HULDIGING PROF. MR. ANEMA
TWEEDE LUSTRUM A. C. J C
DINSDAG 29 OCTOBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
BIJ ZIJN ZILVEREN JUBILEUM
AS HOOGLEERAAR
10% WAS DE JUBILARIS
AL TEVREDEN
climax. En als ge geen inspiratie hebt,
zwijgt ge.
Spr. hoopt dat Anema zal gaan schrijven,
desnoods zonder de dichterlijke inspiratie,
want we hebben geharnaste ridders noodig
en ook menschen die als David dc gladde
steen kun men h anteeren.
Namens het Comité biedt Spr. dan het
huldeblijk aan. Het is een verzoek om een
portret van den hoogleeraar te mogen schil
deren voor de „A h n e n g a 11 e r i e" van. de
Vrije Universiteit. Een fraai album, bevat
tende de namen der gevers, wordt daarbij
overhandigd.
Spr. eindigt met den wensch, dat Anema
nog lange jaren onder Gods zegen moge ge
spaard worden voor zijn arbeid en voor tzijn
vrienden. (Langdurig applaus).
Dankwoord van Prof. Anema.
Nu was het woord aan den jubilaris zelf.
Toen het gerucht van deze huldiging tot hem
doordrong, was zijn eerste reactie daarop
Dat het feest van Prof. Anema grootsch
zou .worden, was wel te voorzien, als men
bedenkt in de harten van hoe talloos velen
hij een groote plaats inneemt, niet alleen
van zijn leerlingen en geestverwanten, maar
ook en zeker niet minder in de harten
dergenen, die niet dezelfde levensovertui
ging hebben als deze Calvinist.
Hot verbaasde ons dan ook geenszins dat
de receptiekamers van Brack's Doelenhotel
te Amsterdam gistermiddag vol liepen. Zeer
velen waren gekomen, uit alle deelen deseen poging om zich eraan te onttrekken,
lands, cm den hooggeachten Anema per- j IJdelheden heeft spr., als ieder mensch,
soonlijk blijk te geven van de blijdschap ri» «iin» -lot miiimr,
die er was om zijn zilveren feest.
Moeten we namen noemen? Maar waar te
beginnen en 'bij wien te eindigen? We zagen
er Colijn en Idenlburg, Heemskerk en Mi
nister Donner. directeuren en curatoren va11
de Vrije Universiteit, hoogleeraren van de
V. U.: v. Gelderen, Grosheide, HepD. Wate
rink, Diepenhorst, Dooyewcerd, Goslinga,
Pos, Rutgers, Vollenhoven, Woltjer; maar
ook hoogleeraren van andere universiitei-
ten: Paul Srholten, Kleintjes, do Hartog, Ze
venbergen, Honig, van Embden.
Verder noemen we de Tweede Kamerleden-
Schouten, van den Heuvel, Beumer, mej.
Frida Katz, Schokking, en de senatoren
Smeenge en Mondeis. Tal van juristen, als:
P. S. Gerbrandy. S. de Vries Czn.. Hovy,
Romme, lid v. d. Raad' v. State, van Dijken,
Tjeenk Willink, secr. Rand van Scheep
vaart, Notebooim, Scheurer, H. Bos Kzn., Ba-
vinck. Lindeboom, v. Baren, Borst. Knihbc,
Sohenkevcld. van Es; maar predikanten
waren er ook: Breukelaar, Troost, Krueer;
en ook vele particulieren: de dames H. S. S.
en J. H. Kuyper, de heer en mevr. vanDefli,
de dichter Seerp Anema, de heer H. Diomer,
burgmeester de Vlugt. wethouder Douwes,
de hoeren Vervvyck en Bottenburg,
van Gunsteren. dr. Kollcert, dr. Rijk Kra
mer en pog veel meer werkelijk, de lijst
van bezoekers zou te lang morden.
Ook telegrafisch waren er vele gelukwcn-
schen binnengekomen. Zoo zagen wc een
hartelijk telegram van den grijzen pres
cient van het permanent Hof van Interna
tionale Justitie, Mr. Loder en van don oud-
president del- Eerste Kamer, baron van
Voorst tot Voorst; van do senatroen baron
de Vos van Steenwijk. Briët. Slingenberg
iv. d. Hoeven, Kranenburg en Lobman;
van liet. comité tot organisatie van hot 8e
internationale congres voor Handeklrijven-
den Middenstand, van minister Torpstra on
de oud-ministers Bij leve ld, van der Vegte,
,T. J. C. van Dijk en. Slotemaker de Bruine
Ook minister Beelaerts van Blokland had
een telegram gezonden.
Een bloemenhulde was er van de Vereo-
niging Volkenbond en Vrede, waarvan de
jubilaris president is, van de Kon. Ned. Miri-
donstandsvereenigimg, don R. K. Midden
standsbond en de Chr. Micldenstamdsorgani-
satic van% bewindvoerders en regenten van
de v. Coevorden Adrïanastichting en van
tie Standaarde
Rede Mr. Heemskerk.
Om halfbier nam Z.Exc. Mr. Tb. Heems
kerk het woord als voorzitter van het Co-
omité van vrienden en vereerders van Prof.
Mr. Anne Anema, om hem te huldigen bij
zijn vijfentwintig-jarig hoogleeraarschap.
Gij zijt aldus sprak ongeveer de grijze
staatsman een steunpilaar voor onze Vrije
Universiteit en ge hebt een plaats u verwor
ven in de wereld van de rechtswetenschap,
maar ook in ons staatkundig- en volksleven,
een plaats, die door iedereen erkend wordt
en die u door niemand wordt misgund.
Bijzonderlijk moe® ik u gelukwenschen
ook namens directeuren en curatoren der
V. U. Het beginsel, dat gij belijdt en beleeft,
wordt door velen bestreden en critisch be
schouwd. En toch is 't zoo uiterst eenvou
dig: dit, dat- de gansche wetenschap dooi
God is geopenbaard in natuur en Schriftuur.
Onze Universiteit te dienen was uw levens
taak, .en gedurende een kwarteeuw zijt pc
daarin staande gebleven. Dat was uw cen
trale werkzaamheid en vandaar uit gingen
uw krachten en gaven.
Ge zijt daar gekomen niet zonder strijd;
uw pad ging niet over een effen weg, ook
niet over den effen weg der Gereformeerde
traditie, alhoewel dit element niet geheel
mag uitgeschakeld worden, wanneer we
denken aan uw moeder, wier gebed en steun
u tot omberekenbaren zegen zijn geworden.
Maar met traditie alleen komt men niet to'.
een innige geloofsovertuiging.
Uw dichterlijk ontvankelijk gemoed deed
uw neigiügen eerst uitgaan naar de filolo
gie. Doch onder den invloed van Kuyper
zocht ge een ruimer gebied voor uw geest
en ge koost de rechtswetenschap. Uw ge
loofsovertuiging is geboren uit de schok van
de botsing van tegenstrijdige stellingen. Als
overwinnaar kwaamt ge uit den strijd, over
wonnen door het beginsel!
Na moeilijke jaren van maatschappelijken
strijd zijt ge geklommen tot de hoogte van
hoogleeraar. Ge zijt. gegroeid als hoogleeraar.
In uw inaugureele oratie hebt ge gezegd
niet alleen leermeester maar ook voorwerker
te iwillcn izdjn van uw leerlingen; zij bewaren
aan u de herinnering van iemand die ont-
ginnenden arbeid deed, die beginselen na
derbij bracht, in aansluiting op de realiteit
yan. het 1 elven.
Gaaft ge eerst slechts burgerlijk en han
delsrecht met rechtsvordering, weldra werd
uw taak uitgebreid tot het Staats- en vol
kenrecht. Dat is teveel! (Gelach). Maar er
zit een harmonische ontwikkeling jn: het
begin was het recht van de maatschappij en
ge wist het dat niet de staat het recht maakt,
of de overheid of het individu, maar dat het
recht gevonden moet worden in de samen-
leving. Spr. brengt in herinnering de oratie
van Anema uit 1913, waarin dit nader word j
ontwikkeld. De overheid moet het onkruid
van het subjectivisme wieden bij de rechts- j
vorming en zc zal hierin alleen slagen bij
het liéht der Openbaring.
Spr. gaat dan na hoe Anema Staatsrecht
doceerde. Hij was ervan overtuigd, dat de
overheid niet willekeurig het recht mag vor
men en hij wist dat er aan de overhcidsre-
yocgdheid perken gesteld waren.
En vervolgens zoo gaat Spr. voort
hebt ge Volkenrecht moeten docceren. Iic
ben zelf daaraan niet geheel onschuldig.
Maar ik wist dat gij daar bij uitstek de man
voor waart. Souvercinileit mag maar niet
naar willekeur worden uitgeoefend. En daar
om moeten we er naar streven, liefst in den
Volkenbond, naar -verwerkelijking van de
gedachte dat het recht over de volken kan
heerschen.
Sp r gaat den ra de publieke functies van
maar de zijne gaan niet in de richting eener
huldiging. Toen hij echter vernam dat. Z.Exc.
Heemskerk voorzitter was van het Comité
en dat deze van zijn tijd, waarop door natio
nale en internationale gemeenschappen be
slag wordt gelegd, een halven middag voor
Spr. heeft willen reserveeren, toen is dit
voor zijn ijdelheid te veel geweest. En dat
iemand als Mr. Grosheide ook zitting had
in de commissie, was hem waarborg, dat
het geheel sober verloopen zou.
Van harte heeft hij dan ook de huldiging
aanvaard.
Gij hebt woorden gesproken in laudem
meam, te mijner eere, zegt Spr. en om mij
te berispen was er geen. Maar hij acht zich
verplicht de balans eerlijk op te maken, om
een juist saldo te verkrijgen. Als er 10 pet.
van de woorden van Mr. Heemskerk waar
is, is Spr. al dubbel tevreden. De overige
90 pet. wil hij liever schrijven op rekening
van do vriendelijkheid van den heer
Heemskerk.
„Na vijf en twintig jaar" heeft de jubila
ris gemediteerd, maar er kwam geen gedicht
als bij Da Costa. Want het resultaat van
deze kwarteeuw vond Spr. vernietigend. Hij
heeft uitgerekend, dat hij aan de V. U. de
zen tijd op z'n minst twee ton heeft gekoot
(vroolijkheid), wat heel veel is, gezien de
geringe marktwaarde aan productei!
Spr. gaat dan constateeren dat hij onder
zeer gelukkige omstandigheden heeft ge
leefd. Als ik dan iets goeds gedaan heb
zoo zegt hij dan is het tc danken aller
eerst aan'Kuyper, door wiens boek over
Staatkunde ik getroffen ben. In Leiden wen'
Spr. meegesleurd door de moderne cultuui
en kwam de van huis meegebrachte vroom
heid in conflict. Alweer was het Kuyper (die
een zelfde conflict, zij het dan in omgekeer
de richting, had meegemaakt), die voor Spr
van groote beteeken is is geweest;
Met innigen dank denkt Spr. aan de in
tieme vriendschap die er was tusschen Kuy
per en hem en hij herinnert er aan hoe zo
samen in moeilijke dagen wel gebeden heb
ben in Kuyper's binnenkamer.
Zoo heeft hij geleerd wat heiliging des
levens was, wat plicht en offer beteekenen.
Als je dan nog niets presteert, roept Spr.
uit. dan verdien je den naam van man niet.
Ik ben wel eens hoekig geweest en wat
los in den mond, maar dat moeten ze maar
van me verdragen, zegt Spr., en dan ge
waagt hij verder van de groote waardeering
en vriendschap die hem ten deel viel van
de zijde der collega's aan de V. U. Hij waar
deert het dat de studenten met hun moei
lijkheden, ook hun persoonlijke moeilijkhe
den bij hem kwamen en dat hij zoodoende
nog een invloed ten goede kon uitoefenen.
Maar bovenal is Spr. dank verschuldigd
aan het gereformeerde volk dat hem als hij
geestelijk koud was, weer kon bezielen en
energie geven. Die liefde van het gerefor
meerde volk is hem nog meer waard als de
twee ton die hij opgegeten heeft 1
Het geschenk in den v.orm van het schil
derij zal Spr. gaarne aanvaarden. Maar hij
heelt één verzoek, n.l. het niet te doen ver
vaardigen door een groot kunstenaar, opdat
het hem niet ga als wijlen Prof. Rosenheim,
wiens door Jozef Israels geschilderd por
tret in de Senaatskamer der Leidsche Uni
versiteit prijkt. Als een bezoeker op dat
schilderij gewezen wordt, zegt men niet;
„Dat is Rosenheim'", maar: ..daar hangt een
Jozef Israels!" (groote vroolijkheid.)
Aan het verzoek om nog iets te publicee-
ren hoopt Spr. gevolg te geven. Hij is voor
nemens een w erk van circa 300 pagina's het
licht te doen zien.
Om zoodoende iets af te doen van het
groote tekort dat hij voelt thans bij het op
maken der rekening. E» als straks de eind-
rekening afgesloten zal worden, waaraan ik
zelf dan niets meer zal kunnen toevoegen
zoo eindigde Pro! Anema zijn sympathiek'
woord dan hoop ik dat het genadiglijl
mee zal vallen. (Applaus.)
Hierna was men nog geruimen tijd bijeen.
De receptie kenmerkte zich door een harte
lijke ongedwongenheid.
HET BIOSCOOPCONFLICT
THANS GEHEEL OPGELOST.
De algemeene ledenvergadering van den
Ned. Bioscoopbond heeft besloten, het on
der leiding van Minister Ruys de Beercn-
brouck tot stand gekomen voorstel, tot op
lossing van het bioscoopconflict in het Zui
den te aanvaarden. Hiermede is het conflict
beëindigd en de bioscopen in het Zuiden
zullen a.s. Vrijdag heropend worden.
GEEN FEEST MAAR EEN
CONFERENTIE
OPZICHTEN UITSTEKEND
GESLAAGD
TAL VAN BELANGWEKKENDE
REFERATEN
>t was een goede gedachte van het be
stuur van de A(msterdamsche) Christelij
ke) J(eugd) C(entrale) om het tweede lus
trum niet te vieren als een feest, niet te
recipiccron in den gewonen zin van
woord, maar een Jeugdleidersconferentie tc
houden.
Hiermede heeft, men niet alleen de Ams-
terdamschc Jeugdbeweging gediend- doch ook
van dc andere groote steden als straks
het proces-verbaal of althans de inleidingen
in clruk verschijnen, heel het land. -
De conferentie is gehouden in het prachtig
gelegen gebouw van de A. M. J. V. ook al
weer een deel van dc Amsterdamsche Jeugd
beweging.
De Christelijke Jeugdbeweging in Rotter
dam, Den Ilaag en Zaandam, Utrecht en
Haarlem, in de voorbereiding gekend, heb
ben aan het welslagen van deze conferentie
medegewerkt en door dc leiders dezer
weging zoowel uit Gereformeerde. Herv.
de en Luthersche kringen is zij aanbevo
len. Thans mogen w ij zeggen, dat ze in alle
opzichten uitstekend is geslaagd.
Begroetingssamenkomst.
Vrijdagavond begonnen wij met een bc-
groetingssamenkomst. De deelnemers aan
deze conferentie konden elkander ontmoe
ten in de groote zaal van het A. M. V. J.-
gebouw.waar de voorzitter van de A. C. J.
C. een openings- en welkomstwoord sprak.
Als doel der Centrale werd hij de oprich
ting gesteld:
a. liet bevorderen van samenwerking op
het terrein van het Chr. Jeugdwerk
b. het geven van voorlichting ten aanzien
van den arbeid onder de rijpere jeugd;
c. na te gaan wat aan dezen arbeid ont
breekt, teneinde daarin te doen voorzien;
d. alles in het werk tc stellen wat aan de
uitbreiding en de doelmatigheid van dit
werk ten goede kan komen.
Niet alle idealen zijn reeds vervuld, en
nog is de samenwerking van alle organisa
ties niet bereikt, maar de A. C. J. C. gaat
toch van jaar tot jaar een grooter plaats
beslaan in het leven van onze stad. Wij zul
Ion verder moeten en we hebben goeden
moed met Gods hulp verder- te komen.- Ook
deze conferentie kan ons vooruit'helpen.
De leiding dor vergadering berustte vo
het verdere van den avond bij den voorzit
ter der Voorbereidingscommissie Ds. J. C.
Koningsberger- die met een enkel
woord het program van de Conferentie toe
lichtte en op de vele vragen wees, die in
zonderheid in de groote steden bij dc bear
beiding van de jeugd, rijzen.
In het verdere van deze samenkomst wer
den medèdeelingen gedaan over
in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam.
Deze medcdeelingen deden aan den eenen
kant zien dat wij ons niet behoeven te scha
nsen en dat onze jeugdbeweging er
mag. Maar aan den anderen kant kwam
toch oök sterk naar voren, dat wij nog
groot tekort hebben en dat wij met
jeugdbeweging niet omspannen de jeugd die
komt uit geloovig-protestantsche kringen.
Ook viel op het gebrek niet alleen aan
eenheid, die met het oog op de verschillen
de religicuse stroomingen niet licht is te be
reiken, maar ook een gebrek cn tekort aan
samenwerking, waar die toch wel mogelijk
zou zijn.
Zoo was deze begroetingsavond niet alleen
een verkwikking, maar ook een waarschu
wing. En wij hebben den indruk, dat hij
niet zonder vrucht is gebleven. In elk geval
was liet een prachtige inzet voor de eigen
lijke conferentie.
Arbeidsdag.
Zaterdag was liet de dag voor den ar
beid. Des morgens hadden twee sectie-ver
gaderingen plaats, één gewijd aan den ar
beid onder de Rijpere Jeugd, en één meer
bijzonder gericht op het werk voor kinde
ren.
Van de eerste sectie was Ds. Konings
berger en van de tweede Ds. Klinken
berg voorzitter.
Met de inleiders was men al buiten-ge
woon gelukkig geslaagd. In de eerste sectie
sprak Mr. A. de Graaf over het belangrijke
onderwerp: „Omgang tusschen oudere
gens en meisjes" en Mej. J. C. Cierem
over: „Het leven van de industriearbeidsters
in onze groote steden."
In de tweede sectie sprak als vervanger
van den heer A. J. Drewes, Prof. Dr. J.
W a t e r i n k, over: „De Godsdienstige bein-
vlocding van het kind".
Een heel program alzoo, belangrijk en be
langwekkend, en de inleiders hebben hun
taak met hooge ernst opgevat.
Voor wie een beslisten maatstaf, een ah-
ALS DE DUIZENDSTE BINNENKOMT....
.J)i> Betuwe' te l'iel de duizendste wagonlading
frit vict onopgemerkt passeerde blijkt uit
solute aawijzing verwachtte moet het refe
raat van Mr. de Graaf een teleurstelling
geweest zijn. Maar voor wie met het vraag
stuk worstelt heeft de inleider toch veel
goeds geboden.
Geen oplossing, wel bezinning
is mogelijk, n.l. deze, dat gelukkige omgang
moet berusten op kennis van de beide sexen
die zullen omgaan.
Dc spreker stond zeer uitvoerig stil bij het
verschil in aanleg tusschen man en vrouw,
waarvan bij natuurlijk wel erkent- dat in
't sexuecle ligt,, maar naar hij meent niet. in
eerste instantie daar gezocht moet worden,
maar in de gansche houding tegenover
leven. Daarbij blijkt duidelijk, dat van de
beide sexen geen van beide de meerdere
dat geen van beiden de uitsluitende leider
is, dat niet de een verstands- of ander ge-
yoelsmensch is, maar dat de een do ander
aanvullend leidt in datgene wat hij of zi
door aanleg ziet, bcheerscht, dat verstand
gevoel bij beiden een geheel andere fum
tie hebben, en dat de bestudeering van dien
verschillenden blik. de man rustig in
verte ziend, onrustig nabij, de vrouw
omgekeerd, maar samenwerkend, elkander
rustig makend, doet vermoeden hoe fataal
de werking moet zijn van dezelfde opvoe
ding- instructie, enz. van deze zoo verschil
lende wezens.
Spr. besloot met er op te wijzen, dat een
algemeene oplossing niet te vinden is, maar
dat er alleen mogelijkheid is in een geluk
kige oplossing. In elk geval wanneer e:
kweekt wordt een stemming van onderlin-
gen eerbied, rustend op de volkomen erken
ning van dit absolute verschil.
Mej. J. C. Cie remans, die door haar
functie bij do Arbeidsinspectie de praktijk
zoo goed kent, heeft
ons treffend geteekend en den weg gewezen,
om voor deze groep, die zoo zeer van geva
ren omringd is. practischen arbeid te doen.
Zien wij het goed. dan is er op dit terrein,
en niet enkel in de groote steden, een te
kort.
In dc ..Kindersectie" men begrijpt
dat dat wij geen kleineering bedoelen, sprak
allereerst Prof. Dr. J. Waterink over:
Wat. was er veel te leercn bij den Profes
sor voor allen, die met de jeugd hebben om
te gaan. Hij sprak over de beinvloeding van
het kind van twee tot vijf jaar, het kind,
dat nog geheel is in den leeftijd van het
spel. Van het kind, dat ouder wordend de
werkelijkheid zoekt der dingen om zich heen
Het is de tijd bij uitnemendheid om liet
kind met de bijbelsche geschiedenis bekend
t.e maken. Heel de bijbelsche geschiedenis
kan, wat quintessens der verhalen betreft,
verteld worden. Niet in den vollen omvang
aanvankelijk, maar zoo dat eerst eenige
hoofdfiguren als dragers van een ideaal naar
voren komen. Daarbij komt dan meer recht
streeksche godsdienstige beinvloeding. Nooit
door lange preeken, maar wel door e
dc uren van kinderlijken nood (h.v. bij on
weer). Zijn er in de eerste periode beseffen
omtrent God als een „Ueberkausalit&t",
de tweede komt ook het spreken van
geweten op. Bij deze gewetenssprake heeft
de opvoeder zich aan te sluiten, niet om het
kind maar goed de les te lezen, maar om te
wijzen op de liefde Gods, die steeds het kind
waarschuwt en trekt.
Hij sprak van een derde periode wellicht
de moeilijkste.
Het kind vindt geen voldoening meer in
de voorstellingen- doch zoekt meer. Het
vraagt om begrippen en om begrijpen. Maar
met het formeele geeft het kind noodge
dwongen meermalen ook den inhoud op.
De ontwikkeling van het kind brengt het
bovendien in de periode der pubprfeit. De
tijd van de eigenzinnigheid en tegelijk die
van -de ,-Schwarmerei" is aangebroken. Do
godsdienstige beinvloeding is in dezen tijd
pr vooral een van het persoonlijk contact
Hetzelfde, wat eenerzijds gevaar beteekent,
beteekent anderzijds een middel tot behoud;
de zuelit van het jonge mensch om zich aan
te sluiten aan den ander geeft hem of haar
de vraag naar leidor of leidster. Die wordt
het ideaal cn heeft als zoodanig een gewel
dige verantwoordelijkheid, maar ook een
niet licht tc schatten invloed. Welk een
heerlijke taak is het aldus besloot spr.
zoo de jonge menschen te mogen leiden tot
Christus, tot God.
Middagvergadering.
Des middags was in een algemeene ver
gadering de belangrijke vraag aan dc orde
over
de plaats van do lichamelijke
opvoeding in het jeugdwerk.
Dit onderwerp werd ingeleid door Ds. J. J.
Stam uit Rotterdam.
Spr. begon met er op te wijzen, dat over
dit onderwerp zoo goed als geen literatuur
bestaat. Hij ging vervolgens na wat licha
melijke opvoeding is en hoe die als compen
satie voor den tegen woordigen cultuur-
mensch, bovenal in het type van de stads-
mensch noodzakelijk is. Sport als onderdeel
van de lichamelijke opvoeding kan genoemd
worden de zelfhygiëne van onzen tijd.
Spr. maakte vervolgens duidelijk het on
derscheid tusschen sport en lichamelijke
opvoeding en wees erop, hoe de jongeren nu
vragen naar sport Zoowel de voor- als de
nadeelen ervan stelde Spr. in 't licht en hij
wees op de plaats, die de sport in het jeugd
werk moet innemen.
Wij moeten, aldus Spr.- met onze jonge
ren de 6port om de sport willen, niet als
middel om zieltjes tc winnen. Als zending
is „christelijke sport" uit den booze. Maar
dan moeten de leiders ook geschoold zijn.
Die niet alleen inzien de paedagogische
waarde van de sport, maar die zelf ook
meespelen kunnen.
Spr. betreurt het, dat onze jongeren van
de groote wedstrijden en competities zijn
uitgesloten, omdat deze op Zondag worden
gehouden. Daarom drong Spr. erop aan, dat
men niet ztal ophouden met te vragen, dat
de competitie op Zaterdag zal worden' ge
houden. Dan kunnen onze jongeren des Zon
dags thuisblijven en desnoods 's middags
oefenen. Maar zij blijven dan beter bewaard
voor dc huiselijke sfeer.
Tenslotte wees Spr. op de groote paedago
gische waarde van de sport en waarschuw
de hij tegen overdrijving.
We kunnen van de dikwijls heel interes
sante gedachtenwisseling geen verslag ge-
von. maar wij hebben ook hieruit den in
trok gekregen dat vruchtbaar werk is ge-
laan en dat de Conferentie geslaagd hee-
len mag.
De avondsamenkomst.
's Avonds kwam de jeugd zelf op het
eerste plan. In de Luthersche Kerk aan het
Spui, spraken Ds. Berk el bach v. d.
Spren kei uit Rotterdam ovor «onze h-
TANTE POS WORDT MILD
Binnenkort wordt de briefport voo:
"t binnenlandsch verkeer verlaag!
van reven en een (Salve cent, to
Lieve beste tante Pos,
Knoop jc weer je beursje los?
Laat je weer drie halfjes vallen
Vait hel briefport voor ons allen?
Ga je weer 't tarief verlagen?
Op je ouwen dog behagen
Wil je ons, geliefde tante?
Wij, staatsburgers, en dus klanten,
Vindon t goed en gaan het loven.,
Eén hoera voor „Posn naar boven.
Nu de telefoontarieven.
Tante Pos, tot je believen,
Heusch, je zal ons vast niet grieven^
Als je evenals de brieven
Die eens flink wilt gaan verlagen,
Wil het er eens op gaan wagen,
'fc Denk, je kas kan het wel dragen
En het zou den handel schragen,
't Zou je eigen beursje spekken.
Want we voerden meer gesprekken.
VORST VON BULOW t
De voormalige rijkskanselier van hel Duit-
sche Rijk, Vorst von Bülow. die gistermorgen
op 80-jarigen leeftijd te Rome overleed.
DYNAMIET-ONTPLOFFING
De gereed zijnde figuur voor het monument
voor gevallen helden der zee, vervaardigd
door de beeldhouwster Eliza de Ridder van
Mastrigt. Het monument (hoog &Vz Meter)
wordt geplaatst te Hoek van Holland en is'
gewijd aan de nagedachtenis van de beman
ning der in 1921 en 1929 vergane redding-
booten te Hoek van Holland. De figuur
wordt uitgevoerd in brons cn het voetstuk
van euvülesteen.
DE AMERIKA ANSCHE GEZANT
Naar alle waarschijnlijkheid kan de aan
komst hier te lande van den nieuwbenoera-
den Amerikaanschen gezant bij Hr. Ms.
Hof, den heer Gerrit John Diekema, den
8en of lOen November a.s. worden tegemoet
gezien.
BUREAU RIJNVAART
Het bureau van de Vereeniging Centraal
Bureau voor de Rijn- en binnenvaart, dat
is gevestigd aan den Stationsweg 147 te Den
Haag zal Donderdagmiddag in gebruik wor
den genomen.
ROODE KRUISHONDEN
De Nederlandsehe Vereeniging voor Roode
Kruishonden houdt haar jaarlijksche keu
ring van Roode Kruishonden op Zaterdag 1
November, op het landgoed Eikenhorst bij
Den Haag, door de Koningin daarvoor ter
beschikking gesteld.
NEDERL. SPOORWEGEN
DE LIJN AMSTERDAM-HILVERSUM.
Voor een bedrag van ruim f 247.000 wer
aan de N. V. Swartouw's constructie-werk
plaats en machinefabriek te Schiedam opge
dragen het vervaardigen, leveren en stellen
van den metalen bovenbouw, noodig voor
do overbrugging van den Muiderstraatweg
en Muidertrekvaart in den spoorweg Am-
sterdam-Hilversum.
DE POSTVLUCHTEN
Het tweede retourpostvliegtuig js (gister
ochtend om 5.40 uit Djask vertrokken er
10.20 in Bushir gearriveerd. Van daar werd
weder om 11.20 opgestegen en men kwam
om 16.05 in Bagdad aan. Alles is wel aan
boord. Heden wordt de reis voortgezet.
LUCHTPOSTDIENST.
Met ingang van 1 November a.s. wordt de
luchtpostdienst AmsterdamHannoverBer
lijn vervroegd. De dienst wordt dan: Van Am
sterdam (Schiphol) 13.20. te Hannover 16.15,
van Hannover 16.35, te Berlijn 18.15.
De luchtpostdienst BerlijnKoningsbergen
—Riga—Moskou—RevalLeningrad wordt,
ingaande 1 Nov. a.s., opgeheven, evenals de
diensten Amsterdam-Essen-Mülheim-Frank-
fort (Main) -Mannheim en Rotterdam—Essen
MülheimKasseiMariënbadPraag.
venshouding" en D r. J. H. Havinck van
Heemstede over Jeugdwerk in Indië, waar
na Ds. J. P. van Bruggen met een slot
woord eindigde.
Een feestviering was dit lustrum niet
lenminste de gangbare meening over feest
viering is een andere. Maar hoog stond de
viering wel en een zegen kan er van
TAL VAN GEWONDEN
TOTAAL VERWOESTE FABRIEK
Men meldt ons uit Apeldoorn:
Maandag heeft in de kopersmelterij van
Smit en Co. een geweldige ontploffing plaats
gegrepen. Te half tien sprong het reuze dek
sel, dat over den gemetselden put ligt, waar-
het koper wordt gesmolten met een gewel
dige knal door de dakbedekking in de lucht.
Een groote vuurstraal, benevens een gewel
dige massa heete damp, hing in en boven de
fabriek. Een 20-tal arbeiders waren in de
onmiddellijke nabijheid der explo'se werkzaam.
Eenige arbeiders stoven naar buiten.
Onmiddellijk na de ramp wist men niet of
er menschenlevens te betreuren waren. Toen
oe damp was opgetrokken waagde men zich
in de fabriek, die totaal verwoest bleek. Alle
werklieden bleken in leven; alleen waren ze
alle min of meer aan gelaat en handen ge
brand en verwond.
Dr. Hermanides, die jufst in de buurt zijn
patiënten bezocht, verleende de eerste hulp.
Politie was onmiddellijk na de ramp op het
terrein.
Een heele consternatie veroorzaakte de ont
ploffing in de Geref. School op de Alexandri-
nalaan, die sflechts door een erf van de fabriek
is gescheiden. De leerlingen werden door het
personeel direct in bedwang gehouden, zoodat
een paniek voorkomen werd.
De schade wordt op enkele duizenden ge
schat. Als oorzaak van de ontploffing wordt
aangenomen, dat er dynamiet in het te smelten
koper is geweest.
DE CULEMBORGSCHE
MOORDZAAK
STRAFVERVOLGING GEVRAAGD
TEGEN DE COLLé'S.
Sweeris, een van de veroordeelden en ten
slotte vrijgesproken verdachten in de Cu-
lemborgsche moordzaak, wonende te Tricht,
gemeente Buurmalsen, heeft Zaterdag j.l.
een brief gericht aan den officier van justi
tie te Tiel, waarin hij in verband met den
moord op de beide Van Wiggens, den 23sten
December 1923, er de aandacht op vestigt,
dat op de zitting der Tielcsche rechtbank
d.d. 8 November 192S, mr. H. H. Roobol, als
getuige verhoord in de zaak der Col le s ver
dacht van meineed, heeft gezegd, wijzende
op Arnoldus en Johannes Collé: «.deze men
schen pleegden den moord". Schr. vermeldt
verder, dat op de zitting van het Hof te Arn
hem in de hooger beroepzaak der Collé's,
d.d. 7 Maart 1929, door den procureur-gene
raal is gezegd: mr. Roobol weet veel van de
Culemborgsche moordzaak, maar al wat hij
weet .hoorde hij van Blitterswijk. Er werd
dus aangenomen, dat mr. Roobol werkelijk
veel weet van de Culemborgsche moordzaak.
Op de zitting van het Hof te 's-Hertogen-
bosch, d.d. 21 October j.l. is door mr. Roobol
gezegd, dat hij de daders van den Culem-
borgschen moord kende. Schr. heeft, zich
naar aanleiding van deze bewering in ver
binding gesteld met mr. Roobol en den par
ticulieren detective Blitterswijk. Deze beide
personen hebben hem verklaard- dat zij er
van overtuigd zijn, dat de Collé's de daders
van den gepleegden moord zijn. Hiervoor
voeren zij tal van bewijzen aan, die in elke
andere zaak voldoende zouden zijn iemand
levenslang op te sluiten, aldus vervolgt
Sweeris, die verder zegt, na inzage van de
bewijsstukken tot de overtuiging te zijn ge
komen, dat de Collé's de daders zijn van
den moord op de beide Van Wiggens te Cu-
lemborg.
Het is hem tevens bekend, dat ten minste
vier politie-ambtenarcn onder eede hebben
verklaard, dat bedoelde moord is gepleegd
door meergenoemde Collé's. Met nadruk
wijst hij er op, dat, toen mr. Roobol op ge
melde Tielsche zitting- den Collé's beschul
digde van dien moord, de verdachten deze
verklaring niet hebben betwist.
Ook is het schr. bekend, dat deze Collé's
plus Auke Opdam elkaar den moord heb
ben verweten. Verder mag het bekend wor
den geacht, dat noch de Collé's noch Opdam
zich een behoorlijk alibi hebben kunnen
verschaffen. Na den moord hebben zij veel,
zeer veel geld uitgegeven, waarvan de her-
komst door hen in strijd met de waarheid
is opgegeven. Ook is het bekend, dat de Col
lé's de justitie op vele dwaalsporen hebben
gevoerd, wat mede heeft geleid tot nrrresta-
tie van de thans onschuldig gebleken Vroegs
en Sweeris.
Naast Vroege en Sweeris zijn door de Col*
lé s ook tal van andere personen aangewe
zen als de daders van den moord.
Sweeris besluit met te schrijven, dat hij
thans termen aanwezig aeht, den officier te
verzoeken- een strafvervolging in te stellen
tegen A. Collé Sr., J. A. Collé, A. Collé Jr.
en Auke Opdam, terzake van moord door
geweldpleging, gepaard gaande met dief
stal. Als de meest gedupeerde meent hij te
mogen eischen, dat deze strafvervolging
ten spoedigste wordt ingesteld.
Volgens de Courant zou dr. Hesselink te
Arnhem vanwege den minister van justitie
opdracht hebben ontvangen een nader on
derzoek in te 6tellen naar de nieuwe vondst
van mr. Roobol (de door hem ontdekte gelij
kenis tusschen het handschrift van eeu
anoniemen brief met dat van de brieven van
de gebroeders Collé).