TERUG VAN DE
RAMPREiS
DINSDAG 10 DECEMBER 1929TWEEDE BLAD PAG. 5
„WITTE ZEE" EN „NUMBER" E3NDEUJK BINNEN
ONDERHOUD MET EEN DER
GEREDDEN VAN HET DOK
MET ZIJN TANDEN REDDE
ZICH HET LEVEN
Acht mannen moesten in de woedende
zee springen om gered te worden
Maassluis, 9 Dec. 1929.
Twee sonore stooten op de fluit geven het
teek•■n, dat de „Witte Zee" het agentuur-
huisje van Dirkzwager is gepasseerd en dus
voor de haven van Maassluis ligt. Het ge
duld van de verwaaide groep menschen, die
op het hoofd uren lajig de steeds heviger
w rdende storm, en regenvlagen hebben ge
trotseerd, is wel op proef gesteld, maar nu
kunnen ze dan ook hun familieleden en be
kenden toezwaaien direct nadat ze in zicht
komen.
Netjes wordt de „Witte Zee" door de Kijk
duin, een riviersleepertje, achterstevoren
naar binnen gehaald, nog even wat getob
om een goede ligplaats te vinden, maar dan
rust het schip ook met de reeling veilig en
wel tegen den wallekant en kunnen er
handdrukken worden gewisseld.
Ze gaan vaak gcpaai^l met een traan, een
oogenvonk van innige dankbaarheid, dat de
dood, die anderen wegriep hier nog geen
banden heeft gescheurd.
Het loopt vol met belangstellenden en de
mannen aan boord uiten hun blijdschap en
hun opgekropte spanning in een schier on
onderbroken geroep van: „Ha, Ariel" „Ha,
Piet, besjoer! Alles wel?"
Ze zien er doodelijk vermoeid uit, de man
nen, maar de echte zeemansleut, de onver
woestbare humor heeft de storm er niet uit
gewaaid. Een stoker, die zóó van achter de
vuren komt, steekt z'n hoofd achter het
gangboord vandaan en roept: „Oók goeie
middag! En wie eit er nou 'n sigeretje voor
me?", terwijl een ander den smid begroet
mot een: „Hallo Keesie! Je moet de groeten
van je kacheltje hebben hoor en hij maakt
hot nog best".
I Maar ook vol deernis zijn deze mannen,
ah ze even later op gedempten toon vertel
len hoe twee van hun kameraden van het
dok zijn omgekomen.
Wat verwezen in hun burgerkleeren staan
aan boord de vijf geredden van het dok tus
schen de anderen in, een vrouw schiet naar
voren op den wal en een van do geredden
herkentz ij n vrouw, een ontroerende
begroeting, maar dan kortaf:
„Dus kom je gauw?"
„Derect!"
Als de inklaarders met hun werk gereed
zijn, mogen de geredden het eerst aan den
wal.gaan. Omringd door groepjes familie,
kennissen en buren trekken ze langs de ha
ven naar huis. We volgen een van die groep
jes. waarvan een al wat oudere man, de
matroos J. Smoor, het middelpunt is. In de
straat, waar hij woont, staat men al te
wachten-en uit alle deuren klinken blijde
roepen van begroeting.
De man loopt, vreemd verwonderd, onge
wend aan zulk een thuiskomst, bijna z'n
eigen deur voorbij, maar even later zit hij
toch rustig bij moeder de vrouw achter de
kachel, de dampende thee wordt ingeschon
ken, broer en zus hurken op den grond en
dan gaat vader vertellen en we luisteren
maar heel stil naar het ontroerende verhaal
van zijn redding:
Vader vertelt
Het was al heel gauw nadat we vertrok
ken waren boos weer geworden, maar
's nachts, \an Vrijdag op Zaterdag dan,
werd het zoo erg, dat we bang waren, dat
het dok- breken zou. Het voorschip was al
meerendeels lek en daarom waren we met
z'n allen, tien man op het achterdek gekro
pen. Ileel den nacht zijn we aan dek geble
ven tot een uur of drie; toen zijn we toch
neg tot zes uur naar de kooien gegaan, om
dat we niet meer konden. Omdat liet no'g
man oor werd zijn we er weer uitgegaan;
ik heb wat koffie gezet, deeg klaar gemaakt
en later de capucijners opgezet. Het zal half
tien zijn geweest, toen ik even naar het
waalhuis ging dat is dat hokje, waar ze
den waterstand aflezen om een stuk spek
te halen om dat uit te brajen bij de capu
cijners. Net ben ik bij de kajuit met de zij
spek in m'n handen, toen ik denk: „Wat
gaat ie nou raar doen". Het dok was zoo'n
beetje hol gaan staan en in eens zag ilc het:
van onderen was ie begonnen te breken. Ik
kieper de zij spek zoo omlaag en hol naar
het achterdek, maar ilc moest nog over zóó'n
bult heenzetten, want de dekplaten waren
door het scheuren van onder heelemaal naar
boven omgekruld. Ik kwam er nog net
heen, maar binnen vijf minuten was het
heeie dok middendoor gebroken. Direct wa
ren de sleepbooten al bij ons en ze gooiden
een lijn over. Een van ons, ik weet niet wie,
heeft hem opgestoken en hij werd van het
dok afgetrokken in het water, maar toen
kreeg de zuiging hem te pakken en wel
twee minuten heeft ie onder het dok gezc-
Koedeloos.
Toen werd ik moedeloos en dacht het op
te geven, maar in eens komt met een ander i
zeetje de boei weer vlak bij me en toen kon
ik hem grijpen. „Halen!" riep ik en ze sche-
ncn het aan boord van de „Witte Zee" ook
te hooren, want ik werd met groote kracht
naar liet schip getrokken.
Tusschen de tanden.
Af en toe ging het dwars door het water
en nu begon ik te verkleumen aan m'n han
den, 'k voelde, dat ik hem niet zou kunnen
houden, maar toen heb ik het touw tusschen
m'n tanden genomen en me zoo vastgehou
den; kijk maar, at m'n tanden zijn zoowat
kapot getrokken, 'k Viel wel achterover,
maar zoo kon ik cr nog een beetje m'n
handen omheen slaan. Ik heb nog het schip
gezien, maar toen werd het zwart voor me
oogen
Gered.
Toen ik weer bijkwam heb ik een paar
maal gevraagd: „Waar ben ik nou, waar
ben ik nou?", maar langzamerhand zag ik,
dat ik droge klecren aanhad en in een kooi
lag mot dekens over me heen. Zoo heb ik
wel een uur gelegen en zonder ophouden ge
klapperd met m'n tanden, zoo kou had ik
het nog. Toen kwam pas al het water los,
dat ik binnen had gekregen. Ze hebben me
best verzorgd, hoor, op de „Witte Zee", heel
best
„Dat is nu de derde keer, mijnheer!"
valt de vrouw des huizes hier in.
„Ja, eerst 17 jaar geleden met dat dok
dat naar Lagos moest, dat we toen verspeeld
hebben bij de Portugecsche Noord, dat is
Kaap Finisterre; toen 10 jaar geleden met
een baggermolen, die door de „Friesland"
van Wijsmuller werd getrokken en die in
de Zuid-Chineesche zee verging, beide kee-
ren met moeite gered, en nu dit. Ja, en dat
zelfde dok heb ik 32 jaar geleden nog helpen
wegbrengen. Het ging toen van Wallscnd,
ten. Weer kwam de sleepboot dichtbij en
gooide een lijn over en toen heeft de stuur
man zichzelf opgestoken, maar ook hij werd
evenals de ander bewusteloos aan boord ge
haald. Toen zijn we geen van alle meer met
de lijn durven gaan. In dien tusschentijd
was het achterste gedeelte van het dok hee-
waar het gebouwd was, maar Stettin. Ook
door Smit gesleept, maar toen was het wat
beter weer
Een oogenblik was het stil en nu vroeg
de papagaai in een hoek even de aandacht
van den baas, maar deze droomde er over
heen weg: „Jammer van die twee. Van der
lemaal op z'n kop gaan sjaan, zoodat \ve Sluys hebben we heelemaal niet
bijna loodrecht boven de zee hingen en ons j zien, die schijnt zich niet goed vast gehóu-
tegen de golven aan de versterkingen moes- den te kunnen hebben, toen het achterschip
ten vasthouden. Het gedeelte waar de breuk rechtop ging staan. Van Buren moet de ma-
was moet zeker grond hebben geraakt, want j chinist nog het laatst gezien hebben. Hij
i het
gelukkig bleef het uiterste gedeelU
dok, waar wij met z'n allen op een kluitje
zaten boven water.
In doodsgevaar.
Hier hebben we lYz uur gezeten. We kro
pen maar zooveel mogelijk naar den kant,
waar do minste
riep, dat ie niet meer kon en is toen zeker
in het hol van het gebroken dok terecht ge
komen. Het zat daar vol wrakhout, een oude
jol dreef er ook nog en een stuk van de
brug en daar schijnt hij tusschen te zijn ge
raak*. Zeker doodgeslagen, arme kerel
We haddon het verhaal van dezen won
derlijk geredden vader gehoord, nu moesten
maar het was I we ook weggaan: de familiekring vroeg z'n
heele toer om je er op te houden. De cisehen. Het was een der meest ontroerende
booten bleven als maar om ons heen varen reddingsvcrlialen, die wc ooit hadden ge
en keken uit, of ze geen menschen zagen hoord.
Nu behouden thuiskomst vertelde A. Voogt, de eerste geredde van het doormidden ge
broken dok, aan zijn vrienden en bekenden zijn wederwaardigheden; naast hem rechts
J. Sperling, matroos van de „Witte Zee".
kwakte tegen de reeling en net op hetzelfde
moment begon het dok te breken. Ik heb
toen last gegeven de tros te kappen, omdat
het voor ons zelf levensgevaarlijk werd en
direct zijn we naar het dok toegestoomd. De
bemanning was omdat ze zeker het breken
verwachtten naar het achterste deel geklau
terd. De beide uiteinden staken in do lucht;
naar schatting was het dok op 1/3 gebroken,
zoodat tweederde deel achteraan zat en
daardoor grond kon raken. Dit is het behoud
van de acht runners geweest. Van der Sluys
kon zich aan het boveneinde niet meer hou
den en viel naar beneden; we hebben hem
niet meer gezien. De Witte Zee heeft „aan
gepast" en we hebben een lijn overgegooid,
waarmee we den matroos A. Voogt onder
het dok door aan boord konden halen. De
lijn werd op den winch gezet Weer ging er
een lijn over en Verwaard, de dokkapitein,
vroeg, wie cr over zou gaan, maar niemand
durfde en toén is hij zelf gegaan. Hij heeft
bij zijn redding een rib gekneusd. Nog eens
aanpassen ging niet meer en daarom riep
ik: „Spring met je zwemvesten overboord'
en dat hebben ze toen gedaan. We konden
toen aan boord halen de machinist P. v$n
Oord, de matroos L. Bouman en de matroos
J. Smoor. Een van hen raakte bij het zwem
men vermoeid en heeft toen het lijntje tus
schen zijn tanden genomen. Het weer bleef
zeer slecht en vannacht bij Haaks was het
zoo ontzettend, dat ik dacht: „Hoe moet dat
gaan?" Zelf ben ik nog een paar maal tegen
de reeling geslingerd en heb me bezeerd,
maar ik had niet eens gedacht, dat we het
wel zoo zouden halen.
Dat het dok is kunnen breken is het ge
volg van een zeer groote zeldzaamheid. Er
staat over het algemeen op de Noordzee een
vrij korte golfslag. Daar het dok 510 voet
of 160 M. lang was, kon het op verschillende
golftoppen steun vinden. Nu was de golfslag
echter zoo, dat het dok aan de beide uitein
den op twee zeeën is gekomen. In het mid
den vormde zich dus een groot golfdalen.
daar is het dok op gebroken.
Zeldzaam is het, maar het is nu eenmaal
De Humber.
Later op den dag, het was 8 uur gewor
den, is ook de Humber, de andere sleepuoof,
die het dok heeft getrokken, binnengekomen
met tie vlag halfstok. Dit schip, dat liet al
even hard te verduren heeft gehad, bracht
behalve het stoffelijk overschot van Van Bu
ren drie runners mee, die het op ongc\
gelijke wijze als de Witte Zee van het dik
had kunnen redden.
DE STORM OVER ONS LAND
SCHEPEN EN DIJKEN IN NOOD
drijven. Eindelijk kwam kapitein Verschoor
met de „Witte Zee" weer langszij cn
schreeuwde tegen den storm in zooiets van:
„Springen jullie overboord, an.
ders k
Kapitein Verschoor over de ramp.
•vuld,
Nadat alle formaliteiten waren 1
I heeft ook kapitein C. Verschoor het
ind huilde zoo, dat ik het rechte niet ander over de rampspoedige reis verteld,
kon verstaan, maar er zaten er nog twee I Op Dinsdag 3 December, zeide hij, zijn we
boven me en die wezen, dat we moesten van Hamburg vertrokken. Het was goed
zwemmen. Ik liet me toen van de verster- w eer en de tocht over de Elbe liep voorspoe-
king waar ik op zat naar een lagere zakken, dig, maar toen we de zee bereikt hadden
maar toen ik vast wilde pakken glipten m'n kromp de wind en het werd bruin weer. We
handen en lee ik al in het water. „Nou J hebben toen van den wal afgehouden en
komt 't", dacht ik. „dat is 't 1 e s t e!", I kwamen Donderdag bij het Borkumer rif,
maar ik ging direct zwemmen en kwam waar het nog veel slechter werd. Vrijdag-
zelfs nog mooi vooruit. Telkens wel onder, j middag zaten we nog 30 mijl N.N.O. van
dal is te begrijpen, maar ik hield vol. Daar Terschellingerbank, maar toen gingen we
zag ik in eens een boei met een lijn vlak hard achter uit cn Zaterdagmorgen zaten
voor me; ik spande al m'n krachten in, I we er al 65 mijl vandaan, 's Morgens om 10
maar zóó voel ik hem of hij schiet weer uur brak de tros van de Humber, op het-
weg, wel tot den overkant van de straat. Ik zelfde oogenblik sloeg het standaardkompas
zelf werd ook weer een eind terug geslagen, j van de Witte Zee van de stuurhut af en
DE AANGERICHTE SCHADE
Schepen In nood.
Volgens een te Vlissingen ontvangen radio
bericht van het Noor sche motorschip Temérai
re, bestemd naar Duinkerken, drijft een onbe
kend drièmastschip op drie mijl N.W. by
West van het Ruytingen-vuurschip. De motor-
bergingssleepbot Dotan zal hulp verleénen.
Het Duitsche s.s. Anbria heeft om sleepbo
hulp geseind wegens gebroken roer, waarop
de sleepboot Zer'and uit Nieuwediep ter as
tentie is vertrokken.
Het zeilschip Streven, schipper Terpstra,
laden met mais, op weg van Rotterdam n:
Leeuwarden, is gistermiddag voor Enkhuizen
van de ankers geslagen. Terstond heeft de
schipper de noodvlag geheschen. Een sleep
boot heeft het vaartuig te ErMiuizen binnen
gebracht.
De sleepboot Vlaanderen is IJmuiden uitge
varen om hulp te bieden ann een stoomschip,
dat ongeveer 60 mijl van I.Tmuiden was verwij
derd en draadloos om assistentie had verzocht.
De redding-motorboot Insulinde te IJmuiden
ging naar zee, om bij stormweer een proef
tocht te maken. Op zee ontmoette men den
motorlogger Adriana IJm. 206. van de reede-
rij F. Osendarp te IJmuiden, waarvan de schip
per sleepboothulp vroog, daar de motor defect
was geraakt.De Insulinde keerde naar IJmui
den terug en kwam terug met de sleepboot
Hector. Buiten gekomen, bleek de Adriana
reeds op sleeptouw te zijn genomen door de
sloomtreiler Ecliptica IJM. 63. Later brak de
sleeptros, waarop de Hector den motorlogger
behouden te IJmuiden heeft binnengebracht.
Bedreigde en gebroken dijken.
Door den hevigen Z.W. storm is een gat ge
slagen in den zeedijk bij Oudeschild op Texel.
Men is druk bezig het gat te dichten met
len en steenen.
Te Enkhuizen begint tengevolge van
hevigen storm het zeewater met kracht door
den dyk te dringen, die tot bescherming
Ecu r merkwaardige foto: het 11.000 ton metende droogdok voor de Rotterdarnsche Droogdokmaatschappij dat Zaterdag op de Noordzee is gezonken en waarbii tw
menschen den dood vonden verlaat Hamburg. De bemanning der beide sleepbooten zal zeker niet vermoed hebben, dat deze telt zulk een tragisch verloop zou licbbi
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Winterhanden
U behoeft r
Uw handen te 1;
terhanden zijn te voc
Kloosterhalsem
„Geen goud J
zoo goed" J
HET WEGENPLAN
RAPPORT DER COMMISSIE UIT DE
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND
Verechenen is het Rapport der Commissie
beaioemd bij besluit van Provinciale Staten
van 19 November 1929 aangaande het We-
Verscheiden leden brachten in dit rapport
hulde aan Gedeputeerde Staten voor de
wijze, waarop zij uitvoering geven aan het
Statenbesluit van 25 November 1927 tot
aststelling van het Provinciaal Wcgcnplan.
Niet alleen gold deze betuiging van instem
ming het aantal kilometers weg dat thans
gereconstrueerd werd en waarvan de recon
structie in een vergevorderd stadium van
voorbereiding was, ook de methode van
werken in deze werd door verscliillendc le
den geprezen.
Het lid van Ged. Staten merkte op dat,
nu de Provincie voor zeer belangrijke uit
gaven voor de Wegenverbetering staat, met
het verleenen van provinciale bijdragen ten
behoeve van de verbetering van secundaire
wegen de grootste matigheid zou moeten
worden betracht
Betreffende de positie van het West land
'ordt in overleg met den hoofdingenieur
an den Provincialen Waterstaat een plan
opgemaakt, dat binnen niet te langen tijd
het oordeel van den Minister van Wa
terstaat zal worden onderworpen.
Enkele leden wezen met nadruk op de
noodzakelijkheid, in de toekomst te komen
tot verbetering van de veerverbindingen, die
onmisbare schakels vormen in de wegen
doorgaand verkeer. Met name werd de
aandacht gevestigd op den toestand van de
verbinding Helle voetsluisMiddel harnis.
Het lid van Ged. Staten merkte op. dat
deze kwestie in onderzoek is bij een Rijks
commissie.
Nogmaals zal de aandacht van het Rijk
?vestigd worden op den onhoudbaren toe
stand van den weg langs het Voomsche
Kanaal.
De aanleg van den weg Rotterdam—Hoog
vliet wordt bespoedigd.
Betreffende het prae-advies van Ged.
Staten aangaande het verzoek van don Bond
van Bedrijfsautohouders in Nederland om
uitbreiding van het Provinciaal wegenplan
werd opgemerkt, dat onder de gegeven om
standigheden alleen een voorste! in overwe
ging genomen kan worden, waarbij over be
paald aangewezen wegen gehandeld \v >nlL
Overigens verecnigt de i
't voorstel van Ged. Staten.
UIT HET SOCIALE LEVEN.
de spoorweghaven dient. Het spoorwegperso
neel is onder leiding van ingenieurs bezig
een doorbraak te voorkomen.
Het water stroomde met één straal
breedte van 5 cm door het gat en kwam
recht in de spoorweghaven, zoodat er voor een
overstrooming niet het minste gevaar bestond.
Tengevolge van den Zuidwester storm die
sinds Zaterdag woedt en op de kust staat, is
nabij het provinciaal stoomgemaal te Tacozijl
(Fr.) gevaar voor doorbraak van den .dijk bij
De Lemmer ontstaan. Men is met materiaal
en zandzakken naar de bedreigde plek vertroflo-
ken om het gevaar van doorbraak te bezweren.
Dit gedeelte dijk is in onderhoud by de provin-
Boven in den kruin van den dijk is door nog
niet opgehelderde oorzaak een gat geslaven.
Het gat is op de gebruikelijke wijze met dek-
kleeden gestopt.
De plaats, die onmiddellijk bij het stoomge
maal ligt, wordt geregeld bewaakt-
Een huis in elkaar gewaaid.
Zondagnacht is door den hevigen storm van
een huis op den Leuterweg te Venlo, be
woond door het gezin Joosten, het dok afge
waaid. Het huis. dat door de bewoners tydig
was verlaten, is daarna ingestort.
Een boom op 'n autobus gevallen.
Maandagavond had op den Rijksstraatweg te
Rysoord een auto-ongeluk plaats. De 25-jarige
chauffeur Van Luiven. van de autobusondeme-
•ning Dirkzwager te Heerjansdcm. die eiken
dag werkvolk uit Rotterdam haalt, bevond zich
met zijn bus op weg van Zwijndrecht naar
R'dam. Ter hoogte van de Rlisoordsche brug.
woei door den gewe'digen storm een der oude
boomen om. Deze viel op den carburateur en
vernielde de beele auto. zoodat enkel het
chassis overbleef. De chauffeur kreeg een ern
stige hoofdwonde. Een inzittende passagier
kwam met den schrik vry.
Vier mannen verongelukt?
De Nederlandsche motorschoener West-
Vlaand eren van Antwerpen naar Londen, is
Vlissingen binnengeloopen. Van dit schip
wordt nabij Breskens een sloep met vier op
varenden vermist. De reddingsboot van Vlis
singen is uitgevaren om de sloep op te sporen.
Stormschade ln het Westland.
Men meldt ons uit het Westland:
De storm van gister heeft in het Westland
op verschillende plaatsen veel schade aange
richt.
Bij een tuinder nabij Monster werden plm.
50 ruiten vernield, terwijl kassen warenhuizen
op verschillende tuinen zijn gehavend.
Gelukkig is evenwel het grootste deel van
het glas nog op stapel, waardoor de schade nog
vry beperkt is.
In veilige haven.
Men meldt ons uit Lage Zwaluwe:
Op het Hollandsche Diep is de vrachtgoe-
derenboot Thor VII van de firma A. Smit, na-
by de Moerdykspoorbrug omhoog gevaren
op een strekdam. Door de woeste golven en
den opkomenden vloed, liep het schip gevaar
onder water te komen. Door de firma De
Graaf alhier werd aanstonds met de Zeven
Gebroeders uitgevaren. Het gelukte hen de
omhoog gevaren Thorhoot na een groot ge
deelte der lading te hebben overgenomen van
den strekdam te krijgen en zoowel schip als
bemanning veilig alhier in de haven te sle
pen,
NEDERL. BOND VAN GEMEENTE
AMBTENAREN.
Te Rotterdam hield Zaterdagmiddag do
afdeeling -Zuid-Holland van den Neilerland-
schen Bond van gemeenteambtenaren een
ledenvergadering, welke zeer druk was be
zocht. In zijn openingswoord wees de voor
zitter, de heer Fonkert, van Oud Be ij eiland,
erop, dat in Holland de positie van het se-
cretariepersoneel werd verbeterd cn dat in
vele gemeenten werd overgegaan tot de in
voering van het z.g. premievrij pensioen.
Voorts, dat enkele raden van gemeenten Ge
deputeerde Staten in overweging gaven om
de jaarwedden van den burgemeester, den
secretaris en den ontvanger te verhoogen,
doch dat, helaas, nog niet werd besloten
tot toekenning van die verhoogingen.
Na enkele opmerkingen, werd de begroo
ting der afdeeling voor 1930 vastgesteld.
Hierbij bracht de voorzitter een woord van
hulde aan den secretaris der afdeeling, den
heer de Boer te Hardinxveld, voor het vele,
dat deze ook in 1929 voor de ambtenaren bij
het bestuur en de administratie der ge
meenten deed. De heer Kluit (Rotterdam)
bracht dank aan de hceren Fonkert en de
Boer voor de wijze, waarop deze de belan
gen der afdeeling op de al ge me ene vergade
ring te Utrecht hebben voorgestaan.
Bij de rondvraag deed de voorzitter de
toezegging om met het bestuur overleg te
plegen omtrent het houden van een verga
dering in de maand Januari a.s. waarin een
inleiding zal worden gehouden over den al-
gemeenen maatregel van bestuur inzake de
financïeele verhouding tusschen het Rijk en
de Gemeenten.
Met 1 Jan. a.s. treedt een Kon. Besl. in
werking met betrekking tot arbeid op Zon
dag in het transportbedrijf te land.
Zoo mogen chauffeurs, die des Zondags
voor een garagedienst arbeid verrichten
moeten, dat niet meer dan twee Zondagen
achtereen doen. wat te contr -eren is, in een
hun, door den burgemeester afgegeven z.g.n.
rustdagkaart
Naar aanleiding van de mededeelingen van
de samenwerkende bonden in de kledingin
dustrie over bovengenoemde fabriek, schrijft
de firma Van der Zee Co., o.a. het vol-
Voor de nieuwe artikelen hadden wij de
loonen van de naaisters verhoogd, zoodat door
een bekwame naaister thans een loon van f 15
per week kan worden gehaald.
Met dezen loonstandaard konden de verte
genwoordigers der diverse bonden zich best
vereenigen.
Door onze firma wordt per jaar een week
vacantie gegeven met behoud van 75 van
het gemiddelde loon.
Uitbetaling van het loon van de Chr. feest
dagen, wenschte de firma aan te houden, tot
het volgende jaar, ingevolge de houding, die
het personeel, door onruij'ng had aangenomen.
Ons personeel geniet bij ziekte reeds meer
dan tien jaren. 80 van het loon, geduren
de zes welken. (Ook bij chronische ziektegeval
len).
In aanmerking nemende, dat met 1 Maart
a.s. de wettelijke ziekteverzekering in werking
treedt, bestaat er geen aanleiding hierin thans
verandering te brengen.
Een beduidende confectiefabriek in Ensche
dé, in dezelfde branche, keert geen ziokteeeld
uit, geeft geen vergoeding voor Chr. feest
dagen en slechts 3 dagen vacantie met vol
loon.
CHR. FABRIEK?- EN TRANSPORT
ARBEIDERS.
De Bond van Chr. Fabrieks- en Transport
arbeiders telde op 1 October j.l. 11.812 ie,Ier.
Er ontbraken toen nog slechts 158 aan het
getal van 12000. Het vierde kwartaal brengt
zeker hooger winstcijfer. Het hoogste leden-
cyfer. dat deze organisatie ooit bereikte, was
12.530. Zou het vierde kwartaal een winst
brengen van 688 leden, dan zou ook deze B n 1
Hus weer aan het topcyfer gekomen zijn. In
elk gevai is het wel zoo, dat men daar niet
ver af blyft.