v. ROSSEM's is de beste KOFFIE
Kunst en Letteren.
Land- en Tuinbouw.
SAMBO EN JOCKO
FEUILLETON
INGELEID
WOENSDAG 4 DECEMBER 1929 VIERDE BLAD PAG. 11
UIT HET CENTRAAL VERSLAG
DER ARBEIDSINSPECTIE.
ONTWIKKELINGSARBEID TEN BEHOEVE
VAN FABRIEKSARBEIDSTERS TE
ROTTERDAM
Hot verslag doet ons niet alleen mededooling
lineen over arbeif]swetovertredingen. en be
roepsongevallen, doch geeft ook belangrijke
technische beschouwingen over liet nemen van
maatregelen ter voorkoming van gevaar. Bo
vendien bespreekt het ook ge vallei^ waarin
sprake is van schade of hinder, door fabrieken
enz., veroorzaakt aan do omgeving.
Daar iseen intei ant geval bijij dat net
bedrijf van een dat ad betreft.
Door het gemeen i u-stuur van 's-Gravenha-
ge was voorwaardelijk vergunning verleend
tot uitbreiding van de drukkerij van een dag-
bl£?e desbetreffende voorwaarde luidde in het
eene geval:
„tU6scnen fjesavonds 10 en des morgens 6 unr
perceelen worden gewerkt."
Aan de andere vergunning was een nagenoeg
gelijkluidende voorwaarde verbonden.
In het advies, dat de Directeur-Generaal van
den Arbeid in deze zaak uitbrachx, wordt er op
gewezen, dat reeds lang vóór het verleene»
van de vergunning van Augustus 1917 in du
inrichting des nachts couranten werden ge
drukt en dat op de zitting, gehouden ten be
hoeve van deze vergunnjng, door de eigena
resse van het belendende perceel is geklaagd
oa. over hinder van de in de tegenwoordige»
stoomdrukkerij aanwezige machines.
Het stond dus vast, dat de pers des nachts
«ou <jraaien en indien men het maken van la-
waalon toelaatbaar achtte, had men moeten ver-
biedentu sschen 11 uur nam. en 0 uur vin. met
persen te werken, tenzij zoodanige voorwaar
den mogelijk waren, dat de hinder werd weg
genomen.
De concrete middelen, omschreven in d,i
voorwaarden betreffende het fundeeren der ma
chine en "t gesloten houden der ramen konden
dienen om aan de bezwaren tegemoet te kunn n
Het was echter de taak geweest van het Ge
meentebestuur, zich af te vragen of die ly.ee,
voorwaarden voldoende waren es angora hod
het nadere middelen moeten aangeven om een
afdoend resultaat te verkrijgen. Door eenvou
dig voor te schrijven, dat niet hoorbaar mag
worden gewerkt, is de moeilijkheid ontgaan, zon
der dat echter de betrokkenen wisten welke
maatregelen moesten worden
omdat direct na het tot stand komen van de
utrbieiding geconstateerd had kunnen worden,
dat des nachts In de inrichting wRl voor de
buren hoorbaar gewerkt werd. welke toestand
li-l peine te.«tliur jui <1. g. gl
Toen door een der omwonenden klachten wer
den geuit Pn het gemeentebestuur nog geen
kans zak om daaraan tegemoet te komen, is
het Gemeentebestuur ten opzichte van de be
doelde voorwaarde een geheel ander standpunt
gaan Innemen en nu werd het niet voldoen daar
aan reden tot intrekking der vergunning, niet
tegenstaande apcllante zich-bereid verklaarde
bad. alles tc zullen doen, wat het gemeentebe
stuur nuttig achtte.
Waar het Gemeentebestuur geen middelen
heeft kunnen aangeven om het beoog,je effect
teweeg te brengen en daarom zijn toevlucht
heeft gezocht tot het opleggen van een ver.
pllchting, waarvan v^n voren vast stond,
dat or niet aan kon worden voldaan, zou vol
gons den Directeur-Generaal van den Arbeid het
intrckkingsbesluit moeten worden vernietigd
Dit is dan ooqk geschied bij Koninklijk Besluit
van 9 Februari 1928, no. 26.
In dit verslagjaar werden de werkzaamhe
den voo; tgezet op dezelfde wijze, als in het
vorig Centraal Verslag is vermeld. Met vol
doening kan worden geconstateerd, dat na de
flinke uitbreiding welke het werk in 1927 had
verkregen, het zich niet alleen in den zolfden
omvang kon handhaven, maar zelfs nog eeniga-
sins in beteekenis toenam.
De samenstelling der cursusset» voor liet
Winterseizoen 1937'28 is reeds uitvoerig In 't
Centraal Verslag over 1927 medegedeeld. Bij
bet einde van het seizoen bleek het resultaat
voor de naaidvaltken ongeveer gelijk tc zijn
■an dat van het vorige jaar. Van de deelneem
sters. wier aantal, in totaal 711 bedroeg (hier
onder begrepen alle meisjes die niet opkwa.
men of in den loop van den cursus afvielen »n
door andere werden vervangen), volgden 268,
d.i. 38 pet., de lessen geregeld of vrij gere
geld. Voor de kooklessen was het resultaat be.
ter en bedroeg het aantal dergenen, die de
oursus trouw volgden, 94 van de 181 deel
neemsters, d i. 52 pet. Verscheidene cursussen
werden besloten met een gezclligen avond.
De gymnastieklessen eindigden, evenals het
vorig jaar, met een uitvoering. De fabrikan
ten die de lessen hadden bekostigd, en de
ouders der deelnemc-nde meisjes waren voor
dezen avond ultgenoodigd. In vergelijking met,
de'verleden jaar gehouden uitvoering viel een
groote vooruitgang te bespeuren. In het bij
zonder gaven de door alle meisjes tezamen
onder muzikale begeleiding uitgevoerde vnje-
on ordeoefeningen een treffende indruk van
de toewijding der leiders en van den ernst,
waarmede door de meisjes moest zijn gestu
deerd om de lang niet gemakkelijke oefenin
gen zoo harmonisch uit te voeren.
In het zomerseizoen werden, als steeds, uit
sluitend gymnastiek cursussen georganiseerd.
Veertien groepen werden gevormd en onder lei
ding van den Rotterdamschcn Bond voor licha
melijke opvoeding gesteld, terwijl 80 meisjes,
wonende op den Linker-Maasoever, in het Zul-
der Volkshuis werden tezamen gebracht. Bij
gunstig weer werd In de open lucht geoefend.
Voor het winterseizoen 1928-1929 werden
weer Inschrijvingen geopend voor verschillen
de cursussen. Het aantal der inschrijvingen
bedroeg 1020. Bij de beoordeeling van dit cij
fer houde men in het oog. dat de Firma Van
Nelle haar eigen ontwikkclings- en ontspan
ningscursussen voor de arbeidsters harer fa
brieken inricht.
Het aantal deelnemende ondememiagen steeg
van 19 tot 22.
De verhoudingen van het aantal inschrijvin
gen voor verschillende vakken wijzigden zich
eenlgszins ten opzichte van het vorige jaar:
er was n.L grooter belangstelling voor cos-
tuumnaaicn en koken dan voor ondergoed
naaien en verstellen.
Gevormd werden 12 groepen voor cosluum.
naaien en knippen (vorig janr 9), 7 groepen
voor ondergoed naaien en verstellen (vorig
jaar 13). 1 groep voor fraaie handwerken (vo
rig jaar 2) cn 13, groepen voor koken (vorig
Jaar 7); totaal 33 groepen (vorig jaar 31). He.
onderwijs werd gegeven in verschillende Vroti-
wenarbeidscholen, ip „Ons Huis" en in de In-
UIT DE INDISCHE BLADEN
DE CIRCULAIRE AAN DE POLITIE.
Het standpunt der Regeering
Zooals Aneta reeds meldde, zond de heer
Middendorp den 19en October de volgende
vraag in:
Naar aanleiding van de berichten in de pers
(Nieuws van den Dag van 10 dezer, Javabode,
Bat. Nieuwsblad, e.a. van 11 dezer) betreffen
de een circulaire welke door den Gouverneur
van West-Java gezonden zou zijn aan de af-
deelingshoofden, en vermoedelijk ook aan de
regenten in zijn ressort, ^ou steller dezes
gaarne vernemen:
a. of de Regeering niet met hem van meening
is. dat het vooral in dezen tijd noodzake
lijk Is, dat omtrent aard en strekking van
alle maatregelen, welke de uitoefening van
het recht van vereeniging en vergadering
raken, bij belanghebbenden In deze zoo
groot mogelijke zekerheid besta:
b. of de Regeering bereid is daartoe mede te
werken door den tekst van bovenbedoelde
circulaire, welke reeds in de pers tot tegen
strijdige commentaren aanleiding heeft ge
geven, te publiceeren, dan wel, zoo Zij daar
tegen overwegende bezwaren heelt, aard
en strekking daarvan te willen bekend
stellen.
Het antwoord der Regeering daarop luidt
volgens de Indische bladen aJs voigt:
X'e eerste vraag zonder voorbehoud bevesti
gend beantwoordende moge de Kegeering er
op wijzen dat Zij cr steeds naar heeft ge.
streefd en daartoe herhaaldelijk maatrege
len heeft genomen om omtrent de beginse
len van Haar beleid inzake de uitoefening van
het recht van vereeniging en vergadering bij
belanghebbenden zoo groot mogelijke zeker
heid te doon bestaan.
Naar aanleiding van hetgeen m de tweede
plaats wordt gevraagd, wordt het volgende
opgemerkt:
In verband met de strekking der gc-stelde
vragen. waartoe het onderstaand beperkt
blijft, moeten, n. het oordeel, vuil de Re-
geemig, als belang,lebbende bij de uitoefening
van genoemd recht, en dus ook bij zekerheid
daaromtrent in de eerste plaats worden be
schouwd openbare vereenlgingen met hare
leiders en de Overheid, in het bijzonder de
Politie.
Vooropstellende dat niet kan worden toege
laten dat door een vereeniging of vergadering
gezag, rust en orde worden ondermijnd be
dreigd of verstoord, noch dat eeno groep' van
burgers dan wel landsdienaren in hare gevoe
lens of overtuigingen door een andere gegriefd
wordt of bespot, geeft de Regeering aan de
openbare leiders van elke richting gaarne de
zekerheid dat, wanneer zij de hieraangeduide
grenzen eerbiedigen en deze dus ook niet door
dubbelzinnighcdcn, toespelingen of andere lis
tige zinswendingen trachten te overschrijden,
zij daarbinnen, behoudens hunne nlgemeene
verantwoordelijkheid vrij zijn in de propagan
da van elke staalkundige gedachte, tenzij deze
uit haren aard reeds bedoelde grenzen over
schrijdt. Dit laatste ware bijvoorbeeld het ge
val. indiea een staatkundige propaganda van
communistische leerstellingen vervuld zoude
zijn. dan wel gericht werd tot die overheids
organen, als b v. de politie, welke ln ellc
land voor de handhaving van de openbare or
de van primair belang boven partijen behoo-
ren te staan, cn zoo noodig zelfs door een
verbod tegen de besmetting met voor hen on-
gewenscht geachte denkbeelden moeten wor
den beschermd. In het algemeen echter kan
elk openbaar spreker of leider er zekr van zijn
flat, wanneer hij zich in redelijken zin, los van
casuïstiek, behoorlijk gedraagt, vrijheid van
spreken hem gewaarborgd is.
En, wat do politie aangaat, geroepen als zij
dustriescholen. Verder vonden 142 meisjes, wo
nende op den Linker Maasoever, plaatsing op
rie verschillende cursussen in het Zulder Volks
huis.
Voor do gymnastiek was de belangstelling
aan het einde van den zomer in een deel der
groepen verflauwd, terwijl verschillende deel
neemsters er de voorkeur aan gaven ln den
komenden winter een cursus in een dei huis
houdelijke vakken te volgen. Dientengevolge
werden eenige groepen tezamen gevoegd; daar
echter drie nieuwe werden opgericht, kon weer
een gelijk anntal groepen als in den vorigeu
winter worden gevormd, nl. 12.
Bij de opening der lessen kwam wederom
een deel der meisjes niet op bij andere trad
weldra het gewone verzuim op. Door huisbe
zoek. dat. dank zij de wekelijks van de scholen
Inkomende berichten, systematisch kon ge
schieden. werd getrcaht de weggebleven en tot
volharding te bewegen. Indien dit niet geluk
te, wedden ze door nieuwe candidaten vervan
gen.
Voor enkele kookclubs was de animo zóó
groot dat nog eenige meisjes bovon het vast
gesteld maximum werden toegelaten. Verder
werd aan de leidster van een groep voor cos-
tuumnaaien een assistente toegevoegd, waar
door het aantal deelneemsters kon worden uit
gebreid.
Het totaal aantal der deelnemcr.de meisjes
heeft 1200 bedragen, van wie 52 voor meer dan
één cursus ingeschreven waren. In den regel
was dit voor één der huishoudelijke vakken
cn gymnastiek. Alcs tezamen waren er dus
1252 inschrijvingen waarvan 368 van meisjes,
die reeds een of meer cursussen der Vereeni
ging hadden gevolgd.
Voor de ambtenaren der Arbeidsinspectie
werd de taak verlicht, doordal het bestuur
door eenige verbetering in de geldmiddelen der
Vereeniging zich in staat zag gesteld om ge
durende het winterseizoen een assistente aan
te stellen voor 'de administratie en het huis
bezoek.
De het vorig jaar opgerichte opleidingscur
sus voor hoofdjuffrouwen kon ook ln 1928
worden voortgezet De werkgevers waren be
reid dë kosten te dragen, terwi'jl 10 honfdjuf
frouwen of arbeidsters, die zich tot deze func
tie voelden aangetrokken zich als deelneem
sters opgaven. Zooals reeds in het Centraal
Verslag over 1927 is uiteengezet, beoogt deze
cursus hoofdjuffrouwen te kweeken. die in
staat zijn te zorgen, dat In de werkplaatsen
een beschaafden geest heerscht en ruwe beje
geningen niet voorkomen. De lessen in om
gang met de rijpere jeugd, gezondheidsleer en
letterkunde werden op verzoek vah enkele fa
brikanten uitgebreid met onderricht in admi
nistratie.
Van de deelneemsters trokken zich twee te
rug van wie één wegens verandering van
werklcing. De anderen volgden de lessen ge
regeld.
Dat deze cursus ook buiten Rotterdam sym
pathie wekt. bewijzen de verzoeken om "in
lichtingen, welke van twee elders gevestigde
ondernemingen en van een werkgeversvereni
ging ontvangen werden. Men mag derhalve
hopen, dat in de toekomst meer aandacht zal
worden gewijd aan de vorming van beschaafd
vrouwelijk toezichthoudend personeel in fa
brieken en werkplaatsen.
is om de aangeduide grenzen welke zoowel
aan de gemeenschap als aan den spreker tot
waarborg strekken te bewaken, weet zij
ln de eerste plaats dat de Regeering daarbij
noch gestrengheid wenscht in die mate dat
daardoor een geleidelijke ontplooiing van het
openbare leven dezer landen wordt belemmerd,
noch duldzaamheld. welke overschrijding van
de grenzen der betamelijkheid of veiligheid
mogelijk maakt. Ten aanzien van zulk een
door de Regeering verlangde gematigde hou
ding der politie, moet zich evenwel nog in me
nig opzicht een algemeene opvatting, een tra
ditie vormen, welke al zal zij steeds door si
tuatie en atmosfeer beïnvloed blijven, een
sterk en duidelijk richtsnoer voor politioneel
optreden biedt. Onder meer om de vorming
dier traditie zoo veel mógelijk te bespoedigen
en te verzekeren, wordt de houding der poll.
tie inzake haar toezicht op de uitoefening van
het recht van vereeniging en vergadering,
over geheel IndiO, in onmiddellijk contact met
dc Regeering. door den Procureur Generaal
centraal geleid.
Indien zij de door dlc algemeene leiding aan
gegeven richtlijnen volgen hebben bestuurs-
en po'.itie-ambtc-naren de zekerheid dat, wan
neer ;.|J zich genoodzaakt achten zonder voor
afgaande ruggespraak te moeten optreden,
«lil optreden ook, behoudens bij duidelijk ge
bleken misslag, door hunne superieuren en In
hoogste Instantie door de Itegeering «clv„,
wordt goedgekeurd en gedekt. Wel moge ook
hier na afloop leering uit een voorval worden
getrokken doch vast slaat dat. wie den moed
heeft gclinil de vcrunt woordelijkheid te dur
ven drngen voor een beslissing, tot ingrij
pen dan wel tot onthouden, naar eigen opvat
ting van hetgeen dè door de Regeering vast
gestelde normen in concrete gevallen ver-
eischen, ilnnnoor stellig niet ter verantwoor
ding r.al worden geroepen.
Toen het duidelijk werd, dat op vergaderin
gen, vooral in Midden-Priangan, de bovenaan-
geduide grenzen van de zijde van sommige
volksleiders overschreden en van die der Eo-
litie niet voldoende bewaakt werden, alsook
dat de allerwoge noodzakelijke zekerheid hier
en daar eenlgszins was verzwakt, hebben de
Procureur-Generaal on de Gouverneur- van
West Java. daarmede handelend volgens een
door de Regeering herhaaldelijk ook in het
openbaar uitgesproken inzicht in overeen
stemming met Haar. nadere instructies tot
opheffing van deze euvelen verstrekt. Hierbij
werd o.rn. in aansluiting bij de hierboven ge
geven uiteenzettingen in afwachting van een.
door de Regeering in den Volksraad reeds ter
sprake gebrachte, algemeene regeling van het
lidmaatschap van staatkundige vereenigingen,
v z.v. betreft landsdienaren bij Leger. Vloot en
Politie het lidmaatschapap van de P.N.L voor
polltledenarc-n in zijn gebied door den heer
Hartelust verboden.
Nu aard en strekking, zoowel van die In
structies ais van evenbcdoeld verbod, in het
vorenstaande volledig zijn weergegeven kan
daaruit tevens blijken, hoe de beginselen van
het Regeeringsbeleid Jegens de volksbeweging
onveianderd zijn gc-bleven. en de onderwerpe.
lijke maatregelen niet anders dan een toepas
sing dier beginselen betroffen.
Tegen publicatie der betrekkelijke corres
pondentie zelve bestaan uiteraard overwegen
de bezwaren.
INDIE EN INDO-CHINA.
Handelsbemoeilijking.
In een onderhoud dat een dor redacteuren
van de Javabode onlangs had met den Neder
land when consul te Saigon, zette deze uiteen dat
de Fransche regeering. door het heffen van
hooge invoerrechten, bultcnlandsche produc
ten uit Indo-China wil weren, teneinde aan het
binnenland gelegenheid te geven tot ontplooi
ing te komen, bij welk streven het ééne land
wel eens boven het andere bevoordeeld wordt.
In casu was d goede positie, welke de B.P.M.
zich in Indl-China veroverd had, opgeheven en
aan do Amerlkaansche markt toegekend.
Hit goede bron vernam do Ind. Crt. hierover
nog hot volgende:
Het blijkt inderdaad maar al te waar, dat
de Amerikanen er alles op gezet hebben om
voor hun oliën betere condities te verkrijgen.
De consul te Saigon heeft dc Nederlandsche
regeering reeds twee Jaar geleden op dit ver
schijnsel gewezen toen er sprake was van het
geven aan Indo-China van een autonoom doua
ne-tarief dat dus geheel onafhankelijk van
Frankrijk zou komen te staan.
Niettemin had ook de consul klaarblijkelijk
niet verwacht, dat voor Saigon op oliën van
anderen dan Franschen oorsprong een hooger
tarief te verwachten zouazijn. aangezien dit
niet in het belang van d§ locale bevolking
werd geacht.
Dit autonome douane-tarief stelt alle Fran
sche goederen vrij van invoerrecht, heeft een
minimum-tarief van goederen uit landen,
waarmede Frankrijk ec-n overeenkomst heeft
gesloten, en een tarlf.général van artikelen,
afkomstig van alle andere landen.
Vooral voor „tissus de tout genres" is het
tarief In deze nieuwe regeling veel hooger, in
hoofdzuak omdat Japan heeft aangedrongen
op een betere behandeling van zijn goederen.
De bedoeling was toenmaals om voor Japan
een tussclientarief dat tevens de Fransche in
dustrie zou kunnen beschermen in 't leven te
roepen.
De artikelen, van ons Indlë afkomstig wor
den getaxeerd naar het tarif-général.
De bedoeling was eenige goederen, speciaal
In de bestaande overeenkomsten vermeld, gun
stiger te behandelen. Hieronder behoorden de
oliën, die echter tenslotte toch naar één maat
staf worden belast.
Het allertreurigste in deze zaak is echter
het volgende:
De consul te Saigon heeft in zijn vele be-
toogen de Nederlandsche regeering trachten te
overtuigen dat voor Nederlandsch-Indië het
tusschen-tarlef óók wel zou kunnen worden
bereikt, indien Nederlandsch-Indië daartegen
over ook faciliteiten stelde.
De regeering heeft, naar aanleiding van die
betoogen, doen opmerken, dat zulks onmoge
lijk was.
De consul hield echter nog voet bij stuk en
trachtte nogmaals het zijne to doen door in
een volgend schrijven te wijzen op de moge
lijkheid van soepeler bepalingen op het stuk
vun werving uit Nederlandsch-Indië van werk
volk voor de rubber- en theeondernemingen in
Indo-China. De werving voor Indo-China In
Nederlandsch-Indië is namelijk verboden,
krachtens een bepaling, welke alle landen, die
vóór 1914 geen werkvolk uit Nederlandsch-In.
die recruteerdcn. ook in de toekomst buiteu
sluit van de werving voor het buitenland.
De consul gaf in overweging om daarin in
zooverre verandering te brengen, dat recrutee-
ring wordt toegestaan voor die ondernemin
gen. welke wat toestanden, arbeidsvoorwaar
den en arbeidsbescherming betreft, voldoen
aan dc door het gouvernement van Neder
landsch-Indië gestelde eischen.
Ook hier is niet op inge&aan!
Het is mogelijk dat de Indische regeering,
in verband met de moeilijkheden op het gebied
van de werkvolk-voorziening op de Buitenge
westen de consequenties van een werving
voor Indo-China niet aandurfde, te meer niet,
nu door de in uitzicht gestelde geleidelijke op
heffing van de poenale sanctie, de aanvoer
van werkvolk naar Deli zoo ruim mogelijk
moot worden.
Er blijkt uit dit alles dat 't onzen Consul te
DE TOCHT VAN DE ..CARNEGIE"
In de haven van Upia (Samoa) ir. het. Amerikaanschc expeditieschip Carnegieop zijn
teimqlocht van een ivetenschappelijken onderzoekingstocht op de Zuidzee, aan den grond,
gevaren.Bij dit ongeval kwam kapitein Hult (zie inzet) met eenige opvarenden om 't leven
Saigon niet aan activiteit heeft ontbroken;
maar de slappe houding der Regeering was
oorzaak dat de belangen van Ned.-Indiö ach
ter gesteld werden.
NIEUWE BEMOEIENISSEN DER
GEMEENTE.
In afzienbare toekomst.
^en van de vete regeerings-commissles. wel
ke in den regeerings-almanalc staan en een
van de weinige, die werkelijk iets 'uitrichten,
is de „niedpbestuurs-commissie". een lichaam,
dut in het leven geroepen werd om de Regee
ring te adviseeren aangaande de bevoegdhe
den en bemoeienissen, welke'voor overdracht
aan de locale raden geschikt zouden zijn.
Deze comlssie zoo schrijft De Javabode,
waaraan wij dit art. ontleenen staat onder
leiding van onzen burgemeester, Mr. Meyroos.
Zij h~eft cnkple maanden geleden aan de Re
geering rapport uitgebracht over de over
dracht c-:.i de stadsgemeenft-n van de werk
zaamheden voor den burgerlijken stand, wel
ke. ïiKials men weet. thans worden verricht
deer het binrenlandsch bpstuur.
Maar daarmede is niet gezegd, dat de „bur-
g-.-lij'.ce stand" nu maar dadelijk za! overgaan
rvj-ir de gemeenten.
Mm heeft hier te doen met pen rapport, een
advies zoo men wil_ zonder e':a voorjte- De
regeering zal deze materie nu waarscr.iir.lijK
verder onderwprpen aan het oordeel van hel
devurten-.ent voor Binnenlandsch Besr.i'.;r, a.in
dit van het kantoor voor de Decantr-Uidulic en
misschien ook aan dat van de stadsgemeenten.
Manirt zij er dan een ontwerp-ordonnantie
vim. dan zal dflzo nog den aangewezen weg
moeten volgen.
V' aai mede wij maar zegen willen, dat ge
steld, de Regeering is voor de ovenl'.acht nn
den „burgoi lijken stand" aan de sr-i {.v.-.cineen-
toti, daarmede toch gpruimeo tijJ gemoeid zal
wezen.
IntuFsthe» is de ..Medebestuurscommissie"
bezig met a'gc-meene principes vast tn -tellen
vnor de ovPrdraclit van méerdjr-'e hevneg.,he
llen oaii de gemeenten. Aan de nJvDzcn be-
licffende de overdracht var. bepaalde onder
werpen Is ce comu.isfip dus nog .iet toe.
Dc Vw»-?tio v in >le /.org vo„r het oilirw'js
en vcvr dv volksgezindheid is lik lij Wit
erinmissie niet >n stadie. P-idp oilf-r pen
w...-i-n reeds lang Is* studie, toon e -led
sluurscommtssle werd ingesteld. Dc over-
dr.nl.t van de zorg voor het onderwijs i-, iccds
van 1917 in studie bij andere organ on. Van
haar is hel-end, dat zij thans in oen indeling is
bil nit c'.epai lement van Justitie.
Blijnens eei. bericht van onzen redact'.te
Rondouig. verwacht men daar, dat de over
dracht van enkel bemoeienissen spoedig zal
plaats het l ci.. Men zou daar bij .iet .uitwor
pen van dc piannoii voor de vernieuwing van
het vooiste deel van het raadhuis ree-ls reke
ning houden met de uitbreiding vin de ge
meentelijke bemoeienissen. Dat kan natuur
lijk nooit kwaad en als men te Batavia aan
het maken van plannen voor een nieuw raad
huis toe is dnn zal men stellig ook rekening
houden met de uitbreiding van de gemeente
lijke taak, maar zij die meenen. dat er binnen
kort weer eenige betrekkingen open zullen
lcomen bij de stadsgemeenten, zullen vrij lang
geduld moeten oefenen, en mógelijk is het
zelfs beter hun aan te raden, maar naar iets
anders om te zien.
BOEKEN LEENEN
't Boeken leenen is een diep-ingeroest
kwaad. Weinig menschen, die een beetje van
lezen houden, zien bij vrienden en kennis
sen een mooi, nieuw, vooral opgang-makend
hoek, of ze vragen: Mag ik het eens van je
leenen?
In de prachtig-uitgevoerde fonds-catalogus
van Kok troffen we een treffende opmerking
daarover aan.
„Stel, dat een uwer kennissen een mooi
schilderij bij u aan den wand ziet hangen.
Ge zoudt vreemd opkijken, als hij u vroeg
het schilderstuk eens een veertien dagen te
mogen leenen en hij het dan meer.am naar
zijn huis om er daar een paar weken van
te genieten. Ook past men wel op om een
muziekinstrument, een mooie vaas of sche
merlamp of wat ook ter leen te vragen".
Inderdaad beschouwen maar ai te veel
menschen, het geld, dat ze voor hun jeetuur
uitgeven, zoo ongeveer als weggegooid. Zoo
dat er bijv. zéér wel gestelde menschen ge
vonden worden, die van 's morgens tot s
avonds rooken, de eene sigaar na de andere,
voor enkele guldens per week, maar hun
dagblad, dat een kwartje per w eek kost met
een ander samcnlezen, want -Jat is toch
maar goedkooper, zie jê, en op de kleintjes
moet je passen!
Het hoeken-leenen heeft ook een sociale
kant. Een boek vertegenwoordigt een maat
schappelijke waarde. Er is aan gewrocht
door dc schrijver, de uitgever, de boekhan
delaar. Al die arbeid behoort betaald te
worden. Dat is eenvoudig eisen van sociale
rechtvaardigheid. Maar menschoo, welke
van die arbeid wel genieten, maar er niet
voor willen betalen, ontrooven dusdoende
de rechthebbenden het loon huns arbeids.
Waarbij komt, dat een klein land als het
onze, uiteraard reeds een beperkt ofzetge
hied vormt voor de producten der drukpers
We. kunnen dan ook inkomen in de ge-
dachtcngang van een schrijver, die beweer
de, dat het lezen van geleende boeken dief
stal is-
Nu moeten we er op wijzen, nat deze stel
ling in haar konsekwentie nut is door te
voeren. Er verschijnen te veel hoeken in
onze tijd, die ieder meelevend mensch wel
eens zou willen lezen, maar niet koopm
kan, wijl zijn beurs dit ejavoudisr niet toe
laat- Bovendien zijn er bijzondere omstan
digheden. Men kan een bepaald werk noo
dig hebben voor een of ander studie-doel,
men kan in een standaa:ihveri: omtrent e-n
bepaalde kwestie eens zijn licht willen op
steken, nien kan een werk willen lezen, dat
uitverkocht is, enz. enz. Maar. tegenover hen,
die a 11ij cl en immer lezen, doch nooit
of te nimmer een c-ht ervoor uitgeven
om zelf eens een bo^ii tc koopen, mag met
beslistheid volgehouden, dir hun doen,
leen reeds uit sociaal oogpunt, alleszins af
keuring verdient.
„ALS HET WINTERT"
Der Dritle im Bunde.
Naast ons eigen „Kerstboek" en het neu
trale „Winterboek" der Wereldbibliotheek is
het katholieke „Als het Wintert", uitg. Ned.
Boekhuis, Tilburg, een door velen met ver
langen verbeide uitgave. Het deel-1929 geeft
elck wat wils.
Marie Koenen opent de reeks bijdragen
met een harer uitstekende historische
novellen: „De vlag voor mejonkvrouw
Jehanne (Jeanne d'Arc). F. de Sinclair's „De
wraak der Opperhoofden" is als proeve van
de soort niet onverdienstelijk, lijkt alleen
wat al te bedacht.
„Watersnood" is een fragment uit Her»
man de Man's roman „Het wassende water"»
Het gedeelte namelijk waarin de boeren*
dijkgraaf de streek laat onderloopen, waai*
in zijn eigen landerijen liggen- Een pracht*
figuur, die Gicljan uit ,.Het wassende wa*
ter" een collega van Harders uit „Oostloorn",
Willem Matsijs vertelt van twee hu
moristen: Chaplin van t tooneel Adamson
van de carricatuurkunst-
Het diamant-verhaal „Tiet oog van Advaï*
tu" is boeiend en blij-eindend.
De bekende Antoon Coolen schetst weder
toestanden en gebeurtenissen uit Brabant*
Het thema is de schwürmcrische, romanti
sche liefde van een boerenknecht voor de
ongelukkige freule van een feodaal kasteel.
Ciska Huiberda beweert terecht, dat een
mensch niet vloeken mag- Maar Antoon
Coolen weet dat toch zelf óók wel?
Tenslotte: de sentimenteel, maar gevoel
vol geschreven liefdesleedhistorie van „Kra-
kepit/b", een misvormd meisje met een zui
ver zieltje.
Ook bij dit winterboek is aan de uitvoe
ring veel zorg besteed- Alles bijeen een ge
slaagde poging, om de doorsnee katholieke
lezer goede leesstof te verschaffen.
DRUKFOUTEN IN BEROEMDE LIEDEREN.
Het drukfoutenduivellje, dat overal weet
in te sluipen, heeft zich niet ontzien om
ook groot onheil te stichten in menig be
roemd Duitsch lied. Aldus „Boekzaal".
Dr. Karl Reisert vertelt in een boek, geti
teld A u s cl c m L e b e n und der G e-
s c h i c h t e de utsclier L i e d e r, dat bij
Herder in Freiburg is uitgegeven, over de
streken, d e dat duiveltje zoo nu en dan
heeft uitgehaald. In liet lied van „Clarchen"
uit Goethe's Eg mond Freudvoll uni
leid voll" wordt steeds gezongen en zelfs
gedrukt: „Hangen und hangen in schwe-
bender Pein", hetgeen echter moet zijn
„langen und hangen". Goethe zelf had de
fout dadelijk ontdekt, zooals blijkt uit een
kantaanteekening. die luidt: „Langen! han
gen ist falsch, wohl dutch <S'e „srhweibende
Pein" hervorgcrufen". Het woord „langen"
in de beteekens van „verlangen" zal wel
een dichterlijke vrijheid zijn geweest cn het
is dus begrijpelijk, dat reeds in den tekst
van een der oudste en meest verspreide
composities, n.l. in dien van Reichard d©
drukfout „hangen und hangen" is geslopen.
Zoo heeft zich in de M gnon-Ballade vast-
geworteld de fout: Dahin, dahin. mocht ich
mit dir, o mein Geliebten, ziehn". terwijl
volgens het handschrift beslist „Gebieter"
gezongen moet worden.
Hoogst pijnlijk is het, wanneer een jong
dichter, die voor het eerst zijn dichterlijke
gevoelens aan lid publiek prijs geeft, in
zijn openingsgedicht een drukfiuit ontdekt-
Dit overkwam Uhland, die iri zijn poëtisch
voorwoord der eerste oplaag zijner gedich
ten las: „Leder sind wir. Unt Vatcr schickt
uns in die offetic Welt.", terwijl men na
tuurlijk moet lcaen: „Lieder sind wir".
DE TEELT VAN KARWIJZAAD.
De totale met karwijzaad voos den oogst
1030 bezette oppervlakte wordt geschat op
5700 H.A. tegen 3600 H.A. in '28. De uitbrei-^
ding van deze teelt is in de provincie Gro
ningen het grootst Ook is ze beteekenend
in Noord-Holland cn in Noord-Brabant.
RUNDERTUBERCULOSE.
Door de rijksseruminrichting werd tuber-
culine ter onderzoek op tuberculose van =t
f7.000 runderen naar de verschillende pro
vincies verzanden, waarvan verreweg liet
grootste gedeelte naar Noordbrabant cn ver
der vooral naar Overijsel en Zuidholland.
(Nadruk verboden).
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP
Terwijl is Sam tien daken verder,
En vindt daar, tronend ?n de lucht,
Jocko, de aap, die van zijn meester
Dienzelfden dag'»va& weggevlucht
„Aha!" roept Sam, „Aha-aha!
Een landgenoot uit Afrika!"
42. Ontroering mankt zich van bom meester,
llij plengt een traan en sluit terstond
Tot wederzijdsch gemak cn voo'tleel
Een dure en hechte vriemlschapsbond.
Ach, de politie komt weldra.
En zit hen met revolvers na!
(Wordt Vrijdag vervolgd).
BONNA WIEGERS-GROENEVELT.
(9
„Als ze zich niet bekeeren, nee. Maar er
is ook steigenverk bij het Huis Gods", zei
Vader, dat later weggenomen zal worden.
Ze zijn wel een aanstoot, 't is waar, maar
van het kaf en het koren lean de wereld
tn<*h hegrijpen, als ze nadenken wil, vin je
niet?"
„Ze ziet toch ook de gebreken in die an
deren, die waarlijk steencn kunnen zijn,"
wierp hij zwakjes tegen.
„En ze begrijpt niet den strijd van die
Christenen, en dit is haaf gemis."
„Die strijd, die zoo mooi maakt," voegde
ze er aan toe.
Toen nam hij heur hoofd tusschen z'n
handen en kuste haar.
„Wat kun je toch onder dc invloed zijn
van 't onweer. Vin je niet, dat je veel beter
bent dan anders?"
„Ja," lachte ze. „maar 't is nu haast voor
bij. 't Is nok vpol lichter, 't Rommelt alleen
nog w-t - Zet gauw thee. en als de
regen 'a 'k eventjes naar Mies."
HOOFDSTUK 5.
Mies had zich aangekleed, toen de lucht
daarbuiten zoo dreigend-zwart werd en was
naar beneden gegaan, waar haar kostjuf-
frouw hij d'r oude moeder zat Ze had in
'n ligstoel gelegen, er was een natte doek op
heur hoofd gelegd, op d'r zakdoek volop
eau-de-cologne gespoten, maar de hoofdpijn
wou niet bedaren, en toen do bui wat af
dreef, was ze weer naar boven gegaan, om
alleen to zijn.
O, dat hoofd klopte zooZe wou eigen
lijk niet meer denken, en 't was toch, of ze
moestNa de Pinkstervacantie had ze
zooveel gedacht er was zooveel tijd voor
Al naaide of borduurde je wat, dat woelde
maar heen en weer in je hoofdZe had
wel avonden doorgebracht bij de Jong en
Gré, maar door haar eigen gesloten-zijn,
haar nooit es spreken over wat er in haar
omging, was het niet tot die intieme ver
houding gekomen, die ze noodig had om
thuis te zijn. En toch dat verlangen, om je
eens uit te zeggen, eens alles te vertellen
van wat je drukteDat verlangen, dat
weer week, als ze zag hoe gelukkig de Jong
en Gré samen waren, als 't haar toescheen,
dat de twee met ongestoorde vreugde over
het leven wandelden, waar zij onder lag.
Dan kwam het weer: je dürft niet, je
durft niets zeggen, want je bent zooveel klei
ner dan Gré. Gré is nooit zoo geweest als
jij bent, ze begrijpt je niet je kan ook
nooit worden zooals zij. Dan zwéég ze maar.
Wat moest ze ook eigenlijk zeggen? Er was
immers niets?Haar strijd tegen dc leu
gen, daar had je geen menschen voor noo
dig, ze zouden je altijd aanzien voor een,
die geen waarheid spreekt...... Maar wat
moest ze dan toch vertellen?
Van die avonden, dat ze voor 't raam
stond te huilen, of in d'r bed lag te snikken
als 'n kind?Dat nooitZe wist zélf
niet, wat dat was immers? Want als ze
's morgens opstond en zich kleedde, was al
les weer heel anders in en om haar dan 't
's avonds was geweest. Dan las ze de ver
telling nog es over en gaf zich aan de kin
deren, waar ze van hield. Ze was den laat-
sten tijd wel wat moe geweest zat veel,
omdat ze pijn voelde in d'r rug, maar dat
had ze toegeschreven aan 't vele wakker lig
gen. Nee. die dagen op school waren wel
goed, al ging 't vroeger heter, maar die
avonden, diè waren vreeselijk. 't Was ge
komen nét de vacantie. Ze had vroeger ook
wel van die momenten gekend, waarin zo
zich overgaf aan wat ze weemoed noemde,
maar nu, ze wist het eigenlijk tóch wel,
al wou ze verstoppertje spelen met zichzelf,
er was mècrHet was een heftig verlan
gen, dat in haar bruiste, en verlangen, om
weg te kruipen aan sterke schouder, om
krachtige armen om zich heen te voelen,
om woorden te beluisteren, die wegnamen
allo donkere schaduwO, dat steunzoe
kende altijd, dat hulpbehoevende. Was ze
vroeger maar niet met alles naar moeder
gegaanhad ze maar niet steeds op
haar geleundzélf es gedachtNu
zocht ze en tastte altijdOpeens verdreef
een rood de bleekheid van heur wangen
Dèt was liet immers geweest met Herms...
Hij had die smalle paadjes met haar ge
wandeld tusschen de korenvelden door, toen
hij haar thuis bracht dien dag, dat z'n
Vader jarig was, en ze nog een eindje rond
wilde loopen om 't mooie van den miss-
lichten avondHij had haar gesproken
over strijd, dien hij kende, een strijd, waar
in niemand hem helpen kon... Toen had hij
haar arm genomen, er meegevoerd door het
raken van zijn gedachten aan de hare, had
ze 't gewillig laten gewordenHij was
vérder gegaanHij had z'n gezicht naar
haar toegekeerd dat gezicht met die
diepliggende, wonderlijk-warme oogen en
dat hoog-op-golvende, donkere haar en
hij had gezegd, dat z ij alleen hem helpen
kon, dat z ij naast hem moest gaan, om
z'n zwakke wil te versterken, en z'n karak
ter te helpen vormen.
„Ik heb je zoo noodig, Mies," had hij ge
fluisterdEén oogenblik was het ge
weest of ze haar hoofd aan z'n schouder
wou leunen, en zeggen: ik begrijp je, ik
begrijp je zoo goed maar plotseling was
ze terug geschrokken, en had het luid yan
haar lippen „nee" geklonkenBart was
tusschen lien in koinen staanBart met
z'n lieve oogen van dien Zondagmiddag, en
ze had gedacht: bij jou, bij jóu alleen
Herms had nog wel aangedrongen, maar
toen hij zag, dat ze vast-besloten stond, was
er een vreeselijk lachen over z'n gezicht ge
trokken, waar ze van rilde, en had hij haar
toegebeten: „Zoo'n kouwe meid!" Dan was
hij fluitendo weggegaan, haar achterlatend
bij 't eenzame korenveldZoo'n huiche
laar
Langzaam was ze naar huis geloopen, en
in haar schaamte over wat ze had willen
doen, was weer dat verlangen om stèun
naar boven gekomen, om weg te schuilen
aan sterke schouderbij BartToen
had ze 't zachtjes gezegd op 't pad tus
schen de hooge aren, waar ze niets anders
hoorde dan 't late loorne ruischen van den
wind: ik heb je lief Bart
Maar wat had Bart met haar te maken
dacht ze weer Hij had hó&r niet noo
dig. Die valsche Herms niet, maar hij ook
niet. Hij moest es weten van die boeken,
van dat met Herms van zooveel
Had ze hem dan wel lief, als zo b&ng voor
hem was? De liefde kénde toch geen vrees?
Of kwam 't alleen, omdat hij zoo heel
ver boven haar stond?Ja zij had
hém wèl lief
Maar aan wie zou ze dat vertellen? Dat
deed je toch immers niet?Dat wist je
toch voor je zelf alleen?
En dan had je dat nog met „de baas".
Herms had Item zeker opgestookt
Hé, was dat schrikken De deur was
open gedaan en d'r hospita stak het hoofd
om den hoek.
„Schrikt U van me? 'k Had al twee
keer geklopt Hoo is 't?"
„Die hoofdpijn houdt maar aan
'k Moest maar es naar buiten. Regent het
nog?"
„Niet erg Maar U kan niet naar buiten!
Wat zouden do menschen zeggen
vanmiddag niet naar school en nu wan
delen. 'k Heb een paar pillen meegebracht,
neem die maar es in U hebt toch niks
te prakkezeeren?"
„Welnee", hield Mies zich groot, leunend
in haar stoel.
„Wij dachten het zoo U bent zoo stil
tegenwoordig, U zingt nooit meer, en we
mochten er zoo graag naar luisteren".
„Dan doe 'k het wel es weer", beloofde
Mies. Ze nam de pillen in. en probeerde
even te slapen, maar 't wou toch niet O.
.die gedachtenHad ze zich maar niet
erstont op 't station, toen Bart haar zocht
Hij was nog thuis wezen vragen,
schreef Moeder, wanneer ze met vacantie
kwam. En ze durfde hem tóch niet weer te
zien
Ze greep nog es naar de brief, die naast
haar lag't Was ook zoo l'iot over
spannenarme Piet. Ze werd afgetrok
ken van zich zelf, trachtte in te komen in
den toestand thuis
Die jongen toch. Hij moest een paar
maanden rusten in een gezonde streek, en
ze wisten nog niet waarWie weet, of
hij ook niet in z'n hart een leed toegesloten
hield, waar niemand in mocht blikken.
Kon hij maar in Walton komen, 't Was hier
zoo gezond en ook zoo aardig, 't M as tot
aan de Pinkstervacantie toe een lustoord
voor d'r geweest
„Ja", riep ze. 't hoofd oplichtend, om naar
de deur te kijken. Maar meteen liet ze 't
weer zakken, zóó scheurde de pijn er door.
„Dag kindje Wel, hoe gaat 't er toch
mee?"
Ze voelde een kus op haar voorhoofd, en
twee handen om dc hare.
„Gré", zei zc verrast .blikkend in die
vriendelijke oogen. In 't alleen-zijn cn 't ver
langen. deed die hartelijkheid zoo goed.
,,'k Heb veel last van m'n hoofd".
„Wat naar en dan lig je liicr /oo een
zaam. Kom vanavond bij ons lekker rus-
stig liggen in die luie stoel, je weet wel".
„Nee", schudde ze, terwijl de tranen
kwamen.
„Kón je niet? Nee? Zeg dan es Mies,
ls er wat?"
(Wordt vervolgd.)'