DE BEELDENSTORM Kerknieuws. Radio Nieuws. INGELEID DINSDAG 10 DECEMBER 1929' DERDE BLAD PAG. 9 k IS DOOR E. D. J. DE JONGH JR. razernij die als brand oversloeg Uitzuivering van alles wat aan Roomschen eeredienst herinnerde geen plundering of diefstal, enkel vernieling De beweging, die in de tweede helft van dc XVIe eeuw hier te lande plaats greep, en die bekend staat onder don naam van Beeldenstorm, is en blijft een opmer kelijk psychologisch verschijnsel, een merk waardige uiting van de volksziel. Gelijk bij een atmosfeer, die geladen is met electriciteit, op verschillende plaatsen op ongeveer denzelfden tijd een heftig on weer kan losbarsten, zoo brak dc woede, die het volk bezielde tegen al wat zijn gehaten onderdrukkers heilig was, uit in een ver nieling van beelden en altaren en alle ge heiligde dingen van den Roomschen gods dienst. Het was hier juist het omgekeerde van wat plaats had bij Israël. Bij dit volk was het al maar een verlangen naar de af goden, altijd weer een hunkeren naar de ge sneden beelden; hier daarentegen was het een weerzin tegen, een afkeer van de Room- sclie heilige beelden, die het volk bezielde, en die eindelijk tot gewelddadigheden over sloeg. Met een ijver, als waarmede Jehu den tempel Gods zuiverde van de afgodsbeelden en heidensche tempelgereedschappen, zoo beroofde het Calvinistische volk de Gods huizen van die dingen, die bestanddeelen van den Roomschen eeredienst uitmaakten. Gelijk bij eon boschbrand de eene boom ?n anderen aansteekt en bij een stede- brand de vlam overslaat van het eene huis het andere, zoo plant.j zich de Beelden storm voort van stad tot stad, van dorp tot dorp, vain Vlaanderen tot Groningen toe, en in weinige dagen tijds werden honderden ker ken geplunderd en van al haar schatten be roofd. Het was een strijd niet tegen vleesch en bloed, want aan zoo goed als geen enkel menschelijk wezen werd eenig lichamelijk letsel toegebracht, maar de strijd ging tegen stomme beelden, waarbij bloed vloeien uit gesloten was. Verbolgen was het Gereformeerde volk, verbitterd en tot in de ziel gekrenkt. Het eene bloedplakkaat volgde op het andere, dood en verderf dreigende tegen iedereen, die in het Roomsche geloof geen vrede kon vinden. Daden als het zingen van een psalm, het lezen van de Heilige Schrift, het bijwonen van een hagepreek, het herberg- xaamheid verleenen van een om des geloofs wil vervolgde werden alle beschouwd als misdaden, die met den dood op het schavot werden gestraft Lang had het volk dit uit- k. I gehouden, lang had het deze ketterjacht ver- k. I dragen, maar op een gegeven oogenblik zocht cn de opgekropte woede ontspanning, en zij vond die in den Be el denstor m. De beweging had haar ?6; waar bijna geen kerk ongerept bleef en den 20 Augustus 1566 barstte zij uit in Autwar- pen. Het had al een paar dagen gespannen de stad. Twee dagen te voren toch had de eeuwen heugende jaarlijksche plechtigheid van den Ommegang plaats. Dat was een groote op- tocht, waarin een prachtig uitgedost beeld van de Heilige Maagd door de straten van de stad gedragen werd, gevolgd door een groote schare geestelijken, gilden, schutters en veri schillende andere broederschappen. Deze Ommegang gaf aanleiding tot spot en hoon en bedreigingen van de zijde der Hervorm den, maar tot dadelijkheden kwam het niet Den volgenden dag drong wel een volks hoop de prachtige Onze Lieve Vrouwekerk binnen, die zich op hoonende wijze uitliet togen het Mariabeeld en die den spot dreef met den Roomschen eeredienst, maar daar bleef het dan ook bij. Den dag daarop echter kwam de volkswoede tot uitbarsting. Aan den avond van den 20en Augustus toen „de schaduwen van den nacht het steeds on zekere licht der kerk met donkerder tinten overtogen, nam het werk der verwoesting een aanvang". Met stokken, bijlen, hamers en andere werktuigen gewapend klom de me nigte de ladders op om beelden en schilde rijen omlaag te halen, de prachtige gebrand schilderde vensters te vernielen, kunstig be werkte ornamenten naar beneden te slinge ren. om ze daarna met hun werktuigen te vehrijzelen of mét hun voeten te vertreden. En al dit verwoestingswerk geschiedde bij bet licht der waskaarsen, die een bende dol zinnige vrouwen van de altaren had ge rukt. „Een kolossale en prachtige groep van den Verlosser om nog eens met Motley te spreken tusschen de beide moordenaars aan het kruis versierde het groote altaar. Het Christusbeeld werd nu t touwen en takels omvergeworpen, terwijl dc moordenaars hittere en Godslasterlijke spot gespaard bleven, de eenige vertegen woordigers van dat heir van marmeren beelden, 't welk door den storm was ver woest". Het was of het volk door een demonfschen geest was aangetast. De misgewaden trokken de beeldenstormers aan over hun sobere piun je; de wijn, die dienst moest doen hij het heilig Sacrament, werd geschonken in de gouden miskelken en opgedronken op dc gezondheid van de Geuzen; met de heilige olie, die bestemd was om daarmede vorsten en prelaten te zalven, besmeurde men zich dc schoenen, in dc misboeken en kost bare handschriften stak men den brand kortom het was één beeld van -rwoesting,, dat het oog aanschouwde, één toonccl van uitgelaten volkswoede, die niets, dat den Roomschen heilig was, ontzag. Zoo was dan in de enkele uren van een korten zomernacht het inwendige van de heerlijke Antwerpsche kathedraal, dat ju weel van Gothische bouwkunst, een puinhoop gelijk geworden en nóg waren de gemoederen van de uitge laten vernielers niet tevreden gesteld. Bij dichte drommen liepen zij door de straten, bijgelicht door brandende toortsen en was licht, uit de kerken gehaald en als dolle menschen roepende: „Vivent les Gueux" Van kerk tot kerk togen zij en vóór de morgen aanbrak waren reeds dertig kerkge bouwen van hun beelden beroofd en geplun derd. Ook de kloosters moesten het ontgel den; de brooddronken menigte drong ze bin nen, verbrandde er de kostbare boekerijen, vernielde heelden, altaren en sieraden, ze daalde af in de kelders en deed zich te goed aan den wijn en het bier, „waarmede", zooals de genoemde geschiedschrijver on deugend opmerkt, „deze heilige mannen van geslacht tot geslacht hun afgezonderd leven pleegden te veraangenamdh". Schrik en ontzetting werden verspreid onder de bewoonsters van de vrouwenkloosters, die bevend en gillend een goed heenkomen zochten hij haar vrienden in de stad. Nog twee dagen en nachten duurde dit vernielingswerk voort te Antwerpen en in de omliggende dorpen; te Mechelen, te Gent, te Doornik en in vele andere plaatsen, zoo een vierhonderd kerken van al haar beelden en kostbaarheden werden beroofd. Te Valencijn had de Beeldenstorm plaats op den 24 Augustus, den Bartholomeusdag, die weinige jaren daarna zulk een ontzettend bloedig spoor zou achterlaten. Maar hier bij den Beeldenstorm vloeide geen bloed, geen priester of non ondervond eenigen persoon lijken hinder, het was tegen de levenlooze beelden dat de strijd was gekeerd, in het vernielen van wat hun gehaten belagers en onderdrukkers heilig was gaf zich het over- kropte gemoed lucht Ook viel er geen hebzncht of roof te bespeuren, geen der beeldenstormers, hoe op bedaarde en beleidvolle wijze de beelden arm hij het ook mocht hebben haar de we? en J&oomscfte kecksieraden uit het gebouw reld, eigende zich iets toe van de vele kost- had laten weghalen» baarheden, die zij maar voor 't grijpen had- Op den. 24en Augustus sloeg de vlam ook den; ja de gouden en zilveren bekers èn siê-naar Leiden over, waar eerst de St Pie- radiën, de juweclen en paarlen, die -voor den dag kwamen, hieven door hen onaangeroerd om zich er mede te verrijken. Zelfs weiger den zij te Valencijn dc aanzienlijke sommen aan te nqmen, die hun geboden werden, als ze de kerken wilden versehoonen. .la zoo sterk hielden zij aan dit beginsel vast, dat zij zich niet ontzagen om op een hunner, die voor een waarde van ccnige guldens zich had toegeëigend, den drastischen ïviaatrego toe tc passen van hem meedoogenloos op te hangen. De daders van deze kerkbestorming wa ren maar klein in aantal. Te Antwerpen wa ren 't. een honderd, te Mechelen zeventig of tachtig,-die het vernietigingswerk volbrach ten, maar de verwoesting, die werd aange richt, was er niet minder hevig om. Als een loosend vuur sloeg de beweging van Vlaanderen naar de Noordelijke provinciën over. Eerst was Zeeland aan dc beurt, waar de storm den 22en Augustus M i d d burg aantastte. Verschillende leden van stedelijke regeering waren dc Hervorm toegedaan, hetgeen liet volk aanmoedigde om de Lieve Vrouwe-Abdij (thans de Nieuwe Kerk genoemd) aan te vallen evenals de St. Pieterskerk (thans Oude Kerk geheef m). Aan deze kerkbestorming nam ook deel de notaris Willem Deynoot, om welk be drijf hij later ter dood veroordeeld is. Op denzelfdeivdag, dat Middelburg in beroering kwam spande het ook in Vlissingen. Tot den magistraat werd door de belijders van de nieuwe religie gericht een dringend verzoek om een kerk af te staan en hun te vergunnen die van de heiligenbeelden te zuiveren. Toen de raad weigerde hieraan te voldoen en daarin bleef volharden, ook nadat men door bedreigingen gepoogd had aan hot verzoek kracht hij te •zetten, ging liet volk tot gewelddadigheden over door de kerken te bestormen en i- plundercn. In de provincie Utrecht had rlc Beeldenstorm plaats op 24, 25 en 26 Aug. In de hoofdstad van dit gewest liep het ge rucht, dat elders in het land de kerke; werden beroofd en dat een troep van S000 gewapende mannen door het land trek om dit werk uit te voeren. Dit laatste was na tuurlijk een loos gerucht, maar .niettemin miste het zijn uitwerking niet. Hit volk toch kreeg daardoor moed om ook het zijne hij te dragen om de kerken van heelden te zuiveren. Een gewapende menigte verzamel de zich op het Mariakerkhof, en trok van daar op de Geertekerk los, vervolgens op de Buur-, de St. Jacobs-, dc St. Nicolaaskerk en verder op de kerken van de Predikheeren en "de Minnebroeders, waar alles van den wand gerukt, verbrijzeld en vernield werd, zoo ook de mooie, deuren van Jan van Scorel in de Mariakerk. Vooral de schoone Domkerk, toen nog niet verminkt cn van haar langschip beroofd, moest het ontgelden: de prachtige gebrandschilderde glasvensters, de altaren en reliekschrijnen, het kostbare koperen koorhek en talrijke grafteekens van bisschoppen en andere personen werden ver nield- Het gevolg van deze actie was, dat en nog een andere kerk toegezegd werd, zoo dit noodig mocht blijken. Maar deze gunstige toestand duurde niet langer dan eenige weinige dagen, want de landvoogdes Margaretha weigerde deze overeenkomst goed te keuren, zoodat den 6cn September de kerk weer voor de Gereformeerden gesloten werd. In Vianen werd het plunderen van de kerk voorkomen, door dat Brederode, de heer van die plaats, DE OPVOEDING VAN 'T MILITAIRE PAARD Er komt heel wat kijken eer een paar voor den militairen dienst is afgericht. Vooral voor 't vuren zijn ze in 't begin schichtig en bang. En 't kost heel wat dresseerkunst om ze daaraan te wennen. Maar ook dat gelukt ten slotte, gelijk deze kiek niet onaardig laat zien. DE PROTESTANTEN IN SPANJE. De „Semeur Vaudois" schrijft: Dezen zo- iver hield het Spaansche Protestantisme zijn Congres te Barcelona, dat 700 deelne- nfJis telde. Daar de Protestantsche kerkgebouwtjes dit groot aantal moeilijk konden bevatten, zou men een groote zaal gaan huren. Met moeite kreeg men een lokaal, en toen kwam nog het venbod van autoriteiten, om die zaal te huren. Noodgedwongen moest men nu wel in eigen kerkgebouwtjes vergaderen, waar men als haringen in een ton hij een vreeselijke hitte zat opeengepakt. Uiterlijke aanwijzin gen. welke op het Congres de aandacht estigden, mochten niet aangebracht wor den. Volgens genoemd blad is de onverdraag zaamheid ten opzichte van de Protestanten in Spanje nng groot en indien niet van wege het buitenland een zekere druk werd uitgeoefend, zou die onverdraagzaamheid bestendigd blijven en zelfs grooter worden. Bovengenoemd blad heeft ook nog het be richt, dat de Koning van Zweden hij zijn bezoek te Madrid ook door den kardinaal bisschop van Madrid "werd begroet met een toespraak, waarin de verdraagzaamheid van Zweden ten opzichte van de Roomschen werd geroemd. De Koning moet hem toen geantwoord hebben: „Het spijt me, dat ik hetzelfde niet van uw Kerk tegenover mijn geloofsgenooten kan zeggen". De Bisschop moet toen tot achtsr /.in oot;-n oo i gewor den zijn, doch met geen woord geantwoord hebben. DE ROOMSCHEN IN FRANKRIJK. Hoe groot de afval is van de Roomsche Kerk in Frankrijk, daarvan geeft een schrij ven van Bisschop Grent van Mans, d.d. 1 Juni 1929, duidelijk beeld. Het betreft hier uitsluitend het platteland. In het kanton Grand Lucé, tellende 7644 Roomschen, was het getal der Paaschoom- municanten 338. Van de 334 pasgeiiorenen werden 1S6 gedoopt Meer dan één derde van de huwelijken en één vijfde van de be grafenissen geschiedde zonder eenige mede werking van de Kerk. In het kanton Mayet hadden 264 begra fenissen plaats, waarvan er slechts 115 ker kelijke geschiedden. Op 154 huwelijken wer den er slechts 66 kerkelijk ingezegend. In zes andere kantons vindt men eenzelfde toestand en in het departement Sarthe zijn er 200 parochiëen zonder priester. Wat het gebrek aan priesters betreft, dit wordt er niet slechter op, daar de kleine seminariën cn de instituten, waar meer ge vorderde candi daten worden opgenomen, niet hebben te klagen over toevloed van leerlingen, welke zelfs groot is, zoodat er gehouwen uitgebreid moeten worden. DE GODSDIENST IN RUSLAND. De Sovjet-regeering van Rusland verstond reeds direct de kunst, om ook de belasting te bezigen in dienst van haar optreden te gen den godsdienst Het geestelijke ambt is in de oogen der Regeering een z.g.n. vrij bedrijf, waarom zifc die in dat ambt staan, bijzonder hooge belastingen moeten betalen, daar dit „vrij bedrijf" onproductief en onsociaal wordt ge acht Hiermee is de Sovjet-regeering echter niet tevreden, daar de Gemeenten vaak in een deel dier belastingen meedragen. De Regee- terskerk met haar 34 altaren, prachtige al taarstukken en fraaie beelden het moest ontgelden. Het ging hier al even als op de andere plaatsen toe: de marmeren apostel beelden, die tegen de kolommen stonden, werden met touwen naar beneden getrokken en vielen op den steenen vloer aan stukken. De schilderijen werden doorgestoken, de gouden monstransen, kelken en altaarsie raden vernield, eeuwenoude geschriften en belangrijke boeken aan de vernietiging prijs gegeven. Naar gezegd werd hadden twee der verbonden edelen, n.l. Jacob van Wijngaar den en Arend van Duivenvoorde, dc hand in dit vernielingswerk. Daarna trok de menigte naar de Hoog- Iandsche-, Lieve Vrouwe -en anderé kerken om haar woede te koelen op wat daar aan beelden en Roomsche kerksieraden te vin den was. Te Delft ging het al niet beter toe. De Oude Kerk was buitengewoon rijk aan kunstwerken van allerlei soort, gouden en zilveren gereedschappen tot den, eeredienst, glasvensters, beeldhouwwerken en op het hoogaltaar altaarstukken van de beroemdste meesters als Jan van Scorel en Maarten Heemskerck. Al deze kunstschatten werden verwoest op denzelfden dag als dit te Leiden geschiedde. Twee jaar daarna werd aan den beroemden beeldhouwer Willem Danielsz. van Tetrode opgedragen een nieuw hoogaltaar te maken, dat het oude in rijk dom van materiaal en beeldwerk nog verre zou te boven gaan. De schoone Nieuwe Kerk trof een gelijk lot. Uitgezonderd de preekstoel, werden ook hier alle kunstwerken verwoest o.a. een groot altaarstuk, met dubbele of vii openslaande deuren, die in 1550 door Jan van Scorel met heerlijke voorstellingen wa ren beschilderd. Motley. De Opkomst van de Nederland- sche Republiek. MACKENSEN'S TACHTIGSTE GEBOORTEDAG Verleden weck vierde de bekende Duitsche Generaal-veldmaarschalk V on Mack ens en (in 't midden op onze fotozijn tachtigsten geboortedag. Velen van zijn vroegere regi- ments-kameraden kwamen in vol ornaat den ouden veldheer hzm gelukwenschen aanbie den. Zoo'n foto vol schitterende uniformen herinnert er wel heei sterk aan, dat in de laatste jaren veel in Duitschland is veranderdL ring bestrijdt den godsdienst en het gees telijk ambt thans ook door de z.g.n. vrij willige belasting. Deze belasting is als volgt ingericht: In elk dorp wordt door het dorpsbestuur voor geschreven hoe hoog iedere dorpeling zijn belasting in natura wil zien opgevoerd. Het communistisch bestuur gebruikt deze „vrij- ""ge" belasting natuurlijk als middel, om de vijanden van den Staat maatschappelijk te ruïneeren. Onder die vijanden worden ook predikanten en monniken verstaan. Wie deze „vrijwillige" belasting niet op tijd en op 'de juiste wijze opbrengt, wordt van zijn goederen verbeurd verklaard en kan bovendien nog in de gevangenis te recht komen. Een oude predikant in Zuid-Rusland oest 200 poed tarwe opbrengen. Daar de predikant noch zaat, noch oogst kan hij het ereischto graan niet opbrengen, waarom hem totaal alles wat Kij bezat, werd ont- imen en tegen geringe prijzen verkocht. Het graan is trouwens in Rusland niet goedkoop. Om 200 poed tarwe te kunnen koopen, is weieens een geheele woning inrichting te gelde gemaakt. Thans hebben levensmiddelen bijna alleen waarde in te genstelling met 1920, toen men voor 7 tot 12 poed tarwe een nieter wollen stof kon besleden. Wanneer de Adventstijd gekomen is en de Christenen tot milddadigheid zijn gestemd, dan komt telken jare opnieuw de bede tot U mede te helpen aan de leniging van den nood onder"de Armeensche vluchtelingen. Het Armeensche volk is in de jaren 1915 1922 uit zijn vaderland verdreven en zwerft sedert dien als bannelingen in den vreemde. Tienduizenden kwamen ook naar Syrië en sedert dien begon de strijd tegen werkeloos heid, honger en gebrek. Vooral het lot der Armeniërs te Aleppo is ondragelijk. Opeen gehoopt in een groot vluchtelingenkamp in stalachtige barakken hebben ze niettegen staande dit alles getracht tot een nieuw be staan te komen, wat aan de meesten hun ner echter niet is gelukt. Om een einde aan deze ellendige woningtoestanden te maken, groep de Regeering enkele maanden geleden in en besloten werd 't geheele kamp af te breken en op een ander gedeelte buiten Aleppo een nieuwe vluchtelingenstad te doen verrijzen met woningen, die-wc' waar slechts uit een kamer bestaan, doch een beter dak hebben, zoodat in den zomer de hitte dank zij de 'betere dakconstructie gemakkelijker te dragen is, terwijl men in den winter geen angst behoeft te hebben, dat de regen voortdurend door het dak heen- druppelt. De grond, waarop gebouwd wordt, het materiaal, dat voor den bouw noodig is, alles moet worden betaald. Hoe echter aan geld te komen, wanneer er zelfs niet doende is voor het eenvoudigste maal? vluchtelingenkamp telt vele weduwen. Ook zij moeten houwen. Gebrek aan geld, om het materiaal tc koopen, maakt ze tot dak- loozen. Deze dakloozen roepen Uw steun in. De winter komt en de nachten in Aleppo zijn reeds bitter koud Geheele gezinnen kam peeren onder den blooten hemel. Gij, die in dezen tijd geniet van Uw verwarmd ver trek, gedenkt ook den nood van het Ar meensche volk van vluchtelingen en laa' Uw hart tot mildheid worden bewogen. Dc kosten voor een dak bedragen f. 40.— Wie helpt de dakloozen aan een dak boven het hoofd? Gaven voor dit doel worden gaarne iu ontvangst genomen door het Secre tariaat van het Nederl. Comité der Action Ghrétienne en Oriënt, een werk van Bij stand en Evangelisatie onder de vluchtelin gen in Syrië. - Secretaresse van het Comité is mcj. Ca'o de Witte te Utrecht, J. W. Frisosraat Gironr. 1S757. 10.3011 Kt L>a. I* Oranje. Gi U—11 30 Gramol 11.3012-30 H p door dea heer M. F. Jurjau 12.30 Tfldsetn. 12.30—2 Middag' .ren (XH nz te Hil- oncert. De Dirk Vos. Horst—Bleekr i Chr. Lectuur i. 3.15—1.15 Vei i. 5 Tijdsein, ö- nej. G. H. van H ekeningen. ae. Ph. Car S.30—Afloop. Uit Jr.. cello; Mevr. R plano. 2,453.1J MeJ. M. Wentink Delft. 6 Tijdsein, et Nederlandsch r— 6.30 Cursus pianobegeleiding ent het Chr. Radio-Orkest onner leiding van ;n heer P. v. d. Hurk. 10—10.30 Onderbreking in het Concert- Spreke. Ir. W. D. P. Slenfert, I. te Amsterdam. Onderwerp Koptelefoons eu IdspekeH. tevens bespreking de.- middelen om ;t geluld te verbeteren -. Daarna Persberichten. HILVERSUM (1071 M. van 12—298 M.). 10—10.15 Morgenwijding. 12.15—2 Concert door AVRO-Kwartet. 2—3 Gramofoonmuzlek. 3 lafcursus. 4—4.30 De voornaamste studlemu- voor plano, uitgevoerd door Egbert Veen. Ichtlng door Louis Sc! Hot omroeporkest- 6.: —7.15 Italiaansch voor aansch voor gevorderd lek te Amster. nidt. 6—6 20 Concert i Koersen Va* Dlaa. beginners. 7.167.45 10 Per gozelsch; Muziek. i de Vos ers-jub solistei 9.30 Alcoholvrije UIT DE ANTI-REV. PARTIJ. POLITIEKE ACTIE OP FLAKKEE. Men schrijft ons van Flakkee o.a.: Een beangstigend verschijnsel op Flakkee is. dat het socialisme met sprongen vooruit gegaan is. In 1923 bij de Statenverkiezing behaalde de S.D.A.P. op Flakkee 658 stemmen, bij de Kamerverkiezing in 1925 981 stemmen, bij de Statenverkiezing in 1927 1030 stemmen, en nu bij de Kamerverkiezing m 1929 1600 stem men. Deze winst behaalde de S.D.A.P. niet van andere linksche groepen, maar van rechts. Van wie komen deze stemmen O. i. van de jonge kiezers, die voor het eerst ter stemming gaan. Het zal goed zijn, dat onze plaatselijke kiesvereenigingen op Flakkee deze zaak eens ernstig onder de oogen zien en dezen winter niet ongebruikt laten voorbijgaan. Wie kennis van het Flakkeesche leven heeft, krijgt wel eens don indruk dat er door de ouderen wat te weinig op de groote bcteekenis van het behoud der jongeren ge let wordt We mogen gelukkig constateeren dat er in het laatste tiental jaren onder onze jonge menschen zelf een verandering ten goede ge komen is. Althans in engeren kring. Op schier alle plaatsen zijn Jongolingsver- eenigingen verrezen van Kerkelijk Gerefor meerd of N'ed Hervormd karakter. Maar nu is het zaak dat onze kiesvereeni- gen dit element aanmoedigen door zelf ver gaderingen te houden en deze jongeren uit te noodigen toe te treden. Langs dien weg is er contact te krijgen met het opkomend geslacht van Flakkee. dat anders voor een groot deel verloren gaat aan liet socialisme. BONNA WIEGERS—GROENEVELT. (13 Zo stonden nu voor de stoep van haar kosthuis. „Gek? Zeg maar, dat je me niet ver trouwde. 'k Vind 't vreeselijkMaar 't hoeft niet hoor". Meteen maakte hij een beweging, om ver ontwaardigd weg te gaan. „Nee, nee." zei ze vlug, ,,'t is goed, ik zal meegaan. Maar reken cr op, dat 'k je ver trouw''". „In orde". Hij drukte haar de hand. „Hoe laat?" „Kwart over vijf', besliste ze. Toch was ze niet rustig. Wat had ze ge daan, en wat ging ze doen, en wat zouden de menschen zeggen? Maar telkens weer eindigde die onrust in dc verzekering aan zich zelf, dat hij wel zwak was, maar niet slecht. Hij streed immers? „Maar Van Huizen dan," schoot haar plots te binnen. Ze zou toch naar Va-n Hui len gaan? Daar had je al zoo iets van wat de dokter zei over beloven. Nu had ze al weer aan Herms beloofd, zonder na te denkon. Wat moest ze nu? Ferms afzeggen, dcc. T-nt hp«, nrato*1? Een. briefje schrijven? Zou hij dan niet denken, dat ze spijt had, en uitstel afstel worden kon? Dan kon ze toch beter een dag later naar Van Huizen gaan die wisten van d'r komst niet afZe had nu toch hoofdpijn. Er was ook altijd weer wat nieuws, maar zou 't maar laten zoo als 't was. ,Maak alles goed, Heere," bad zo werk tuiglijk bij d'r avondgebed, en ze dacht er niet aan, hoe ze zélf den weg reeds uitge- teekend had. Ze verlangde naar de vacan- tie, naar rust, of... eigenlijk naar Bart?... HOOFDSTUK VII. Bij Verhoef waren de pakjes met groote vreugde begroet Herms had voor alle kin deren iets meegenomen, wat Mies d'r be wondering had opgewekt en haar vertrou wen versterkt. Voor zieke Piet waren er vruchten, die z'n moeder in de kast had ge zet, omdat hij sliep. In de schoon geschrob de, met zand bestrooide keuken werd alles uitgedeeld. Mies bleef geleund tegen den muur, om van de schitteroogjes der kleinen naar die van hun moeder te zien, die ijverig touw tjes doorsneed, en papier ontvouwen moest, trouw bijgestaan door Herms. 't Was feest voor de kinderen, maar ook voor haar. O, die juichkreetjcs, die opklonken door de keuken, wat maakten ze haar hlij. Die grage oogjes en die vlugge handjes, als 't pakje heelemaal open was en ze mochten grijpen. Achterlijke Teus wees, z'11 bouwdoos stijf tegen zich aan, naar haar cn zei: „Van de Uffrou van do kelé, moes." 't Viiriarig meisje dolde met haar pop door de keuken licen en zong: „lieve me neer, lieve meneer." Kleine Lena met haar emmertje In de eene en 't schepje in de andere hand, hielp met een ernstig snuitje mee: „leve meëer, ieve meëer." Alleen tweelingbroertje liet z'n schatten in den steek en zocht schreiend schuilplaats achter moeders schort „Malle jongen. Hij is wat bang," veront schuldigde die hem. „Nee bang," beweerde 't kleine zusje. „Zeg dan es dank u wel meneer en geef meneer een.handje." „Danne," zei Lena, terwijl ze Herms haar kleine knuistje toestak. Toen moest ze naar Mies. „Danne," zei ze weer. „En een kusje?" vroeg Mies, haar op den arm tillend. „Nee nee tus," schudde ze 't hoofdje, zich naar beneden werkend. ,,'t Is niet van mij, 't is van meneer Tuin man, hoor," vertelde Mies vrouw Verhoef toen, die haast niet wist hoe ze bedanken moest „Flauw, 't Is Herms in. „Je jokt 't Is alleen van jou. Ik heb de pakjes gemaakt, (la's mijn werk," zei ze weer aan de moeder ,.'t Was toch heerlijk," vond ze, toen ze «nmen op dc ficls waren gestapt I „Heli je genoten?" „Nu, dat dunkt, me." I „Da's me meer waard dan de blijdschap ven de kinderen," zei hij, zonder naar haar to kijken. ..Dat is leeliik van je." U'i bleef zwijgen, bet flennehnsehje langs 't Was heel stil op den weg, 'ér ging nie óns allebei," mand voorbij. Ze zag alleen een eekhoorntje springen van tak tot tak, wilde er hem op wijzen, om een eind te maken aan z'n plot seling stij-zijn, dat haar beangstigde, maar meteen, toen ze naar hem op wou zien zag ze z'n oogen stijf op haar gevestigd, met dienzelfden vreemden gloed als bij het korenveld. „LA At dat, Herms," gebood ze. Hij lei z'n hand op heur stuur en dwong haar zacht te rijden. „Mies, ik heb je lief. 'k Wil alles voor'je doen alles zeg maar, wat je wilt, doe met me, wait je wilt, maar wijs me alleen niet af." „Je zou zwijgen," riep ze uit, met haar vuist zijn hand van 't stuur afslaand. „Nooit." Hij sprong af, schoof haar fiets naar den kant, om haar staande te houden, maar ze was reeds z'n voorbeeld gevolgd en stond vóór hem, rood van drift. „Geef hier ik wil naar huis." „Eerst praten," zei hij, terwijl in een oogenblik haar fiets tegen een boom aan stond, de zijne ervoor. „Je bent gemeen je bent laf*— je be driegt me." 1*1 „Mies," smeekte hij, probeerend haar hand te pakken, „help me nou,' Mies." Maar zc rukte die hand weer los, en voor hij besefte wat ze ging doen, voelde hij een vinnige pats vlak in z'n gezicht. „Wil je niet wil je noit?" vroeg hij gejaagd. ,,'k Wil niet eens met jc préten. Laat me gaan!" I Toen versperde hij haar den weg, de ar m u:•«'•reid. Kri h' 1" „Hooi je me niet ik wil gaan." Ze schreeuwde 't hem bijna toe in heur angst voor die vreeselijke oogengloed en weer ging d'r hand omhoog. Maar hij was er op voorbereid en greep die hand, ook de' andere nog, trok haar dichter naar zich toe. „Au," riep ze uit. „Laat me los, huichelaar, laat me los, of ik schop." Maar zijn sterke handen hielden haar 'ast. „Dan wil ik een zoen ik wil een zoen - mijn moeite zal beloond." Ze voelde z'n warme adem al langs d'r gezicht, in afkeer afgewend, en worstelde en schopte, om vrij te komen. „O, jij lafaard ik gil ik zal schreeu wen om hulp." „Dat geeft je wat. Ik wil een zoen. Wat doe je met me mee te gaan waarom breng je me in verleiding „Jij, leelijke kat, hier. ik zal winnen." Toen opeens liet hij los. Hij had om gindsche hoclit een fietser aan zien komen. Zij zag hem nu ook. „Hulp daar is hulp," stiet ze uit, met 'n snik. ..O, jij bedrieger." „F.n jij dan?" spotte hij. zich herstellend. ..Wie is de schuld? Een net meisje, waar lijk, dat afspreekt met een jongen, eenzame wegen te fietsen, terwijl ze weet. wat er .geheuren zal. Ik noem 't een echte flirten- streek jij flirt." In stomme verbazing zag ze hem aan. 't Was, of die b re ede asphalt weg op en neer ging dansen en al die zware hoomi vallei Ze niet. Haar keel zat Ze zag, dat hij z'n fiets nam en opsprong* aar verroerde zich niet De andere fietser was al dichtbij. Herms stapte weer af, en bleef met hen staan praten. Toen slaakte een diepe zucht en liep, alsof ze moe s. naar den boom, waar haar fiets tegen stond. Zo zag de roodo striemen om haar pol kenZe probeerde te bedenken, wat ze doen maest, maar 't woelde allemaal door- ze kón niet overleggen met zich zelf.. Twee dingen begreep ze; dat achter die liefdadigheid boos opzet had gezeten, en dat hij uit wraak haar flirt had genoemd..., maar zooveel hoosheid in één menschen- hart, ze kon het niet verwerken Beide mannen waren opgestapt en Herms ging mee terug. Ze zag liet met zenuwach tige blijdschap, en stapte ook op om heel hard door te fietsen. Ze merkte nog. iat Herms z'n hoed voor haar lichtte, maar trapte door. zoo stevig ze kon. hang. dat hij haar inhalen zou. Alleen op haar kamer week de spanning en schreide ze zacht. O. die ontgoochelingdat blikken in de verdorvenheid van een menschcnziel „Jij flirt," klonk het nog in haar ooren na. llaar de schuld geven, om zelf vrij uit le gaan. Haar naam ontecren, om oogen» schijnlijk de zijne te reddenJij fliiL...,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9