EEN KERKELIJK OPROER Te9pV„ LIEFDE IS VINDINGRIJK STEDELIJKE HOOFDBIBLIOTHEEK TE ANTWERPEN TOEN HET NOG DUISTER WAS DINSDAG 5 NOVEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9 EEN STUKJE KERKELIJKE GESCHIEDENIS UIT DE 17e EEUW „NIETS NIEUWS ONDER DE ZON' HOE DE CLASSIS EEN PUZZLE OPLOSTE Er is niets nieuws onder de zon, zegt de Spreukendichter* en de waarheid van bekende woord, ziet men zeer vaak toege past in onze dagen. Toen een paar jaar geleden, in de Classis Amsterdam een hevige strijd werd gestre den, inzake liet bakende leergesehik, in wel ken strijd het vaak scherp toeging, meenden velen als 't ware, dat nog nimmer een lccr- geschil de strijd der contra-Remonstran ten dan uitgesloten tot zulk een beroering aanleiding had gegeven. En toch zou men, lettende op het laatste 1 eergeschil, kunnen zeggen, de Geschiedenis herhaalt zich. Om dit'aan te toonen, zullen wij in dit artikel eens een stukje oude Ker kelijke Historie vertellen, 't welk zich in de Classis Walcheren heeft afgespeeld. In de Gemeente te Vlissingcn, stond een predikant, zekere D s. Daniël 1 Laren. Deze was zeer bemind bij het Vlis- singsche volk en wist, reeds vanaf zijn komst, aller harten te veroveren. Als Ds. van Laren preekte, had hij altijd een volle kerk, wat van zijn andere colle ga's niet gezegd kon worden. Maar, nadat deze begaafde prediker eenige jaren in de Schcldestad gearbeid had, met zeer veel zegen, geraakte hij op eendwaalspoor. Hij verdedigde onder meer vurig het denk beeld, dat worden en alsdan met Christus op de aarde zouden heerschen. Ds. van Laren kwam openlijk voor deze meening op den kansel uit en verwerkte deze onschriftuurlijke meening, in zijn keu rige welsprekende predikatiën, zoodat het volk deze beschouwing gaarne aannam. De Kerkeraad van Vlissingen cn de ande re predikanten dezer Kerk kwamen tegen deze onjuiste Schriftbeschouwing op en op de Kerkeraadsvergaderingen werden hevige discussies gevoerd, doch Ds. van Laren wei gerde pertinent zijn dwaalleer prijs te ge ven. „Dan gaat de zaak naar de Classis, die moet het dan maar uitmaken!" was het be sluit der groote meerderheid en werkelijk diende men op do vergadering der Classis Walcheren op 9 Januari 1623 een aa*iklacld tegen hem in. Deze kerkelijke vergadering benoemde ter stond een commissie, om de aanklacht grom dig te onderzoeken. Hem werd het prediken niet verboden, maar wel legde men hem het dringend ver maan op, dat hij, zoolang zijn zaak in on derzoek was, over zijn afwijkende gevoelens moest zwijg en- De Commissie trok eenige dagen later naar Vlissingcn, om met Ds. van Laren en den Kerkeraad over het conflict te hande len. Een der gecommiteerden was Ds. Her man Faukelius, de beroemde Gerefor meerde predikant van Middelburg, naar wion, op advies van Dr. L. Wagen aar, de jongelingsvereen. aldaar genoemd werd. Heftig werd er nu op deze samenkomst gedebateerd over het leerstuk. Toen de Classicale afgevaardigden vertrok ken wisten zij reeds genoeg. Verschillende bezwaarden waren gekomen, verschillende fragmenten uit zijn preeken werden naver teld, zoodat zij zich een helder oordeel over de aanhangige kwestie konden vormen. Op de vergadering van 16 aMart 1623 der Classis Walcheren, werd rapport uitge bracht over de gevoelens van Ds. D. van Laren. De Classis etelde vast, dat het zóó niet verder kon, omdat de door Ds. van Laren geopperde denkbeelden ten eerste strijdig waren met de analogie dei* leer; ten tweede: vervolgens in strijd waren met de uitdruk kelijke verklaring van Gods Woord en ten derde de rust der Gemeente verstoorde. Nu do Kerkeraad hot pleit gewonnen had, wilde lij nu maar ineens korte metten met Ds. van Laren maken. Zij drongen er bij de Classis op aan, dat aan Ds. van Laren het recht om te pre diken en ie catechiseeren ontzegd zou worden en dat dc Classis, diverse predikan ten naar Vlissingen zou zenden, die namens de andere Walchersche Kerken, openlijk het gevoelen van de veroordeelde' van Laren zou den weerleggen. Ernstig werd over deze zaak beraadslaagd, maar de Classis weigerde beslist aan het eerste deel van dit verzoek te voldoen. Men verbood hem niet om te prediken...... maar, als hij het waagde in zijn predika- Hot tweede deel werd echter aange nomen. Men vaardigde de twee beroemde predikanten Willem Teellinck en Jac. Mig- grodius af, om in do verschillende Vlissing- sche kerkgebouwen, namens de Classis te prediken, in welke speciale diensten zij het gewone Schriftuurlijke gevoelen nopens de leer der opstanding der dooden moesten voordragen en de Gemeente Vlissingcn aan zeggen, dat de Classis de stellingen van hun predikant Daniël van Laren, met algomeene stemmen als onschriftmatig had verworpen. ut, INGEZONDEN MEDEBEELING. tiën weer over zijn dwaalleer te handelen, dan volgde een ^onmiddellijke schorsing. De Classis wilde den weg der liefde op en door zachtheid de zaak zien te „De Broeders der Classis van Walche ren, in de vrceso Godts vergadert met aan- roepinge des Naems Godts, om te letten op het gevoelen van Ds. Daniells van Laren van de opstandinge der Martelaren duysent jaren voor d'andcro dooden cn hun regneereri óp aCrde, hebben eenstemmelick verklaart, noyt sulcis gevoelen gehadt te hebben, gelijck sv oock hetsolve gevoelen onschriftmaetig oordcelen te wesen; en hebben gbet gevonden hctselve provision- lijck de Gemeynte van Vlissingen mits desen kenneliok te maeken. Sij vcrsoecken middelertijd de goede Gemeynte, dat sy in alle stilheid sich diesaengaende willen dragen". Na deze officieeje Classicale aanmaning brak het twistvuur op hevige Wijze uit Waarover het eigenlijk liep, begrepen velen iet, maar wol zooveel, dat het tegen un beminden Ds. van Laren ging, cn dat was te erg. Dat wilde men niet dulden cn'men be sloot gezamenlijk voor den deminé op te trekken en den strijd met den Vlissingschen Kerko- raad en Classis Walcheren nan te binden. Een verweerschrift werd opgesteld, dat door drie invloedrijke vrouwen uit Vlissingen in de Classis werd aangeboden. In dit stuk werd op een stouten toon gc- eiseht, dat de Classis Walcheren, de handel wijze van den Kerkeraad van Vlissingen afkeuren en den hun Inziens onrecht- t i g vervolgden Leeraar, aanstonds zou ontheffen, van de zeer bezwarenle bepalin- ;n en censuur. De Classis weigerde beslist en besloot een jrweerschrift uit tp geven. Maanden verliepen er en de twisten laai den hoog op. Niet minder dan achttien Classicale vergaderingen rden over deze zaak gehouden, welke in het teeken der grootste opwinding stonden. Op de Classis van 30 Augustus besloot en weer een deputatie te zenden, die op 1 September 1623, met de gemeente van Vlissingen zou vergaderen en nogmaals dui delijk het standpunt der Classis en dat der Gereformeerde beschouwing zou uiteen zetten. Een geweldig rumoer ontstond op dezen eersten Septemberdag. Reeds uren van to voren, stond het heftig opgewonden volk in de nabijheid der kerk te wachten, om eens met die Classicale onxeohtdrijvors af te rekenen. De gemoederen waren ten zeerste verhit i veel onheilig vuur was er op het altaar. Onbewust wat hun te wachten stond, re den de Classicale deputaten Ds. Herman Faukelius en Ds. Bucerus per rijtuig naar Vlissingen. Het gezicht van het rijtuig met de Classispredikantén deed de woede ten top stijgen. Daar vlogen al do steenen door de ruiten cn klonk het: „Weg met de Classis! Leve Ds. van Laren! Weg met Faukelius!" enz. door de lucht Men stormde op het rijtuig af, raasde, tierde, schold, dreigde, zoodat de 60-jarige Faukelius beval niet in de straat door te .rijdpn, maar zijn koetsier bevel gaf, om aar de Hoofdwacht te rijden. Hier aangekomen riep Ds. Faukeliuus de hulp van den Baljuw van Vlissingen in, die hem een groot deel der Stadswacht als ge leide meegaf. Nu was het een formeel oproer. Het gezicht der gewapende macht verbitterde de gemoe deren zeer, maar de Middelburgsche Fauke lius, was niet bang. Ondanks het werpen van steenen, klom hij op het rijtuig, en gebruikt Tabletten onovertroffen tegen Zenuwpijnen Rheumatiek Verkoudheid Raad pleeg Uw Doft ter Bij alle Apoth. en Drog, f 0,30 en f2,— Kliniek verpakking f8.75 maande af van gewelddadigheden en zei, dat hij niet naar Vlissingcn was gekomen om strijd, maar om vrede te zoeken. Van de scheldwoorden, die hem naar het hoofd ge slingerd werden trok hij zich niets aan. Onversaagd ging Ds. Faukelius en zijn mede deputaat de Kerk binnen cn de uit geschreven vergadering werd gehouden. Dc stadswacht bleef echter bijde kerk om de Classicale deputaten een veilige terugtocht te verzekeren. Gelukkig bracht Ds. van Laren zelve ont spanning in deze verwarring.' Hij gevoelde wol, dat hij het tegen de Classis toch niet vol kon houden en dat afzetting onver mijdelijk het sluitstuk van het conflict zou zijn. Hij deelde de Classis dan ook mede, dat hij Vlissingen wilde verlaten. Honderden aanhangers verzochten hem te willen blijven cn dan desnoods een scheu ring te veroorzaken. Men. zou hem wel trouw blijven. Ds. van Laren vroeg daarom aan de Clas sis om een goed attest dei: Classis, opdat hij dan elders zou kunnen preeken en beroepen worden. Gaf de Classis dit niet, welnu, dat was een groote scheuring onvermijdelijk, daar hij driekwart der gemeente mee had. Dit was natuurlijk een zeer moeilijk ge val. Men stelle zich dat even voor, om een ge tuigschrift uit te reiken, waarbij de waar heid niet werd te kort gedaan en d|(it daarenboven wegens deszelfs inhoud gle- schikt was, om zijn persoon, elders aan to bevelen. Werkelijk, dat was nu eens een Classicale puzzle om er het hoofd mee te breken. Niettemin wilde men hem gaarne in de Classis kwijt, er Was reeds ruzie genoeg geweest- en allen, ook van Laren zelve, verlangden naar dë ontknooping van den strijd. Ds. Faukelius, uit Middelburg, was echter de man die redding bracht in deze netelige zaak. Hij wist een zoodanig attest te ont werpen, hetwelk de volle goedkeuring der Classis wegdroeg en waarmede ook Ds. van Laren accoord ging. rt was met groote omzichtigheid gesteld en verzoende beide partijen. Slechts in de verte werd er op zijn Chili- astische Voorstellingen gezinspeeld, maar Hij' verklaarde vóórts, dat;hij (uitgezonderd' do "doodsopwèkking alles aannam wat stond in „den Paltsgraafschen Catechismus en de Nederlandsche Confessie, mitsgaders ook wat beleden stond in de geaccepteerde artikelen „des Nationalen Synodi binnen Dordrecht". „Voorts dat hij tot desem oproer binnen Vlissingen ontstaen niet en. heeft geraeden, noch oorsaeke gegeven, macr dat hij een groot mishaegen aen denselven heeft en die tor een onbehoorlycke sae-k houdt". Nadat hij verklaard had, dat hij zijn afwijr kendp gevoelens niet door zou drijven, maar ze zoo stil mogelijk zou houden, gaf men hem de verlangde Classicale afscheidsbrief daarna verliet hij Vlissingen. Langzaam keerde de rust daar weer, maar het duurde nog lang eer ieder ervan over tuigd was, dat de Kerkeraad de zaak recht had 'ingezien en dat de Classis geen onrecht had gepleegd. Aan Faukelius werd hartelijk dank gebracht voor alles wat hij in deze dagen van beroering voor de Classis Wal cheren gedaan had. INGEZONDEN KEDEDEEIJNO. IN ZIEKE EN GEZONDE DAGEN WEET DE ZORGZAME HUIS VROUW DAN OOK IN ALLERLEI VORMEN OP TE DIENEN. KUNST EN LETTEREN TENTOONSTELLING EN „MEDEDEELINGEN"' De heer Emmanuel de Bom, bibliothecaris der Stedelijke hoofdbibliotheek te Antwer pen, is zoo vriendelijk ons toe te zenden de eerste twee jaargangen dér „M e d e d e c 1 i n- gen" van doze inrichting. Deze Mededeo- 1 i n g e n verschenen voor de eerste maal Januari 1928 cn vertierom de drie maan den. De eerste kern der Stadsbibliotheek be stond reeds in de Siadslihryc, begin der 16e eeuw. In 1608 werd besloten tot versmel ting met de Ka pilt e 1 biblio t h c ek der Kathe draal, om een „publicque biblnothecque" tot stand te brengen. Na velerlei wisselvallig heden kwam de verzameling terecht op het. Stadhuis, iwaar zij voor het eerst in 1805 voor 't publiek werd opengesteld. In 1SS3 ,werd de Stadsbibliotheek overgebracht naar het gebouw, waarvan we hier onder een foto geven. De boekenschat is in .de loop der ja— onvolledig zijn en soms voorloopige, zelfs voorbarige mededeeliingen doen. In ieder mensch zit de drang zijn gedach ten, gevoelens en overwegingen aan anderen mee te deel en.' Zoo zijn er menschen, die er 'm hun jeugd en jongelingsjaren een uiige breide correspondentie op na houden, maar die later, wanneer zij hun gedachten en ge voelens in de vorm van bijdragen cn artike len in bladen en periodieken uiten, 'tot het schrijven van persoonlijke brieven bijna niet meer te bewegen zijn. De drang der gedach- tenufrling heeft een andere richting geno- „Men denke b.v. aan Erasmus, aan Chr. Huyghens en zóóvele anderen. Hadden de ze groote mannen in onzen tijd geleefd, zij zouden ongetwijfeld behoord hebben tot de ijverigste medewerkers van onze weten schappelijke tijdschriften en heel wat min der briefwisseling hebben nagelaten. Nieuwstijdingen bestaan sinds de Roméi- ncn. De keizers kondigden beslissingen of inde Acta diurna. 1-Iet eerste gedrukte nieuwsblad is waar schijnlijk uitgekomen in China „ICing Radio Nieuws. verheldsunderwüa). 4—5 Blner-l Aula-voordracht uit dc R.IC UnU roegen. lJror. Dr. Jac. van Glna- auteur der Imitatio. 5.50—8 Gra: 'Beursberichten van Vas Dlas. 6.0S Mr. H. F. A. Donders.- Onderwen ïyka Macht". 6.356.-SG Gram- Ichten in het Esperantt a. 2—2.30 Vrouwen- over practisch vrou- Asperalagh: weten- Ellen 3—3.30 VUfde "le# in eren van lingeries en _do R.K. Vereen. St. n t>H het Mli- 5S.5B rslar< eraltelt ïofo'on. NU- den 6.0» |P. Heliki ig-evorderden dc [Spreker: Pastot -8.10 Gramofooi van Beukering te Kotter- eratiebeatuur van de Lit. srl&nd. Onderwerp: „Doo- door de fabriek n^trüde Industrie "bereiding. XX. Het m Walter Rac le Tooneelbev 6.45—7.45 Engelscho lesst :Coneert- Leden van de versterkt omroep-orkest. men Trnvlata en Rlgolett de NV. Holland- Opera en n uit Car re (9—9.4Ó) lofoon tot 12. Het gebouw der Bibliotheek. gestadig uitgebreid, 'zij omvat momen teel 190.000 deelen. De beheerders van deze enorme verzame ling stellen zich echter niet tevreden mei hot bezit dezer schatten alleen, zij hebben each de vraag gesteld: wat kan er gedaan, om te bereiken dat het publiek inderdaad profijt heeft van wat voorhanden is, er ge bruik van maakt? We wijzen op twee dingen, welke mis schien ook in ons land mettertijd1 zouden kunmen nagevolgd worden. Vooreerst op het organdseeren van bibliografische tentoon stellingen, telkens aangepast aan een of an dere aanleiding, b.v. een honderdste geboor te- of andere gedenkdag. In 1926 werd daar mee een aanvang gemaakt. Een aanzienlijk getal namen en onderwerpen werden uit gekozen', die samen een veelgeschakeerd beeld van ons moderne geestesleven geven. Van September 1926 tot October '27 wer- m zes zulke manifestaties van cult.ureelen aard door de Stedél. Bibl, op touw gezet: 1. tentoonstelling gewijd aan het Breviarium Gfiimara; 2. aan de Ome-Lievevrouw.entoren te Antwerpen; 3. aan Beethoven; 4 de le-, ',^pg van Carol Scharten; 5. de Rubenten. toonstelling; 6. die. gewijd aan Charles dé Coster (auteur van Uilenspiegel). Er mag, aldus de heer De Bom, naar aan leiding van dit werk, zonder vrees voor te genspraak, vastgesteld worden, dat de Ste delijke Hoofdbibliotheek blijk heeft gegieven van een actief uitstralend vermogen. De Sted. Hfdbibl. staat tihans in het cen trum van het Antwerpsche intellectueele en Jtultureele leven. Het tweede middel, waardoor de beheer ders het contact tusschen publiek en biblio theek trachten te bevorderen, is het uitge ven van de „M c d e d e e 1 i n g e n" voor 't buitenland 25 francs per jaar), waarin de nieuwe aanwinsten, verder allerlei wetens- ■aardigheden omtrent 't verdere bezit'der Bibliotheek worden vermeld. Uit de voor oi\s liggende beide eerste jaar gangen noemen we de volgende artikelen: Een Unicum (het handboek voor het boek houden door Jan Ympijn Christoffels, het oudst bekende werk over het Italiaansch •dubbelboekhouden in de Nederlanden ver schenen en te Antwerpen uitgegeven in 1543; Abraham Verhoeven en zijn „Nieuwe Tij dinghen" (Abraham Verhoeven was mis schien de eeTste cou ran tier in Europa); Honderdste verjaring van Frariz Schu bert's sterfdag met Literatuur over Schu bert; Vondel's 250ste sterfdag herdacht; 5 Fe bruari '29; Over dagbladen en tijdschriften; Bibliografie Hendrik Ibsen; Bibliografie (70 kolom druks) over Vondel. Aan het artikel over dagbladen en tijd schriften mogen nog enkele interessante gegevens worden ontleend. De auteur is van meening, dat drie kwart van.de moderne wetenschappelijke produc tie oorspronkelijk neergelegd is in tijdschrif ten, niet dn boeken Het karakteristiek onderscheid tuschen hoek en tijdschrift ie, dat het laatste vóór alles actueel is. Het boek behoort degelijk, grondig, volledig te aijn; het tijdschrift mag Pao" (911). Oorspronkelijk verscheen het op ongeregelde tijdstippen, sinds 1351 regel matig. Waar tusschen China en Europa in de middeleeuwen geen contact bestond, werd het nieuwsblad in onze streken uitgevonden geheel onafhankelijk van de Chineesche krant. Eerst in Venetilë (eind 15e eeuw), daarna in Augsburg, Frankfort, Keulen en Antwerpen verschenen losse blaadjes met mededeeldngen over belangrijke gebeurtenis sen, gewoonlijk door een of meer houtsne den verlucht. De „Nieuwe T ij d i n g h e n" van Abra ham Verhoeven begonnen in 1621 regelmati ger te verschijnen en daarbij genummerd en gedagteekemh Op het gebied der tijdschriften was Frank rijk baanbreker. De eerste uügave op dit gebied was het Journal des Savants, dat 5 Januari 1665 begon, te verschijnen en dat bedoelde te geven: 1. een korte ontle ding van de belangrijke uitgaven op alle gebied, 2. bib-bibliografie van vooraanstaan de mannon bij gelegenheid van hun over lijden, 3. uitvindingen en ontdekkingen, 4. voornaamste vonnissen der wereldlijke en geestelijke rechtbanken, 5. alles wat in Europa geschièdde. In Zuid-Nederland werd de ontwikkeling der pers krachtdadig tegengegaan door een strenge censuur. In Noord Nederland be stond in do 17e eeuw een enkel Hollandseh tijdschrift, Deboeksael dier geleerde werelt, dat van 1692 tot 1863 heeft be staan; in de eerste helft der lSe eeuw kwa men daarbijde Hollandsche Spec tator (Justus van Effen), de Maande lijks c h e berichten uit de andere wereld en later de Nederlandsche Spectator. In 't midden der 19e eeuw komen de ge- illustreerde weekbladen op. Rond '.t jaar 1895 vervangt d>e fotogravure de houtsnele. Bij de aanvang der 19e eeuw bedroeg het aantal dagbladen en tijdschriften 910, ia 1S72 reeds 20.000, in 1912 reeds 72.000. Men mag gerust zeggen, dot over de geheele we reld enkele honderdduizenden personen ln het dagbladen- en tijdschriiftenbedrijf hun bestaan vinden", besluit de schrijver. Uiteraard zal een uitgave als de Mede- de e 1 i n g e n der Stedel. Antwerpsche bi bliotheek nn'et iedereen Intcresseeren, maar er zijn toch wel menschen die er belang bij hebben er kennis van te nemen en ze te be zitten. We denken b.v. aan allen die ze;f bij het bibliotheek-wezen betrokken zijn, ver der aan studeerenden, letterkundigen, biblio grafen enz. INGEZONDEN MEDEDEELING. ij nat -Koüd J weer een paar Wybert- tabletten! Zij be-.cher- men tegen verkoud heid en infectie. Woensdag Q November. HUIZEN (1875 M., Uitsluitend NCRV.-UItz.) 8.15—9.30 Morgenconcert. 10/30 Tüdsein. 10.30— ll Korte Zlekendlenst te lalden door Da. S. P Vermeer Geref. Predikant (11.V.) te Amsterdam 2 Middagconcert. Mevr. Zuid. 12.30 Ttjdsc MÖUeni V Eldert Bakker, viool; de heer H Brugman, piano; 2 Tijdsein. 2—2,30 Gramofoonplaten. 2,30 Tüdsein 2.30—4.30 Concert. Mevr. J. Hekkert— van Eysden, sopraan; Dameskoor der Korte Zie- kendieneten. MeJ. LouUse Laurenrotn, plano en kerkorgel. 4,30 Tijdsein. 4.306 Gramofoonpla ten. 6 TUdsein. 66 Kinderuurtje, te leiden door MeJ. B. van der Veer te Utrecht. Zang: MeJ. O. J A. Gelderman te Utrecht. 6.30—6.45 Causerie Neder- (Aan- landsch Techipcum 1 ang der lessen 20 P lotoonplaten, 7 Tijdsein. 7—7.S0 Ti in Ir. W D P Stenfei 1929). 6.457 Grc terdam, die ua Ztti «Jireticu over: „..mennes en Antenne- 'elliglngen". 7.309 Kerkdienst vanuit de Chr. Psalm 96 J Efeze 5 121. 6 Inleidend woord tut de pre dikatie. T Gebed. 7 Voorlezing van den tekst: Efeze 5 20: Dankende allen tüd over alle Land- en Tuinbouw. Maandagmiddag werd in de ia&l der bloe menkeuringen van het Krelagehuis te Haar lem afscheid genomen van den heer W. War naar uit Sassenheim, die in den loop van W. WARNAAR T het jaar om gezondheidsredenen al tijii be stuursfuncties in de vereenigingen op bloem bollengebied en in het hoofdbestuur van de Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur had' Omstreeks 4 uur werd de heer Warnaar met zijn eohtgenoote en familie in de feeste lijk versierde zaal binnengeleid, alwaar de heer Ernst H. Krelage hem namens een dertigtal vereenigingen, waaraan de heef Warnaar, hetzij als voorzitter of bestuurslid, hetzij op andere wijze gedurende zooveel ja ren zijn beste krachten heeft gewijd, toe sprak en een oorkonde, alsmede een teeke- ning van een schrijfbureau met daarbij be hoorenden zetel overhandigde. Verder werd het woord gevoerd namenft den Bond van Bloembollenhandélaren on de Ned. Dahliavereeniging en door den bur gemeester van Sassenheim. De heer Warnaar dankte allen voor de huldiging, waarna velen den scheidende dó hand drukten. FEUILLETON Door GUY TIIORNÉ. NEGENDE HOOFDSTUK. Bijzondere voorbeelden, die tot verschil aantoonen tusschen de oude vrouw en haar correspondent Het lange station te Manchester stond vol entsnappenden rook van de fluitende trei nen. Nu en dan hield het gedruiscli even op, als de trein weer wegreed. Het Kerstfeest was nu voorbij. Er was niet veel animo voor geweest. Weinigen waren verschenen om „Adeste Fideles te zingen en zelfs de trouwe geloovigen waren genoodzaakt om hun innerlijke overtuiging voor zich te houden. Gortre, Helena en Ds. Byars stonden sa men bij den trom. Zij praatten maar weinig, maar dezelfde gedachte woelde hun door 't hoofd. Het materialisme van het tooneel en de gestadige activiteit van het gewone leven vormde een groot contrast met de treurig heid van hun eigen gemoed. De groote loco motieven giet en het station in en uit en het treinpersoneel ging zijn gewonen gang, als of er geen duisternis over de aarde hing. Zij stonden bij het portier van een wagon, dien zij gekozen hadden in neerslachtige houding. Gortre zag nog bleek, maar hij was zicht baar beter en sterker en er lag een besliste uitdrukking op zijn gelaat Ds. Byars leek verouderd, hij steunde op den arm van Helena. „Basil," zeide hij, „je gaat nu van ons weer in het onbekende, God geve dat je on gedeerd door al de gevaren en moeilijkhe den komt, die voor je liggen. Wat mij be treft ik ben in een toestand van twijfel en onzekerhead. 1-Iet kan zijn, dat je den sleu tel hebt van dit zwarte mysterie en dat je de wolken zult kunnen verdrijven. Ik bid met mijn gamsche hart dat het zoo moge zijn, maar het ligt in Gods hand." Hij drukte Basil hartelijk 4e hand als af scheid. Eigenlijk had hij maar weinig hoop cn was nauwelijks in staat geweest om zich het verhaal van den jongen man te reali- seeren. Het was hem echter bijna onmogelijk om de abnormale slechtheid te begrijpen, waar het op doelde en liét scheen hem ook onwaarschijnlijk, dat er zulk een diepe duisternis op de aarde kon rusten, die al leen zou veroorzaakt zijn door de actie van twee mannen, die hij beide ontmoet had en die op hem een goeden en aangenamen Indruk hadden gemaakt. Die gedachte ging hem te hoog, en ver duisterde zijn brein. Het is wel merkwaar dig, dat deze man, die trouw aan zijn ge loof vasthield, niet kon gelooven, dat men schen zoo slecht konden zijn, dat zij een der gelijken leugen zouden kunnen verzin nen. I Helena wist niets van de vermoedens van Basil, alleen dat hij veel hoop had op ieU goeds. Zij wist, dat hij gedachten in het hart had, die hemt weer tot het licht zou den leiden, maar bijzonderheden waren haar niet verteld cn zij had er óók niet naar gevraagd. Zij was niet nieuwsgierig van aard en vertrouwde Basil volkomen. Dit kon door niets geschokt worden; zij vond er niets onwaarschijnlijks in, 4at hij goede hoop had op een verbetering van den toestand. Een ander zou zoo iets onmogelijk ge acht hebben en geglimlacht hebben bij het denkbeeld, dat Gortre in staat zou zijn om het licht te doen doorbreken in de duis ternis. Helena cn Basil liepen nog eon poos pra tend het perron op cn neer. Haar vertrou wen en liefde voor hem deden hem goed en vervulden zijri ziel met troost. Zijn hart was zoo vol zórg, dat haar gesprekken hem goed deden cn toen do trein al weggereden was, zweefde haar beeld hem nog voor oogon. Hij dacht nog la.ng over haar na, ter wijl de trein al sneller voortreed. Zijn ziel begon te gloeien naar verlangen om don strijd op te nemen togen de vijan den van Christus. Hij keek eens in do coupé rond en nam nu vnr.r den eersten keer de menschen op, die e. in zaten. Hij had twee medereizigers, een man en een vrouw. De man scheen een knap handwerker le zijn, hij was netje* gekleed en zijn optreden was bedaard en fatsoenlijk. Ds vrouw was oud, wel bijna zestig, zij had een onbeduidend gezicht en grijs haar. De man zat tegenover Gortre en zij raakten met elkander in gesprek. De vreem deling was koel en beslist. Hij scheen gaar ne eens iet» te bespreken. „Ik wensch niemand kwaad, zooals wel denken kuht," begon hij, „maar u zult nu toch wel begrijpen, dat uw baantje niet mèer bestaat Dó kerk zal nu voor goed weggevaagd worden on eigenlijk viiid ik dat een hee>l goed ding. De werkende stand had er toch niets aan." „Omdat die stónd er niets mee te maken wou hebben," zei Gortre met een glimlach, „u denkt zeker tint nu een andere partij de overhand zal krijgen." „Ja, juist," zei de man, „dat zal nu ko men en het werd er tijd voor. Vroeger ging ik wel naar de kerk, maar nu doe ik 't niet meer. Als de kerk nu weg wordt genomen, door een besluit van het Parlement, dan kunnen de menschen nog eens zien of hun „Dus je zoudt de kerk niet willen weg hebben?" zei de man. „O neen, maar ik ben als Wesloyaan opge voed en zal dat wel altijd blijven. Ik weet niets van do kerken in Londen cn nu kom ik voor het eerst in Engeland." „Je hebt zeker wel gehoord van die ont dekking, die te Jeruzalem gedaan is, waar uit blijkt, dat Christus niet degene was, waarvoor hij zich uitgaf? Daar hebben zij nu de bewijzen voor." „Maar wij hebben ook de bewijzen, dat God de zondaars redt," zei de vrouw, „meer dan één bewijs zou ik kunnen noemen." Toen Gortre later door het drukke Lon den reed, dacht hij nog met dankbaarneid het geloof der oude eenvoudige sprak op beslisten toon en dacht dat Gortre hier niets .tegen zou. weten in te. brengen. i „Er zullen Stellig andere kerkgenootschap pen komen," zei Gortre, „toch zal de gods dienst nooit vernietigd worden. Dat moet u nooit denken." „Die is al vernietigd door de ontdekking te Jeruzalem," zei de man, „en nu zal er een godsdienst komen van het gezond ver stand." De oude vrouw zei, dat zij uit Cornwalles was, en sprak den man nu aan. „Je hebt het mis," zelde zij, „te J-nstwithul waar ik woon staan de zaken heel anders „Wel moedertje," zei de man, „laat eens liooren, wat je er tegen in te brengen hebt." ..Dc Heer woont in ons-hart." 7 oh te rij. „ik ben nu 60 jaar en heb vee! verdriet nd hen niet op den goeden weg kan Dat soort menschen stoorde zich niet aan hou.' 1." geleerde bewijzen, zij hielden zich vast aan hot aloude geloof. De straten vjyi Londen zagen er nog pre cies hetzelfde uit, al toen hij wegging; het leek hem, alsof hij maar een enkelen dag was weg geweest en het was hem bijna on mogelijk om te realiseeren, dat er zooveel in dien ty gebeurd was. Daar zou hij echter spoedig genoeg aan herinnerd worden. De deur van zijn kamer was niet gesloten, hij duwde die open en trad binnen. Hij was altijd netjes en precies en nu werd hij getroffen door de benauwde atmosfeer die er hing. Het rook er naar si garen en drank. Blijkbaar was er niet ge lucht en waren de ramen niet eens open geweest. Op één stoel lagen eenige theater programma's, op een onderen een wit meis- |e-schoont je, waarin een bouquet bloemen istopt was. De tafel was bedekt leefd. Ik geloof, dat er veel dwazen rond- joverblijfselen van een souper, eenige leege Ichompagneflesschen en een rose satijnen loopen." doos met blauwe lintjes, half gevuld met bonbons. De kleine Hermes van Praxiteles, die op een der boekenkasten gestaan had, vyas ge- schonden. Het lxjeldje was vuil, de wangen waren rood gevorfd en de oogen zwart ge maakt met violetten inkt, de lippen vuur rood. Basil zette zijn handkoffer neer. Hij was bleek geworden bij het zien van deze bewij zen van loszinnigheid en buitensporigheid. Het hart zonk hem in de schoenen en hij begon aan Harold Spence te twijfelen. Terwijl hij nog verstomd stond rond te kijken, kwam Spcncé uit zijn slaapvertrek de kamer binnen. Hij had een flanellen broek aan en een smoking-jasje. Basil zag dadelijk, dat hij te veel gedronken had. Zijn wangen waren opgezwollen, hij had zich niet geschoren en scheen zeer opge wonden. Er zijn menschen, die spoedig in huil oude verkeerde gewoonten terugvallen en op wie dit een zeer zichtbare uitwerking heeft Zoo iemand was Spence. Gortre was verwonderd over de verande ring, maar hij was iemand met veel tact Hoe de toestand was bleek duidelijk genoog en hij vatte het plan op om zeer voorzich tig op te treden. Spence scheen niets op zijn gemak bij de ontmoeting, maar toen zij samen bij don haard zaten, begon hij ronduit zijn gedach ten te uiten. „Ik zie wel, dat je Iets hindert mannetje," zeido hij, „zou het maar niet beter zijn. dat je dadelijk zei, wat je on het hart hebt." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9