v. ROSSEM's is de beste KOFFIE Kunst en Letteren. Land- en Tuinbouw. SAMBO EN JOCKO FEUILLETON INGELEID WOENSDAG 4 DECEMBER 1929 VIERDE BLAD PAG. 11 UIT HET CENTRAAL VERSLAG DER ARBEIDSINSPECTIE. ONTWIKKELINGSARBEID TEN BEHOEVE VAN FABRIEKSARBEIDSTERS TE ROTTERDAM Hot verslag doet ons niet alleen mededooling lineen over arbeif]swetovertredingen. en be roepsongevallen, doch geeft ook belangrijke technische beschouwingen over liet nemen van maatregelen ter voorkoming van gevaar. Bo vendien bespreekt het ook ge vallei^ waarin sprake is van schade of hinder, door fabrieken enz., veroorzaakt aan do omgeving. Daar iseen intei ant geval bijij dat net bedrijf van een dat ad betreft. Door het gemeen i u-stuur van 's-Gravenha- ge was voorwaardelijk vergunning verleend tot uitbreiding van de drukkerij van een dag- bl£?e desbetreffende voorwaarde luidde in het eene geval: „tU6scnen fjesavonds 10 en des morgens 6 unr perceelen worden gewerkt." Aan de andere vergunning was een nagenoeg gelijkluidende voorwaarde verbonden. In het advies, dat de Directeur-Generaal van den Arbeid in deze zaak uitbrachx, wordt er op gewezen, dat reeds lang vóór het verleene» van de vergunning van Augustus 1917 in du inrichting des nachts couranten werden ge drukt en dat op de zitting, gehouden ten be hoeve van deze vergunnjng, door de eigena resse van het belendende perceel is geklaagd oa. over hinder van de in de tegenwoordige» stoomdrukkerij aanwezige machines. Het stond dus vast, dat de pers des nachts «ou <jraaien en indien men het maken van la- waalon toelaatbaar achtte, had men moeten ver- biedentu sschen 11 uur nam. en 0 uur vin. met persen te werken, tenzij zoodanige voorwaar den mogelijk waren, dat de hinder werd weg genomen. De concrete middelen, omschreven in d,i voorwaarden betreffende het fundeeren der ma chine en "t gesloten houden der ramen konden dienen om aan de bezwaren tegemoet te kunn n Het was echter de taak geweest van het Ge meentebestuur, zich af te vragen of die ly.ee, voorwaarden voldoende waren es angora hod het nadere middelen moeten aangeven om een afdoend resultaat te verkrijgen. Door eenvou dig voor te schrijven, dat niet hoorbaar mag worden gewerkt, is de moeilijkheid ontgaan, zon der dat echter de betrokkenen wisten welke maatregelen moesten worden omdat direct na het tot stand komen van de utrbieiding geconstateerd had kunnen worden, dat des nachts In de inrichting wRl voor de buren hoorbaar gewerkt werd. welke toestand li-l peine te.«tliur jui <1. g. gl Toen door een der omwonenden klachten wer den geuit Pn het gemeentebestuur nog geen kans zak om daaraan tegemoet te komen, is het Gemeentebestuur ten opzichte van de be doelde voorwaarde een geheel ander standpunt gaan Innemen en nu werd het niet voldoen daar aan reden tot intrekking der vergunning, niet tegenstaande apcllante zich-bereid verklaarde bad. alles tc zullen doen, wat het gemeentebe stuur nuttig achtte. Waar het Gemeentebestuur geen middelen heeft kunnen aangeven om het beoog,je effect teweeg te brengen en daarom zijn toevlucht heeft gezocht tot het opleggen van een ver. pllchting, waarvan v^n voren vast stond, dat or niet aan kon worden voldaan, zou vol gons den Directeur-Generaal van den Arbeid het intrckkingsbesluit moeten worden vernietigd Dit is dan ooqk geschied bij Koninklijk Besluit van 9 Februari 1928, no. 26. In dit verslagjaar werden de werkzaamhe den voo; tgezet op dezelfde wijze, als in het vorig Centraal Verslag is vermeld. Met vol doening kan worden geconstateerd, dat na de flinke uitbreiding welke het werk in 1927 had verkregen, het zich niet alleen in den zolfden omvang kon handhaven, maar zelfs nog eeniga- sins in beteekenis toenam. De samenstelling der cursusset» voor liet Winterseizoen 1937'28 is reeds uitvoerig In 't Centraal Verslag over 1927 medegedeeld. Bij bet einde van het seizoen bleek het resultaat voor de naaidvaltken ongeveer gelijk tc zijn ■an dat van het vorige jaar. Van de deelneem sters. wier aantal, in totaal 711 bedroeg (hier onder begrepen alle meisjes die niet opkwa. men of in den loop van den cursus afvielen »n door andere werden vervangen), volgden 268, d.i. 38 pet., de lessen geregeld of vrij gere geld. Voor de kooklessen was het resultaat be. ter en bedroeg het aantal dergenen, die de oursus trouw volgden, 94 van de 181 deel neemsters, d i. 52 pet. Verscheidene cursussen werden besloten met een gezclligen avond. De gymnastieklessen eindigden, evenals het vorig jaar, met een uitvoering. De fabrikan ten die de lessen hadden bekostigd, en de ouders der deelnemc-nde meisjes waren voor dezen avond ultgenoodigd. In vergelijking met, de'verleden jaar gehouden uitvoering viel een groote vooruitgang te bespeuren. In het bij zonder gaven de door alle meisjes tezamen onder muzikale begeleiding uitgevoerde vnje- on ordeoefeningen een treffende indruk van de toewijding der leiders en van den ernst, waarmede door de meisjes moest zijn gestu deerd om de lang niet gemakkelijke oefenin gen zoo harmonisch uit te voeren. In het zomerseizoen werden, als steeds, uit sluitend gymnastiek cursussen georganiseerd. Veertien groepen werden gevormd en onder lei ding van den Rotterdamschcn Bond voor licha melijke opvoeding gesteld, terwijl 80 meisjes, wonende op den Linker-Maasoever, in het Zul- der Volkshuis werden tezamen gebracht. Bij gunstig weer werd In de open lucht geoefend. Voor het winterseizoen 1928-1929 werden weer Inschrijvingen geopend voor verschillen de cursussen. Het aantal der inschrijvingen bedroeg 1020. Bij de beoordeeling van dit cij fer houde men in het oog. dat de Firma Van Nelle haar eigen ontwikkclings- en ontspan ningscursussen voor de arbeidsters harer fa brieken inricht. Het aantal deelnemende ondememiagen steeg van 19 tot 22. De verhoudingen van het aantal inschrijvin gen voor verschillende vakken wijzigden zich eenlgszins ten opzichte van het vorige jaar: er was n.L grooter belangstelling voor cos- tuumnaaicn en koken dan voor ondergoed naaien en verstellen. Gevormd werden 12 groepen voor cosluum. naaien en knippen (vorig janr 9), 7 groepen voor ondergoed naaien en verstellen (vorig jaar 13). 1 groep voor fraaie handwerken (vo rig jaar 2) cn 13, groepen voor koken (vorig Jaar 7); totaal 33 groepen (vorig jaar 31). He. onderwijs werd gegeven in verschillende Vroti- wenarbeidscholen, ip „Ons Huis" en in de In- UIT DE INDISCHE BLADEN DE CIRCULAIRE AAN DE POLITIE. Het standpunt der Regeering Zooals Aneta reeds meldde, zond de heer Middendorp den 19en October de volgende vraag in: Naar aanleiding van de berichten in de pers (Nieuws van den Dag van 10 dezer, Javabode, Bat. Nieuwsblad, e.a. van 11 dezer) betreffen de een circulaire welke door den Gouverneur van West-Java gezonden zou zijn aan de af- deelingshoofden, en vermoedelijk ook aan de regenten in zijn ressort, ^ou steller dezes gaarne vernemen: a. of de Regeering niet met hem van meening is. dat het vooral in dezen tijd noodzake lijk Is, dat omtrent aard en strekking van alle maatregelen, welke de uitoefening van het recht van vereeniging en vergadering raken, bij belanghebbenden In deze zoo groot mogelijke zekerheid besta: b. of de Regeering bereid is daartoe mede te werken door den tekst van bovenbedoelde circulaire, welke reeds in de pers tot tegen strijdige commentaren aanleiding heeft ge geven, te publiceeren, dan wel, zoo Zij daar tegen overwegende bezwaren heelt, aard en strekking daarvan te willen bekend stellen. Het antwoord der Regeering daarop luidt volgens de Indische bladen aJs voigt: X'e eerste vraag zonder voorbehoud bevesti gend beantwoordende moge de Kegeering er op wijzen dat Zij cr steeds naar heeft ge. streefd en daartoe herhaaldelijk maatrege len heeft genomen om omtrent de beginse len van Haar beleid inzake de uitoefening van het recht van vereeniging en vergadering bij belanghebbenden zoo groot mogelijke zeker heid te doon bestaan. Naar aanleiding van hetgeen m de tweede plaats wordt gevraagd, wordt het volgende opgemerkt: In verband met de strekking der gc-stelde vragen. waartoe het onderstaand beperkt blijft, moeten, n. het oordeel, vuil de Re- geemig, als belang,lebbende bij de uitoefening van genoemd recht, en dus ook bij zekerheid daaromtrent in de eerste plaats worden be schouwd openbare vereenlgingen met hare leiders en de Overheid, in het bijzonder de Politie. Vooropstellende dat niet kan worden toege laten dat door een vereeniging of vergadering gezag, rust en orde worden ondermijnd be dreigd of verstoord, noch dat eeno groep' van burgers dan wel landsdienaren in hare gevoe lens of overtuigingen door een andere gegriefd wordt of bespot, geeft de Regeering aan de openbare leiders van elke richting gaarne de zekerheid dat, wanneer zij de hieraangeduide grenzen eerbiedigen en deze dus ook niet door dubbelzinnighcdcn, toespelingen of andere lis tige zinswendingen trachten te overschrijden, zij daarbinnen, behoudens hunne nlgemeene verantwoordelijkheid vrij zijn in de propagan da van elke staalkundige gedachte, tenzij deze uit haren aard reeds bedoelde grenzen over schrijdt. Dit laatste ware bijvoorbeeld het ge val. indiea een staatkundige propaganda van communistische leerstellingen vervuld zoude zijn. dan wel gericht werd tot die overheids organen, als b v. de politie, welke ln ellc land voor de handhaving van de openbare or de van primair belang boven partijen behoo- ren te staan, cn zoo noodig zelfs door een verbod tegen de besmetting met voor hen on- gewenscht geachte denkbeelden moeten wor den beschermd. In het algemeen echter kan elk openbaar spreker of leider er zekr van zijn flat, wanneer hij zich in redelijken zin, los van casuïstiek, behoorlijk gedraagt, vrijheid van spreken hem gewaarborgd is. En, wat do politie aangaat, geroepen als zij dustriescholen. Verder vonden 142 meisjes, wo nende op den Linker Maasoever, plaatsing op rie verschillende cursussen in het Zulder Volks huis. Voor do gymnastiek was de belangstelling aan het einde van den zomer in een deel der groepen verflauwd, terwijl verschillende deel neemsters er de voorkeur aan gaven ln den komenden winter een cursus in een dei huis houdelijke vakken te volgen. Dientengevolge werden eenige groepen tezamen gevoegd; daar echter drie nieuwe werden opgericht, kon weer een gelijk anntal groepen als in den vorigeu winter worden gevormd, nl. 12. Bij de opening der lessen kwam wederom een deel der meisjes niet op bij andere trad weldra het gewone verzuim op. Door huisbe zoek. dat. dank zij de wekelijks van de scholen Inkomende berichten, systematisch kon ge schieden. werd getrcaht de weggebleven en tot volharding te bewegen. Indien dit niet geluk te, wedden ze door nieuwe candidaten vervan gen. Voor enkele kookclubs was de animo zóó groot dat nog eenige meisjes bovon het vast gesteld maximum werden toegelaten. Verder werd aan de leidster van een groep voor cos- tuumnaaien een assistente toegevoegd, waar door het aantal deelneemsters kon worden uit gebreid. Het totaal aantal der deelnemcr.de meisjes heeft 1200 bedragen, van wie 52 voor meer dan één cursus ingeschreven waren. In den regel was dit voor één der huishoudelijke vakken cn gymnastiek. Alcs tezamen waren er dus 1252 inschrijvingen waarvan 368 van meisjes, die reeds een of meer cursussen der Vereeni ging hadden gevolgd. Voor de ambtenaren der Arbeidsinspectie werd de taak verlicht, doordal het bestuur door eenige verbetering in de geldmiddelen der Vereeniging zich in staat zag gesteld om ge durende het winterseizoen een assistente aan te stellen voor 'de administratie en het huis bezoek. De het vorig jaar opgerichte opleidingscur sus voor hoofdjuffrouwen kon ook ln 1928 worden voortgezet De werkgevers waren be reid dë kosten te dragen, terwi'jl 10 honfdjuf frouwen of arbeidsters, die zich tot deze func tie voelden aangetrokken zich als deelneem sters opgaven. Zooals reeds in het Centraal Verslag over 1927 is uiteengezet, beoogt deze cursus hoofdjuffrouwen te kweeken. die in staat zijn te zorgen, dat In de werkplaatsen een beschaafden geest heerscht en ruwe beje geningen niet voorkomen. De lessen in om gang met de rijpere jeugd, gezondheidsleer en letterkunde werden op verzoek vah enkele fa brikanten uitgebreid met onderricht in admi nistratie. Van de deelneemsters trokken zich twee te rug van wie één wegens verandering van werklcing. De anderen volgden de lessen ge regeld. Dat deze cursus ook buiten Rotterdam sym pathie wekt. bewijzen de verzoeken om "in lichtingen, welke van twee elders gevestigde ondernemingen en van een werkgeversvereni ging ontvangen werden. Men mag derhalve hopen, dat in de toekomst meer aandacht zal worden gewijd aan de vorming van beschaafd vrouwelijk toezichthoudend personeel in fa brieken en werkplaatsen. is om de aangeduide grenzen welke zoowel aan de gemeenschap als aan den spreker tot waarborg strekken te bewaken, weet zij ln de eerste plaats dat de Regeering daarbij noch gestrengheid wenscht in die mate dat daardoor een geleidelijke ontplooiing van het openbare leven dezer landen wordt belemmerd, noch duldzaamheld. welke overschrijding van de grenzen der betamelijkheid of veiligheid mogelijk maakt. Ten aanzien van zulk een door de Regeering verlangde gematigde hou ding der politie, moet zich evenwel nog in me nig opzicht een algemeene opvatting, een tra ditie vormen, welke al zal zij steeds door si tuatie en atmosfeer beïnvloed blijven, een sterk en duidelijk richtsnoer voor politioneel optreden biedt. Onder meer om de vorming dier traditie zoo veel mógelijk te bespoedigen en te verzekeren, wordt de houding der poll. tie inzake haar toezicht op de uitoefening van het recht van vereeniging en vergadering, over geheel IndiO, in onmiddellijk contact met dc Regeering. door den Procureur Generaal centraal geleid. Indien zij de door dlc algemeene leiding aan gegeven richtlijnen volgen hebben bestuurs- en po'.itie-ambtc-naren de zekerheid dat, wan neer ;.|J zich genoodzaakt achten zonder voor afgaande ruggespraak te moeten optreden, «lil optreden ook, behoudens bij duidelijk ge bleken misslag, door hunne superieuren en In hoogste Instantie door de Itegeering «clv„, wordt goedgekeurd en gedekt. Wel moge ook hier na afloop leering uit een voorval worden getrokken doch vast slaat dat. wie den moed heeft gclinil de vcrunt woordelijkheid te dur ven drngen voor een beslissing, tot ingrij pen dan wel tot onthouden, naar eigen opvat ting van hetgeen dè door de Regeering vast gestelde normen in concrete gevallen ver- eischen, ilnnnoor stellig niet ter verantwoor ding r.al worden geroepen. Toen het duidelijk werd, dat op vergaderin gen, vooral in Midden-Priangan, de bovenaan- geduide grenzen van de zijde van sommige volksleiders overschreden en van die der Eo- litie niet voldoende bewaakt werden, alsook dat de allerwoge noodzakelijke zekerheid hier en daar eenlgszins was verzwakt, hebben de Procureur-Generaal on de Gouverneur- van West Java. daarmede handelend volgens een door de Regeering herhaaldelijk ook in het openbaar uitgesproken inzicht in overeen stemming met Haar. nadere instructies tot opheffing van deze euvelen verstrekt. Hierbij werd o.rn. in aansluiting bij de hierboven ge geven uiteenzettingen in afwachting van een. door de Regeering in den Volksraad reeds ter sprake gebrachte, algemeene regeling van het lidmaatschap van staatkundige vereenigingen, v z.v. betreft landsdienaren bij Leger. Vloot en Politie het lidmaatschapap van de P.N.L voor polltledenarc-n in zijn gebied door den heer Hartelust verboden. Nu aard en strekking, zoowel van die In structies ais van evenbcdoeld verbod, in het vorenstaande volledig zijn weergegeven kan daaruit tevens blijken, hoe de beginselen van het Regeeringsbeleid Jegens de volksbeweging onveianderd zijn gc-bleven. en de onderwerpe. lijke maatregelen niet anders dan een toepas sing dier beginselen betroffen. Tegen publicatie der betrekkelijke corres pondentie zelve bestaan uiteraard overwegen de bezwaren. INDIE EN INDO-CHINA. Handelsbemoeilijking. In een onderhoud dat een dor redacteuren van de Javabode onlangs had met den Neder land when consul te Saigon, zette deze uiteen dat de Fransche regeering. door het heffen van hooge invoerrechten, bultcnlandsche produc ten uit Indo-China wil weren, teneinde aan het binnenland gelegenheid te geven tot ontplooi ing te komen, bij welk streven het ééne land wel eens boven het andere bevoordeeld wordt. In casu was d goede positie, welke de B.P.M. zich in Indl-China veroverd had, opgeheven en aan do Amerlkaansche markt toegekend. Hit goede bron vernam do Ind. Crt. hierover nog hot volgende: Het blijkt inderdaad maar al te waar, dat de Amerikanen er alles op gezet hebben om voor hun oliën betere condities te verkrijgen. De consul te Saigon heeft dc Nederlandsche regeering reeds twee Jaar geleden op dit ver schijnsel gewezen toen er sprake was van het geven aan Indo-China van een autonoom doua ne-tarief dat dus geheel onafhankelijk van Frankrijk zou komen te staan. Niettemin had ook de consul klaarblijkelijk niet verwacht, dat voor Saigon op oliën van anderen dan Franschen oorsprong een hooger tarief te verwachten zouazijn. aangezien dit niet in het belang van d§ locale bevolking werd geacht. Dit autonome douane-tarief stelt alle Fran sche goederen vrij van invoerrecht, heeft een minimum-tarief van goederen uit landen, waarmede Frankrijk ec-n overeenkomst heeft gesloten, en een tarlf.général van artikelen, afkomstig van alle andere landen. Vooral voor „tissus de tout genres" is het tarief In deze nieuwe regeling veel hooger, in hoofdzuak omdat Japan heeft aangedrongen op een betere behandeling van zijn goederen. De bedoeling was toenmaals om voor Japan een tussclientarief dat tevens de Fransche in dustrie zou kunnen beschermen in 't leven te roepen. De artikelen, van ons Indlë afkomstig wor den getaxeerd naar het tarif-général. De bedoeling was eenige goederen, speciaal In de bestaande overeenkomsten vermeld, gun stiger te behandelen. Hieronder behoorden de oliën, die echter tenslotte toch naar één maat staf worden belast. Het allertreurigste in deze zaak is echter het volgende: De consul te Saigon heeft in zijn vele be- toogen de Nederlandsche regeering trachten te overtuigen dat voor Nederlandsch-Indië het tusschen-tarlef óók wel zou kunnen worden bereikt, indien Nederlandsch-Indië daartegen over ook faciliteiten stelde. De regeering heeft, naar aanleiding van die betoogen, doen opmerken, dat zulks onmoge lijk was. De consul hield echter nog voet bij stuk en trachtte nogmaals het zijne to doen door in een volgend schrijven te wijzen op de moge lijkheid van soepeler bepalingen op het stuk vun werving uit Nederlandsch-Indië van werk volk voor de rubber- en theeondernemingen in Indo-China. De werving voor Indo-China In Nederlandsch-Indië is namelijk verboden, krachtens een bepaling, welke alle landen, die vóór 1914 geen werkvolk uit Nederlandsch-In. die recruteerdcn. ook in de toekomst buiteu sluit van de werving voor het buitenland. De consul gaf in overweging om daarin in zooverre verandering te brengen, dat recrutee- ring wordt toegestaan voor die ondernemin gen. welke wat toestanden, arbeidsvoorwaar den en arbeidsbescherming betreft, voldoen aan dc door het gouvernement van Neder landsch-Indië gestelde eischen. Ook hier is niet op inge&aan! Het is mogelijk dat de Indische regeering, in verband met de moeilijkheden op het gebied van de werkvolk-voorziening op de Buitenge westen de consequenties van een werving voor Indo-China niet aandurfde, te meer niet, nu door de in uitzicht gestelde geleidelijke op heffing van de poenale sanctie, de aanvoer van werkvolk naar Deli zoo ruim mogelijk moot worden. Er blijkt uit dit alles dat 't onzen Consul te DE TOCHT VAN DE ..CARNEGIE" In de haven van Upia (Samoa) ir. het. Amerikaanschc expeditieschip Carnegieop zijn teimqlocht van een ivetenschappelijken onderzoekingstocht op de Zuidzee, aan den grond, gevaren.Bij dit ongeval kwam kapitein Hult (zie inzet) met eenige opvarenden om 't leven Saigon niet aan activiteit heeft ontbroken; maar de slappe houding der Regeering was oorzaak dat de belangen van Ned.-Indiö ach ter gesteld werden. NIEUWE BEMOEIENISSEN DER GEMEENTE. In afzienbare toekomst. ^en van de vete regeerings-commissles. wel ke in den regeerings-almanalc staan en een van de weinige, die werkelijk iets 'uitrichten, is de „niedpbestuurs-commissie". een lichaam, dut in het leven geroepen werd om de Regee ring te adviseeren aangaande de bevoegdhe den en bemoeienissen, welke'voor overdracht aan de locale raden geschikt zouden zijn. Deze comlssie zoo schrijft De Javabode, waaraan wij dit art. ontleenen staat onder leiding van onzen burgemeester, Mr. Meyroos. Zij h~eft cnkple maanden geleden aan de Re geering rapport uitgebracht over de over dracht c-:.i de stadsgemeenft-n van de werk zaamheden voor den burgerlijken stand, wel ke. ïiKials men weet. thans worden verricht deer het binrenlandsch bpstuur. Maar daarmede is niet gezegd, dat de „bur- g-.-lij'.ce stand" nu maar dadelijk za! overgaan rvj-ir de gemeenten. Mm heeft hier te doen met pen rapport, een advies zoo men wil_ zonder e':a voorjte- De regeering zal deze materie nu waarscr.iir.lijK verder onderwprpen aan het oordeel van hel devurten-.ent voor Binnenlandsch Besr.i'.;r, a.in dit van het kantoor voor de Decantr-Uidulic en misschien ook aan dat van de stadsgemeenten. Manirt zij er dan een ontwerp-ordonnantie vim. dan zal dflzo nog den aangewezen weg moeten volgen. V' aai mede wij maar zegen willen, dat ge steld, de Regeering is voor de ovenl'.acht nn den „burgoi lijken stand" aan de sr-i {.v.-.cineen- toti, daarmede toch gpruimeo tijJ gemoeid zal wezen. IntuFsthe» is de ..Medebestuurscommissie" bezig met a'gc-meene principes vast tn -tellen vnor de ovPrdraclit van méerdjr-'e hevneg.,he llen oaii de gemeenten. Aan de nJvDzcn be- licffende de overdracht var. bepaalde onder werpen Is ce comu.isfip dus nog .iet toe. Dc Vw»-?tio v in >le /.org vo„r het oilirw'js en vcvr dv volksgezindheid is lik lij Wit erinmissie niet >n stadie. P-idp oilf-r pen w...-i-n reeds lang Is* studie, toon e -led sluurscommtssle werd ingesteld. Dc over- dr.nl.t van de zorg voor het onderwijs i-, iccds van 1917 in studie bij andere organ on. Van haar is hel-end, dat zij thans in oen indeling is bil nit c'.epai lement van Justitie. Blijnens eei. bericht van onzen redact'.te Rondouig. verwacht men daar, dat de over dracht van enkel bemoeienissen spoedig zal plaats het l ci.. Men zou daar bij .iet .uitwor pen van dc piannoii voor de vernieuwing van het vooiste deel van het raadhuis ree-ls reke ning houden met de uitbreiding vin de ge meentelijke bemoeienissen. Dat kan natuur lijk nooit kwaad en als men te Batavia aan het maken van plannen voor een nieuw raad huis toe is dnn zal men stellig ook rekening houden met de uitbreiding van de gemeente lijke taak, maar zij die meenen. dat er binnen kort weer eenige betrekkingen open zullen lcomen bij de stadsgemeenten, zullen vrij lang geduld moeten oefenen, en mógelijk is het zelfs beter hun aan te raden, maar naar iets anders om te zien. BOEKEN LEENEN 't Boeken leenen is een diep-ingeroest kwaad. Weinig menschen, die een beetje van lezen houden, zien bij vrienden en kennis sen een mooi, nieuw, vooral opgang-makend hoek, of ze vragen: Mag ik het eens van je leenen? In de prachtig-uitgevoerde fonds-catalogus van Kok troffen we een treffende opmerking daarover aan. „Stel, dat een uwer kennissen een mooi schilderij bij u aan den wand ziet hangen. Ge zoudt vreemd opkijken, als hij u vroeg het schilderstuk eens een veertien dagen te mogen leenen en hij het dan meer.am naar zijn huis om er daar een paar weken van te genieten. Ook past men wel op om een muziekinstrument, een mooie vaas of sche merlamp of wat ook ter leen te vragen". Inderdaad beschouwen maar ai te veel menschen, het geld, dat ze voor hun jeetuur uitgeven, zoo ongeveer als weggegooid. Zoo dat er bijv. zéér wel gestelde menschen ge vonden worden, die van 's morgens tot s avonds rooken, de eene sigaar na de andere, voor enkele guldens per week, maar hun dagblad, dat een kwartje per w eek kost met een ander samcnlezen, want -Jat is toch maar goedkooper, zie jê, en op de kleintjes moet je passen! Het hoeken-leenen heeft ook een sociale kant. Een boek vertegenwoordigt een maat schappelijke waarde. Er is aan gewrocht door dc schrijver, de uitgever, de boekhan delaar. Al die arbeid behoort betaald te worden. Dat is eenvoudig eisen van sociale rechtvaardigheid. Maar menschoo, welke van die arbeid wel genieten, maar er niet voor willen betalen, ontrooven dusdoende de rechthebbenden het loon huns arbeids. Waarbij komt, dat een klein land als het onze, uiteraard reeds een beperkt ofzetge hied vormt voor de producten der drukpers We. kunnen dan ook inkomen in de ge- dachtcngang van een schrijver, die beweer de, dat het lezen van geleende boeken dief stal is- Nu moeten we er op wijzen, nat deze stel ling in haar konsekwentie nut is door te voeren. Er verschijnen te veel hoeken in onze tijd, die ieder meelevend mensch wel eens zou willen lezen, maar niet koopm kan, wijl zijn beurs dit ejavoudisr niet toe laat- Bovendien zijn er bijzondere omstan digheden. Men kan een bepaald werk noo dig hebben voor een of ander studie-doel, men kan in een standaa:ihveri: omtrent e-n bepaalde kwestie eens zijn licht willen op steken, nien kan een werk willen lezen, dat uitverkocht is, enz. enz. Maar. tegenover hen, die a 11ij cl en immer lezen, doch nooit of te nimmer een c-ht ervoor uitgeven om zelf eens een bo^ii tc koopen, mag met beslistheid volgehouden, dir hun doen, leen reeds uit sociaal oogpunt, alleszins af keuring verdient. „ALS HET WINTERT" Der Dritle im Bunde. Naast ons eigen „Kerstboek" en het neu trale „Winterboek" der Wereldbibliotheek is het katholieke „Als het Wintert", uitg. Ned. Boekhuis, Tilburg, een door velen met ver langen verbeide uitgave. Het deel-1929 geeft elck wat wils. Marie Koenen opent de reeks bijdragen met een harer uitstekende historische novellen: „De vlag voor mejonkvrouw Jehanne (Jeanne d'Arc). F. de Sinclair's „De wraak der Opperhoofden" is als proeve van de soort niet onverdienstelijk, lijkt alleen wat al te bedacht. „Watersnood" is een fragment uit Her» man de Man's roman „Het wassende water"» Het gedeelte namelijk waarin de boeren* dijkgraaf de streek laat onderloopen, waai* in zijn eigen landerijen liggen- Een pracht* figuur, die Gicljan uit ,.Het wassende wa* ter" een collega van Harders uit „Oostloorn", Willem Matsijs vertelt van twee hu moristen: Chaplin van t tooneel Adamson van de carricatuurkunst- Het diamant-verhaal „Tiet oog van Advaï* tu" is boeiend en blij-eindend. De bekende Antoon Coolen schetst weder toestanden en gebeurtenissen uit Brabant* Het thema is de schwürmcrische, romanti sche liefde van een boerenknecht voor de ongelukkige freule van een feodaal kasteel. Ciska Huiberda beweert terecht, dat een mensch niet vloeken mag- Maar Antoon Coolen weet dat toch zelf óók wel? Tenslotte: de sentimenteel, maar gevoel vol geschreven liefdesleedhistorie van „Kra- kepit/b", een misvormd meisje met een zui ver zieltje. Ook bij dit winterboek is aan de uitvoe ring veel zorg besteed- Alles bijeen een ge slaagde poging, om de doorsnee katholieke lezer goede leesstof te verschaffen. DRUKFOUTEN IN BEROEMDE LIEDEREN. Het drukfoutenduivellje, dat overal weet in te sluipen, heeft zich niet ontzien om ook groot onheil te stichten in menig be roemd Duitsch lied. Aldus „Boekzaal". Dr. Karl Reisert vertelt in een boek, geti teld A u s cl c m L e b e n und der G e- s c h i c h t e de utsclier L i e d e r, dat bij Herder in Freiburg is uitgegeven, over de streken, d e dat duiveltje zoo nu en dan heeft uitgehaald. In liet lied van „Clarchen" uit Goethe's Eg mond Freudvoll uni leid voll" wordt steeds gezongen en zelfs gedrukt: „Hangen und hangen in schwe- bender Pein", hetgeen echter moet zijn „langen und hangen". Goethe zelf had de fout dadelijk ontdekt, zooals blijkt uit een kantaanteekening. die luidt: „Langen! han gen ist falsch, wohl dutch <S'e „srhweibende Pein" hervorgcrufen". Het woord „langen" in de beteekens van „verlangen" zal wel een dichterlijke vrijheid zijn geweest cn het is dus begrijpelijk, dat reeds in den tekst van een der oudste en meest verspreide composities, n.l. in dien van Reichard d© drukfout „hangen und hangen" is geslopen. Zoo heeft zich in de M gnon-Ballade vast- geworteld de fout: Dahin, dahin. mocht ich mit dir, o mein Geliebten, ziehn". terwijl volgens het handschrift beslist „Gebieter" gezongen moet worden. Hoogst pijnlijk is het, wanneer een jong dichter, die voor het eerst zijn dichterlijke gevoelens aan lid publiek prijs geeft, in zijn openingsgedicht een drukfiuit ontdekt- Dit overkwam Uhland, die iri zijn poëtisch voorwoord der eerste oplaag zijner gedich ten las: „Leder sind wir. Unt Vatcr schickt uns in die offetic Welt.", terwijl men na tuurlijk moet lcaen: „Lieder sind wir". DE TEELT VAN KARWIJZAAD. De totale met karwijzaad voos den oogst 1030 bezette oppervlakte wordt geschat op 5700 H.A. tegen 3600 H.A. in '28. De uitbrei-^ ding van deze teelt is in de provincie Gro ningen het grootst Ook is ze beteekenend in Noord-Holland cn in Noord-Brabant. RUNDERTUBERCULOSE. Door de rijksseruminrichting werd tuber- culine ter onderzoek op tuberculose van =t f7.000 runderen naar de verschillende pro vincies verzanden, waarvan verreweg liet grootste gedeelte naar Noordbrabant cn ver der vooral naar Overijsel en Zuidholland. (Nadruk verboden). VAN EEN LEEUW EN EEN AAP Terwijl is Sam tien daken verder, En vindt daar, tronend ?n de lucht, Jocko, de aap, die van zijn meester Dienzelfden dag'»va& weggevlucht „Aha!" roept Sam, „Aha-aha! Een landgenoot uit Afrika!" 42. Ontroering mankt zich van bom meester, llij plengt een traan en sluit terstond Tot wederzijdsch gemak cn voo'tleel Een dure en hechte vriemlschapsbond. Ach, de politie komt weldra. En zit hen met revolvers na! (Wordt Vrijdag vervolgd). BONNA WIEGERS-GROENEVELT. (9 „Als ze zich niet bekeeren, nee. Maar er is ook steigenverk bij het Huis Gods", zei Vader, dat later weggenomen zal worden. Ze zijn wel een aanstoot, 't is waar, maar van het kaf en het koren lean de wereld tn<*h hegrijpen, als ze nadenken wil, vin je niet?" „Ze ziet toch ook de gebreken in die an deren, die waarlijk steencn kunnen zijn," wierp hij zwakjes tegen. „En ze begrijpt niet den strijd van die Christenen, en dit is haaf gemis." „Die strijd, die zoo mooi maakt," voegde ze er aan toe. Toen nam hij heur hoofd tusschen z'n handen en kuste haar. „Wat kun je toch onder dc invloed zijn van 't onweer. Vin je niet, dat je veel beter bent dan anders?" „Ja," lachte ze. „maar 't is nu haast voor bij. 't Is nok vpol lichter, 't Rommelt alleen nog w-t - Zet gauw thee. en als de regen 'a 'k eventjes naar Mies." HOOFDSTUK 5. Mies had zich aangekleed, toen de lucht daarbuiten zoo dreigend-zwart werd en was naar beneden gegaan, waar haar kostjuf- frouw hij d'r oude moeder zat Ze had in 'n ligstoel gelegen, er was een natte doek op heur hoofd gelegd, op d'r zakdoek volop eau-de-cologne gespoten, maar de hoofdpijn wou niet bedaren, en toen do bui wat af dreef, was ze weer naar boven gegaan, om alleen to zijn. O, dat hoofd klopte zooZe wou eigen lijk niet meer denken, en 't was toch, of ze moestNa de Pinkstervacantie had ze zooveel gedacht er was zooveel tijd voor Al naaide of borduurde je wat, dat woelde maar heen en weer in je hoofdZe had wel avonden doorgebracht bij de Jong en Gré, maar door haar eigen gesloten-zijn, haar nooit es spreken over wat er in haar omging, was het niet tot die intieme ver houding gekomen, die ze noodig had om thuis te zijn. En toch dat verlangen, om je eens uit te zeggen, eens alles te vertellen van wat je drukteDat verlangen, dat weer week, als ze zag hoe gelukkig de Jong en Gré samen waren, als 't haar toescheen, dat de twee met ongestoorde vreugde over het leven wandelden, waar zij onder lag. Dan kwam het weer: je dürft niet, je durft niets zeggen, want je bent zooveel klei ner dan Gré. Gré is nooit zoo geweest als jij bent, ze begrijpt je niet je kan ook nooit worden zooals zij. Dan zwéég ze maar. Wat moest ze ook eigenlijk zeggen? Er was immers niets?Haar strijd tegen dc leu gen, daar had je geen menschen voor noo dig, ze zouden je altijd aanzien voor een, die geen waarheid spreekt...... Maar wat moest ze dan toch vertellen? Van die avonden, dat ze voor 't raam stond te huilen, of in d'r bed lag te snikken als 'n kind?Dat nooitZe wist zélf niet, wat dat was immers? Want als ze 's morgens opstond en zich kleedde, was al les weer heel anders in en om haar dan 't 's avonds was geweest. Dan las ze de ver telling nog es over en gaf zich aan de kin deren, waar ze van hield. Ze was den laat- sten tijd wel wat moe geweest zat veel, omdat ze pijn voelde in d'r rug, maar dat had ze toegeschreven aan 't vele wakker lig gen. Nee. die dagen op school waren wel goed, al ging 't vroeger heter, maar die avonden, diè waren vreeselijk. 't Was ge komen nét de vacantie. Ze had vroeger ook wel van die momenten gekend, waarin zo zich overgaf aan wat ze weemoed noemde, maar nu, ze wist het eigenlijk tóch wel, al wou ze verstoppertje spelen met zichzelf, er was mècrHet was een heftig verlan gen, dat in haar bruiste, en verlangen, om weg te kruipen aan sterke schouder, om krachtige armen om zich heen te voelen, om woorden te beluisteren, die wegnamen allo donkere schaduwO, dat steunzoe kende altijd, dat hulpbehoevende. Was ze vroeger maar niet met alles naar moeder gegaanhad ze maar niet steeds op haar geleundzélf es gedachtNu zocht ze en tastte altijdOpeens verdreef een rood de bleekheid van heur wangen Dèt was liet immers geweest met Herms... Hij had die smalle paadjes met haar ge wandeld tusschen de korenvelden door, toen hij haar thuis bracht dien dag, dat z'n Vader jarig was, en ze nog een eindje rond wilde loopen om 't mooie van den miss- lichten avondHij had haar gesproken over strijd, dien hij kende, een strijd, waar in niemand hem helpen kon... Toen had hij haar arm genomen, er meegevoerd door het raken van zijn gedachten aan de hare, had ze 't gewillig laten gewordenHij was vérder gegaanHij had z'n gezicht naar haar toegekeerd dat gezicht met die diepliggende, wonderlijk-warme oogen en dat hoog-op-golvende, donkere haar en hij had gezegd, dat z ij alleen hem helpen kon, dat z ij naast hem moest gaan, om z'n zwakke wil te versterken, en z'n karak ter te helpen vormen. „Ik heb je zoo noodig, Mies," had hij ge fluisterdEén oogenblik was het ge weest of ze haar hoofd aan z'n schouder wou leunen, en zeggen: ik begrijp je, ik begrijp je zoo goed maar plotseling was ze terug geschrokken, en had het luid yan haar lippen „nee" geklonkenBart was tusschen lien in koinen staanBart met z'n lieve oogen van dien Zondagmiddag, en ze had gedacht: bij jou, bij jóu alleen Herms had nog wel aangedrongen, maar toen hij zag, dat ze vast-besloten stond, was er een vreeselijk lachen over z'n gezicht ge trokken, waar ze van rilde, en had hij haar toegebeten: „Zoo'n kouwe meid!" Dan was hij fluitendo weggegaan, haar achterlatend bij 't eenzame korenveldZoo'n huiche laar Langzaam was ze naar huis geloopen, en in haar schaamte over wat ze had willen doen, was weer dat verlangen om stèun naar boven gekomen, om weg te schuilen aan sterke schouderbij BartToen had ze 't zachtjes gezegd op 't pad tus schen de hooge aren, waar ze niets anders hoorde dan 't late loorne ruischen van den wind: ik heb je lief Bart Maar wat had Bart met haar te maken dacht ze weer Hij had hó&r niet noo dig. Die valsche Herms niet, maar hij ook niet. Hij moest es weten van die boeken, van dat met Herms van zooveel Had ze hem dan wel lief, als zo b&ng voor hem was? De liefde kénde toch geen vrees? Of kwam 't alleen, omdat hij zoo heel ver boven haar stond?Ja zij had hém wèl lief Maar aan wie zou ze dat vertellen? Dat deed je toch immers niet?Dat wist je toch voor je zelf alleen? En dan had je dat nog met „de baas". Herms had Item zeker opgestookt Hé, was dat schrikken De deur was open gedaan en d'r hospita stak het hoofd om den hoek. „Schrikt U van me? 'k Had al twee keer geklopt Hoo is 't?" „Die hoofdpijn houdt maar aan 'k Moest maar es naar buiten. Regent het nog?" „Niet erg Maar U kan niet naar buiten! Wat zouden do menschen zeggen vanmiddag niet naar school en nu wan delen. 'k Heb een paar pillen meegebracht, neem die maar es in U hebt toch niks te prakkezeeren?" „Welnee", hield Mies zich groot, leunend in haar stoel. „Wij dachten het zoo U bent zoo stil tegenwoordig, U zingt nooit meer, en we mochten er zoo graag naar luisteren". „Dan doe 'k het wel es weer", beloofde Mies. Ze nam de pillen in. en probeerde even te slapen, maar 't wou toch niet O. .die gedachtenHad ze zich maar niet erstont op 't station, toen Bart haar zocht Hij was nog thuis wezen vragen, schreef Moeder, wanneer ze met vacantie kwam. En ze durfde hem tóch niet weer te zien Ze greep nog es naar de brief, die naast haar lag't Was ook zoo l'iot over spannenarme Piet. Ze werd afgetrok ken van zich zelf, trachtte in te komen in den toestand thuis Die jongen toch. Hij moest een paar maanden rusten in een gezonde streek, en ze wisten nog niet waarWie weet, of hij ook niet in z'n hart een leed toegesloten hield, waar niemand in mocht blikken. Kon hij maar in Walton komen, 't Was hier zoo gezond en ook zoo aardig, 't M as tot aan de Pinkstervacantie toe een lustoord voor d'r geweest „Ja", riep ze. 't hoofd oplichtend, om naar de deur te kijken. Maar meteen liet ze 't weer zakken, zóó scheurde de pijn er door. „Dag kindje Wel, hoe gaat 't er toch mee?" Ze voelde een kus op haar voorhoofd, en twee handen om dc hare. „Gré", zei zc verrast .blikkend in die vriendelijke oogen. In 't alleen-zijn cn 't ver langen. deed die hartelijkheid zoo goed. ,,'k Heb veel last van m'n hoofd". „Wat naar en dan lig je liicr /oo een zaam. Kom vanavond bij ons lekker rus- stig liggen in die luie stoel, je weet wel". „Nee", schudde ze, terwijl de tranen kwamen. „Kón je niet? Nee? Zeg dan es Mies, ls er wat?" (Wordt vervolgd.)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 11