Bij het boodschappen doen geen PUROL vergeten, BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD UIT 'T LEVEN VAN Ds.P.HUET DINSDAG 3 DECEMBER 1929' OVER HET REORGANISATIEPLAN DER NED. HERV. KERK I Mohl est aan LEERTUCHTKWESTIE BESPROKEN „ASSEN ZIJ ONS EEN BAKEN IN ZEE EEN BELANGRIJKE VERGADERING Gistermorgen is te Utrecht onder presi dium van Dr. G. H. Wagenaar van Rot terdam een vergadering gehouden van ambtsdragers der Ned. Hervormde Kerk, ter bespreking der aanhangig gemaakte reorga nisatie-voorstellen. Eenstemmig, zeide Dr. Wagenaar in zijn openingswoord, zijn wij niet, maar ik hoop dat wij eensgezind zijn in liefde voor de Kerk-"Wij willen geen scheiding, die ampu tatie is, doch een verjongingskuur. Wij belij den dat het Verbond Gods is gesloten met heel de gemeente, en dat al de gedoopten bij haar zijn ingelijfd. Wij wógen het met Luther's woord: Waar"het Woord is, is onze kerk. De organisatie der kerk, die in de vorige eeuw goed werk gedaan heeft., is verouderd, dat blijkt uit haar stroeve werking. Thans is er een ontwerp tot reorganisatie. Wij wil len genezing der kranke kerk, aldus Spr.., geen uitbanning van haar kranke deelen. Wij willen geen inquisitoriaal onderzoek. Assen zij ons ten dezen een baken in zee. Het punt waar het op aankomt is dat de kerk in al haar deelen openlijk uitspreekt, dat Christus is de Zaligmaker der Wereld. De kerk moet Christelijk zijn, in haar is geen plaats voor Jood of Bouddhist. Alle kerken hebben haar bepaald karakter, ook onze kerk heeft het, hebbe het en behoude het- Referaat Dr. J. Rlemens. Hierna volgde het referaat van Dr. J. R i e- m e n s van Leiden, wiens eerste gedachte was: wie reorganisatie zegt, zegt eenheids beweging. Het gaat niet om het domineeren van één groep, maar om de zelfverloochc- Dr. J. SIEMENS. ning van alle groepen. In het concept is het ideaal benaderd van een Christus- belijdende kerk, naar beginselen der reformatie presbyteriaansch opgebouwd, te gen het independentisme gekeerd (prof. Hepp) niet vijandig tegenover episcopale mogelijkheden, maar rekening houdend met de historie hier te lande. De kerkorde is gebouwd op twee grondzuilen: b e 1 ij d e- nis en ambt. Beide hangen onmiddellijk «amen met de erkenning van Christus als hoofd der kerk. De belijdenis steunt op Zijn Woord, het ambt op Zijn Geest. Vervolgens licht spr. de volgorde toe: kerkeraden, clas- •icale vergaderingen, (die heel wat meer in vloed krijgen dan ze nu hebben), provinciale synoden, algemeene synode Door talrijke kleine commissies wordt voorkomen dat het groote aantal belemmerend werkt. Omdat de commissie het beginsel der lidariteit in de liturgie zou willen bevorde ren, en toch gevoelt, dat de huidige formu leering moeilijk letterlijk te handhaven is gebruikt het concept uitdrukkingen als: „in den zin van", „belijdenisachtergrond" enz. De class, vergaderingen benoemen de leden der Synode. Het „veto" wordt tot de Synode teruggebracht maar gehandhaafd. Een groot aantal ouderlingen wordt, evenals in de Schotsche kerk, ter Synode afgevaardigd. De animo voor hot ouderlingambt zal groo- ter worden bij belangrijker mogelijkheden. De Synode kome jaarlijks bijeen. Vervolgens bespreekt referent uitvoerig de bezwaren. Eerst het argument: „al het gepeuter aan bestaande toestanden helpt niet. Eerst moet God de harten veranderen, en dan wordt alles vanzelf anders." Deze „vroomheid" maakt alle actie onmogelijk, zou ook de reformatie der 16e eeuw verhin derd hebben. De stukken op 'n schaakbord blijven bij het spel ook dezelfde, maar hun rangschikking bezorgt overwinning of ne derlaag. Een ander bezwaar: „eike bewe ging in de kerk in den beshianden (oestand is noodlottig. Zoodra we. iets doen, dreigt ons schaakmat. Het plebs zal gelegenheid krijgen, om leertucht te oefenen." Ds. Creutzberg zegt zelfs: „in den toestand van onze kerk is weinig of geen plaats voor toe- strooming des geestes." „Verandering van reglementen helpt niets, alleen verandering in de harten"! Maar de mentaliteit is b e z ig te veranderenl Onze t e g e nw oordige reglementen zi> dio neerslag van 't begin d'er 19e eeuw. Noch classdek gereformeerd, noch uiting van omen tijd. Nu zijn daar getuigenissen van een nieuwen, geest., waarin de Heilige Geest werkzaam blijft. Ref. noemt getuigenissen vanaf den Réveil- tijci (1848), van da Costa, Doedies, Groen van PrinstereT, van Toorenenbergen, en van een Synodale commissie van 1865. Allen spreken van het fundamenteele, die Chris tus-belijdenis, waarmee de Hcrv. Kerk staat en valt. Dan Hoedfemaker en Gunning Sr. De neerslag in oen reglement kome dan nu. De slang van Assen blijve buiten de Ibreede terreinen der kerk. Maar de kerk is: kuriake, eigendbm des Heer en, geroepen predikster van het Evangelie der genade, •der verzoening en der gerechtigheid. Daarom art. 9. Daarom: 'n concept voor Leergeschillen en Leertucht- Ref. legt na mens de Commissie nog eens den nrdruk op het feit-, d'ait die invoering van d i t stuk facultatief is gesteld: het gaat niet om de Leerzucht, maar om de Christus-belijdenis. Wat niet wil zeggen, dat de Commissie on verschillig staat tegenover de hier uitge werkte beginselen. Do kwesties moeten m de Kerk besproken worden. Gewetens tucht rekent alleen met. consciëntieu- z e wensc-hen. De mogelijkheid van „w o 1- ven" bestaat in de kerk. Is men zoo pessi mistisch, dat men meent, in den nevel geen schapen van wolven te kunnen onderschei den, dón in vredesnaam gewetenstucht! Maar moet men uit „katholieke bescheiden heid" (Ds. W. A. Hoek in Christendom en Cultuur) de wolven laten begaan? Initusschen bedoelt spreker met „wolven" geenszins: de vrijzinnigen. Zoowel rechts als links doen zich verschijnselen voor, die aan den invloed van „wolven" doen den ken: kerkverwoestend. Er is slechts één middel om boven den partijstrijd uit te komen: Jezus Christus, bekleed met zijn Evangelie. Staan de „oveirgangsbepalingen" dan op de „wolven"? Spr. denkt aan „Oor deelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt." Alle respect voor de persoon van anders denkenden. Maar wie Christus belijdt als den Verlosser van schuld en wanhoop, kan zich niet neerieggen bij de gedachte, dat in de Kerk zijn naam niet zou worden beleden, zijn Evangelie niet verkondigd. Wie ter goe der trouw, zonder dit Evangelie te willen, DE GESTRANDE .,FRAM" De stoomtrawler FramlJmuiden 80, is door den hevigen Zuid-Westen wind bij Egm-ond aan Zee op 't strand geloopen. Be pogingen orri 't schip vlot te brengen zijn tot heden mislukt. Een gedeelte der bemanning is door de reddingboot aan wal gebracht WEER IN WERKING INGEZONDEN MEDEDEELING. Het beroemde astronomische uurwerk in den toren van den Munstersclien dom, dat honderd jaar stil stond, is weer in werking gesteld. Dit uurwerk werd in de zestiende eeuw vervaardigd en behoort tot de merk waardigheden van Munster. de Kerk is binnengekomen, worde niet af gezet of verwijderd, maar behoude de histo risch verkregen rechten als gast. Het gaat om het centrale in een Chris tus-belijdende volkskerk. De bezwaren zijn er, maar als we oprecht ons om Christus scharen, zijn ze te overwinnen. Bespreking. Bij de bespreking bracht Prof. Brouwer van Utrecht naar voren, dat in artikel 4 onder ambtsdragers ook opgenomen dienen te worden de doctoren, omdat van de ker kelijke hoogleeren in het reglement toch wel het een en ander verlangd wordt, Spr. vindt het een bezwaar dat er geen fondsen bestaan om predikanten die zulks zouden wenschcn op wachtgeld te kunnen stellen. Voorts is spr. beducht voor toekomstige leertuchtprocedures, zijns inziens kent de Bijbpl wel levens- doch geen leertucht. De voorzitter stelt bij interruptie de vraag hoe het dan moet gaan met predikan- len die bijv. atheist worden. Prof. Brouwer vindt, dat deze moeten verschijnen voor een Provinciale Commissie om herinnerd te worden aan hun proponentsbelofte, doch dat men het verder moet laten een zaak tusschen God en hun ziel. Dr. Rieraens antwoordt Prof. Brouwer dat predikanten niet op wachtgeld komen, doch zoo zij afwijken van de heerschendo opinie in de gemeente, zullen predikdien sten moeten worden georganiseerd waarin naast de reeds bestaande voor deze opinie plaats is. Nog zeer vele sprekers vragen het woord en stellen den inleider vragen. De debatten werden in een waardigen toon gevoerd. Het punt waarop de meeningen het meest uit een liepen was de kwestie van de leertucht;: over de wenschelijkheid en mogelijkheid eener reorganisatie bestond niet zooveel uit eengaan van gevoelens. Sluiting. De vergadering, die gezien de belangrijk heid van het behandelde, niet zoo talrijk be zocht was als men wel zou wcnschen, mede een gevolg van te korte voorbereiding werd daarna door dr. R i e m e n s met gebed gesloten. UIT HET SOCIALE LEVEN De R.K. Algemeene Middenstandsbedrqfs- raad houdt een Algemeene Vergader ng op Woensdag 11 December a.s. te Utrecht. De agenda dezer vergadering vermeldt om. mededeelingen van het bestuur o.a. over de oprichting van een bedrijfsnaad voor het élec trotechnisch bedrijf; bespreking wijziging der plannen inzake vakopleiding in de werkplaats behandeling van de al of niet wenschelijkheid dat de bedrijfsraden zich een onpartijdigen voora tter assumeeren met adviscerende be voegdheid; behandeling van de vraag, of op de komende algemeene voorjaarsvergadering zal worden ingeleid en nader besproken, wel ke concrete punten geacht kunnen worden te behooren tot de taak van de wettelijk in te stellen bedrijf sraden met adviseerende, uitvoe rende en rechtsprekende bevoegdheid; bespre king der van de bedrijf sraden ontvangen ant woorden Inzake de concurrentie, welke den patroons wordt aangedaan door arbeid van werknemers na den wettelijk vastgestelden werktyd; overeenkomst psychotechnisch onder KUNSTSUBSIDIES Zoo tiisschen de begrootingsdebattcn door, krijgt onze Raad steeds te behandelen de 1 verdeeling van de Kunstsubsidies. Dat is j voor Antirevolutionairen altijd weer een moeilijk oogenblik. Men kan natuurlijk probeeren een heel radicaal standpunt in te nemen, cn zich cegen alle subsidie verklaren. Maar dat is toch practisch niet gemakkelijk vol te hou- i den. Om de zaak maar concreet te stellen, wij hebben in Amsterdam het Concertgebouw, dat om zijn orkest en om zijn dirigent een meer dan nationale vermaardheid bezit. Het staat vast dat deze instelling een plaats van beteekenis in ons cultureele le ven inneemt. Het is even onbetwistbaar dat deze instelling het zonder een beduidende subsidie niet kan stellen. Moet men nu zeg gen, de menschen die er van profiteeren moeten het maar betalen? Of moet de plaatselijke overheid wanneer dit nooclig blijkt, de instandhouding van een zoodanige instelling mogelijk maken? Er zijn er wel, die heel consequent, ook aan het Concertgebouw geen subsidie zou den willen geven. Maar de meesten trekken de lijn niet zuiver door, en meenen dat de Overheid, ook naar onze beginselen hier wel helpen mag. Vlak achter deze subsidies volgen die voor de meer eenvoudige muziek- en zang- gezelschappen. Daaronder valt o.m. een subsidie voor de Christelijke Oratorium- vereenignig en voor den Bond van Christe lijke Muziek- en Zanggezelschappen. Het is bekend, dat er onder deze vereeni- gingen wel verschillende zijn, waarvan men nu niet bepaald kan zeggen dat zij „groote kunst geven. Maar bij het verlecnen van deze subsidies zat de gedachte voor, dat men vereenigingen, die trachten wilxlen, met hun arbeid en kunst, het groote pu bliek te bereiken, daartoe in staat moest stellen. Ook tegen deze subsidies kan in redelijkheid weinig bezwaar worden ge maakt- Trouwens men stelle zich het systeem van subsidieeren niet al te verheven voor. 't Is veel meer een opvangen van een deel van het jaarlijks weerkeerend tekort, dat al deze organisaties en instellingen hebben, dan wel een steun, die hen in staat zou stellen, zich op breed plan te ontwikkelen. Natuurlijk kan men om finantieele rede nen tegen de subsidieering in het algemeen bezwaar maken, of tegen een onderdeel be waren aanvoeren die verband houden niet de prestaties van een bepaalde verecniging, maar het lijkt ons toch wel heel moeilijk om als een systeem van subsidieering is aanvaard, om principieele redenen, zich te gen deze steungeving te verzetten. Bleef het nu bij deze soort subsidies dan zou men in Antirevolutionairen kring, ze ker niet zoo heel veel bezwaren naar vo ren brengen. Maar bij deze subsidies ko men ook andere die ons moeilijker vallen. Dat zijn de subsidies aan tooneelgezelschap- pen, opera's en dergelijke. Natuurlijk voelen wij voor deze subsidies niets. En wij meenen dat men met deze subsidies allerminst bereikt, wat men zich er feitelijk van heeft voorgesteld, zoodat deze subsidies ook nog hun nuttig effect missen. Wat had men met deze subsidies voor? Immers te bestrijden de „schund", moge lijk te maken goede en klassieke stuk kon te geven. Niet door het oefenen van een zekere censuur maar door de materiee- le mogelijkheid hiervoor te scheppen. Welnu, wij hebben den indruk, dat dit doel in geen enkel opzicht is bereikt. Ook de Stadsschouwburgen kunnen niet altoos doen, wat misschien de directies wel zou den willen. Nu is de kwestie van afschaffing of in trekking van subsidies, die jarenlang zijn toegestaan, toch ook niet in eens tot een oplossing te brengen. Daar zijn gezelschap pen die geheel op deze subsidies zijn inge steld en deze steun zou men niet zonder overgangsmaatregelingen kunnen onttrek ken. Maar dat is tenslotte wanneer princi pieel de zaak afgewezen is wel te regelen. Onze antirevolutionairen, zullen voor een geleidelijke afschaffing misschien zijn te vinden, al is radicalisme voor menigeen wel verkieselijk. Moet het hier niet naar toe? Wij kunnen ons voorstellen, dat men niet elk jaar weer voorstellen in die richting kan doen. En evenzeer verstaan wij, dat men, wanneer na principieele debatten een beslissing ge vallen is, niet geregeld weer een beginsel debat gaat voeren. Maar men moet toch wel voorzichtig zijn met zich niet al te zeer aan te passen aan maatregelen die men ten slolte toch principieel moet veroordeelen. Maar, en vooral in een stad met een ge mengde bevolking klemt dat, moet dan niet de consequentie meebrengen, dat men ook aan muziek- en zangvereenigingen niets meer doet? En als dit verarming van hef kunstleven beteekent en dus in het alge meen geestelijke verarming, moet men dit dan op den koop toe nemen? Niet ieder zal dez,e consequentie durven aanvaarden. Want de velerlei behoeften var dc onderscheiden groepen van ons volk, vra Wat Ds. N. de Jonge eens vertelde. DE DICHTBUNDELS VAN HUET. Van verschillende zijden ontvangen wij hartelijke instemming met de artikelenreeks over Ds. P. Huet. Aan een belangrijken brief willen wij hier plaatsruimte verleenen. Ds. H. R. Meeuwcnberg, Ned. Herv. predi kant te Persei schrijft ons: Met hi zonder veel genoegen las ik uw ar tikelenreeks over Ds. P. Huet. Mijn vader, die een groot vriend van Ds. Huet was, hoor de ik dikwijls over hem spreken. Zijn spiri tistische tijd herinner ik mij nog zeer goed, alsmede het verschijnen van zijn boekje „Na vijf jaren". Mag ik u en de lezers van ons blad nog over een tieffende aangelegenheid inlichten? Lr zou et. n Spiritistische seance plaats vinden, waarbij ook onder meer Mevrouw Elisa van Calcar (de beroemde Spiritiste) cn Ds. N. de Jonge van Brussel waren uit- genoodigd. Tijdens dc samenkomst bad Ds. de Jonge zeer ernstig, dat, als dit niet uit God was, de geesten zich dan heden niet mochten openbaren. Er gebeurde niets. Ds. N. de Jonge verliet de zaal en de mediums deden hun werk. Ds. de Jonge kwam binnen en bad weer 't zelf de. Er gebeurde niets. Zóó tot viermalen loe. Toen vroeg Ds. de Jonge liet woord en leg de uit, waarom de samenkomst een telkens gestoord verloop had. Het geval schokte Ds. P. Huet zóó zeer, dat het hem aan het twijfelen bracht aan de goddelijkheid van het Spiritisme. Dit moet toen een duw voor hem geweest ii betere richting. Dit verhaal had mijn vader regelrecht van Ds. N. de Jonge. Voor volledigheid wilt u dit wellicht wel opnemen? Van verschillende zijden werd mij ge vraagd waar de gedichtenbundels van Ds. Iluet tc koop zijn cn of het gedicht „de Laag ste Plaats" niet eens in zijn geheel kon wor den opgenomen. Dezo bundels zijn al lang uitverkocht. Maar de redactie beloofde mij af en toe in 't Zondagsblad een Huet-gedicht (ook „de Laagste Plaats") te zullen opnemen. We willen dit stukje besluiten met Huet's gedicht: Aan Zuid-Afrika. „Ik heb" (en dat te allen tijde Maar meestens nu ik henenga, Mijn mond het openlijk belijde) „Ik heb u lief, o Afrika!" „En nu, wel mag ik u beminnen „Ver boven 'teerste vaderstrand „U, waar 'k den grpotsten schat mocht winnen „Waar 't nieuwe leven mocht beginnen, „U, voor mijn ziel 't geboorteland. „En schoon in 't reizen, werken, strijden „Mijn ziel hier smarten leprde lijden „Mij ongekend in vroeger tijd „Nooit zal 'k wat achter ligt benijden; „Mijn liefste lied zij u gewijd. Radio Nieuws. HUIZEN (1S75 M.. Uitsluitend NCRV.-Uitz.). 8.15 Tijdsein. 8.15—9.30 Alorgenconcert. 10,30 Tijdsein. 10,30—11 Korte Zlc-kendienst te leiden >s D Tom, Geref. Predikant te Hilversum. ,30 Gramofoon. 11.30—12.30 Harmonium- Ja. F. Jurjaanz te 12.30 Tijdsein. 12.30—2 Cor rt. Me\ obo d'amore en Alex Adema. piano. Klas- gedeelte. 2,45—3.15 Lezen van Chr. Lectuur Mej. M. Wen tink te Hilversum. 3.154.15 olg Concert. Hollandsch gedeelte. 4.15—5 lofoonplaten. 6 Tijdsein. 66 Kinderuurtje 1.30 Gramofoonpïaten. 6.30—7-3 geven door het Nederlandsche Technicum PBNA te Arnhem. 6.30—7 Cursus Electrotechnlek 7— 7.30 Cursus Statische Berekeningen. 7,30—8 Concert *e ge vei (For. Het t'ussumsch A Capella; ét Christ. lUidlo-Orivest, under leiding van heer P. v d Hurk te Utrecht 1010.30 On- reking van het Concert. Spreker Ir. W D P HILVERSUM (1071 M.. van 12—6 0.15 Morgenwijding. 12.15—2 Concert J Radio Kinderkooi Tcciichling door Louis Schmidt. 5—6.30 Concei door het AVRO-Kwartet. 6.30 Vas Piaz: Koerse 6.45—7.15 Italiaansch voor beginner*. 7.15—7.4 Itallaansch voor gevorderden. 8.01 Coi r 8,55—9.25 AVRO tting concert. Na Aansl. van het terdam. 12 Sluiting. VRIJZINNIG-DEMOCRATEN EEN CONGRES TE MIDDELBURG. Tc Middelburg werd de algemeene verga dering van den Vrijzinnig Democratischen Bond gehouden. In de plaats van den aftredenden voorzit- ter Prof. Mr. R. Kranenburg en de aftreden de leden Prof. D. van Embden, J. Kortland cn Mevrouw M. Ketelaarvan Goch, die geen van allen herkiesbaar waren, werden geko zen Mevr. M. van Embdende Ridder te Amsterdam, en de heeren Sidney J. van don Bergh te Wassenaar, D. Koojman te Pu mie rend en Mr. W. II. M. Werker te Den Haag. Door het Hoofdbestuur im zijn nieuwen vorm zal uit zijn midden een voorzitter worden gekozen. gen dikwijls een andere politiek dan die men in zijn hart de beste zou achten. Het lijkt ons niet geheel overbodig, dat het vraagstuk van de taak, die de Overheid heeft, ten opzichte van dé cultuur, onder ons wordt besproken en door onze lei ders belicht, opdat wij komen tot een vaste lijn in onze politiek. Niet een politiek van vrees, maar een po litiek naar vaste overtuiging. AREND VAN AMSTEL. RADIO-MUZIEKUITVOERING IN INDIË. Op D r.sdag 3 Dec. a.s. vindt te 14 uur Amsterdamsche tijd via den Indischen kor- tegolfzender P.L.E. (15,93 Meter) weder een muziekuitvoering plaats, aangeboden door den muziekhandel P. Seelig te Bandoeng. Het programma zal bestaan uit de volgende nummers: 1. Akebo Giro B Oedan Mas door Gamelan Selendro; 2. Indische Suite, gecom-, poneerd door P. Seelig, bestaande uit de deelen: a. Nasib Fadang, b. Stamboek, c. Krontjong Pandan, d. Krontjong emajoran, voor klein orkest, e. Kramet Karem; 8. Blen- dring door Gamelan Salendro; 4. Muziekfrag menten uit de Hindoe Legende Parveti, door P. Seelig, voor klein orkest; 5. Renggongs bear, door Gamelan Salendro, met fluit; 6. Dewi angresi poe'me symphon'que, van P. Seelig, voor klein orkest; 7. Barlen, door Gamelan Salendro. DE N. S. F. IN BEELD De nieuwste reclame in de N. S. F. is een goed uitgevoerd boekje met plaatjes, foto-reproduc ties die hëel het snel-gegroeide bedrjif te Hil- in de vliegmachine, Ir bU do Zuiderzeewericei laats bekleedt r de duikboot, bii de militair» Gemengd Nieuws. NACHTELIJKE MOORD In den nacht van Zondag op Maandag om streeks één uur is in de St. Pieterstraat te Valkenburg (L.) de 45-jarige ongehuwde boer Kurvers na een twist met een mes in het hart gestoken. De man was onmiddellijk dood De dader nam de vlucht, doch is gearresteerd KIND LEVEND BEGRAVEN Eenige knderen waren op het terrein van het Prov. Ziekenhuis Duin en Bosch te Zand voort aan het spelen en vermaakten zich met het bouwen van forten. Zij hadden een dia pen kuil gegraven die echter plotseling in stortte, met het gevolg, dat drie kinderen onder het zand werden bedolven. Twee van hen wisten zich te redden, doch de derde het zoontje van Koeman, kon eerst na tw.'ntig minuten van onder het zand te voorschijn worden gehaald. De artsen van het gesticht konden sleohts den dood constateeren. DOOR EEN VRACHTAUTO GEDOOD Te Eindhoven stak het vijfjarig zoontje van Bosselaar, wonende in de Wassenaar straat den weg over, toen plotseling een vrachtauto achter hem aanreed. Een aanrij ding was onvermijdelijk. Van het knaapje werd het hoofd verbrijzeld. Het vreeselijk ver minkte lijkje is naar het politiebureau over gebracht. DE ROOFOVERVAL TE HILVERSUM In verband met den overval op den Bus- sumer grintweg te Hilversum is een derde verdachte aangehouden, een dertigjarig ge huwd man de mede in het complot moet zijn geweest. De bewijzen stapelen zich op tegen de 3 gearresteerden. In het belang van het onder zoek kan eventueel van den aard daarvan nog geen melding worden gemaakt. In elk geval is komen vast te staan, dat het plegen van den overval reeds sedert een paar weken be raamd was. FEUILLETON INGELEID BONNA WIEGERS—GROENEVELT. Er werd geklopt een briefje van Tuin man. Wlilt U de kindren dadelijk laten loopen. Die van de Haan en Meyer moeten maar naar m'ni vrouw, die kunnen niet mee over voor de bui. 'k Zal bode Harms om boodschap geven voor dc Ouden. Zoo was (hij nu wel weer. Direct voor die kinderen zorgen. Laatst nog met de operatie van vrouw Harms, had hij het jongste kind je mee naar huis genomenHij vertelde 't aan do jongens en meisjes, dat ze naar huis mochten gaan en vlug door moesten loopen, dat ze niet spelen mochten onder weg en bad een kort gebed of God hen allen wou bewaren. Bij 't uitgaan groette hij naar gewoonte log den baas, die koeltjes hem de hand toestak, toen ging hij den breeden grint weg over naar huis. •.Geinkkdc, dat je komt," verwelkomde hem z'n Vrouw, die hem verwachtte, omdat ïe kinderen had voorbij zien hollen. ,,'t Wordt onweer, hè?" Hij kuste haar. „Heb je nog werk?" „Nee, 'k kom bij je zitten. Als 't buiten triest is en vooral zoo, met dat dreigende in de lucht, ben 'k blij, dat je bij me bent." „En als ik je vertel, dat 'k weer driftig ben geweest, dat 'k nare dingen heb ge zegd, ben je dan nóg zo blij?" - De arm nog om haar schouder, keek hij haar aan met z'n groote bruine oogen, haast al te donker in 't bleeko gezicht. Hij wacht te geen antwoord, omdat hij wel wist. Hij wist wel, dat ze nu vragend-zaoht naar hem op zou zien, en er iets teèrs in haar stem zou komen, als ze wat zeggen ging. „Waarom ben je dan altoos zoo lief, als ik zooiets vertel, waarom doe je dan nooit os boos?", vroeg hij opeens daarvoor geïnte resseerd. „Omdat je vertellen aan mij meteen je berouw inHioudt," zei ze ernstig. „Lief vrouwtje maar dan denk je ook vaak te goed van mij." Zo gingen naast elkaar aan tafel zitten en zij hoorde, wat er op school was voor gevallen. 't Was of het nóg donkerder werd daar buiten. De wind begon heftig te worden en do eerste regendruppels gleden af langs 't Zij volgde de sporen, die ze achterlieten. „Waarom zeg je niks nu veroordeel je toch", drong hij aan, toen zc bleef zwijgen. „Dat van die eieren en ham had je niet moeten zeggen", zei ze langzaam, „dijt was een steek". „Vin jij het dan goed, dat hij daar schoql- belangen aan opofferen wil", ontweek hij. „Goed is 'tniet, maar dat is zijn zaak. Hij heeft een groot gezin en dan is 't verleide lijk. Je was vergeten, dat je tegenover je patroon stond en een Christelijk onderwij zer moet altijd zijn superieuren als zoodanig erkennen". „Ook bij ónchristelijk gedoe?" „Maar Huug dan toch. Of ze goed zijn of kwaad, dat is immers hetzelfde je „Je moet je maar laten trappen hè?" viel hij eenigszins schamper in. „Nee, dót niet....", weifelde ze. Ze wou niet graag, dat Huug zich trappen liet, hij moést zich verdedigen, hij moest ook volhouden, dat die jongen niet mocht overgaan.... Zc kon zich wel begrijpen, dat hij driftig was geworden, en in drift zeg je veel. 'tWas niet goed, maar hij streed toch tegen z'n drift „Nee, dat niet", herhaalde ze, z'n donkere haren streelend. ,,'k Had die steek niet moeten geven" viel hij bij toen. „Maar toch Grd, werkelijk, van me afbij ten moest ik wel. Dat moet je altijd in 't leven. Die zwijgt, en alles over zich heen laat gaan, krijgt de meeste klappen. Je ziet het lan Dc Waard. Zoo'n zacht meisje, en wat durft de baas daar tegenwoordig niet tegen zeggen, 't Komt alleen omdat ze alles maar slikt, maar ik sta em te woord", 't Is toch laf van hem", peinsde ze. „Ia, hij i s laf. Maar, och kind, zoo doet hij niet alleen. Als je niet opkomt voor je zelf, wordt je gedauwd door ieder, die zich sterker voelt. „Ich bin grosz, unct du bist klein". „Hè jongen, je overdrijft. ,,'t Komt van Tuinman, dat. je zoo denkt. Kijk es naar die lucht, hoè zwart, 'tis of een groot, somber dak over gindsche huizen geschoven wordt. Toch angstig, vin je niet?" Ze nestelde zich tegen hem aan. „Hoor es, hoe 't regent en wat een wind." Hij knikte, nog in gedachten. Ja, èrg en weet je, waaróm hij ineens tegen de Waard zoo veranderd is?" „Tuinman? Nu?" „Omdat ze z'n zoon niet wou hebben. Wouters vertelde 't gisteren op de kiesver- eeniging. Nu kan zo ineens geen goed meer doen Zoo'n lafaard." „Ja, vreeselijk bè. O Gré, 'k heb soms een gevoel ol 'k dien man zou kunnen... Plots kwam een bliksemschicht, die fel m de kamer lichtteGré schokte op, zag Huug in 't gelaat, dat bleeker scheen clan ooitToen volgde 'n knetterende donder slag, die in angst kun handen ineen deed knijpen, dan niets meer dan het neerstrie- men van den regen door den joelenden wind. „O Gré, en „Stt", deed ze, „hoor." Het ketste tegen de ruiten, ze beluisterde het harde tikken op 't dakraam boven in de gang, het kletteren overal „Het hagelt," zei hij dol. Wéér een fel licht in hun kamer, en wéér zoo'n geweldige donderslag. Hij sloot de oogen. Nog zag hij die don kere, onbegrensde wolkenzee, maar daar boven dacht hij zich God. Die het gebod van liefde had gegeven, Wiens stem hij had ontvangen met gedachte aan haat in z'n ziel. „Wat voelt een mensch zich toch nietig en klein bij zulk weer," zei hij deemoedig. „Weet jo wel, dat ik daareven wou zeg gen.. „Stt," deed zo weer, terwijl haar rechter hand zich op-z'n mond lei. „Ik weet het wel, wat je zeggen wou. Stil maar jongen, je meende 't zoo niet En toen omdat ze zag, dat z'n oogen vochtig werden, zei ze troostend: „Je hV>t het nog niet gezegd, en je zal 'took niet meer doen." Hij glimlachte even. „Zie je wat groote hagelsteenen," wees ze hem op het gras. ,,'t Duurt een heelen tijd, eer ze versmol ten zijn. 'k Hob ze nog nooit zoo groot ge zien. Ze zouden wel pijn doen aan je ge zicht" ,,'k Denk het ook wel. Wat licht het daar weer." Een langdurig ratelende slag maar min der geweldig dan de vorige, volgde. Al weer een licht. Ze wachtten beiden hij seconden-tellend, tot de slag weer komen zou. ,,'t Gaat verder weg, merk je wel?" „Ja", stemde zo toe, „en de wind gaat ook wat liggen. Kijk die sluis es vol plassen staan. Wat een water en 't kletst cr nog maar bij". Toen zwegen ze, nog steeds de handen in- IIij luisterde naar 't water, stroomend uit de dakgoot in de regenton, cn 't gerommel van den donder, dat haast aanhoudend bleef. Zij dacht aan liefhebben en haten, hoe in eenzelfde menschenziel beide kon bestaan. Huug hóótte niet, hij moest leercn verdra gen alleen. Ze dacht aan wat Vader eens gezegd had van Gods Huis," waarvan 't fundament was Christus Jezus, en de steenen de geloovigen waren. „Huug", verbrak ze opeens de stilte, „weet jo het kenmerk nog van de steenen van Gods Huis?" ,,'k Herinner me niet, wat je bedoelt". „Weet je niet meer, dat Vader daarover gepreekt heeft? Hij zei, dat het kenmerk van die steenen is, dat ze elkaar alle moe ten steunen en dragen, evenals die van een aardsch huis dat doen. De geloovigen onder ling moeten elkaar tot steun zijn, geduld hebben met mekaars gebreken, loeren vér- dragen". „Da's een zware plichtMaar heusch Gré. ik wil wel* Ze knikte hem dankbaar toe. „De strijd is vaak zoo flauwtjes", ging hij door. Soms is er geen strijd, en juist, als we meenen, een, eindje omhoog te zijn geklom men, vallen we pardoes weer neer". „Zou 't niet komen, omdat we vaak willen in eigen kracht?", merkte ze wat schuchter op. „Misschien wel. Maar als je toch es be denkt, dat het gebod er is, onze vijanden lief te hebben, en 't dan Tuinman niet eens te kunnen". „Jawel, jawel", troostte ze, „we willen er immers samen voor bidden. En Tuinman heeft, tooh ook z'n goeie dingen". „Dié heeft je zeker". „Kijk dóór dan meer op". Hij knikte pijnzend. „Maar er zijn ook Christenen, die leven, alsof voor hen geen gebod geschreven staat, waar de \yereld met de vinger naar wijst, die stof verschaffen tot spot met al wat heilig is, die tóch naar de kerk gaan, kun nen dót nu steenen zijn?" (Wordt vervolgd.)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3