DE BEELDENSTORM
Kerknieuws.
Radio Nieuws.
INGELEID
DINSDAG 10 DECEMBER 1929' DERDE BLAD PAG. 9
k IS
DOOR E. D. J. DE JONGH JR.
razernij die als
brand oversloeg
Uitzuivering van alles wat aan
Roomschen eeredienst herinnerde
geen plundering of diefstal,
enkel vernieling
De beweging, die in de tweede helft van
dc XVIe eeuw hier te lande plaats greep, en
die bekend staat onder don naam van
Beeldenstorm, is en blijft een opmer
kelijk psychologisch verschijnsel, een merk
waardige uiting van de volksziel.
Gelijk bij een atmosfeer, die geladen is
met electriciteit, op verschillende plaatsen
op ongeveer denzelfden tijd een heftig on
weer kan losbarsten, zoo brak dc woede, die
het volk bezielde tegen al wat zijn gehaten
onderdrukkers heilig was, uit in een ver
nieling van beelden en altaren en alle ge
heiligde dingen van den Roomschen gods
dienst. Het was hier juist het omgekeerde
van wat plaats had bij Israël. Bij dit volk
was het al maar een verlangen naar de af
goden, altijd weer een hunkeren naar de ge
sneden beelden; hier daarentegen was het
een weerzin tegen, een afkeer van de Room-
sclie heilige beelden, die het volk bezielde,
en die eindelijk tot gewelddadigheden over
sloeg. Met een ijver, als waarmede Jehu den
tempel Gods zuiverde van de afgodsbeelden
en heidensche tempelgereedschappen, zoo
beroofde het Calvinistische volk de Gods
huizen van die dingen, die bestanddeelen
van den Roomschen eeredienst uitmaakten.
Gelijk bij eon boschbrand de eene boom
?n anderen aansteekt en bij een stede-
brand de vlam overslaat van het eene huis
het andere, zoo plant.j zich de Beelden
storm voort
van stad tot stad, van dorp tot dorp,
vain Vlaanderen tot Groningen toe, en in
weinige dagen tijds werden honderden ker
ken geplunderd en van al haar schatten be
roofd. Het was een strijd niet tegen vleesch
en bloed, want aan zoo goed als geen enkel
menschelijk wezen werd eenig lichamelijk
letsel toegebracht, maar de strijd ging tegen
stomme beelden, waarbij bloed vloeien uit
gesloten was.
Verbolgen was het Gereformeerde volk,
verbitterd en tot in de ziel gekrenkt. Het
eene bloedplakkaat volgde op het andere,
dood en verderf dreigende tegen iedereen,
die in het Roomsche geloof geen vrede kon
vinden. Daden als het zingen van een
psalm, het lezen van de Heilige Schrift, het
bijwonen van een hagepreek, het herberg-
xaamheid verleenen van een om des geloofs
wil vervolgde werden alle beschouwd als
misdaden, die met den dood op het schavot
werden gestraft Lang had het volk dit uit-
k. I gehouden, lang had het deze ketterjacht ver-
k. I dragen, maar op een gegeven oogenblik zocht
cn de opgekropte woede ontspanning, en zij
vond die in den Be el denstor m.
De beweging had haar
?6;
waar bijna geen kerk ongerept bleef en den
20 Augustus 1566 barstte zij uit in Autwar-
pen. Het had al een paar dagen gespannen
de stad.
Twee dagen te voren toch had de eeuwen
heugende jaarlijksche plechtigheid van den
Ommegang plaats. Dat was een groote op-
tocht, waarin een prachtig uitgedost beeld
van de Heilige Maagd door de straten van de
stad gedragen werd, gevolgd door een groote
schare geestelijken, gilden, schutters en veri
schillende andere broederschappen. Deze
Ommegang gaf aanleiding tot spot en hoon
en bedreigingen van de zijde der Hervorm
den, maar tot dadelijkheden kwam het niet
Den volgenden dag drong wel een volks
hoop de prachtige Onze Lieve Vrouwekerk
binnen, die zich op hoonende wijze uitliet
togen het Mariabeeld en die den spot dreef
met den Roomschen eeredienst, maar daar
bleef het dan ook bij. Den dag daarop echter
kwam de volkswoede tot uitbarsting. Aan
den avond van den 20en Augustus toen „de
schaduwen van den nacht het steeds on
zekere licht der kerk met donkerder tinten
overtogen, nam het werk der verwoesting een
aanvang". Met stokken, bijlen, hamers en
andere werktuigen gewapend klom de me
nigte de ladders op om beelden en schilde
rijen omlaag te halen, de prachtige gebrand
schilderde vensters te vernielen, kunstig be
werkte ornamenten naar beneden te slinge
ren. om ze daarna met hun werktuigen te
vehrijzelen of mét hun voeten te vertreden.
En al dit verwoestingswerk geschiedde bij
bet licht der waskaarsen, die een bende dol
zinnige vrouwen van de altaren had ge
rukt.
„Een kolossale en prachtige groep
van den Verlosser om nog eens met
Motley te spreken tusschen de beide
moordenaars aan het kruis versierde het
groote altaar. Het Christusbeeld werd nu t
touwen en takels omvergeworpen, terwijl dc
moordenaars hittere en Godslasterlijke
spot gespaard bleven, de eenige vertegen
woordigers van dat heir van marmeren
beelden, 't welk door den storm was ver
woest".
Het was of het volk door
een demonfschen geest
was aangetast. De misgewaden trokken de
beeldenstormers aan over hun sobere piun
je; de wijn, die dienst moest doen hij het
heilig Sacrament, werd geschonken in de
gouden miskelken en opgedronken op dc
gezondheid van de Geuzen; met de heilige
olie, die bestemd was om daarmede vorsten
en prelaten te zalven, besmeurde men
zich dc schoenen, in dc misboeken en kost
bare handschriften stak men den brand
kortom het was één beeld van -rwoesting,,
dat het oog aanschouwde, één toonccl van
uitgelaten volkswoede, die niets, dat den
Roomschen heilig was, ontzag.
Zoo was dan in de enkele uren van een
korten zomernacht het inwendige van de
heerlijke Antwerpsche kathedraal, dat ju
weel van Gothische bouwkunst,
een puinhoop gelijk geworden
en nóg waren de gemoederen van de uitge
laten vernielers niet tevreden gesteld. Bij
dichte drommen liepen zij door de straten,
bijgelicht door brandende toortsen en was
licht, uit de kerken gehaald en als dolle
menschen roepende: „Vivent les Gueux"
Van kerk tot kerk togen zij en vóór de
morgen aanbrak waren reeds dertig kerkge
bouwen van hun beelden beroofd en geplun
derd. Ook de kloosters moesten het ontgel
den; de brooddronken menigte drong ze bin
nen, verbrandde er de kostbare boekerijen,
vernielde heelden, altaren en sieraden, ze
daalde af in de kelders en deed zich te goed
aan den wijn en het bier, „waarmede",
zooals de genoemde geschiedschrijver on
deugend opmerkt, „deze heilige mannen
van geslacht tot geslacht hun afgezonderd
leven pleegden te veraangenamdh".
Schrik en ontzetting
werden verspreid onder de bewoonsters
van de vrouwenkloosters, die bevend en
gillend een goed heenkomen zochten hij haar
vrienden in de stad.
Nog twee dagen en nachten duurde dit
vernielingswerk voort te Antwerpen en in de
omliggende dorpen; te Mechelen, te Gent,
te Doornik en in vele andere plaatsen, zoo
een vierhonderd kerken van al haar
beelden en kostbaarheden werden beroofd.
Te Valencijn had de Beeldenstorm plaats op
den 24 Augustus, den Bartholomeusdag, die
weinige jaren daarna zulk een ontzettend
bloedig spoor zou achterlaten. Maar hier bij
den Beeldenstorm vloeide geen bloed, geen
priester of non ondervond eenigen persoon
lijken hinder, het was tegen de levenlooze
beelden dat de strijd was gekeerd, in het
vernielen van wat hun gehaten belagers en
onderdrukkers heilig was gaf zich het over-
kropte gemoed lucht
Ook viel er
geen hebzncht of roof
te bespeuren, geen der beeldenstormers, hoe op bedaarde en beleidvolle wijze de beelden
arm hij het ook mocht hebben haar de we? en J&oomscfte kecksieraden uit het gebouw
reld, eigende zich iets toe van de vele kost- had laten weghalen»
baarheden, die zij maar voor 't grijpen had- Op den. 24en Augustus sloeg de vlam ook
den; ja de gouden en zilveren bekers èn siê-naar Leiden over, waar eerst de St Pie-
radiën, de juweclen en paarlen, die -voor den
dag kwamen, hieven door hen onaangeroerd
om zich er mede te verrijken. Zelfs weiger
den zij te Valencijn dc aanzienlijke sommen
aan te nqmen, die hun geboden werden, als
ze de kerken wilden versehoonen. .la zoo
sterk hielden zij aan dit beginsel vast, dat
zij zich niet ontzagen om op een hunner, die
voor een waarde van ccnige guldens zich
had toegeëigend, den drastischen ïviaatrego
toe tc passen van hem meedoogenloos op te
hangen.
De daders van deze kerkbestorming wa
ren maar klein in aantal. Te Antwerpen wa
ren 't. een honderd, te Mechelen zeventig of
tachtig,-die het vernietigingswerk volbrach
ten, maar de verwoesting, die werd aange
richt, was er niet minder hevig om.
Als een loosend vuur
sloeg de beweging van Vlaanderen naar de
Noordelijke provinciën over.
Eerst was Zeeland aan dc beurt, waar
de storm den 22en Augustus M i d d
burg aantastte. Verschillende leden van
stedelijke regeering waren dc Hervorm
toegedaan, hetgeen liet volk aanmoedigde
om de Lieve Vrouwe-Abdij (thans de Nieuwe
Kerk genoemd) aan te vallen evenals de St.
Pieterskerk (thans Oude Kerk geheef m).
Aan deze kerkbestorming nam ook deel de
notaris Willem Deynoot, om welk be
drijf hij later ter dood veroordeeld is. Op
denzelfdeivdag, dat Middelburg in beroering
kwam spande het ook in Vlissingen.
Tot den magistraat werd door de belijders
van de nieuwe religie gericht
een dringend verzoek om een kerk
af te staan en hun te vergunnen die van de
heiligenbeelden te zuiveren. Toen de raad
weigerde hieraan te voldoen en daarin bleef
volharden, ook nadat men door bedreigingen
gepoogd had aan hot verzoek kracht hij te
•zetten, ging liet volk tot gewelddadigheden
over door de kerken te bestormen en i-
plundercn. In de provincie Utrecht had
rlc Beeldenstorm plaats op 24, 25 en 26 Aug.
In de hoofdstad van dit gewest liep het ge
rucht, dat elders in het land de kerke;
werden beroofd en dat een troep van S000
gewapende mannen door het land trek om
dit werk uit te voeren. Dit laatste was na
tuurlijk een loos gerucht, maar .niettemin
miste het zijn uitwerking niet. Hit volk
toch kreeg daardoor moed om ook het zijne
hij te dragen om de kerken van heelden te
zuiveren. Een gewapende menigte verzamel
de zich op het Mariakerkhof, en trok van
daar op de Geertekerk los, vervolgens op de
Buur-, de St. Jacobs-, dc St. Nicolaaskerk en
verder op de kerken van de Predikheeren
en "de Minnebroeders, waar alles van den
wand gerukt, verbrijzeld en vernield werd,
zoo ook de mooie, deuren van Jan van
Scorel in de Mariakerk. Vooral de schoone
Domkerk, toen nog niet verminkt cn van
haar langschip beroofd, moest het ontgelden:
de prachtige gebrandschilderde glasvensters,
de altaren en reliekschrijnen, het kostbare
koperen koorhek en talrijke grafteekens van
bisschoppen en andere personen werden ver
nield- Het gevolg van deze actie was, dat
en nog een andere kerk toegezegd werd,
zoo dit noodig mocht blijken. Maar deze
gunstige toestand duurde niet langer dan
eenige weinige dagen, want de landvoogdes
Margaretha weigerde deze overeenkomst
goed te keuren, zoodat den 6cn September de
kerk weer voor de Gereformeerden gesloten
werd.
In Vianen werd het
plunderen van de kerk voorkomen,
door dat Brederode, de heer van die plaats,
DE OPVOEDING VAN 'T MILITAIRE PAARD
Er komt heel wat kijken eer een paar voor den militairen dienst is afgericht. Vooral
voor 't vuren zijn ze in 't begin schichtig en bang. En 't kost heel wat dresseerkunst om
ze daaraan te wennen. Maar ook dat gelukt ten slotte, gelijk deze kiek niet onaardig
laat zien.
DE PROTESTANTEN IN SPANJE.
De „Semeur Vaudois" schrijft: Dezen zo-
iver hield het Spaansche Protestantisme
zijn Congres te Barcelona, dat 700 deelne-
nfJis telde.
Daar de Protestantsche kerkgebouwtjes
dit groot aantal moeilijk konden bevatten,
zou men een groote zaal gaan huren. Met
moeite kreeg men een lokaal, en toen kwam
nog het venbod van autoriteiten, om die
zaal te huren.
Noodgedwongen moest men nu wel in
eigen kerkgebouwtjes vergaderen, waar men
als haringen in een ton hij een vreeselijke
hitte zat opeengepakt. Uiterlijke aanwijzin
gen. welke op het Congres de aandacht
estigden, mochten niet aangebracht wor
den.
Volgens genoemd blad is de onverdraag
zaamheid ten opzichte van de Protestanten
in Spanje nng groot en indien niet van
wege het buitenland een zekere druk werd
uitgeoefend, zou die onverdraagzaamheid
bestendigd blijven en zelfs grooter worden.
Bovengenoemd blad heeft ook nog het be
richt, dat de Koning van Zweden hij zijn
bezoek te Madrid ook door den kardinaal
bisschop van Madrid "werd begroet met een
toespraak, waarin de verdraagzaamheid van
Zweden ten opzichte van de Roomschen
werd geroemd. De Koning moet hem toen
geantwoord hebben: „Het spijt me, dat ik
hetzelfde niet van uw Kerk tegenover mijn
geloofsgenooten kan zeggen". De Bisschop
moet toen tot achtsr /.in oot;-n oo i gewor
den zijn, doch met geen woord geantwoord
hebben.
DE ROOMSCHEN IN FRANKRIJK.
Hoe groot de afval is van de Roomsche
Kerk in Frankrijk, daarvan geeft een schrij
ven van Bisschop Grent van Mans, d.d. 1
Juni 1929, duidelijk beeld. Het betreft hier
uitsluitend het platteland.
In het kanton Grand Lucé, tellende 7644
Roomschen, was het getal der Paaschoom-
municanten 338. Van de 334 pasgeiiorenen
werden 1S6 gedoopt Meer dan één derde
van de huwelijken en één vijfde van de be
grafenissen geschiedde zonder eenige mede
werking van de Kerk.
In het kanton Mayet hadden 264 begra
fenissen plaats, waarvan er slechts 115 ker
kelijke geschiedden. Op 154 huwelijken wer
den er slechts 66 kerkelijk ingezegend. In
zes andere kantons vindt men eenzelfde
toestand en in het departement Sarthe zijn
er 200 parochiëen zonder priester.
Wat het gebrek aan priesters betreft, dit
wordt er niet slechter op, daar de kleine
seminariën cn de instituten, waar meer ge
vorderde candi daten worden opgenomen,
niet hebben te klagen over toevloed van
leerlingen, welke zelfs groot is, zoodat er
gehouwen uitgebreid moeten worden.
DE GODSDIENST IN RUSLAND.
De Sovjet-regeering van Rusland verstond
reeds direct de kunst, om ook de belasting
te bezigen in dienst van haar optreden te
gen den godsdienst
Het geestelijke ambt is in de oogen der
Regeering een z.g.n. vrij bedrijf, waarom
zifc die in dat ambt staan, bijzonder hooge
belastingen moeten betalen, daar dit „vrij
bedrijf" onproductief en onsociaal wordt ge
acht
Hiermee is de Sovjet-regeering echter niet
tevreden, daar de Gemeenten vaak in een
deel dier belastingen meedragen. De Regee-
terskerk met haar 34 altaren, prachtige al
taarstukken en fraaie beelden het moest
ontgelden. Het ging hier al even als op de
andere plaatsen toe: de marmeren apostel
beelden, die tegen de kolommen stonden,
werden met touwen naar beneden getrokken
en vielen op den steenen vloer aan stukken.
De schilderijen werden doorgestoken, de
gouden monstransen, kelken en altaarsie
raden vernield, eeuwenoude geschriften en
belangrijke boeken aan de vernietiging prijs
gegeven. Naar gezegd werd hadden twee der
verbonden edelen, n.l. Jacob van Wijngaar
den en Arend van Duivenvoorde, dc hand in
dit vernielingswerk.
Daarna trok de menigte naar de Hoog-
Iandsche-, Lieve Vrouwe -en anderé kerken
om haar woede te koelen op wat daar aan
beelden en Roomsche kerksieraden te vin
den was.
Te Delft ging het al niet beter toe. De
Oude Kerk was buitengewoon rijk aan
kunstwerken van allerlei soort, gouden en
zilveren gereedschappen tot den, eeredienst,
glasvensters, beeldhouwwerken en op het
hoogaltaar altaarstukken van de beroemdste
meesters als Jan van Scorel en Maarten
Heemskerck. Al deze kunstschatten werden
verwoest op denzelfden dag als dit te Leiden
geschiedde. Twee jaar daarna werd aan
den beroemden beeldhouwer Willem
Danielsz. van Tetrode opgedragen een nieuw
hoogaltaar te maken, dat het oude in rijk
dom van materiaal en beeldwerk nog verre
zou te boven gaan.
De schoone Nieuwe Kerk trof een gelijk
lot. Uitgezonderd de preekstoel, werden ook
hier
alle kunstwerken verwoest
o.a. een groot altaarstuk, met dubbele of vii
openslaande deuren, die in 1550 door Jan
van Scorel met heerlijke voorstellingen wa
ren beschilderd.
Motley. De Opkomst van de Nederland-
sche Republiek.
MACKENSEN'S TACHTIGSTE GEBOORTEDAG
Verleden weck vierde de bekende Duitsche Generaal-veldmaarschalk V on Mack ens en (in
't midden op onze fotozijn tachtigsten geboortedag. Velen van zijn vroegere regi-
ments-kameraden kwamen in vol ornaat den ouden veldheer hzm gelukwenschen aanbie
den. Zoo'n foto vol schitterende uniformen herinnert er wel heei sterk aan, dat in de
laatste jaren veel in Duitschland is veranderdL
ring bestrijdt den godsdienst en het gees
telijk ambt thans ook door de z.g.n. vrij
willige belasting.
Deze belasting is als volgt ingericht: In
elk dorp wordt door het dorpsbestuur voor
geschreven hoe hoog iedere dorpeling zijn
belasting in natura wil zien opgevoerd. Het
communistisch bestuur gebruikt deze „vrij-
""ge" belasting natuurlijk als middel, om
de vijanden van den Staat maatschappelijk
te ruïneeren. Onder die vijanden worden
ook predikanten en monniken verstaan.
Wie deze „vrijwillige" belasting niet op
tijd en op 'de juiste wijze opbrengt, wordt
van zijn goederen verbeurd verklaard en
kan bovendien nog in de gevangenis te
recht komen.
Een oude predikant in Zuid-Rusland
oest 200 poed tarwe opbrengen. Daar de
predikant noch zaat, noch oogst kan hij het
ereischto graan niet opbrengen, waarom
hem totaal alles wat Kij bezat, werd ont-
imen en tegen geringe prijzen verkocht.
Het graan is trouwens in Rusland niet
goedkoop. Om 200 poed tarwe te kunnen
koopen, is weieens een geheele woning
inrichting te gelde gemaakt. Thans hebben
levensmiddelen bijna alleen waarde in te
genstelling met 1920, toen men voor 7 tot
12 poed tarwe een nieter wollen stof kon
besleden.
Wanneer de Adventstijd gekomen is en de
Christenen tot milddadigheid zijn gestemd,
dan komt telken jare opnieuw de bede tot
U mede te helpen aan de leniging van den
nood onder"de Armeensche vluchtelingen.
Het Armeensche volk is in de jaren 1915
1922 uit zijn vaderland verdreven en zwerft
sedert dien als bannelingen in den vreemde.
Tienduizenden kwamen ook naar Syrië en
sedert dien begon de strijd tegen werkeloos
heid, honger en gebrek. Vooral het lot der
Armeniërs te Aleppo is ondragelijk. Opeen
gehoopt in een groot vluchtelingenkamp in
stalachtige barakken hebben ze niettegen
staande dit alles getracht tot een nieuw be
staan te komen, wat aan de meesten hun
ner echter niet is gelukt. Om een einde aan
deze ellendige woningtoestanden te maken,
groep de Regeering enkele maanden geleden
in en besloten werd 't geheele kamp af te
breken en op een ander gedeelte buiten
Aleppo een nieuwe vluchtelingenstad te
doen verrijzen met woningen, die-wc'
waar slechts uit een kamer bestaan, doch
een beter dak hebben, zoodat in den zomer
de hitte dank zij de 'betere dakconstructie
gemakkelijker te dragen is, terwijl men in
den winter geen angst behoeft te hebben,
dat de regen voortdurend door het dak heen-
druppelt. De grond, waarop gebouwd wordt,
het materiaal, dat voor den bouw noodig is,
alles moet worden betaald. Hoe echter aan
geld te komen, wanneer er zelfs niet
doende is voor het eenvoudigste maal?
vluchtelingenkamp telt vele weduwen. Ook
zij moeten houwen. Gebrek aan geld, om
het materiaal tc koopen, maakt ze tot dak-
loozen.
Deze dakloozen roepen Uw steun in. De
winter komt en de nachten in Aleppo zijn
reeds bitter koud Geheele gezinnen kam
peeren onder den blooten hemel. Gij, die
in dezen tijd geniet van Uw verwarmd ver
trek, gedenkt ook den nood van het Ar
meensche volk van vluchtelingen en laa'
Uw hart tot mildheid worden bewogen. Dc
kosten voor een dak bedragen f. 40.—
Wie helpt de dakloozen aan een dak boven
het hoofd? Gaven voor dit doel worden
gaarne iu ontvangst genomen door het Secre
tariaat van het Nederl. Comité der Action
Ghrétienne en Oriënt, een werk van Bij
stand en Evangelisatie onder de vluchtelin
gen in Syrië.
- Secretaresse van het Comité is mcj. Ca'o
de Witte te Utrecht, J. W. Frisosraat
Gironr. 1S757.
10.3011 Kt
L>a. I* Oranje. Gi
U—11 30 Gramol
11.3012-30 H
p door dea heer M. F. Jurjau
12.30 Tfldsetn. 12.30—2 Middag'
.ren (XH
nz te Hil-
oncert. De
Dirk Vos.
Horst—Bleekr
i Chr. Lectuur
i. 3.15—1.15 Vei
i. 5 Tijdsein, ö-
nej. G. H. van H
ekeningen.
ae. Ph. Car
S.30—Afloop. Uit
Jr.. cello; Mevr. R
plano. 2,453.1J
MeJ. M. Wentink
Delft. 6 Tijdsein,
et Nederlandsch
r— 6.30 Cursus
pianobegeleiding
ent het Chr. Radio-Orkest onner leiding van
;n heer P. v. d. Hurk. 10—10.30 Onderbreking
in het Concert- Spreke. Ir. W. D. P. Slenfert,
I. te Amsterdam. Onderwerp Koptelefoons eu
IdspekeH. tevens bespreking de.- middelen om
;t geluld te verbeteren -. Daarna Persberichten.
HILVERSUM (1071 M. van 12—298 M.).
10—10.15 Morgenwijding. 12.15—2 Concert door
AVRO-Kwartet. 2—3 Gramofoonmuzlek. 3
lafcursus. 4—4.30 De voornaamste studlemu-
voor plano, uitgevoerd door Egbert Veen.
Ichtlng door Louis Sc!
Hot omroeporkest- 6.:
—7.15 Italiaansch voor
aansch voor gevorderd
lek te Amster.
nidt. 6—6 20 Concert
i Koersen Va* Dlaa.
beginners. 7.167.45
10 Per
gozelsch;
Muziek.
i de Vos
ers-jub
solistei
9.30 Alcoholvrije
UIT DE ANTI-REV. PARTIJ.
POLITIEKE ACTIE OP FLAKKEE.
Men schrijft ons van Flakkee o.a.:
Een beangstigend verschijnsel op Flakkee
is. dat het socialisme met sprongen vooruit
gegaan is.
In 1923 bij de Statenverkiezing behaalde
de S.D.A.P. op Flakkee 658 stemmen, bij de
Kamerverkiezing in 1925 981 stemmen, bij de
Statenverkiezing in 1927 1030 stemmen, en
nu bij de Kamerverkiezing m 1929 1600 stem
men.
Deze winst behaalde de S.D.A.P. niet van
andere linksche groepen, maar van rechts.
Van wie komen deze stemmen
O. i. van de jonge kiezers, die voor het
eerst ter stemming gaan.
Het zal goed zijn, dat onze plaatselijke
kiesvereenigingen op Flakkee deze zaak eens
ernstig onder de oogen zien en dezen winter
niet ongebruikt laten voorbijgaan.
Wie kennis van het Flakkeesche leven
heeft, krijgt wel eens don indruk dat er
door de ouderen wat te weinig op de groote
bcteekenis van het behoud der jongeren ge
let wordt
We mogen gelukkig constateeren dat er
in het laatste tiental jaren onder onze jonge
menschen zelf een verandering ten goede ge
komen is. Althans in engeren kring.
Op schier alle plaatsen zijn Jongolingsver-
eenigingen verrezen van Kerkelijk Gerefor
meerd of N'ed Hervormd karakter.
Maar nu is het zaak dat onze kiesvereeni-
gen dit element aanmoedigen door zelf ver
gaderingen te houden en deze jongeren uit
te noodigen toe te treden. Langs dien weg
is er contact te krijgen met het opkomend
geslacht van Flakkee. dat anders voor een
groot deel verloren gaat aan liet socialisme.
BONNA WIEGERS—GROENEVELT.
(13
Zo stonden nu voor de stoep van haar
kosthuis.
„Gek? Zeg maar, dat je me niet ver
trouwde. 'k Vind 't vreeselijkMaar 't
hoeft niet hoor".
Meteen maakte hij een beweging, om ver
ontwaardigd weg te gaan.
„Nee, nee." zei ze vlug, ,,'t is goed, ik zal
meegaan. Maar reken cr op, dat 'k je ver
trouw''".
„In orde". Hij drukte haar de hand.
„Hoe laat?"
„Kwart over vijf', besliste ze.
Toch was ze niet rustig. Wat had ze ge
daan, en wat ging ze doen, en wat zouden
de menschen zeggen? Maar telkens weer
eindigde die onrust in dc verzekering aan
zich zelf, dat hij wel zwak was, maar niet
slecht. Hij streed immers?
„Maar Van Huizen dan," schoot haar
plots te binnen. Ze zou toch naar Va-n Hui
len gaan? Daar had je al zoo iets van wat
de dokter zei over beloven. Nu had ze al
weer aan Herms beloofd, zonder na te
denkon. Wat moest ze nu? Ferms afzeggen,
dcc. T-nt hp«, nrato*1? Een. briefje
schrijven? Zou hij dan niet denken, dat ze
spijt had, en uitstel afstel worden kon?
Dan kon ze toch beter een dag later naar
Van Huizen gaan die wisten van d'r
komst niet afZe had nu toch hoofdpijn.
Er was ook altijd weer wat nieuws, maar
zou 't maar laten zoo als 't was.
,Maak alles goed, Heere," bad zo werk
tuiglijk bij d'r avondgebed, en ze dacht er
niet aan, hoe ze zélf den weg reeds uitge-
teekend had. Ze verlangde naar de vacan-
tie, naar rust, of... eigenlijk naar Bart?...
HOOFDSTUK VII.
Bij Verhoef waren de pakjes met groote
vreugde begroet Herms had voor alle kin
deren iets meegenomen, wat Mies d'r be
wondering had opgewekt en haar vertrou
wen versterkt. Voor zieke Piet waren er
vruchten, die z'n moeder in de kast had ge
zet, omdat hij sliep. In de schoon geschrob
de, met zand bestrooide keuken werd alles
uitgedeeld.
Mies bleef geleund tegen den muur, om
van de schitteroogjes der kleinen naar die
van hun moeder te zien, die ijverig touw
tjes doorsneed, en papier ontvouwen moest,
trouw bijgestaan door Herms. 't Was feest
voor de kinderen, maar ook voor haar. O,
die juichkreetjcs, die opklonken door de
keuken, wat maakten ze haar hlij. Die grage
oogjes en die vlugge handjes, als 't pakje
heelemaal open was en ze mochten grijpen.
Achterlijke Teus wees, z'11 bouwdoos stijf
tegen zich aan, naar haar cn zei:
„Van de Uffrou van do kelé, moes."
't Viiriarig meisje dolde met haar pop
door de keuken licen en zong: „lieve me
neer, lieve meneer."
Kleine Lena met haar emmertje In de
eene en 't schepje in de andere hand, hielp
met een ernstig snuitje mee:
„leve meëer, ieve meëer."
Alleen tweelingbroertje liet z'n schatten
in den steek en zocht schreiend schuilplaats
achter moeders schort
„Malle jongen. Hij is wat bang," veront
schuldigde die hem.
„Nee bang," beweerde 't kleine zusje.
„Zeg dan es dank u wel meneer en geef
meneer een.handje."
„Danne," zei Lena, terwijl ze Herms haar
kleine knuistje toestak.
Toen moest ze naar Mies.
„Danne," zei ze weer.
„En een kusje?" vroeg Mies, haar op den
arm tillend.
„Nee nee tus," schudde ze 't hoofdje,
zich naar beneden werkend.
,,'t Is niet van mij, 't is van meneer Tuin
man, hoor," vertelde Mies vrouw Verhoef
toen, die haast niet wist hoe ze bedanken
moest
„Flauw, 't Is
Herms in.
„Je jokt 't Is alleen van jou. Ik heb de
pakjes gemaakt, (la's mijn werk," zei ze
weer aan de moeder
,.'t Was toch heerlijk," vond ze, toen ze
«nmen op dc ficls waren gestapt
I „Heli je genoten?"
„Nu, dat dunkt, me."
I „Da's me meer waard dan de blijdschap
ven de kinderen," zei hij, zonder naar haar
to kijken.
..Dat is leeliik van je."
U'i bleef zwijgen, bet flennehnsehje langs
't Was heel stil op den weg, 'ér ging nie
óns allebei,"
mand voorbij. Ze zag alleen een eekhoorntje
springen van tak tot tak, wilde er hem op
wijzen, om een eind te maken aan z'n plot
seling stij-zijn, dat haar beangstigde, maar
meteen, toen ze naar hem op wou zien zag
ze z'n oogen stijf op haar gevestigd, met
dienzelfden vreemden gloed als bij het
korenveld.
„LA At dat, Herms," gebood ze.
Hij lei z'n hand op heur stuur en dwong
haar zacht te rijden.
„Mies, ik heb je lief. 'k Wil alles voor'je
doen alles zeg maar, wat je wilt, doe
met me, wait je wilt, maar wijs me alleen
niet af."
„Je zou zwijgen," riep ze uit, met haar
vuist zijn hand van 't stuur afslaand.
„Nooit."
Hij sprong af, schoof haar fiets naar den
kant, om haar staande te houden, maar ze
was reeds z'n voorbeeld gevolgd en stond
vóór hem, rood van drift.
„Geef hier ik wil naar huis."
„Eerst praten," zei hij, terwijl in een
oogenblik haar fiets tegen een boom aan
stond, de zijne ervoor.
„Je bent gemeen je bent laf*— je be
driegt me." 1*1
„Mies," smeekte hij, probeerend haar
hand te pakken, „help me nou,' Mies."
Maar zc rukte die hand weer los, en voor
hij besefte wat ze ging doen, voelde hij een
vinnige pats vlak in z'n gezicht.
„Wil je niet wil je noit?" vroeg hij
gejaagd.
,,'k Wil niet eens met jc préten. Laat me
gaan!"
I Toen versperde hij haar den weg, de ar
m u:•«'•reid. Kri h' 1"
„Hooi je me niet ik wil gaan."
Ze schreeuwde 't hem bijna toe in heur
angst voor die vreeselijke oogengloed en
weer ging d'r hand omhoog.
Maar hij was er op voorbereid en greep
die hand, ook de' andere nog, trok haar
dichter naar zich toe.
„Au," riep ze uit.
„Laat me los, huichelaar, laat me los, of
ik schop."
Maar zijn sterke handen hielden haar
'ast.
„Dan wil ik een zoen ik wil een zoen
- mijn moeite zal beloond."
Ze voelde z'n warme adem al langs d'r
gezicht, in afkeer afgewend, en worstelde
en schopte, om vrij te komen.
„O, jij lafaard ik gil ik zal schreeu
wen om hulp."
„Dat geeft je wat. Ik wil een zoen. Wat
doe je met me mee te gaan waarom
breng je me in verleiding
„Jij, leelijke kat, hier. ik zal winnen."
Toen opeens liet hij los. Hij had om
gindsche hoclit een fietser aan zien komen.
Zij zag hem nu ook.
„Hulp daar is hulp," stiet ze uit, met
'n snik.
..O, jij bedrieger."
„F.n jij dan?" spotte hij. zich herstellend.
..Wie is de schuld? Een net meisje, waar
lijk, dat afspreekt met een jongen, eenzame
wegen te fietsen, terwijl ze weet. wat er
.geheuren zal. Ik noem 't een echte flirten-
streek jij flirt."
In stomme verbazing zag ze hem aan.
't Was, of die b re ede asphalt weg op en
neer ging dansen en al die zware hoomi
vallei
Ze
niet. Haar keel zat
Ze zag, dat hij z'n fiets nam en opsprong*
aar verroerde zich niet De andere fietser
was al dichtbij. Herms stapte weer af, en
bleef met hen staan praten. Toen slaakte
een diepe zucht en liep, alsof ze moe
s. naar den boom, waar haar fiets tegen
stond.
Zo zag de roodo striemen om haar pol
kenZe probeerde te bedenken, wat ze
doen maest, maar 't woelde allemaal door-
ze kón niet overleggen met zich
zelf..
Twee dingen begreep ze; dat achter die
liefdadigheid boos opzet had gezeten, en
dat hij uit wraak haar flirt had genoemd...,
maar zooveel hoosheid in één menschen-
hart, ze kon het niet verwerken
Beide mannen waren opgestapt en Herms
ging mee terug. Ze zag liet met zenuwach
tige blijdschap, en stapte ook op om heel
hard door te fietsen. Ze merkte nog. iat
Herms z'n hoed voor haar lichtte, maar
trapte door. zoo stevig ze kon. hang. dat hij
haar inhalen zou.
Alleen op haar kamer week de spanning
en schreide ze zacht.
O. die ontgoochelingdat blikken in de
verdorvenheid van een menschcnziel
„Jij flirt," klonk het nog in haar ooren
na. llaar de schuld geven, om zelf vrij uit
le gaan. Haar naam ontecren, om oogen»
schijnlijk de zijne te reddenJij fliiL...,