y. ROSSEM's is de beste KOFFIE
DE BEELDENSTORM
Radio Nieuv/s.
Gemengd Nieuws.
SAMBO EN JOCKO
INGELEID
WOENSDAG 11 DECEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9
DOOR E. D. J. DE JONGH JR.
HET VERWOEST1NGSWERK
PLANT ZiCH VOORT
ONNOEMELIJKE SCHATTEN VER
NIELD, SLECHTS HIER EN DAAR
IETS GERED
De Prins en de hoofden der Calvinis
tische partij keurde deze beweging af
II.*)
Te Alkmaar speelde zich eenze'.fd»
tooneel af a!s op de audere p'aa se.i, maar
te Rotterdam schijnt het zoo'n vaart niet
geloopen te hebben, alleen wordt vernield,
dat een zekere Jacob Frainszoon Snap eeni
ge beeldschennis gepleegd heeft 'en dat hij
daarvoor later met den dood is gestraft
In Den Haag, waar de beeldstormersin
deze beruchte Augustusdagen ook huis hiel
den en o.a. een deel van het kerk-ameublo-
ment vernielden, heeft men, waarschijnlijk
om ze voor de woede van de volksmenigc
te bewaren, verschillende kunstvoorwerpen
en kerksieraden van de St. Jaccbskcrk dicht
bij den toren in den grond verborgen
monstransen, kruisen, kronen, bekers, ro
zenkransen die men in 1729 daar ontdekt
en opgegraven heeft. Ook het klooster van
de Predikheereni werd bestormd, waar de
beelden gebroken en de boeken vernield
werden.
Den 22en (volgens andere berichten den
25en) Augustus had de Beeldenstorm ir.
den Bosch'plaats en werd de prachtige
St. .Tanskcrk geplunderd en ten deelc ver
woest. Zij had niet minder dan 53 altaren,
een sacramentshuis, koorbanken, een oxaal,
een fraai orgel en gebrandschilderde gla
zen. Gelukkig dat het den stads-beeldhou-
wer Cornelis Bloemaert met. een
aantal andere werklieden onder leiding van
den deken van het schrijnwerkersgilde ge
lukte in allerijl de voornaamste kostbaar
heden en de schoonste altaarsch/lderstuk-
ken te redden en in veiligheid te brengen,
de laatstgenoemde stukken werden in het
raadhuis opgeborgen. Zoo 'bleven de prach
tige geelkoperen doopvont, een meesterstuk
van geelgieterwerk en de .heerlijke gebeeld
houwde kansel (indien die toen al gereed
was) gespaard, het groote orgel daarente
gen viel aan de verwoesting ten offer. Toen
het heiligdom zoozeer gehavend was nam
de bisschop de vlucht. Ook te Br e d a
eischte de beeldenstorm beklagenswaardige
offers.
Evenimin ontkwam Limburg aan de al
gemeene verwoesting. In de St. Martinikerk
te Weert werden de altaren en alles wat
tot den Roomsclien eeredienst behoorde kort
en klein geslagen., en dit vernielingswerk
Jhield zelfs gedurende eenige dagen stand.
In de kloosters wist men door smeeken er.
onderhandelen nog wat te reddén. Met be
kwamen spoed werd echter het
herstellingswerk
weer ter hand genomen, en den len Juni
van. het volgende jaar werden de nieuwe
altaren reeds ingewijd. Ook te Venlo
hadden diergelijke gebeurtenissen plaats.
Zoo plantte zich het verwoestingswerk
voort van ZuM naar Noord en van West tot
Oost. Te A speren liet Wessel van Boet-
zelaar, de heer van die plaats, die reeds ge-
ruimen tijd (het prediken in de stad had
toegelaten, de beeldenstormers door 'n poort
achter zijn slot d'e stad binnenkomen, waai
de kerk en de kloosters geplunderd werden.
Maar op lijfstraffe verbood hij 't wegvoeren
of verbergen van welke sieraden ook, ter
wijl het houtwerk van de vernielde meu
bels aan de armen geschonken werd
Ook de Hoofdstad des lands kreeg haar
aandeel van de algemeenc koortsachtige
vernielzucht, die over het heele land geva
ren was. Het volk had het hier
gemunt op de oudste kerk van
Amsterdam,
de St.. Nfcolaas- of Oude Kerk. Zij bevatte
40 kostbare altaren, het eene meer, het an
dere minder met beeldhouw- of schilder
werk versierd; voorts beschilderde drielui
ken, een schilderij voorstellende de Zeven
werken van Barmhartigheid van Jan van
Scorel, een sierlijk vijftien meter hoog
sacramentshuis, waarin de gouden en zilve
ren vaten werden bewaard, kerkgewaden en
prachtige in goud en zijde geweven tapijten,
naar ontwerpen van den schilder Maarten
van Heemskerck, door den kunstzinnigen
Het eerste artikel stond in ons blad
van Dinsdag 10 December.
Leidschen tapijtwever Andries de Roedt ver
vaardigd. Veel van dit alles ging verloren
op dien noodlo'.t£v>n 23cn Augustus, even
als het zoo merkwaardige hoogalaar, waar
op een door Scorel en van Heemskerck ge
schilderde „Calvariënberg", voorstellende
tien gek ruist en Christus tusschen dp moor
denaren, geplaatst was, en waarop een bord
stond, waarop het volgende opschrift was
geschilderd;
Alhier is verborgen in dit Slot
Jesus Christus, waere Mensch en Godt,
Alzoo hij van Maria es gebooren.
En zoo groot 1-Iij aan den kruice hing
Die 't niet en gelooft, die es verloorem.
Terwijl Weyn Komelis, de huisvrouw* van
burgemeester Simon Klaas Kops, biddende
voor het hoogaltaar geknield lag, wierp een
zekere korendrager, Jasper genaamd, dit
bord voor haar voeten aan stukken. Dit was
bet seih voor een hagelbui van steenen.die.
naar het hoogaltaar geslingerd werd
waardoor het geheel werd verwoest. Ook
het heilige sacramentshuis, vele kostbare
schilderstukken, waaronder de prachtige
„Aanbidding der Herders" door Pieter Aertz
en een crucifix werden een prooi van de
vernielzucht van het. gepeupel. Van laatst
genoemd schilderij is nog een fragment aan
wezig, ter,wijl eenige gebrandschilderde gla
zen, waarvan nóg enkele 'prachtexemplaren
het oog bekoren, benevens de groote, met
edelgesteenten bezette, monstrans, een mees
terstuk van goudsmeekunst, werden ge
spaard. Evenzoo ontsprongen de zilveren
monstransen en ciboriën en verschillende
altaarstukken den dans.
Tui de kerk van het Bagijnhof bevindt
izich nog
een geschilderd drieluik,
dat ook behouden bleef, en dat ter herinne
ring aan dien voor de kerk zoo noodlottigcn
dag het volgende onderschrift bevat;
Geborgen ten tijde der Beeldstormerij
uit de St. Nico'.aas- bijgenaamd de Oude
Kerk binnen Amsteldam. Deo Gratias
Heel dit verwoestingswprk van Amster
dam's oudste bedehuis had nauwelijks één
uur in beslag genomen. De o\ erweldiging
van het St. Sebastiaanskoor van dit gebouw-
kostte een van de bes'omiersbende, een ze
kere vrouw We'h Adriaan Okkcrsdr., die
nog wel tot den. gegoeden stand behoorde,
benevens haar dienstbode het leven. Zij
hielp duchtig mede aan het vernieling-
werk, maar daarmede stelde zij zich niet
tevreden. Zij liet zich toch verleiden om den
pastoer Simon Alewijnsz. te hnonen en een
piéta (dat is een beeld van Mar a met het
lijk van Christus op haar schoot), die op 't
altaar stond en behoorde tot het door hern
ongerichte maagdengild, in stukken te smij
ten. Dezen hoon, den pastoor aangedaan,
kon het volk niet verdragen. Uiting gevende
aan hun rechtvaardigheidsgevoel, dat zich
naar het schijnt nog strenger deed gelden
ten aameiten van eigen medegenooten dan
jegens de onderdrukkers des volks, van wie
immers niemand eenig leed werd gedaan,
grepen de woestelingen de arme vrouw en
sleurden haar met haar dienstbode naar
den Dam, waar zij beide vrouwen, ieder
In een wijnvat,
Zoo had zich dan het werk der beeldenbe-
storming op verschillende plaatsen des
lands in enkele Augustusdagen ongeveer
tegelijkertijd voltrokken. In Friesland
had' de beweging eerst in September plaats.
In Dordrecht wist de burgemeester en
in Gouda de slotvoogd hun steden in d°
dagen, dat de uitbarsting algemeen was,
maar toch kon eerstgenoemde niet beletten,
dat ifi October van het volgend jaar in
twee kerken van Dordt de beelden gebroken
werden. In sommige plaatsen had in dezen
tijd geen beeldenstorm plaats. o.a. te
Haarlem, waar men de St. Bavokerk v an
23 Augustus tot 7 December gesloten hield, j
BrieJ, Hoorn, Enkhuizen.j
1 en Woerden, in welke stad de ma-1
glstraat te voren de beelden uit de kerken l
had doen verwijderen. Ook Overijsel bleef
in het algemeen in dezen tijd van den Beel
denstorm verschoond.
lieden uit de heffe des volks,
en de meeningen, die meermalen geuit zijn,
eenerzijds dat de verbonden edelen en an
dere vermogende Protestanten er de hand
in hadden, anderzijds dat de Roomschen
zeiven de menschen tot deze beweging had
den aangespoord om de Hervormden ge-
haat te maken en nieuwe redenen te heli-
REGEERINGSCRISIS IN POLEN
Minister-president Switalfki, die, na de motie
van afkeuring door de Poolsche volksver
tegenwoordiging, het ontslag van zijn kabi
net bij den Staatspresident indiende.
ben om hen te vervolgen, schijnen geen
grond te hebben. Het was de blinde woede
van liet .verbitterde yolk, die de oorzaak was
van deze spontane en schier overal tegelijk
uitbarstende beweging. Ook de Prins van
Oranje was van oordeel, dat het een troep
losbandige heethoofden was, die geheel uit
eigen beweging, schuldig was aan dezezaar..
Philips II echter dacht er anders over en dit
zou wel spoedig blijken. De Prins en vele
hoofden van de Calvinistische partij keur
den de beweging dan ook ten hoogste af,
Mamix van St. Aldegonde evenwel verde
digde haar.
En welke waren nu
was de zaak van de godsdienstvrijheid
door gebaat? In geenerlei wijze. Daarvoor
waren de Calvinisten nog te klein in aantal
en k' zwak van kracht, en al hun woede
kon niet bewerken, dat ook maar één kerk
gebouw aan de Gereformeerden werd totge
wezen. De tijd was nog niet rijp daarvoor
en al d? gepleegde gewelddaden brachten ae
Calvinisten geen s'.ap vender. Al de bede
huizen bleven in handen van de Roomschen
cn het duurde niet lang of ze werden voor
zoover dit. mogelijk was, in hun vroegere»
toestand hersteld. Het eenige, dat men be
reikt had', was dat de koning van Spanje en
de Roomsche machthebbers door het ge
beurde ten zeerste verbitterd waren en zon
nen op w raak. En die bleef dan ook niet uit,
want
alle huizen, waar de Hervormden nog sa
menkwamen, werden voor hen gesloten., en
de toestand werd voor de Calvinisten zoo
onhoudbaar, dat zij, die hun loven liefhad
den, de wijk namen naar andere landen en
in vrijwillige ballingschap gingen. Te Am
sterdam wei-den zelfs de twee kerken, waar
de Gereformeerden hun godsdienstoefenin
gen hadden mogen houden, hun wéér ont
nomen. Dat was de'vrucht van den Beelden."
storm!
Neen, de tijden waren er nog niet rijp
voor, dat de Gereformeerden God zouden
kunnen clienen in de aloude kerkgebouwen,,
'dit' zou .eerst later gebeuren. Eerst moest,
den Bri'el ingenomen zijn, moest .de vaan
van den»opstand vrij kunnen worden ont
plooid; eerst moesten de Calvinisten in
groot-eren getale kunnen optreden en meer
moreel e kracht bijzetten aan hun billijke
eischen, vóór de morgen van een -beteren
dag zou beginnen te gloren. Maar zelfs toen
verschillende steden het Spaansche juk
hadden afgeworpen en de omstandigheden
voor de Gereformeerden zooveel gunstiger
waren geworden, wilde de overheid nóg niet
toegeven;
dc kerken bleven voor hen gesloten
en' geen verzoeken om niet langer achter
gesteld te worden bij hun Roomsche mede
burgers, geen vertoogen om de billijkheid
daarvan aan te toon en mochten baten. En
toen de overheid doof bleef voor de eischen
van de Gereformeerden, die in aantal sterk
waren toegenomen, trachtte men kwaad
schiks te hereikén wat goedscli ks niet ver
kregen kon worden; weder ging men tot
gewelddadigheden over, weder werden de
kerken overvallen, een nieuwe Beel
denstorm brak uit. En hoewel deze
niet die hevigheid en uitbreiding had a'.s
die van 156b. zoo werden ook ditmaal ver
scheidene plaatsen er door aangetast, ver
schillende kerkgebouwen, die van den eer
sten beeldenstorm te lijden hadden gehad,
moesten het wederom ontgelden, terwijl an
dere, die toen daarvan verschoond gebleven
waren, er nu door werden getroffen. Hoe
het bij-dien tweeden Beeldenstorm
toeging zullen we nu in 't kort gaan ver
melden.
IN DE GROOTE ZAAL VAN DEN
PRUISISCHEN LANDDAG
DE COMMISSIE VAN ONDERZOEK
INZ. HET SKLAREK-SCHANDAAL
HET DROEVIG FIGUUR VAN
OBERBüRGEMEISTER BöSS
IS DE BERLIJNSCHE STADS
ADMINISTRATIE EEN AUGIUSSTAL?
Herr Stadtrat Beneckc woont in Zehlen-
dorf, maar gelukkig behoorde hij niet tot
mijn kennissen, want anders was ik op een
goeden dag misschien ook uitgenoodigd tot 'n
gezellig samenzijn met de gebroeders Skla-
rek. Men kan in dc keuze zijner kennissen
niet voorzichtig genoeg zijn.
Herr Stadtrat Bcnecke behoorde tot de
Duitsehe volkspartij, maar men heeft- hem
geroyeerd, toen men hoorde, welke merk
waardige opvattingen hij omtrent geven en
nemen heeft. Ilij ontmoette Willi Sklarek
voor 't eerst op een interparlementairen
avond ten huize van het gemeenteraadslid
Rosenthal in Januari 1928 cn in den herfst
van datzelfde jaar leerde hij in datzelfde
huis ook Max Sklarek kennen. De kennis
making nam een vriendschappelijk karakter
aan en men ging met elkaar op jacht. Er
werd menige bok geschoten. Van jagen
kwam men op rennen te spreken en wie
over rennen praat, die praat ook over wed
den. Van woorden komt men tot daden en
er werd stevig gewed. Frau Stadtrat Benecke
volgens de beschrijving baars mans
een zelfstandige vronw
met eigen vermogen, vond dat erg aardig en
deed dapper mee. Herhaaldelijk kreeg ze
een couvert met inhoud en uit do kwitantie
bleek, dat ze buitengewoon gelukkig had ge
speculeerd.
Herr Stadtrat Bcnecke kreeg onmiddellijk
voor de gezellige reis naar U. S. A. van zijn
vriend Max Sklarek nog een couvert toege
stopt, geadresseerd aan zijn „Frau Gemah-
lin" en Max moet gezegd hebben, dat in dien
brief een verslag over de laatste wedrennen
zat In werkelijkheid zat er een lapje van
duizend mark in. En Frau Stadtrat moet er
als zeer zelfstandige vrouw haar man
hoegenaamd niets van verteld hebben. Trour
wens, Herr Stadtrat Beneck^ vindt dat zoo
erg niet. Toegegeven, zijn vrouw heeft hem
met haar moderne zelfstandigheid in een
moeilijk parket gebracht, maar wat is voor
hem
een bankbiljet van duizend mark?
Onder het presidium van een communis
tisch landdagsafgevaardigde ik bewonder
's mans kalm cn tactvol optreden, wordt het
langdurig verhoor voortgezet. Men heeft er
een grootere zaal in den Pruisischen Land
dag voor ingericht, want de belangstelling
is met den dag sterker geworden. Ik ben ge
komen met een bepaald doel. Ik wil
meemaken en diens verhoor.
Beneden wordt me verteld, dat hij om vier
uur verwacht wordt. Men heeft een vertrek
hem gereserveerd, om hem aan de pu
blieke nieuwsgierigheid te, onttrekken en
vermoedt, dat hij geruimen tijd zal moe
ten antichambreeren, want eerst moeten nog
twee andere beschuldigden verhoord wor
den. Hij, die duizenden anderen liet wach
ten, moet nu wachten, totdat zijn naam
wordt afgeroepen door den voorzitter der
commissie van onderzoek.
Ik maak eerst nog het langdurig en lang
dradig verhoor mee van Obermagistratsrat
Clemens, die tegen den wil van den gemeen
te-ontvanger contracten afsloot met de Skla-
reks. Zijn uiteenzettingen werpen een eigen
aardig licht op liet systeem, dat in Berlijn
gebruikelijk schijnt te wezen, sedert dc #.ad
olgens wettelijke regeling van 1922 in S
groote districten en 52 voorsteden werd in
gedeeld. Men vraagt zich, al luisterend af:
wat doet Berlijn eigenlijk met zooveel stad
huizen, magistraatsleden, burgemeesters, en
hoe l>omt 't, dal de Eerste Burgemeester zoo
weinig afweet van wat er in zijn stad ge-
Meurt.' Is niet een
Klokslag vier wordt de socialistische Gcne-
raldirektor der Verkehrs A. G. Herr Brolat
binnengeroepen en deze wordt voor ons de
.note gaic" van den namiddag. Hij spreekt
mvervalsclit Berlijnsch, brengt ter afwisse
ling een lachsalvo teweeg en schildert het
io Sklarek als toffe jongens; waar best mee
was op te schieten! Niet Leo Sklarek stond
hij op puiken voet en hij adviseerde Ober
magistratsrat Brandis, om met deze „tüch-
tige Geschiiftsleute" zaken te doen.
Met Brolat's verdwijnen valt er
een pijnlijke stilte.
Iedereen kijkt vol spanning naar de deur.
De bel. gaat en 't duurt een paar minuten.
Dan komt dr. Böss, een tasch vol acten onder
zijn arm, naar binnen. I-lij blijft voor het
WONDERLIJK GERED
Jaap Smoor, de man die bij t verongelukken
van het dok zoo verkleumd was, dat hij de
lijn niet meer kon vasthouden, toen louw
tusschen de landen nam en zoo aan boord
van dc „Witte Zee" werd geheschen. Als
iemand kan zeggen ,dat zijn leven op won
derlijke wijze is gered, dan is 't zeker wel
deze man.
tafeltje staan, groet naar drie kanten en
gaat zitten.
Het woord wordt thans verleend aan den
Duitscli-nationalen afgevaardigde, die een
serie scherp geformuleerde vragen tot dén
eersten burgemeester richt, maar haast op
iedere vraag volgt het ontwijkende ant-
woood: „Ik hen
Ik had met deze aangelegenheid niets te ma
ken! Ik kan niet begrijpen, dat zulk een con.
tract zonder mijn voorkennis werd afgeslo
ten! In de groote machine van het stedelijk
beheer kon ik niet ieder onderdeel controlee
ren! Dus kort saamgevat: ik, als eerste bur
gemeester van de hoofdstad des rijks, wist
niet, wat er onder mijn licstuur eigeniijk
gaande was!!
En welk een gansch ander Duitsch spreekt
dr. Böss dan een half jaar geleden. De
„Schmiss" uit zijn studententijd werkt
gansch anders op dit bleek gelaat dan eer
tijds, toen hij pakkende redevoeringen hield,
toen hij overal verscheen, waar hij de bctec-
kenis van zijn beleid als Oberbürgemeister
kon demonstreeren. Dat deed hij met
„Schwung" vlot en pakkend en men kreeg
den indruk, dat Berlijn nog nooit zulk een
ondernemenden, doortastenden eersten bur
gervader had. En hier?
Hier zit een gebroken man,
die van allen kant door vrienden en bewon
deraars in den steek wordt gelaten, een hoo-
ge ambtenaar, die tegen de gecompliceerde
situatie, welke zijn beroep met zich mede
bracht, allerminst was opgewassen, een be
schuldigde, die niet slechts oogluikend cor
ruptie jarenlang toegelaten schijnt te heb-
Donderdes 12 December.
HUIZEN (1S75 SI.. Ultsluit-iid .WRV.-Uit
S.I5 Tüdsein. 8.ISa.Stt Morgen 10 v
sein. 10—10.30 Zang door lie; .«v. .j - -
LI—11.:/) Leun
n Huishoudschool te Hit ver sum. 4 TMs.-.n 4—5
liekenuurtje te leiden door Dr. J. A. v.ust. E.- r.R
.irth. Predikant te Utrecht. Mtüewerhing v«r-
eenen de heert-n: J. H. SmU Puyscntkunst. b; ri-
on kul k .'i .aU en li - -
rgcloeg-eleidüiii. 0 T - .-
i. Esselink, arts te Hilversum. Ontle-r». erp: ..Over
ïelkundige invloeden op het procc-, van de lu'k-
(III). 67 Orgelconcert ie reveil i]u"r ;kn
Leger des Heils
i IJ—6 238 M.) 10—"
jv.io jiturgenwuaing. iz.lo2 Concert door het
AVRO-Kwartet. 2—3 Gramofoon. 2—3.30 Lezing
voor de Ned. Verg. van Huisvrouwen. Jhr. J C
Mollerus spreekt over: Het arbctalingst.lelseL
3.30—4 Gramofoon. 4—5 Zlekenuurtje. 5.30—6.30
Concert door het AVUO-Kwartet. ü.su Koersen.
Vas Dlaz. 6.457.15 Lmidbouwnalfuurtje. Spre
ker: Ir. J. G. Tukker. 7.15—7.45 Fransch voor
;crd. Daarna Gra-
ben, maar ook zelf die in zijn allernaaste
omgeving gedoogd heeft. Door mijn gedach
ten gaan de feesten, v.clke ik in zijn naaste
omgeving meevierde. Maar wat baat al dit
uiterlijk effect, wanneer liet harde werk,
waar 't om gaat, ongedaan blijft? Neen, deze
tijd van feestvieren had anders besteed moe
ten worden. Onze tijd is veel te ernstig voor
tentoonstellingen. Italiaansche opera-opvoe
ringen, vorstelijke bezoeken, intieme gezel
ligheden. Een radicale wijziging van het ste
delijk bestuur is noodzakelijk, een strenge
controle van eiken ambtenaar en beambte.
Er moet gewerkt worden, om de schade,
welke onder Oberbürgemeister Böss met
of zonder diens weten werd aangericht,
een schade van vele millioenen! te herstel
len. En wat nog veel belangrijker is: het ver
trouwen der bevolking moet door zulk een
streng beleid herwonnen worden.
DE VERRADERLIJKE VOETAFDRUKKEN
's Nachts werd ingebroken in het kantoor
van het lid der Prov. Staten Valkering te
Limmen (N.H.) Doordat de sleutel op de
brandkast stak, had de inbreker daar wei
nig moeite mee, maar de brandkast was ge
lukkig leeg. Een afgesloten afdeeling, waar
in geld geborgen was, kon hij niet open
krijgen. Gisteren is in verband met deze in
braak te Limmen een Belg gearresteerd. De
voetafdrukken, die men op het kantoor had
gevonden, kwamen met die van de laarzen
van den gearresteerde overeen.
Nadruk verboden).
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP
49. Het regent, ja, het hagelt dienders!
En, of jc 't al of niet gelooft,
Ze schieten elk, precies op 't rijtje,
In een stuk waschgoed met hun hoofd:
Een hemd, een rok, een broek, een vest,
En al les past hun even best!
50. Door 't waschgoed is hun val gebroken,
Ze zijn dus gauw weer op de been,
En stromp'leu, half verdoofd door 't
vallen,
Versuft de ble-e-k uit, een voor een.
De stakkers merken zeker niet,
D$t elk hen uitlacht, die hen «ziet!
(Wordt Vrijdag vervolgd).
FEUILLETON
BONNA WIEGERS—GROENEVELT.
(14
Als ze 't van Trui hoorde zeggen, had ze 't
altijd erg verachtelijk gevonden, en nu zei
Herrns 't van haar. Als hij 't nu ook eens
zoo aan anderen voor ging stellendan...
In schaamte bedekte ze 't hoofd met de han
denMaar dan had hij immers geen ge
weten meer, dan was al het goede in hem
verstiktZij een flirtZe rilde
Maar had ze dan werkelijk niet mee moeten
gaan, had ze dien eenzamen weg niet met
hem mogen fietsen? Ze wist toch, na wat
voorgevallen was dien akeligen avond, dat
ze hem in verleiding brengen kon'? Hij bad
immers zelf ook nog gezegd, dat ze wist, wat
er gebeuren ging?Maar dat was niet
waar. ze had hem vertrouwd, 't zoo goed ge
meendWas ze maar naar van Huizen
gegaan, was ze haar belofte aan den dokter
maar nagekomenZe wist toch wel door
ervaring, dat ze met He rins niet wandelen
kon zooals met BartLag dan de diepste
oorzaak van de schuld toch niet hij haar?...
Ze boog al scheiend heur pijnlijk hoofd
Bart moest het eens weten, hij moest eens
kennen, al 't verkeerde, dat binnen in haar
woonde. Zou 't voor hem niet zwaarder we
gen dan haar liefde?
Maar ze had hem lief, ze wou haar best
doen, wat voor hem te zijn, mèeleven met
hem, en alles met hem deelen
Kon ze dat maar es zeggen, zoo aan z'n
schouder, zonder vrees maar ze dürfde
niet Nee ze wist het wel zeker, ze dürfde
niet en toch tóch ging haar hart in sterk
verlangen naar hem uitnaar hèm al
leen
HOOFDSTUK VIII.
Het bezoek bij van Huizen was niet mee
gevallen. Het meisje had haar aangezien
met groote, verbaasde oogen, toen ze vroeg
eens bij zieke Jan te mogen kijken, en was
zonder een woord te zeggen, naar de rustzaal
gegaan, waar moeder in lag.
Even later had ze verlegen gezegd, dat de
juffrouw maar binnen moest komen. Toen
was ze zoo door de buitendeur in de* kamer
gestapt en recht op vrouw van Huizen af
gegaan, maar dc hand, die ze had uitgesto
ken, was heel eventjes aangeraakt en zon
der eenige hartelijkheid, zelfs met een zweem
van achterdocht, was ze begroet.
„U bent de juffrouw van de Christelijke
School?"
Vijandschap had zo gedacht, vijand
schap tusschen geloof en ongeloof doch
ze was gewoon gebleven en had verteld, dat
ze door den dokter gezonden was.
„Door den dokter!" Toen was er een
glimp van vriendelijkheid over 't matte ge
zicht gegleden en voelde ze belangstelling
komen in haar komst.
„Voorlezen ja Jan is érg op voorlezen"
had vrouw van Huizen toen gezegd.
M'n man doet 't 's-Zondnes wel maar
door de week kan ie niet. En Jan mag 't
.zelf niet om z'n rug. Hij heeft t.b.c. in z'n
rug, ziet U. Die dokter toch".
„Een aardige man", had ze'haar geholpen,
had nog even naar d'r heen geïnformeerd
en was toen door 't ztfsje -naar de „tent"
gebracht, w'aar Jan in lag. Maar met Jan
had ze 't niet aan den praat kunnen krijgen,
die zei maar „ja" of „nee", terwijl z'n han
den zenuwachtig aan 't laken frommelden...
't Was tóch niet meegevallen", peinsde ze,
terwijl ze den weg liep naar huis, een half
uur lang. Jan had nog wel aardig gegroet,
maar die moederHeel flauwtjes weer
even d'r band aangeraakt, en niets gezegd,
niets gevraagd. Bizonder opgewekt was ze
al niet heengegaan, na wat gister was ge
beurd, maar ditNee, dit had ze toch niet
verwacht. Ze had gemeend, blij te worden
ontvangen, erkentelijkheid te vinden ze
had zich gedroomd
„I-Iè", verzuchtte ze stil, toen ze deur van
haar kosthuis opendeed, „daar denk ik weer
aan me zelf". Je moest goed doen, zónder
loou cn dat .Tan's otogen onder 't lezen zoo
blij hadden gestraald, was dat op zichzelf
geen verdienste genoeg?
Volhouden, altijd maar volhouden in 't le-
jven, had'de dokter nog gezegd. nooit
den moed verliezen. Ze wóu het wel, ze
wou het L'iaag. Maar of ze kón? Zij. 't „boei
kasplantje", zooals Henk haar wel eens
'noemde
On tafel lap een brief van huis.
Piet vertrekt morgenochtend schreef
moeder. Hoe gauwer hij gaat, hoe beter.
Hij ergert zich hier aan alles, en ik kan
heelemanl geen goed meer doen. De dokter
zegt. dat overspannen menschen altijd uit
eigen omgeving moeten. Ik geef dien man
gelijk. ITii is zich zelf en anderen tot tast.
j'k Ben blij, dat jc pauw komt. Bart blijft de
heele vacantie thuis.
I Even stond ze te mijmeren over Bart
Toen ging ze naar de Jong, om afscheid te
nemen
Juist toen ze luin tuinhek openen wou,
bleef ze plotseling onbeweeglijk staan,
i Wat hoorde ze daar? Was dat de Jong z'n
stem, die hoog uitklonk boven dié andere,
als in drift?
Ze aarzelde. Zoo kon ze toch niet naar bin
nen gaan. Hoor nou die andere stem, ook
boos, maar clan weer die van de Jong luid,
driftig in.de rede vallend.
Zou ze terug gaan naar huis? Opeens
schrok ze op. Met een woeste ruk werd de
deur opengetrokken en zag ze 't heftig arm
gebaar van De Jong, z'n anders zoo bleeke
gezicht, nu opgewonden rond.
„Er uit, zeg ik je, er uit".
E"
af.
Een man liep langzaam achteruit de stoep
„Wacht maar. wacht maar", siste het dreï
gend van tusschen z'n lippen, toen draalde
hij zich om en zag ze, dat het Eshuis was,
met 'n pakje onder den arm.
Zeker weer wezen zeuren over dien Dirk.
Dat Tuinman co'; niet hielp.
De deur werd dichtgesmeten. Eshuis rrine
grimmig, zonder groet voorbij, en ze stond
op het nunt, om naar lmis te gaan, toen een
roepend tikken op het raam baar tegenhield
Daar bemerkte zo Thea Vermeulen, die
wenkte in blije herkenning.
„Gezellig, dat io nog komt. Ga maar ge
rust naar binnen".
„Is die man weer ge.weest over Dirk?"
,..Ta —hij maakt bet m'n zwager erg las-
fig".
i „Die heeft zich wat driftig gemaakt".
I Dit laatste zei ze zacht, omdat ze de ka
lmer binnengingen. De suitedeuren waren
open en in 't andere vertrek stond Gré met
d'r man, clioht bij elkaar,
j „Ik ga naar - Tuinman, ik zal 't hem
j zeggen", hoorde Mies zijn stem, en ze be-
jluisterde er nog z'n boosheid in.
j „Doe 't niet Iluug. toe, blijf nu thuis",
vleide Gré, die haar «al even had toegeknikt.
(Maar hij weigerde kort.
1 Ze ging naar buiten zitten kijken, ziph
niet op d'r gemak gevoelend.
„Wacht dan een kwartier doe 't om
jmij", klonk weer Gré's pleitende stem.
„Dat kan". Toen hoorde ze, dat ze door
.de kamer liepen, en even later knarste 't
grint?
i„'k Hoop, dat 't maar weer gauw weer
over is," zei z.c verlicht aan Thea.
„Dat is liet stellig 't GeWfeurt niet vaak,
'maar als 't ook nóóit es voorviel, zou 't
'geluk hier haast volmaakt zijn, vin je niet?"
Meteen kwam Gré.
„Wat een ont\angst. Mies. Trek jc er
maar niks van aan, hoor'kind. Je blijft van-
ia vond toch?"
j Toen. met 'n zucht, voegde ze er aan toe,
jineer tot Thea dan tot Mies:
,,'t Is ook altijd weer die Tuinman, dié
on den achtergrond staat, 't Is of hij 't al
leen doet. om Huug te plagen",
i „Wat heef» ie dan mi weer gedaan?!".
jM-öeg Mies. bet niet liegrijuend.
I „Eshuis hi»r naar toe gestuurd, en ge
zegd. dat 't dan misschien wel in orde
kwa
hij
goo,!, zoo goed., dat 't
toch niet kan. Waar lijkt dat nou op?"
„Ook dves van Eshuis, om door te zet
ten". vond Mies. o
i „Ja enGré schoot opeens iu den
,,'k Geloof werkelijk, dat hij een pakje
'met ham of worst voor ons mee had ge-
nqmen. Moet je net bij Huug zijn. at
'n type".
„Huug zal wel niet meer naar Tuinman
gaan", glimlachte Thea.
„Dat geloof ik ook niet", zei Gré met ver-
trouwen. ,.Hii is binnen 't kwartier z'n drift
wel weer kwijt"
I En werkelijk het duurde niet lang. of
ze hoorde achter z'n langzame voetstappen
weer in 't grint
Thea nam een doos met handwerkjes, om
Mies te laten zien, maar toen Gré de ka
lmer uit v.as, Huug tegemoet, schoof ze vlug
de schuifdeur dicht.
j Huug viel neer in 'n stoel bij de tafel,
z'n hoofd in de handen.
Héél zacht probeerde Gré die los te ma
ken Wat zag hij bleek
„M'n jongen", zei ze innig-warm.
Toen lei hij z'n hoofd tegen haar aan.
,,'t Is weer gebeurd Gré, 't is weer gc-
II be u rd".
„Maar je hèbt overwonnen".
„Voor 'n déél maar voor zoo'n heel
klein deel".
j „Voor 'ii groot deel Huug. voor 't aller-
jgrootste zelfs. Tuinman was tu.-b oor/
Jen je woede geldt meer hém dan Eshui Nu
jhen je wel driftig op Eshuis e.-w. --r
ie bent toch niet naar Tuinman a •i.
.Tegen je gróótste croornis heb je .1 a
streden én owvwmnen, is 't n t
(Wordt vervolgd.)