deVlPOtmW), HBcTH HANDWERKEN Uw adres voor: Avond =Toiletten 1 PM* noordblaak Kerst-Geschenken VAN KLEINE DINGEN HUISHOUDING EN KEUKEN VOOR DE VROUW No, 48. elegante flaffeuse vormen moderne smaakvolle kleuren ongeëvenaard lage prijzen TT r y nèj PASSAGE HBJLPnL/1 I J3 ROTTERDAM Uw adres voor* smaakvolle en nuttige als i Vesten, Zakdoekjes, Shawls, enz. PASSAGE-NOORDBLAAK - ROTTERDAM leven nu weer in den gezelligen tijd, jt de musschen armoe lijden nee, zoo ik' als 't hier staat, bedoelde ik het na- lurlijk niet; ik wou zeggen: dat ze armoe iaden lijden, als ze te verwaand waren, van ons wat aan te nemen, 's Zomers is dat anders. kunnen ze je wel 's één of twee eëïe dagen met je broodrommel op ba Icon kozijn laten zitten tenminste hier bui- n is dat zoo. En dan wil 't me vaak toe- :hijnen, als ze zoo hoog langs de ramen [heren, of ze tegen elkaar zeggen: „wat inken ze wel, overal kunnen we nu te te keur gaan, en dan zouden we is voor zoo'n beetje broodsnippers zoo icht bij menschen en huizen wagen, waar toch altijd op je hoede moet zijn, en zelfs ader den maaltijd schrikken en opvliegen an, bij elk geluidje, nee hoor". Maar, zooals ik al zei dien tijd hebben :e nü niet. Ze zijn nu weer arm en hon- arig, dus nederig, de stakkerds. Dat wil Bggen, nederig voor hun doen, want inder- aad schikt het ook daór nogal mee. Als at buikje ook maar hhlf vol is, hebben ze eer 'n praats voor zes. Want wat zijn het toch leuke, wilde, bru- ale opscheppers, wat een echte gauw-die die straatjongens-onder-de-vogels. flat je heele balcon of tuin eens vol liggen iet lekker gekruimd of geweekt brood, rodat er zéker voor 't heele troepje genoeg dan tóch probeeren ze allemaal telkens het ééne stukje te gappen, dat 'n ander in z'n snaveltje heeft. 't Is dan ook heusch niet alleen om de s c h e n, dat ze zoo voorzichtig vlug neerschieten, en na één hapje op laande poot weer wegscheren. Houd het ok niet voor brutale ondank. Zoodra het eelbegeerde en veelbenijde hapje zonder ngelukken naar binnen is gewerkt, zie je terugkomen. En straks, of morgen, ianneer je heele voorraad al lang verdwe- is, zullen ze nog 's weer terugkomen, lak bij je raam gaan zitten en langs 'r naveltje naar binnen gluren, om je te be- anken voor 't lekkers of misschien 't alleen maar 'n vraag naar meer. Tenminste daar houd i k het meestal laar voor. Want wie in het leven eenmaal dankbaarheid gaat rékenen, die verliest et echte gevensgenoegen. Want 'n genoegen is het. Weten alle huismoeders, die, omdat het uiten koud is, het servet met de krui- leltjes maar uitschudden boven de goot- leen, of die 't blikje van het tafelschuier- maar leegen in de kolenkit, weet men alle huizen waar een zieke, vooral een ad, heele dagen zich ligt te vervelen, cn an uit 'n raam, waardoor nooit ge eg (te zien is weten alle alleen-wonen n wier leege uren vaalc alléén gevuld orden met het smartelijk heimwee naar ■thuis, dat voor altijd gesloten is, of iet smachtend verlangen naar- een geluk, at töQh geen streep haderkomt en alle alfgénoegzamen, die „de menschen geluk- niet rroodfg hebben", en de dieren ver- cliten wéten ze het, wat een onzegbaar ijn genoegen er liggen kan in de geregelde org voor het steeds aangroeiend troepje ogels, dat het vriendelijke balcon of raarn- 'Jn telkens weer weet terug te vinden? Geregeld want dat zijn ze zelf ook. Dat merk je al gauw, wanneer je een- aaal begint dat ze telkens op vaste tij - !an, als bij afspraak, op je verzamelplaats (komen, hetzij je voor vulling gezorgd hebt 'niet. Ze scharielen rond, wachten nog 'n oosje, zoeken hier en daar, en als er iets is, kijken ze ten slotte op, alsof ze ich afvragen, of zij abuis zijn of hun clis- ributiekantoor? Wat,is het weinig: 'n paar stukjes van het rood, dat ge allicht tóch overhoudt 'n aar minuten van den tijd, dien ge waar- chijnlijk toch aan liefhebberij zoudt „ver- pillen en déarmee worden schepse- PAPIERMANDJES Zijn er heusoh nog huiskamers waar men eze handige en praktiscne „meubeltjes" liet heeft? Waar men, als er eens 'n prop apier of zoo iets moet worden weggedaan, oekt naar een. aschbakje of iets dergelijks, ot de huisvrouw zegt: „geef maar hier!" Waarom zal men het nalaten, ergens in en verborgen hoekje een aardig prulle- nandje neer te zetten, om de kosten? Die an men zoo klein maken als men wil. Het is namelijk al heel gemakkelijk om rullemandjes zelf te maken uit karton, at men rnet een goedkoop lapje cretonne, mdhuisstof of iets dergelijks bekleedt. jn verschillende manieren te volgen. iVil men bijv. een ronde pruilemand, neem aen stuk karton zoo breed als de bak moet worden, en zoo lang als de om- rek van het bodemvlak. Maak een pla,tte zak (den vorm van een iussensloop) even. groot als 1 stuk karton, ichuif dit er in, en naai de open zijde ook licht. Bug dan het karton om, zoodat de ivee staande kanten elkaar raken en naai lie aan elkaar. Daarna wordt een rond stuk karton ge flipt, dat van onderen precies tegen de and van de cylinder sluit. Ook dat be ileedt men ter weerszijden met de stof, en laait het langs den rand van de beneden- and van de ronde vorm. Misschien nog gemakkelijker te maken is en vierkant of driehoekig bakje. Men neemt dan 3 of 4evengrodte stukken kar- lon, die elk afzonderlijk geschoven worden een zak van cretonne of andere stof en lan langs de opstaande randen weer ste ng aan elkaar genaaid. Daarna maakt men lp de vorengemelde manier een bodem, drie toekig of vierkant en naait deze weer vast langs de randen. Wie dit alles te bewerkelijk vindt, en »og' gauwer klaar wil zijn, of mannen- of iongenshulp ter beschikking heeft, kan een doodeenvoudig klein botertonnetje bij zijn everaneier aanvragen en dit goed schoon- knen. Heet water en zeep gebruiken, ah- iers gaat het vet er niet uit. Schuur ten overvloede het tonnetje met frof schuurpapier nog gqed glad, dit ter- *'ille.van de.verf en beschilder het dan Wet een goede verf, ripolin bijvoorbeeld. Neem frissche tinten voor binnen- en bui enkant verschillend en verf er nog een band omheen, paars of zwart bijv; Met een froene binnenkant zal aardig staan, 1 e n van den hongerdood gered. 'n Fijn genoegen noemde ik het, maai er ligt ook een rijke troost in. Want wie, die zelfs onder de zwaarste zorgen, van het brood, dat hij zoo zuur en moeizaam verdiende, nog zijn geregelde kruimkens offert aan de vogels kan, ter wijl hij het aanziet, hoe vroolijk en dank baar zij zich te goed doen nog één oogen- blik er aan twijfelen, of een Vader, die het Zijn menschenkind in 't hart geeft de muschjes te spijzen zal ook Zelf Zijn kinderen blijven verzorgen, We weten, o ja, we gelooven het wel, dat God voor ons zorgt en zal blijven zorgen, maar hoe weinig zijn we het ons ten volle bewust, hoe vaak schijnen we het voor 'n oogcnblk vergeten, en lijkt ons vertrou wen geweken. Het „aanziet de vogelen" „zij zaaien niet", och, het blijven voor ons zoo vaak maar half 'begrepen termen, waarbij we denken aan vogels, zooalswe ze door de wolken zien gaan. Maar wie eenmaal aan deze troostrijke woorden, deze heerlijke beloften, dacht op het oogenblik, dat hij de wilde vogels zich zag verzadigen aan zijn zorgvuldig toebe reide brood, dat niemand hem bestelde of betaalde die beseft pas de diepe betee- kenis, die voelt iets van de onveranderlijk- trouwe zorg, die er in uitgedrukt ligt. Op onze gedekte tafel liggen mes en vork zoo vreedzaam naast elkaar, alsof zij ailitijd samen waren. En omdat wij mes en, vork meestal in een adem noemen, zijn wij er ons allerminst van bewust, dat er een enorm ver schil van leeftijd tusschen beide voorwerpen bestaat. Het mes bestond reeds in het eerste sta dium der menschelijke beschaving en heeft dus de geheele materieele en geestelijke ont wikkeling der menschheid medegemaakt. Eerst werd het van steen of hout, daarna van koper en brons, nog later van ijzer en staalk Het heeft in den loop van vele duizen den jaren in een misschien wel honderd keer veranderden vorm dienst gedaan als vernie lingswapen, als scheppend gereedschap, als nuttig gebruiksvoorwerp. De geschiedenis van het me9 voert ons terug tot in den grijzen oertijd. De holbewoners en de eerste jagers gebruik ten het om den buit stuk te snijden en te bereiden, maar duizenden jaren moesten nog verloopen voor de menschheid mes en vork aan tafel gebruikte. De gewoonte om met een vork te eten, stamt uit Italië, waar zij tegen het eind der middeleeuwen ook "hij de volksklasse in zwang kwam. Van dien tijd af plantte de mode zich langzaam voort van Zuid- naar Noord-Europa. In Engeland werd het nieuwe tafelgereedschap pas geregeld gebruikt op uuiiiimiiiiuiaiuiiiiiiiiioniiiiiiisDuiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiHiiii het laatst van de zeventiende eeuw. De Engelsche wereldreiziger Coryat, die in het begin der zeventiende eeuw Italië .be reisde, beschrijft, naar in het „Berliner Ta- geblatt" wordt verteld, de Italiaansche ma nier van eten als volgt: „Ik heb zoowel in de groote, als in de kleine steden/een gewoonte opgemerkt, die ik nog nergens anders, op mijn vele reizen heb waargenomen, en die, haar ik geloof, be halve in Intalië, in geen ander Christeilijk land bestaat. De Italianen en ook de meeste vreemde lingen 'die daar te lande vertoeven, gebrui ken hij hun maaltijden, als zij vleesch snijden steeds een kleine vork. Terwijl zij met de eene hand het.vleesch op dep schotel snijden houden zij met de andere hand, door middel van een vork het vleesch vast. Wie in gezel schap, bij tafel het stuk vleesch, waar ieder een, afsnijdt, met de vingers aanraakt, zon digt tegen de etiquette en geeft blijk geen goede manieren te hebben. Men zou hem dit stellig, zoo al niet rnet woorden, dan toch zeker door blikken, duidelijk laten voelen. Deze manier om te eten is, zooals ik hoor de, in Italië overal gebruikelijk.- De vorken zijn meestal van ijzer of staal, soms ook wel van zilver, maar de laatste vindt men natuurlijk alleen bij de rijken. Dit vreemde gebruik vindt zijn oorzaak in het feit, dat de Italianen het onsmakelijk vinden om het vleesch met de vingers aan te raken omdat nu eenmaal niet alle menschen even zindelijke handen hebben". Het gebruik van den vork bij tafel moge ZAKDOEKJES OMHAKEN „En weet je wat 'k nu tegenwoordig doe" hoorde ik onlangs, toen 'k weer 's voor 'n poosje in de groote stad vertoefde, een jong mevrouwtje zeggen. Geïnteresseerd keek ik op. Ze was een van die vlugge, bij de hande typen die in den dienstbodennood die ter plaatse vooral heel erg is, zoo kos telijk zichzelf weet te helpen. Vier kinde ren liefst, die steeds keurig, smaakvol èn naar de mode gekleed gaan, een flinke rui me woning, waar je geen stofje of vuile vlekken ontdekt, cn dat alles: ondanks of misschien juist dóór het feit, dat Moe der'alles, werken, èn naaien zélf dóet Kn 'dan weet ze bovendien nog steeds tijd te vinden voor bepaalde hancl- of knutselwer ken, 'n poef of theemuts maken, kussens, kleedjes, poppenkleertjes, altijd vind ik er wat aardigs, dat ze me weer als ,,'t nieuw ste" aankondigt. Ge begrijpt dus, dat k geïnteresseerd op keek. Vlug lichtte ze even den rand van het tafellaken op, om uit de lavan de reeds gedekte tafel een handwerkje te nemen. Ik zag 'n vierkant .batist of fijn katoenen lapje, dat zij met 'n uiterst fijn haakje, en het D.M.C. garen waarmee we ,,'t kunst breiwerk" uitvoeren, bezig was om te ha ken, met een keurig fijn puntkantje. „Kijk", zei ze, terwijl ze al vlug aan 't ha ken was, „dat is toch zoo goedkoop, 'n lap je fijn katoen en 'k weet niet hoeveel kant jes er wel uit één kluwen gaan. En ze staan zoo leuk. Nu de meisjes al 'n beetje grooter worden, hebben ze zoo graag 'n mooi zak doekje, gekleurde randjes vind ik niet meer zoo aardig voor hen en niet zoo gemakke lijk in de wascli ook. Maar die geborduurde of kanten zakdoekjes die je koópt, zijn in 't gebruik nog duur, omdat 't meestal slecht goed is en ze raken toch altijd nog al eens weg ook. Hier is niet zóóveel aan verloren, 't is zóó klaar, 'k Heb ook mooie gémaakl van batist en. met zij-garen gehaakt." Ik keek 's naar 't patroon: zoo doodeen voudig. „Ja", zei ze, ,,'t is alleen bij 't eerste num mer 'n beetje uitkijken, dan heb je 't werlue in je hoofd en/gaat het als machinaal. Alle verlóren öogeiiblikjes vul ik er mee, want 't is zoo'n gemakkelijk handwerkje om op te pakken en weer weg te bergen, je hoeft niet bang te zijn, dat 't niet brandschoon blijft, want je wascht het tóch eerst, als bet af is. En zooals nu,, als we wachten dat de aardappelen koken, wanneer ik naar pap of naar melk kijk, als we met de koffieta fel wachten tot vader thuis is, die korte oogenblikjes, dat je geen naaiwerk voor den dag kunt halen, dan pak ik dit op en schiet dadelijk weer 'n eind verder. Daarom be waar ik het zoo maar in de tafella, dan is 't vlug bij de hand. Maar nu moet ik naar de keuken. Ja, bekijk het onder de hand maar 's." En terwijl ze bedrijvig naar de keuken verdween, pakte ik 't werkje op, haakte ook 's een schulpje verder, en dacht toen* i«ts voor ons Vrouwenhoekje. Maak er dan zes, en liefst verschillende, 't Is heel voordeelig 'natuurlijk zijn re •niet zoo goedkooper dan de „allergoedkoop ste" zakdoekjes uit den winkel, die vaak maar grof zijn en slecht afgewerkt, maar het is ook heel wat aardiger goed vooral als ge heel fijn en zacht katoen neemt Eerst geven we dan eèn- puntig kantje: Toer 1: (Vasten en steken gaan i n den zakdoekrand. Vooraf gaat 'n heel smal rol zoompje, dat ge omspant met de haaksteek) 1 vaste, 6 k. steken cn y2 c.M. verder 1 stokje in de stof, 6 k. steken en c.M. verder weer de vaste, en vandaar herhaling. Toer 2: (hierbij gaan de vasten weer i n den zakdoekrandi dus óver de yastea van den eersten toer been) 1 vaste. 7 k. steken, 1 stokje (op het stokje van toer 1 en b e i d e lussen daarvan opnemen), 7 k. steken, her bal ing. Toer 3: als toer 2, maar telkens 8 k. steken. Toer 4: idem, maar 9 k. steken. Toer 5: 8 vasten (om den boog van 9 k. steken), 5 k. steken, 8 vasten (om de tweede helft van denzelfden boog), herha ling. De afbeelding zal u duidelijk maken, waarom ge er bij den eersten toer aan den ken moet, dat op ieder boekje een stokje komt Hierboven geven we nu een kantje, dat meer een „schulp" is. Weer worden de vas te steken vaoi den eersten toer i n den rand gewerkt. Het is natuurlijk mogelijk, wan neer de stof daartoe noopt, om geen smal rolzoompje, maar een breeds open zoom te nemen. Op die manier kan men ook reeds klaar-gekochte zakdoekjes van een randje voorzien, 't Mooist lijkt me echter: draden uithalen en een open randje er in te ma ken, en dan de rafelrand om festonneeren (met naaimachine) of anders 'n heel fijn rolzoompje maken. Het patroon van dit schulpje is: Toer 1: vier vasten, 6 k. steken, en on geveer één-derde c.M. verder in de stof: 1 vaste, G k. steken, weer één-derde c.M. ver der: de vier vasten, enz. Toer 2: vier vasten (bovenop de vasten van toer 1), 3 vasten (óm den boog van k. steken); 6 k. steken, 1 vaste (om den vol genden boog). Dan omkeeren en: 7 vasten (om den la'atsten boog). 1 vaste (om den onderliggenden boog). Weer omkeeren: vier k. steken, 1 vaste (achter de 2de vaste), vier ■k. stegen, 1.vaste (achter de 3de vaste) enz.; V.oo nog viermaal, dan 3 vasten in den on derliggenden 1 boog, dan weer vier vasten op de vier vasten van toer 1, enz. Wie er nog geen weg in vindt, schrijft me maar. GEBREID LIJFJE VOOR KINDEREN Hoewel er nog heel wat tegen in te bren gen mag zijndoch voornamelijk dén, wanneer men èl te veel aan zoo'n lijfje aan- knoopen wil (kousenbanden, onder- en bo venbroek) zoodat alles letterlijk aan de schouders hangt toch worden de eigen- gebreide lijfjes nog graag en veel voor kin deren gebruikt. Men kan de bezwaren im mers» ondervangen door er alleen een bo venbroekje of -rokje aan-te knoopen ea ver der niets. Als het lijfje goed om den romp sluit niet te nauw dan zal men ook niet kunnen zeggen, dat het uitsluitend aan de schouders hangt of trekt. En nu de beschrijving van het model, zooals we het vinden in „Gebreide Kinder- kleeding" Uitgave van ITees en Weiss, Am sterdam en waaruit ook de afbeelding overgenomen. Men heeft voor het lijfje noodig ongevi 70 gr. fijne breikatoen en begint in den rug op bijv. 40 steken (meer of minder naar het patroon) breit eerst 2 toeren recht, dan 6 toeren averecht en weer 2 toeren recht Dan begint men het blokje: 4 st. recht, 4 st. averecht. Zoo vijf toeren en. dan het blokje verspringen. Zoo breit men door, tot de vereischte wijdte is verkregen, dan komen er 2 toeren recht bij en 4 toeren recht, in welke laatste de twee knoopsgaten worden gebreid. (Voor een knoopsgat wor den in. den eenen toer drie steken afgekant, die men in den volgenden weer opzet). Nu komen de draagbanden, die op 10' steken breedte worden gebreid. Ook daarin komen een paar knoopsgaten, in het begin; de ein den werkt men rond af. Tenslotte worden alle,randen rnet een puntje van 2 lc. steden £n~eerj picotje omgehaakt. EENVOUDIGE SIERSTEEKJES Wie kleedjes, kinderjurkjes, of wat ook, wil afwerken met een festonsteèk, kan deze steek nog 'veel fleuriger maken, door er dikke draad wol of zijde in afstekende kleur doorheen te laten loopen Men legt deze draad daartoe eenvoudig langs den rand, en zorgt ervoor, ze geregeld,, ondei den duim" te houden (maar in letterlijken zin). Een ander aardig en eenvoudig steekje ook in twee kleuren uit ie voeren als men wil is het volgende. Dit dient echter niet om randen af te werken, maar een vlak te vullen bij wijze van nopjes dus. Men, maakt met drie platte steken een driehoekje, en gaat, direct daarna met de zelfde draad of anders later 'met een andere kleur het driehoekje vullen me! een paar feston- of knoopsteken naar ver kiezing. dan al in hoofdzaak als gezondheidsmaat regel bedoeld zijn uit den aard der zaak bracht de nieuwe gewoonte ook andere ge volgen met zich. Hoe vreemd en merkwaar dig 't gebruik van 'n vork was blijkt wel uit het feit, dat het ding langen tijd de a'lge- meenen belangstelling op zich vestigde. Zoo wel aan het hof a!s in andere kringen hield men er zich mee bezig. Sommige bewonder den en prezen de gewoonte, anderen be spotten haar. Ook do literatuur uit dien tijd houdt zich met het actueele onderwerp bezig, voorail in de tooneelstukken. In het toendertijd beken de blijspel: „The devil is an ass" vraagt iemand: „Vorlcon, wat zijn vorken"? En het antwoord luidt: „Vorken worden in Italië gebruikt om de servetten schoon te houden. ZIJN EERSTE BROEKJE In een Engelsch blad vond ik een leuke vlugge manier om een gemakkelijk, eenvou dig en ruim broekje te maken voor een heel kleine kleuter. Gemakkelijk niet alleen in het dragen, maar ook in het wasschen en strijken, omdat het als één rechte lap platuit gelegd worden kan. Op het broekje kan een gewoon truitje worden gedragen of een recht kieltje in ki mono-model. Het broekje zelf knipt men naar het mo del dat we hier laten zien. Maten zoeke men zelf. Op de onderste, helft maakt men weerszijden 3 knoopsgaten langs de zijkant APPELEN BEWAREN <1 Door de ervaring leert mem op 'den duuü wel de beste manieren. Sommigen bevinden zich het best bij be« waren in den kelder, omdat de zolder te dróóg is, en de appelen daar gaan „krim pen". Bij anderen waar, de kelder vochtig is, gaan ze daar rotten. Door schade word! men dan wel wijs, Iets nieuws echter, zal het voor velen zijn, wat de Huislioud-revue vertelt- Men kan appelen zeer lang goed houden, door ze eenvoudig, onder graan verstoken- te bewaren; het graan zelf lijdt daardoojt geen nadeel. Ook kan mén appelen goed houden, ware neer men ze laags gewijze, zo-nder dat da eene vrucht de andere aanraakt, in een vat met uitgegloeid zand legt; mits het vaat werk goed gesloten zij, om de lucht af te keeren. Het zand neemt de uitwaseming der appelen op, zoo dat deze droog hlijven ea hun geur behouden. Het langst echter, zelf tot in den zomer, kan men appelen versch houden, wanneet men een vat of kuip, onverschillig van welke grootte, met appelen aanvult tot op. ongeveer een span van den bovenrand. Ver volgens bedekke men ze met rijs van jene verbessen en pasgemaakte naast elkaar lig gende plankjes, waarop een steen van vol doende zwaarte bevestigd wordt. Nu vuile men de kuip met helder water, tot dat het boven de planken stijgt In ditzelfde water blijven de appelen staan, tot men ze tegen Pasehen, Pinksteren of nog later, wil ge bruiken, daar zij alsdan in de warme zomer dagen een heerlijke verkwikkeling aanbie den. Bij het uithalen heeft men slechts zorg te dragen, dat men niet meer dan een plankje opligt, om de appelen zooveel mo gelijk bedekt te houden: terwijl men de vrucht ook niet anders dan met een vork mag aanraken, om het water niet te doen bederven. De appelen op- deze wijze behandeld ver krijgen een zuiveren wijnsmaak. Bij het ge bruik worden ze als gebrndene aardappelen afgeschild. Gelijk boven gezegd is, bieden zij alsdan in warme dagen eene koele ver kwikkende spijs aan; deze eigenschap in aanmerking nemende, wacht men zich slechts daarvan te veel op eens te gebruiken en op de bovenste worden 3 knoopen ge-i naaid die er bij aansluiten. Verder komen dan ook in onder en boven-i rand (die om het middel sluiten zal) wat knoopsgaten, die aansluiten bij knoopen die op het onderlijfje zijil genaaid of op een stel kruisbanden die over de schouders gaan. Het broekje wordt afgewerkt met breien langs alle randen uit dezelfde stof ge-i knipt. RECEPTEN IN DE KERSTVACANTIE Door Af. WITTOP KONING. i huiselijke ge nog gehee I mm e vs "d ^w a fmte "en" het^ieht Ipnnenshujs aders vaak de tijd ontbreekt, egrepen worden en niet alleen en straks weer vertrokkende Ie hem lungen tijd schraagt. 't Spreekt ha! rekening wordt lingskostjes van figuurlijke be examen v^°orB£ Nieuwjaarsda; ekken. waarto. het gevoel vat o£ ander ..extraatje" wordt takelljk bordjt voor gebruike; door een kop lekkere de kosten niet meer c persoon; immers uit A fO.lO bereiden wij als hoofdbestanddeel. e uitgave die een kopje bouil van de.Tunch bijv.) met zich e er Mnggi's Bouillonblokjes werkelijk nf •rijen lorbeelde: dan 3 kopje bouillon liever ep?' Ook dan worden ongeveer 3è ets. per i Maggi's soeptablet linke kopjes, terwijl ne" soorten (champig mockturtle-, ossen gevogeltesoep) nog igeveer 4 ets. (f 0.12i opgemaakt: zelfs tnsten doen. mits iak en geur aanvult beetanddeelen (ge- iggTs dergelijke scho. 40 Cii ;estold RH 6 eetlepels volgeni). undvli afgestreken eetlepels) boter of Wat pept .n jus.^verdund i theekopjes) ïleuw met koud water omgespoeld. vrij jg vormpje of theekopje: keer dit met hee- rijst gevulde vormpje telkens om op den •warmden vleeschsehotel (op gelijke afst.m- i langs den rand) en vul de binnenruimtö t het warme vleeschmengeel. Kalfsvleeschresten met wiarconi (i personen.) estie koud kalfsvleesch van 200 a 250 Gr, 40 Gr. (2 afgestreken eetlepels), boter of ge« tr.ld vet van kalfsjus (2 afgestreken i d.L. (2 gewone ager" van kalfs; trieelepeltj js 1 afgestreken thee Jreng een ruime.h i de kook en laai gebroken pijpjes tekopjes) bouillon o oröund met water. lepeltje kerry. )eveelheld water met zout daarin (stulr voor stuk): nacaronl glijden, z6f> ?cr,klnat(onge* Lat. Sluit de' pan of de verdunde mengsel dan af met del ischleh, wat zout: oed droog af, breng ze chotel, Gevuld brood, (Aardig gerecht voor kleinen familiekring.V voorkeur in n tonverschil- gewone theekopjes) bouilloi lunde jus setlepels gehakte peterselie nikt uitje >els Maggi's Aroma fijn gehakte uitje: de j kruidei nlsschlcn ook dit mengsel hot dc Maggi's hot op (ai uitgeholde brood* er het kapje weer op (aan den binnenkant t wat weeko boter Ingesmeerd) bestrijk brood langs don geheelen buitenkant met 'ergenouden boter en zet het dan op braadsli n bakblik t de korst croquant ii door heet ls geworden. Snijd het brood, dat de plaat! ivopdlge ..pastei", bij het ïelljk dikke plakken. 1 theelepeltje Maggi's Al-oma. Begin met de flink gewasschen rijst op de bekende wijze mooi droogkorrellg te koken. Maak in dien tijd het vleeschmengsel ge reed. Fruit daarvoor de fijngesnipperde ul met de boter of het vet lichtbruin, strooi er de bloem bij en laat die mee lichtbruin worden. Voeg bij dit mengsel roerende den bouillon (of de verdunde jus), de dikke tom&tenpurée. hel gehakte vleesch, de krulden laat alles worden en maak het dan af i Btafc te gyygeij&okla ijgst to fa»iker\« j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3