TERUG VAN DE RAMPREiS DINSDAG 10 DECEMBER 1929TWEEDE BLAD PAG. 5 „WITTE ZEE" EN „NUMBER" E3NDEUJK BINNEN ONDERHOUD MET EEN DER GEREDDEN VAN HET DOK MET ZIJN TANDEN REDDE ZICH HET LEVEN Acht mannen moesten in de woedende zee springen om gered te worden Maassluis, 9 Dec. 1929. Twee sonore stooten op de fluit geven het teek•■n, dat de „Witte Zee" het agentuur- huisje van Dirkzwager is gepasseerd en dus voor de haven van Maassluis ligt. Het ge duld van de verwaaide groep menschen, die op het hoofd uren lajig de steeds heviger w rdende storm, en regenvlagen hebben ge trotseerd, is wel op proef gesteld, maar nu kunnen ze dan ook hun familieleden en be kenden toezwaaien direct nadat ze in zicht komen. Netjes wordt de „Witte Zee" door de Kijk duin, een riviersleepertje, achterstevoren naar binnen gehaald, nog even wat getob om een goede ligplaats te vinden, maar dan rust het schip ook met de reeling veilig en wel tegen den wallekant en kunnen er handdrukken worden gewisseld. Ze gaan vaak gcpaai^l met een traan, een oogenvonk van innige dankbaarheid, dat de dood, die anderen wegriep hier nog geen banden heeft gescheurd. Het loopt vol met belangstellenden en de mannen aan boord uiten hun blijdschap en hun opgekropte spanning in een schier on onderbroken geroep van: „Ha, Ariel" „Ha, Piet, besjoer! Alles wel?" Ze zien er doodelijk vermoeid uit, de man nen, maar de echte zeemansleut, de onver woestbare humor heeft de storm er niet uit gewaaid. Een stoker, die zóó van achter de vuren komt, steekt z'n hoofd achter het gangboord vandaan en roept: „Oók goeie middag! En wie eit er nou 'n sigeretje voor me?", terwijl een ander den smid begroet mot een: „Hallo Keesie! Je moet de groeten van je kacheltje hebben hoor en hij maakt hot nog best". I Maar ook vol deernis zijn deze mannen, ah ze even later op gedempten toon vertel len hoe twee van hun kameraden van het dok zijn omgekomen. Wat verwezen in hun burgerkleeren staan aan boord de vijf geredden van het dok tus schen de anderen in, een vrouw schiet naar voren op den wal en een van do geredden herkentz ij n vrouw, een ontroerende begroeting, maar dan kortaf: „Dus kom je gauw?" „Derect!" Als de inklaarders met hun werk gereed zijn, mogen de geredden het eerst aan den wal.gaan. Omringd door groepjes familie, kennissen en buren trekken ze langs de ha ven naar huis. We volgen een van die groep jes. waarvan een al wat oudere man, de matroos J. Smoor, het middelpunt is. In de straat, waar hij woont, staat men al te wachten-en uit alle deuren klinken blijde roepen van begroeting. De man loopt, vreemd verwonderd, onge wend aan zulk een thuiskomst, bijna z'n eigen deur voorbij, maar even later zit hij toch rustig bij moeder de vrouw achter de kachel, de dampende thee wordt ingeschon ken, broer en zus hurken op den grond en dan gaat vader vertellen en we luisteren maar heel stil naar het ontroerende verhaal van zijn redding: Vader vertelt Het was al heel gauw nadat we vertrok ken waren boos weer geworden, maar 's nachts, \an Vrijdag op Zaterdag dan, werd het zoo erg, dat we bang waren, dat het dok- breken zou. Het voorschip was al meerendeels lek en daarom waren we met z'n allen, tien man op het achterdek gekro pen. Ileel den nacht zijn we aan dek geble ven tot een uur of drie; toen zijn we toch neg tot zes uur naar de kooien gegaan, om dat we niet meer konden. Omdat liet no'g man oor werd zijn we er weer uitgegaan; ik heb wat koffie gezet, deeg klaar gemaakt en later de capucijners opgezet. Het zal half tien zijn geweest, toen ik even naar het waalhuis ging dat is dat hokje, waar ze den waterstand aflezen om een stuk spek te halen om dat uit te brajen bij de capu cijners. Net ben ik bij de kajuit met de zij spek in m'n handen, toen ik denk: „Wat gaat ie nou raar doen". Het dok was zoo'n beetje hol gaan staan en in eens zag ilc het: van onderen was ie begonnen te breken. Ik kieper de zij spek zoo omlaag en hol naar het achterdek, maar ilc moest nog over zóó'n bult heenzetten, want de dekplaten waren door het scheuren van onder heelemaal naar boven omgekruld. Ik kwam er nog net heen, maar binnen vijf minuten was het heeie dok middendoor gebroken. Direct wa ren de sleepbooten al bij ons en ze gooiden een lijn over. Een van ons, ik weet niet wie, heeft hem opgestoken en hij werd van het dok afgetrokken in het water, maar toen kreeg de zuiging hem te pakken en wel twee minuten heeft ie onder het dok gezc- Koedeloos. Toen werd ik moedeloos en dacht het op te geven, maar in eens komt met een ander i zeetje de boei weer vlak bij me en toen kon ik hem grijpen. „Halen!" riep ik en ze sche- ncn het aan boord van de „Witte Zee" ook te hooren, want ik werd met groote kracht naar liet schip getrokken. Tusschen de tanden. Af en toe ging het dwars door het water en nu begon ik te verkleumen aan m'n han den, 'k voelde, dat ik hem niet zou kunnen houden, maar toen heb ik het touw tusschen m'n tanden genomen en me zoo vastgehou den; kijk maar, at m'n tanden zijn zoowat kapot getrokken, 'k Viel wel achterover, maar zoo kon ik cr nog een beetje m'n handen omheen slaan. Ik heb nog het schip gezien, maar toen werd het zwart voor me oogen Gered. Toen ik weer bijkwam heb ik een paar maal gevraagd: „Waar ben ik nou, waar ben ik nou?", maar langzamerhand zag ik, dat ik droge klecren aanhad en in een kooi lag mot dekens over me heen. Zoo heb ik wel een uur gelegen en zonder ophouden ge klapperd met m'n tanden, zoo kou had ik het nog. Toen kwam pas al het water los, dat ik binnen had gekregen. Ze hebben me best verzorgd, hoor, op de „Witte Zee", heel best „Dat is nu de derde keer, mijnheer!" valt de vrouw des huizes hier in. „Ja, eerst 17 jaar geleden met dat dok dat naar Lagos moest, dat we toen verspeeld hebben bij de Portugecsche Noord, dat is Kaap Finisterre; toen 10 jaar geleden met een baggermolen, die door de „Friesland" van Wijsmuller werd getrokken en die in de Zuid-Chineesche zee verging, beide kee- ren met moeite gered, en nu dit. Ja, en dat zelfde dok heb ik 32 jaar geleden nog helpen wegbrengen. Het ging toen van Wallscnd, ten. Weer kwam de sleepboot dichtbij en gooide een lijn over en toen heeft de stuur man zichzelf opgestoken, maar ook hij werd evenals de ander bewusteloos aan boord ge haald. Toen zijn we geen van alle meer met de lijn durven gaan. In dien tusschentijd was het achterste gedeelte van het dok hee- waar het gebouwd was, maar Stettin. Ook door Smit gesleept, maar toen was het wat beter weer Een oogenblik was het stil en nu vroeg de papagaai in een hoek even de aandacht van den baas, maar deze droomde er over heen weg: „Jammer van die twee. Van der lemaal op z'n kop gaan sjaan, zoodat \ve Sluys hebben we heelemaal niet bijna loodrecht boven de zee hingen en ons j zien, die schijnt zich niet goed vast gehóu- tegen de golven aan de versterkingen moes- den te kunnen hebben, toen het achterschip ten vasthouden. Het gedeelte waar de breuk rechtop ging staan. Van Buren moet de ma- was moet zeker grond hebben geraakt, want j chinist nog het laatst gezien hebben. Hij i het gelukkig bleef het uiterste gedeelU dok, waar wij met z'n allen op een kluitje zaten boven water. In doodsgevaar. Hier hebben we lYz uur gezeten. We kro pen maar zooveel mogelijk naar den kant, waar do minste riep, dat ie niet meer kon en is toen zeker in het hol van het gebroken dok terecht ge komen. Het zat daar vol wrakhout, een oude jol dreef er ook nog en een stuk van de brug en daar schijnt hij tusschen te zijn ge raak*. Zeker doodgeslagen, arme kerel We haddon het verhaal van dezen won derlijk geredden vader gehoord, nu moesten maar het was I we ook weggaan: de familiekring vroeg z'n heele toer om je er op te houden. De cisehen. Het was een der meest ontroerende booten bleven als maar om ons heen varen reddingsvcrlialen, die wc ooit hadden ge en keken uit, of ze geen menschen zagen hoord. Nu behouden thuiskomst vertelde A. Voogt, de eerste geredde van het doormidden ge broken dok, aan zijn vrienden en bekenden zijn wederwaardigheden; naast hem rechts J. Sperling, matroos van de „Witte Zee". kwakte tegen de reeling en net op hetzelfde moment begon het dok te breken. Ik heb toen last gegeven de tros te kappen, omdat het voor ons zelf levensgevaarlijk werd en direct zijn we naar het dok toegestoomd. De bemanning was omdat ze zeker het breken verwachtten naar het achterste deel geklau terd. De beide uiteinden staken in do lucht; naar schatting was het dok op 1/3 gebroken, zoodat tweederde deel achteraan zat en daardoor grond kon raken. Dit is het behoud van de acht runners geweest. Van der Sluys kon zich aan het boveneinde niet meer hou den en viel naar beneden; we hebben hem niet meer gezien. De Witte Zee heeft „aan gepast" en we hebben een lijn overgegooid, waarmee we den matroos A. Voogt onder het dok door aan boord konden halen. De lijn werd op den winch gezet Weer ging er een lijn over en Verwaard, de dokkapitein, vroeg, wie cr over zou gaan, maar niemand durfde en toén is hij zelf gegaan. Hij heeft bij zijn redding een rib gekneusd. Nog eens aanpassen ging niet meer en daarom riep ik: „Spring met je zwemvesten overboord' en dat hebben ze toen gedaan. We konden toen aan boord halen de machinist P. v$n Oord, de matroos L. Bouman en de matroos J. Smoor. Een van hen raakte bij het zwem men vermoeid en heeft toen het lijntje tus schen zijn tanden genomen. Het weer bleef zeer slecht en vannacht bij Haaks was het zoo ontzettend, dat ik dacht: „Hoe moet dat gaan?" Zelf ben ik nog een paar maal tegen de reeling geslingerd en heb me bezeerd, maar ik had niet eens gedacht, dat we het wel zoo zouden halen. Dat het dok is kunnen breken is het ge volg van een zeer groote zeldzaamheid. Er staat over het algemeen op de Noordzee een vrij korte golfslag. Daar het dok 510 voet of 160 M. lang was, kon het op verschillende golftoppen steun vinden. Nu was de golfslag echter zoo, dat het dok aan de beide uitein den op twee zeeën is gekomen. In het mid den vormde zich dus een groot golfdalen. daar is het dok op gebroken. Zeldzaam is het, maar het is nu eenmaal De Humber. Later op den dag, het was 8 uur gewor den, is ook de Humber, de andere sleepuoof, die het dok heeft getrokken, binnengekomen met tie vlag halfstok. Dit schip, dat liet al even hard te verduren heeft gehad, bracht behalve het stoffelijk overschot van Van Bu ren drie runners mee, die het op ongc\ gelijke wijze als de Witte Zee van het dik had kunnen redden. DE STORM OVER ONS LAND SCHEPEN EN DIJKEN IN NOOD drijven. Eindelijk kwam kapitein Verschoor met de „Witte Zee" weer langszij cn schreeuwde tegen den storm in zooiets van: „Springen jullie overboord, an. ders k Kapitein Verschoor over de ramp. •vuld, Nadat alle formaliteiten waren 1 I heeft ook kapitein C. Verschoor het ind huilde zoo, dat ik het rechte niet ander over de rampspoedige reis verteld, kon verstaan, maar er zaten er nog twee I Op Dinsdag 3 December, zeide hij, zijn we boven me en die wezen, dat we moesten van Hamburg vertrokken. Het was goed zwemmen. Ik liet me toen van de verster- w eer en de tocht over de Elbe liep voorspoe- king waar ik op zat naar een lagere zakken, dig, maar toen we de zee bereikt hadden maar toen ik vast wilde pakken glipten m'n kromp de wind en het werd bruin weer. We handen en lee ik al in het water. „Nou J hebben toen van den wal afgehouden en komt 't", dacht ik. „dat is 't 1 e s t e!", I kwamen Donderdag bij het Borkumer rif, maar ik ging direct zwemmen en kwam waar het nog veel slechter werd. Vrijdag- zelfs nog mooi vooruit. Telkens wel onder, j middag zaten we nog 30 mijl N.N.O. van dal is te begrijpen, maar ik hield vol. Daar Terschellingerbank, maar toen gingen we zag ik in eens een boei met een lijn vlak hard achter uit cn Zaterdagmorgen zaten voor me; ik spande al m'n krachten in, I we er al 65 mijl vandaan, 's Morgens om 10 maar zóó voel ik hem of hij schiet weer uur brak de tros van de Humber, op het- weg, wel tot den overkant van de straat. Ik zelfde oogenblik sloeg het standaardkompas zelf werd ook weer een eind terug geslagen, j van de Witte Zee van de stuurhut af en DE AANGERICHTE SCHADE Schepen In nood. Volgens een te Vlissingen ontvangen radio bericht van het Noor sche motorschip Temérai re, bestemd naar Duinkerken, drijft een onbe kend drièmastschip op drie mijl N.W. by West van het Ruytingen-vuurschip. De motor- bergingssleepbot Dotan zal hulp verleénen. Het Duitsche s.s. Anbria heeft om sleepbo hulp geseind wegens gebroken roer, waarop de sleepboot Zer'and uit Nieuwediep ter as tentie is vertrokken. Het zeilschip Streven, schipper Terpstra, laden met mais, op weg van Rotterdam n: Leeuwarden, is gistermiddag voor Enkhuizen van de ankers geslagen. Terstond heeft de schipper de noodvlag geheschen. Een sleep boot heeft het vaartuig te ErMiuizen binnen gebracht. De sleepboot Vlaanderen is IJmuiden uitge varen om hulp te bieden ann een stoomschip, dat ongeveer 60 mijl van I.Tmuiden was verwij derd en draadloos om assistentie had verzocht. De redding-motorboot Insulinde te IJmuiden ging naar zee, om bij stormweer een proef tocht te maken. Op zee ontmoette men den motorlogger Adriana IJm. 206. van de reede- rij F. Osendarp te IJmuiden, waarvan de schip per sleepboothulp vroog, daar de motor defect was geraakt.De Insulinde keerde naar IJmui den terug en kwam terug met de sleepboot Hector. Buiten gekomen, bleek de Adriana reeds op sleeptouw te zijn genomen door de sloomtreiler Ecliptica IJM. 63. Later brak de sleeptros, waarop de Hector den motorlogger behouden te IJmuiden heeft binnengebracht. Bedreigde en gebroken dijken. Door den hevigen Z.W. storm is een gat ge slagen in den zeedijk bij Oudeschild op Texel. Men is druk bezig het gat te dichten met len en steenen. Te Enkhuizen begint tengevolge van hevigen storm het zeewater met kracht door den dyk te dringen, die tot bescherming Ecu r merkwaardige foto: het 11.000 ton metende droogdok voor de Rotterdarnsche Droogdokmaatschappij dat Zaterdag op de Noordzee is gezonken en waarbii tw menschen den dood vonden verlaat Hamburg. De bemanning der beide sleepbooten zal zeker niet vermoed hebben, dat deze telt zulk een tragisch verloop zou licbbi INGEZONDEN MEDEDEELING. Winterhanden U behoeft r Uw handen te 1; terhanden zijn te voc Kloosterhalsem „Geen goud J zoo goed" J HET WEGENPLAN RAPPORT DER COMMISSIE UIT DE PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND Verechenen is het Rapport der Commissie beaioemd bij besluit van Provinciale Staten van 19 November 1929 aangaande het We- Verscheiden leden brachten in dit rapport hulde aan Gedeputeerde Staten voor de wijze, waarop zij uitvoering geven aan het Statenbesluit van 25 November 1927 tot aststelling van het Provinciaal Wcgcnplan. Niet alleen gold deze betuiging van instem ming het aantal kilometers weg dat thans gereconstrueerd werd en waarvan de recon structie in een vergevorderd stadium van voorbereiding was, ook de methode van werken in deze werd door verscliillendc le den geprezen. Het lid van Ged. Staten merkte op dat, nu de Provincie voor zeer belangrijke uit gaven voor de Wegenverbetering staat, met het verleenen van provinciale bijdragen ten behoeve van de verbetering van secundaire wegen de grootste matigheid zou moeten worden betracht Betreffende de positie van het West land 'ordt in overleg met den hoofdingenieur an den Provincialen Waterstaat een plan opgemaakt, dat binnen niet te langen tijd het oordeel van den Minister van Wa terstaat zal worden onderworpen. Enkele leden wezen met nadruk op de noodzakelijkheid, in de toekomst te komen tot verbetering van de veerverbindingen, die onmisbare schakels vormen in de wegen doorgaand verkeer. Met name werd de aandacht gevestigd op den toestand van de verbinding Helle voetsluisMiddel harnis. Het lid van Ged. Staten merkte op. dat deze kwestie in onderzoek is bij een Rijks commissie. Nogmaals zal de aandacht van het Rijk ?vestigd worden op den onhoudbaren toe stand van den weg langs het Voomsche Kanaal. De aanleg van den weg Rotterdam—Hoog vliet wordt bespoedigd. Betreffende het prae-advies van Ged. Staten aangaande het verzoek van don Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland om uitbreiding van het Provinciaal wegenplan werd opgemerkt, dat onder de gegeven om standigheden alleen een voorste! in overwe ging genomen kan worden, waarbij over be paald aangewezen wegen gehandeld \v >nlL Overigens verecnigt de i 't voorstel van Ged. Staten. UIT HET SOCIALE LEVEN. de spoorweghaven dient. Het spoorwegperso neel is onder leiding van ingenieurs bezig een doorbraak te voorkomen. Het water stroomde met één straal breedte van 5 cm door het gat en kwam recht in de spoorweghaven, zoodat er voor een overstrooming niet het minste gevaar bestond. Tengevolge van den Zuidwester storm die sinds Zaterdag woedt en op de kust staat, is nabij het provinciaal stoomgemaal te Tacozijl (Fr.) gevaar voor doorbraak van den .dijk bij De Lemmer ontstaan. Men is met materiaal en zandzakken naar de bedreigde plek vertroflo- ken om het gevaar van doorbraak te bezweren. Dit gedeelte dijk is in onderhoud by de provin- Boven in den kruin van den dijk is door nog niet opgehelderde oorzaak een gat geslaven. Het gat is op de gebruikelijke wijze met dek- kleeden gestopt. De plaats, die onmiddellijk bij het stoomge maal ligt, wordt geregeld bewaakt- Een huis in elkaar gewaaid. Zondagnacht is door den hevigen storm van een huis op den Leuterweg te Venlo, be woond door het gezin Joosten, het dok afge waaid. Het huis. dat door de bewoners tydig was verlaten, is daarna ingestort. Een boom op 'n autobus gevallen. Maandagavond had op den Rijksstraatweg te Rysoord een auto-ongeluk plaats. De 25-jarige chauffeur Van Luiven. van de autobusondeme- •ning Dirkzwager te Heerjansdcm. die eiken dag werkvolk uit Rotterdam haalt, bevond zich met zijn bus op weg van Zwijndrecht naar R'dam. Ter hoogte van de Rlisoordsche brug. woei door den gewe'digen storm een der oude boomen om. Deze viel op den carburateur en vernielde de beele auto. zoodat enkel het chassis overbleef. De chauffeur kreeg een ern stige hoofdwonde. Een inzittende passagier kwam met den schrik vry. Vier mannen verongelukt? De Nederlandsche motorschoener West- Vlaand eren van Antwerpen naar Londen, is Vlissingen binnengeloopen. Van dit schip wordt nabij Breskens een sloep met vier op varenden vermist. De reddingsboot van Vlis singen is uitgevaren om de sloep op te sporen. Stormschade ln het Westland. Men meldt ons uit het Westland: De storm van gister heeft in het Westland op verschillende plaatsen veel schade aange richt. Bij een tuinder nabij Monster werden plm. 50 ruiten vernield, terwijl kassen warenhuizen op verschillende tuinen zijn gehavend. Gelukkig is evenwel het grootste deel van het glas nog op stapel, waardoor de schade nog vry beperkt is. In veilige haven. Men meldt ons uit Lage Zwaluwe: Op het Hollandsche Diep is de vrachtgoe- derenboot Thor VII van de firma A. Smit, na- by de Moerdykspoorbrug omhoog gevaren op een strekdam. Door de woeste golven en den opkomenden vloed, liep het schip gevaar onder water te komen. Door de firma De Graaf alhier werd aanstonds met de Zeven Gebroeders uitgevaren. Het gelukte hen de omhoog gevaren Thorhoot na een groot ge deelte der lading te hebben overgenomen van den strekdam te krijgen en zoowel schip als bemanning veilig alhier in de haven te sle pen, NEDERL. BOND VAN GEMEENTE AMBTENAREN. Te Rotterdam hield Zaterdagmiddag do afdeeling -Zuid-Holland van den Neilerland- schen Bond van gemeenteambtenaren een ledenvergadering, welke zeer druk was be zocht. In zijn openingswoord wees de voor zitter, de heer Fonkert, van Oud Be ij eiland, erop, dat in Holland de positie van het se- cretariepersoneel werd verbeterd cn dat in vele gemeenten werd overgegaan tot de in voering van het z.g. premievrij pensioen. Voorts, dat enkele raden van gemeenten Ge deputeerde Staten in overweging gaven om de jaarwedden van den burgemeester, den secretaris en den ontvanger te verhoogen, doch dat, helaas, nog niet werd besloten tot toekenning van die verhoogingen. Na enkele opmerkingen, werd de begroo ting der afdeeling voor 1930 vastgesteld. Hierbij bracht de voorzitter een woord van hulde aan den secretaris der afdeeling, den heer de Boer te Hardinxveld, voor het vele, dat deze ook in 1929 voor de ambtenaren bij het bestuur en de administratie der ge meenten deed. De heer Kluit (Rotterdam) bracht dank aan de hceren Fonkert en de Boer voor de wijze, waarop deze de belan gen der afdeeling op de al ge me ene vergade ring te Utrecht hebben voorgestaan. Bij de rondvraag deed de voorzitter de toezegging om met het bestuur overleg te plegen omtrent het houden van een verga dering in de maand Januari a.s. waarin een inleiding zal worden gehouden over den al- gemeenen maatregel van bestuur inzake de financïeele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten. Met 1 Jan. a.s. treedt een Kon. Besl. in werking met betrekking tot arbeid op Zon dag in het transportbedrijf te land. Zoo mogen chauffeurs, die des Zondags voor een garagedienst arbeid verrichten moeten, dat niet meer dan twee Zondagen achtereen doen. wat te contr -eren is, in een hun, door den burgemeester afgegeven z.g.n. rustdagkaart Naar aanleiding van de mededeelingen van de samenwerkende bonden in de kledingin dustrie over bovengenoemde fabriek, schrijft de firma Van der Zee Co., o.a. het vol- Voor de nieuwe artikelen hadden wij de loonen van de naaisters verhoogd, zoodat door een bekwame naaister thans een loon van f 15 per week kan worden gehaald. Met dezen loonstandaard konden de verte genwoordigers der diverse bonden zich best vereenigen. Door onze firma wordt per jaar een week vacantie gegeven met behoud van 75 van het gemiddelde loon. Uitbetaling van het loon van de Chr. feest dagen, wenschte de firma aan te houden, tot het volgende jaar, ingevolge de houding, die het personeel, door onruij'ng had aangenomen. Ons personeel geniet bij ziekte reeds meer dan tien jaren. 80 van het loon, geduren de zes welken. (Ook bij chronische ziektegeval len). In aanmerking nemende, dat met 1 Maart a.s. de wettelijke ziekteverzekering in werking treedt, bestaat er geen aanleiding hierin thans verandering te brengen. Een beduidende confectiefabriek in Ensche dé, in dezelfde branche, keert geen ziokteeeld uit, geeft geen vergoeding voor Chr. feest dagen en slechts 3 dagen vacantie met vol loon. CHR. FABRIEK?- EN TRANSPORT ARBEIDERS. De Bond van Chr. Fabrieks- en Transport arbeiders telde op 1 October j.l. 11.812 ie,Ier. Er ontbraken toen nog slechts 158 aan het getal van 12000. Het vierde kwartaal brengt zeker hooger winstcijfer. Het hoogste leden- cyfer. dat deze organisatie ooit bereikte, was 12.530. Zou het vierde kwartaal een winst brengen van 688 leden, dan zou ook deze B n 1 Hus weer aan het topcyfer gekomen zijn. In elk gevai is het wel zoo, dat men daar niet ver af blyft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5