v. ROSSEM's is de beste KOFFIE. DE VERZEKERINGSKAMER Gemengd Nieuws. SAMBO EN 'JOCKO TOEN HET NOG DUISTER WAS WOENSDAG 30 OCTOBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9 BERNHARD VON BÜLOW t DE STRIJD OM EEN.... TOFFEE 'S KEIZERS VIERDE KANSELIER HOE DE KEIZER OVER HEM EN HIJ OVER DE KEIZER DACHT De eenige kanselier, die genoemd kan worden naast Bismarck. (Van onzen Duitschen correspondent) In mijn geheugen ligt een spotprent, waar schijnlijk gezien in „Kladeradatsch" of „Sim plizissimus", voorstellende den ijzeren kan selier Bismarck. Deze stond ten voeten uit geteekend, een krachtfiguur, een humenge- stal te en onmiddellijk naast hem zijn scha duw, slechts ten deele aangevuld door zijn opvolgers Caprivi en Hohenlolie, twee kan seliers, die inderdaad niet in Bismarck t> schaduw konden staan. Twee. andere spotprenten namen een loop je. met 's keizers vierden kanselier, Bern- hard von BiiLow, die thans, 82 jaar oud ge worden. in Rome, zijn lievelingsstad, kwam te overlijden. Men ziet hem voor den spiegel staan, niet zonder ontsteltenis, want zijn spiegel beeld is keizer Wilhelm II. Onder dié spotprent staat te lezen: Spieglein, Spieglein an der Wand. Wer ist eigentlich Kan zier im Land? Dat teekent de verhouding tusschen kei zer en kanselier. Caprivi, generaal der in fanterie, aanvaardde op keizerlijk bevel een positie, tegen wier omvang en beteekenis hij allerminst was opgewassen; Hohenlohe, een man op leeftijd, ging noode op 's kei zers verlangen in en ook hij beantwoordde niet bij benadering aan de eisohen, we'ke deze hoogste positie in het politieke leven nu eenmaal stelde. Wilhelm II, ontijdig vroeg aan het bewind gekomen, wilde zelf den teugel ter hand nemen, wilde regeeren naar eigen inzicht, beschouwde den naa<t hem staanden kanselier hoogstens als een aanvulling van eigen vinding en energie maar al ras kwam hij tot de ontdekking, dat het buitenland, vooral Engeland en Frankrijk, gansch anders op zijn uitlatin gen reageerden, dan hij gedacht en gehoopt had. Nu moest Von Bülow er aan geloovcn.' Reeds in 1895 had de keizer gezegd: „BUlow soli mein Bismarck werdenl" Hij gaf daarmee het bewijs, dat hij Von Bülow al evenzeer overschatte als hij den grijzen Bismarck onderschat had. Van allen kant was 's keizers aandacht op den jongen diplomaat gevestigd. Bulow, Bemhard von Bülow, de zoon van den vroe- géren gezant te Rome, gehuwd met een Jtaliaansche vrouw van veelomvattend ta lent, werd aangediend als een diplomaat van groot formaat- En inderdaad, hij was een markante verschijning, epn voortreffelijk re denaar, een voorzichtig staatsman en daar bij een causeur, gelijk men die in de krin gen der Pruisische diplomatie niet alle da gen ontdekte. Als vriend van 's keizers hof maarschalk Fürst von Eulenburg werd hij goed geïntroduceerd. Het aanvankelijk oor deel des keizers over Bülow luidde: „Een prachtkerel! Welk een genoegen om met iemand te doen te hebben, die mij met lichaam en ziel is toegedaan, met iemand, die mij kan en wil begrijpen!" Het' oordeel van Von Bülow omtrent Wil helm II was weliswaar ook waardeerend, maar niettemin veel voorzichtiger en raker: ..Zijne Majesteit is als mensch aantrekke lijk, meesleepend, ontroerend; als regent wordt hij door temperament, gebrek aan nu- apceering, bedreigd door allerlei gevaren, wanneer hij niet omgeven is door verstan dige en trouwe dienaren. Daarvan zal het afhangen, of zijn regeering een schitterend of een duister blad m onze geschiedenis beslaat Bij zijn indivi dualiteit is dit allebei mogelijk!" Dit werd door Bülow reeds in 1898 neergs schreven, en men zal moeten toegeven, dat zijn zienswijze door de feiten werd beves tigd. Ballin, die als zoovelen niet begreep, dat Von Bülow al evenzeer als zijn beide voor gangers tot vleien gedwongen was, 6chudde het hoofd en zuchtte: „Dat kan onmogelijk lang duren! De keizer is een veel te ver standig man, om niet te voelen, dat Von Bülow hem voortdurend honing om zijn mond smeert!" Walderaee, die den keizer eohter langer en beter kende dan Ballin, antwoordde: „Ik ben een andere meening toegedaan. Het vleien is den keizer tot dusver nog nooit te Veel geworden!" Niettemin als rijkskanselier beteeken- 'de- Bülow heel wat meer als Caprivi en Ho- Bovenstaande foto laat zien hoe de Van Melle's fabrieken le Breskens reclame maken voor haar zoo gewilde producten. De reclamewagen met de geef grage meisjes in typisch Zeeuwsche kleederdracht wordt door groot en klein omstuwd. Het is een dringen en zich rekken, om slechts een enkele van Van Melle's Toffee machtig te worden henlohe. Hij zeide weliswaar nooit neen! tot den keizer, luisterde met den verlangden 1 eerbied naar alles, wat deze wenschte en be val maar hij handelde naar eigen inzicht en maakte veel goed, wat anders bedorven >u zijn. Ware Von Bülow's persoonlijke invloed op den keizer sterker geweest, misschien had- we den oorlog van 1914191S niet be leefd. Driemaal beproefde Engeland met Duitschland een bondgenootschap aan te gaan en de eerste stap in die richting ging van Chamberlain uit Met zulk een bondge nootschap zou een lievelingswcnsch van Bismarck in vervulling zijn gegaan. De kei- schreef in die dagen: ..Nu komen ze, de hoogmoedigen! Vooral niet toegrijpen! Laten wadi ten! Ze zijn van plan ons tot een bond genootschap over te halen, of ons, net als Holland, te vernielen voor we sterk genoeg zijn geworden". 'on, het viel allerminst gemakkelijk, om naast Wilhelm II als kanselier te werken, foat staan te regeeren. Sterk overtuigd van zichzelf en zijn souvereine onschendbaar heid formuleerde keizer Wilhelm II vaak zijn gedachten op een wijze, welke andere landen en volken kwetste, ook al lag zulks wellicht niet in zijn intentie. Een der meest pakkende gevallen was de publicatie van een keizerlijk inter view, gepubliceerd in de Londensche „Daily Telegraph". Het behandelde de verhouding tusschen Engeland en Duitschland. Het par lementaire systeem bracht met zich mede, dat elke uitlating des keizers voor even tuecle publicatie in de Wilhelmstrasse aai controle onderworpen moest worden. Dit was klaarblijkelijk verzuimd. De publicatie wekte althans een storm van verontwaardt ging, zoowel in Engeland als in Duitsch land. De „Norddeutsche Allgemeine Zeitung" stelde vast, dat de keizer het ontwerp wel degelijk naar de rijkskanselarij had doorge zonden. Men neemt, aan, dat Von Bülow nalatigheid of uit andere overwegingen het manuscript heeft doorgezonden, zonder zelf kennis van te nemen. In elk geval, zijn verhouding tot Wilhelm II nam een gansch andere gedaante aan. Men verwachtte zijl demissie. Wandelend door don tuin van het Berl, ner Schloss met Von Bethmann Hollweg moet de keizer tot dezen omtrent Bülow gezegd hebben: „Ich habe das Luder fort- ge jagt!" In de geschiedenis van het korte Duitscbe keizerrijk zal Von Bülow niettemin blijven voortleven als de eenige rijkskanselier, die wat beteekenis en begaafdheid aangaat, ge noemd kan wordjen naast Von Bismarck. HET VOLKSGERICHT TE ZUID-LAREN. De varkenskoopman te Zuidlaren (Dr.) wiens huis en inboedel bij een volksgericht aldaar werd vernield, heeft een aanklacht bij den Officier van Justitie te Zwolle tegen de bedrijvers ingediend. Verschillende ver dachten zijn reeds in verhoor geweest. BRANDEN. Aan den Cortenoeverschenweg te Bram men is het dubbele woonhuis, bewoond door de gezinnen Jurriëns en Hoe vers in brand geraakt, vermoedelijk door een lek in den schoorsteen. Tengevolge van gebrek aan water kon de brandweer niets uitrichten, zoodat het perceel tot den grond afbrandde. Eei.; meubilair kon gered worden. Het huis was laag verzekerd. DE COMMUNISTISCHE ACTIE IN FRANKRIJK WAREN DE AUGUSTUS-TROEBELEN „GROOTE MANOEUVRES"? HOE STAAT HET MET HET COMPLOT TEGEN DE VEILIGHEID VAN DEN STAAT? (Van onzen Parijschen correspondent) Dit zijn vragen welke meer belang hebben dan zoovele andere, welke men dagelijks de Fransche pers ontmoet in een tijd dat de meest triviale dingen tot enquête-onderwerp naar voren geschoven worden. Zonderling genoeg, dat een kwestie van zoo primair be lang bijna geheel op den achtergrond gehou den wordt. Sinds einde Juli, toen een honderdtal communistische leiders eh partij-agenten werden vast genomen wegens hun plannen voor een al te roerigen eersten Augustus, or een bijna alomvatlende stilte ingetreden. Deze word slechts af en toe onderbroken door het openen on weer sluiten van celdeur in de Santé-gevangenis, en, als echo daarop, een krantenberichtje, dat men een negentigtal dezer heeren voorloopig weder op vrije voeten had gesteld wegens plaatsgebrek in deze hoogstnuttige instel- iing. Intusschen is de rechter van instructie Peyre nog immer druk bezig papieren na te pluizen, omdat men hem niet minder dan drie vrachtauto's vol heeft toegevoerd, alle afkomstig van de communistische vereeni- gings- en partij-bureaux! Zoo af en toe ont biedt hij een drie. of viertal Moskou-mannen bij zich in het Palais de Justice en vertelt hun dat zij voor dit of dat vervolgd zullen worden, zoodra zijn instructie zal beëindigd zijn, welke medcdeeling door hen vervolgens vrij kalm in den zak gestoken wordt. Enkele bladen hebben even de vraag overwogen hoe hun zaak berecht njoet worden, voor een jury-rechtbank of voor het Hooge Hof, en zijn tot de conclusie gekomen, dat dit wel lood om oud ijzer zal wezen. 't Is een uiterst onaangenaam ding in het publiek een onomwonden meening te moe ten uiten over een partij, welke weliswaar slechts een elftal afgevaardigden in de Ka mer heeft, doch in het land zijn honderd duizenden. Terwijl zoo de zaken van officieele zijde nog in het onzekere hangen en men niet weet wat er gebrouwen wordt, hebben de communisten zelf dit respect goed benut 't Lijkt er op of de mislukte Augustus-actie, verre van hen te ontmoedigen, thans door hen als een soort van groote manoeuvre wordt uitgebuit. Op het laatste Communis tisch Congres hebben meer dan vierhonderd duizend leden zieh door hun afgevaardigden in principe bereid verklaard tot de algomee- ne rcvolutionnaire staking en het georgani seerd gewapend verzet, waartoe een uit Mos kou overgekomen „missionnaris" hen opriep en het honderdvijftigduizendtal syndicaten, HET VERSLAG OVER 1928 De consolidatie van het levensverzekering- i spaarkasbedrijf heeft in 192S verderen voortgang gemaakt. Zoo mogelijk moet dit geleidelijk geschieden zonder schokkende ge beurtenissen als noodregelingen. Deze laatste kwamen in 192S nog twee malen voor, n.l. in de eerste helft van het jaar; beide gevallen hadden betrekking op spaarkasondememingen, die in het bedrijf geen groote rol speelden. Zooals vanzelf spreekt, beperkte zich de zuivering echter niet tot de voer ieder zicht bare noodregelingen en overdrachten. Bij de totstandkoming van de wet op het levensverzekeiingsbedrijf heeft het beginsel der „openbaarheid'' gezegevierd. Na alles, wat wij hebben ervaren in de jaren, welke sedert cle invoering van de wet op het levensverze keringsbedrijf zijn verstreken, zouden wij ook nog, stel wij stonden voor de keuze, plei ten voor publiciteit in uitgebreiden vorm. Wij vertrouwen, dat steeds meer het ge zonde beginsel ingang zal vinden, dat het sluiten van spaarbrieven en verzekeringen geheel los zij van bepaalde beleggingen, m.a.w. dat nocli byv. hypotheken als productie apparaat dienen voor spaarbrieven of verze keringen, noch spaarbrieven worden uitgege ven met het oogmerk, om de stortingen te beleggen in pand- of schuldbrieven van een verwante maatschappij. Het aantal onder toezicht staande naam- looze vennootschappen verminderde tot 54, welke alle de verklaring van art. IS bezitten. Het aantal onder toezicht staande onder linge maatschanpijen is thans IC Met verster king der grondslagen der wiskunpige reserve werd voortgegaan; aangenomen mag worden, dat dit ook in de naaste toekomst het geval zal wezen. Meer dan de sterfte, die by goed geleide zaken een vrij stabiele winstbron is, trad in de laatste jaren de rente belangryk naar voren. Een neiging om geleidelijk over te gaan naar netto-reserve is onmiskenbaar; hierin staat ons land niet alleen, tegon misbruik zal moeten worden gewaakt. Van de winst over 1928 ad pl.m. f 16,5o6,000 is slechts 1/3 tot uitkeering gekomen, terwyl pum. i 9,500.000 van de versterking werd gebezigd. Onder voorbehoud, dat met groote kennis van zaken geoordeeld en geschift wordt, wil het ons voorkomen, dat in beperkte mate voor aandeelen een plaats is in de effecten- portefeuille van die maatschappijen, welke groote marges hebben bjj de waardeering v haar verplichtingen. Het feit, dat onder de groote geldgevi de Ryksforrdsen een steeds belangrijker plaats innemen en o.a. op hypothekengebied het Invaliditeitsfonds als geldgever en dus als concurrent van de levensverzekeringmaat schappijen optreedt, brengt mede, dat het zoo buitengewoon belangrijke beleggingsbednjf van de levensverzekeringmaatschappijen steeds meer zorg zal vragen. Hoewel nog steeds premieverlaging hier daar aan de orde is, neemt zy voorloopig geen onrustbarende vormen aan en veilig mag wor den aangenomen, dat dit ook niet het geval zal worden. verblijdend verschijnsel, dat langzamerhand het levensverzekeringbedrijf in zoodanige positie k'omt, dat vraagstukken de aandacht vragen, niet voortspruitend uit oan eventueel zwakke financieels positie, doch integendeel juist naar voren komend als INGEZONDEN MEDEDEELING. dat niet genegen was dezen zelfden weg te bewandelen is eenvoudig er uit georgani seerd. Welke les kan nien hieruit trekken? In de eerste plaats laat een politieke partij geen belangrijk aantal leden vallen, tenzij dat men op een algeheele mobilisatie van zijn troepen aanstuurt, en men derhalve de aarzelenden en halfovertuigenden niet lan ger gebruiken kan. Het gerucht, dat m< November of December een groote en licht bloedige „Krach" mag verwachten, boe fantastisch het op het eerste gezicht moge schijnen, is daarom niet geheel van grond ontbloot, het ligt logisch in dezelfde lijn als de overige communistische praeparatieven. Doch in de tweede plaats geven deze din gen tc denken, zoo men hiernaast de hou ding van het Fransche Gouvernement stelt, Vooreerst is het iets ongehoords dat een con- gres, waar zulke destructieve besprekingen plaats hebben ongestoord gehouden werd, en dat de Moskousche zendeling ongehin derd komen en gaan- kon. Deze houding der overheid werpt op haar het vermoeden van weinig vastheid en doortastendheid. Hetzelf de is het geval waar het haar reageeren op den Augustus-aanslag betreft. In stee van slreng en doortastend op te treden toen zij eenmaal de hoofdleiders in haar slagnet had, heeft zij thans de gelegenheid geopend voor de communistische agitators om de organi satie sterker dan ooit samen te trekken. Hoewel deze er zich op beroemen dat in le ger en vloot talrijke „cellen" zitten, is men er tot op heden zelfs nog niet in geslaagd 'een dezer geheime broeinesten aan het licht te brengen en onschadelijk te maken. De roode dreiging broeit derhalve gevaarlijker dan ooit Is men van hoogerhand bevreesd, zich de vingers te branden? nevenverschijnsel van toenemende welvaart. Van concentratie in het levensverzekering- bedrijf kan nog nauwelijks gesproken worden. Nog slechts 12 spaarkasondernemingen blyven over, die in exploitatie rijn. Verder 12 nfwikkelende spaarkasondernemingen of totaal 24 26) ondernemingen. Alles wijst op een geleidelijke ontwikkeling in de goede richting. In het verslagjaar werd bij enkele onder nemingen een verzwaring van grondslagen der administratiereserve ingevoerd. Gewenscht zou hier zijn de invoering van uniforme spaarreglementen. Meer dan de levensverzekeringmaatschap pijen toonen de spaarkassen by hare beleg gingen een voorkeur voor hypotheken. De kassen moeten op een bepaald tijdstip afgewikkeld worden; hypotheken, die op dat moment minder goed zijn, moeten dan te gelde worden gemaakt, hetgeen tot eigen- irdige moeilijkheden aanleiding kan: geven. Op ultimo 1928 vielen 130 fondsen ender toezicht waarvan er 106 (108) de ver klaring van art. 18 bezaten. De gemiddelde rente door de gezamenlijke levensverzekeringmaatschappijen gemaakt van hypotheken bedroeg 5,24 pet. (5,38). Gemiddeld heeft uitgestaan rond f 260,150,000 i 1927 en f 285,200,000 in 1928. De gemiddelde op effecten gemaakte rente bedroeg 4,87 pet. (4,89) in 1928 Het uitgestaan hebbend bedrag bedroeg f 182,700,000 in 1927 en f 201,100,000 in 1928. Aan schuldbekentenissen aan gemeenten enz. stond uit f 75,500,000 in 1927 en f 79,900,000 192S. De gemiddelde rente bedroeg 4,96 pet. t5,20 pet.). Aan vaste eigendommen heett gemiddeld uitgestaan f 31,400,000 in 1927 en f 81,200,000 i 1928. De gemiddeld gemaakte rente bdroeg 5,63 pet. (5,33 pet.). Alle beleggingen te zamen genomen, heeft gemiddeld uitgestaan f 612,700,000 in 1927 en f 665,100,000 in 1928; de gemiddeld gemaakte rente bedroeg 5,08 pet. (5,16 pet.). De „statutaire en andere reserven" stegen met rond 8 millioen gulden en bedragen aan het einde van 192-3 f 61,800,000 zynde bijna 10 pet van de premiereserve. De gezamenlijke maatschappelijke kapitalen bleven om en naby f 32,000,000 bedragen. premiereserve bedroeg einde 1928 f 626,300,000. By de levens- en volksverzekeringmaatschap pijen bedroeg het totale premie-inkomen 91,4 millioen (84,7 millioen) gulden. De post inte rest en huren 34.2 mülioen (31,9 millioen) gulden. De kapitaalsuitkeeringen bedroegen 32,6 28,8) millioen gulden. De rente-uitkee- ringen 9,3 (8,7) millioen. De afkoopen 8.4 (7,6) millioen, en de onkosten 24,6 (22,7) milL Het spaartegoed voor de gezamenlijke spaar, kassen steeg van pl.m. f 41,300,000 tot pl.m f 52,000,000. Het maatschappelijk kapitaal plus reserves van plan. f 1,228,000 tot f 1,714,000. De cijfers voor spaartegoed en belegging der spaarkassen steeg. Het administratieloon bedroeg f 1,021,000 (v. j. f 1,061,000) en de onkosten f 1,513,000 (f 1,404,000). De verzekeringspremiën, na aftrek van her verzekering f 1,104,000 (f 1,023,000). Bij Nederlandsche maatschappijen liepen groote verzekeringen kapitaal f 1,632,419,685 (f 1,508.355,976), rente f 48,382,396 (f 41,574,905), volksverzekeringen f789,306,519 (f 752,698,162), rente f 40,292 (f 18,306), te zamen kapitaal f 2,421,726,204 (f 2,261,054), rente f 48,422,688 (f 44,593,211). De totale bruto-stand van het levensverze keringbedrijf bedraagt: Nederlandsche Levens, verzekering Mycn f 2,905.953,084, NederL VREESELIJKE VONDST. Te Arnhem werd aan het stationsbureau een tasch in bewaring gegeven, welke na on derzoek een kinderlijkje bleek te bevatten. EEN BEDOLVEN HOEVE. Bij Maasdijk (Z.H.) is een groot gebied op gespoten met bagger uit de# Maas. Een boe renhoeve, welke daar niet afgebroken werd, is nu tot aan het dak in de bagger bedolven. MOORDAANSLAG. In Serjansland, gem. Oosterland (Z.) had een moordaanslag plaats. De landarbeider E. de Letter, kreeg twist met A. F. v. Hoeven, raadslid der gemeente, bij. wien hij vroeger in dienst is geweest De twist liep zoo hoog, dat de Letter, die aan het jagen was, met een jachtgeweer drie schoten op van Hoeven oste. Deze werd echter door den hagel slechts licht aan een der armen gewond. De dader oor den officier van Justitie te Mid delburg geleid. DE BEDRIEGER BEDROGEN. Te Amsterdam stond op de Keizersgracht een auto, waarin zich een koffer bevond. Een voorbijganger maakte zich van dezen koffer meester en bevond, dat de inhoud nogal wat waard was. Hij bevatte nL een partij meisjesschoenen, vijftien paar. Groot zal echter de teleurstelling voor den dief geweest zijn, toen hij bemerkte dat het niet vijftien paar schoenen waren, doch dertig schoenen, allemaal voor den rechtervoet. DOOR STORM GETEISTERD. Te Urk is aangekomen een sleepboot met het tjalkschip „De twee Gezusters", schipper B. Drenth, geladen met steenkolen, bestemd voor Leeuwarlen. Vlak voor de haven ge raakte het tjalkschip op den havendam vast. opvarenden konden met moeite gered worden. Als het weer bedaart bestaat er alle kans dat schip en lading gered kunnen wor den. Een tweede schip „De twee Gebroeders" van Strijen, geladen met mais, is behouden binnengebracht door twee 6leepbooten. Van dat schip was de mast afgeslagen. Een derde schip ligt voor anker, doch behoeft geen as sistentie. EEN GEHEIMZINNIGE SCHIETPARTIJ. Te Assen beweerden twee personen, dat op hen in het Pelinckbosch was geschoten door een meisje van ongeveer 17 jaar, die een fiets bij zich had. Onmiddellijk na de aangifte trokken marechaussees er op uit en werd het geheele bosch aan een nauw keurig onderzoek onderworpen, zonder ech ter het minste spoor van de vermeende da- deres te kunnen vinden, hetgeen vreemd was, daar slechts een zeer korten tijd was verloopen tusschen de aangifte en het onder zoek, terwijl een en ander ook veel nieuws gierigen op de been had gebracht, die even min iets verdachts hebben bespeurd. Ook konden de betrokkenen geen nadere verkla ringen geven omtrent den aard van hel wapen, waarmee het meisje haar schutters- talenten beproefde. Spaarkasonderneiniirgou f 102,211,201, Ned. Fondsen f 44,765,412, Ned. Omslagfondsen f 29,000 en buitenlandsche maatschappyen f 49,504,469, totaal f 3,102,463,166 (f 2900 millioen). Na herleiding van de rente tot kapitaal blijkt van de buitenlandsche maatschappijen het totaal verzekerd bedrag f 49,504,470,51 te zijn. Er loopt f 9,394,498,64 kapitaal (f 10,798,512) met f 234,418,02 jaarprenue (v. j. f 262,076,63) en f 6,821,527,49 premie- reserve (v. j. f 7,050,003,67) by maatschap pijen, welke hier te lande haar bedryf afwik kelen. '(Nadruk verboden). VAN EEN LEEUW EN EEN AAP 15. Terwijl is Sambo aangekomen Bij 't woonhuis van den Directeur; Brutaalweg sluipt het heerschap binnen, Van achter door de keukendeur. De biefstuk, die op 't aanrecht ligt, Onttrekt zich weldra aan 't gezicht. 16. Nu sluipt hij langs de trap naar boven^ Waar d' eega van den directeur Zich, met het oog op een visite, Bewerkt met „poudre" en odeur, Terwijl haar man, voor hij zich scheert. De zeepkwast met gevoel hanteert (Wordt Vrijdag vervolgd) FEUILLETON Door GUY THORNE. 31) Sommigen twijfelden, evenals op den berg in Galilea. Het Protestantisme in het bui tenland, vooral in Duitschland, waar men veel doet aan hoogere Bijbelcritiek, is steeds gehinderd door het te veel hangen aan de letter en zoo had het eenigermate de hulp van den Geest, die het leven geeft, verloren. Het hart van het Protestantscho Inge land is echter nog gezond, en terwijl Rome en het Ritualisme er over ontsteld zijn. dat hun geheele gebouw in stof valt, blijven wij op vasten grondslag staan. Vpor de zwakke broeders kan wel iets toe gegeven worden. Onze groote Hervormers hebben dat ge-wel- dig getuigenis opgesteld van het Prote- stantsch geloof, dat heet: artikelen van geloof, waarover alle aartsbisschoppen in i-|«t 7::r> "pocfeliiken de- Er waren vreesachtige menschen onder de groote godgeleerden, die ons uit Babyion hebben uitgevoerd en het vierde artikel van de Negen en dertig werd door den Sileziër Caspar Sohwenckfeld aangehaald, om aan de bezwaren van de sacerdotale partij tege moet te komen, die erg gehecht waren aan de wereldscihe goederen der kerk, evenals zij dat nu zijn. Het weglaten van ongeveer twaalf woor den zou allen twijfel omtrent de verklaring wegnemen. Wij kunnen ons tevreden stellen met te verzekeren, dat „Christus werkelijk uit de dooden is opgestaan", zonder verdel er bij te voegen „en Zijn vleeschelijk lichaam heeft aangenomen zooals Hij dat op aarde had". Het is altijd zoo verkeerd geweest van het Christendom om het onbegrijpelijke in woor- dan te willen uitdrukken: „Ingaande in de onzienlijke dingen, die hij niet gezien heeft, opgeblazen zijnde in het verstand". Nu zal het echter zeer gemakkelijk zijn met de hulp van een Protestantsch Parle ment, dat toch reeds bpsloten heeft de pries terheerschappij te vernietigen. Er zal genoeg tijd zijn voor deze wijziging in den gods dienst uit de 16e eeuw. Voor het tegenwoordige winnen wij veel. Wij zullen alleen in de toekomst minder hooren over de aanbidding van het Heilige Hart en de lasterlijke vertooning van de Mis zal ophouden. Niemand zal durven verzekeren, tenmim- :m in Fnireland, dat het lichaam van worden ter aan- Christus, stralend in Zijn geestelijk lichaam, heerscht over de harten van Zijn ware vol gelingen en wij zien uit in het geloof naar wis eigen verlaten van dit aardsahe li chaam, dat dagelij ksoh meer afneemt weten de, dat wij een geestelijk huis hebben in de Hemelen, niet met handen gemaakt, maar Het gelaat van Ds. Ripon werd rood van ergenis bij het lezen van dit handig in el kaar gezette en toch lougenachtig vertoog. Hij ergerde er zich over, dat deze ontzetten de onthulling zoo gemakkelijk was aange nomen en over dit stuk, dat, als het waar heid kon bevatten, het geheele Christendom zou vernietigen en tot een fabel maken. Uit dit stuk bleek echter welken weg de menschen zouden opgaan als zij de nieuwe ontdekking voor waarheid aannamen. Mor gen zou do groote vergadering worden ge houden van de mannen, die nog in Chri; tus geloofden en er van overtuigd waren, dat llij gestorven was en er weer uit de doo den opgestaan, liet \recsolijke rapport was nu opgemaakt Gedurende de veertig uur van zijn bestaan begon alles reeds op zijn grondvesten te trillen. Morgen moest de strijdende kerk baar meening tegenover de wereld uitspre ken. Er werd buitendien gezegd dat de groote golf van ontrouw en spot, die ieder uur meer vernietigde, eindelijk zou ontaarden een algemeenen opstand. Alles scheen nu in een zwarte, liopelooze duisternis gehuld TTil nam het rapport weer eens op om het be«tudeeren, zooals hij dien dag - c"»daan had, Voordat hij het echter opensloeg, knielde ii weer neder in gebed. Terwijl hij bad, daalde een heel stille vre de op hem neer; hij voelde zich zoo dicht bij den Heer, dat twijfel en somberheid voor Hem weg vlo den. Wat beteekeinde logica, bewijzen van stee- en tafels en rapporten van archaeologen, met dit vergeleken? Hier in deze eenzame kamer was Christus tegenwoordig, Die hem vermaande om goe den moed te houden. Met heldere oogen en vervuld met de be zieling van iemand, wiens wandel is met God, sloeg de predikant het artikel nog eens open om het door te lezen. ZEVENDE HOOFDSTUK. Het uur van den chaos. Gedurende de eerste dagen van de duis ternis waren honderden en duizenden Chris- n zoozeer in hun geloof geschokt, dat zij bijna geestelijk dood waren. De lamp des ge- loofs flikkerde erg laag maar toch werd de uitwerking van de ontdekking te Jeruzalem niet het sterkst in Londen gevoeld. In die groote stad heerscht uiterlijk veel onverschilligheid, die voortkomt uit mil- lioenen verschillende belangen. In het grim miger Noorden echter wordt de publieke opinie veel luider gehoord en daarom is de uitwerking daar ook veel zichtbaarder. In de groote centra van arbeid schijnt de waarheid van den godsdienst zich meer vast te hechten in het leven der menschen, want hun omgeving biedt hun veel minder aflei ding. Dikwijls gaat met het godsdienstig be lang ook de politiek gepaard. In ieder geval ia het zeker dat alle kwesties die op den godsdienst betrekking hébben van meer be lang schijnen in de Noordelijke steden en daar meer indruk maken. Het was nu Woensdagavond. Te Walk- town. Ds. Byars nam den kerkdienst waar. De groote kerk was goed verlicht maar de stem van den predikant klonk treurig en sleepend door de gewelven. In het koor wa ren een paar meisjes, eenige mannen en een half dozijn jongens; gewoonlijk waren er veel meer. Het orgel speelde niet De kerk was erg leeg, er waren weinig menschen beneden op de banken, op de stoe len zaten enkele personen en ook de gale rijen waren slecht bezet De kerk was ver armd en het was er beter dan in de koude buitenlucht, maar toch waren er zoo weinig bezoekers. Nooit had alles er zoo somber uitgezien. De predikant zag er afgemat uit en ter neergeslagen en de kerkgangers waren blij de toen de zegen maar was uitgesproken en zij het gebouw verlaten kornden. Terwijl Ds. Byars naar huis ging kwam hii voorbij de groote kerken der Unitariërs, waar het modernisme gepredikt werd. Die schitterden nu van licht en schenen overal Politieagenten stonden zelfs voor de deuren om het binnengaan van meer publiek te be letten. Buiten de laatste van deze bedehui zen, de kapel in Pembroke Road, stond lange rij van automobielen en rijauigen te wachten met chauffeurs en koetsiers ln bontjassen gehuld er bij. Zij liepen voor de kapel op en neer en stampten hard met hun voeten op den grond van de koude. Aan eiken kant van de groote mahonie houten deuren bij den ingang hingen groote aanplakbiljetten met roode en zwarte let ters bedrukt, #n electrisch verlicht Daarop stond, dat dienzelfden avond de heer Con- tantijn Schnabe een lezing zou houden over de laatste ontdekking te Jeruzalem. De titel van die lezing viel den predikant juist in het oog, toen hij voorbijkwam. Die stond in groote letters gedrukt en trof hem als een zware slag. De val van het Christendom, en met klei ner letter daaronder: Anthropomorphism e is -1 een ontploft en weggeslagen bijgeloof. Hij liep wat sneller voort door de duistar- In het geheele district scheen de kerk te wankelen. De sterke krachten van het ongeloof en an het Judaïsme, die altijd actieve vyan- den zijn der kerk, genoten nu een oogen hl ik van ongeëvenaarden triomf. De rijke fami lies te Walktown gingen de menschen >oor om de synagogen te bezoeken. Toen deze beweging tot het hoogtepunt was gekomen, keerde Schnabe uit Londen naar Walktown terug en nam zijn intrek in Mount Prospect. Zijn positie als hoofd van de Anti-Chris telijke partij in het Parlement, zijn g«oot fortuin, zijn politieke connectie met Walk town, dit alles werkte samen om hem tot con geduchte macht in het Noorden te ma ken. Zijn indrukwekkende toespraken werden van a tot z in alle nieuwsbladen opgenomen. Hij werd een beroemd man. Overal waren da kerken verlaten en dagelijks werd er onte vreden gesnor gehoord op straat en in de fa brieken. (Wordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9