v. ROSSEM's is de beste KOFFIE.
DE VERZEKERINGSKAMER
Gemengd Nieuws.
SAMBO EN 'JOCKO
TOEN HET NOG DUISTER WAS
WOENSDAG 30 OCTOBER 1929
DERDE BLAD PAG. 9
BERNHARD VON BÜLOW t
DE STRIJD OM EEN.... TOFFEE
'S KEIZERS VIERDE KANSELIER
HOE DE KEIZER OVER HEM EN HIJ
OVER DE KEIZER DACHT
De eenige kanselier, die genoemd
kan worden naast Bismarck.
(Van onzen Duitschen correspondent)
In mijn geheugen ligt een spotprent, waar
schijnlijk gezien in „Kladeradatsch" of „Sim
plizissimus", voorstellende den ijzeren kan
selier Bismarck. Deze stond ten voeten uit
geteekend, een krachtfiguur, een humenge-
stal te en onmiddellijk naast hem zijn scha
duw, slechts ten deele aangevuld door zijn
opvolgers Caprivi en Hohenlolie, twee kan
seliers, die inderdaad niet in Bismarck t>
schaduw konden staan.
Twee. andere spotprenten namen een loop
je. met 's keizers vierden kanselier, Bern-
hard von BiiLow, die thans, 82 jaar oud ge
worden. in Rome, zijn lievelingsstad, kwam
te overlijden.
Men ziet hem voor den spiegel staan,
niet zonder ontsteltenis, want zijn spiegel
beeld is
keizer Wilhelm II.
Onder dié spotprent staat te lezen:
Spieglein, Spieglein an der Wand.
Wer ist eigentlich Kan zier im Land?
Dat teekent de verhouding tusschen kei
zer en kanselier. Caprivi, generaal der in
fanterie, aanvaardde op keizerlijk bevel een
positie, tegen wier omvang en beteekenis
hij allerminst was opgewassen; Hohenlohe,
een man op leeftijd, ging noode op 's kei
zers verlangen in en ook hij beantwoordde
niet bij benadering aan de eisohen, we'ke
deze hoogste positie in het politieke leven
nu eenmaal stelde. Wilhelm II, ontijdig
vroeg aan het bewind gekomen, wilde zelf
den teugel ter hand nemen, wilde regeeren
naar eigen inzicht, beschouwde den naa<t
hem staanden kanselier hoogstens als een
aanvulling van eigen vinding en energie
maar al ras kwam hij tot de ontdekking,
dat het buitenland, vooral Engeland en
Frankrijk, gansch anders op zijn uitlatin
gen reageerden, dan hij gedacht en gehoopt
had.
Nu moest Von Bülow er aan geloovcn.'
Reeds in 1895 had de keizer gezegd:
„BUlow soli mein Bismarck werdenl"
Hij gaf daarmee het bewijs, dat hij Von
Bülow al evenzeer overschatte als hij den
grijzen Bismarck onderschat had.
Van allen kant was 's keizers aandacht op
den jongen diplomaat gevestigd. Bulow,
Bemhard von Bülow, de zoon van den vroe-
géren gezant te Rome, gehuwd met een
Jtaliaansche vrouw van veelomvattend ta
lent, werd aangediend als een diplomaat van
groot formaat- En inderdaad, hij was een
markante verschijning, epn voortreffelijk re
denaar, een voorzichtig staatsman en daar
bij een causeur, gelijk men die in de krin
gen der Pruisische diplomatie niet alle da
gen ontdekte. Als vriend van 's keizers hof
maarschalk Fürst von Eulenburg werd hij
goed geïntroduceerd. Het aanvankelijk oor
deel des keizers over Bülow luidde: „Een
prachtkerel! Welk een genoegen om met
iemand te doen te hebben, die mij met
lichaam en ziel is toegedaan, met iemand,
die mij kan en wil begrijpen!"
Het' oordeel van Von Bülow omtrent Wil
helm II was weliswaar ook waardeerend,
maar niettemin veel voorzichtiger en raker:
..Zijne Majesteit is als mensch aantrekke
lijk, meesleepend, ontroerend; als regent
wordt hij door temperament, gebrek aan nu-
apceering, bedreigd door allerlei gevaren,
wanneer hij niet omgeven is door verstan
dige en trouwe dienaren. Daarvan zal het
afhangen, of zijn regeering
een schitterend of een duister blad
m onze geschiedenis beslaat Bij zijn indivi
dualiteit is dit allebei mogelijk!"
Dit werd door Bülow reeds in 1898 neergs
schreven, en men zal moeten toegeven, dat
zijn zienswijze door de feiten werd beves
tigd.
Ballin, die als zoovelen niet begreep, dat
Von Bülow al evenzeer als zijn beide voor
gangers tot vleien gedwongen was, 6chudde
het hoofd en zuchtte: „Dat kan onmogelijk
lang duren! De keizer is een veel te ver
standig man, om niet te voelen, dat Von
Bülow hem voortdurend honing om zijn
mond smeert!"
Walderaee, die den keizer eohter langer
en beter kende dan Ballin, antwoordde: „Ik
ben een andere meening toegedaan. Het
vleien is den keizer tot dusver nog nooit te
Veel geworden!"
Niettemin als rijkskanselier beteeken-
'de- Bülow heel wat meer als Caprivi en Ho-
Bovenstaande foto laat zien hoe de Van Melle's fabrieken le Breskens reclame maken
voor haar zoo gewilde producten. De reclamewagen met de geef grage meisjes in typisch
Zeeuwsche kleederdracht wordt door groot en klein omstuwd. Het is een dringen en
zich rekken, om slechts een enkele van Van Melle's Toffee machtig te worden
henlohe. Hij zeide weliswaar nooit neen! tot
den keizer, luisterde met den verlangden 1
eerbied naar alles, wat deze wenschte en be
val maar hij handelde naar eigen inzicht
en maakte veel goed, wat anders bedorven
>u zijn.
Ware Von Bülow's persoonlijke invloed op
den keizer sterker geweest, misschien had-
we den oorlog van 1914191S niet be
leefd. Driemaal beproefde Engeland met
Duitschland een bondgenootschap aan te
gaan en de eerste stap in die richting ging
van Chamberlain uit Met zulk een bondge
nootschap zou een lievelingswcnsch van
Bismarck in vervulling zijn gegaan. De kei-
schreef in die dagen: ..Nu komen ze, de
hoogmoedigen! Vooral niet toegrijpen! Laten
wadi ten! Ze zijn van plan ons tot een bond
genootschap over te halen, of ons, net als
Holland, te vernielen voor we sterk genoeg
zijn geworden".
'on, het viel allerminst gemakkelijk, om
naast Wilhelm II als kanselier te werken,
foat staan te regeeren. Sterk overtuigd van
zichzelf en zijn souvereine onschendbaar
heid formuleerde keizer Wilhelm II vaak
zijn gedachten op een wijze, welke andere
landen en volken kwetste, ook al lag zulks
wellicht niet in zijn intentie.
Een der meest pakkende gevallen
was de publicatie van een keizerlijk inter
view, gepubliceerd in de Londensche „Daily
Telegraph". Het behandelde de verhouding
tusschen Engeland en Duitschland. Het par
lementaire systeem bracht met zich mede,
dat elke uitlating des keizers voor even
tuecle publicatie in de Wilhelmstrasse aai
controle onderworpen moest worden. Dit
was klaarblijkelijk verzuimd. De publicatie
wekte althans een storm van verontwaardt
ging, zoowel in Engeland als in Duitsch
land.
De „Norddeutsche Allgemeine Zeitung"
stelde vast, dat de keizer het ontwerp wel
degelijk naar de rijkskanselarij had doorge
zonden. Men neemt, aan, dat Von Bülow
nalatigheid of uit andere overwegingen het
manuscript heeft doorgezonden, zonder
zelf kennis van te nemen. In elk geval, zijn
verhouding tot Wilhelm II nam een gansch
andere gedaante aan. Men verwachtte zijl
demissie.
Wandelend door don tuin van het Berl,
ner Schloss met Von Bethmann Hollweg
moet de keizer tot dezen omtrent Bülow
gezegd hebben: „Ich habe das Luder fort-
ge jagt!"
In de geschiedenis van het korte Duitscbe
keizerrijk zal Von Bülow niettemin blijven
voortleven als de eenige rijkskanselier, die
wat beteekenis en begaafdheid aangaat, ge
noemd kan wordjen naast Von Bismarck.
HET VOLKSGERICHT TE ZUID-LAREN.
De varkenskoopman te Zuidlaren (Dr.)
wiens huis en inboedel bij een volksgericht
aldaar werd vernield, heeft een aanklacht
bij den Officier van Justitie te Zwolle tegen
de bedrijvers ingediend. Verschillende ver
dachten zijn reeds in verhoor geweest.
BRANDEN.
Aan den Cortenoeverschenweg te Bram
men is het dubbele woonhuis, bewoond door
de gezinnen Jurriëns en Hoe vers in brand
geraakt, vermoedelijk door een lek in den
schoorsteen. Tengevolge van gebrek aan
water kon de brandweer niets uitrichten,
zoodat het perceel tot den grond afbrandde.
Eei.; meubilair kon gered worden. Het huis
was laag verzekerd.
DE COMMUNISTISCHE ACTIE
IN FRANKRIJK
WAREN DE AUGUSTUS-TROEBELEN
„GROOTE MANOEUVRES"?
HOE STAAT HET MET HET COMPLOT
TEGEN DE VEILIGHEID VAN
DEN STAAT?
(Van onzen Parijschen correspondent)
Dit zijn vragen welke meer belang hebben
dan zoovele andere, welke men dagelijks
de Fransche pers ontmoet in een tijd dat de
meest triviale dingen tot enquête-onderwerp
naar voren geschoven worden. Zonderling
genoeg, dat een kwestie van zoo primair be
lang bijna geheel op den achtergrond gehou
den wordt.
Sinds einde Juli, toen een honderdtal
communistische leiders eh partij-agenten
werden vast genomen wegens hun plannen
voor een al te roerigen eersten Augustus,
or een bijna alomvatlende stilte ingetreden.
Deze word slechts af en toe onderbroken
door het openen on weer sluiten van
celdeur in de Santé-gevangenis, en, als echo
daarop, een krantenberichtje, dat men een
negentigtal dezer heeren voorloopig weder
op vrije voeten had gesteld wegens
plaatsgebrek in deze hoogstnuttige instel-
iing.
Intusschen is de rechter van instructie
Peyre nog immer druk bezig papieren na te
pluizen, omdat men hem niet minder dan
drie vrachtauto's vol heeft toegevoerd, alle
afkomstig van de communistische vereeni-
gings- en partij-bureaux! Zoo af en toe ont
biedt hij een drie. of viertal Moskou-mannen
bij zich in het Palais de Justice en vertelt
hun dat zij voor dit of dat vervolgd zullen
worden, zoodra zijn instructie zal beëindigd
zijn, welke medcdeeling door hen vervolgens
vrij kalm in den zak gestoken wordt. Enkele
bladen hebben even de vraag overwogen hoe
hun zaak berecht njoet worden, voor een
jury-rechtbank of voor het Hooge Hof, en
zijn tot de conclusie gekomen, dat dit wel
lood om oud ijzer zal wezen.
't Is een uiterst onaangenaam ding in het
publiek een onomwonden meening te moe
ten uiten over een partij, welke weliswaar
slechts een elftal afgevaardigden in de Ka
mer heeft, doch in het land zijn honderd
duizenden.
Terwijl zoo de zaken van officieele zijde
nog in het onzekere hangen en men niet
weet wat er gebrouwen wordt, hebben de
communisten zelf dit respect goed benut
't Lijkt er op of de mislukte Augustus-actie,
verre van hen te ontmoedigen, thans door
hen als een soort van groote manoeuvre
wordt uitgebuit. Op het laatste Communis
tisch Congres hebben meer dan vierhonderd
duizend leden zieh door hun afgevaardigden
in principe bereid verklaard tot de algomee-
ne rcvolutionnaire staking en het georgani
seerd gewapend verzet, waartoe een uit Mos
kou overgekomen „missionnaris" hen opriep
en het honderdvijftigduizendtal syndicaten,
HET VERSLAG OVER 1928
De consolidatie van het levensverzekering-
i spaarkasbedrijf heeft in 192S verderen
voortgang gemaakt. Zoo mogelijk moet dit
geleidelijk geschieden zonder schokkende ge
beurtenissen als noodregelingen.
Deze laatste kwamen in 192S nog twee
malen voor, n.l. in de eerste helft van het
jaar; beide gevallen hadden betrekking op
spaarkasondememingen, die in het bedrijf
geen groote rol speelden.
Zooals vanzelf spreekt, beperkte zich de
zuivering echter niet tot de voer ieder zicht
bare noodregelingen en overdrachten.
Bij de totstandkoming van de wet op het
levensverzekeiingsbedrijf heeft het beginsel
der „openbaarheid'' gezegevierd. Na alles, wat
wij hebben ervaren in de jaren, welke sedert
cle invoering van de wet op het levensverze
keringsbedrijf zijn verstreken, zouden wij ook
nog, stel wij stonden voor de keuze, plei
ten voor publiciteit in uitgebreiden vorm.
Wij vertrouwen, dat steeds meer het ge
zonde beginsel ingang zal vinden, dat het
sluiten van spaarbrieven en verzekeringen
geheel los zij van bepaalde beleggingen,
m.a.w. dat nocli byv. hypotheken als productie
apparaat dienen voor spaarbrieven of verze
keringen, noch spaarbrieven worden uitgege
ven met het oogmerk, om de stortingen te
beleggen in pand- of schuldbrieven van een
verwante maatschappij.
Het aantal onder toezicht staande naam-
looze vennootschappen verminderde tot 54,
welke alle de verklaring van art. IS bezitten.
Het aantal onder toezicht staande onder
linge maatschanpijen is thans IC Met verster
king der grondslagen der wiskunpige reserve
werd voortgegaan; aangenomen mag worden,
dat dit ook in de naaste toekomst het geval
zal wezen. Meer dan de sterfte, die by goed
geleide zaken een vrij stabiele winstbron is,
trad in de laatste jaren de rente belangryk
naar voren.
Een neiging om geleidelijk over te gaan
naar netto-reserve is onmiskenbaar; hierin
staat ons land niet alleen, tegon misbruik zal
moeten worden gewaakt.
Van de winst over 1928 ad pl.m. f 16,5o6,000
is slechts 1/3 tot uitkeering gekomen, terwyl
pum. i 9,500.000 van de
versterking werd gebezigd.
Onder voorbehoud, dat met groote kennis
van zaken geoordeeld en geschift wordt, wil
het ons voorkomen, dat in beperkte mate
voor aandeelen een plaats is in de effecten-
portefeuille van die maatschappijen, welke
groote marges hebben bjj de waardeering v
haar verplichtingen.
Het feit, dat onder de groote geldgevi
de Ryksforrdsen een steeds belangrijker plaats
innemen en o.a. op hypothekengebied het
Invaliditeitsfonds als geldgever en dus als
concurrent van de levensverzekeringmaat
schappijen optreedt, brengt mede, dat het zoo
buitengewoon belangrijke beleggingsbednjf
van de levensverzekeringmaatschappijen steeds
meer zorg zal vragen.
Hoewel nog steeds premieverlaging hier
daar aan de orde is, neemt zy voorloopig geen
onrustbarende vormen aan en veilig mag wor
den aangenomen, dat dit ook niet het geval
zal worden.
verblijdend verschijnsel, dat
langzamerhand het levensverzekeringbedrijf
in zoodanige positie k'omt, dat vraagstukken de
aandacht vragen, niet voortspruitend uit oan
eventueel zwakke financieels positie, doch
integendeel juist naar voren komend als
INGEZONDEN MEDEDEELING.
dat niet genegen was dezen zelfden weg te
bewandelen is eenvoudig er uit georgani
seerd. Welke les kan nien hieruit trekken?
In de eerste plaats laat een politieke partij
geen belangrijk aantal leden vallen, tenzij
dat men op een algeheele mobilisatie van
zijn troepen aanstuurt, en men derhalve de
aarzelenden en halfovertuigenden niet lan
ger gebruiken kan. Het gerucht, dat m<
November of December een groote en
licht bloedige „Krach" mag verwachten, boe
fantastisch het op het eerste gezicht moge
schijnen, is daarom niet geheel van grond
ontbloot, het ligt logisch in dezelfde lijn als
de overige communistische praeparatieven.
Doch in de tweede plaats geven deze din
gen tc denken, zoo men hiernaast de hou
ding van het Fransche Gouvernement stelt,
Vooreerst is het iets ongehoords dat een con-
gres, waar zulke destructieve besprekingen
plaats hebben ongestoord gehouden werd,
en dat de Moskousche zendeling ongehin
derd komen en gaan- kon. Deze houding der
overheid werpt op haar het vermoeden van
weinig vastheid en doortastendheid. Hetzelf
de is het geval waar het haar reageeren op
den Augustus-aanslag betreft. In stee van
slreng en doortastend op te treden toen zij
eenmaal de hoofdleiders in haar slagnet had,
heeft zij thans de gelegenheid geopend voor
de communistische agitators om de organi
satie sterker dan ooit samen te trekken.
Hoewel deze er zich op beroemen dat in le
ger en vloot talrijke „cellen" zitten, is men
er tot op heden zelfs nog niet in geslaagd
'een dezer geheime broeinesten aan het licht
te brengen en onschadelijk te maken. De
roode dreiging broeit derhalve gevaarlijker
dan ooit Is men van hoogerhand bevreesd,
zich de vingers te branden?
nevenverschijnsel van toenemende welvaart.
Van concentratie in het levensverzekering-
bedrijf kan nog nauwelijks gesproken worden.
Nog slechts
12 spaarkasondernemingen
blyven over, die in exploitatie rijn. Verder 12
nfwikkelende spaarkasondernemingen of totaal
24 26) ondernemingen.
Alles wijst op een geleidelijke ontwikkeling
in de goede richting.
In het verslagjaar werd bij enkele onder
nemingen een verzwaring van grondslagen der
administratiereserve ingevoerd.
Gewenscht zou hier zijn de invoering van
uniforme spaarreglementen.
Meer dan de levensverzekeringmaatschap
pijen toonen de spaarkassen by hare beleg
gingen een voorkeur voor hypotheken.
De kassen moeten op een bepaald tijdstip
afgewikkeld worden; hypotheken, die op dat
moment minder goed zijn, moeten dan te
gelde worden gemaakt, hetgeen tot eigen-
irdige moeilijkheden aanleiding kan: geven.
Op ultimo 1928 vielen
130 fondsen
ender toezicht waarvan er 106 (108) de ver
klaring van art. 18 bezaten.
De gemiddelde rente door de gezamenlijke
levensverzekeringmaatschappijen gemaakt van
hypotheken bedroeg 5,24 pet. (5,38).
Gemiddeld heeft uitgestaan rond f 260,150,000
i 1927 en f 285,200,000 in 1928.
De gemiddelde op effecten gemaakte rente
bedroeg 4,87 pet. (4,89) in 1928
Het uitgestaan hebbend bedrag bedroeg
f 182,700,000 in 1927 en f 201,100,000 in 1928.
Aan schuldbekentenissen aan gemeenten enz.
stond uit f 75,500,000 in 1927 en f 79,900,000
192S. De gemiddelde rente bedroeg 4,96
pet. t5,20 pet.).
Aan vaste eigendommen heett gemiddeld
uitgestaan f 31,400,000 in 1927 en f 81,200,000
i 1928.
De gemiddeld gemaakte rente bdroeg 5,63
pet. (5,33 pet.).
Alle beleggingen te zamen genomen, heeft
gemiddeld uitgestaan f 612,700,000 in 1927 en
f 665,100,000 in 1928; de gemiddeld gemaakte
rente bedroeg 5,08 pet. (5,16 pet.).
De „statutaire en andere reserven" stegen
met rond 8 millioen gulden en bedragen aan
het einde van 192-3 f 61,800,000 zynde bijna 10
pet van de premiereserve.
De gezamenlijke maatschappelijke kapitalen
bleven om en naby f 32,000,000 bedragen.
premiereserve bedroeg einde 1928
f 626,300,000.
By de levens- en volksverzekeringmaatschap
pijen bedroeg het totale premie-inkomen 91,4
millioen (84,7 millioen) gulden. De post inte
rest en huren 34.2 mülioen (31,9 millioen)
gulden. De kapitaalsuitkeeringen bedroegen
32,6 28,8) millioen gulden. De rente-uitkee-
ringen 9,3 (8,7) millioen. De afkoopen 8.4
(7,6) millioen, en de onkosten 24,6 (22,7) milL
Het spaartegoed voor de gezamenlijke spaar,
kassen steeg van pl.m. f 41,300,000 tot pl.m
f 52,000,000. Het maatschappelijk kapitaal
plus reserves van plan. f 1,228,000 tot
f 1,714,000. De cijfers voor spaartegoed en
belegging der spaarkassen steeg.
Het administratieloon bedroeg f 1,021,000
(v. j. f 1,061,000) en de onkosten f 1,513,000
(f 1,404,000).
De verzekeringspremiën, na aftrek van her
verzekering f 1,104,000 (f 1,023,000).
Bij Nederlandsche maatschappijen liepen
groote verzekeringen kapitaal f 1,632,419,685
(f 1,508.355,976), rente f 48,382,396
(f 41,574,905), volksverzekeringen f789,306,519
(f 752,698,162), rente f 40,292 (f 18,306), te
zamen kapitaal f 2,421,726,204 (f 2,261,054),
rente f 48,422,688 (f 44,593,211).
De totale bruto-stand van het levensverze
keringbedrijf bedraagt: Nederlandsche Levens,
verzekering Mycn f 2,905.953,084, NederL
VREESELIJKE VONDST.
Te Arnhem werd aan het stationsbureau
een tasch in bewaring gegeven, welke na on
derzoek een kinderlijkje bleek te bevatten.
EEN BEDOLVEN HOEVE.
Bij Maasdijk (Z.H.) is een groot gebied op
gespoten met bagger uit de# Maas. Een boe
renhoeve, welke daar niet afgebroken werd,
is nu tot aan het dak in de bagger bedolven.
MOORDAANSLAG.
In Serjansland, gem. Oosterland (Z.) had
een moordaanslag plaats. De landarbeider E.
de Letter, kreeg twist met A. F. v. Hoeven,
raadslid der gemeente, bij. wien hij vroeger
in dienst is geweest De twist liep zoo hoog,
dat de Letter, die aan het jagen was, met
een jachtgeweer drie schoten op van Hoeven
oste. Deze werd echter door den hagel slechts
licht aan een der armen gewond. De dader
oor den officier van Justitie te Mid
delburg geleid.
DE BEDRIEGER BEDROGEN.
Te Amsterdam stond op de Keizersgracht
een auto, waarin zich een koffer bevond.
Een voorbijganger maakte zich van dezen
koffer meester en bevond, dat de inhoud
nogal wat waard was. Hij bevatte nL een
partij meisjesschoenen, vijftien paar. Groot
zal echter de teleurstelling voor den dief
geweest zijn, toen hij bemerkte dat het niet
vijftien paar schoenen waren, doch dertig
schoenen, allemaal voor den rechtervoet.
DOOR STORM GETEISTERD.
Te Urk is aangekomen een sleepboot met
het tjalkschip „De twee Gezusters", schipper
B. Drenth, geladen met steenkolen, bestemd
voor Leeuwarlen. Vlak voor de haven ge
raakte het tjalkschip op den havendam vast.
opvarenden konden met moeite gered
worden. Als het weer bedaart bestaat er alle
kans dat schip en lading gered kunnen wor
den. Een tweede schip „De twee Gebroeders"
van Strijen, geladen met mais, is behouden
binnengebracht door twee 6leepbooten. Van
dat schip was de mast afgeslagen. Een derde
schip ligt voor anker, doch behoeft geen as
sistentie.
EEN GEHEIMZINNIGE SCHIETPARTIJ.
Te Assen beweerden twee personen, dat
op hen in het Pelinckbosch was geschoten
door een meisje van ongeveer 17 jaar, die
een fiets bij zich had. Onmiddellijk na de
aangifte trokken marechaussees er op uit
en werd het geheele bosch aan een nauw
keurig onderzoek onderworpen, zonder ech
ter het minste spoor van de vermeende da-
deres te kunnen vinden, hetgeen vreemd
was, daar slechts een zeer korten tijd was
verloopen tusschen de aangifte en het onder
zoek, terwijl een en ander ook veel nieuws
gierigen op de been had gebracht, die even
min iets verdachts hebben bespeurd. Ook
konden de betrokkenen geen nadere verkla
ringen geven omtrent den aard van hel
wapen, waarmee het meisje haar schutters-
talenten beproefde.
Spaarkasonderneiniirgou f 102,211,201, Ned.
Fondsen f 44,765,412, Ned. Omslagfondsen
f 29,000 en buitenlandsche maatschappyen
f 49,504,469, totaal f 3,102,463,166 (f 2900
millioen).
Na herleiding van de rente tot kapitaal
blijkt van de buitenlandsche maatschappijen
het totaal verzekerd bedrag f 49,504,470,51
te zijn. Er loopt f 9,394,498,64 kapitaal
(f 10,798,512) met f 234,418,02 jaarprenue
(v. j. f 262,076,63) en f 6,821,527,49 premie-
reserve (v. j. f 7,050,003,67) by maatschap
pijen, welke hier te lande haar bedryf afwik
kelen.
'(Nadruk verboden).
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP
15. Terwijl is Sambo aangekomen
Bij 't woonhuis van den Directeur;
Brutaalweg sluipt het heerschap binnen,
Van achter door de keukendeur.
De biefstuk, die op 't aanrecht ligt,
Onttrekt zich weldra aan 't gezicht.
16. Nu sluipt hij langs de trap naar boven^
Waar d' eega van den directeur
Zich, met het oog op een visite,
Bewerkt met „poudre" en odeur,
Terwijl haar man, voor hij zich scheert.
De zeepkwast met gevoel hanteert
(Wordt Vrijdag vervolgd)
FEUILLETON
Door
GUY THORNE.
31)
Sommigen twijfelden, evenals op den berg
in Galilea. Het Protestantisme in het bui
tenland, vooral in Duitschland, waar men
veel doet aan hoogere Bijbelcritiek, is steeds
gehinderd door het te veel hangen aan de
letter en zoo had het eenigermate de hulp
van den Geest, die het leven geeft, verloren.
Het hart van het Protestantscho Inge
land is echter nog gezond, en terwijl Rome
en het Ritualisme er over ontsteld zijn. dat
hun geheele gebouw in stof valt, blijven
wij op vasten grondslag staan.
Vpor de zwakke broeders kan wel iets toe
gegeven worden.
Onze groote Hervormers hebben dat ge-wel-
dig getuigenis opgesteld van het Prote-
stantsch geloof, dat heet: artikelen van
geloof, waarover alle aartsbisschoppen in
i-|«t 7::r> "pocfeliiken de-
Er waren vreesachtige menschen onder de
groote godgeleerden, die ons uit Babyion
hebben uitgevoerd en het vierde artikel van
de Negen en dertig werd door den Sileziër
Caspar Sohwenckfeld aangehaald, om aan
de bezwaren van de sacerdotale partij tege
moet te komen, die erg gehecht waren aan
de wereldscihe goederen der kerk, evenals
zij dat nu zijn.
Het weglaten van ongeveer twaalf woor
den zou allen twijfel omtrent de verklaring
wegnemen. Wij kunnen ons tevreden stellen
met te verzekeren, dat „Christus werkelijk
uit de dooden is opgestaan", zonder verdel
er bij te voegen „en Zijn vleeschelijk lichaam
heeft aangenomen zooals Hij dat op aarde
had".
Het is altijd zoo verkeerd geweest van het
Christendom om het onbegrijpelijke in woor-
dan te willen uitdrukken: „Ingaande in de
onzienlijke dingen, die hij niet gezien heeft,
opgeblazen zijnde in het verstand".
Nu zal het echter zeer gemakkelijk zijn
met de hulp van een Protestantsch Parle
ment, dat toch reeds bpsloten heeft de pries
terheerschappij te vernietigen. Er zal genoeg
tijd zijn voor deze wijziging in den gods
dienst uit de 16e eeuw.
Voor het tegenwoordige winnen wij veel.
Wij zullen alleen in de toekomst minder
hooren over de aanbidding van het Heilige
Hart en de lasterlijke vertooning van de Mis
zal ophouden.
Niemand zal durven verzekeren, tenmim-
:m in Fnireland, dat het lichaam van
worden ter aan-
Christus, stralend in Zijn geestelijk lichaam,
heerscht over de harten van Zijn ware vol
gelingen en wij zien uit in het geloof naar
wis eigen verlaten van dit aardsahe li
chaam, dat dagelij ksoh meer afneemt weten
de, dat wij een geestelijk huis hebben in de
Hemelen, niet met handen gemaakt, maar
Het gelaat van Ds. Ripon werd rood van
ergenis bij het lezen van dit handig in el
kaar gezette en toch lougenachtig vertoog.
Hij ergerde er zich over, dat deze ontzetten
de onthulling zoo gemakkelijk was aange
nomen en over dit stuk, dat, als het waar
heid kon bevatten, het geheele Christendom
zou vernietigen en tot een fabel maken.
Uit dit stuk bleek echter welken weg de
menschen zouden opgaan als zij de nieuwe
ontdekking voor waarheid aannamen. Mor
gen zou do groote vergadering worden ge
houden van de mannen, die nog in Chri;
tus geloofden en er van overtuigd waren,
dat llij gestorven was en er weer uit de doo
den opgestaan,
liet \recsolijke rapport was nu opgemaakt
Gedurende de veertig uur van zijn bestaan
begon alles reeds op zijn grondvesten te
trillen. Morgen moest de strijdende kerk
baar meening tegenover de wereld uitspre
ken.
Er werd buitendien gezegd dat de groote
golf van ontrouw en spot, die ieder uur
meer vernietigde, eindelijk zou ontaarden
een algemeenen opstand.
Alles scheen nu in een zwarte, liopelooze
duisternis gehuld
TTil nam het rapport weer eens op om het
be«tudeeren, zooals hij dien dag
- c"»daan had,
Voordat hij het echter opensloeg, knielde
ii weer neder in gebed.
Terwijl hij bad, daalde een heel stille vre
de op hem neer; hij voelde zich zoo dicht
bij den Heer, dat twijfel en somberheid voor
Hem weg vlo den.
Wat beteekeinde logica, bewijzen van stee-
en tafels en rapporten van archaeologen,
met dit vergeleken?
Hier in deze eenzame kamer was Christus
tegenwoordig, Die hem vermaande om goe
den moed te houden.
Met heldere oogen en vervuld met de be
zieling van iemand, wiens wandel is met
God, sloeg de predikant het artikel nog eens
open om het door te lezen.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Het uur van den chaos.
Gedurende de eerste dagen van de duis
ternis waren honderden en duizenden Chris-
n zoozeer in hun geloof geschokt, dat zij
bijna geestelijk dood waren. De lamp des ge-
loofs flikkerde erg laag maar toch werd de
uitwerking van de ontdekking te Jeruzalem
niet het sterkst in Londen gevoeld.
In die groote stad heerscht uiterlijk veel
onverschilligheid, die voortkomt uit mil-
lioenen verschillende belangen. In het grim
miger Noorden echter wordt de publieke
opinie veel luider gehoord en daarom is de
uitwerking daar ook veel zichtbaarder.
In de groote centra van arbeid schijnt de
waarheid van den godsdienst zich meer vast
te hechten in het leven der menschen, want
hun omgeving biedt hun veel minder aflei
ding. Dikwijls gaat met het godsdienstig be
lang ook de politiek gepaard. In ieder geval
ia het zeker dat alle kwesties die op den
godsdienst betrekking hébben van meer be
lang schijnen in de Noordelijke steden en
daar meer indruk maken.
Het was nu Woensdagavond. Te Walk-
town. Ds. Byars nam den kerkdienst waar.
De groote kerk was goed verlicht maar de
stem van den predikant klonk treurig en
sleepend door de gewelven. In het koor wa
ren een paar meisjes, eenige mannen en
een half dozijn jongens; gewoonlijk waren
er veel meer. Het orgel speelde niet
De kerk was erg leeg, er waren weinig
menschen beneden op de banken, op de stoe
len zaten enkele personen en ook de gale
rijen waren slecht bezet De kerk was ver
armd en het was er beter dan in de koude
buitenlucht, maar toch waren er zoo weinig
bezoekers.
Nooit had alles er zoo somber uitgezien.
De predikant zag er afgemat uit en ter
neergeslagen en de kerkgangers waren blij
de toen de zegen maar was uitgesproken en
zij het gebouw verlaten kornden.
Terwijl Ds. Byars naar huis ging kwam
hii voorbij de groote kerken der Unitariërs,
waar het modernisme gepredikt werd. Die
schitterden nu van licht en schenen overal
Politieagenten stonden zelfs voor de deuren
om het binnengaan van meer publiek te be
letten. Buiten de laatste van deze bedehui
zen, de kapel in Pembroke Road, stond
lange rij van automobielen en rijauigen te
wachten met chauffeurs en koetsiers ln
bontjassen gehuld er bij. Zij liepen voor de
kapel op en neer en stampten hard met hun
voeten op den grond van de koude.
Aan eiken kant van de groote mahonie
houten deuren bij den ingang hingen groote
aanplakbiljetten met roode en zwarte let
ters bedrukt, #n electrisch verlicht Daarop
stond, dat dienzelfden avond de heer Con-
tantijn Schnabe een lezing zou houden over
de laatste ontdekking te Jeruzalem. De titel
van die lezing viel den predikant juist in
het oog, toen hij voorbijkwam. Die stond in
groote letters gedrukt en trof hem als een
zware slag.
De val van het Christendom, en met klei
ner letter daaronder: Anthropomorphism e is
-1 een ontploft en weggeslagen bijgeloof.
Hij liep wat sneller voort door de duistar-
In het geheele district scheen de kerk te
wankelen.
De sterke krachten van het ongeloof en
an het Judaïsme, die altijd actieve vyan-
den zijn der kerk, genoten nu een oogen hl ik
van ongeëvenaarden triomf. De rijke fami
lies te Walktown gingen de menschen >oor
om de synagogen te bezoeken.
Toen deze beweging tot het hoogtepunt
was gekomen, keerde Schnabe uit Londen
naar Walktown terug en nam zijn intrek
in Mount Prospect.
Zijn positie als hoofd van de Anti-Chris
telijke partij in het Parlement, zijn g«oot
fortuin, zijn politieke connectie met Walk
town, dit alles werkte samen om hem tot
con geduchte macht in het Noorden te ma
ken.
Zijn indrukwekkende toespraken werden
van a tot z in alle nieuwsbladen opgenomen.
Hij werd een beroemd man. Overal waren da
kerken verlaten en dagelijks werd er onte
vreden gesnor gehoord op straat en in de fa
brieken.
(Wordt vervolgd.}