REVISIE - BEHANDELING MOORDZAAK GIESSEN - NIEUWKERK PUROL ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9 HET VERHOOR VAN HET ECHTPAAR KROON DE TRUCS. HANDIGHEIDJES EN „LIEFDADIGHEID- VAN DEN RECHERCHEUR DE JONG Mr. Roobol vraagt gevangenneming van den rechercheur OOK VERMEER ONDER PRESSIE VAN DE JONG DE VERKLARINGEN VAN MUNSTER OMTRENT DEN HAMER GEEN BEZWAAR VAN DEN ADVOCAAT-GENERAAL TEGEN ONMIDDELLIJKE INVRIJHEIDSTELLING (Vervolg). TWEEDE DAG. Vragen aan rechercheur De Jong. De tweede dag van de revisie-behandeling van de moordzaak te Giessen Nieuwkerk door ht Amsterdamsche Gerechtshof vangt aan voor een gespannen gehoor van een met advocaten en andere belangstellenden geheel gevulde zaal en van een stampvolle publieke tribune, met het stellen van enkele vragen door den Advocaat-Generaal aan den recher cheur de Jong. De Adv. Gen.: U hebt gisteren een ver klaring gegeven van het ontstaan van het briefje, dat U op verzoek van de Kroon ons zoudt hebben geschreven. De Jong mompelt iets onverstaanbaars. Pr si dent: Volgens verklaring hebt U da briefje eenige dagen voor de terechtzitting te Dordrecht gegeven. Maar hoe kunt U dan schrijven: „In de kranten straat wat in de instructie gebeurt". Dat komt toch niet m de kranten? Getuige: Kan zich dat niet meer herin neren. President: Dat moet U toch zeker weten. Getuige: Het is al vier jaar M r. B a u d u i n (Procureur-Generaal)U ontkent te weten hoe het briefje tot stand is gekomen. U begrijpt toch dat lie in de han den der verdediging een belangrijk wapen is. Nadat de President vervolgen? weer de wijze besproken heeft waarop de hamer vervaardigd zou zijn, komt het tweede briefje door de Jong geschreven ter. sprake, waarin get. het lar.t voorkomen, dat vrouw Kroon haar man verzocht had om van de hamer te zeggen, dat deze van hem was. „Lieve man", duidt het in dat briefje, „zeg het maar, mijn heer de rechercheur zal het goed met om maken". President: Dat noem ik trucs! Getuige: Ik ben het niet met U eens! President: Noemt u het een methode, dat de verdachten gehoord worden door een rechercheur, inplaats van door den rcchtcr- ecornmissaris? Daar heb ik nog nooit van gehoord! En het woord truc blijf ik hand haven! Getuige: Tegenover slechte menschen moet men wel eens een zekere handigheid aan den dag leggen. (Beweging in de zaal.; Alsdan de President vraagt, waarom Kroon twee dagen voor de zitting van nt* rechtbank te Dordrecht ƒ2.50 van getuigp heeft ontvangen antwoord De Jong: Waar om mag men niet liefdadig zijn? Adv.-Gen.: Dat heeft niets met liefdadig heid te maken. President: Ik geloof nu, mijnheer De Jong, dat U reden hebt om U te beklagen over hétgeen gister op de zitting is gezegd. Verzoek van Mr. Roobol. Mr. Roobol verzoekt nu den President den getuige De Jong tijdens het verhoor van vrouw Kroon uit de zaal te verwijderen, wani het plan van de verdediging is om na haar verklaring vervolging wegens meineed van dezen De Jong te vragen. Na raadkamer wijst het Hof dit verzoek al. Het getuigenis van vrouw Kroon. Daarna trad de 37jarige Maartje Koppelaar alias vrouw Kroon voor het hekje. Getuige doet, na door den President op het hart gedrukt te zijn, thans niets dan ae waarheid te spreken, meddedeelingen over het avondje ten haren huize van 3 Aug. Klunder en Teunissen zijn binnengekomen en. hebben achter in de kamer ean biertje gedronken. Er werd wat muziek gemaakt en te ongeveer elf uur, ze waren er toen een uurtje, verwijderden Klunder en Teunissen zich, gevolgd door Vermeer, die echter da delijk terugkwam. Hoogstens tien minuten laten kwamen ook Klunder en Teunissen weer in de kamer, waar het gezelschap tot één uur bleef. Klun der en Teunissen gingen toen samen wefc. Getuige volgde hen en zag ze eenige huizen verder bij het kosthuis van Klunder hij Bouwmeester. Daar Teunissen bij getuige zou blijven slapen, vroeg getuige aan Vermeer of hij Teunissen wilde terughalen. Vermeer deed zulks waarna Teunissen onmiddellijk terugkwam en den verderen nacht bij de Kroons doorbracht. Get. wist niet dat Teu nissen veel geld bij zich had. Ook heeft hij zich nergens over uitgelaten. President: Heeft Teunissen niet over den moord te Giessen-Nieuwkerk gesproken en overden hamer? Getuige: Weineen mijnheer, hoe komt U erbij? I-Ioe zou zoo iets in Godsnaam mogelijk zijn! (Gelach). President: Hier juffrouw Koppelaar, pak dien hamer eens vast. Is die van U? Getuige: Die hamer is niet van mij! President: Houdt U dit onder eede vol? Getuige: Dat doe ik! President: En hoe komt Mijnster er bij om te zeggen, dat die hamer van U en van Uw man is geweest? Getuige: Mijnster heeft altijd een wrok legen ons gehad. President: Toen U aanvankelijk ge arresteerd bent hebt U hetzelfde gezegd, niet? Getuige: Jawel. President: Was er een sfeer van ver denking op. U allen; Getuige: Het was of de heele mensen- field tegen ons was. De armoede en ellende, die ik toen geleden heb, heb ik gevoeld. (Get begint te huilen). Op 21 Febr. 1925 kwam er een bevel lot gevangenneming. Den volgenden dag is get door Mr. Bentfort van Valkenburg gehoom, i-aarbij zij de onschuld van Klunder en Teu- lissen bleef volhouden. Op Maandag 2 Maart moest get. in de advocatenkamer komen. Daar zat De Jong en de directeur van de gc vangenis. De Jong zei: „En nou ben je weer hiei-, zorg dat je de waarheid zegt". „Ik neb de waarheid gezegd", antwoordde getuige. „Dat lieg je", antwoordde de Jong. „Je hebt te kiezen of je getuige of medeplichtige wilt zijn". Na een verhoor van twee en half uur dcor dien kwelduivel schreeuwt getuige uit heb ik geroepen: „Nou goed, dan is die hamer van mij, als het niet anders kan!" (Beweging in de zaal.) „Zoo", zei De Jong toen, „nu kunnen we beter praten, ga nu mc.ar eerst rustig slapen". Den volgenden dag werd het verhoor door den rechercheur voortgezet. „Klunder en Teunissen zijn een kwartier weggeweest", zei getuige. „Neen", schreeuwde De Jong, „ze zijn anderhalf uur weggeweest. Je kunt je eigen nog redden, ander ga je de gevan genis in". De Jong heeft toen een briefje ge schreven van vrouw Kroon en haar man, waarin dc rechercheur het liet voorkomen oi het van dtze vrouw afkomstig was. Latei heeft dp Jong tot getuige gezegd: „Klunder en Teunissen hebben gezegd, dat je man en Bouwmeester de moord hebben geplegd". „O, roept getuige uit, „ik dank God, dat eindelijk don dag is gekomen dat ik me uittn Ean". Getuige heeft onder pressie van De Jong steeds bezwarende verklaringen afgelegd. De Jong heeft haar een voor Klunder en Teunissen bezwarende verklaring uit hel hoofd laten leeren, welke zij voor den Recii- ter-Commissaris moest volhouden. „Als je het zoo maar precies vertelt, gaan Klunder en Teunissne levenslang in de gevangenis". (Beweging en protesten in de zaal.) Voor den officier heeft getuige haar bezwarende vei le laringen loon herroepen. Er werd toen ge zegd: „Je bent nu zenuwachtig, ga nu eerst maar eens slapen". En den volgenden dag roept getuige huilend uit moest ik weer weer naar mijn kwelduivel, naar De Jong. Ik ben toen radeloos naar huis gegaan. In het gesprek na mijn horroeping met De Jong heeft deze mij weer bewerkt om toch mijn bezwarende verklaringen weer vol te houden. Den dag voor de terechtzitting te Dor drecht zei Dé Jong: „Bep je zenuwachtig Neen dan wot Hofman". (Gelach.) Get. snikkend: „Menschen lach niet, het is te vreeselijk". Voor de rechtbank heeft get. haar bezwa rende verklaringen toen volgehouden en on der eede een valsche verklaring afgelegd. „Ik kon er niet meer uit roept getuige uit ik was te erg bewerkt, ik had geen eigen wil meer, ales wat ik gezegd heb, was mij voorgekauwd". (Protesten in de zaal, gesis op de tribune). President: En wat is er gebeurd tus- schen Dort en Den Haag? Getuige: Tk had een eed afgelegd. Mijn herroeping zouden ze toch niet geloofd heb ben en bovendien kwam De Jong weer bij mij en bij mijn man, die zei: „Zeg vooral weei hetzelfde als in Dordt". Wij moesten zeggen, dat de steel van 'de hamer van de Klop afkomstig was en ging hij maar voort. Alles wat ik en mijn man hebben verklaard is ons onder bedrei gingen voorgezegd door De Jong. Na de zit ting van het Hof zei ik buiten tegen De Jong: „Een van de rechters scheen het toch niet goed te vertrouwen". Toen antwoordde De Jong: „Dat is allemaal maar politiek". President: Kom eens naar voren De Jong. Wat zeg je van al die verklaringen? De Jong: Allemaal comedie. Get. Kroon: Wat, durf je dat volhouden? De Jong: Ik wist niet, dat jullie zoo slecht waren. (Luide protesten in de zaal.) President: En hebt U geen pressie uit geoefend? De Jong: Neen, alles klopt in de stuk ken. President: En die twee briefjes dan. De Jong: Welke briefjes? President (kwaa/i): Dat weet U besT, daar hebben we gisteren eenige uren over gesproken! Vrouw Kroon vertelde danhoe er na de veroordceling van Klunder en Teunissen, jaar later verschillende menschen bij haar geweest zijn om haar op haar verklaring te doen terugkomen. G e t u i g g e geloofde echter niet, dat een herroeping nog iets zou uitwerken. President: En als U dan particuliere rechercheurs op Uw dak kreeg of bezoeken van advocaten ontving vertelde U dat dan aan De Jong? Getuige: Meestal wel, maar De Jong zei daA „Dat doen ze alleen om den heer Stuy uit te kleeden, zoo zijn de advocaten". President: En toen hebt U dat schrift dat U ïïric jaar geleden geschreven hebt a den heer Geudeker van „Het Volk" gegev Getuige verteld danhoe zij met den heer Gudeker en Mr. Robol in kennis is gekomeen en deze hoeren heeft vertrouwd. President: Maar U voelt toch dat U toen zelf gevaar liep om vervolgd te worden Getuige: Ja, maar ik kon het niet lan ger onder mij houden. •esident: Dus U blijft er bij, dat U mij onder eede de waarheid gezegd hebt. Ook er de pressie, die door De Jong op U is uitgeoefend. Getuige: Ja. Ziet U, mijnheer Roobol, hoe goed het ge weest is, dat De Jongin de zaal is gebleven, ander hadden wij dit alles weer moeten her halen. Raadsheer Wiarda lot get Kroon: Waarom hebt U zich niet bij Mr. Bentfort m Valkenburg over De Jong beklaagt Getuige: Ach, ik dacht eigenlijk gezegd, dat het tusschen den Rechter-Commissaris, sub.-off. van Juistitie en De Jóng een com plot je was. Mr. Wiarda: Is Mr. Roebel 5T-1 de Wed Haverman hij U geweest Getuige: Ja, ze zei me, dat ik Mr. Roo bol vertrouwen kon. Wiarda: Hebt u dat schrift alleen geschreven. Getuige: Ja zeker. Mr. Wiarda: U gebruikt daarin net woord suggestie. Weet U wat dat beteekent Getuige: Ja, ik bedoelde daarin, dut Ik geen wil meer had. Mr. Wiarda: Hebt U de lagere school geheel' doorloop§n. Getuige: Ja alle klassen, ik ben nooit blijven zitten. Mr. Wiarda: Hoe spelt U suggestie. Getuige spelt het woord met een kleine hapering. (Groote hilariteit). Dan wordt de Jong weer voor het hekje geroepen. President: Hebt U voordat U vrouw Kroon weer sprak van den Rechter-commis- is gehoord, dat zij haar bezwarende ver klaringen had ingetrokken. Get. De Jong: Dat kan wel. Preside nt: Dan zal het wel zoo zijn. Ook de stugst.-officier van Justitie te Dor drecht, Mr. Kronenberg, ijioet nog even voor het hekje komen. Als hij een verklaring af legt. verwijt vrouw Kroon hem, dat zij nooit eenige steun van hem heeft ondervonden. Mr. Kronenberg: Het is wel heel jam mer, dat U mij nooit verteld hebt, dat Du Jong pressie op U heeft uitgeoefend, dat was $n fout van U. De volgende getuige is de eigenaar van de bekende ijzerzaak op den Nieuwendijk, de heer S. v. Embden. Deze heer wordt als des kundige gehoord over den hamer. resident: „Is deze hamer door een leek gemaakt of is hij in den handel?" De deskundige beantwoordt in een onder onsje voor de. tafel, dat de hamer zeer oud is, niet in den handel is en dat hij niet door den eersten den besten gemaakt kan worden. Het verhoor van Kroon. Hierna wordt de echtgenoot van Kroon gehoord, die ook mededeelingen doet over het vroolijke avondje te zijnen huize in Sliedrecht, op 3 April 1923. Ook Kroon houdt thans vol dat Klunder en Teunissen na elf uur niet langer dan tien minuten zijn weggeweest. Ruim één uur zijn Klunder en Teunissen naar het eenige huizen verder gelegen kosthuis van Klunder gegaan en is Teu nissen even later teruggekeerd om bij de Kroons te blijven slapen. President: „Dus als er tusschzn twaalf en één iemand in Giessen-Nieuwkerk vermoord is, dan kunnen Klunder en Teu nissen dat niet gedaan hebben?" G.e t u i g e: „Absoluut niet". President: „En wat zeg je er wel van dat Mijnster den hamer als de jouwe her kend heeft?" Getuige: „Dat is opzet van hem ge weest". Getuige vertelt dan voorts dat de aan vankelijke instructie normaal is verloo- pen; anders werd het tusschen 1923 en 1925. In dit laatste jaar is get. opnieuw ge arresteerd; hij kreeg toen met De Jor.g te doen. In eerste instantie begon De Jong over den hamer, o.m. vertellende, dat get.'s vrouw reeds bekend had, dat die hamei- van haar was. Toen kwam de kwestie met het beruchte, door De Jong geschreven briefje. Toen get. dit las, heeft hij nog niet toegegeven, dat de hamer van hem was, dit „bekende" hij eerst den volgenden dag. President: „Waarom heb je toen op zettelijk gelogen?" Getuige: „Daar ben ik door De Jong toe geprest. Onder pressie hebben we ein delijk gezegd: „nou dan moet-ie maar van ons wezen!" Ik dacht toen dat ik er af President: „Begreep u niet dat u Klunder en Teunissen daarmee ophing?" Getuige: „Pertinent heb ik nooit toe gegeven, dat die hamer van mij was". President: „En toen ben je maar vor der gegaan met liegen. Zoo heb je ver klaard, dat Klunder en Teunissen gezegd hebben: „We hebben er één zijn hersens ingeslagen en als je niet oppast, slaan we jullie hersens ook in!" Getuige: „Dat was allemaal een ge volg van De Jong's pressie". (Beweging in de zaal). President: „Je houding was toch wel erg slap, Kroon!" Getuige:, „Maar u moet niet vergeten, dat niemand ons geloofde, als we de waar heid spraken, ook Mr. Kronenberg en Mr. Bentfort van Valkenburg niet. Alles wat we zelf zeiden was gelogen; alleen wat ons werd voorgezegd, was goed!" (Beweging in de zaal). President: „Maar toen je bij den rechter-commissaris geteekend had, dat die hamer van jou was, was het gezeur toen afgeloopcn?" Getuige: „Als de heeren maar even dachten, dat we weer wat van onze ver klaringen wilden intrekken, werd Mijnster er weer bijgehaald. Mijnster had gezegd, dat die hamer van ons was en dat moest en zou zoo wezen!" Later, toen getuige voor Mr. Bentfort zijn bezwarende verklaringen wilde intrekken, werd hij regelrecht naar de cel gestuurd, toen hij nog maar eenige woorden gespro ken had! Mr. Bentfort van Valkenburg heeft zoo goed als geen verhooren afgeno men, de instructie werd vrijwel uitsluitend door De Jong gevoerd. (Protesten in dt zaal). Zoodra ik maar even op mijn ver- klaringen wilde terugkomen, kwam De Jong erbij om ons te bewerken, aldns ge tuige. President: „En als jullie gunstig ver klaard hadden, kregen jullie centen?' Getuige: „Ach, ik niet, want ik had nog geld, mar mijn vrouw heeft van De Jong een gulden en van den directeur van het Huis van Bewaring twee kwartjes ge had". (Beweging in de zaal). Tusschen den tijd, dat get. uit het voor arrest ontslagen werd en de zitting voor de Dordtsche rechtbank is De Jong weer her haaldelijk bij hem geweest om „theorie" te geven. >t/è* President: „Juist, theorie, zoo is het". Getuige: „De Jong heeft ons voorge zegd wat wij voor de rechtbank verklaren moesten, verschillende dingen heeft hij voor ons opgeschreven". De verdere verklaringen van Kroon voor de zitting van het Hof zijn vrij wel gelijkluidend aan die van zijn vrouw. De Jong weer voor. Rechercheur De Jong wordt voorgeroe pen, wanneer ook deze getuige de kwestie van de fietslantaarn vermeld heeft, rlij ontkent ooit gezegd te hebben, dat Kroon zijn gekleurde glaasjes weg moest gooien. (Er was nl. verklaard, dat Kroon een fiets lantaarn aan Klunder en Teunissen ge leend zou heben, terwijl de agent Mein- tjes verklaard had Teunissen en Klunder op den avond van den moord in Sliedrecht te hebben zien rijden met een fiets, voor zien van witte zijlichten). Voelt u niet, meneer de president zegt De Jong dat deze menschen van A tot Z staan te liegen? (Algemeene beweging in de zaal, Kroon val woedend tegen Dé Jong uit, de president hamert). Onder ademlooze stilte en geweldige spanning in de zaal verzoekt mr. Roobol bével tot opening der instructie togen de Jong, op vermoeden van meineed, en met bevel tot gevangenneming. Mr. Roobol motiveert dit als volgt: Wanneer Klunder en Theunissen vrijge laten worden en zij komen op straat de Jong tegen, gebeuren er ongelukken. Ver der wenscht pl. dat de Kroons beschermd worden tegen verdachte machinaties van den Rijksrechercheur. De president zet, alvorens over dit ver zoek een beslissing te nemen, eerst het verhoor voort, voor het meerendeel op on dergeschikte punten betrekking hebbend. Te ruim half twee wordt de zitting ge schorst. DE MIDDAGZITTING. Tegen het oogenblik dat de middagzit ting zal aanvangen, staat een vrij dichte menschenmcnigte op de Prinsegracht voor het Paleis van Justitie opgesteld, welke door agenten van politie in .bedwang wordt gehouden. Een voorbyganger, die door het publiek voor rechercheur de Jong wordt aangezien, wordt uitgejouwd. De zitting na de pauze vangt aan met een mededeeling van mr. van Aken, rech ter in de arrondissementsrechtbank te Dordrecht. Mr. van Aken zegt, dat de Kroon tijdens de zitting eenige malen door den president op het gewicht van den eed is attent gemaakt. Kroon, die voor het hekje wordt geroepen, ontkent dit. Ook Teunissen en Klunder ontkennen zulks. Over deze kwestie ontstaat dan ook nog eenige gedachtcnwisseling met de subsi, officier van justitie mr. Kronenberg. Mr. Bentford van Valkenburg, destijds rechter-commissaris in de zaak Gijssen- Nieuwkerk, wordt dan door don president gevraagd of hij zich wel eens rekenschap heeft gegeven wat, het motief van Klun der en Teunissen geweest kan zijn, om een moord te plegen? Hij wist toch dat Teunis sen veel geld op zak h.ad. Mr. Bentford: Het is altijd mogelijk dat zij liever geld stalen, ik, heb dat gis teren ook al£ gezegd. President: En ook lieveii een moord plegen? Mr. Bentford: Dat is er bijgekomen. Hierna wordt gehoord de dochter van het echtpaar Kroon, 16 jaar oud, en dienst bode van beroep. Get. zegt door de Rechtbank gehoord te zijn over den hamer. Op verzoek van den president neemt zij het voorwerp in de hand. President: Is die hamer van jullie? Getuige: Nee meneer! President: Is er niet iemand bij jul lie geweest, die zei, hier heb je jullie ha mer terug? Getuige: Ja, dat was de agent Vos en ik heb hem toen gezegd dat ik dien hamer niet kon- aannemen, omdat hij niet van mij was. Volgende getuige is de Rijksveldwachter J. F. Bastiaanse die indertijd met collega Mol op de plaats van het misdrijf i3 ee weest. De hamer met den lossen steel heeft get. bij het lijk in beslag genomen. GeL kreeg later bericht dat zekere Mijnster dien hamer zou kennen. Voor get. het voorwerp aan Mijnster liet zien beschreef laalstgt- noemde het als een klauwhamer met een platten ijzeren steel. Get. liet den hamer toen zien waarop Mijnster zei: „die hamer is van de Kroons". Mr. Bauduin, de advocaat-generaal, wijst erop, dat tevoren de veldwachter Vos den hamer reeds aan Mijnster beschreven had. De zwerver Boxmeer. Mr. Roobol: U hebt Boxmeer (een zwer ver, die ook van den moord verdacht werd) gearresteerd, nietwaar, op aanwijzing van zekeren Van der Stel. Get Bastiaanse: Ik heb hem in Gor- cum aangehouden. Mr. Roobol: Wat hebt u in zijn zak gevonden? Getuige: Een zakmes met afgesieten punt. Mr. Roobol: In 't verbaal staat ook nog dat er 5.60 op Boxmeer gevonden is. Getuige: Daar weet ik niets van. Mr. Roobol: Hebben de vrouw en de kinderen van den verslagene het mes van Boxmeer niet herkend als het eigendom van De Jong? Getuige: Neen, niet bepaald; ze zeiden dat De Jong wel een soortgelijk me3 in zijn bezit had. Verhoor van Vermeer. Hierna wordt gehoord de 43-jarige met selaar H. Vermeer. Get. deelt mede, in den moordnacht ten hyize van de Kroons te zijn geweest. Te gen tienen kwamen Klunder en Teunissen. Goed elf uur gingen beiden even naar bui ten, get. volgde ze op zijn kousen tot aan de deur. Get. weet niet beter of Klunder on Teunissen stonden op den weg te praten. Binnen een kwarlier kwam het tweetal weer binnen, en werd het feest tot ruim één uur voortgezet. Daarna verwijderden Klunder en Teunissen zich. Even later zei vrouw Kroon: ik wou maar, dat Teunissen terug kwam, dan konden we naar bed gaan. Get. heeft Teunissen toen uit het kost huis van Klunder teruggehaald; hij zag daar dat Teunissen Klunder een porte feuille overgaf. Get. is op 6 Maart 1925 in arrest gesteld. Niet minder dan 72 dagen heeft hij preven tief geezeten. President: Wat hadden ze tegen tl? Get. V e r m e e r: Ik denk dat ze me al3 medeplichtige beschouwden. President: Alleen omdat u met Klun der en Teunissen gepraat had? (Onder drukt gelach). Get. is hierna herhaaldelijk gehoord door rechercheur De Jong. President: Hoe ging dat? Getuige: De Jong deed niets anders dan me „afpesten". Daarom ben ik er ook toe gekomen om voor de Rechtbank te ver klaren dat Klunder en Teunissen „geruimen tijd" zijn weggeweest. President: En voor het Hof heb je dat nog aangedikt door te zeggen: 't kan wel een uur geweest zijn! Getuige: Dat staat me niet bij. President: Is u ooit bedreigd met meineed? Getuige: De Jong heeft gezegd, dat hij me zou laten opdraaien voor een valsch» verklaring. President: Kan je verklaren, dat Mijnster den hamer bij de Kroons heeft ge zien, zooals hij beweert? Getuige: Dat kan ik me niet ver klaren. President: 't Is een gekke hamer, hé? Heb je hem wel eens in je handen gehad? Getuige: Nooit President: Kom maar eens naar vo ren en neem het ding ook eens op! (Ge lach). Aarzelend voldoet get. aan dit verzoek. Mr. Roobol (tot getuige): Hoe dikwijls hebt u in voorarrest bezoek van De Jong gehad? Getuige: Twaalf, dertien maal. (Bewe ging). Mr. Roobol: En zou je onder eede dur ven verklaren dat De Jong je tot het afleg gen van een valsche verklaring heeft wil len persen? Getuige: Hij heeft niet anders gedaan' Hierna treedt Mr. Roobol naar voren en doet onder ademlooze stilte het verzoek tct onmiddellijke invrijheidstelling van Teu nissen én Klunder. Mr. Bauduin (advoc.-genéraaP: lk maak geen bezwaar tegen de inwilliging van dit verzoek. (Luid applaus in de zaal). Het Hof beslist in raadkamer echter, dat het niet wenschelijk acht dezen ingrijpen den maatregel reeds tijdens het getuigen verhoor te nemen. Beslissing na het getui genverhoor. De weduwe van den vermoorde. De weduwe van den vermoorden halte wachter te Giessen-Nieuwkerk, vrouw l)e Jong, verklaart, dat op het lijk van haar man niet gevonden zijn zijn portemonnaie met vijf gulden zestig cent en zijn mes; w zijn horloge. In hijïs was een bedrag v; ruim 100; dit was niet vermist. Zij g looft nog steeds, aldus getuige, dat Box meer de dader is, op wien een mes gevon den is dat veel op het nies van haar mar geleek. De verhouding tusschen den ver slagene en den wergwerker Kras was goed. De President: Ilad uw man vijanden? Het is onbegrijpelijk dat hij vermoord zou zijn om geld. Ieder wist dat er ge>-n geld te halen was. Kan het ook mogelijk zijn, dat iemand zijn post begeerde? Vrouw De Jong: lk heb er nooit iets van bemerkt Op vragen van den president verklaart zij na -den moord in haar geboorteplaats te zijn gaan wonen en niet te zijn hertrouwd, dat ze niet wist, dat er kort voor den moord iemand bij haar man is geweest om inlichtingen aangaande den dienst aan de halte en dat de wegwerker Kras zich nooit familiariteiten tegenover he or veroorloofd had. Getuige Kras. Getuige Kras verklaart, dat de vermoor de 100 gulden in huis had. De verdachten had get. nooit gezien. Dc buitenwacht zal niet geweten hebben, dat De Jong wat geld in huis had. Get., die vrouw De Jong den INGEZONDEN MEDEDEEUNG. Vóór het inzeepen Als gij U moeilijk scheert omdat uw huid gauw stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij dit geheel voorkomen, indien gij vóór het nzeepen de huid even inwrijft met slechts een weinig Radio Nieuws. HILVERSUM (238 M. Na 6 nur 1070 M. ültsl. KRO-Uitz. 11.30—12 Godsdienstig halfuurtje. 151.15 Concert door het KRO. Trio. 1.152 ansofoon. 23.15 Kinderuurtje. 5—5.45 Gra- jfoon. 5.45—6 Journalistiek weekoverzicht. (.30 Concert 7.308 Lezing over: huidige ten. 8—0 VroolUk pro and der Zulder HUIZEN (1873 M.) 10—10.15 Morgenwijding. 12.15—? Concert 2—2.30 Filmpraatje door Max Tak. 2.30—4 Muziek. 4—5 Muziek 5.30—S Gra- ïofoon. 6.01—7.45 Concert. 8 VARA Concert. 0.30 Vroolük uurtje. 11.30 Gramofoon. DAVENTRT (1551 M 10.35 MorgenwtJdins. 1.05—11.20 Lezing. 1.20—2.20 Orkest. 3.50 Con- ert 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsber. 7.05 Lezing. 7.50 Concei 7i]le._iO_NIeuwat .20 Mu; PARIJS „Radio-Paris" (1725 M.) 12.50 Gra mofoon. 4.05 Muziek. 6.50 Gramofoon. 8.35 Con- 9.20 Berichten, tijdsein en muziek. 10.20 •rt. 8.20 VrooltJke avond. 8-20—9.20 Hoorspel, aarna tot 1.20 Muziek. ZEESEN (1635 M.) 6.10—10.50 Lezingen. 12.20 .10 Muziekuitzending voor «cholen. 1.101.50 Lezingen. 2.20—2 50 Gramofoon. 2.50—5.20 Le- i. 5.20—6.20 Con< - 8.20 Lezi ■n. 8.20 Muziek. Daai HILVERSUM (298 M., Augustijnenkerk te Dordrecht 5.40 NCRV. (1071 M Kerkdienst vanuit d* iercf. Kerk te Enschede. DAVEXTRY (1554 4 M-) 5.20 Bijbellezing. 5.34 Klnderkerk. 7.208.35 Kerkdienst. LANGENBERG (473 M.) 9.25—10.20 Evange lische morgenwijding. halle-'dienst geleerd heeft, heeft nooit den in druk gehad dat de vrouw wat lichtzinnig was. Óp een vraag van M. Roobol ontkent hii ooit te kennen te hebben gegeven dat hij de post Giessen-Nieuwkerk wel zou begcc- Als de president eenlgen getuigen verlof geeft om te vertrekken, en daaraan de vraag toevoegt: Zijn er nog meer heeren die nu heen willen gaan? staat verdachte. K. op en steekt de hand op. Hij doet een dringend be roep op het Hof om hem en T. thans te la ten gaan, omdat ieder overtuigd is van hun onschuld. De president: Het Hof zal zoo gauw mogelijk uw invrijheidstelling gelasten, maar er kunnen zich toch nog altijd onver wachte feiten voordoen. Wij kunnen u niet in vrijheid stellen voor dat wij al het mate riaal voor ons hebben. Na enkele verklaringen van Mr. A. Paulus, rechter te Dordrecht cn een ijsventer te Slie- decht over den hamer, volgt het verhoor van Mijnster, die beweerd heeft den hamer waarmee de moord is gepleegd bij de Kroons te hebben gezien. Mijnster had dat eerst tegen den agent Vos gezegd, die bij hem in den kost is geweest. Getuige M ij n st e r houdt ook thans nog vol, dat hij zoo'n hamer met een platten ijzeren steel bij Kroon had gezien en dat Kroon hem toen gezegd heeft, dat hij de steel er zelf ingezet heeft President: Verklaart u dat nu maar omdat u van een vroegere verklaring niet terug durft komen? Uw verklaring is in haar oorsprong zoo duister. Mr. Roobol: Deze man zegt dat hij altijd de waarheid spreekt, maar zijn meineed staat toch wel vast Het wordt tijd dat hij wegens meineed vervolgd wordt, of zijn ver klaring wijzigt. Er zijn wel tien verklarin gen van andere getuigen, die zijn verklaring aan zeer ernstige verdenking onderhevig maken. Intussehen wil ik geen vervolging voor meineed togen dezen man vragen, voor dat het Hof heeft beslist over een vervolging van rechercheur de Jong. Anders duurt do ellende voor mijn cliënten, die in haar oor sprong feitelijk door dezen man veroorzaakt is, nog langer. Getuige mej. VosGrootenboer zegt, dnt zij den hamer vroeger, maar dat moet ver scheidene jaren geleden zijn, toen ze naast de Kroons woonde, wel op het erf van de Kroons had zien liggen. Haar toegeschreven sterkere' verklaringen in 1923 ontkent zij thans. Ook mej. Bekkers, die eenige jaren naast het gezin Kroon gewoond heeft, zegt zulk een hamer wel eens bij de Kroons gezien te hebben. Zij wist niet meer of er een houten of een ijzeren steel aan zat. Deze getuige heeft ook voor de rechter-commissaris toe gegeven niet de waarheid te hebben gespro ken bij de politie. De behandeling van de zaak is daarna tot heden verdaagd. STUDENTEN IN DE VERKEERS- WETENSCHAP. Bij den Militairen Motordtenst te Haarlem zijn thans een zestal Bijksveldwaehters gedetacheerd om 'daar omtrent het automobiel rijden en alles wat daarmede practisch en theoretisch samenhangt grondig te leeren. In drie distrieten, n.l. zal een t,n dienste van de Bijksveldiuacht komen voor snelle verplaatsing bij urgente gevallen en ook voor verkeerscontrole op de wegen Op bovenstaande foto ziet men de „studenten in de verkeers-wetenschap" geschaard om een imitatiedorp. Kennis van het verkeer u>ordt hier gedoceerd aan dc hand van kleine modellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9