v. ROSSEM's is de beste KOFFIE. DE ROODE RIJKSHOOFDSTAD TOEN HET NOG DUISTER WAS ZATERDAG 23 NOVEMBER 1929 DE^DE BLAD PAG. 9 DE PREDIKANT-DICHTER DS. P. HUET Door A. M. WESSELS. VERKLAAGD BIJ KERKERAAD EN CLASSICAAL BESTUUR Eindelijk los van het Spiritisme IV*) (Slot) De moeilijkheden bleven niet voor Ds Huet uit. Een 3fl-tal belijdende leden der Hervorm de Kerk dienden bij den Kerkeraad een aan klacht tegen hun Leeraar in en tegen zijn leeringen, die zij als werken des duivels veroordeelden. Zij beriepen zich op het Avondmaalsformulier „om Huet van de tafel des Heeren en dus ook van de ge meenschap der heiligen" uit te sluiten. 't Was een moeilijke zaak voor den Ker keraad om den door allen toch wel beminden Huet aan te pakken en te veroordeelen. Hij zond de aanklacht naar het Classicaal Bestuur. Huet die er ook kennis van droeg, ichraef een verweerschrift en bestreed de aanklacht „dat hij gezondigd had tegen de Belijdenis der Ned. Herv. Kerk en de regle menten der Kerk en Voor het Classicaal bestuur ook een moeilijke zaak- Het eindresultaat der be- 1 eprekingen was, dat het Classcaal bestuur verzocht zijn Spiritistische beschouwingen 1 niet verder door te drijven, maar dat was ook alles. Het verzet en de Classicale aanmaning deden Huet nog meer dan te voren zijn gevoelens op de spits drijven. Daar hij in de stad Goes al verschil lende aanhangers begon te krijgen, waakte j men in de Chr. Geref. Kerk en de Budding- kerk zorgvuldig, dat de ideëen van Huet niet binnen zouden sluipen. De Geref. Kerk belegde een openbare samenkomst tegen het Spiritisme, en de toenmalige predikant Ds. D. de Pree, hield een tijdrede over „Gods Woord en de Spi ritisten" naar aanleiding van de tekst „Gij zult niet naar de dooden vragen". De leerrede verscheen in druk en vond gretig aftrek. Huet greep echter weer voor de zooveel- ste maal naar de pen en beantwoordde deze preek met een gesohrift, waarin een stroom van ironie en sarcasme zat. Ook het kerkelijk weekblad „De Heraut" mengde zich in het strijdperk, om de Zeeuwen vooral tegen deze verderfelijke invloeden te waarschuwen. Het ging nu met Ds. Huet al verder en verder van het pad af. Honderden „mani festaties" woonde hij bij, van goede en hooge afgestorven geesten". Toch werd Iluet's gevoel niet geheel be vredigd, daar hij soms veel moeite had om de geesten te controleeren en bewijzen van hunne identiteit te verkrijgen. Zoo snekfen vijf bewogen jaren heen. Vijf jaren van doling en strijd. De Goesche toovenaar noemde men hem onder het volk. 't Volk bleef uit de kerk. Maar daar bekommerde Ds. Huet zich niet om. Als hij dan preekte en daar waren èr maar eenigen in de kerk, zag Ds. Huet in verrukking van zinnen, dat de geheet kerk vol geesten was. Zou er dan nooit verandering komen? Gelukkighet oogenblik van de bevrijding van het Spiritisme zou ook voor Ds. Huet aanbreken. Het was de 8ste April 1S90. 9 April zou er te Amsterdam een groot Congres voor het Spiritisme gehouden worden. Ds. Huet moest natuurlijk voorzitter zijn, want hij was in die kringen zeer populair. Ofschoon in gevoelen 'zeer van hem verschillend vroeg Ds. J. G. Smith van Amsterdam, of Huet als hij te Amsterdam kwam, zijn gast zou willen zijn. Huet had er niet veel zin in, hij wilde liever niet met zijn goeden vriend cn col lega Smith in botsing komen. Hij had nu eenmaal een vaste overtuiging cn niemand zou hem daarvan af brengen. Toch ging Ds. Huet, die de dringende invitatie van zijn vriend niet durfde wei geren. De avond voor het Congres werd door Ds. Smith, Ds. Iluet en nog een broeder gezamenlijk, ernstig sprekend en biddend doorgebracht. Met Gods Woord in het midden en als de grond van alles, werd het Spiritisme van alle zijden aan dit onfeilbaar Woord getoetst. En Gode zij dank, zij waren zoo geluk kig langzaam te overtuigen. Stuk voor stuk verloor Ds. Huet zijn be wijsgronden De Christus der Schriften verkreeg weel een heldere gestalte in zijn ziel. Na een ernstig debat van volle vijf uren, gaf Ds. Huet zich gewonnen en beleed de dwaling zijns weegs. Diep ontroerd greep Ds Huet den Bijbel en met oogen vol tranen drukte hij deze aan zijn hart en sprak de hoop uit zich verder aan dat dierbare Woord te houden en daaraan alleen en met den dichter van Ps. 119 beleed hij „Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond „Dat onbedacht zijn herder heeft verloren. Den anderen dag was de groote dag van het bewuste Congres. Wat gaf het een opwinding toen daar een brief van Ds. Huet' binnenkwam, dat hij de samenkomst niet zou bijwonen en dat DUITSCHE DOODENZONDAG hij niet langer meer zich wilde ophouden met het Spiritisme. Was .ei op het Congres opwinding en teleurstelling, in Goes was er echter groote vreugde. De blijmare was hem reeds voor uitgesneld. Het heugelijk bericht „Ds. Iluet is wéér gekeerd" werd bijma niet geloofd, 't was ie mooi, om bet zoo maar te aanvaarden. Men bleef echter niet lang in deze on zekerheid, want spoedig ontving de Kerke raad een brief van hem, waarin hij oot moedig schuld beleed. In de eerstvolgende predikdienst, door hem te leiden, zou hij het ook voor de Gemeente doen. Een ontzaggelijke rnenschenmenigte was opgekomen om Ds. Huet, na zijn verande ring te hoor en. Diep bewogen beleed Ds. Huet zijn schuld en afdwaling en vroeg om vergeving, waar na hij het Woord bediende naar aanleiding n den tekst „De lieer is waarlijk op gestaan". it was weer eens een preek als van ouds. De Heiland in het middelpunt. Des middags preekte hij te Wilhelminadorp, (een half uur van Goes, eerste predikants plaats van Ds. J. H. Gunning van Pniöl ook daar herhaaldè hij zijn schuldbe lijdenis. Ook in Afrika werd zijn verandering met blijdschap vernomen. De maandbode der Gereformeerde Kerk wijdde er een verheugd' 'artikel aan door Ds. l'ostma geschreven. Was Ds. Huet echter weergekeerd, gees telijk en lichamelijk had hij toch een knak gehad, welke hij nooit meer te boven kwam. Hij gevoelde dit aan zich zelvi verlangde naar den Ileere te mogen gaan. Soms kwamen donkerheden over zijn ziel. maar dan greep hij weer de pen en dichtersgeest werd vaardig over hem. Dan werd er weer een zijner schoone gedichten geboren in verlangen i Gods wil als- „Verlaat mij niet, mijn dier'hre Heer Want zonder U kan ik niet leven Een zwarte nacht valt op mij nêer, Als 'k denk, dat Gij mij zoudt begeven. Maar, lieve Heiland, moet het zijn, Dat 'k heenga door-dien heeten oven, O. help mij in mijn zielepijn, Dat 'k in uw liefde blijf gelooven. Het verdere leven van Ds. Huet was een onafgebroken boete over het 1 leden. Hij werd nu een echte zieleher- der. Zijn scherpe aanvallen vroeger op de .jKuyperiancn" werden niet meer ver nomen Zondag 24 Maart 1895 trad hij 's mor gens nog voor zijn gemeente op. 't Was de Passietijd en hij had tot tekst „Wie wilt gij dat ik u loslaat? Jezus of Bar Ab bas?" Met een koortsgloed in de leden preekte hij en thuis komende moest hij zich ont zien. Een paar weken lang ging het achter uit en 9 April 1895 stierf hij en mocht hij zijn wensch vervuld zien, 't welk hij in een zijner gedichten uitdrukte: „Nog slechts een heel klein tijdje Dan ben 'k voor goed bij U, Dan zal 'k U beter loven Meer minnen nog dan nu Dan als 'k U recht zal kennen Dan zeg ik al den tijd: Ik heb het niet geweten, Hoe eindeloos goed gij zijt!" Goes, 1 Oct 1929. A. M. WESSELS. 'Aanstaande Zondag lal 't In DuUschland weer TotensonntagM zijn. Op dien dag in 't bijzonder wil men deiiken aan de tienduizenden, die in den grooten oorlog gevallen Zijn. We geven hier een stemmingsplaatjezooals dat in de Duitsche bladen verschijnt. I „SUmming", sit er ongetwijfeld in deze teekening: alles spreekt van den dood. Wij j voelen vooral lettende op de ervaring voor deze Dooden-zondagen niet bijster veel. En in vele gezinnen zal men, zonder die speciale herinnerngsdagen, tóch wel blijven denken aan hen, de voor immer heengingen. Schoolnieuws. - r'\ fd f v Transport van lijst 13 Kantens (Gr.) Luuwersijl ROODER DAN OOIT De winst der nationaal-socialisten DE TOENEMENDE MACHT VAN HITLER (Van onzen Duitschen correspondent.) Wie van meening was, dat' het Sklarek- schandaal met dco aankleve van dien, do rijkshoofdstad radicaal van haar overwe gend rood bewind zou bevrijden die heeft zich deerlijk vergist. De Berlijnsche beer is rooder dan ooit van vel en het Roode Huis is dus niet slechts van buiten bekeken rood om de kleur der zandstecnen maar minstens evenzeer om het betreurenswaardige feit, dat naast 105 niet-roode 120 roode afgevaar digden genoteerd werden voor 't eerstvol gend bewind. Voor den komenden tijd wordt de koers aangegeven door de socialisten, die over öi en de communisten, die over 56 zetels be- schikkken. Voor de socialisten beteckent dit een verlies van 9, voor de communisten een winst van 13 zetels. Denkt men terug aan de laatste twee ge meenteraadszittingen, dan siddert men van angst want al gaan beide partijen theo- rethisch tegen den oorlog tekeer, nauwelijks zitten ze naast elkaar, of de vuisten worden gebald en vindt de haat geen woorden meer. om zich te uiten, dan grijpt men naar stoelen of inktpotten om 't gesprokene kracht bij te zetten. Voor Gaebel en Degener, die wegens hun bedenkelijke kameraadschap met de Ge broeders Sklarck uit de partij gesmeten werden, staan thans als „Grünlinge", als nieuwelingen de communistische afgevaar digden Pieck en Koenen op de lijst, die we achtereenvolgens reeds uit den rijksdag cn den Pruisischen Land dag kennen. Als dc sterkste macht van rechts wisten zicli de Duitsch-nationalen te handhaven, die met 104.756 stemmen te voorschijn kwa men. Merkwaardig genoeg kan eigenlijk iedere andere partij beweren, dat zij met winst uit 't gevecht is teruggekeerd, want zoowel Stre semann's volkspartij als het katholieke cen trum hebben 'n grooter aantal stemmen te boeken dan 4 jaar geleden. Ook de zuiver maatschappelijk gebaseerde Wirtschajtspar tij noteerde een aanwinst van 28000 stem men en de Evangelische lijst ging van 171.78 omhoog tot 30099! Maar, zoo vraagt men zich af, hebben hier dan allen gewonnen? En zoo niet, wie heeft er dan eigenlijk verloren? Verloren heeft Wulle met zijn Deutsch- völkische partijtje. Verloren hebben de de mocraten, zij, die eigenlijk de steunpilaar der republikeinsche gedachte wilden wezen, 'n partij, die klaarblijkelijk haren glanstijd reeds achter zich heeft liggen, steeds meei Idoor de socialisten in het politieke hoekje wordt gedrongen cn ook aan de Duitsche volkspartij menige stem moest afgeven. Voorts telde men nog 12 z.g.n. „Split- terparteien", kleine groepen, die eigenmach tig willen optreden, maar door gebrek aan politiek inzicht aan hun doel voorbijstreyen. Deze kortzichtigheid kan men aan de nationaal-socialisten COOP. TUINBOUWVEILING ..BARENDRECHT EN OMSTREKEN'" Bovenstaande luchtfoto werd genomen op IS September 1.1. Op dien dag werd ter veiling aangevoerd 264.000 stuks bloemkool! de opname geeft een duidelijk beeld van de gewel dige drukte hierdoor teweeg gebracht. Een goederentrein van 64 wagons was noOdig voor verzending behalve nog de noodige vrachtauto's welke voor het vervoer werden gebezigd, terwijl ook de zouterijen hun deel opeischten. Deze gegevens geven aan de enorme uitbreiding van dc bloemkoolteelt in deze streek, zoodat met recht kan gespro ken worden van de grootste bloemkoolveiling van ons land. Tot op heden werden aan gevoerd dit jaar 4.815.616 stuks bloemkool. Vöor aardbeien was het jaar minder gunstig te noemen, de pluk was spoedig afgcloopen. De prijzen maakten echter nog veel goed, dt doorsnee))rijs was toch 74*15 per 100 K.G., in totaal bedroeg de aanvoer 1.197.784 K.G een groot verschil met vorig jaar toen de aanvoer bedroeg 2.954.000 K.G., duidelijk geeft dit een beeld van den slechten oogst, daar men ook rekening moet houden met de uitbreiding welke nog steeds aanhoudt. Als voornaam product zijn ook de spruiten nog te noemen gezien ook in deze de groote uitbreidingNu toch zijn er al dagen van 50.000 K.G. met een aanvoer per week van ruim 200.000 K.G:, zoodat het voor deze aanvoeren nog noodig is eiken dag veiling te houden. Britpui Bellen Hijken Berftenthei N" otter Wljthmen (Br.) Cn (Dal. ii er peel) (Ov.) r-Loosdrecht (KSerkcoll.) (dorp) •rlnganl Ridderkerk (Prulmendijk) Rotterdam VI Spijkenlttse Bergen op Zoom Nlcuwendijk (N.-Br.) (nagiften) Totaal van 350 Locale Comlté'o Te Kantens (Gron.) werd dit Jaar voor 't eerst door een eigen Locaal comité de Uniecollecte gehouden. Het Locaal comité Vinkeveen (U.) Is. na enkele jaren van rust, weer met collecteeren begonnen. Mr. j. 3. HANGELBROEK, adj.-secr. van de Unie „Een School met den Bijbel". niet verwijten. Hun partij is schitterend uit den strijd teruggekeerd. «Voor mij ligt een nauwkeurig overzicht van de verkiezingen in Gross-Berlin. In de 20 districten der rijks hoofdstad ziet ge op de lijst der vorige ver kiezingen achter hun naam slechts een on- noozel streepje, dat beteekent: in 1925 voel de nog niemand er iets voor, n zijn stem op deze partij uit te brengen. En thans heb ben ze 13 mandaten veroverd! Dat men bij ons in Zehlendorf veel voor de nationaal-socialisten is gaan voelen, is mij bekend. Dat men echter ook in de broei nesten der soci's en der communisten iets* voor Hitler over heeft, is een merkwaardig verschijnsel. Ik noem u ter vergelijking: Wedding 82259 communisten en 6271 nat. socialisten; Friedrichshain 64076 comm. en 6811 nat. socialisten: Kreuzberg 52004 comm. en 11405 nat. socialisten; Prenzlauer Berg 52855 comm. en 8281 nat. socialisten; Pan- kow 12657 comm. en 3578 nat socialisten; Lichtenberg 35250 comm. en 6923 nat. socia listen. In Steglitz behaalde deze bruin gekleede Hakenkreuzlcr 10608 stemmen, in Charlot- tenburg 11087 en in Schöneberg 11032 stem men. Is het daar een wonder, dat men Hitler's sterk toenemende macht in bepaalde krin gen als een gevaar gaat beschouwen? Hit- Ier zelf is echter geen staatsburger, leeft weliswaar in München, maar behoort in Oos tenrijk thuis. Het zal hem, naar ik vermoed, niet gemakkelijk vallen, de rechten van een Duitschen staatsburger te veroveren, althans niet. onder het tegenwoordig bewind. Hij hoeft echter zijn voormannen cn waar dezen in den eerstvolgenden tijd al meer en meer op den voorgrond zullen treden, daar heb ik het voor juist ge houden, om met hen in persoonlijk contact te treden. Dr. Göbbels, een der belangrijkste organi sators, verantwoordelijk voor Berlijn cn de Mark Brandenburg, was zoö vriendelijk, mij te ontvangen. In een volgend artikel hoop ik u zijn gedachtengang nader uiteen te zetten. ..EERSTE OPTREDEN OP DE PLAATS EENS MISDRIJFS" Door de „Centrale Postschool vood Platte landers' is uitgegeven een boekje van de hand van den heer W. H. Schreuder, inspec teur van politie 1ste klasse te Amsterdam, getiteld „Eerste optreden op de plaats eens misdrijfs", een overdruk van een schrifte lijke cursus. Het is voor een leek weinig verheffende lectuur, dit boekje, verlucht met foto's overhoop gehaalde kantoren, aangeboorde brandkasten, vermoorde monschen, vinger afdrukken en bloedvlekken, maar voor po- litiemenschen lijkt het ons een leerzaam boekske, vooral daar, waar men nu niet alle lectuur, die er op dit gebied bestaat heeft doorvorscht Handig en overzichtelijk is het zeker dat het leerzaam kan zijn blijkt wel uit het feit, dat er den laatsten tijd heel wat te doen is geweest over het verwaarloozen kleinigheden bij het onderzoek in straf zaken. Vooral politiemenschen ten plattelande, voor wie het, is geschreven zij dit weinig kostbare boekske aanbevolen. Radio Nieuws. Da. G. J Goede. gelapel. 5.50 gebou\ dal. Vo Vrij E\ Ds. P. B. MUller. pred. dei Mg. Gemeente aldaar. 1 Orgelspel. 1 n Zegen. 3 Zingen: Psalm 66:1 en 2 14. 7. Eerste gedeelte der tekst: Joh! 16:22b. 8. Zin- Gezang 267 3. -I en 6. P Tweede gedeelte in. 8.15—S.30 Morgenconcert. "10.30'Tijd sein. 10.30—11 Korte Ziekendlenst. te leiden door den lieer J. Valk. Godsdienstonderwijzer der Ned. Herv. Gem. te Hilversum. 11—11.30 Lezen van Chr. lectuur, door mej. j. C. M. Doyen. te Hilversum. 11.30—12.30 Concert: mevr. T. de WildeScheffer. zang: Dirk Vos. Viool: H. v. d. Horst Jr.. cello, mevr R. A. v. d. Horst Bleek r.-..le, pi, no. t Tijds-,,, i: 30—1.4s dam. door den orgelist dier kerk. den heer Zwart. 2.— Tijdsein. 2—2.35 Uitzending scholen. Spreker de heer H. J. v. Wijlen, Cursus voor Knippen en Stofversleren door het Instituut E.N.S.A.I D.. Tolsteegsingel 54 te Utrecht. 4.— Tijdsein. 4—5 Ziekenuurtje. te leiden door Ds. H. Siegers, pred. der Ned. Geref. Gemeente te Oosterbeek. Muzikale medewer king verleenen de heeren J. H. Smit Duyzent- kunst. bariton en kerkorgel; H. Smit Duyzent- elbegeleiding. 5.— Tijdsein. 5— Sassenheim. Onderwerp: „Iets over de Hinder wet". 8.— Tijdsein. 8—afloop Uitzending vai het herdenkingsfeest ter gelegenheid van hi 80-jarig bestaan der Kon. Utrechtsche Mai Boekenhalfui irtje uit Ara* izlek. 12.— Sluiting. INGEZONDEN MEDEDEELING. Door GUY THORNE. (Slot.) Toen het bericht van Basil kwam, zat Ds. Byars bij het vuur iin zijn studeerkamer. Hij had reeds den geheeicn dag een tele gram verwacht. Veer zag hij den millio- nair voor zich, zooals hij daar in deze stu deerkamer bij den haard gestaan had. Ook herinnerde hij zich goed de forsche gestalte van den aici*aeoloog in zijn over jas en zijn gesprek over levensmiddelen. Het kwaad, dat die beide mannen gedaan hadden was ontzettend, maar tooh kon Ds. Byars niet anders voelen dan medelijden voor die twee rampzaligen, ofschoon hij zelf niet wist, of hij daar niet verkeerd aan deed. Was dit misschien niet de zonde tegen den Heiligen Geest waar geen vergeving Voor gevonden was? Het telegram werd binnengebracht door een dienstmeisje. Toen Ds. Byars het gelezen had, stond hij op cn sloot de deur van zijn studeer kamer, waarop hij in gebed en dankzegging nederknielde. Het was een oogenblik Tan I innige gemeenschap met den onzienlijke. I Deze goede man, die zijn leven aan God I gewijd had. knielde nederig bij de tafel op zijn studeerkamer neer cn do vrede, die alle I verstaand te boven gaat vervulde zijn ziel. I Op dat oogenblik smaakte hij misschien reeds vooraf de zaligheid der verlosten in den Hemel. Helena klopte aan de deur en hij liet ihaar binnen. Zij las het gelukkige nieuws op het. gelaat van haar vader en omhelsde hem zwijgend. Twee uur later was de pastorie vol men schen, want het nieuws was nu hekend. Extra nummers van de avondbladen werden op straat verkocht en de waarheid werd nu in ieder huis, ook te Manchester, gelezen. De mcn&chen wilden nu bij hun leeraar goed maken wat zij tegenover hem misdaan hadden. U bent een voorbeeld voor ons allen ge weest dominé", zei een der mannen met bevende lippen! „Wij hadden onzen plicht niet tegenover de kerk gedaan, dominé", zei een ander, ons geloof was te zwak en wij schamen er ons nu diep over". Nooit was zijn gemeente zoo nauw aan hem verboaiden geweest als nu en zij ver- I zochten hem om met hen een plechtig dankgebed op te zenden tot God. De Heilige Geest werkte, evenals in oude j dagen, nu onder de bewoners van Walk- town. De dominé eindigde met hot Onze i Vader. Teen de bedienden later koffie bannen brachten werd er nog lang over het I onderwerp gesproken. Het nieuws dat over al heen was getelegrafeerd, bestond uit een verklaring van het Ministerie, dat de ont- dekking in Palestina een bedrog was, uit* gewerkt door Sir Robert LI well yin op aan- j stoken van Constantvn Schnabe. j „Wij hebben er overvloedige bewijzen voor", ging het stuk voort, „en wij betuigen onze oprechte dankbaarheid aan God dat Hij in Zijn groote goedheid dit bedrog heeft verijdeld. Aan degenen die geholpen hebben om dit kwaad aan het licht te bren gen betuigen wij onzen hartgrondiger dank: aan Sir Michael Manïchoe, Ds. Basil Gortre, Ds. Charles Ripon cn den heer Harold Spence. Zij hebben de wolken weg gevaagd die de Christelijke wereld be dekten. Het was een vreeselijke schok voor de menschen te Manchester, te weten te komen, dat een ingezetene uit hun stad een geëerd man, diit vreeselijke bedrog had ge- jileegd en er werd gevraagd wat er met hem zou gedaan worden. Dat wast men niet, want zulk een geval was er nooit geweest „Als men nu toch denkt, dat Ds. Gortre goholocn heeft om de waarheid aan her licht te brengen" zei iemand. „Wij mogen er trotsch op zijn, dat wij hem hier in de gemeente gehad hebben." Zoo praatten zij en langzamerhand gin gen zij weg. Het was al over twaalven toen de laatste bezoeker vertrok en toen las Ds. Byars eenige verzen uit den Bijbel voor zijn dochter: „Heer, laat nu uw dienstknecht gaan dn vrede naar uw woord, want mijn oogen hebben uw zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor alle volken." Basil zou den volgenden dag voor een lange poos bij hem komen logeeren. NASCHRIFT. (in drie tafreelen). De drie tafreelen stellen episodes voor, die vijf jaar plaats hadden na de dag waarop Sir Robert Llvvellyn stierf. EERSTE TAFREEL. Het Graf. Twee gestalten liepen over de klippen. Het was onstuimig en wild weer. Groote wolken dreven boven de koperkleurige zee. Op het land zag het er even verlaten en eenzaam uit als op de zee. Langzamerhand kwamen er eenige huis jes in zicht en ontdekten zij den vierkanten toren van een kerk. „Dus is nu alles in orde, Spence?" vroeg Ds. Ripon, dio hem vergezelde. „Ja, ik ben nu directeur van ons blad volgens den wensch van Ommaney. Ik was .bij hem bij zijn dood en toen zag ik boe eenvoudig hij leefde. Hij had zijn geld op gespaard en heeft mij een legaat gemaakt én aan Farmer en verder aan het instituut voor Journalisten Hij was een eerlijk en ijverig man." „Wel Spence, een courant is een groote macht", zei Ds. Ripon, „zoek steeds de hulp n den Heiligen Geest bij je werk." „Daar is de kerk", zei Spence, „daar ligt zij begraven. Gortre zorgt er steeds voor, dat het graf netjes gehouden wordt. Het een vreemd idee van u om hier een bezoek te brengen." ,Ik doe soms vreemde dingen," zei Ripon, 3 aanblik van het graf van dit meisje rnoet ons herinneren aan wat zij voor de geheele wereld gedaan heeft, al weet ook niemand daarvan dan een groep vrienden. De schaduwen van den duisteren tijd zijn nu opgetrokken en wat dit meisje gedaan heeft, deed zij voor haar Heiland." Zij stonden nu bij het graf van Gertrude Hunt, waarop een koperen kruis prijkte. „Ik zou wel willen weten, hoe dit meisje het gedaan gekregen heeft," zei Spence ein delijk, „haar brief was zoo volledig. Sir Michael, Lord Fencastle bedoel ik, liei mij dien toen lezen. Zij had het handig aange legd. Llwellyn had zeker geschriften laten slingeren, toch ben ik benieuwd, hoe zij ailles te weten kwam." „Dat heeft zij nooit aan iemand willen zeggen", zei Ds. Ripon. „Requiescat in pace", zei Spence. „In het Paradijs met Maria Magdalena", zei Ds. Ripon zachtjes. TWEEDE TAFREEL. Qnem Deus valt perdere. De 'geestelijke van het krankzinnigen gesticht stond bij den ingang van de oprij laan te praten met een groep" jonge meisjes. Het roode baksteenen gebouw verhief zich hoog in de verte, omringd door struikge was. De tuinen waren keurig in orde. Er waren drie jonge meisjes die voortdurend vroolijk bahbelden. Het waren de dochters van een ijzersmelter uit het district en zij zouden van hun vader later ieder 100.009 pond erven. Nu lriet De Pritchard hun het gesticht zien. „Erg aardig, dat u ons alles zoo laat zien", zei een der meisjes, ,,de patiënten zijn toch niet gevaarlijk?" „Wij blijven op. een goeden afstand van hen", antwoordde hij. Zij liepen door de portalen en ltmge gangen en zagen de idioten en andere onge lukkige wezens. Do gevaarlijke krankzin nigen zaten achter tralies, waar zij geen „Wat een grappig mannetje zit daar in dien hoek", zei een der meisjes, „zijn tong hangt hem uit den mond". „Daar staat er een te lezen! Of doet hij maar, of hij leest?" Een jonge dokter kwam nu bij hen, een aangenaam man en de patiënten waren nu weer vergeten. „Hebben wij nu alles gezien, dokter Ste ward?" \roeg een van de meisjes, „zelfs de ergste?" „Hebben zij Schnabe gezien?" vroeg de dokter aan den geestelijke. „Neen, dat had ik vergeten", zei de ander. „Wie is Schnabe?" vroeg het jongste meisje. „Och, Maisie", antwoordde de oudste, „het is nog maar vijf jaar geleden gebeurd. Dat is een man, dio het heilige Graf wou laten uiteenspringen. Een jonge dominé heeft het ontdekt en toen werd hij krankzinnig." „Iedereen wil hem zien", zei de dokter, hij heeft een slaapkamertje alleen en een be diende. Zijn geld is door de Regeering ge nomen, maar hij krijgt 200 pond per jaar voor zijn onderhoud." De dokter sloot een deur open en zij gingen alleen een groote kamer binnen, die eenvoudig gemeubeld was. Op een armstoel zat een bediende in uniform een sportblad te lezen. De man sprong op en groette. Op een bed lag Schnabe. Hij was idioot en erg dik geworden. Zijn trekken waren grof, maar zijn haar was nog rood. Hij sliep. „Hij eet altijd zooveel hij kan en dan valt hij in slaap", zei do dokter. „Hij wordt nu wakker", zei de bediende, „mijnheer Schnabe, daar zijn jonge dames om u te zien." Schnabe grinnikte en lachend wendden de meisjes zich af. DERDE TAFREEL. Opstanding. Het was Zondagavond. De groote sombere kerk te alktown was vol menschen, zelfs do galerijen waren bezet Het was de avond voor Pasohen en Ds. Byars stond op zijn plaats. Hij was ver moeid van de kerkdiensten van dien dag en terwijl het koor het gezang zong voor de preek ging hij even zitten. Hij is wat magerder geworden maar zag er anders goed uit Hallelujah! Christus is opgestaan! ruisclrt het gezang door de kerk. Deken Gortre stond op van zijn stoel bij het altaar en I begaf zich naar den preekstoel. Hij zag er I nog jong uit en was ook jong voor de hooge waardigheid waarmee hij bekleed was. Christus is opgestaan! zoo klonk het ge- jzang weer. I „Als Christus niet is opgestaan, dan is uw geloof vergeefsoh en zijt gij nog in uwe zonden", zoo klonk de stem van Gortre van den preekstoel. „Door zijn opstanding heb ben wij ook de belofte van onze eigen op standing uit de dooden. Deze keer is Paschen voor ons een gelegenheid van bij zondere vreugde en wij juichen er steeds in, dat Christus uit de dooden is opgestaan. De winter is voorbij cn het geluk staat ons nu nader dan toen wij eerst geloofd hadden. Amen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9