Hfer tkVircwW)
Avond =Toiletten
ÏIJKTil
St. Nicolaas-Cadeaux
TRACHT TE VERGETEN
Sint Nicolaas-Lekkers
VOOR DE VROUW Ko, 46.
Uw adres voor:
elegante fiatteuse vormen
moderne smaakvolle kleuren
ongeëvenaard lage prijzen
PASSAGE
NOORDBLAAK
ROTTERDAM
Uw adres
smaakvolle en nuttige
olst Vesten, Zakdoekjes, Shawls, enz.
PASSAGE-NOORDBLAAK - ROTTERDAM
Er zijn menschen die zoo heel moeilijk
kunnen vergeten.
Niet het kwaad dat zij andererj aandeden,
o nee, dat kunnen ze o zoo gauw 'vergeten en
kwijt zijn. Maar wat anderen hèn misdeden
daar kunnen ze maar nooit o\4er heen, na
geen uur, geen dag, na geen jaren soms nog.
Tot hen moge spreken het woord dat wij
hieronder laten volgen, vrij uit het Engelsch
vertaald
En misschien wie weet kan het voor
sommigen wel nut hebben, het juist in de
week voor Sint-Nicolaas, het feest van veel
weldaden, het feest van veel verzoening ook
te mogen lezen.
Maar dan leze men met een gevoelig hart,
zonder vitzucht en handele daarna alzoo.
Vergeet en vergeef!
Het is voorbii. Het is gedaan. Vergeet het!
Haal het niet a'.door weer op, denk er niet
aldoor weer aan, wenscliend dat ge andere
gehandeld had.
Vergeet het!
Wat gedaan .is is gedaan. Het ligt in de
boderolooze put van het verleden. Laat het
daarl
Kijk vóór U, niet achter U!
Denk aan morgen, niet aan gisteren!
Ge kunt iets maken van morgen, gisteren
komt nooit weerom.
Gisteren is zoo dood als een spijker, leven
loos ais een steen, hopeloos en onverander
lijk als hout.
Keer ervan af!
Morgen is levend, vol schoonheid, stralend
van kracht, zwellend van al-'e denkbare mo
gelijkheden. Keer U daarheen1
„De dingen die achter ons liggen vergetend
en reikend naar de dingen voor ons
Want het verleden is dood. De toekomst
leeft.
Van het verleden komen dc kwcfllingen
van wanhoop, berouw, zelfverachting, die de
gedachten bederven en -nieuwe plannen on
mogelijk maken, en de heldere ster wordt on
zichtbaar door een donkere wolk.
Vergeet het, meisje! Ge hebt gezondigd.
Door uw zwakheid wordt ge nu verguisd,
door uw toegevendheid wordt ge bespot. Maar
het in gebeurd. Kijk niet terug. Kijk vooruit,
kijk ne.ar de plaats waar Een staat, Een
die hoewel rechter over de heele wereld, zegt:
„Ga heen. en zondig niet weer".
Vergeet het, jongen! Ge hebt tranen in de
oogen gebracht van haar, die je gedragen
heeft zorg en verdriet aan je Moeder, wier
liefde grooter is dan al wat op aarde en in
den hemel bestaat. Maar zij zal er niet meer
aan denken, als je maar-terugkomt, je hoofd
op haar gezegende knieën legt en je door
haar liefde laat beschermen. Zij bezit een
oceaan van de diepste en grootste vergetel
heid, en je onrecht zal erin verzinken.
Vergeef het, man! Neem haar weer in Je
armen. Wat is liefde waard, die niet verge
ven kan? Wat is liefde waard, die niet mach
tiger is dan trots? Vergeet het! In den hemel
zult ge U nooit schamen over de gedachte,
dat ge te veel vergeven hebt.
Vergeet het,.vrouw! Ik weet, dat het harte-
pijn en vernedering en koortsig zorgen be-
teckent; maar klim op, klim de trap van
grootmoedigheid op, tot ge die hoogte be
reikt, waar liefde „alles verdraagt alles ge
looft, alles hoopt, alles lijdt en nooit te
kort komt." Eenmaal in de berglucht van
den adel zult ge het zwoele dal van den
trots niet betreuren.
Vergeet het! ledereen! Elke nieuw-opko-
mende zon brengt een nieuwe kans voor alle
zonen en dochteren van menschen. Elke
nieuwe maan beteekent een nieuwe maand
van mogelijkheden. Elke ster van de onte -
bare sterren, als zand gestrooid aan den don-
kerblauwen hemel, is een ster van hoop.
Vooruit, het hoofd omhoog!
Als ge dit nummer van ons blad ont
vangt staat alles in het teeken van 't Sin
terklaasfeest. Ook zij, die „er niet aan doen"
houden wel van 'n stukje borstplaat of an
der lekkere in deze dagen, en zijn wel zoo
ijs, zich niet te ergeren aan het surprise-
ecdoe van anderen. Vooral in gezinnen waai
en deren zijn is SinLNicölaas nog altijd
een zeer bijzonder feest, dat door geen an
der te vervangen is. Daarom willen we ons
ook ditmaal nog even bezig houden met
enkele dingen, die hierop betrekking heb
ben.
Voor S
oor Surprises
Willen de kleine kinderen met alle ge
weid óók iets doen voor de aïgemeene
pakjesmakerij, laat ze dan wat wolien
bloempjes maken. Tusschen het touwtje,
waarmee een keurig pakje toegebonden is,
steekt ge twee, drie van die bloemetjes,
dat staat zoo echt lief. Ik heb
zien bij Kerstboompakjes, alles was óf met
gekleurd papier to£gepla|kt, óf met lint
toegebonden, óf had zoo'n bloemetje.
Ze zijn gemakke
lijk te maken:
Neem een potlood
en wind een wollen
draad van mooie
kleur daar gelijk
matig omheen, de
windingen (b.v. 'n
dertig) netjes néést
elkaar.
Het uiteinde van
den draad, dan door
't oog van 'n stop
naald en met de
naald die draad tus
schen potlood en
windingen doorha-
len. Doe dat een paar maal, schuif dan
de wol van het potlood af en trek de draad
goed aan. Dan worden begin en eind aan
elkaar goed vastgeknoopt en daarna langs
elkaar gedraaid tot een steeltje. De om
windingen schikken zich vanzelf in een
kransje. Middenin kunt ge met 'n gele
draad gemakkelijk een hartje werken. Al
leen bij het laatste zult ge de kleintjes wel
te hulp moeten komen, het andere kunnen
ze zelf gauw genoeg.
Ook op kinderjurkjes en poppekleertjes
staan de bloemetjes goed, op schrijfmappen,
cretonnen zakdoekdoosjes, enz.
Nog een ander aardig idee voor surprises
is: een bloempot met plant.
Leg het geschenkje op den bodem van
den leegen bloempot goed stevig inge
pakt natuurlijk, en doe er dan aarde op
waarin een mooie volle groentestruik (boe
renkool b.v.) geplant. Maak er nog glinste
rende papieren bloemetjes tusschen. dat
maakt een heel aardig effect.
Nog iets: een groentevrouw tje.
't Onderstuk is een klpine witte kool.
Daarop komt een appel of peer als lijf.
Daarboven een aardappel, waarop een ge
zicht geteekend wordt, als hoofd. Op het
hoofd een welige haardos van frissche groe
ne spruitjes, die met groote spelden wor
den vastgestoken. Hoofd, lijf en rok (de
kool) hecht rnt-n aan elkaar door er 'n flin
ke hoedenspeld door te steken. Armen
maakt men van 'n paar worteltjes die mei
één rechtgebogen haarspeld welke door
romp en beide armen ga-' t, worden vastge
hecht Men kan het wijfje nog 'n paiapiu
('n wortel met een haarspeld erdoor, die
van boven tot haak is omgebogen1 en pen
boodschapponmandje van een halfnotedon-
je geven, dat met een draadje om haar arm
hangt.
Het bovenstaande vond ik in „Moeder ver
zin een spelletje", uitcr. Van Goor Zonen,
Gouda, waarin nog veel meer van al die go-
aelüy* dingen staan. Ook spelletjes, ver
haaltjes, Knutselwerkjes enz. 'n Boekje niet
zoozeer om aan fttnd*ren zelf cadeau te go-
ven als wel aan hen. die kinderen hebbpn
bezig te houden, moeders, onderwijzeressen,
tantes enz. De-prijs is f 0.75 (of t 1.10 in
DORPSDANS
De vedel zingt, waar roos en wingerd
ranken
Verliefd omhelzen 't huis des akkermans,
En gloeien in don avond-purperglans,
En twintig niensahen rijzen bij die
klanken.
Het avondmaal heeft uit: van disch en
banken
Verdween der Jonkheid blij geschaarde
krans,
De vlugge voeten reien zich ten dans,
En de arm buigt om de leesten heen;
de slanken.
Daar tripplen zij en stampen naar de maat,
Terwijl de kroezen op den disch rinkinken,
En naar de wangen stijgt het vroolijk bloed:
Den oude, die daar op den dorpel staat,
Ziet men de vreugd uit lachende oogen
blinken,
Tevreden, dat hij leeft, en leven doet
Uit: Gedichten.
JAQUES PERK.
SELMA LAGERLOF OVER DE
MODERNE VROUW
Ter gelegenheid van haar zevontigsten ver
jaardag heeft men Selma Lagerlöf gevraagd
haar meening over de moderne vrouw te ge-
En zij zeide:
De vraag mij gesteld zou ik mot een we
dervraag willen beantwoorden: „Bestaat het
type moderne vrouw eigenlijk? Eertijds kon
het vrouwentype, dat zich door eeuwen van
strenge gedwongen voogdijschap heen ont
wikkelde, in het gunstigste geval door goed
heid en offervaardige teederheid en verder
door lieftalligheid in verschijning en houding
le volmaaktheid benaderen.
In den nieuwen tijd kon de vrouw zich in
eel grootere vrijheid ontplooien. Zij gelijkt
en koningin, die, wat. haar daden betreft,
alleen zichzelf verantwoording schuldig is,
maar zij is, volgens mij nog in opkomst
Men moet haar tijd geven om te groeien
zonder haar te verachten of hemelhoog te
erh effen.
Wij, de ouden, kunnen slechts wenschen,
dat zij inderdaad het heerlijke schepsel
wordt, waarop wij hoopten, toen wij vrij
heid voor haar verlangden.
(niet van 'tgewicht) suiker aan cacaopoe
der. Hoe méér poeder hoe lekkerder en
zachter, maar hoe moeilijker ook.
Bij gernber-borstplaat doet men de in zeef
fijne stukjes gesneden gember (bijv. één le
pel op elk half pond suiker) ai dadelijk
door de suiker, en kookt ze mee.
Wat lang niet iedereen weet: ge kunt ook
voor essence nemen: oranje-bloesemwater
(wat in marsepain gaat). Dat komt goed-
kooper uit en is ook heel lekker.
Marsepain maken valt niet zoo mee.
't Allereerst dan het maken van borst- Aan een enkel recept hebt ge niet veel, dat
plaat
0. iedereen „kan" dat al, en „iedereen
doet liet dat weet ik wel, maar och, wat
'n verschil, nietwaar of ge het proeft bij de
een of bij de ander. Vooral de chocolade
borstplaat treft ge in de meest, verschillen
de smaken, van gebrande-suikerachtige tot
roomig toe. Er zijn menschen, die in enkele
oogenblikken 'n tafel vol van de heerlijkste
„harten" en „rozetten" hebben, die smelten
op de tong, terwijl anderen uren tobben, en
dan nog niets beters dan wat keiharde stuk
ken suiker voor den dag brengen.
Daarom denk ik, dat het niet ondienstig
hier uit eigen ervaring, enkele alge-
leeno wenken te geven voor het (goed)
maken van borstplaat.
1. Neem in elk geval een ijzeren of zwaar-
gcömailleerde, gave pan. Pannen waar stuk
jes email zijn afgesprongen, doen de suiker
branden, wat vooral bij bruine borstplaat
niet smaakt,
2. Giet, als go 't niet precies weet, éér
iets te vroeg dan te laat uit. Te zachte borst
plaat valt nog wel eens mee, als ze koud
geworden is, te harde smaakt nooit zoo fijn.
3. Merkt ge, dat gê te vroeg of te laat uit
gegoten hebt, dan kunt ge alles dadelijk
weer in de pan terug doen, en met 'n
weinig vocht erbij, weer heel even inko
ken (in 't laatste geval natuurlijk 'n groo
ter hoeveelheid vocht, dan in 't eerste).
4. Voor fondant-borstplaat doet men 'n
lepeltje glycerine in de suikerstroop.
5. Alen kan enkel gewone witte suiker ne-
len (en ik weet bij ondervinding, dat het
daarmee uitstekend gaat) maar ook half
om half suiker en poedersuiker. Dan wordt
de poedersuiker er geleidelijk doorgewerkt,
als de gewone suiker met 't water tot stroop-
dikte ingekookt, en reeds van 't smaakje
voorzien is.
Giet steeds heel vlug alle vormen vol.
Als 't eenmaal tijd van uitgieten is, moet
eigenlijk alles zoowat in 't zelfde oogenDlik
er uit, andere hebben de laatste vormen te
droge (gekristalliseerde) suiker er in. Dat
zijn die witte vlekken, „alammen", die ge
wel in goedkoope borstplaat ziet
7. Essence altijd pas ingieten als de pan
al even van 't vuur af en doorgeroerd is,
andere vervliegt ze door 't koken.
8. Bij alle borstplaat-maken, komt het
niet zoozeer er op aan, welk recept ge ge
bruikt als wel: om den juisten tijd van
uitgieten te bepalen. En dat kunt ge door
routine, het véél doen, het beste leeren.
Recepten vindt en hoort ge overal wel.
Maar om volledig te zijn, een heel eenvou
dig, maar beproefd recept.
Neem op elk half ons suiker een eetlepel
melk. Begin bijv. als ge het nog nooit ge
daan hebt, eens met 'n kleine hoeveelheid
van 2 of 3 halve onzen suiker. Doe 't bij
elkaar in 'n zware gave pan, en iaat hel
koken. Roer nu en dan met 'n houten of
glazen lepel door, en zie of de stroop dik
wordt, d.i. of de druppel, die van den lepel
alt, een draad trekt (lengte daarvan a'indt
ge door routine, daar is geen regel voor te
geven, doch 't moet niet zoo'n heel kort
draadje van nog geen centimeter zijn. Ook
kunt ge dpn laatsten druppel van de lepel
op 'n steen of 'n koud bord („beboterd")
laten vallen en dan zien, of de druppel niet
uitvloeit, maar als 'n bolletje blijft liggen,
en na afkoeling in z'n geheel verschoven
kan worden. Dan is de stroop dik genoeg.
Ge neemt de pan van 't vuur, roert er flink
door (maar niet met de pan op ijskoude
steen o! in koud water, dan zetten de ran
den aan. Ga liever als 't u te lang duurt,
er even, al roerend, de koude gang of ka
mer mee op en neer, als 't in de keuken
te warm is). Ge voegt er, al roerend, het
„smaakje" in (essence of zeer stern koffie-
extract) en roert zoo door, tot de stroop zóó
dik geworden is, dat een druppel, die ge
op de steen (of koud bord) laat vallen, da
delijk stolt. Dan na ervaring a'-oelt ge dit
oogenblik precies aan de dikte der siroop
bij 't roeren giet ge d a d e 1 ij k uit in de
vormen, die ge vooraf hebt klaar gelegd op
beboterd papier of marmer, en alle vormen
zoo snel mogelijk na elkaar. Wie geen
springvormen heeft, kan het op borden
doen, of in vuureehaaltjes. Dat heb ik vaak
gedaan en 't gaat prachtig: je hebt dan ook
eens andere modellen. Maar alles waar ge
in of op giet, moet vooraf met wat boter
dun bestreken zijn (geen plekken over
slaan).
De hoeveelheid der essence staat vermeld
op de fleschjes die ge koopt. Koffie-extract
moet ge naar gissing doen, hangt af van de
sterkte. Maar 't mag nooit veel vocht zijn.
Niet meer dan 'n theelepeltje op 't half
ons suiker met de lepel melk.
Bij chocoladi borstplaat neemt men hoog-
stens één-w*'!e van de hoeveelheid!
is overal te vinden, maar de uitvoering
alt do eerste malen meestal zeer tegen,
.'as als het mij zelf niet meer mislukt, durf
ik dat kunstje hier ook eens behandelen.
Marsepain maken is trouwens niet zoo
voordeelig als borstplaat En wie er een--
maal slag van heeft om borstplaat te ma
ken, krijgt ze veel lekkerder dan uit den
winkel. Wie het nog nooit vroeger gedaan
heeft, moest het nu met het bovenstaande
maar eens probeeren, en mij dan schrij
ven of het gelukt is. Begin maar met 'n.
kleine hoeveelheid, dat is gemakkelijker.
Begin niet met de bruine .anders moet ge
de pan uitspoelen voor do lichtere, maar
doe de bruine het laatst De vele hard ge-
Avorden suiker, die er dan nog inbleef van
de lichtere soort, laat ge dan eenvoudig
weer mee smelten, dat kleine beetje van
het „smaakje" hindert aan de chocolade
niet of maakt ze juist lekkerder.
'n Goede volgorde voor iemand, die het
oor 't eerst probeert en niet dadelijk
fleschjes essence (40 ets. per fl.) er aan
wagen wil, is (wat ik zelf heel vaak gedaan
heb) U/2 ons suiker met 3 lepels melk en
later 'n beetje (3 theelepels) oranjebloesem
water. Ge kunt voor 'n dubbeltje in de apo
theek halen. f
Bij 't uitgieten van liet laatste in de pan
laten (schrapt ge, dan is de laatste borst
plaat te hard) en weer bijna lVé.ons suiker,
3 lepels melk, en aa-at koffie-extract er later
door roeren.
Als d i t is uitgegoten, dan 1% ons suiker,
3 lepels melk en 'n eetlepel poederchocolade
(die er gelijk bij). Wat dan 't laatst in
pan blijft, lengt go aan met wat enkel
caopoeder en melk, en kookt er 'n kop
melkchocolade van. Zoo gaat ni ts verloren
en hoeft ge heel geen pannen uit te schrap
pen. En als go de eerste maal even meet,
in welk van uw kopjes precies 'n half ons:
gaat, hoeft ge niet meer te wegen ook.
Zoo, dat is een lang verhaal geAA-orden,
maar nu durf ik ook zeggen: wie dit kan
opvolgen, die kan borstplaat maken.
En die zal het niet doen als die student
van aa-ien ik eens hoorde, dat hij wat cho-
cólademelk wilde koken en toen alles (poe-
HET SPINNEN
Het spinnen :s natuurlijk eoo oud als het
naaien, want zonder draad was het naaien
iet mogelijk
Voor de door een ieder gekende spinne
wielen was het spinrokken in gebruik. De
spinrokkens werden bij de Romeinen „Co-
lus" genaamd, terwijl men de klos, waarop
het gedraaid garen kAvam „Fusius"
„Verticulus" heette.
Het spinrokken, ongeveer een el lang,
had aan den eenen kant eene verdikking
op de plaats waar de te spinnen hennep of
wol gerold was, en daaraan Avas soms,
het afvallen te beletten, een lichte ring be
vestigd.
Men noemde bij de Romeinen „Pensum'
de afgeAvogen hoeveelheid die door de sla
vinnen per dag moest gesponnen worden
Men a-ermeldt een volksgeloof bij de
Franken, die meenden dat hemden
maakt met garen door zeer jonge meisjes
(onder de 7 jaar) gesponnen, geluk bij
brachten.
Het spinnen van A'las, hennep en wol,
door het eemroudig gebruik van het spin
rokken. is van alle tijden.
De spinrokkens weike men in de middel
eeuwen op de geboiiAven voorstelde
schillen niet van die, welke onze vrouwen
gebruikten en wellicht dateeren ze uit al
oude tijden.
De edel vrouwen even eens brachten haar
tijd met spinnen door. In de 12de eeuw
schijnt dnt tijdverdrijf in a-erval geraakt te
zijn on vervangen door het borduren en
andere werkjes op borduurramen, maar het
spinnen werd toch op het einde der XVde
eeuw hernomen.
In dit tijdvak vervaardigde men schoon
A-ersierde spinrokkens, waardig der fijne
handen a-an de dames die ze bezigden. Het
was tijdens de wandeling en het redekave
len eene sierlijke bezigheid, het spinrokken
met behendigheid af te draaien.
In de 16e eeuw werden deze in kostbaar
hout en zelfs in ivoor vervaardigd.
In de 7de en 8ste eeuvv stond het spinnen
fel in de gunst der Dames van de hooge
wereld.
Bertha, de moeder van Karei den Groote,
was als eene merkAvaardige en behendige
spinster alom bekend. Ook wilde deze kei
eer (gelijk het Eginhard vermeldt) dat
zijne dochters liet spinnen leerden om zich
legen ledigheid te vrijwaren.
Eenvoudin schortje.
Hiervan kunnen avc niet licht to veel va
riëteiten geven. Het modelletje dat we hier
laten zien bestaat eigenlijk weer alleen uit
glad vóórstuk dat van de schouders af
langs banden over en rug ligt, die over el
kaar gekruist worden en dan sluiten op d?
heuppunten. Het benedendeel (eigenlijke
'Qorschootje) wordt klokkend geknipt wat
der, suiker en koude melk) bij elkaar in
'n beker deed boven de gaslamp te ko
ken 2ette en omdat dat het niet dik wilde
worden er toen telkens 'n schep poeder
'bij deed, tot 't ten laatste 'n dikke rauwe
pap was en bleef. „Niks lekker zoet", zei Jiij.
Groot bloemmotief.
Ten slotte nog, een patroonteekening die,
op dezelfde grootte gebruikt kan \vorden
voor japonnen, nog beter voor damesvesten
1— bijv. vóór in de benedenhoeken of slechts
aan één kant verder voor kussens, thee
mutsen e.d.
Ook als appliqué werk uitgevoerd zal dit
men ook kan bereiken door twee schuine
naden te nemen. Is de stof recht en ave
recht te gebruiken dan knipt men het voor-
deeligst met die „geeren". De onderrand
loopt naar voren in een punt uit, wat avc!
vlug staat, £>e garneering is een appliqué-
motiefje we gaven cr al vele van dit
genre en een rouche of geplooid strookje
van de schouderranden af naar midden
vóór.
Gehaalde kousen.
Ik AA-eet niet of het waar is, \A-at ik las,
dat het in Engeland mode zou zijn, om
bijA-oorbeeld bij 'n tailor-made, deze gehaak
te kousen te dragen. Maar Avel geloof ik, dat
het een praktische, vlug opschietende ma
nier a-an kousen maken is ,dic heel goed
zou eijn toe te passen als kleuters- en mis
schien als schoolkinderendracht.
Men gaat te werk als volgt:
Zet zooveel kettingstoken op, als ge denkt
dat het been Avijd is, sluit tot een rondje en
gaat dan aldoor rondhaken in dit eenvoudig
patroon: een a-astc, een losse, een vaste, enz.
Bij de vlgende toeren kan men de vasten
mar eigen \-erkiezing insteken in de a'orige
asten of in de gaatjes door dc lossen ge
vormd. Even beneden de kuit mindert men
vat al naar het noodig is en haakt dan,
itepds rond, zonder hiel, voet of teen maar
verder, tot men de heele lengte van de kous
heeft. Dan Avordt in 6—8 toeren flink ge
minderd zodat men zonder plooien de laatste
toer kan dichtnaaien. Deze kous zou „vai
zelf' goed om enkel, hiel en A-oet sluiten.
Het is te aardig om het niet eens te pro
beeren dunkt me, zelf zal ik eens zoo'n
proefkous breien, zoodra ik in de gelegen
heid ben, me dunkt! 't is in elk geval voor
slaapsokken toe te passen.
Rammelaar
Ieder zal ze Avel eens gezien hebben, de
aardige rammelaars die uit 'n stuk of zes
fijne wollen klokjes bestaan en boven aan
de kap van de wieg, worden vastgehecht
Men neemt fijne zachte wol of, nog heter,
kunstzijde in een mooie zachte kleur, b.'
rose of lila. Liefst rekene men met de kleur
van de Avieg.
De klokjes worden afzonderlijk afgewerkt
en dan, elk afzonderlijk, stevig vastgehecht,
aan koordjes, die men uit hetzelfde mat
riaal draait of haakt. Men maakt ze expri
niet alle even lang, zoodat de klokjes op
verschillende hoogten komon te hangen
Het bundeltje koortjes neemt men dan van
boven bij elkaar, naait of knoopt het da
stevig ineen en laat dan nog één enkel
koordje van dat punt naar boven loopon en
hecht dat met het uiteinde aan een ring.
Het is natuurlijk evengoed mogelijk de
zes koordjès alle in den ring te vereenigen,
maar dan vliegen de klokjes Avel wat ver
uit elkaar, daar dan de afzonderlijke koord
jes zoo lang moeten zijn. Het hangt mooier,
wanneer de koordjes niet meer dan een
paar decimeter lang zijn en dan bij elkaar
komen. Op het verzamelpunt naait men een
groote vlugge strik met veel lussen in de
kleur van de klokjes of in wit. Vandaar
loopt dan nog een kort, maar zeer stevig
eindje koord, b.v. kettingsteken met dub
belen draad gehaakt, dat eindigt in een
omgehaakten ring. Met den ring wordt do
rammelaar dan op de wiegkap gehaakt en
het enkele koord kan men naar het uit
komt, inkorten.
Ook maakt men wel eens de afzonderlijke
koordjes lang en vlecht de boveneinden in
elkaar. Dit staat echter niet zóó aardig als
de boven aangegeven manier.
Nu de klokjes!
Men haakt: 7 k. steken. Daarin (als twee
de toer) 7 a-asten.
In den derden toer maakt men weer vas-
-ten in die van toer 2, maar om den anderen
haakt men twee vasten in één steek, meer
deren dus.
Toer 3, -4 en 5 gewoon een vaste in eiken
steek.
Toer 6 meerdert men weer door telkens
óm de twee steken (dus in eiken derden
steek) 2 Aasten te nemen.
Toer 7, 8 en 9 steeds een vaste in eiken
steek.
Toer 10 meerdert men telkens óm de drie
steken.
Toer 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, een vaste in
eiken stéék.
Toer 18 meerdert men telkens óm dè vier
steken
Toer 19-een vaste in eiken steek.
Toer 20 vijf vasten, een picotje (d.i. 5 k.
steken en een vaste op den eersten k. steek'/
VLEKKEN UITMAKEN
Bij de geregelde binnenkomende brieven,
zijn nog altijd een groot percent vragen naar
vloeistoffen, Avaarmee bepaalde vlekken kun
nen worden Aveggemaakt.
Wel hebben we hier al meer dan eens een
opsomming gegeven van de diverse midde
len, die a-oor bepaalde vlekken doeltreffend
maar men verleert zooiets wel een3, en
niemand kan al die verschillen zoo precies
uit 't hoofd houden.
We mcenen daarom goed te doen, met hier
ook eens over te nemen het lijstje dat mej.
C Hugenholtz apoth. aan het Wilhelmina-
Gasthuis, gaf in het orgaan der verplegcnden-
Zij schrijft:
Een groot verschil, is het altijd, of vlekken
erech of oud zijn. Bij nieuwe vlekken is de
stof nog niet zoo in de vezels opgenomen en
gaat gemakkelijker weg dan bij de oude.
„Bij suikerhoudende of eiAvitachtige stof
fen, b.v. stroopen, limonades, eierspijzen, vele
lichaamsvochten kan men het beste Averken
met lauw of Avarm water. Blijft er dan nog
van de vlek over, dan is er veel kans,
dat het vetachtig is, of een kleurstof.
„Vlekken van vet en vetachtige stoffen
maakt men uit met benzine, petroleumaether,
aether of tetrachloorkoolstof. Onder de vlek
legt men een schoonen doek, en bedruppelt
die met de uittrekvloeistof. TegenAvoordig
ordt de laatste stof, de tetrachloorkoolstof,
kortweg „tetra" genoemd, hoe langer hoe
meer gebruikt. Deze vloeistof, die chemisch
zeer verwant is aan chloroform, is Aveinig
brandbaar, en daardoor veel minder gevaar
lijk dan de andere. Zij lost bovendien uit
stekend vetten op, en geeft, bij goed droog-
mjven van de vlek, weinig kringvorming.
„Bij vetvlekken in tapijten moet men met
benzine, tetra enzoovoorts zeer voorzichtig
te Averk gaan, daar de kleurstoffen dikwijls
heel teer zijn.
„Men kan dik filtreerpapier eenige malen
samengevouwen, op de vlekken leggen en
deze met een heet strijkijzer bezwaren.
„Om uit papier vetvlekken te verwijde
ren wordt het tusschen twee vel filtreerpa
pier gelegd, het bovenste vel wordt op de
plaats van de vlek met benzine bedruppeld.
„Wollen stoffen behandelt men met een
mengsel van aether, alcohol en ammonia.
„Verfvlekken behandelt men met terwpen-
tijnIn Avoilen stoffen druppelt men beurte
lings alcohol en terpentijn op de vlek.
„Teervlekken zijn niet altijd van dezelfde
samenstelling, vandaar, dat men eerst voor
zichtig op kleine plekjes moet probeeren.
Op Avitte goederen de vlekken met water be
vochtigen, afborstelen met terpentijn, aan
Aveerskanten met filtreerpapier bedekken en
met heet strijkijzer strijken ten slotte met
heet zeepAvater uitwasschen.
„Oude en harde vlekken moet men weeken
met Avarme olie of reuzel; dan beurtelings
afborstelen met sterk zeepsop en terpentijn;
uitwasschen in water.
„Thee-, koffie-, chocolade- en wijnvlekken
behandelt men het best met AA'at bleekwater
dat met. AA-at azijn is zuur gemaakt. Dadelijk
uitwasschen met overvloedig water! Onschul
diger is het behandelen met een geconcen
treerde zoutoplossing.
„Harevlekken in witte stoffen kan men op
lossen met terpentijn, en daarna, na opleg
gen van filtreerpapier heet strijken. Zoo noo
dig nog ten slotte met warm Avater wasschen.
Deze vlekken kunnen ook met tetrachloor
koolstof behandeld worden. Iu Avoilen stoffen
worden ze een weinig met water bevocht'cl
daarna met. slaolie aangestipt en met zeep
geborsteld. Het zeepschuim laat men er eeni-
gen tijd op, en wascht daarna afAA'isselend
met Avarm watér en met terpentijn.
„Inktvlekken kan men meestal verwijde
ren door een sterke oplossing van citroen
zuur op de vlek te brengen Is dit niet vol
doende, dan kan wat bleekwater goede dien
sten bewijzen
„Kalkvleklcen behandelt men met azijn on
spoelt met ruim water na"
Vlekken op tin
in men wegmaken door ze te wrijven met
■andewijn en fijugemalen krijt. Daarna utt-
piiiataje in" do linnenkast te krijgen. Ook Is
het van belang, dat de linnenkast op een dro-
SeWeeaAuekktent'verdwiJnen uit wit linnengoed
meestal wel in bleekwater. Lukt het op die
manier niet. dan passe men het volgende mid
del toe. raadt Huismoeder in het H.bld.
Schaaf een stuk goede waschzeop, kook dit
in water tot een pap. Bestrijk daarmede de
vlekken en strooi er een weinig potasch over.
dan 24 uur te bleeken en zorg
ich
houden. Wast
in linnengoed
vlek zit, op de
ensnp op, legt
trijkt daar met
beetje meer geduld
rlljk moet het P goed
enz. na elke vijf a'asten één picotje.
De ring haakt men ook om met enkel
vasten
Men neemt er een gewoon beenen gordijn
ringetje voor.
Opmerking: Wie lieA-er breien wil kan de
klokjes evengoed in breiwerk uitvoeren.
Men kan ze dan aan den onderrand begin
nen cti alleen in de laatste toeren minderea
ln de klokjes worden meestal kleine ko
peren belletjes gehecht. Sommige moe
dertjes zijn hiervan zóó bang (voor het los
trekken en inslikken namelijk) dnt haar
eerste werk is: de belletjes er uit knippen
't. Best is dus, vooraf te vragen of men z«
hebben wil. In elk geval is het zaak de bel
letjes oer stevig er nan te naaien.