Hfer tkVircwW) Avond =Toiletten ÏIJKTil St. Nicolaas-Cadeaux TRACHT TE VERGETEN Sint Nicolaas-Lekkers VOOR DE VROUW Ko, 46. Uw adres voor: elegante fiatteuse vormen moderne smaakvolle kleuren ongeëvenaard lage prijzen PASSAGE NOORDBLAAK ROTTERDAM Uw adres smaakvolle en nuttige olst Vesten, Zakdoekjes, Shawls, enz. PASSAGE-NOORDBLAAK - ROTTERDAM Er zijn menschen die zoo heel moeilijk kunnen vergeten. Niet het kwaad dat zij andererj aandeden, o nee, dat kunnen ze o zoo gauw 'vergeten en kwijt zijn. Maar wat anderen hèn misdeden daar kunnen ze maar nooit o\4er heen, na geen uur, geen dag, na geen jaren soms nog. Tot hen moge spreken het woord dat wij hieronder laten volgen, vrij uit het Engelsch vertaald En misschien wie weet kan het voor sommigen wel nut hebben, het juist in de week voor Sint-Nicolaas, het feest van veel weldaden, het feest van veel verzoening ook te mogen lezen. Maar dan leze men met een gevoelig hart, zonder vitzucht en handele daarna alzoo. Vergeet en vergeef! Het is voorbii. Het is gedaan. Vergeet het! Haal het niet a'.door weer op, denk er niet aldoor weer aan, wenscliend dat ge andere gehandeld had. Vergeet het! Wat gedaan .is is gedaan. Het ligt in de boderolooze put van het verleden. Laat het daarl Kijk vóór U, niet achter U! Denk aan morgen, niet aan gisteren! Ge kunt iets maken van morgen, gisteren komt nooit weerom. Gisteren is zoo dood als een spijker, leven loos ais een steen, hopeloos en onverander lijk als hout. Keer ervan af! Morgen is levend, vol schoonheid, stralend van kracht, zwellend van al-'e denkbare mo gelijkheden. Keer U daarheen1 „De dingen die achter ons liggen vergetend en reikend naar de dingen voor ons Want het verleden is dood. De toekomst leeft. Van het verleden komen dc kwcfllingen van wanhoop, berouw, zelfverachting, die de gedachten bederven en -nieuwe plannen on mogelijk maken, en de heldere ster wordt on zichtbaar door een donkere wolk. Vergeet het, meisje! Ge hebt gezondigd. Door uw zwakheid wordt ge nu verguisd, door uw toegevendheid wordt ge bespot. Maar het in gebeurd. Kijk niet terug. Kijk vooruit, kijk ne.ar de plaats waar Een staat, Een die hoewel rechter over de heele wereld, zegt: „Ga heen. en zondig niet weer". Vergeet het, jongen! Ge hebt tranen in de oogen gebracht van haar, die je gedragen heeft zorg en verdriet aan je Moeder, wier liefde grooter is dan al wat op aarde en in den hemel bestaat. Maar zij zal er niet meer aan denken, als je maar-terugkomt, je hoofd op haar gezegende knieën legt en je door haar liefde laat beschermen. Zij bezit een oceaan van de diepste en grootste vergetel heid, en je onrecht zal erin verzinken. Vergeef het, man! Neem haar weer in Je armen. Wat is liefde waard, die niet verge ven kan? Wat is liefde waard, die niet mach tiger is dan trots? Vergeet het! In den hemel zult ge U nooit schamen over de gedachte, dat ge te veel vergeven hebt. Vergeet het,.vrouw! Ik weet, dat het harte- pijn en vernedering en koortsig zorgen be- teckent; maar klim op, klim de trap van grootmoedigheid op, tot ge die hoogte be reikt, waar liefde „alles verdraagt alles ge looft, alles hoopt, alles lijdt en nooit te kort komt." Eenmaal in de berglucht van den adel zult ge het zwoele dal van den trots niet betreuren. Vergeet het! ledereen! Elke nieuw-opko- mende zon brengt een nieuwe kans voor alle zonen en dochteren van menschen. Elke nieuwe maan beteekent een nieuwe maand van mogelijkheden. Elke ster van de onte - bare sterren, als zand gestrooid aan den don- kerblauwen hemel, is een ster van hoop. Vooruit, het hoofd omhoog! Als ge dit nummer van ons blad ont vangt staat alles in het teeken van 't Sin terklaasfeest. Ook zij, die „er niet aan doen" houden wel van 'n stukje borstplaat of an der lekkere in deze dagen, en zijn wel zoo ijs, zich niet te ergeren aan het surprise- ecdoe van anderen. Vooral in gezinnen waai en deren zijn is SinLNicölaas nog altijd een zeer bijzonder feest, dat door geen an der te vervangen is. Daarom willen we ons ook ditmaal nog even bezig houden met enkele dingen, die hierop betrekking heb ben. Voor S oor Surprises Willen de kleine kinderen met alle ge weid óók iets doen voor de aïgemeene pakjesmakerij, laat ze dan wat wolien bloempjes maken. Tusschen het touwtje, waarmee een keurig pakje toegebonden is, steekt ge twee, drie van die bloemetjes, dat staat zoo echt lief. Ik heb zien bij Kerstboompakjes, alles was óf met gekleurd papier to£gepla|kt, óf met lint toegebonden, óf had zoo'n bloemetje. Ze zijn gemakke lijk te maken: Neem een potlood en wind een wollen draad van mooie kleur daar gelijk matig omheen, de windingen (b.v. 'n dertig) netjes néést elkaar. Het uiteinde van den draad, dan door 't oog van 'n stop naald en met de naald die draad tus schen potlood en windingen doorha- len. Doe dat een paar maal, schuif dan de wol van het potlood af en trek de draad goed aan. Dan worden begin en eind aan elkaar goed vastgeknoopt en daarna langs elkaar gedraaid tot een steeltje. De om windingen schikken zich vanzelf in een kransje. Middenin kunt ge met 'n gele draad gemakkelijk een hartje werken. Al leen bij het laatste zult ge de kleintjes wel te hulp moeten komen, het andere kunnen ze zelf gauw genoeg. Ook op kinderjurkjes en poppekleertjes staan de bloemetjes goed, op schrijfmappen, cretonnen zakdoekdoosjes, enz. Nog een ander aardig idee voor surprises is: een bloempot met plant. Leg het geschenkje op den bodem van den leegen bloempot goed stevig inge pakt natuurlijk, en doe er dan aarde op waarin een mooie volle groentestruik (boe renkool b.v.) geplant. Maak er nog glinste rende papieren bloemetjes tusschen. dat maakt een heel aardig effect. Nog iets: een groentevrouw tje. 't Onderstuk is een klpine witte kool. Daarop komt een appel of peer als lijf. Daarboven een aardappel, waarop een ge zicht geteekend wordt, als hoofd. Op het hoofd een welige haardos van frissche groe ne spruitjes, die met groote spelden wor den vastgestoken. Hoofd, lijf en rok (de kool) hecht rnt-n aan elkaar door er 'n flin ke hoedenspeld door te steken. Armen maakt men van 'n paar worteltjes die mei één rechtgebogen haarspeld welke door romp en beide armen ga-' t, worden vastge hecht Men kan het wijfje nog 'n paiapiu ('n wortel met een haarspeld erdoor, die van boven tot haak is omgebogen1 en pen boodschapponmandje van een halfnotedon- je geven, dat met een draadje om haar arm hangt. Het bovenstaande vond ik in „Moeder ver zin een spelletje", uitcr. Van Goor Zonen, Gouda, waarin nog veel meer van al die go- aelüy* dingen staan. Ook spelletjes, ver haaltjes, Knutselwerkjes enz. 'n Boekje niet zoozeer om aan fttnd*ren zelf cadeau te go- ven als wel aan hen. die kinderen hebbpn bezig te houden, moeders, onderwijzeressen, tantes enz. De-prijs is f 0.75 (of t 1.10 in DORPSDANS De vedel zingt, waar roos en wingerd ranken Verliefd omhelzen 't huis des akkermans, En gloeien in don avond-purperglans, En twintig niensahen rijzen bij die klanken. Het avondmaal heeft uit: van disch en banken Verdween der Jonkheid blij geschaarde krans, De vlugge voeten reien zich ten dans, En de arm buigt om de leesten heen; de slanken. Daar tripplen zij en stampen naar de maat, Terwijl de kroezen op den disch rinkinken, En naar de wangen stijgt het vroolijk bloed: Den oude, die daar op den dorpel staat, Ziet men de vreugd uit lachende oogen blinken, Tevreden, dat hij leeft, en leven doet Uit: Gedichten. JAQUES PERK. SELMA LAGERLOF OVER DE MODERNE VROUW Ter gelegenheid van haar zevontigsten ver jaardag heeft men Selma Lagerlöf gevraagd haar meening over de moderne vrouw te ge- En zij zeide: De vraag mij gesteld zou ik mot een we dervraag willen beantwoorden: „Bestaat het type moderne vrouw eigenlijk? Eertijds kon het vrouwentype, dat zich door eeuwen van strenge gedwongen voogdijschap heen ont wikkelde, in het gunstigste geval door goed heid en offervaardige teederheid en verder door lieftalligheid in verschijning en houding le volmaaktheid benaderen. In den nieuwen tijd kon de vrouw zich in eel grootere vrijheid ontplooien. Zij gelijkt en koningin, die, wat. haar daden betreft, alleen zichzelf verantwoording schuldig is, maar zij is, volgens mij nog in opkomst Men moet haar tijd geven om te groeien zonder haar te verachten of hemelhoog te erh effen. Wij, de ouden, kunnen slechts wenschen, dat zij inderdaad het heerlijke schepsel wordt, waarop wij hoopten, toen wij vrij heid voor haar verlangden. (niet van 'tgewicht) suiker aan cacaopoe der. Hoe méér poeder hoe lekkerder en zachter, maar hoe moeilijker ook. Bij gernber-borstplaat doet men de in zeef fijne stukjes gesneden gember (bijv. één le pel op elk half pond suiker) ai dadelijk door de suiker, en kookt ze mee. Wat lang niet iedereen weet: ge kunt ook voor essence nemen: oranje-bloesemwater (wat in marsepain gaat). Dat komt goed- kooper uit en is ook heel lekker. Marsepain maken valt niet zoo mee. 't Allereerst dan het maken van borst- Aan een enkel recept hebt ge niet veel, dat plaat 0. iedereen „kan" dat al, en „iedereen doet liet dat weet ik wel, maar och, wat 'n verschil, nietwaar of ge het proeft bij de een of bij de ander. Vooral de chocolade borstplaat treft ge in de meest, verschillen de smaken, van gebrande-suikerachtige tot roomig toe. Er zijn menschen, die in enkele oogenblikken 'n tafel vol van de heerlijkste „harten" en „rozetten" hebben, die smelten op de tong, terwijl anderen uren tobben, en dan nog niets beters dan wat keiharde stuk ken suiker voor den dag brengen. Daarom denk ik, dat het niet ondienstig hier uit eigen ervaring, enkele alge- leeno wenken te geven voor het (goed) maken van borstplaat. 1. Neem in elk geval een ijzeren of zwaar- gcömailleerde, gave pan. Pannen waar stuk jes email zijn afgesprongen, doen de suiker branden, wat vooral bij bruine borstplaat niet smaakt, 2. Giet, als go 't niet precies weet, éér iets te vroeg dan te laat uit. Te zachte borst plaat valt nog wel eens mee, als ze koud geworden is, te harde smaakt nooit zoo fijn. 3. Merkt ge, dat gê te vroeg of te laat uit gegoten hebt, dan kunt ge alles dadelijk weer in de pan terug doen, en met 'n weinig vocht erbij, weer heel even inko ken (in 't laatste geval natuurlijk 'n groo ter hoeveelheid vocht, dan in 't eerste). 4. Voor fondant-borstplaat doet men 'n lepeltje glycerine in de suikerstroop. 5. Alen kan enkel gewone witte suiker ne- len (en ik weet bij ondervinding, dat het daarmee uitstekend gaat) maar ook half om half suiker en poedersuiker. Dan wordt de poedersuiker er geleidelijk doorgewerkt, als de gewone suiker met 't water tot stroop- dikte ingekookt, en reeds van 't smaakje voorzien is. Giet steeds heel vlug alle vormen vol. Als 't eenmaal tijd van uitgieten is, moet eigenlijk alles zoowat in 't zelfde oogenDlik er uit, andere hebben de laatste vormen te droge (gekristalliseerde) suiker er in. Dat zijn die witte vlekken, „alammen", die ge wel in goedkoope borstplaat ziet 7. Essence altijd pas ingieten als de pan al even van 't vuur af en doorgeroerd is, andere vervliegt ze door 't koken. 8. Bij alle borstplaat-maken, komt het niet zoozeer er op aan, welk recept ge ge bruikt als wel: om den juisten tijd van uitgieten te bepalen. En dat kunt ge door routine, het véél doen, het beste leeren. Recepten vindt en hoort ge overal wel. Maar om volledig te zijn, een heel eenvou dig, maar beproefd recept. Neem op elk half ons suiker een eetlepel melk. Begin bijv. als ge het nog nooit ge daan hebt, eens met 'n kleine hoeveelheid van 2 of 3 halve onzen suiker. Doe 't bij elkaar in 'n zware gave pan, en iaat hel koken. Roer nu en dan met 'n houten of glazen lepel door, en zie of de stroop dik wordt, d.i. of de druppel, die van den lepel alt, een draad trekt (lengte daarvan a'indt ge door routine, daar is geen regel voor te geven, doch 't moet niet zoo'n heel kort draadje van nog geen centimeter zijn. Ook kunt ge dpn laatsten druppel van de lepel op 'n steen of 'n koud bord („beboterd") laten vallen en dan zien, of de druppel niet uitvloeit, maar als 'n bolletje blijft liggen, en na afkoeling in z'n geheel verschoven kan worden. Dan is de stroop dik genoeg. Ge neemt de pan van 't vuur, roert er flink door (maar niet met de pan op ijskoude steen o! in koud water, dan zetten de ran den aan. Ga liever als 't u te lang duurt, er even, al roerend, de koude gang of ka mer mee op en neer, als 't in de keuken te warm is). Ge voegt er, al roerend, het „smaakje" in (essence of zeer stern koffie- extract) en roert zoo door, tot de stroop zóó dik geworden is, dat een druppel, die ge op de steen (of koud bord) laat vallen, da delijk stolt. Dan na ervaring a'-oelt ge dit oogenblik precies aan de dikte der siroop bij 't roeren giet ge d a d e 1 ij k uit in de vormen, die ge vooraf hebt klaar gelegd op beboterd papier of marmer, en alle vormen zoo snel mogelijk na elkaar. Wie geen springvormen heeft, kan het op borden doen, of in vuureehaaltjes. Dat heb ik vaak gedaan en 't gaat prachtig: je hebt dan ook eens andere modellen. Maar alles waar ge in of op giet, moet vooraf met wat boter dun bestreken zijn (geen plekken over slaan). De hoeveelheid der essence staat vermeld op de fleschjes die ge koopt. Koffie-extract moet ge naar gissing doen, hangt af van de sterkte. Maar 't mag nooit veel vocht zijn. Niet meer dan 'n theelepeltje op 't half ons suiker met de lepel melk. Bij chocoladi borstplaat neemt men hoog- stens één-w*'!e van de hoeveelheid! is overal te vinden, maar de uitvoering alt do eerste malen meestal zeer tegen, .'as als het mij zelf niet meer mislukt, durf ik dat kunstje hier ook eens behandelen. Marsepain maken is trouwens niet zoo voordeelig als borstplaat En wie er een-- maal slag van heeft om borstplaat te ma ken, krijgt ze veel lekkerder dan uit den winkel. Wie het nog nooit vroeger gedaan heeft, moest het nu met het bovenstaande maar eens probeeren, en mij dan schrij ven of het gelukt is. Begin maar met 'n. kleine hoeveelheid, dat is gemakkelijker. Begin niet met de bruine .anders moet ge de pan uitspoelen voor do lichtere, maar doe de bruine het laatst De vele hard ge- Avorden suiker, die er dan nog inbleef van de lichtere soort, laat ge dan eenvoudig weer mee smelten, dat kleine beetje van het „smaakje" hindert aan de chocolade niet of maakt ze juist lekkerder. 'n Goede volgorde voor iemand, die het oor 't eerst probeert en niet dadelijk fleschjes essence (40 ets. per fl.) er aan wagen wil, is (wat ik zelf heel vaak gedaan heb) U/2 ons suiker met 3 lepels melk en later 'n beetje (3 theelepels) oranjebloesem water. Ge kunt voor 'n dubbeltje in de apo theek halen. f Bij 't uitgieten van liet laatste in de pan laten (schrapt ge, dan is de laatste borst plaat te hard) en weer bijna lVé.ons suiker, 3 lepels melk, en aa-at koffie-extract er later door roeren. Als d i t is uitgegoten, dan 1% ons suiker, 3 lepels melk en 'n eetlepel poederchocolade (die er gelijk bij). Wat dan 't laatst in pan blijft, lengt go aan met wat enkel caopoeder en melk, en kookt er 'n kop melkchocolade van. Zoo gaat ni ts verloren en hoeft ge heel geen pannen uit te schrap pen. En als go de eerste maal even meet, in welk van uw kopjes precies 'n half ons: gaat, hoeft ge niet meer te wegen ook. Zoo, dat is een lang verhaal geAA-orden, maar nu durf ik ook zeggen: wie dit kan opvolgen, die kan borstplaat maken. En die zal het niet doen als die student van aa-ien ik eens hoorde, dat hij wat cho- cólademelk wilde koken en toen alles (poe- HET SPINNEN Het spinnen :s natuurlijk eoo oud als het naaien, want zonder draad was het naaien iet mogelijk Voor de door een ieder gekende spinne wielen was het spinrokken in gebruik. De spinrokkens werden bij de Romeinen „Co- lus" genaamd, terwijl men de klos, waarop het gedraaid garen kAvam „Fusius" „Verticulus" heette. Het spinrokken, ongeveer een el lang, had aan den eenen kant eene verdikking op de plaats waar de te spinnen hennep of wol gerold was, en daaraan Avas soms, het afvallen te beletten, een lichte ring be vestigd. Men noemde bij de Romeinen „Pensum' de afgeAvogen hoeveelheid die door de sla vinnen per dag moest gesponnen worden Men a-ermeldt een volksgeloof bij de Franken, die meenden dat hemden maakt met garen door zeer jonge meisjes (onder de 7 jaar) gesponnen, geluk bij brachten. Het spinnen van A'las, hennep en wol, door het eemroudig gebruik van het spin rokken. is van alle tijden. De spinrokkens weike men in de middel eeuwen op de geboiiAven voorstelde schillen niet van die, welke onze vrouwen gebruikten en wellicht dateeren ze uit al oude tijden. De edel vrouwen even eens brachten haar tijd met spinnen door. In de 12de eeuw schijnt dnt tijdverdrijf in a-erval geraakt te zijn on vervangen door het borduren en andere werkjes op borduurramen, maar het spinnen werd toch op het einde der XVde eeuw hernomen. In dit tijdvak vervaardigde men schoon A-ersierde spinrokkens, waardig der fijne handen a-an de dames die ze bezigden. Het was tijdens de wandeling en het redekave len eene sierlijke bezigheid, het spinrokken met behendigheid af te draaien. In de 16e eeuw werden deze in kostbaar hout en zelfs in ivoor vervaardigd. In de 7de en 8ste eeuvv stond het spinnen fel in de gunst der Dames van de hooge wereld. Bertha, de moeder van Karei den Groote, was als eene merkAvaardige en behendige spinster alom bekend. Ook wilde deze kei eer (gelijk het Eginhard vermeldt) dat zijne dochters liet spinnen leerden om zich legen ledigheid te vrijwaren. Eenvoudin schortje. Hiervan kunnen avc niet licht to veel va riëteiten geven. Het modelletje dat we hier laten zien bestaat eigenlijk weer alleen uit glad vóórstuk dat van de schouders af langs banden over en rug ligt, die over el kaar gekruist worden en dan sluiten op d? heuppunten. Het benedendeel (eigenlijke 'Qorschootje) wordt klokkend geknipt wat der, suiker en koude melk) bij elkaar in 'n beker deed boven de gaslamp te ko ken 2ette en omdat dat het niet dik wilde worden er toen telkens 'n schep poeder 'bij deed, tot 't ten laatste 'n dikke rauwe pap was en bleef. „Niks lekker zoet", zei Jiij. Groot bloemmotief. Ten slotte nog, een patroonteekening die, op dezelfde grootte gebruikt kan \vorden voor japonnen, nog beter voor damesvesten 1— bijv. vóór in de benedenhoeken of slechts aan één kant verder voor kussens, thee mutsen e.d. Ook als appliqué werk uitgevoerd zal dit men ook kan bereiken door twee schuine naden te nemen. Is de stof recht en ave recht te gebruiken dan knipt men het voor- deeligst met die „geeren". De onderrand loopt naar voren in een punt uit, wat avc! vlug staat, £>e garneering is een appliqué- motiefje we gaven cr al vele van dit genre en een rouche of geplooid strookje van de schouderranden af naar midden vóór. Gehaalde kousen. Ik AA-eet niet of het waar is, \A-at ik las, dat het in Engeland mode zou zijn, om bijA-oorbeeld bij 'n tailor-made, deze gehaak te kousen te dragen. Maar Avel geloof ik, dat het een praktische, vlug opschietende ma nier a-an kousen maken is ,dic heel goed zou eijn toe te passen als kleuters- en mis schien als schoolkinderendracht. Men gaat te werk als volgt: Zet zooveel kettingstoken op, als ge denkt dat het been Avijd is, sluit tot een rondje en gaat dan aldoor rondhaken in dit eenvoudig patroon: een a-astc, een losse, een vaste, enz. Bij de vlgende toeren kan men de vasten mar eigen \-erkiezing insteken in de a'orige asten of in de gaatjes door dc lossen ge vormd. Even beneden de kuit mindert men vat al naar het noodig is en haakt dan, itepds rond, zonder hiel, voet of teen maar verder, tot men de heele lengte van de kous heeft. Dan Avordt in 6—8 toeren flink ge minderd zodat men zonder plooien de laatste toer kan dichtnaaien. Deze kous zou „vai zelf' goed om enkel, hiel en A-oet sluiten. Het is te aardig om het niet eens te pro beeren dunkt me, zelf zal ik eens zoo'n proefkous breien, zoodra ik in de gelegen heid ben, me dunkt! 't is in elk geval voor slaapsokken toe te passen. Rammelaar Ieder zal ze Avel eens gezien hebben, de aardige rammelaars die uit 'n stuk of zes fijne wollen klokjes bestaan en boven aan de kap van de wieg, worden vastgehecht Men neemt fijne zachte wol of, nog heter, kunstzijde in een mooie zachte kleur, b.' rose of lila. Liefst rekene men met de kleur van de Avieg. De klokjes worden afzonderlijk afgewerkt en dan, elk afzonderlijk, stevig vastgehecht, aan koordjes, die men uit hetzelfde mat riaal draait of haakt. Men maakt ze expri niet alle even lang, zoodat de klokjes op verschillende hoogten komon te hangen Het bundeltje koortjes neemt men dan van boven bij elkaar, naait of knoopt het da stevig ineen en laat dan nog één enkel koordje van dat punt naar boven loopon en hecht dat met het uiteinde aan een ring. Het is natuurlijk evengoed mogelijk de zes koordjès alle in den ring te vereenigen, maar dan vliegen de klokjes Avel wat ver uit elkaar, daar dan de afzonderlijke koord jes zoo lang moeten zijn. Het hangt mooier, wanneer de koordjes niet meer dan een paar decimeter lang zijn en dan bij elkaar komen. Op het verzamelpunt naait men een groote vlugge strik met veel lussen in de kleur van de klokjes of in wit. Vandaar loopt dan nog een kort, maar zeer stevig eindje koord, b.v. kettingsteken met dub belen draad gehaakt, dat eindigt in een omgehaakten ring. Met den ring wordt do rammelaar dan op de wiegkap gehaakt en het enkele koord kan men naar het uit komt, inkorten. Ook maakt men wel eens de afzonderlijke koordjes lang en vlecht de boveneinden in elkaar. Dit staat echter niet zóó aardig als de boven aangegeven manier. Nu de klokjes! Men haakt: 7 k. steken. Daarin (als twee de toer) 7 a-asten. In den derden toer maakt men weer vas- -ten in die van toer 2, maar om den anderen haakt men twee vasten in één steek, meer deren dus. Toer 3, -4 en 5 gewoon een vaste in eiken steek. Toer 6 meerdert men weer door telkens óm de twee steken (dus in eiken derden steek) 2 Aasten te nemen. Toer 7, 8 en 9 steeds een vaste in eiken steek. Toer 10 meerdert men telkens óm de drie steken. Toer 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, een vaste in eiken stéék. Toer 18 meerdert men telkens óm dè vier steken Toer 19-een vaste in eiken steek. Toer 20 vijf vasten, een picotje (d.i. 5 k. steken en een vaste op den eersten k. steek'/ VLEKKEN UITMAKEN Bij de geregelde binnenkomende brieven, zijn nog altijd een groot percent vragen naar vloeistoffen, Avaarmee bepaalde vlekken kun nen worden Aveggemaakt. Wel hebben we hier al meer dan eens een opsomming gegeven van de diverse midde len, die a-oor bepaalde vlekken doeltreffend maar men verleert zooiets wel een3, en niemand kan al die verschillen zoo precies uit 't hoofd houden. We mcenen daarom goed te doen, met hier ook eens over te nemen het lijstje dat mej. C Hugenholtz apoth. aan het Wilhelmina- Gasthuis, gaf in het orgaan der verplegcnden- Zij schrijft: Een groot verschil, is het altijd, of vlekken erech of oud zijn. Bij nieuwe vlekken is de stof nog niet zoo in de vezels opgenomen en gaat gemakkelijker weg dan bij de oude. „Bij suikerhoudende of eiAvitachtige stof fen, b.v. stroopen, limonades, eierspijzen, vele lichaamsvochten kan men het beste Averken met lauw of Avarm water. Blijft er dan nog van de vlek over, dan is er veel kans, dat het vetachtig is, of een kleurstof. „Vlekken van vet en vetachtige stoffen maakt men uit met benzine, petroleumaether, aether of tetrachloorkoolstof. Onder de vlek legt men een schoonen doek, en bedruppelt die met de uittrekvloeistof. TegenAvoordig ordt de laatste stof, de tetrachloorkoolstof, kortweg „tetra" genoemd, hoe langer hoe meer gebruikt. Deze vloeistof, die chemisch zeer verwant is aan chloroform, is Aveinig brandbaar, en daardoor veel minder gevaar lijk dan de andere. Zij lost bovendien uit stekend vetten op, en geeft, bij goed droog- mjven van de vlek, weinig kringvorming. „Bij vetvlekken in tapijten moet men met benzine, tetra enzoovoorts zeer voorzichtig te Averk gaan, daar de kleurstoffen dikwijls heel teer zijn. „Men kan dik filtreerpapier eenige malen samengevouwen, op de vlekken leggen en deze met een heet strijkijzer bezwaren. „Om uit papier vetvlekken te verwijde ren wordt het tusschen twee vel filtreerpa pier gelegd, het bovenste vel wordt op de plaats van de vlek met benzine bedruppeld. „Wollen stoffen behandelt men met een mengsel van aether, alcohol en ammonia. „Verfvlekken behandelt men met terwpen- tijnIn Avoilen stoffen druppelt men beurte lings alcohol en terpentijn op de vlek. „Teervlekken zijn niet altijd van dezelfde samenstelling, vandaar, dat men eerst voor zichtig op kleine plekjes moet probeeren. Op Avitte goederen de vlekken met water be vochtigen, afborstelen met terpentijn, aan Aveerskanten met filtreerpapier bedekken en met heet strijkijzer strijken ten slotte met heet zeepAvater uitwasschen. „Oude en harde vlekken moet men weeken met Avarme olie of reuzel; dan beurtelings afborstelen met sterk zeepsop en terpentijn; uitwasschen in water. „Thee-, koffie-, chocolade- en wijnvlekken behandelt men het best met AA'at bleekwater dat met. AA-at azijn is zuur gemaakt. Dadelijk uitwasschen met overvloedig water! Onschul diger is het behandelen met een geconcen treerde zoutoplossing. „Harevlekken in witte stoffen kan men op lossen met terpentijn, en daarna, na opleg gen van filtreerpapier heet strijken. Zoo noo dig nog ten slotte met warm Avater wasschen. Deze vlekken kunnen ook met tetrachloor koolstof behandeld worden. Iu Avoilen stoffen worden ze een weinig met water bevocht'cl daarna met. slaolie aangestipt en met zeep geborsteld. Het zeepschuim laat men er eeni- gen tijd op, en wascht daarna afAA'isselend met Avarm watér en met terpentijn. „Inktvlekken kan men meestal verwijde ren door een sterke oplossing van citroen zuur op de vlek te brengen Is dit niet vol doende, dan kan wat bleekwater goede dien sten bewijzen „Kalkvleklcen behandelt men met azijn on spoelt met ruim water na" Vlekken op tin in men wegmaken door ze te wrijven met ■andewijn en fijugemalen krijt. Daarna utt- piiiataje in" do linnenkast te krijgen. Ook Is het van belang, dat de linnenkast op een dro- SeWeeaAuekktent'verdwiJnen uit wit linnengoed meestal wel in bleekwater. Lukt het op die manier niet. dan passe men het volgende mid del toe. raadt Huismoeder in het H.bld. Schaaf een stuk goede waschzeop, kook dit in water tot een pap. Bestrijk daarmede de vlekken en strooi er een weinig potasch over. dan 24 uur te bleeken en zorg ich houden. Wast in linnengoed vlek zit, op de ensnp op, legt trijkt daar met beetje meer geduld rlljk moet het P goed enz. na elke vijf a'asten één picotje. De ring haakt men ook om met enkel vasten Men neemt er een gewoon beenen gordijn ringetje voor. Opmerking: Wie lieA-er breien wil kan de klokjes evengoed in breiwerk uitvoeren. Men kan ze dan aan den onderrand begin nen cti alleen in de laatste toeren minderea ln de klokjes worden meestal kleine ko peren belletjes gehecht. Sommige moe dertjes zijn hiervan zóó bang (voor het los trekken en inslikken namelijk) dnt haar eerste werk is: de belletjes er uit knippen 't. Best is dus, vooraf te vragen of men z« hebben wil. In elk geval is het zaak de bel letjes oer stevig er nan te naaien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10