V VI ZONDAIGSBLAD SCHAAKRUBRIEK. VARIA. BEVEL GEGEVEN VAN ZIJN GEBEENTE -x - xx x.xxx.x.x.'iX 'i a-r:^lly-^fggaa "S§ssS2£Mg^£.g%s%yg'*%«iSSasg-gSsi23g3S3£a53?!g?gtt%S»?Sg 1 1 1 1 zl] IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IU""'""""' Kedacieur: W J H. CARON, HaarJeinmermeerstraat 168, Amsterdam-Vv s^UIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllll'llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Men word! verzocht correspondentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. Probleem no. 196 Van: J. HARTONG WSm A i I i ii a ii a a 11 |j| Wit (9): KM, Df6, Ta4, Td3, Le7, Le8, Pe5, PI8, pi.dG Zwart (7)Kc5, DaG, Lg2, Pa8, pi.a5, bG. f7 Wit begint en geeft in twee zetten mat Probleem no. 197 Van: R. LEOPOLD Wit (7): Kdl, Db2, Pe2, Pg3, pi.bG, d3, f5 Zwart (2): Kg2, pi.b3 Wit begint en geeft in drie zetten mat. Men wordt verzocht de oplossingen binnen acht dagen in te zenden. Van twee zetten is alleen de sleutelzot voldoende. Van drie zetten gelieve men behalve den sleutelzct ook don tweeden zet van wit (in de verschillende \urianten) aan te geven. Oplossing van probleem no. 1®' Van: D. BOOTH Wit (8): Kh7, Dc2, Tel, La2, Pc6, PI16, pi.e3, 15 Zwart (8): Ke5, Ta4, La8, PdG, Pg3, pi.a3, a5, 1G Mat in twee zetten Sleutelzet: 1. e3e4 Er dreigt: 2. PhG—g4t Varianten: 1Ta4Xe4 2. Dc2—c3*; 1 La8Xc4 2. Dc2—c5t; 1Pd6Xe4 2. Dc2—c7J; 1Pg3Xc4 2. Dc2-h2t; 1PdG—17 2. I'hGxn* De oplossing van probleem no. 194 hopen we in de volgende rubriek te geven. Daar er na verplaat sing van pion dG naar c6 een nevenoplossing moge lijk is door 1. Td4— d6+ of l.Pb8aGt, gelijk een onzer lezers aangaf, blijkt het noodzakelijk zoowel op dG als op c6 een witten pion te plaatsen. Goede oplossingen van probleerr^ no. 195 werden ingezonden door: Ph. J. van der Linden, Leiden; L. Mol, Loosduihen; H. T. Nieuwhuis, Auiorefpor'- J. C van Oosterwijk, Rotterdam; M. Opbrock, J. Rlcdé rn H. C. J. Spier, Den Haag; F. Postcma, Amster dam; H. Raat, Soestcrberg; G. H. C. Stevens, Kcs- tcren. CORRESPONDENTIE J. R. te Den H. Dank voor Uw schrijven en lw*- langstelling. Ook mij wil het voorkomen, dut dio pion overbodig is. J. v. d. B. te Z. In no. 195 volgt na 1. Dc2c3f geen mat wegens 1Ke5—e4. Het door IJ bedoeld werk is wel meer „lees dan leerboek. Porlretten van schaakmeesters vindt U bijv. in „Schuakmces- ters" door O. W. Kloosterboer; Van floor Zonen, Cmidn f 1.25. Tournooiboeken (ook vaak met por tretten) bij Schnchverlag Kagan, Seydel-Straszo 2G, Berlin S. W. 19; prijzen zeer uiteenloopend. H. T. N. te A Slaan op schaakzcttcn met den fdeotrlzet is niet bepaald verboden. In den regel ge schiedt het niet. Maar er bestaan wel problemen, dio zich hieraan niet storen. SICILIAANSCHE PARTIJ. Gespeeld te Boedapest 1929 Wit: MAROCZY Zwart: CANAL 1. c2e4 c7—c5 2. Pgl—f3 e7c6 3. d2d4 c5Xd4 4. Pf3Xd4 Pg8—f6 5. Pblc3 d7—d6 In aanmerking kwam 5Lbl, waarop wit G. Ld3 Pc6 7. Pde2 d5 8. 0-0 dXe4 9. PXe4 PXe4 10. LXe4 etc. antwoordt en in het voordeel blijft. 6. Lfl—e2 De Looper moet naar f3 gespeeld worden. GLf8c7 7. 00 0-0 8. Kgl—hl Een gewichtige voorbereiding voor f2—f4 8Pb8c6 9. Lel—c3 Hier kwam 9. f4 of 9. Pb3 zeer in aanmerking. De tekstzet kan gespeeld worden, daar zwart zijn Damevleugel nog niet ontwikkeld heeft. 9Dd8c7 10. f2—f4 Tf8—d8 Zwart wil oprukken in het centrum om zich ccnigszins te bevrijden; daartoe moet hij echter nog enkele voorbereidende zetten doen en zoo heeft wit genoegzaam tijd een aanvalsstelling tegen den zwarten Koning op te bouwen. 11. Le2-f3 a7—a6 12. Ddl—cl Beter is hier 12. De2, waardoor wit minstens één tempo had gewonnen. Het is zeer moeilijk vast te stellen, of men de Dame vóór of achter den g-pion moet opstellen. 12. PcG—a5 Gelijk uit het vervolg blijkt, komt deze anders zoo gewichtige zet te Iaat, 13. Tal—dl Pa5c4 14. Le3—cl Wit staat heter; alle figuren zijn goed geposteerd en voor den aanval gereed. 14. Ta8b8 Stand na 14. Ta8-b8 i 1 a 11 1 1 15. Ileel deze opstelling is van Maroczy afkomstig, die de juistheid van de door hem aanbevolen speel wijze in deze partij wel schijnt tc bewijzen. 15dGd5 Nu of nooit; er dreigde g4g5 16. c4Xd5 Pf6Xd5 17. Pc3Xd5 eGXd5 Nu heeft zwart een gcïsolccrdcn pion, die werke lijk zwak is. 18. Del—g3 b7—1)5 19. Dg3—g2 Als wit op don 12den zet De2 had gespeeld, was deze stelling een zet eerder bereikt. 1 9Lc8b7 20. h2h4 Minder bedoeld als aanval, dan wel als bevrij ding van den Koning. 2 0Le7c5 Do pion was n«Juurl'ik niet te slaan, wegens g5 etc. 21. c2—c3 Noodzakelijk. Zwart hoopt zijn paard via bG in het spel te kunnen brengen, wuarna hij heel goed zou staan. Op 21. g5 zou bijv. kunnen volgen 21. P'IG 22 LXd5 LXd4 23, TXd4 Pf5 en zwart wint. 2 11)5b4 22. c3XhA Lc5Xl»4 23. 1.2—b3! Goed gespeeld! Het pnnrd moet naur bG terug en blijft y^ar als verdedigingsfiguur. 23Pci—bG Op 23. PdG zou de d-plon zonder equiva lent verloren gaan. 24. f4f5 Td8c8 25. g4g5 Lb4c3 26. g5gG Do pionnenannval beslist. Wit hoeft slechts één open lijn noodig voor zijn Torens. 26Lc3Xd4 27. TdlXcM h7Xg6 28. f5Xg6 17-16 30. Tfl—dl 1 Te8—e5 Zwart heeft niet beter, daar ook Dg2g4 h5—1>7 dreigt. Op 30Tclf zou kunnen volgen: 31. TXel DXd4 32. Dg4 en als de Toren van b8 speelt, 33. Dh5 en wit wint. 31. LMXe5 f6Xe5 32. Td4Xd5! liet eenvoudigste en beste. Een andere mogelijk heid was door Dg4 of Dg5 op mat te spelen. Dc weg tot dc winst is dan evenwel niets gemakkelij ker of korter dan dc gekozene. 32. Dc5—e7 Als de Toren geslagen wordt, dan volgt een alge- mcene ruil met winst voor Wit. 33. Td5Xe5 Wit wil do kwaliteit niet behouden: de Looper op b7 is zeer belangrijk. 33. de7—c5 34. Lf3Xb7 - ~V5h5 35. Tdl—d4 ri>8c8 3G. Dg2e4 \Vit is nu twee pionnen voor en forceert de be slissing op energieke wijze. 3GDh5b5 37. Lb7-d5t Kg8h8 .Zwart kan afruil niet vermijden; daarom lag het voor do hand dit onmiddellijk te doen. 38. De l—f3 t Daarmee is de zaak beslist. Zwart moet cenige fi guren afruilen en staat dan hopeloos Pb6Xd5, 39. Td4Xd5 Gedwongen. 40. Khl—g2 41. Df3Xe2 42. -f3 43. Td5d6 44. 1)3—b4 45. a2—a3 aG—n5 gaat niet wegens 1)4b5 eenvoudig Td6—d7 met winst. Een leerrijke, scherp gespeelde partij, die met ceil halven 2e en 3e Schoonheidsprijs werd bekroond. Te8—elf Db5e2t TclXe2f Te2c8 Te8a8 Kh8g8 Opgegeven. op Kg8—f8 volgt EERSTE ROTT. CHR. SCHAAKCLUB. Bovengenoemde vereeniging, vergaderende des Donderdagsavonds in het Wijkgebouw Teilingerstraat 5, heeft haar nieuwe serie van den prijs-wedstrijd aangevangen en verzoekt H.H. schaakspelers, die hicruan wcnschen deel te nemen zich ten spoedigste op te geven aan het secretariaat: Th. Haan van der Molen Jr., Noordsingel 112 of bij een van de heeren: S. B. H. Lagerwaard, Vijverhofstraat 129; van Aalst, Prins Frederik Hendrikstraat 5, Hillegcrsbcrg; van Hork, Bergweg 225. WELKE RECORDS AMERIKA ZOOAL BEZIT. Een Amerikaansch blad is de verschillende re cords gaan opzoeken die de nieuwe wereld thans bezit. Het blad vond de volgende: Amerika levert meer olie alleen, dan geheel de wereld te zarncn. Amerika fabriceert 88% van al de auto's gemaakt in de wereld. Amerika heeft een auto voor iedere twee huis gezinnen. De Amerikaan van kapitalifct tot werkman heeft zijn auto. Amerika levert zooveel hout als al de andere landen van de wereld te zamen. Amerika levert zooveel kolen als do rest def wereh' te zamon. Amerika heeft genoeg spoorwegen voor 10 keef rond de wereld te leggen. Amerika heeft een derde van de spoorwegen In de wereld. Amerika fabriceert twee derde van het staal ge mankt in de wereld. Amerika heeft meer telefoons, dan de rest van de wereld te znmen. Amerika heeft meer radios dan eenig ander land. Daarenboven: Amerika is nog In zijn kinderschoenen vergeleken met de oude wereld, de bevolking was 150 jaren geleden slechts 3.000.000 vergeleken met 120.000.000 tegenwoordig. Deze vooruitgnng Is grootendeels te danken, zegt het blad aan Amcrika's groote uitvinders. NIEUWE LEIDSCHE COURANT i-BiSSi iMjgyigS^giBg.gsggs SATERDAG 30 NOVEMBER. SSSUïêiiiS fgpgfg I ggllsSIs II Ho 40 JAARGANG '9'9. bü l. Door het geloof heeft Jozef stervende gemeld van don uitgang der kinderen Israels en heeft bevel gegeven van zijn gebeente. HtbrooBn 11 22. Wie nooit den rijkdom en de schoonheid der we reld genoten heeft kan er lichter vun afzien dan wie er midden in heeft geleefd. Wereldverzaking moet voortkomen uit zuivere Drun en nog iets anders zijn dan spijtigheid over het niet kunnen bereiken van haar schatten of wrevel over de teleurstelling die wereldgenieting heeft berokkend. liet oog moet geopend zijn voor de schatten van Gods koninkrijk. Dam komt wat Gods goedheid ons hl deze wereld bereid heeft op dff tweede plaats te staan. Dan kunnen we deze wereld gebruiken als niet misbruikende (1 Cor. 7 31). Wie voor den hemclschcn schat geen oog of hart heeft kun zijn hart niet afzetten van de begeerlijk heden dezer wereld. Die moet op een of andere wij- zo voor het gemis daarvan vergoeding zoeken in iets dat welbeschouwd toch van dezo wereld is. Daarom juist is het zoo merkwaardig wat in He breeën 11 van Jozef getuigd wordt: dat hij door het geloof stervende gemeld heeftv an den uitgang der kinderen Israels en bevel gegeven heeft van zijn gebeente. liet is met die tweeledige mededeeling, dat het eerste boek van Mozes besluit, om daarna nog te verhalen dat hij stierf en dat men hem balsemde cn hem leide in een kist in Egype. Ln in het Nieuwe Testament wordt deze profetie en deze begeerte van Jozef toegeschreven aan zijn geloof. „Dat geloof, dat ook bij hem was een vaste grond der dingen die men hoopt cn een bewijs der Zaken die men niet ziet". Dat geloof richtte ook zijn begeerte op andere dingen dan die voor oogen waren. Dat geloof be woog hem van zijn broederen een belofte onder ee.le te vragen, dat zij dan als God hun uit Egypte zou doen optrekken ook zijn beenderen zouden me- dt'iiemcn in het land der belofte zouden begraven. Natuurlijk is dit niet het ccnigc blijk van Jozefs geloof. Maar het is toch niet willekeurig dat de Schrift ons Jozefs geloof juist toont in wat hij op zijn sterfbed heeft gesproken. Hier blinkt zijn geestelijke grootheid als geloofs held het meest uit. Meer dan in zijn deugdzaam cn kuisch gedrag in Potifars huis. Meer dan in zijn trjuwe plichtsvervulling in de gevangenis. Meer don in zijn grootheid als onderkoning van Egypte. Hier komt in dit geloof van Jozef reeds dezelfde trek naar voren die later in Mozes' geloof wordt aangewezen toen hij de smaadheid vun Christus meerder rijkdom achtte dan de schatten van Egypte Ook Jozef stelt door het geloof Kanaiin boven Egypte, Gods belofte boven wat hij in de wereld bezit. Dit is daarom te meer opvallend omdat dit ge loof hem niet zou kunnen ontzegd wouden, indien hij eens niet die begeerte te kennen had gegeven om in Kanaiin begraven te worden. Maar nu hij dit als zijn laatste en uiterste wenseh tc kennen geeft, nu is het wel zeer prachtig blijk dat hij met Egypte heeft afgerekend en zich aan Kanaün hecht met zijn geheel® hart. Reeds toen' hij zijn vader op diens verlangen in Knnaan ging begraven bleek dit geloof. Maar die begeerte van Jakob is nu ook zijn begeerte ge worden. Voor zichzelf had hij daar geen belang bij. Het bracht hem gecnerlel voordeel of zijn gebeente in Kanaftn rustte of niet. Maar hij leeft zoo geheel in de belofte Gods in, dat hij een vreemdeling is ge worden in Egypte. liet mag zelfs zijn gebeente niet hebben. Welk een ommekeer heeft hier in Jozefs geestelijk leven plaatsgegrepen. Is dit waarlijk dezelfde man, die zich voor het huwelijk met een heidcnsche vrouw heeft laten vinden l Is dit dezelfde man, die de geboorte van zijn eer steling gevierd heeft met den uitroep: God heeft mij djen vergeten al mijn moeite en het gansche huis mijns vaders? Is dit de man die zoo hard en hoog kon doen tegen zijn eigen broeders, die zich verhardt tegen alia natuurlijk gevoel zelfs tegenover zijn vader, cn die eerst op het allerlaatst als hij zich niet meer be dwingen kan zich aan zijn broeders bekend maakt? We moeten de dingen ook eens van dezen kant bezien cn niet maar alles van liem goedpraten om dat het nu eenmaal Jozef is. Maar zie nu, hoe God dezen reeds Egyptenaar ge worden zoon van Israël, die geheel en al van het volk des verbonds vervreemd is, weer terecht brengt. Zie nu boe liet geloof, dat bijna verstorven was, in dc koesterende tegenwoordigheid van Jacob cn zijn huis weer ontluikt cn opleeft. Hij krijgt weer een open oog voor de beteekcim van zijns vaders huis. Hij verstaat het, dat God hem naar Egypte heeft vooruit gezonden niet alleen om Egypte te bewaren voor honger, maar veelmeer urn in de redding van Egypte het huis zijns vaders te behouden. Bij het licht van Gods openbaring dat uit Jacobs huis ophieuw over zijn hart en leven opgaat rijpt dan zijn geloof. Hij krijgt meer cn meer oog ervoor, dat Egvpte's glorie maar is voor een tijd cn dat de genade Gods over Israël duurt tot in eeuwigheid. Tegen 't einde van zijn leven is dit geloof tot volle ontpit oiïng gekomen. Hij is nog steeds heer over het gansche land van Egypte. Een dankbaar volk eert hem nog steeds nis den tweede na Pharao. En Pharao zelf houdt hem in waarde. Het land Goscn is geworden de woonplaats van Jacobs zaad. Het heeft voor het uiterlijko al het conzicn, dat dit zoo blijven zal. Maar Jozef weet, dat er is een woord vain God tot Abraham, dat spreekt van ver drukking die zijn nakomelingschap zal lijden in eon land dut het hunne niet is, maar ook van een oor- deel Gods over dit land cn van wederkeering van het vierde geslacht (Genesis 1513— 1G). Eu nu verbleekt voor zijn zielsoog heel de gloria van Egypte omdat zijn blik rust op den glans van Gods reddende gunst en trouw over het volk van Abraham, Izaiik cn Jacob. Daarheen strekt zich zijn liefde cn zijn hope uit. En zoo meldt hij stervende van dun uitgang der kin* deren Israels en geeft hij bevel aangaande zijn ge beente. Er zijn heel wat Christenen, die het in de wereld lung zoo ver niet brengen als Jozef. Jozef was ook een uilzondering. En uitzonderingen als hij zijn er meer goweest. Mozes. En Daniël. En bij die allen heeft dalzelfde geloof uitgeblonken. Ze zijn er ook geweest in de historie van Christus' Kerk op aarde, die tot hooge eer en invloed en macht geroepen werden in de wereld, en die toch door het geloof hun hope hebben bevestigd niet op de toe komst in de wereld en naar de wereld, maar op do eeuwige toekomst van Gods zaak en Koninkrijk. Is het niet beschamend voor zoovelcn die met Je wereld willen gerekend worden en die toch heel wat minder in de wereld hebben te beteekencn? En moet het geloof van Jozef en van zoo menig ander dan niet ook in ons dat geloof wekken en verhelderen en bevestigen, waardoor ook wij Kanaan verkiezen boven Egypte? Het Koninkrijk Gods boven deze wereld. Den hemel boven de aarde. Het eeuwige boven het tijdelijke. Dat geloof, waardoor wij van al dit lagere afzien om met beide handen dat hoogere te grijpen. Omdat het is niet uit het schepsel, maar uit God. Omdat het de belofte heeft van het eeuwige leven. BEÊ OM BIJSTAND. lieer, laat mij nooit alleen op 's levons baan. Richt Gij mijn vvankle schrecn, heilig mijn daan Stormen van zond' en dood dreigen m' altijd; 'k Blijf in mijn zielcnood toch u gewijd. Schrei ik in d' eenzaamheid sta aan mijn zij, Zwoeg ik in 's werelds strijd c— blijf steeds nabij En als zich 't zondig hart toch van U keer' geef dat 'k U wedervlnd' haastig, o lieer. Wordt mij do last te zwuar, breekt mij het hart, wenkt mij de doodenbuar somber en zwart drang mij dnn in dien stond uit al 't gedruisch waar ik Uw stilte vond zachtkcns naar huls.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 13