y. ROSSEM's is de beste KOFFIE DE BEELDENSTORM Radio Nieuv/s. Gemengd Nieuws. SAMBO EN JOCKO INGELEID WOENSDAG 11 DECEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9 DOOR E. D. J. DE JONGH JR. HET VERWOEST1NGSWERK PLANT ZiCH VOORT ONNOEMELIJKE SCHATTEN VER NIELD, SLECHTS HIER EN DAAR IETS GERED De Prins en de hoofden der Calvinis tische partij keurde deze beweging af II.*) Te Alkmaar speelde zich eenze'.fd» tooneel af a!s op de audere p'aa se.i, maar te Rotterdam schijnt het zoo'n vaart niet geloopen te hebben, alleen wordt vernield, dat een zekere Jacob Frainszoon Snap eeni ge beeldschennis gepleegd heeft 'en dat hij daarvoor later met den dood is gestraft In Den Haag, waar de beeldstormersin deze beruchte Augustusdagen ook huis hiel den en o.a. een deel van het kerk-ameublo- ment vernielden, heeft men, waarschijnlijk om ze voor de woede van de volksmenigc te bewaren, verschillende kunstvoorwerpen en kerksieraden van de St. Jaccbskcrk dicht bij den toren in den grond verborgen monstransen, kruisen, kronen, bekers, ro zenkransen die men in 1729 daar ontdekt en opgegraven heeft. Ook het klooster van de Predikheereni werd bestormd, waar de beelden gebroken en de boeken vernield werden. Den 22en (volgens andere berichten den 25en) Augustus had de Beeldenstorm ir. den Bosch'plaats en werd de prachtige St. .Tanskcrk geplunderd en ten deelc ver woest. Zij had niet minder dan 53 altaren, een sacramentshuis, koorbanken, een oxaal, een fraai orgel en gebrandschilderde gla zen. Gelukkig dat het den stads-beeldhou- wer Cornelis Bloemaert met. een aantal andere werklieden onder leiding van den deken van het schrijnwerkersgilde ge lukte in allerijl de voornaamste kostbaar heden en de schoonste altaarsch/lderstuk- ken te redden en in veiligheid te brengen, de laatstgenoemde stukken werden in het raadhuis opgeborgen. Zoo 'bleven de prach tige geelkoperen doopvont, een meesterstuk van geelgieterwerk en de .heerlijke gebeeld houwde kansel (indien die toen al gereed was) gespaard, het groote orgel daarente gen viel aan de verwoesting ten offer. Toen het heiligdom zoozeer gehavend was nam de bisschop de vlucht. Ook te Br e d a eischte de beeldenstorm beklagenswaardige offers. Evenimin ontkwam Limburg aan de al gemeene verwoesting. In de St. Martinikerk te Weert werden de altaren en alles wat tot den Roomsclien eeredienst behoorde kort en klein geslagen., en dit vernielingswerk Jhield zelfs gedurende eenige dagen stand. In de kloosters wist men door smeeken er. onderhandelen nog wat te reddén. Met be kwamen spoed werd echter het herstellingswerk weer ter hand genomen, en den len Juni van. het volgende jaar werden de nieuwe altaren reeds ingewijd. Ook te Venlo hadden diergelijke gebeurtenissen plaats. Zoo plantte zich het verwoestingswerk voort van ZuM naar Noord en van West tot Oost. Te A speren liet Wessel van Boet- zelaar, de heer van die plaats, die reeds ge- ruimen tijd (het prediken in de stad had toegelaten, de beeldenstormers door 'n poort achter zijn slot d'e stad binnenkomen, waai de kerk en de kloosters geplunderd werden. Maar op lijfstraffe verbood hij 't wegvoeren of verbergen van welke sieraden ook, ter wijl het houtwerk van de vernielde meu bels aan de armen geschonken werd Ook de Hoofdstad des lands kreeg haar aandeel van de algemeenc koortsachtige vernielzucht, die over het heele land geva ren was. Het volk had het hier gemunt op de oudste kerk van Amsterdam, de St.. Nfcolaas- of Oude Kerk. Zij bevatte 40 kostbare altaren, het eene meer, het an dere minder met beeldhouw- of schilder werk versierd; voorts beschilderde drielui ken, een schilderij voorstellende de Zeven werken van Barmhartigheid van Jan van Scorel, een sierlijk vijftien meter hoog sacramentshuis, waarin de gouden en zilve ren vaten werden bewaard, kerkgewaden en prachtige in goud en zijde geweven tapijten, naar ontwerpen van den schilder Maarten van Heemskerck, door den kunstzinnigen Het eerste artikel stond in ons blad van Dinsdag 10 December. Leidschen tapijtwever Andries de Roedt ver vaardigd. Veel van dit alles ging verloren op dien noodlo'.t£v>n 23cn Augustus, even als het zoo merkwaardige hoogalaar, waar op een door Scorel en van Heemskerck ge schilderde „Calvariënberg", voorstellende tien gek ruist en Christus tusschen dp moor denaren, geplaatst was, en waarop een bord stond, waarop het volgende opschrift was geschilderd; Alhier is verborgen in dit Slot Jesus Christus, waere Mensch en Godt, Alzoo hij van Maria es gebooren. En zoo groot 1-Iij aan den kruice hing Die 't niet en gelooft, die es verloorem. Terwijl Weyn Komelis, de huisvrouw* van burgemeester Simon Klaas Kops, biddende voor het hoogaltaar geknield lag, wierp een zekere korendrager, Jasper genaamd, dit bord voor haar voeten aan stukken. Dit was bet seih voor een hagelbui van steenen.die. naar het hoogaltaar geslingerd werd waardoor het geheel werd verwoest. Ook het heilige sacramentshuis, vele kostbare schilderstukken, waaronder de prachtige „Aanbidding der Herders" door Pieter Aertz en een crucifix werden een prooi van de vernielzucht van het. gepeupel. Van laatst genoemd schilderij is nog een fragment aan wezig, ter,wijl eenige gebrandschilderde gla zen, waarvan nóg enkele 'prachtexemplaren het oog bekoren, benevens de groote, met edelgesteenten bezette, monstrans, een mees terstuk van goudsmeekunst, werden ge spaard. Evenzoo ontsprongen de zilveren monstransen en ciboriën en verschillende altaarstukken den dans. Tui de kerk van het Bagijnhof bevindt izich nog een geschilderd drieluik, dat ook behouden bleef, en dat ter herinne ring aan dien voor de kerk zoo noodlottigcn dag het volgende onderschrift bevat; Geborgen ten tijde der Beeldstormerij uit de St. Nico'.aas- bijgenaamd de Oude Kerk binnen Amsteldam. Deo Gratias Heel dit verwoestingswprk van Amster dam's oudste bedehuis had nauwelijks één uur in beslag genomen. De o\ erweldiging van het St. Sebastiaanskoor van dit gebouw- kostte een van de bes'omiersbende, een ze kere vrouw We'h Adriaan Okkcrsdr., die nog wel tot den. gegoeden stand behoorde, benevens haar dienstbode het leven. Zij hielp duchtig mede aan het vernieling- werk, maar daarmede stelde zij zich niet tevreden. Zij liet zich toch verleiden om den pastoer Simon Alewijnsz. te hnonen en een piéta (dat is een beeld van Mar a met het lijk van Christus op haar schoot), die op 't altaar stond en behoorde tot het door hern ongerichte maagdengild, in stukken te smij ten. Dezen hoon, den pastoor aangedaan, kon het volk niet verdragen. Uiting gevende aan hun rechtvaardigheidsgevoel, dat zich naar het schijnt nog strenger deed gelden ten aameiten van eigen medegenooten dan jegens de onderdrukkers des volks, van wie immers niemand eenig leed werd gedaan, grepen de woestelingen de arme vrouw en sleurden haar met haar dienstbode naar den Dam, waar zij beide vrouwen, ieder In een wijnvat, Zoo had zich dan het werk der beeldenbe- storming op verschillende plaatsen des lands in enkele Augustusdagen ongeveer tegelijkertijd voltrokken. In Friesland had' de beweging eerst in September plaats. In Dordrecht wist de burgemeester en in Gouda de slotvoogd hun steden in d° dagen, dat de uitbarsting algemeen was, maar toch kon eerstgenoemde niet beletten, dat ifi October van het volgend jaar in twee kerken van Dordt de beelden gebroken werden. In sommige plaatsen had in dezen tijd geen beeldenstorm plaats. o.a. te Haarlem, waar men de St. Bavokerk v an 23 Augustus tot 7 December gesloten hield, j BrieJ, Hoorn, Enkhuizen.j 1 en Woerden, in welke stad de ma-1 glstraat te voren de beelden uit de kerken l had doen verwijderen. Ook Overijsel bleef in het algemeen in dezen tijd van den Beel denstorm verschoond. lieden uit de heffe des volks, en de meeningen, die meermalen geuit zijn, eenerzijds dat de verbonden edelen en an dere vermogende Protestanten er de hand in hadden, anderzijds dat de Roomschen zeiven de menschen tot deze beweging had den aangespoord om de Hervormden ge- haat te maken en nieuwe redenen te heli- REGEERINGSCRISIS IN POLEN Minister-president Switalfki, die, na de motie van afkeuring door de Poolsche volksver tegenwoordiging, het ontslag van zijn kabi net bij den Staatspresident indiende. ben om hen te vervolgen, schijnen geen grond te hebben. Het was de blinde woede van liet .verbitterde yolk, die de oorzaak was van deze spontane en schier overal tegelijk uitbarstende beweging. Ook de Prins van Oranje was van oordeel, dat het een troep losbandige heethoofden was, die geheel uit eigen beweging, schuldig was aan dezezaar.. Philips II echter dacht er anders over en dit zou wel spoedig blijken. De Prins en vele hoofden van de Calvinistische partij keur den de beweging dan ook ten hoogste af, Mamix van St. Aldegonde evenwel verde digde haar. En welke waren nu was de zaak van de godsdienstvrijheid door gebaat? In geenerlei wijze. Daarvoor waren de Calvinisten nog te klein in aantal en k' zwak van kracht, en al hun woede kon niet bewerken, dat ook maar één kerk gebouw aan de Gereformeerden werd totge wezen. De tijd was nog niet rijp daarvoor en al d? gepleegde gewelddaden brachten ae Calvinisten geen s'.ap vender. Al de bede huizen bleven in handen van de Roomschen cn het duurde niet lang of ze werden voor zoover dit. mogelijk was, in hun vroegere» toestand hersteld. Het eenige, dat men be reikt had', was dat de koning van Spanje en de Roomsche machthebbers door het ge beurde ten zeerste verbitterd waren en zon nen op w raak. En die bleef dan ook niet uit, want alle huizen, waar de Hervormden nog sa menkwamen, werden voor hen gesloten., en de toestand werd voor de Calvinisten zoo onhoudbaar, dat zij, die hun loven liefhad den, de wijk namen naar andere landen en in vrijwillige ballingschap gingen. Te Am sterdam wei-den zelfs de twee kerken, waar de Gereformeerden hun godsdienstoefenin gen hadden mogen houden, hun wéér ont nomen. Dat was de'vrucht van den Beelden." storm! Neen, de tijden waren er nog niet rijp voor, dat de Gereformeerden God zouden kunnen clienen in de aloude kerkgebouwen,, 'dit' zou .eerst later gebeuren. Eerst moest, den Bri'el ingenomen zijn, moest .de vaan van den»opstand vrij kunnen worden ont plooid; eerst moesten de Calvinisten in groot-eren getale kunnen optreden en meer moreel e kracht bijzetten aan hun billijke eischen, vóór de morgen van een -beteren dag zou beginnen te gloren. Maar zelfs toen verschillende steden het Spaansche juk hadden afgeworpen en de omstandigheden voor de Gereformeerden zooveel gunstiger waren geworden, wilde de overheid nóg niet toegeven; dc kerken bleven voor hen gesloten en' geen verzoeken om niet langer achter gesteld te worden bij hun Roomsche mede burgers, geen vertoogen om de billijkheid daarvan aan te toon en mochten baten. En toen de overheid doof bleef voor de eischen van de Gereformeerden, die in aantal sterk waren toegenomen, trachtte men kwaad schiks te hereikén wat goedscli ks niet ver kregen kon worden; weder ging men tot gewelddadigheden over, weder werden de kerken overvallen, een nieuwe Beel denstorm brak uit. En hoewel deze niet die hevigheid en uitbreiding had a'.s die van 156b. zoo werden ook ditmaal ver scheidene plaatsen er door aangetast, ver schillende kerkgebouwen, die van den eer sten beeldenstorm te lijden hadden gehad, moesten het wederom ontgelden, terwijl an dere, die toen daarvan verschoond gebleven waren, er nu door werden getroffen. Hoe het bij-dien tweeden Beeldenstorm toeging zullen we nu in 't kort gaan ver melden. IN DE GROOTE ZAAL VAN DEN PRUISISCHEN LANDDAG DE COMMISSIE VAN ONDERZOEK INZ. HET SKLAREK-SCHANDAAL HET DROEVIG FIGUUR VAN OBERBüRGEMEISTER BöSS IS DE BERLIJNSCHE STADS ADMINISTRATIE EEN AUGIUSSTAL? Herr Stadtrat Beneckc woont in Zehlen- dorf, maar gelukkig behoorde hij niet tot mijn kennissen, want anders was ik op een goeden dag misschien ook uitgenoodigd tot 'n gezellig samenzijn met de gebroeders Skla- rek. Men kan in dc keuze zijner kennissen niet voorzichtig genoeg zijn. Herr Stadtrat Bcnecke behoorde tot de Duitsehe volkspartij, maar men heeft- hem geroyeerd, toen men hoorde, welke merk waardige opvattingen hij omtrent geven en nemen heeft. Ilij ontmoette Willi Sklarek voor 't eerst op een interparlementairen avond ten huize van het gemeenteraadslid Rosenthal in Januari 1928 cn in den herfst van datzelfde jaar leerde hij in datzelfde huis ook Max Sklarek kennen. De kennis making nam een vriendschappelijk karakter aan en men ging met elkaar op jacht. Er werd menige bok geschoten. Van jagen kwam men op rennen te spreken en wie over rennen praat, die praat ook over wed den. Van woorden komt men tot daden en er werd stevig gewed. Frau Stadtrat Benecke volgens de beschrijving baars mans een zelfstandige vronw met eigen vermogen, vond dat erg aardig en deed dapper mee. Herhaaldelijk kreeg ze een couvert met inhoud en uit do kwitantie bleek, dat ze buitengewoon gelukkig had ge speculeerd. Herr Stadtrat Bcnecke kreeg onmiddellijk voor de gezellige reis naar U. S. A. van zijn vriend Max Sklarek nog een couvert toege stopt, geadresseerd aan zijn „Frau Gemah- lin" en Max moet gezegd hebben, dat in dien brief een verslag over de laatste wedrennen zat In werkelijkheid zat er een lapje van duizend mark in. En Frau Stadtrat moet er als zeer zelfstandige vrouw haar man hoegenaamd niets van verteld hebben. Trour wens, Herr Stadtrat Beneck^ vindt dat zoo erg niet. Toegegeven, zijn vrouw heeft hem met haar moderne zelfstandigheid in een moeilijk parket gebracht, maar wat is voor hem een bankbiljet van duizend mark? Onder het presidium van een communis tisch landdagsafgevaardigde ik bewonder 's mans kalm cn tactvol optreden, wordt het langdurig verhoor voortgezet. Men heeft er een grootere zaal in den Pruisischen Land dag voor ingericht, want de belangstelling is met den dag sterker geworden. Ik ben ge komen met een bepaald doel. Ik wil meemaken en diens verhoor. Beneden wordt me verteld, dat hij om vier uur verwacht wordt. Men heeft een vertrek hem gereserveerd, om hem aan de pu blieke nieuwsgierigheid te, onttrekken en vermoedt, dat hij geruimen tijd zal moe ten antichambreeren, want eerst moeten nog twee andere beschuldigden verhoord wor den. Hij, die duizenden anderen liet wach ten, moet nu wachten, totdat zijn naam wordt afgeroepen door den voorzitter der commissie van onderzoek. Ik maak eerst nog het langdurig en lang dradig verhoor mee van Obermagistratsrat Clemens, die tegen den wil van den gemeen te-ontvanger contracten afsloot met de Skla- reks. Zijn uiteenzettingen werpen een eigen aardig licht op liet systeem, dat in Berlijn gebruikelijk schijnt te wezen, sedert dc #.ad olgens wettelijke regeling van 1922 in S groote districten en 52 voorsteden werd in gedeeld. Men vraagt zich, al luisterend af: wat doet Berlijn eigenlijk met zooveel stad huizen, magistraatsleden, burgemeesters, en hoe l>omt 't, dal de Eerste Burgemeester zoo weinig afweet van wat er in zijn stad ge- Meurt.' Is niet een Klokslag vier wordt de socialistische Gcne- raldirektor der Verkehrs A. G. Herr Brolat binnengeroepen en deze wordt voor ons de .note gaic" van den namiddag. Hij spreekt mvervalsclit Berlijnsch, brengt ter afwisse ling een lachsalvo teweeg en schildert het io Sklarek als toffe jongens; waar best mee was op te schieten! Niet Leo Sklarek stond hij op puiken voet en hij adviseerde Ober magistratsrat Brandis, om met deze „tüch- tige Geschiiftsleute" zaken te doen. Met Brolat's verdwijnen valt er een pijnlijke stilte. Iedereen kijkt vol spanning naar de deur. De bel. gaat en 't duurt een paar minuten. Dan komt dr. Böss, een tasch vol acten onder zijn arm, naar binnen. I-lij blijft voor het WONDERLIJK GERED Jaap Smoor, de man die bij t verongelukken van het dok zoo verkleumd was, dat hij de lijn niet meer kon vasthouden, toen louw tusschen de landen nam en zoo aan boord van dc „Witte Zee" werd geheschen. Als iemand kan zeggen ,dat zijn leven op won derlijke wijze is gered, dan is 't zeker wel deze man. tafeltje staan, groet naar drie kanten en gaat zitten. Het woord wordt thans verleend aan den Duitscli-nationalen afgevaardigde, die een serie scherp geformuleerde vragen tot dén eersten burgemeester richt, maar haast op iedere vraag volgt het ontwijkende ant- woood: „Ik hen Ik had met deze aangelegenheid niets te ma ken! Ik kan niet begrijpen, dat zulk een con. tract zonder mijn voorkennis werd afgeslo ten! In de groote machine van het stedelijk beheer kon ik niet ieder onderdeel controlee ren! Dus kort saamgevat: ik, als eerste bur gemeester van de hoofdstad des rijks, wist niet, wat er onder mijn licstuur eigeniijk gaande was!! En welk een gansch ander Duitsch spreekt dr. Böss dan een half jaar geleden. De „Schmiss" uit zijn studententijd werkt gansch anders op dit bleek gelaat dan eer tijds, toen hij pakkende redevoeringen hield, toen hij overal verscheen, waar hij de bctec- kenis van zijn beleid als Oberbürgemeister kon demonstreeren. Dat deed hij met „Schwung" vlot en pakkend en men kreeg den indruk, dat Berlijn nog nooit zulk een ondernemenden, doortastenden eersten bur gervader had. En hier? Hier zit een gebroken man, die van allen kant door vrienden en bewon deraars in den steek wordt gelaten, een hoo- ge ambtenaar, die tegen de gecompliceerde situatie, welke zijn beroep met zich mede bracht, allerminst was opgewassen, een be schuldigde, die niet slechts oogluikend cor ruptie jarenlang toegelaten schijnt te heb- Donderdes 12 December. HUIZEN (1S75 SI.. Ultsluit-iid .WRV.-Uit S.I5 Tüdsein. 8.ISa.Stt Morgen 10 v sein. 10—10.30 Zang door lie; .«v. .j - - LI—11.:/) Leun n Huishoudschool te Hit ver sum. 4 TMs.-.n 4—5 liekenuurtje te leiden door Dr. J. A. v.ust. E.- r.R .irth. Predikant te Utrecht. Mtüewerhing v«r- eenen de heert-n: J. H. SmU Puyscntkunst. b; ri- on kul k .'i .aU en li - - rgcloeg-eleidüiii. 0 T - .- i. Esselink, arts te Hilversum. Ontle-r». erp: ..Over ïelkundige invloeden op het procc-, van de lu'k- (III). 67 Orgelconcert ie reveil i]u"r ;kn Leger des Heils i IJ—6 238 M.) 10—" jv.io jiturgenwuaing. iz.lo2 Concert door het AVRO-Kwartet. 2—3 Gramofoon. 2—3.30 Lezing voor de Ned. Verg. van Huisvrouwen. Jhr. J C Mollerus spreekt over: Het arbctalingst.lelseL 3.30—4 Gramofoon. 4—5 Zlekenuurtje. 5.30—6.30 Concert door het AVUO-Kwartet. ü.su Koersen. Vas Dlaz. 6.457.15 Lmidbouwnalfuurtje. Spre ker: Ir. J. G. Tukker. 7.15—7.45 Fransch voor ;crd. Daarna Gra- ben, maar ook zelf die in zijn allernaaste omgeving gedoogd heeft. Door mijn gedach ten gaan de feesten, v.clke ik in zijn naaste omgeving meevierde. Maar wat baat al dit uiterlijk effect, wanneer liet harde werk, waar 't om gaat, ongedaan blijft? Neen, deze tijd van feestvieren had anders besteed moe ten worden. Onze tijd is veel te ernstig voor tentoonstellingen. Italiaansche opera-opvoe ringen, vorstelijke bezoeken, intieme gezel ligheden. Een radicale wijziging van het ste delijk bestuur is noodzakelijk, een strenge controle van eiken ambtenaar en beambte. Er moet gewerkt worden, om de schade, welke onder Oberbürgemeister Böss met of zonder diens weten werd aangericht, een schade van vele millioenen! te herstel len. En wat nog veel belangrijker is: het ver trouwen der bevolking moet door zulk een streng beleid herwonnen worden. DE VERRADERLIJKE VOETAFDRUKKEN 's Nachts werd ingebroken in het kantoor van het lid der Prov. Staten Valkering te Limmen (N.H.) Doordat de sleutel op de brandkast stak, had de inbreker daar wei nig moeite mee, maar de brandkast was ge lukkig leeg. Een afgesloten afdeeling, waar in geld geborgen was, kon hij niet open krijgen. Gisteren is in verband met deze in braak te Limmen een Belg gearresteerd. De voetafdrukken, die men op het kantoor had gevonden, kwamen met die van de laarzen van den gearresteerde overeen. Nadruk verboden). VAN EEN LEEUW EN EEN AAP 49. Het regent, ja, het hagelt dienders! En, of jc 't al of niet gelooft, Ze schieten elk, precies op 't rijtje, In een stuk waschgoed met hun hoofd: Een hemd, een rok, een broek, een vest, En al les past hun even best! 50. Door 't waschgoed is hun val gebroken, Ze zijn dus gauw weer op de been, En stromp'leu, half verdoofd door 't vallen, Versuft de ble-e-k uit, een voor een. De stakkers merken zeker niet, D$t elk hen uitlacht, die hen «ziet! (Wordt Vrijdag vervolgd). FEUILLETON BONNA WIEGERS—GROENEVELT. (14 Als ze 't van Trui hoorde zeggen, had ze 't altijd erg verachtelijk gevonden, en nu zei Herrns 't van haar. Als hij 't nu ook eens zoo aan anderen voor ging stellendan... In schaamte bedekte ze 't hoofd met de han denMaar dan had hij immers geen ge weten meer, dan was al het goede in hem verstiktZij een flirtZe rilde Maar had ze dan werkelijk niet mee moeten gaan, had ze dien eenzamen weg niet met hem mogen fietsen? Ze wist toch, na wat voorgevallen was dien akeligen avond, dat ze hem in verleiding brengen kon'? Hij bad immers zelf ook nog gezegd, dat ze wist, wat er gebeuren ging?Maar dat was niet waar. ze had hem vertrouwd, 't zoo goed ge meendWas ze maar naar van Huizen gegaan, was ze haar belofte aan den dokter maar nagekomenZe wist toch wel door ervaring, dat ze met He rins niet wandelen kon zooals met BartLag dan de diepste oorzaak van de schuld toch niet hij haar?... Ze boog al scheiend heur pijnlijk hoofd Bart moest het eens weten, hij moest eens kennen, al 't verkeerde, dat binnen in haar woonde. Zou 't voor hem niet zwaarder we gen dan haar liefde? Maar ze had hem lief, ze wou haar best doen, wat voor hem te zijn, mèeleven met hem, en alles met hem deelen Kon ze dat maar es zeggen, zoo aan z'n schouder, zonder vrees maar ze dürfde niet Nee ze wist het wel zeker, ze dürfde niet en toch tóch ging haar hart in sterk verlangen naar hem uitnaar hèm al leen HOOFDSTUK VIII. Het bezoek bij van Huizen was niet mee gevallen. Het meisje had haar aangezien met groote, verbaasde oogen, toen ze vroeg eens bij zieke Jan te mogen kijken, en was zonder een woord te zeggen, naar de rustzaal gegaan, waar moeder in lag. Even later had ze verlegen gezegd, dat de juffrouw maar binnen moest komen. Toen was ze zoo door de buitendeur in de* kamer gestapt en recht op vrouw van Huizen af gegaan, maar dc hand, die ze had uitgesto ken, was heel eventjes aangeraakt en zon der eenige hartelijkheid, zelfs met een zweem van achterdocht, was ze begroet. „U bent de juffrouw van de Christelijke School?" Vijandschap had zo gedacht, vijand schap tusschen geloof en ongeloof doch ze was gewoon gebleven en had verteld, dat ze door den dokter gezonden was. „Door den dokter!" Toen was er een glimp van vriendelijkheid over 't matte ge zicht gegleden en voelde ze belangstelling komen in haar komst. „Voorlezen ja Jan is érg op voorlezen" had vrouw van Huizen toen gezegd. M'n man doet 't 's-Zondnes wel maar door de week kan ie niet. En Jan mag 't .zelf niet om z'n rug. Hij heeft t.b.c. in z'n rug, ziet U. Die dokter toch". „Een aardige man", had ze'haar geholpen, had nog even naar d'r heen geïnformeerd en was toen door 't ztfsje -naar de „tent" gebracht, w'aar Jan in lag. Maar met Jan had ze 't niet aan den praat kunnen krijgen, die zei maar „ja" of „nee", terwijl z'n han den zenuwachtig aan 't laken frommelden... 't Was tóch niet meegevallen", peinsde ze, terwijl ze den weg liep naar huis, een half uur lang. Jan had nog wel aardig gegroet, maar die moederHeel flauwtjes weer even d'r band aangeraakt, en niets gezegd, niets gevraagd. Bizonder opgewekt was ze al niet heengegaan, na wat gister was ge beurd, maar ditNee, dit had ze toch niet verwacht. Ze had gemeend, blij te worden ontvangen, erkentelijkheid te vinden ze had zich gedroomd „I-Iè", verzuchtte ze stil, toen ze deur van haar kosthuis opendeed, „daar denk ik weer aan me zelf". Je moest goed doen, zónder loou cn dat .Tan's otogen onder 't lezen zoo blij hadden gestraald, was dat op zichzelf geen verdienste genoeg? Volhouden, altijd maar volhouden in 't le- jven, had'de dokter nog gezegd. nooit den moed verliezen. Ze wóu het wel, ze wou het L'iaag. Maar of ze kón? Zij. 't „boei kasplantje", zooals Henk haar wel eens 'noemde On tafel lap een brief van huis. Piet vertrekt morgenochtend schreef moeder. Hoe gauwer hij gaat, hoe beter. Hij ergert zich hier aan alles, en ik kan heelemanl geen goed meer doen. De dokter zegt. dat overspannen menschen altijd uit eigen omgeving moeten. Ik geef dien man gelijk. ITii is zich zelf en anderen tot tast. j'k Ben blij, dat jc pauw komt. Bart blijft de heele vacantie thuis. I Even stond ze te mijmeren over Bart Toen ging ze naar de Jong, om afscheid te nemen Juist toen ze luin tuinhek openen wou, bleef ze plotseling onbeweeglijk staan, i Wat hoorde ze daar? Was dat de Jong z'n stem, die hoog uitklonk boven dié andere, als in drift? Ze aarzelde. Zoo kon ze toch niet naar bin nen gaan. Hoor nou die andere stem, ook boos, maar clan weer die van de Jong luid, driftig in.de rede vallend. Zou ze terug gaan naar huis? Opeens schrok ze op. Met een woeste ruk werd de deur opengetrokken en zag ze 't heftig arm gebaar van De Jong, z'n anders zoo bleeke gezicht, nu opgewonden rond. „Er uit, zeg ik je, er uit". E" af. Een man liep langzaam achteruit de stoep „Wacht maar. wacht maar", siste het dreï gend van tusschen z'n lippen, toen draalde hij zich om en zag ze, dat het Eshuis was, met 'n pakje onder den arm. Zeker weer wezen zeuren over dien Dirk. Dat Tuinman co'; niet hielp. De deur werd dichtgesmeten. Eshuis rrine grimmig, zonder groet voorbij, en ze stond op het nunt, om naar lmis te gaan, toen een roepend tikken op het raam baar tegenhield Daar bemerkte zo Thea Vermeulen, die wenkte in blije herkenning. „Gezellig, dat io nog komt. Ga maar ge rust naar binnen". „Is die man weer ge.weest over Dirk?" ,..Ta —hij maakt bet m'n zwager erg las- fig". i „Die heeft zich wat driftig gemaakt". I Dit laatste zei ze zacht, omdat ze de ka lmer binnengingen. De suitedeuren waren open en in 't andere vertrek stond Gré met d'r man, clioht bij elkaar, j „Ik ga naar - Tuinman, ik zal 't hem j zeggen", hoorde Mies zijn stem, en ze be- jluisterde er nog z'n boosheid in. j „Doe 't niet Iluug. toe, blijf nu thuis", vleide Gré, die haar «al even had toegeknikt. (Maar hij weigerde kort. 1 Ze ging naar buiten zitten kijken, ziph niet op d'r gemak gevoelend. „Wacht dan een kwartier doe 't om jmij", klonk weer Gré's pleitende stem. „Dat kan". Toen hoorde ze, dat ze door .de kamer liepen, en even later knarste 't grint? i„'k Hoop, dat 't maar weer gauw weer over is," zei z.c verlicht aan Thea. „Dat is liet stellig 't GeWfeurt niet vaak, 'maar als 't ook nóóit es voorviel, zou 't 'geluk hier haast volmaakt zijn, vin je niet?" Meteen kwam Gré. „Wat een ont\angst. Mies. Trek jc er maar niks van aan, hoor'kind. Je blijft van- ia vond toch?" j Toen. met 'n zucht, voegde ze er aan toe, jineer tot Thea dan tot Mies: ,,'t Is ook altijd weer die Tuinman, dié on den achtergrond staat, 't Is of hij 't al leen doet. om Huug te plagen", i „Wat heef» ie dan mi weer gedaan?!". jM-öeg Mies. bet niet liegrijuend. I „Eshuis hi»r naar toe gestuurd, en ge zegd. dat 't dan misschien wel in orde kwa hij goo,!, zoo goed., dat 't toch niet kan. Waar lijkt dat nou op?" „Ook dves van Eshuis, om door te zet ten". vond Mies. o i „Ja enGré schoot opeens iu den ,,'k Geloof werkelijk, dat hij een pakje 'met ham of worst voor ons mee had ge- nqmen. Moet je net bij Huug zijn. at 'n type". „Huug zal wel niet meer naar Tuinman gaan", glimlachte Thea. „Dat geloof ik ook niet", zei Gré met ver- trouwen. ,.Hii is binnen 't kwartier z'n drift wel weer kwijt" I En werkelijk het duurde niet lang. of ze hoorde achter z'n langzame voetstappen weer in 't grint Thea nam een doos met handwerkjes, om Mies te laten zien, maar toen Gré de ka lmer uit v.as, Huug tegemoet, schoof ze vlug de schuifdeur dicht. j Huug viel neer in 'n stoel bij de tafel, z'n hoofd in de handen. Héél zacht probeerde Gré die los te ma ken Wat zag hij bleek „M'n jongen", zei ze innig-warm. Toen lei hij z'n hoofd tegen haar aan. ,,'t Is weer gebeurd Gré, 't is weer gc- II be u rd". „Maar je hèbt overwonnen". „Voor 'n déél maar voor zoo'n heel klein deel". j „Voor 'ii groot deel Huug. voor 't aller- jgrootste zelfs. Tuinman was tu.-b oor/ Jen je woede geldt meer hém dan Eshui Nu jhen je wel driftig op Eshuis e.-w. --r ie bent toch niet naar Tuinman a •i. .Tegen je gróótste croornis heb je .1 a streden én owvwmnen, is 't n t (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9