v. ROSSEM's is de beste KOFFIE.
DE ROODE RIJKSHOOFDSTAD
TOEN HET NOG DUISTER WAS
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1929 DE^DE BLAD PAG. 9
DE PREDIKANT-DICHTER DS. P. HUET
Door A. M. WESSELS.
VERKLAAGD BIJ KERKERAAD
EN CLASSICAAL BESTUUR
Eindelijk los van het Spiritisme
IV*) (Slot)
De moeilijkheden bleven niet voor Ds
Huet uit.
Een 3fl-tal belijdende leden der Hervorm
de Kerk dienden bij den Kerkeraad een aan
klacht tegen hun Leeraar in en tegen zijn
leeringen, die zij als werken des duivels
veroordeelden. Zij beriepen zich op het
Avondmaalsformulier „om Huet van de
tafel des Heeren en dus ook van de ge
meenschap der heiligen" uit te sluiten.
't Was een moeilijke zaak voor den Ker
keraad om den door allen toch wel beminden
Huet aan te pakken en te veroordeelen.
Hij zond de aanklacht naar het Classicaal
Bestuur.
Huet die er ook kennis van droeg,
ichraef een verweerschrift en bestreed de
aanklacht „dat hij gezondigd had tegen de
Belijdenis der Ned. Herv. Kerk en de regle
menten der Kerk en
Voor het Classicaal bestuur ook een
moeilijke zaak- Het eindresultaat der be-
1 eprekingen was, dat het Classcaal bestuur
verzocht zijn Spiritistische beschouwingen
1 niet verder door te drijven, maar dat was
ook alles.
Het verzet en de Classicale aanmaning
deden Huet nog meer dan te voren zijn
gevoelens op de spits drijven.
Daar hij in de stad Goes al verschil
lende aanhangers begon te krijgen, waakte
j men in de Chr. Geref. Kerk en de Budding-
kerk zorgvuldig, dat de ideëen van Huet
niet binnen zouden sluipen.
De Geref. Kerk belegde een openbare
samenkomst tegen het Spiritisme, en de
toenmalige predikant Ds. D. de Pree, hield
een tijdrede over „Gods Woord en de Spi
ritisten" naar aanleiding van de tekst
„Gij zult niet naar de dooden vragen".
De leerrede verscheen in druk en vond
gretig aftrek.
Huet greep echter weer voor de zooveel-
ste maal naar de pen en beantwoordde
deze preek met een gesohrift, waarin een
stroom van ironie en sarcasme zat.
Ook het kerkelijk weekblad „De Heraut"
mengde zich in het strijdperk, om de
Zeeuwen vooral tegen deze verderfelijke
invloeden te waarschuwen.
Het ging nu met Ds. Huet al verder en
verder van het pad af. Honderden „mani
festaties" woonde hij bij, van goede en
hooge afgestorven geesten".
Toch werd Iluet's gevoel niet geheel be
vredigd, daar hij soms veel moeite had
om de geesten te controleeren en bewijzen
van hunne identiteit te verkrijgen.
Zoo snekfen vijf bewogen jaren heen.
Vijf jaren van doling en strijd. De Goesche
toovenaar noemde men hem onder het
volk. 't Volk bleef uit de kerk. Maar daar
bekommerde Ds. Huet zich niet om.
Als hij dan preekte en daar waren èr
maar eenigen in de kerk, zag Ds. Huet
in verrukking van zinnen, dat de geheet
kerk vol geesten was.
Zou er dan nooit verandering komen?
Gelukkighet oogenblik van de
bevrijding van het Spiritisme
zou ook voor Ds. Huet aanbreken.
Het was de 8ste April 1S90.
9 April zou er te Amsterdam een groot
Congres voor het Spiritisme gehouden
worden.
Ds. Huet moest natuurlijk voorzitter zijn,
want hij was in die kringen zeer populair.
Ofschoon in gevoelen 'zeer van hem
verschillend vroeg Ds. J. G. Smith van
Amsterdam, of Huet als hij te Amsterdam
kwam, zijn gast zou willen zijn.
Huet had er niet veel zin in, hij wilde
liever niet met zijn goeden vriend cn col
lega Smith in botsing komen. Hij had nu
eenmaal een vaste overtuiging cn niemand
zou hem daarvan af brengen.
Toch ging Ds. Huet, die de dringende
invitatie van zijn vriend niet durfde wei
geren. De avond voor het Congres werd
door Ds. Smith, Ds. Iluet en nog een
broeder gezamenlijk, ernstig sprekend en
biddend doorgebracht.
Met Gods Woord in het midden en als
de grond van alles, werd het Spiritisme
van alle zijden aan dit onfeilbaar Woord
getoetst.
En Gode zij dank, zij waren zoo geluk
kig langzaam te overtuigen.
Stuk voor stuk verloor Ds. Huet zijn be
wijsgronden
De Christus der Schriften verkreeg weel
een heldere gestalte in zijn ziel. Na een
ernstig debat van volle vijf uren, gaf Ds.
Huet zich gewonnen en
beleed de dwaling zijns weegs.
Diep ontroerd greep Ds Huet den Bijbel
en met oogen vol tranen drukte hij deze
aan zijn hart en sprak de hoop uit zich
verder aan dat dierbare Woord te houden
en daaraan alleen en met den dichter
van Ps. 119 beleed hij
„Gelijk een schaap heb ik gedwaald
in 't rond
„Dat onbedacht zijn herder heeft
verloren.
Den anderen dag was de groote dag van
het bewuste Congres.
Wat gaf het een opwinding toen daar
een brief van Ds. Huet' binnenkwam, dat hij
de samenkomst niet zou bijwonen en dat
DUITSCHE DOODENZONDAG
hij niet langer meer zich wilde ophouden
met het Spiritisme.
Was .ei op het Congres opwinding en
teleurstelling, in Goes was er echter groote
vreugde. De blijmare was hem reeds voor
uitgesneld.
Het heugelijk bericht „Ds. Iluet is wéér
gekeerd" werd bijma niet geloofd, 't was
ie mooi, om bet zoo maar te aanvaarden.
Men bleef echter niet lang in deze on
zekerheid, want spoedig ontving de Kerke
raad een brief van hem, waarin hij oot
moedig schuld beleed.
In de eerstvolgende predikdienst, door
hem te leiden, zou hij het ook voor de
Gemeente doen.
Een ontzaggelijke rnenschenmenigte was
opgekomen om Ds. Huet, na zijn verande
ring te hoor en.
Diep bewogen beleed Ds. Huet zijn schuld
en afdwaling en vroeg om vergeving, waar
na hij het Woord bediende naar aanleiding
n den tekst „De lieer is waarlijk op
gestaan".
it was weer eens een preek als van
ouds. De Heiland in het middelpunt. Des
middags preekte hij te Wilhelminadorp,
(een half uur van Goes, eerste predikants
plaats van Ds. J. H. Gunning van Pniöl
ook daar herhaaldè hij zijn schuldbe
lijdenis.
Ook in Afrika werd zijn verandering met
blijdschap vernomen.
De maandbode der Gereformeerde Kerk
wijdde er een verheugd' 'artikel aan door
Ds. l'ostma geschreven.
Was Ds. Huet echter weergekeerd, gees
telijk en lichamelijk had hij toch een knak
gehad, welke hij nooit meer te boven
kwam. Hij gevoelde dit aan zich zelvi
verlangde naar den Ileere te mogen gaan.
Soms kwamen donkerheden over zijn ziel.
maar dan greep hij weer de pen en
dichtersgeest werd vaardig over hem.
Dan werd er weer een zijner schoone
gedichten geboren in verlangen i
Gods wil als-
„Verlaat mij niet, mijn dier'hre Heer
Want zonder U kan ik niet leven
Een zwarte nacht valt op mij nêer,
Als 'k denk, dat Gij mij zoudt begeven.
Maar, lieve Heiland, moet het zijn,
Dat 'k heenga door-dien heeten oven,
O. help mij in mijn zielepijn,
Dat 'k in uw liefde blijf gelooven.
Het verdere leven van Ds. Huet was een
onafgebroken boete over het 1
leden. Hij werd nu een echte zieleher-
der. Zijn scherpe aanvallen vroeger op de
.jKuyperiancn" werden niet meer ver
nomen
Zondag 24 Maart 1895 trad hij 's mor
gens nog voor zijn gemeente op. 't Was
de Passietijd en hij had tot tekst „Wie
wilt gij dat ik u loslaat? Jezus of Bar Ab
bas?"
Met een koortsgloed in de leden preekte
hij en thuis komende moest hij zich ont
zien. Een paar weken lang ging het achter
uit en 9 April 1895 stierf hij en mocht hij
zijn wensch vervuld zien, 't welk hij in
een zijner gedichten uitdrukte:
„Nog slechts een heel klein tijdje
Dan ben 'k voor goed bij U,
Dan zal 'k U beter loven
Meer minnen nog dan nu
Dan als 'k U recht zal kennen
Dan zeg ik al den tijd:
Ik heb het niet geweten,
Hoe eindeloos goed gij zijt!"
Goes, 1 Oct 1929. A. M. WESSELS.
'Aanstaande Zondag lal 't In DuUschland weer TotensonntagM zijn. Op dien dag in
't bijzonder wil men deiiken aan de tienduizenden, die in den grooten oorlog gevallen
Zijn. We geven hier een stemmingsplaatjezooals dat in de Duitsche bladen verschijnt.
I „SUmming", sit er ongetwijfeld in deze teekening: alles spreekt van den dood. Wij
j voelen vooral lettende op de ervaring voor deze Dooden-zondagen niet bijster veel.
En in vele gezinnen zal men, zonder die speciale herinnerngsdagen, tóch wel blijven
denken aan hen, de voor immer heengingen.
Schoolnieuws.
-
r'\ fd
f v
Transport van lijst 13
Kantens (Gr.)
Luuwersijl
ROODER DAN OOIT
De winst der nationaal-socialisten
DE TOENEMENDE MACHT
VAN HITLER
(Van onzen Duitschen correspondent.)
Wie van meening was, dat' het Sklarek-
schandaal met dco aankleve van dien, do
rijkshoofdstad radicaal van haar overwe
gend rood bewind zou bevrijden die
heeft zich deerlijk vergist. De Berlijnsche
beer is
rooder dan ooit
van vel en het Roode Huis is dus niet
slechts van buiten bekeken rood om de
kleur der zandstecnen maar minstens
evenzeer om het betreurenswaardige feit,
dat naast 105 niet-roode 120 roode afgevaar
digden genoteerd werden voor 't eerstvol
gend bewind.
Voor den komenden tijd wordt de koers
aangegeven door de socialisten, die over öi
en de communisten, die over 56 zetels be-
schikkken. Voor de socialisten beteckent dit
een verlies van 9, voor de communisten
een winst van 13 zetels.
Denkt men terug aan de laatste twee ge
meenteraadszittingen, dan siddert men van
angst want al gaan beide partijen theo-
rethisch tegen den oorlog tekeer, nauwelijks
zitten ze naast elkaar, of de vuisten worden
gebald en vindt de haat geen woorden
meer. om zich te uiten, dan grijpt men naar
stoelen of inktpotten om 't gesprokene
kracht bij te zetten.
Voor Gaebel en Degener, die wegens hun
bedenkelijke kameraadschap met de Ge
broeders Sklarck uit de partij gesmeten
werden, staan thans als „Grünlinge", als
nieuwelingen de communistische afgevaar
digden
Pieck en Koenen
op de lijst, die we achtereenvolgens reeds
uit den rijksdag cn den Pruisischen Land
dag kennen.
Als dc sterkste macht van rechts wisten
zicli de Duitsch-nationalen te handhaven,
die met 104.756 stemmen te voorschijn kwa
men.
Merkwaardig genoeg kan eigenlijk iedere
andere partij beweren, dat zij met winst uit
't gevecht is teruggekeerd, want zoowel Stre
semann's volkspartij als het katholieke cen
trum hebben 'n grooter aantal stemmen te
boeken dan 4 jaar geleden. Ook de zuiver
maatschappelijk gebaseerde Wirtschajtspar
tij noteerde een aanwinst van 28000 stem
men en de Evangelische lijst ging van
171.78 omhoog tot 30099!
Maar, zoo vraagt men zich af, hebben
hier dan allen gewonnen? En zoo niet, wie
heeft er dan eigenlijk verloren?
Verloren heeft Wulle met zijn Deutsch-
völkische partijtje. Verloren hebben de de
mocraten, zij, die eigenlijk de steunpilaar
der republikeinsche gedachte wilden wezen,
'n partij, die klaarblijkelijk haren glanstijd
reeds achter zich heeft liggen, steeds meei
Idoor de socialisten in het politieke hoekje
wordt gedrongen cn ook aan de Duitsche
volkspartij menige stem moest afgeven.
Voorts telde men nog 12 z.g.n. „Split-
terparteien", kleine groepen, die eigenmach
tig willen optreden, maar door gebrek aan
politiek inzicht aan hun doel voorbijstreyen.
Deze kortzichtigheid kan men aan
de nationaal-socialisten
COOP. TUINBOUWVEILING ..BARENDRECHT EN OMSTREKEN'"
Bovenstaande luchtfoto werd genomen op IS September 1.1. Op dien dag werd ter veiling
aangevoerd 264.000 stuks bloemkool! de opname geeft een duidelijk beeld van de gewel
dige drukte hierdoor teweeg gebracht. Een goederentrein van 64 wagons was noOdig
voor verzending behalve nog de noodige vrachtauto's welke voor het vervoer werden
gebezigd, terwijl ook de zouterijen hun deel opeischten. Deze gegevens geven aan de
enorme uitbreiding van dc bloemkoolteelt in deze streek, zoodat met recht kan gespro
ken worden van de grootste bloemkoolveiling van ons land. Tot op heden werden aan
gevoerd dit jaar 4.815.616 stuks bloemkool. Vöor aardbeien was het jaar minder gunstig
te noemen, de pluk was spoedig afgcloopen. De prijzen maakten echter nog veel goed, dt
doorsnee))rijs was toch 74*15 per 100 K.G., in totaal bedroeg de aanvoer 1.197.784 K.G
een groot verschil met vorig jaar toen de aanvoer bedroeg 2.954.000 K.G., duidelijk geeft
dit een beeld van den slechten oogst, daar men ook rekening moet houden met de
uitbreiding welke nog steeds aanhoudt. Als voornaam product zijn ook de spruiten nog
te noemen gezien ook in deze de groote uitbreidingNu toch zijn er al dagen van 50.000
K.G. met een aanvoer per week van ruim 200.000 K.G:, zoodat het voor deze aanvoeren
nog noodig is eiken dag veiling te houden.
Britpui
Bellen
Hijken
Berftenthei
N" otter
Wljthmen
(Br.)
Cn (Dal.
ii er peel)
(Ov.)
r-Loosdrecht
(KSerkcoll.)
(dorp)
•rlnganl
Ridderkerk (Prulmendijk)
Rotterdam VI
Spijkenlttse
Bergen op Zoom
Nlcuwendijk (N.-Br.) (nagiften)
Totaal van 350 Locale Comlté'o
Te Kantens (Gron.) werd dit Jaar voor 't eerst
door een eigen Locaal comité de Uniecollecte
gehouden. Het Locaal comité Vinkeveen (U.) Is.
na enkele jaren van rust, weer met collecteeren
begonnen.
Mr. j. 3. HANGELBROEK,
adj.-secr. van de Unie
„Een School met den Bijbel".
niet verwijten. Hun partij is schitterend uit
den strijd teruggekeerd. «Voor mij ligt een
nauwkeurig overzicht van de verkiezingen
in Gross-Berlin. In de 20 districten der rijks
hoofdstad ziet ge op de lijst der vorige ver
kiezingen achter hun naam slechts een on-
noozel streepje, dat beteekent: in 1925 voel
de nog niemand er iets voor, n zijn stem
op deze partij uit te brengen. En thans heb
ben ze 13 mandaten veroverd!
Dat men bij ons in Zehlendorf veel voor
de nationaal-socialisten is gaan voelen, is
mij bekend. Dat men echter ook in de broei
nesten der soci's en der communisten iets*
voor Hitler over heeft, is een merkwaardig
verschijnsel.
Ik noem u ter vergelijking:
Wedding 82259 communisten en 6271 nat.
socialisten; Friedrichshain 64076 comm. en
6811 nat. socialisten: Kreuzberg 52004 comm.
en 11405 nat. socialisten; Prenzlauer Berg
52855 comm. en 8281 nat. socialisten; Pan-
kow 12657 comm. en 3578 nat socialisten;
Lichtenberg 35250 comm. en 6923 nat. socia
listen.
In Steglitz behaalde deze bruin gekleede
Hakenkreuzlcr 10608 stemmen, in Charlot-
tenburg 11087 en in Schöneberg 11032 stem
men.
Is het daar een wonder, dat men Hitler's
sterk toenemende macht in bepaalde krin
gen als een gevaar gaat beschouwen? Hit-
Ier zelf is echter geen staatsburger, leeft
weliswaar in München, maar behoort in Oos
tenrijk thuis. Het zal hem, naar ik vermoed,
niet gemakkelijk vallen, de rechten van een
Duitschen staatsburger te veroveren, althans
niet. onder het tegenwoordig bewind.
Hij hoeft echter zijn voormannen cn waar
dezen in den eerstvolgenden tijd
al meer en meer op den voorgrond
zullen treden, daar heb ik het voor juist ge
houden, om met hen in persoonlijk contact
te treden.
Dr. Göbbels, een der belangrijkste organi
sators, verantwoordelijk voor Berlijn cn de
Mark Brandenburg, was zoö vriendelijk, mij
te ontvangen. In een volgend artikel hoop ik
u zijn gedachtengang nader uiteen te zetten.
..EERSTE OPTREDEN OP
DE PLAATS EENS MISDRIJFS"
Door de „Centrale Postschool vood Platte
landers' is uitgegeven een boekje van de
hand van den heer W. H. Schreuder, inspec
teur van politie 1ste klasse te Amsterdam,
getiteld „Eerste optreden op de plaats eens
misdrijfs", een overdruk van een schrifte
lijke cursus.
Het is voor een leek weinig verheffende
lectuur, dit boekje, verlucht met foto's
overhoop gehaalde kantoren, aangeboorde
brandkasten, vermoorde monschen, vinger
afdrukken en bloedvlekken, maar voor po-
litiemenschen lijkt het ons een leerzaam
boekske, vooral daar, waar men nu niet alle
lectuur, die er op dit gebied bestaat heeft
doorvorscht
Handig en overzichtelijk is het zeker
dat het leerzaam kan zijn blijkt wel uit het
feit, dat er den laatsten tijd heel wat te
doen is geweest over het verwaarloozen
kleinigheden bij het onderzoek in straf
zaken.
Vooral politiemenschen ten plattelande,
voor wie het, is geschreven zij dit weinig
kostbare boekske aanbevolen.
Radio Nieuws.
Da. G. J Goede.
gelapel.
5.50
gebou\
dal. Vo
Vrij E\
Ds. P. B. MUller. pred. dei
Mg. Gemeente aldaar. 1 Orgelspel. 1
n Zegen. 3 Zingen: Psalm 66:1 en 2
14. 7. Eerste gedeelte der
tekst: Joh! 16:22b. 8. Zin-
Gezang 267 3. -I en 6. P Tweede gedeelte
in. 8.15—S.30 Morgenconcert. "10.30'Tijd
sein. 10.30—11 Korte Ziekendlenst. te leiden
door den lieer J. Valk. Godsdienstonderwijzer
der Ned. Herv. Gem. te Hilversum. 11—11.30
Lezen van Chr. lectuur, door mej. j. C. M.
Doyen. te Hilversum. 11.30—12.30 Concert: mevr.
T. de WildeScheffer. zang: Dirk Vos. Viool:
H. v. d. Horst Jr.. cello, mevr R. A. v. d. Horst
Bleek r.-..le, pi, no. t Tijds-,,, i: 30—1.4s
dam. door den orgelist dier kerk. den heer
Zwart. 2.— Tijdsein. 2—2.35 Uitzending
scholen. Spreker de heer H. J. v. Wijlen,
Cursus voor Knippen en Stofversleren door het
Instituut E.N.S.A.I D.. Tolsteegsingel 54 te
Utrecht. 4.— Tijdsein. 4—5 Ziekenuurtje. te
leiden door Ds. H. Siegers, pred. der Ned. Geref.
Gemeente te Oosterbeek. Muzikale medewer
king verleenen de heeren J. H. Smit Duyzent-
kunst. bariton en kerkorgel; H. Smit Duyzent-
elbegeleiding. 5.— Tijdsein. 5—
Sassenheim. Onderwerp: „Iets over de Hinder
wet". 8.— Tijdsein. 8—afloop Uitzending vai
het herdenkingsfeest ter gelegenheid van hi
80-jarig bestaan der Kon. Utrechtsche Mai
Boekenhalfui
irtje uit Ara*
izlek. 12.— Sluiting.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Door
GUY THORNE.
(Slot.)
Toen het bericht van Basil kwam, zat Ds.
Byars bij het vuur iin zijn studeerkamer.
Hij had reeds den geheeicn dag een tele
gram verwacht. Veer zag hij den millio-
nair voor zich, zooals hij daar in deze stu
deerkamer bij den haard gestaan had.
Ook herinnerde hij zich goed de forsche
gestalte van den aici*aeoloog in zijn over
jas en zijn gesprek over levensmiddelen.
Het kwaad, dat die beide mannen gedaan
hadden was ontzettend, maar tooh kon Ds.
Byars niet anders voelen dan medelijden
voor die twee rampzaligen, ofschoon hij zelf
niet wist, of hij daar niet verkeerd aan
deed. Was dit misschien niet de zonde tegen
den Heiligen Geest waar geen vergeving
Voor gevonden was?
Het telegram werd binnengebracht door
een dienstmeisje.
Toen Ds. Byars het gelezen had, stond
hij op cn sloot de deur van zijn studeer
kamer, waarop hij in gebed en dankzegging
nederknielde. Het was een oogenblik Tan
I innige gemeenschap met den onzienlijke.
I Deze goede man, die zijn leven aan God
I gewijd had. knielde nederig bij de tafel op
zijn studeerkamer neer cn do vrede, die alle
I verstaand te boven gaat vervulde zijn ziel.
I Op dat oogenblik smaakte hij misschien
reeds vooraf de zaligheid der verlosten in
den Hemel. Helena klopte aan de deur en
hij liet ihaar binnen. Zij las het gelukkige
nieuws op het. gelaat van haar vader en
omhelsde hem zwijgend.
Twee uur later was de pastorie vol men
schen, want het nieuws was nu hekend.
Extra nummers van de avondbladen werden
op straat verkocht en de waarheid werd nu
in ieder huis, ook te Manchester, gelezen.
De mcn&chen wilden nu bij hun leeraar
goed maken wat zij tegenover hem misdaan
hadden.
U bent een voorbeeld voor ons allen ge
weest dominé", zei een der mannen met
bevende lippen!
„Wij hadden onzen plicht niet tegenover
de kerk gedaan, dominé", zei een ander,
ons geloof was te zwak en wij schamen er
ons nu diep over".
Nooit was zijn gemeente zoo nauw aan
hem verboaiden geweest als nu en zij ver-
I zochten hem om met hen een plechtig
dankgebed op te zenden tot God.
De Heilige Geest werkte, evenals in oude
j dagen, nu onder de bewoners van Walk-
town. De dominé eindigde met hot Onze
i Vader. Teen de bedienden later koffie
bannen brachten werd er nog lang over het
I onderwerp gesproken. Het nieuws dat over
al heen was getelegrafeerd, bestond uit een
verklaring van het Ministerie, dat de ont-
dekking in Palestina een bedrog was, uit*
gewerkt door Sir Robert LI well yin op aan-
j stoken van Constantvn Schnabe.
j „Wij hebben er overvloedige bewijzen
voor", ging het stuk voort, „en wij betuigen
onze oprechte dankbaarheid aan God dat
Hij in Zijn groote goedheid dit bedrog
heeft verijdeld. Aan degenen die geholpen
hebben om dit kwaad aan het licht te bren
gen betuigen wij onzen hartgrondiger
dank: aan Sir Michael Manïchoe, Ds. Basil
Gortre, Ds. Charles Ripon cn den heer
Harold Spence. Zij hebben de wolken weg
gevaagd die de Christelijke wereld be
dekten.
Het was een vreeselijke schok voor de
menschen te Manchester, te weten te
komen, dat een ingezetene uit hun stad een
geëerd man, diit vreeselijke bedrog had ge-
jileegd en er werd gevraagd wat er met
hem zou gedaan worden.
Dat wast men niet, want zulk een geval
was er nooit geweest
„Als men nu toch denkt, dat Ds. Gortre
goholocn heeft om de waarheid aan her
licht te brengen" zei iemand. „Wij mogen
er trotsch op zijn, dat wij hem hier in de
gemeente gehad hebben."
Zoo praatten zij en langzamerhand gin
gen zij weg. Het was al over twaalven toen
de laatste bezoeker vertrok en toen las Ds.
Byars eenige verzen uit den Bijbel voor
zijn dochter:
„Heer, laat nu uw dienstknecht gaan dn
vrede naar uw woord, want mijn oogen
hebben uw zaligheid gezien, die Gij bereid
hebt voor alle volken."
Basil zou den volgenden dag voor een
lange poos bij hem komen logeeren.
NASCHRIFT.
(in drie tafreelen).
De drie tafreelen stellen episodes voor,
die vijf jaar plaats hadden na de dag
waarop Sir Robert Llvvellyn stierf.
EERSTE TAFREEL.
Het Graf.
Twee gestalten liepen over de klippen.
Het was onstuimig en wild weer. Groote
wolken dreven boven de koperkleurige zee.
Op het land zag het er even verlaten en
eenzaam uit als op de zee.
Langzamerhand kwamen er eenige huis
jes in zicht en ontdekten zij den vierkanten
toren van een kerk.
„Dus is nu alles in orde, Spence?" vroeg
Ds. Ripon, dio hem vergezelde.
„Ja, ik ben nu directeur van ons blad
volgens den wensch van Ommaney. Ik was
.bij hem bij zijn dood en toen zag ik boe
eenvoudig hij leefde. Hij had zijn geld op
gespaard en heeft mij een legaat gemaakt
én aan Farmer en verder aan het instituut
voor Journalisten Hij was een eerlijk en
ijverig man."
„Wel Spence, een courant is een groote
macht", zei Ds. Ripon, „zoek steeds de hulp
n den Heiligen Geest bij je werk."
„Daar is de kerk", zei Spence, „daar ligt
zij begraven. Gortre zorgt er steeds voor,
dat het graf netjes gehouden wordt. Het
een vreemd idee van u om hier een
bezoek te brengen."
,Ik doe soms vreemde dingen," zei Ripon,
3 aanblik van het graf van dit meisje
rnoet ons herinneren aan wat zij voor de
geheele wereld gedaan heeft, al weet ook
niemand daarvan dan een groep vrienden.
De schaduwen van den duisteren tijd zijn
nu opgetrokken en wat dit meisje gedaan
heeft, deed zij voor haar Heiland."
Zij stonden nu bij het graf van Gertrude
Hunt, waarop een koperen kruis prijkte.
„Ik zou wel willen weten, hoe dit meisje
het gedaan gekregen heeft," zei Spence ein
delijk, „haar brief was zoo volledig. Sir
Michael, Lord Fencastle bedoel ik, liei mij
dien toen lezen. Zij had het handig aange
legd. Llwellyn had zeker geschriften laten
slingeren, toch ben ik benieuwd, hoe zij
ailles te weten kwam."
„Dat heeft zij nooit aan iemand willen
zeggen", zei Ds. Ripon.
„Requiescat in pace", zei Spence.
„In het Paradijs met Maria Magdalena",
zei Ds. Ripon zachtjes.
TWEEDE TAFREEL.
Qnem Deus valt perdere.
De 'geestelijke van het krankzinnigen
gesticht stond bij den ingang van de oprij
laan te praten met een groep" jonge meisjes.
Het roode baksteenen gebouw verhief zich
hoog in de verte, omringd door struikge
was. De tuinen waren keurig in orde. Er
waren drie jonge meisjes die voortdurend
vroolijk bahbelden. Het waren de dochters
van een ijzersmelter uit het district en zij
zouden van hun vader later ieder 100.009
pond erven.
Nu lriet De Pritchard hun het gesticht
zien.
„Erg aardig, dat u ons alles zoo laat
zien", zei een der meisjes, ,,de patiënten
zijn toch niet gevaarlijk?"
„Wij blijven op. een goeden afstand van
hen", antwoordde hij.
Zij liepen door de portalen en ltmge
gangen en zagen de idioten en andere onge
lukkige wezens. Do gevaarlijke krankzin
nigen zaten achter tralies, waar zij geen
„Wat een grappig mannetje zit daar in
dien hoek", zei een der meisjes, „zijn tong
hangt hem uit den mond".
„Daar staat er een te lezen! Of doet hij
maar, of hij leest?"
Een jonge dokter kwam nu bij hen, een
aangenaam man en de patiënten waren nu
weer vergeten.
„Hebben wij nu alles gezien, dokter Ste
ward?" \roeg een van de meisjes, „zelfs de
ergste?"
„Hebben zij Schnabe gezien?" vroeg de
dokter aan den geestelijke.
„Neen, dat had ik vergeten", zei de ander.
„Wie is Schnabe?" vroeg het jongste
meisje.
„Och, Maisie", antwoordde de oudste, „het
is nog maar vijf jaar geleden gebeurd. Dat
is een man, dio het heilige Graf wou laten
uiteenspringen. Een jonge dominé heeft het
ontdekt en toen werd hij krankzinnig."
„Iedereen wil hem zien", zei de dokter, hij
heeft een slaapkamertje alleen en een be
diende. Zijn geld is door de Regeering ge
nomen, maar hij krijgt 200 pond per jaar
voor zijn onderhoud."
De dokter sloot een deur open en zij
gingen alleen een groote kamer binnen, die
eenvoudig gemeubeld was. Op een armstoel
zat een bediende in uniform een sportblad
te lezen. De man sprong op en groette. Op
een bed lag Schnabe. Hij was idioot en erg
dik geworden. Zijn trekken waren grof,
maar zijn haar was nog rood. Hij sliep.
„Hij eet altijd zooveel hij kan en dan valt
hij in slaap", zei do dokter.
„Hij wordt nu wakker", zei de bediende,
„mijnheer Schnabe, daar zijn jonge dames
om u te zien."
Schnabe grinnikte en lachend wendden de
meisjes zich af.
DERDE TAFREEL.
Opstanding.
Het was Zondagavond. De groote sombere
kerk te alktown was vol menschen, zelfs
do galerijen waren bezet
Het was de avond voor Pasohen en Ds.
Byars stond op zijn plaats. Hij was ver
moeid van de kerkdiensten van dien dag
en terwijl het koor het gezang zong voor de
preek ging hij even zitten.
Hij is wat magerder geworden maar zag
er anders goed uit
Hallelujah! Christus is opgestaan! ruisclrt
het gezang door de kerk. Deken Gortre
stond op van zijn stoel bij het altaar en
I begaf zich naar den preekstoel. Hij zag er
I nog jong uit en was ook jong voor de hooge
waardigheid waarmee hij bekleed was.
Christus is opgestaan! zoo klonk het ge-
jzang weer.
I „Als Christus niet is opgestaan, dan is
uw geloof vergeefsoh en zijt gij nog in uwe
zonden", zoo klonk de stem van Gortre van
den preekstoel. „Door zijn opstanding heb
ben wij ook de belofte van onze eigen op
standing uit de dooden. Deze keer is
Paschen voor ons een gelegenheid van bij
zondere vreugde en wij juichen er steeds in,
dat Christus uit de dooden is opgestaan.
De winter is voorbij cn het geluk staat ons
nu nader dan toen wij eerst geloofd hadden.
Amen.