EEN KERKELIJK OPROER
Te9pV„
LIEFDE IS VINDINGRIJK
STEDELIJKE HOOFDBIBLIOTHEEK TE ANTWERPEN
TOEN HET NOG DUISTER WAS
DINSDAG 5 NOVEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9
EEN STUKJE KERKELIJKE
GESCHIEDENIS UIT DE 17e EEUW
„NIETS NIEUWS ONDER DE ZON'
HOE DE CLASSIS EEN PUZZLE
OPLOSTE
Er is niets nieuws onder de zon, zegt de
Spreukendichter* en de waarheid van
bekende woord, ziet men zeer vaak toege
past in onze dagen.
Toen een paar jaar geleden, in de Classis
Amsterdam een hevige strijd werd gestre
den, inzake liet bakende leergesehik, in wel
ken strijd het vaak scherp toeging, meenden
velen als 't ware, dat nog nimmer een lccr-
geschil de strijd der contra-Remonstran
ten dan uitgesloten tot zulk een beroering
aanleiding had gegeven.
En toch zou men, lettende op het laatste
1 eergeschil, kunnen zeggen, de Geschiedenis
herhaalt zich. Om dit'aan te toonen, zullen
wij in dit artikel eens een stukje oude Ker
kelijke Historie vertellen, 't welk zich in de
Classis Walcheren heeft afgespeeld.
In de Gemeente te Vlissingcn, stond
een predikant, zekere D s. Daniël 1
Laren. Deze was zeer bemind bij het Vlis-
singsche volk en wist, reeds vanaf zijn
komst, aller harten te veroveren.
Als Ds. van Laren preekte, had hij altijd
een volle kerk, wat van zijn andere colle
ga's niet gezegd kon worden.
Maar, nadat deze begaafde prediker
eenige jaren in de Schcldestad gearbeid
had, met zeer veel zegen, geraakte hij op
eendwaalspoor.
Hij verdedigde onder meer vurig het denk
beeld, dat
worden en alsdan met Christus op de aarde
zouden heerschen.
Ds. van Laren kwam openlijk voor deze
meening op den kansel uit en verwerkte
deze onschriftuurlijke meening, in zijn keu
rige welsprekende predikatiën, zoodat het
volk deze beschouwing gaarne aannam.
De Kerkeraad van Vlissingen cn de ande
re predikanten dezer Kerk kwamen tegen
deze onjuiste Schriftbeschouwing op en op
de Kerkeraadsvergaderingen werden hevige
discussies gevoerd, doch Ds. van Laren wei
gerde pertinent zijn dwaalleer prijs te ge
ven.
„Dan gaat de zaak naar de Classis, die
moet het dan maar uitmaken!" was het be
sluit der groote meerderheid en werkelijk
diende men op do vergadering der Classis
Walcheren op 9 Januari 1623 een aa*iklacld
tegen hem in.
Deze kerkelijke vergadering benoemde ter
stond een commissie, om de aanklacht grom
dig te onderzoeken.
Hem werd het prediken niet verboden,
maar wel legde men hem het dringend ver
maan op, dat hij, zoolang zijn zaak in on
derzoek was, over zijn afwijkende gevoelens
moest zwijg en-
De Commissie trok eenige dagen later
naar Vlissingcn, om met Ds. van Laren en
den Kerkeraad over het conflict te hande
len.
Een der gecommiteerden was Ds. Her
man Faukelius, de beroemde Gerefor
meerde predikant van Middelburg, naar
wion, op advies van Dr. L. Wagen aar, de
jongelingsvereen. aldaar genoemd werd.
Heftig werd er nu op deze samenkomst
gedebateerd over het leerstuk.
Toen de Classicale afgevaardigden vertrok
ken wisten zij reeds genoeg. Verschillende
bezwaarden waren gekomen, verschillende
fragmenten uit zijn preeken werden naver
teld, zoodat zij zich een helder oordeel over
de aanhangige kwestie konden vormen.
Op de vergadering van 16 aMart 1623 der
Classis Walcheren, werd rapport uitge
bracht over de gevoelens van Ds. D. van
Laren.
De Classis etelde vast, dat het zóó niet
verder kon, omdat de door Ds. van Laren
geopperde denkbeelden ten eerste strijdig
waren met de analogie dei* leer; ten tweede:
vervolgens in strijd waren met de uitdruk
kelijke verklaring van Gods Woord en ten
derde de rust der Gemeente verstoorde.
Nu do Kerkeraad hot pleit gewonnen had,
wilde lij nu maar ineens
korte metten met Ds. van Laren
maken. Zij drongen er bij de Classis op aan,
dat aan Ds. van Laren het recht om te pre
diken en ie catechiseeren ontzegd zou
worden en dat dc Classis, diverse predikan
ten naar Vlissingen zou zenden, die namens
de andere Walchersche Kerken, openlijk het
gevoelen van de veroordeelde' van Laren zou
den weerleggen.
Ernstig werd over deze zaak beraadslaagd,
maar de Classis weigerde beslist aan het
eerste deel van dit verzoek te voldoen.
Men verbood hem niet om te prediken......
maar, als hij het waagde in zijn predika-
Hot tweede deel werd echter aange
nomen. Men vaardigde de twee beroemde
predikanten Willem Teellinck en Jac. Mig-
grodius af, om in do verschillende Vlissing-
sche kerkgebouwen, namens de Classis te
prediken, in welke speciale diensten zij het
gewone Schriftuurlijke gevoelen nopens de
leer der opstanding der dooden moesten
voordragen en de Gemeente Vlissingcn aan
zeggen, dat de Classis de stellingen van hun
predikant Daniël van Laren, met algomeene
stemmen als
onschriftmatig had verworpen.
ut,
INGEZONDEN MEDEBEELING.
tiën weer over zijn dwaalleer te handelen,
dan volgde een ^onmiddellijke schorsing. De
Classis wilde den weg der liefde op en door
zachtheid de zaak zien te
„De Broeders der Classis van Walche
ren, in de vrceso Godts vergadert met aan-
roepinge des Naems Godts, om te letten
op het gevoelen van Ds. Daniells van Laren
van de opstandinge der Martelaren duysent
jaren voor d'andcro dooden cn hun
regneereri óp aCrde, hebben eenstemmelick
verklaart, noyt sulcis gevoelen gehadt te
hebben, gelijck sv oock hetsolve gevoelen
onschriftmaetig oordcelen te wesen; en
hebben gbet gevonden hctselve provision-
lijck de Gemeynte van Vlissingen mits
desen kenneliok te maeken. Sij vcrsoecken
middelertijd de goede Gemeynte, dat sy
in alle stilheid sich diesaengaende willen
dragen".
Na deze officieeje Classicale aanmaning
brak het twistvuur op hevige Wijze uit
Waarover het eigenlijk liep, begrepen velen
iet, maar wol zooveel, dat het tegen
un beminden Ds. van Laren
ging, cn dat was te erg.
Dat wilde men niet dulden cn'men be
sloot
gezamenlijk voor den deminé op te trekken
en den strijd met den Vlissingschen Kerko-
raad en Classis Walcheren nan te binden.
Een verweerschrift werd opgesteld, dat door
drie invloedrijke vrouwen uit Vlissingen
in de Classis werd aangeboden.
In dit stuk werd op een stouten toon gc-
eiseht, dat de Classis Walcheren, de handel
wijze van den Kerkeraad van Vlissingen
afkeuren en den hun Inziens onrecht-
t i g vervolgden Leeraar, aanstonds zou
ontheffen, van de zeer bezwarenle bepalin-
;n en censuur.
De Classis weigerde beslist en besloot een
jrweerschrift uit tp geven.
Maanden verliepen er en de twisten laai
den hoog op. Niet minder dan
achttien Classicale vergaderingen
rden over deze zaak gehouden, welke in
het teeken der grootste opwinding stonden.
Op de Classis van 30 Augustus besloot
en weer een deputatie te zenden, die op
1 September 1623, met de gemeente van
Vlissingen zou vergaderen en nogmaals dui
delijk het standpunt der Classis en dat der
Gereformeerde beschouwing zou uiteen
zetten.
Een geweldig rumoer ontstond op dezen
eersten Septemberdag.
Reeds uren van to voren, stond het heftig
opgewonden volk in de nabijheid der kerk
te wachten, om eens met die
Classicale onxeohtdrijvors af te rekenen.
De gemoederen waren ten zeerste verhit
i veel onheilig vuur was er op het altaar.
Onbewust wat hun te wachten stond, re
den de Classicale deputaten Ds. Herman
Faukelius en Ds. Bucerus per rijtuig naar
Vlissingen. Het gezicht van het rijtuig met
de Classispredikantén deed de woede ten top
stijgen.
Daar vlogen al do steenen door de ruiten
cn klonk het: „Weg met de Classis! Leve
Ds. van Laren! Weg met Faukelius!" enz.
door de lucht
Men stormde op het rijtuig af, raasde,
tierde, schold, dreigde, zoodat de 60-jarige
Faukelius beval niet in de straat door te
.rijdpn, maar zijn koetsier bevel gaf, om
aar de Hoofdwacht te rijden.
Hier aangekomen riep Ds. Faukeliuus de
hulp van den Baljuw van Vlissingen in, die
hem een groot deel der Stadswacht als ge
leide meegaf.
Nu was het een formeel oproer. Het gezicht
der gewapende macht verbitterde de gemoe
deren zeer, maar de Middelburgsche Fauke
lius, was niet bang. Ondanks het werpen
van steenen, klom hij op het rijtuig, en
gebruikt Tabletten
onovertroffen
tegen
Zenuwpijnen
Rheumatiek
Verkoudheid
Raad pleeg Uw Doft ter
Bij alle
Apoth. en Drog,
f 0,30 en f2,—
Kliniek verpakking f8.75
maande af van gewelddadigheden en zei,
dat hij niet naar Vlissingcn was gekomen
om strijd, maar om vrede te zoeken. Van de
scheldwoorden, die hem naar het hoofd ge
slingerd werden trok hij zich niets aan.
Onversaagd ging Ds. Faukelius en zijn
mede deputaat de Kerk binnen cn de uit
geschreven vergadering werd gehouden. Dc
stadswacht bleef echter bijde kerk om de
Classicale deputaten
een veilige terugtocht te verzekeren.
Gelukkig bracht Ds. van Laren zelve ont
spanning in deze verwarring.' Hij gevoelde
wol, dat hij het tegen de Classis toch niet
vol kon houden en dat afzetting onver
mijdelijk het sluitstuk van het conflict zou
zijn.
Hij deelde de Classis dan ook mede, dat
hij Vlissingen wilde verlaten.
Honderden aanhangers verzochten hem te
willen blijven cn dan desnoods een scheu
ring te veroorzaken. Men. zou hem wel
trouw blijven.
Ds. van Laren vroeg daarom aan de Clas
sis om een goed attest dei: Classis, opdat hij
dan elders zou kunnen preeken en beroepen
worden.
Gaf de Classis dit niet, welnu, dat was
een groote scheuring onvermijdelijk, daar
hij driekwart der gemeente mee had.
Dit was natuurlijk een zeer moeilijk ge
val.
Men stelle zich dat even voor, om een ge
tuigschrift uit te reiken, waarbij de waar
heid niet werd te kort gedaan en d|(it
daarenboven wegens deszelfs inhoud gle-
schikt was, om zijn persoon, elders aan
to bevelen. Werkelijk, dat was nu eens
een
Classicale puzzle
om er het hoofd mee te breken. Niettemin
wilde men hem gaarne in de Classis kwijt,
er Was reeds ruzie genoeg geweest- en allen,
ook van Laren zelve, verlangden naar dë
ontknooping van den strijd.
Ds. Faukelius, uit Middelburg, was echter
de man die redding bracht in deze netelige
zaak. Hij wist een zoodanig attest te ont
werpen, hetwelk de volle goedkeuring der
Classis wegdroeg en waarmede ook Ds. van
Laren accoord ging.
rt was met groote omzichtigheid gesteld
en verzoende beide partijen.
Slechts in de verte werd er op zijn Chili-
astische Voorstellingen gezinspeeld, maar
Hij' verklaarde vóórts, dat;hij (uitgezonderd'
do "doodsopwèkking alles aannam wat stond
in „den Paltsgraafschen Catechismus en de
Nederlandsche Confessie, mitsgaders ook wat
beleden stond in de geaccepteerde artikelen
„des Nationalen Synodi binnen Dordrecht".
„Voorts dat hij tot desem oproer binnen
Vlissingen ontstaen niet en. heeft geraeden,
noch oorsaeke gegeven, macr dat hij een
groot mishaegen aen denselven heeft en die
tor een onbehoorlycke sae-k houdt".
Nadat hij verklaard had, dat hij zijn afwijr
kendp gevoelens niet door zou drijven, maar
ze zoo stil mogelijk zou houden, gaf men
hem de verlangde Classicale afscheidsbrief
daarna verliet hij Vlissingen.
Langzaam keerde de rust daar weer, maar
het duurde nog lang eer ieder ervan over
tuigd was, dat de Kerkeraad de zaak recht
had 'ingezien en dat de
Classis geen onrecht
had gepleegd. Aan Faukelius werd hartelijk
dank gebracht voor alles wat hij in deze
dagen van beroering voor de Classis Wal
cheren gedaan had.
INGEZONDEN KEDEDEEIJNO.
IN ZIEKE EN GEZONDE DAGEN
WEET DE ZORGZAME HUIS
VROUW DAN OOK IN ALLERLEI
VORMEN
OP TE DIENEN.
KUNST EN LETTEREN
TENTOONSTELLING EN
„MEDEDEELINGEN"'
De heer Emmanuel de Bom, bibliothecaris
der Stedelijke hoofdbibliotheek te Antwer
pen, is zoo vriendelijk ons toe te zenden de
eerste twee jaargangen dér „M e d e d e c 1 i n-
gen" van doze inrichting. Deze Mededeo-
1 i n g e n verschenen voor de eerste maal
Januari 1928 cn vertierom de drie maan
den.
De eerste kern der Stadsbibliotheek be
stond reeds in de Siadslihryc, begin der 16e
eeuw. In 1608 werd besloten tot versmel
ting met de Ka pilt e 1 biblio t h c ek der Kathe
draal, om een „publicque biblnothecque" tot
stand te brengen. Na velerlei wisselvallig
heden kwam de verzameling terecht op het.
Stadhuis, iwaar zij voor het eerst in 1805
voor 't publiek werd opengesteld. In 1SS3
,werd de Stadsbibliotheek overgebracht naar
het gebouw, waarvan we hier onder een foto
geven. De boekenschat is in .de loop der ja—
onvolledig zijn en soms voorloopige, zelfs
voorbarige mededeeliingen doen.
In ieder mensch zit de drang zijn gedach
ten, gevoelens en overwegingen aan anderen
mee te deel en.' Zoo zijn er menschen, die er
'm hun jeugd en jongelingsjaren een uiige
breide correspondentie op na houden, maar
die later, wanneer zij hun gedachten en ge
voelens in de vorm van bijdragen cn artike
len in bladen en periodieken uiten, 'tot het
schrijven van persoonlijke brieven bijna niet
meer te bewegen zijn. De drang der gedach-
tenufrling heeft een andere richting geno-
„Men denke b.v. aan Erasmus, aan Chr.
Huyghens en zóóvele anderen. Hadden de
ze groote mannen in onzen tijd geleefd, zij
zouden ongetwijfeld behoord hebben tot de
ijverigste medewerkers van onze weten
schappelijke tijdschriften en heel wat min
der briefwisseling hebben nagelaten.
Nieuwstijdingen bestaan sinds de Roméi-
ncn. De keizers kondigden beslissingen of
inde Acta diurna.
1-Iet eerste gedrukte nieuwsblad is waar
schijnlijk uitgekomen in China „ICing
Radio Nieuws.
verheldsunderwüa). 4—5 Blner-l
Aula-voordracht uit dc R.IC UnU
roegen. lJror. Dr. Jac. van Glna-
auteur der Imitatio. 5.50—8 Gra:
'Beursberichten van Vas Dlas. 6.0S
Mr. H. F. A. Donders.- Onderwen
ïyka Macht". 6.356.-SG Gram-
Ichten in het Esperantt
a. 2—2.30 Vrouwen-
over practisch vrou-
Asperalagh: weten-
Ellen
3—3.30 VUfde "le# in
eren van lingeries en
_do R.K. Vereen. St.
n t>H het Mli-
5S.5B
rslar<
eraltelt
ïofo'on.
NU-
den
6.0»
|P. Heliki
ig-evorderden dc
[Spreker: Pastot
-8.10 Gramofooi
van Beukering te Kotter-
eratiebeatuur van de Lit.
srl&nd. Onderwerp: „Doo-
door de fabriek
n^trüde Industrie
"bereiding. XX. Het
m Walter Rac
le Tooneelbev
6.45—7.45 Engelscho lesst
:Coneert- Leden van de
versterkt omroep-orkest.
men Trnvlata en Rlgolett
de NV. Holland-
Opera en
n uit Car
re (9—9.4Ó)
lofoon tot 12.
Het gebouw der Bibliotheek.
gestadig uitgebreid, 'zij omvat momen
teel 190.000 deelen.
De beheerders van deze enorme verzame
ling stellen zich echter niet tevreden mei
hot bezit dezer schatten alleen, zij hebben
each de vraag gesteld: wat kan er gedaan,
om te bereiken dat het publiek inderdaad
profijt heeft van wat voorhanden is, er ge
bruik van maakt?
We wijzen op twee dingen, welke mis
schien ook in ons land mettertijd1 zouden
kunmen nagevolgd worden. Vooreerst op het
organdseeren van bibliografische tentoon
stellingen, telkens aangepast aan een of an
dere aanleiding, b.v. een honderdste geboor
te- of andere gedenkdag. In 1926 werd daar
mee een aanvang gemaakt. Een aanzienlijk
getal namen en onderwerpen werden uit
gekozen', die samen een veelgeschakeerd
beeld van ons moderne geestesleven geven.
Van September 1926 tot October '27 wer-
m zes zulke manifestaties van cult.ureelen
aard door de Stedél. Bibl, op touw gezet: 1.
tentoonstelling gewijd aan het Breviarium
Gfiimara; 2. aan de Ome-Lievevrouw.entoren
te Antwerpen; 3. aan Beethoven; 4 de le-,
',^pg van Carol Scharten; 5. de Rubenten.
toonstelling; 6. die. gewijd aan Charles dé
Coster (auteur van Uilenspiegel).
Er mag, aldus de heer De Bom, naar aan
leiding van dit werk, zonder vrees voor te
genspraak, vastgesteld worden, dat de Ste
delijke Hoofdbibliotheek blijk heeft gegieven
van een actief uitstralend vermogen.
De Sted. Hfdbibl. staat tihans in het cen
trum van het Antwerpsche intellectueele en
Jtultureele leven.
Het tweede middel, waardoor de beheer
ders het contact tusschen publiek en biblio
theek trachten te bevorderen, is het uitge
ven van de „M c d e d e e 1 i n g e n" voor 't
buitenland 25 francs per jaar), waarin de
nieuwe aanwinsten, verder allerlei wetens-
■aardigheden omtrent 't verdere bezit'der
Bibliotheek worden vermeld.
Uit de voor oi\s liggende beide eerste jaar
gangen noemen we de volgende artikelen:
Een Unicum (het handboek voor het boek
houden door Jan Ympijn Christoffels, het
oudst bekende werk over het Italiaansch
•dubbelboekhouden in de Nederlanden ver
schenen en te Antwerpen uitgegeven in 1543;
Abraham Verhoeven en zijn „Nieuwe Tij
dinghen" (Abraham Verhoeven was mis
schien de eeTste cou ran tier in Europa);
Honderdste verjaring van Frariz Schu
bert's sterfdag met Literatuur over Schu
bert;
Vondel's 250ste sterfdag herdacht; 5 Fe
bruari '29;
Over dagbladen en tijdschriften;
Bibliografie Hendrik Ibsen;
Bibliografie (70 kolom druks) over Vondel.
Aan het artikel over dagbladen en tijd
schriften mogen nog enkele interessante
gegevens worden ontleend.
De auteur is van meening, dat drie kwart
van.de moderne wetenschappelijke produc
tie oorspronkelijk neergelegd is in tijdschrif
ten, niet dn boeken
Het karakteristiek onderscheid tuschen
hoek en tijdschrift ie, dat het laatste vóór
alles actueel is. Het boek behoort degelijk,
grondig, volledig te aijn; het tijdschrift mag
Pao" (911). Oorspronkelijk verscheen het
op ongeregelde tijdstippen, sinds 1351 regel
matig. Waar tusschen China en Europa in
de middeleeuwen geen contact bestond, werd
het nieuwsblad in onze streken uitgevonden
geheel onafhankelijk van de Chineesche
krant. Eerst in Venetilë (eind 15e eeuw),
daarna in Augsburg, Frankfort, Keulen en
Antwerpen verschenen losse blaadjes met
mededeeldngen over belangrijke gebeurtenis
sen, gewoonlijk door een of meer houtsne
den verlucht.
De „Nieuwe T ij d i n g h e n" van Abra
ham Verhoeven begonnen in 1621 regelmati
ger te verschijnen en daarbij genummerd
en gedagteekemh
Op het gebied der tijdschriften was Frank
rijk baanbreker. De eerste uügave op dit
gebied was het Journal des Savants,
dat 5 Januari 1665 begon, te verschijnen en
dat bedoelde te geven: 1. een korte ontle
ding van de belangrijke uitgaven op alle
gebied, 2. bib-bibliografie van vooraanstaan
de mannon bij gelegenheid van hun over
lijden, 3. uitvindingen en ontdekkingen, 4.
voornaamste vonnissen der wereldlijke en
geestelijke rechtbanken, 5. alles wat in
Europa geschièdde.
In Zuid-Nederland werd de ontwikkeling
der pers krachtdadig tegengegaan door een
strenge censuur. In Noord Nederland be
stond in do 17e eeuw een enkel Hollandseh
tijdschrift, Deboeksael dier geleerde
werelt, dat van 1692 tot 1863 heeft be
staan; in de eerste helft der lSe eeuw kwa
men daarbijde Hollandsche Spec
tator (Justus van Effen), de Maande
lijks c h e berichten uit de andere
wereld en later de Nederlandsche
Spectator.
In 't midden der 19e eeuw komen de ge-
illustreerde weekbladen op. Rond '.t jaar 1895
vervangt d>e fotogravure de houtsnele.
Bij de aanvang der 19e eeuw bedroeg het
aantal dagbladen en tijdschriften 910, ia
1S72 reeds 20.000, in 1912 reeds 72.000. Men
mag gerust zeggen, dot over de geheele we
reld enkele honderdduizenden personen ln
het dagbladen- en tijdschriiftenbedrijf hun
bestaan vinden", besluit de schrijver.
Uiteraard zal een uitgave als de Mede-
de e 1 i n g e n der Stedel. Antwerpsche bi
bliotheek nn'et iedereen Intcresseeren, maar
er zijn toch wel menschen die er belang bij
hebben er kennis van te nemen en ze te be
zitten. We denken b.v. aan allen die ze;f
bij het bibliotheek-wezen betrokken zijn, ver
der aan studeerenden, letterkundigen, biblio
grafen enz.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
ij nat -Koüd
J weer
een paar Wybert-
tabletten! Zij be-.cher-
men tegen verkoud
heid en infectie.
Woensdag Q November.
HUIZEN (1875 M., Uitsluitend NCRV.-UItz.)
8.15—9.30 Morgenconcert. 10/30 Tüdsein. 10.30—
ll Korte Zlekendlenst te lalden door Da. S. P
Vermeer Geref. Predikant (11.V.) te Amsterdam
2 Middagconcert. Mevr.
Zuid. 12.30 Ttjdsc
MÖUeni
V Eldert Bakker, viool; de heer H Brugman,
piano; 2 Tijdsein. 2—2,30 Gramofoonplaten. 2,30
Tüdsein 2.30—4.30 Concert. Mevr. J. Hekkert—
van Eysden, sopraan; Dameskoor der Korte Zie-
kendieneten. MeJ. LouUse Laurenrotn, plano en
kerkorgel. 4,30 Tijdsein. 4.306 Gramofoonpla
ten. 6 TUdsein. 66 Kinderuurtje, te leiden door
MeJ. B. van der Veer te Utrecht. Zang: MeJ. O.
J A. Gelderman te Utrecht. 6.30—6.45 Causerie
Neder-
(Aan-
landsch Techipcum 1
ang der lessen 20 P
lotoonplaten, 7 Tijdsein. 7—7.S0 Ti
in Ir. W D P Stenfei
1929). 6.457 Grc
terdam, die
ua Ztti «Jireticu over: „..mennes en Antenne-
'elliglngen". 7.309 Kerkdienst vanuit de Chr.
Psalm 96 J
Efeze 5 121. 6 Inleidend woord tut de pre
dikatie. T Gebed. 7 Voorlezing van den tekst:
Efeze 5 20: Dankende allen tüd over alle
Land- en Tuinbouw.
Maandagmiddag werd in de ia&l der bloe
menkeuringen van het Krelagehuis te Haar
lem afscheid genomen van den heer W. War
naar uit Sassenheim, die in den loop van
W. WARNAAR T
het jaar om gezondheidsredenen al tijii be
stuursfuncties in de vereenigingen op bloem
bollengebied en in het hoofdbestuur van de
Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur had'
Omstreeks 4 uur werd de heer Warnaar
met zijn eohtgenoote en familie in de feeste
lijk versierde zaal binnengeleid, alwaar de
heer Ernst H. Krelage hem namens een
dertigtal vereenigingen, waaraan de heef
Warnaar, hetzij als voorzitter of bestuurslid,
hetzij op andere wijze gedurende zooveel ja
ren zijn beste krachten heeft gewijd, toe
sprak en een oorkonde, alsmede een teeke-
ning van een schrijfbureau met daarbij be
hoorenden zetel overhandigde.
Verder werd het woord gevoerd namenft
den Bond van Bloembollenhandélaren on
de Ned. Dahliavereeniging en door den bur
gemeester van Sassenheim.
De heer Warnaar dankte allen voor de
huldiging, waarna velen den scheidende dó
hand drukten.
FEUILLETON
Door
GUY TIIORNÉ.
NEGENDE HOOFDSTUK.
Bijzondere voorbeelden, die tot verschil
aantoonen tusschen de oude vrouw
en haar correspondent
Het lange station te Manchester stond vol
entsnappenden rook van de fluitende trei
nen. Nu en dan hield het gedruiscli even
op, als de trein weer wegreed.
Het Kerstfeest was nu voorbij. Er was
niet veel animo voor geweest. Weinigen
waren verschenen om „Adeste Fideles te
zingen en zelfs de trouwe geloovigen waren
genoodzaakt om hun innerlijke overtuiging
voor zich te houden.
Gortre, Helena en Ds. Byars stonden sa
men bij den trom. Zij praatten maar weinig,
maar dezelfde gedachte woelde hun door 't
hoofd. Het materialisme van het tooneel en
de gestadige activiteit van het gewone leven
vormde een groot contrast met de treurig
heid van hun eigen gemoed. De groote loco
motieven giet en het station in en uit en het
treinpersoneel ging zijn gewonen gang, als
of er geen duisternis over de aarde hing.
Zij stonden bij het portier van een wagon,
dien zij gekozen hadden in neerslachtige
houding.
Gortre zag nog bleek, maar hij was zicht
baar beter en sterker en er lag een besliste
uitdrukking op zijn gelaat Ds. Byars leek
verouderd, hij steunde op den arm van
Helena.
„Basil," zeide hij, „je gaat nu van ons
weer in het onbekende, God geve dat je on
gedeerd door al de gevaren en moeilijkhe
den komt, die voor je liggen. Wat mij be
treft ik ben in een toestand van twijfel en
onzekerhead. 1-Iet kan zijn, dat je den sleu
tel hebt van dit zwarte mysterie en dat je
de wolken zult kunnen verdrijven. Ik bid
met mijn gamsche hart dat het zoo moge
zijn, maar het ligt in Gods hand."
Hij drukte Basil hartelijk 4e hand als af
scheid.
Eigenlijk had hij maar weinig hoop cn
was nauwelijks in staat geweest om zich
het verhaal van den jongen man te reali-
seeren. Het was hem echter bijna onmogelijk
om de abnormale slechtheid te begrijpen,
waar het op doelde en liét scheen hem ook
onwaarschijnlijk, dat er zulk een diepe
duisternis op de aarde kon rusten, die al
leen zou veroorzaakt zijn door de actie van
twee mannen, die hij beide ontmoet had
en die op hem een goeden en aangenamen
Indruk hadden gemaakt.
Die gedachte ging hem te hoog, en ver
duisterde zijn brein. Het is wel merkwaar
dig, dat deze man, die trouw aan zijn ge
loof vasthield, niet kon gelooven, dat men
schen zoo slecht konden zijn, dat zij een
der gelijken leugen zouden kunnen verzin
nen.
I Helena wist niets van de vermoedens van
Basil, alleen dat hij veel hoop had op ieU
goeds. Zij wist, dat hij gedachten in het
hart had, die hemt weer tot het licht zou
den leiden, maar bijzonderheden waren
haar niet verteld cn zij had er óók niet
naar gevraagd. Zij was niet nieuwsgierig
van aard en vertrouwde Basil volkomen.
Dit kon door niets geschokt worden; zij
vond er niets onwaarschijnlijks in, 4at hij
goede hoop had op een verbetering van den
toestand.
Een ander zou zoo iets onmogelijk ge
acht hebben en geglimlacht hebben bij het
denkbeeld, dat Gortre in staat zou zijn om
het licht te doen doorbreken in de duis
ternis.
Helena cn Basil liepen nog eon poos pra
tend het perron op cn neer. Haar vertrou
wen en liefde voor hem deden hem goed
en vervulden zijri ziel met troost. Zijn hart
was zoo vol zórg, dat haar gesprekken hem
goed deden cn toen do trein al weggereden
was, zweefde haar beeld hem nog voor
oogon. Hij dacht nog la.ng over haar na, ter
wijl de trein al sneller voortreed.
Zijn ziel begon te gloeien naar verlangen
om don strijd op te nemen togen de vijan
den van Christus.
Hij keek eens in do coupé rond en nam
nu vnr.r den eersten keer de menschen op,
die e. in zaten. Hij had twee medereizigers,
een man en een vrouw. De man scheen
een knap handwerker le zijn, hij was netje*
gekleed en zijn optreden was bedaard en
fatsoenlijk. Ds vrouw was oud, wel bijna
zestig, zij had een onbeduidend gezicht en
grijs haar.
De man zat tegenover Gortre en zij
raakten met elkander in gesprek. De vreem
deling was koel en beslist. Hij scheen gaar
ne eens iet» te bespreken.
„Ik wensch niemand kwaad, zooals wel
denken kuht," begon hij, „maar u zult nu
toch wel begrijpen, dat uw baantje niet
mèer bestaat Dó kerk zal nu voor goed
weggevaagd worden on eigenlijk viiid ik
dat een hee>l goed ding. De werkende stand
had er toch niets aan."
„Omdat die stónd er niets mee te maken
wou hebben," zei Gortre met een glimlach,
„u denkt zeker tint nu een andere partij de
overhand zal krijgen."
„Ja, juist," zei de man, „dat zal nu ko
men en het werd er tijd voor. Vroeger ging
ik wel naar de kerk, maar nu doe ik 't niet
meer. Als de kerk nu weg wordt genomen,
door een besluit van het Parlement, dan
kunnen de menschen nog eens zien of hun
„Dus je zoudt de kerk niet willen weg
hebben?" zei de man.
„O neen, maar ik ben als Wesloyaan opge
voed en zal dat wel altijd blijven. Ik weet
niets van do kerken in Londen cn nu kom
ik voor het eerst in Engeland."
„Je hebt zeker wel gehoord van die ont
dekking, die te Jeruzalem gedaan is, waar
uit blijkt, dat Christus niet degene was,
waarvoor hij zich uitgaf? Daar hebben zij
nu de bewijzen voor."
„Maar wij hebben ook de bewijzen, dat
God de zondaars redt," zei de vrouw, „meer
dan één bewijs zou ik kunnen noemen."
Toen Gortre later door het drukke Lon
den reed, dacht hij nog met dankbaarneid
het geloof der oude eenvoudige
sprak op beslisten toon en dacht dat
Gortre hier niets .tegen zou. weten in te.
brengen.
i „Er zullen Stellig andere kerkgenootschap
pen komen," zei Gortre, „toch zal de gods
dienst nooit vernietigd worden. Dat moet u
nooit denken."
„Die is al vernietigd door de ontdekking
te Jeruzalem," zei de man, „en nu zal er
een godsdienst komen van het gezond ver
stand."
De oude vrouw zei, dat zij uit Cornwalles
was, en sprak den man nu aan.
„Je hebt het mis," zelde zij, „te J-nstwithul
waar ik woon staan de zaken heel anders
„Wel moedertje," zei de man, „laat eens
liooren, wat je er tegen in te brengen hebt."
..Dc Heer woont in ons-hart." 7 oh te rij.
„ik ben nu 60 jaar en heb vee! verdriet
nd hen niet op den goeden weg kan Dat soort menschen stoorde zich niet aan
hou.' 1." geleerde bewijzen, zij hielden zich vast aan
hot aloude geloof.
De straten vjyi Londen zagen er nog pre
cies hetzelfde uit, al toen hij wegging; het
leek hem, alsof hij maar een enkelen dag
was weg geweest en het was hem bijna on
mogelijk om te realiseeren, dat er zooveel
in dien ty gebeurd was.
Daar zou hij echter spoedig genoeg aan
herinnerd worden. De deur van zijn kamer
was niet gesloten, hij duwde die open en
trad binnen. Hij was altijd netjes en precies
en nu werd hij getroffen door de benauwde
atmosfeer die er hing. Het rook er naar si
garen en drank. Blijkbaar was er niet ge
lucht en waren de ramen niet eens open
geweest. Op één stoel lagen eenige theater
programma's, op een onderen een wit meis-
|e-schoont je, waarin een bouquet bloemen
istopt was. De tafel was bedekt
leefd. Ik geloof, dat er veel dwazen rond- joverblijfselen van een souper, eenige leege
Ichompagneflesschen en een rose satijnen
loopen."
doos met blauwe lintjes, half gevuld met
bonbons.
De kleine Hermes van Praxiteles, die op
een der boekenkasten gestaan had, vyas ge-
schonden. Het lxjeldje was vuil, de wangen
waren rood gevorfd en de oogen zwart ge
maakt met violetten inkt, de lippen vuur
rood.
Basil zette zijn handkoffer neer. Hij was
bleek geworden bij het zien van deze bewij
zen van loszinnigheid en buitensporigheid.
Het hart zonk hem in de schoenen en hij
begon aan Harold Spence te twijfelen.
Terwijl hij nog verstomd stond rond te
kijken, kwam Spcncé uit zijn slaapvertrek
de kamer binnen. Hij had een flanellen
broek aan en een smoking-jasje. Basil zag
dadelijk, dat hij te veel gedronken had.
Zijn wangen waren opgezwollen, hij had
zich niet geschoren en scheen zeer opge
wonden.
Er zijn menschen, die spoedig in huil oude
verkeerde gewoonten terugvallen en op wie
dit een zeer zichtbare uitwerking heeft Zoo
iemand was Spence.
Gortre was verwonderd over de verande
ring, maar hij was iemand met veel tact
Hoe de toestand was bleek duidelijk genoog
en hij vatte het plan op om zeer voorzich
tig op te treden.
Spence scheen niets op zijn gemak bij de
ontmoeting, maar toen zij samen bij don
haard zaten, begon hij ronduit zijn gedach
ten te uiten.
„Ik zie wel, dat je Iets hindert mannetje,"
zeido hij, „zou het maar niet beter zijn.
dat je dadelijk zei, wat je on het hart hebt."
(Wordt vervolgd).