit de Ned. Herv. Kerk. te Diemen. Voor-
anger Ds. J. G. Hooyer. Ned. Herv. Predikant
ldanr. 1 Orgelspel. 2 Votum en Zegen. 3 Zin-
en: Psalm H9 1 en 2. 4 Lezen der Wet en
lolossenzen 1 19—29. 5 Gebed. 6 Zingen:
•salm 130 3 en 4. 7 Voorlezing van den tekst:
Iatth. 2 11a. 8 Eerste gedeelte der predikatie
Zingen: Gezang 44 1 en 2. 10 Tw
■et. Predikant
im en i&egen. 3 Zingen:
s en voorlezing van
m 119 25. 6 Gebed. 7
t: Lucas. 2 2532. 8
tarias: 2 en 4. 9. Pre-
g). 10 Dankgebed. H
n 2. 12. Zegen. 13 Or-
8.15—9.30 Morgenconcert. 10.30
11 Korte Ziekendienst. te
J. Valk. Godsdienstondei
mej. J. C. M.
T. de Wilde—Schef-
merend in den weg komt. Spr. geeft toe, dat
er opder de Unieleden mogelijk geweest
zijn. die zich tevreden stelden met minder
dan het ideaal, die zich hebben verloopen
in allerlei neven-acties, maar voor het ech
te Unie-lid blijft ai het werken in het klein
of in het groot, afzonderlijk ot met andere
organisaties te zamen, gericht op het voor
naamste: de zelfstandigheid van den op
voeder.
Op dit streven zijn allerlei aanvallen
daan, soms te goeder trouw ook vaak met
min edele motieven.
Eerst releveert Spr. de bestrijding uit het
tijdperk van den onbeperktcn schoolmo
narch, die ijverde voor de onzelfstandigheid
van zijn ondergeschikten. De jaren
waarin de minachting voor den onderwijzer
bij het groot publiek is vastgeworteld. Nie
mand verlangt terug naar een herhaling
van deze periode. Er is een groei te
stateeren naar de idee der zelfstandigheid.
Als voorbeeld hiervan haalt Spr. een ge
deelte aan uit een pas verschenen leerboek,
in de Chr. pers warm aanbevolen: School-
opvoeding en -onderwijs, door P. v. Duy-
vendijk en J. B. Visser, waarin deze schrij
vers de ^taak der schoolvergadering hebben
omschreven in den zin, zooals altijd door
de Unie werd voorgestaan. Hier meent Spr.
dat het pas geeft .een woord van waarschu
wing te doen hooren tegen de slapheid van
de onderwijzers, die de Schoolvergadering
minachten uit gemakzucht en daardoor zich
zelf en de goede zaak schaden.
Eén andere tegenkanting tegen het Unie-
streven schuilt in het verwijt, dat een af
zonderlijke organisatie van klassepersoneel
de eenheid van het Chr. onderwijs zou bre
ken. I-Ioe warm spreker voelt voor de saam-
hoorigheid van allen, die aan een zelfde
school arbeiden, dat sluit z.i. niet in, dat
men beslist één organisatie moet hebben
voor hoofden en onderwijzers gezamenlijk.
Integendeel, dit moet altijd uitloopen, voor
al onder de tegenwoordige verhoudingen bij
het Chr. onderwijs, op. schade voor een der
saamgevatte 'groepen. Doelmatiger blijft
voorshands dc afzonderlijke organisatie,
juist terwille van het ideaal. Dc opvatting
van het hoofdschap is al te dikwijls nog een
belemmering hiervoor. Dit brengt Spr. tot de
vraag: Wat is de goede opvatting daarvan?
Er zijn vele vergelijkingen gemaakt om de
goede verhouding te teekenen. Spr. waagt
zich aan een nieuwe. Beschouwt men het;
Schoolgeheel, als Schoolland, dan is daar het
hoog gezag bij dc kroon, het Schoolbestuur.
De kroon benoemt den minister-president-
Deze zoekt geen ondergeschikten, maar
medearbeiders: de ministers der verschil
lende klasse-departementen, die met hem
den ministerraad (schoolvergadering) vor
men. De belangrijkste departementen worden
naast een klasse-departement aan den pre
mier toevertrouwd nl. buitenschoolsche za
ken (verhouding tot Toezicht, Rijk en Ge
meente) binnenschoolsche zaken (dagelijk-
sche schoolleiding) en schoolfinanciën
(schoolgeld, kleine kas etc.), maar zijn col
lega's hebben een eigen departement, waar
van de belangen in den ministerraad (of
zoo noodig met het Schoolbestuur: kabinets
raad) worden behandeld. De verdere uit
werking der vergelijking wordt aan ieder
overgelaten, maar het wezenlijke er uit:
Schoolland moet bestuurd worden door een
homogeen ministerie, moet behouden blijven.
Eindelijk komt Spr. tot een tegenk nting
van een zijde, van welke men het r. t zou
verwachten, nl. van den Bond van N On
derwijzers, die in de mislukking het
overleg van de Bijzondere Commissie voor
de Onderwijzers met de Overheid, behagen
schept en op die wijze de zaak der onder
wijzers schaadL Spr. spreekt den wensch
uit. dat de Bondsleiding tot een meer col
legiale houding moge komen om samen met
alle andere organisaties een overleg te
krijgen met de Overheid, onafhankelijk van
de andere ambtenaren.
Ten slotte wijdt Spr. nog eenige woorden
aan de px-opaganda voor de Unie-idee. Er
zijn goede propagandisten, dat blijkt uit den
groei der organisatie, maar de beste propa
ganda blijft: vasthouden aan het ideaal.
Dr. J. Schokking sprak over „Het Onderwijs
en de Volkenbond". Doch van het verdere
van de vergadering hopen we Maandag ver
slag te geven.
12.301.45 4Se Orgelc<
15—3.15 Sprekei
Tolsteegsin gel 54, Utrecht. 4.-
door Da. P. Ch. v:
it te Utrecht. Mu:
1.30—7 Muziekpraatje
reis". 7.— Tijdsein. 7—8
Jeugd. Spreker: de heer
Herv. Precilkai
:nig". Ds. N. Buffin
Dirk Posthum
ebied der kookku:
Geref. Predlkai
afloop Persbe-
2—2.45 Wenken
- Jr. 7.45—S Gra
11—12 Gramofoor
RADIO OUDEJAARSAVONDGROET.
Op 31 December, des avonds te 12 uur
zullen alle Europeesche omroepstations ecu
Esperanto-groet uitzenden.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
indien het bloed rük en krachtig is. kal
ivoldoende is, dai
teilölc. Men bom
dat de Pink Pillen aan het bloed de element
teruggeven die daaraan ontbraken.
•De Pink Pillen-
heretellen het bloed, versterken de zenuwen.
«ij vormen een geneesmiddel, dat zija
doeltreffendheid heeft bewezen in all®
gevallen van bloedarmoede, neuras
thenie, algemeene verzwakking,
utoornissenveroorzaakt door den
groei, of het keeron der jaren, maag-
Sijnen, hoofdpijnen, zenuwuitputting,
e prijs der Pink Pillen bedraagt f. 1,75 pC-r
llr.con. f. 9 per zes flacons. HoofddépótJacob
Marisplein, 23. te Amsterdam. Eischt d:t adres
en de Hollands cho gebruiksaanwijzing. De
Pink Pillen zijn eveneens le verkrijgen bij
alle goede apothekers en drogisten.
DE GEMODERNISEERDE TRAM
Da pieuwsU benzine-motorwagens, eooals die weldra op het traject Amsterdams
Hilversum ln gebruik zullen worden genomen»