REVISIE - BEHANDELING
MOORDZAAK GIESSEN - NIEUWKERK
PUROL
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9
HET VERHOOR VAN HET ECHTPAAR KROON
DE TRUCS. HANDIGHEIDJES EN „LIEFDADIGHEID-
VAN DEN RECHERCHEUR DE JONG
Mr. Roobol vraagt gevangenneming van
den rechercheur
OOK VERMEER ONDER PRESSIE VAN DE JONG DE VERKLARINGEN
VAN MUNSTER OMTRENT DEN HAMER GEEN BEZWAAR VAN DEN
ADVOCAAT-GENERAAL TEGEN ONMIDDELLIJKE INVRIJHEIDSTELLING
(Vervolg).
TWEEDE DAG.
Vragen aan rechercheur De Jong.
De tweede dag van de revisie-behandeling
van de moordzaak te Giessen Nieuwkerk
door ht Amsterdamsche Gerechtshof vangt
aan voor een gespannen gehoor van een met
advocaten en andere belangstellenden geheel
gevulde zaal en van een stampvolle publieke
tribune, met het stellen van enkele vragen
door den Advocaat-Generaal aan den recher
cheur de Jong.
De Adv. Gen.: U hebt gisteren een ver
klaring gegeven van het ontstaan van het
briefje, dat U op verzoek van de Kroon ons
zoudt hebben geschreven.
De Jong mompelt iets onverstaanbaars.
Pr si dent: Volgens verklaring hebt U
da briefje eenige dagen voor de terechtzitting
te Dordrecht gegeven. Maar hoe kunt U dan
schrijven: „In de kranten straat wat in de
instructie gebeurt". Dat komt toch niet m
de kranten?
Getuige: Kan zich dat niet meer herin
neren.
President: Dat moet U toch zeker
weten.
Getuige: Het is al vier jaar
M r. B a u d u i n (Procureur-Generaal)U
ontkent te weten hoe het briefje tot stand is
gekomen. U begrijpt toch dat lie in de han
den der verdediging een belangrijk wapen is.
Nadat de President vervolgen? weer
de wijze besproken heeft waarop de hamer
vervaardigd zou zijn, komt het tweede briefje
door de Jong geschreven ter. sprake, waarin
get. het lar.t voorkomen, dat vrouw Kroon
haar man verzocht had om van de hamer te
zeggen, dat deze van hem was. „Lieve man",
duidt het in dat briefje, „zeg het maar, mijn
heer de rechercheur zal het goed met om
maken".
President: Dat noem ik trucs!
Getuige: Ik ben het niet met U eens!
President: Noemt u het een methode,
dat de verdachten gehoord worden door een
rechercheur, inplaats van door den rcchtcr-
ecornmissaris? Daar heb ik nog nooit van
gehoord! En het woord truc blijf ik hand
haven!
Getuige: Tegenover slechte menschen
moet men wel eens een zekere handigheid
aan den dag leggen. (Beweging in de zaal.;
Alsdan de President vraagt, waarom
Kroon twee dagen voor de zitting van nt*
rechtbank te Dordrecht ƒ2.50 van getuigp
heeft ontvangen antwoord De Jong: Waar
om mag men niet liefdadig zijn?
Adv.-Gen.: Dat heeft niets met liefdadig
heid te maken.
President: Ik geloof nu, mijnheer De
Jong, dat U reden hebt om U te beklagen
over hétgeen gister op de zitting is gezegd.
Verzoek van Mr. Roobol.
Mr. Roobol verzoekt nu den President
den getuige De Jong tijdens het verhoor van
vrouw Kroon uit de zaal te verwijderen, wani
het plan van de verdediging is om na haar
verklaring vervolging wegens meineed van
dezen De Jong te vragen.
Na raadkamer wijst het Hof dit verzoek al.
Het getuigenis van vrouw Kroon.
Daarna trad de 37jarige Maartje Koppelaar
alias vrouw Kroon voor het hekje.
Getuige doet, na door den President op
het hart gedrukt te zijn, thans niets dan ae
waarheid te spreken, meddedeelingen over
het avondje ten haren huize van 3 Aug.
Klunder en Teunissen zijn binnengekomen
en. hebben achter in de kamer ean biertje
gedronken. Er werd wat muziek gemaakt en
te ongeveer elf uur, ze waren er toen een
uurtje, verwijderden Klunder en Teunissen
zich, gevolgd door Vermeer, die echter da
delijk terugkwam.
Hoogstens tien minuten laten kwamen ook
Klunder en Teunissen weer in de kamer,
waar het gezelschap tot één uur bleef. Klun
der en Teunissen gingen toen samen wefc.
Getuige volgde hen en zag ze eenige huizen
verder bij het kosthuis van Klunder hij
Bouwmeester. Daar Teunissen bij getuige zou
blijven slapen, vroeg getuige aan Vermeer of
hij Teunissen wilde terughalen. Vermeer
deed zulks waarna Teunissen onmiddellijk
terugkwam en den verderen nacht bij de
Kroons doorbracht. Get. wist niet dat Teu
nissen veel geld bij zich had. Ook heeft hij
zich nergens over uitgelaten.
President: Heeft Teunissen niet over
den moord te Giessen-Nieuwkerk gesproken
en overden hamer?
Getuige: Weineen mijnheer, hoe komt U
erbij? I-Ioe zou zoo iets in Godsnaam mogelijk
zijn! (Gelach).
President: Hier juffrouw Koppelaar,
pak dien hamer eens vast. Is die van U?
Getuige: Die hamer is niet van mij!
President: Houdt U dit onder eede vol?
Getuige: Dat doe ik!
President: En hoe komt Mijnster er
bij om te zeggen, dat die hamer van U en
van Uw man is geweest?
Getuige: Mijnster heeft altijd een wrok
legen ons gehad.
President: Toen U aanvankelijk ge
arresteerd bent hebt U hetzelfde gezegd, niet?
Getuige: Jawel.
President: Was er een sfeer van ver
denking op. U allen;
Getuige: Het was of de heele mensen-
field tegen ons was. De armoede en ellende,
die ik toen geleden heb, heb ik gevoeld.
(Get begint te huilen).
Op 21 Febr. 1925 kwam er een bevel lot
gevangenneming. Den volgenden dag is get
door Mr. Bentfort van Valkenburg gehoom,
i-aarbij zij de onschuld van Klunder en Teu-
lissen bleef volhouden. Op Maandag 2 Maart
moest get. in de advocatenkamer komen.
Daar zat De Jong en de directeur van de gc
vangenis. De Jong zei: „En nou ben je weer
hiei-, zorg dat je de waarheid zegt". „Ik neb
de waarheid gezegd", antwoordde getuige.
„Dat lieg je", antwoordde de Jong. „Je hebt
te kiezen of je getuige of medeplichtige wilt
zijn". Na een verhoor van twee en half uur
dcor dien kwelduivel schreeuwt getuige
uit heb ik geroepen: „Nou goed, dan is die
hamer van mij, als het niet anders kan!"
(Beweging in de zaal.) „Zoo", zei De Jong
toen, „nu kunnen we beter praten, ga nu
mc.ar eerst rustig slapen".
Den volgenden dag werd het verhoor door
den rechercheur voortgezet. „Klunder en
Teunissen zijn een kwartier weggeweest",
zei getuige. „Neen", schreeuwde De Jong,
„ze zijn anderhalf uur weggeweest. Je kunt
je eigen nog redden, ander ga je de gevan
genis in". De Jong heeft toen een briefje ge
schreven van vrouw Kroon en haar man,
waarin dc rechercheur het liet voorkomen oi
het van dtze vrouw afkomstig was. Latei
heeft dp Jong tot getuige gezegd: „Klunder
en Teunissen hebben gezegd, dat je man en
Bouwmeester de moord hebben geplegd".
„O, roept getuige uit, „ik dank God, dat
eindelijk don dag is gekomen dat ik me
uittn Ean".
Getuige heeft onder pressie van De Jong
steeds bezwarende verklaringen afgelegd.
De Jong heeft haar een voor Klunder en
Teunissen bezwarende verklaring uit hel
hoofd laten leeren, welke zij voor den Recii-
ter-Commissaris moest volhouden. „Als je
het zoo maar precies vertelt, gaan Klunder
en Teunissne levenslang in de gevangenis".
(Beweging en protesten in de zaal.) Voor den
officier heeft getuige haar bezwarende vei
le laringen loon herroepen. Er werd toen ge
zegd: „Je bent nu zenuwachtig, ga nu eerst
maar eens slapen". En den volgenden dag
roept getuige huilend uit moest ik weer
weer naar mijn kwelduivel, naar De Jong.
Ik ben toen radeloos naar huis gegaan.
In het gesprek na mijn horroeping met De
Jong heeft deze mij weer bewerkt om toch
mijn bezwarende verklaringen weer vol te
houden.
Den dag voor de terechtzitting te Dor
drecht zei Dé Jong: „Bep je zenuwachtig
Neen dan wot Hofman". (Gelach.)
Get. snikkend: „Menschen lach niet, het
is te vreeselijk".
Voor de rechtbank heeft get. haar bezwa
rende verklaringen toen volgehouden en on
der eede een valsche verklaring afgelegd.
„Ik kon er niet meer uit roept getuige uit
ik was te erg bewerkt, ik had geen eigen
wil meer, ales wat ik gezegd heb, was mij
voorgekauwd". (Protesten in de zaal, gesis
op de tribune).
President: En wat is er gebeurd tus-
schen Dort en Den Haag?
Getuige: Tk had een eed afgelegd. Mijn
herroeping zouden ze toch niet geloofd heb
ben en bovendien kwam De Jong weer bij mij
en bij mijn man, die zei: „Zeg vooral weei
hetzelfde als in Dordt".
Wij moesten zeggen, dat de steel van 'de
hamer van de Klop afkomstig was en
ging hij maar voort. Alles wat ik en mijn
man hebben verklaard is ons onder bedrei
gingen voorgezegd door De Jong. Na de zit
ting van het Hof zei ik buiten tegen De
Jong: „Een van de rechters scheen het toch
niet goed te vertrouwen". Toen antwoordde
De Jong: „Dat is allemaal maar politiek".
President: Kom eens naar voren De
Jong. Wat zeg je van al die verklaringen?
De Jong: Allemaal comedie.
Get. Kroon: Wat, durf je dat volhouden?
De Jong: Ik wist niet, dat jullie zoo
slecht waren. (Luide protesten in de zaal.)
President: En hebt U geen pressie uit
geoefend?
De Jong: Neen, alles klopt in de stuk
ken.
President: En die twee briefjes dan.
De Jong: Welke briefjes?
President (kwaa/i): Dat weet U besT,
daar hebben we gisteren eenige uren over
gesproken!
Vrouw Kroon vertelde danhoe er na de
veroordceling van Klunder en Teunissen,
jaar later verschillende menschen bij haar
geweest zijn om haar op haar verklaring te
doen terugkomen.
G e t u i g g e geloofde echter niet, dat een
herroeping nog iets zou uitwerken.
President: En als U dan particuliere
rechercheurs op Uw dak kreeg of bezoeken
van advocaten ontving vertelde U dat dan
aan De Jong?
Getuige: Meestal wel, maar De Jong zei
daA „Dat doen ze alleen om den heer Stuy
uit te kleeden, zoo zijn de advocaten".
President: En toen hebt U dat schrift
dat U ïïric jaar geleden geschreven hebt a
den heer Geudeker van „Het Volk" gegev
Getuige verteld danhoe zij met den heer
Gudeker en Mr. Robol in kennis is gekomeen
en deze hoeren heeft vertrouwd.
President: Maar U voelt toch dat U
toen zelf gevaar liep om vervolgd te worden
Getuige: Ja, maar ik kon het niet lan
ger onder mij houden.
•esident: Dus U blijft er bij, dat U
mij onder eede de waarheid gezegd hebt. Ook
er de pressie, die door De Jong op U is
uitgeoefend.
Getuige: Ja.
Ziet U, mijnheer Roobol, hoe goed het ge
weest is, dat De Jongin de zaal is gebleven,
ander hadden wij dit alles weer moeten her
halen.
Raadsheer Wiarda lot get Kroon:
Waarom hebt U zich niet bij Mr. Bentfort
m Valkenburg over De Jong beklaagt
Getuige: Ach, ik dacht eigenlijk gezegd,
dat het tusschen den Rechter-Commissaris,
sub.-off. van Juistitie en De Jóng een com
plot je was.
Mr. Wiarda: Is Mr. Roebel 5T-1 de Wed
Haverman hij U geweest
Getuige: Ja, ze zei me, dat ik Mr. Roo
bol vertrouwen kon.
Wiarda: Hebt u dat schrift alleen
geschreven.
Getuige: Ja zeker.
Mr. Wiarda: U gebruikt daarin net
woord suggestie. Weet U wat dat beteekent
Getuige: Ja, ik bedoelde daarin, dut Ik
geen wil meer had.
Mr. Wiarda: Hebt U de lagere school
geheel' doorloop§n.
Getuige: Ja alle klassen, ik ben nooit
blijven zitten.
Mr. Wiarda: Hoe spelt U suggestie.
Getuige spelt het woord met een kleine
hapering. (Groote hilariteit).
Dan wordt de Jong weer voor het hekje
geroepen.
President: Hebt U voordat U vrouw
Kroon weer sprak van den Rechter-commis-
is gehoord, dat zij haar bezwarende ver
klaringen had ingetrokken.
Get. De Jong: Dat kan wel.
Preside nt: Dan zal het wel zoo zijn.
Ook de stugst.-officier van Justitie te Dor
drecht, Mr. Kronenberg, ijioet nog even voor
het hekje komen. Als hij een verklaring af
legt. verwijt vrouw Kroon hem, dat zij nooit
eenige steun van hem heeft ondervonden.
Mr. Kronenberg: Het is wel heel jam
mer, dat U mij nooit verteld hebt, dat Du
Jong pressie op U heeft uitgeoefend, dat was
$n fout van U.
De volgende getuige is de eigenaar van
de bekende ijzerzaak op den Nieuwendijk, de
heer S. v. Embden. Deze heer wordt als des
kundige gehoord over den hamer.
resident: „Is deze hamer door een
leek gemaakt of is hij in den handel?"
De deskundige beantwoordt in een onder
onsje voor de. tafel, dat de hamer zeer oud
is, niet in den handel is en dat hij niet
door den eersten den besten gemaakt kan
worden.
Het verhoor van Kroon.
Hierna wordt de echtgenoot van Kroon
gehoord, die ook mededeelingen doet over
het vroolijke avondje te zijnen huize in
Sliedrecht, op 3 April 1923.
Ook Kroon houdt thans vol dat Klunder
en Teunissen na elf uur niet langer dan
tien minuten zijn weggeweest.
Ruim één uur zijn Klunder en Teunissen
naar het eenige huizen verder gelegen
kosthuis van Klunder gegaan en is Teu
nissen even later teruggekeerd om bij de
Kroons te blijven slapen.
President: „Dus als er tusschzn
twaalf en één iemand in Giessen-Nieuwkerk
vermoord is, dan kunnen Klunder en Teu
nissen dat niet gedaan hebben?"
G.e t u i g e: „Absoluut niet".
President: „En wat zeg je er wel van
dat Mijnster den hamer als de jouwe her
kend heeft?"
Getuige: „Dat is opzet van hem ge
weest".
Getuige vertelt dan voorts dat de aan
vankelijke instructie normaal is verloo-
pen; anders werd het tusschen 1923 en
1925. In dit laatste jaar is get. opnieuw ge
arresteerd; hij kreeg toen met De Jor.g te
doen. In eerste instantie begon De Jong
over den hamer, o.m. vertellende, dat get.'s
vrouw reeds bekend had, dat die hamei-
van haar was. Toen kwam de kwestie met
het beruchte, door De Jong geschreven
briefje. Toen get. dit las, heeft hij nog niet
toegegeven, dat de hamer van hem was, dit
„bekende" hij eerst den volgenden dag.
President: „Waarom heb je toen op
zettelijk gelogen?"
Getuige: „Daar ben ik door De Jong
toe geprest. Onder pressie hebben we ein
delijk gezegd: „nou dan moet-ie maar van
ons wezen!" Ik dacht toen dat ik er af
President: „Begreep u niet dat u
Klunder en Teunissen daarmee ophing?"
Getuige: „Pertinent heb ik nooit toe
gegeven, dat die hamer van mij was".
President: „En toen ben je maar vor
der gegaan met liegen. Zoo heb je ver
klaard, dat Klunder en Teunissen gezegd
hebben: „We hebben er één zijn hersens
ingeslagen en als je niet oppast, slaan we
jullie hersens ook in!"
Getuige: „Dat was allemaal een ge
volg van De Jong's pressie". (Beweging in
de zaal).
President: „Je houding was toch wel
erg slap, Kroon!"
Getuige:, „Maar u moet niet vergeten,
dat niemand ons geloofde, als we de waar
heid spraken, ook Mr. Kronenberg en Mr.
Bentfort van Valkenburg niet. Alles wat
we zelf zeiden was gelogen; alleen wat ons
werd voorgezegd, was goed!" (Beweging in
de zaal).
President: „Maar toen je bij den
rechter-commissaris geteekend had, dat die
hamer van jou was, was het gezeur toen
afgeloopcn?"
Getuige: „Als de heeren maar even
dachten, dat we weer wat van onze ver
klaringen wilden intrekken, werd Mijnster
er weer bijgehaald. Mijnster had gezegd,
dat die hamer van ons was en dat moest
en zou zoo wezen!"
Later, toen getuige voor Mr. Bentfort zijn
bezwarende verklaringen wilde intrekken,
werd hij regelrecht naar de cel gestuurd,
toen hij nog maar eenige woorden gespro
ken had! Mr. Bentfort van Valkenburg
heeft zoo goed als geen verhooren afgeno
men, de instructie werd vrijwel uitsluitend
door De Jong gevoerd. (Protesten in dt
zaal). Zoodra ik maar even op mijn ver-
klaringen wilde terugkomen, kwam De
Jong erbij om ons te bewerken, aldns ge
tuige.
President: „En als jullie gunstig ver
klaard hadden, kregen jullie centen?'
Getuige: „Ach, ik niet, want ik had
nog geld, mar mijn vrouw heeft van De
Jong een gulden en van den directeur van
het Huis van Bewaring twee kwartjes ge
had". (Beweging in de zaal).
Tusschen den tijd, dat get. uit het voor
arrest ontslagen werd en de zitting voor de
Dordtsche rechtbank is De Jong weer her
haaldelijk bij hem geweest om „theorie" te
geven. >t/è*
President: „Juist, theorie, zoo is het".
Getuige: „De Jong heeft ons voorge
zegd wat wij voor de rechtbank verklaren
moesten, verschillende dingen heeft hij voor
ons opgeschreven".
De verdere verklaringen van Kroon
voor de zitting van het Hof zijn vrij
wel gelijkluidend aan die van zijn vrouw.
De Jong weer voor.
Rechercheur De Jong wordt voorgeroe
pen, wanneer ook deze getuige de kwestie
van de fietslantaarn vermeld heeft, rlij
ontkent ooit gezegd te hebben, dat Kroon
zijn gekleurde glaasjes weg moest gooien.
(Er was nl. verklaard, dat Kroon een fiets
lantaarn aan Klunder en Teunissen ge
leend zou heben, terwijl de agent Mein-
tjes verklaard had Teunissen en Klunder
op den avond van den moord in Sliedrecht
te hebben zien rijden met een fiets, voor
zien van witte zijlichten). Voelt u niet,
meneer de president zegt De Jong
dat deze menschen van A tot Z staan te
liegen? (Algemeene beweging in de zaal,
Kroon val woedend tegen Dé Jong uit, de
president hamert).
Onder ademlooze stilte en geweldige
spanning in de zaal verzoekt mr. Roobol
bével tot opening der instructie togen de
Jong, op vermoeden van meineed, en met
bevel tot gevangenneming. Mr. Roobol
motiveert dit als volgt:
Wanneer Klunder en Theunissen vrijge
laten worden en zij komen op straat de
Jong tegen, gebeuren er ongelukken. Ver
der wenscht pl. dat de Kroons beschermd
worden tegen verdachte machinaties van
den Rijksrechercheur.
De president zet, alvorens over dit ver
zoek een beslissing te nemen, eerst het
verhoor voort, voor het meerendeel op on
dergeschikte punten betrekking hebbend.
Te ruim half twee wordt de zitting ge
schorst.
DE MIDDAGZITTING.
Tegen het oogenblik dat de middagzit
ting zal aanvangen, staat een vrij dichte
menschenmcnigte op de Prinsegracht voor
het Paleis van Justitie opgesteld, welke
door agenten van politie in .bedwang
wordt gehouden. Een voorbyganger, die
door het publiek voor rechercheur de Jong
wordt aangezien, wordt uitgejouwd.
De zitting na de pauze vangt aan met
een mededeeling van mr. van Aken, rech
ter in de arrondissementsrechtbank te
Dordrecht. Mr. van Aken zegt, dat de
Kroon tijdens de zitting eenige malen door
den president op het gewicht van den eed
is attent gemaakt. Kroon, die voor het
hekje wordt geroepen, ontkent dit. Ook
Teunissen en Klunder ontkennen zulks.
Over deze kwestie ontstaat dan ook nog
eenige gedachtcnwisseling met de subsi,
officier van justitie mr. Kronenberg.
Mr. Bentford van Valkenburg, destijds
rechter-commissaris in de zaak Gijssen-
Nieuwkerk, wordt dan door don president
gevraagd of hij zich wel eens rekenschap
heeft gegeven wat, het motief van Klun
der en Teunissen geweest kan zijn, om een
moord te plegen? Hij wist toch dat Teunis
sen veel geld op zak h.ad.
Mr. Bentford: Het is altijd mogelijk
dat zij liever geld stalen, ik, heb dat gis
teren ook al£ gezegd.
President: En ook lieveii een moord
plegen?
Mr. Bentford: Dat is er bijgekomen.
Hierna wordt gehoord de dochter van
het echtpaar Kroon, 16 jaar oud, en dienst
bode van beroep.
Get. zegt door de Rechtbank gehoord te
zijn over den hamer. Op verzoek van den
president neemt zij het voorwerp in de
hand.
President: Is die hamer van jullie?
Getuige: Nee meneer!
President: Is er niet iemand bij jul
lie geweest, die zei, hier heb je jullie ha
mer terug?
Getuige: Ja, dat was de agent Vos en
ik heb hem toen gezegd dat ik dien hamer
niet kon- aannemen, omdat hij niet van
mij was.
Volgende getuige is de Rijksveldwachter
J. F. Bastiaanse die indertijd met collega
Mol op de plaats van het misdrijf i3 ee
weest. De hamer met den lossen steel heeft
get. bij het lijk in beslag genomen. GeL
kreeg later bericht dat zekere Mijnster dien
hamer zou kennen. Voor get. het voorwerp
aan Mijnster liet zien beschreef laalstgt-
noemde het als een klauwhamer met een
platten ijzeren steel. Get. liet den hamer
toen zien waarop Mijnster zei: „die hamer
is van de Kroons".
Mr. Bauduin, de advocaat-generaal, wijst
erop, dat tevoren de veldwachter Vos den
hamer reeds aan Mijnster beschreven had.
De zwerver Boxmeer.
Mr. Roobol: U hebt Boxmeer (een zwer
ver, die ook van den moord verdacht werd)
gearresteerd, nietwaar, op aanwijzing van
zekeren Van der Stel.
Get Bastiaanse: Ik heb hem in Gor-
cum aangehouden.
Mr. Roobol: Wat hebt u in zijn zak
gevonden?
Getuige: Een zakmes met afgesieten
punt.
Mr. Roobol: In 't verbaal staat ook nog
dat er 5.60 op Boxmeer gevonden is.
Getuige: Daar weet ik niets van.
Mr. Roobol: Hebben de vrouw en de
kinderen van den verslagene het mes van
Boxmeer niet herkend als het eigendom
van De Jong?
Getuige: Neen, niet bepaald; ze zeiden
dat De Jong wel een soortgelijk me3 in zijn
bezit had.
Verhoor van Vermeer.
Hierna wordt gehoord de 43-jarige met
selaar H. Vermeer.
Get. deelt mede, in den moordnacht ten
hyize van de Kroons te zijn geweest. Te
gen tienen kwamen Klunder en Teunissen.
Goed elf uur gingen beiden even naar bui
ten, get. volgde ze op zijn kousen tot aan
de deur. Get. weet niet beter of Klunder on
Teunissen stonden op den weg te praten.
Binnen een kwarlier kwam het tweetal weer
binnen, en werd het feest tot ruim één uur
voortgezet. Daarna verwijderden Klunder
en Teunissen zich. Even later zei vrouw
Kroon: ik wou maar, dat Teunissen terug
kwam, dan konden we naar bed gaan.
Get. heeft Teunissen toen uit het kost
huis van Klunder teruggehaald; hij zag
daar dat Teunissen Klunder een porte
feuille overgaf.
Get. is op 6 Maart 1925 in arrest gesteld.
Niet minder dan 72 dagen heeft hij preven
tief geezeten.
President: Wat hadden ze tegen tl?
Get. V e r m e e r: Ik denk dat ze me al3
medeplichtige beschouwden.
President: Alleen omdat u met Klun
der en Teunissen gepraat had? (Onder
drukt gelach).
Get. is hierna herhaaldelijk gehoord door
rechercheur De Jong.
President: Hoe ging dat?
Getuige: De Jong deed niets anders
dan me „afpesten". Daarom ben ik er ook
toe gekomen om voor de Rechtbank te ver
klaren dat Klunder en Teunissen „geruimen
tijd" zijn weggeweest.
President: En voor het Hof heb je
dat nog aangedikt door te zeggen: 't kan
wel een uur geweest zijn!
Getuige: Dat staat me niet bij.
President: Is u ooit bedreigd met
meineed?
Getuige: De Jong heeft gezegd, dat hij
me zou laten opdraaien voor een valsch»
verklaring.
President: Kan je verklaren, dat
Mijnster den hamer bij de Kroons heeft ge
zien, zooals hij beweert?
Getuige: Dat kan ik me niet ver
klaren.
President: 't Is een gekke hamer,
hé? Heb je hem wel eens in je handen
gehad?
Getuige: Nooit
President: Kom maar eens naar vo
ren en neem het ding ook eens op! (Ge
lach).
Aarzelend voldoet get. aan dit verzoek.
Mr. Roobol (tot getuige): Hoe dikwijls
hebt u in voorarrest bezoek van De Jong
gehad?
Getuige: Twaalf, dertien maal. (Bewe
ging).
Mr. Roobol: En zou je onder eede dur
ven verklaren dat De Jong je tot het afleg
gen van een valsche verklaring heeft wil
len persen?
Getuige: Hij heeft niet anders gedaan'
Hierna treedt Mr. Roobol naar voren en
doet onder ademlooze stilte het verzoek tct
onmiddellijke invrijheidstelling van Teu
nissen én Klunder.
Mr. Bauduin (advoc.-genéraaP: lk
maak geen bezwaar tegen de inwilliging
van dit verzoek. (Luid applaus in de zaal).
Het Hof beslist in raadkamer echter, dat
het niet wenschelijk acht dezen ingrijpen
den maatregel reeds tijdens het getuigen
verhoor te nemen. Beslissing na het getui
genverhoor.
De weduwe van den vermoorde.
De weduwe van den vermoorden halte
wachter te Giessen-Nieuwkerk, vrouw l)e
Jong, verklaart, dat op het lijk van haar
man niet gevonden zijn zijn portemonnaie
met vijf gulden zestig cent en zijn mes; w
zijn horloge. In hijïs was een bedrag v;
ruim 100; dit was niet vermist. Zij g
looft nog steeds, aldus getuige, dat Box
meer de dader is, op wien een mes gevon
den is dat veel op het nies van haar mar
geleek. De verhouding tusschen den ver
slagene en den wergwerker Kras was goed.
De President: Ilad uw man vijanden?
Het is onbegrijpelijk dat hij vermoord zou
zijn om geld. Ieder wist dat er ge>-n geld
te halen was. Kan het ook mogelijk zijn,
dat iemand zijn post begeerde?
Vrouw De Jong: lk heb er nooit iets
van bemerkt
Op vragen van den president verklaart zij
na -den moord in haar geboorteplaats te zijn
gaan wonen en niet te zijn hertrouwd, dat ze
niet wist, dat er kort voor den moord iemand
bij haar man is geweest om inlichtingen
aangaande den dienst aan de halte en dat de
wegwerker Kras zich nooit familiariteiten
tegenover he or veroorloofd had.
Getuige Kras.
Getuige Kras verklaart, dat de vermoor
de 100 gulden in huis had. De verdachten
had get. nooit gezien. Dc buitenwacht zal
niet geweten hebben, dat De Jong wat geld
in huis had. Get., die vrouw De Jong den
INGEZONDEN MEDEDEEUNG.
Vóór het inzeepen
Als gij U moeilijk scheert omdat uw huid
gauw stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij
dit geheel voorkomen, indien gij vóór het
nzeepen de huid even inwrijft met slechts
een weinig
Radio Nieuws.
HILVERSUM (238 M. Na 6 nur 1070 M. ültsl.
KRO-Uitz. 11.30—12 Godsdienstig halfuurtje.
151.15 Concert door het KRO. Trio. 1.152
ansofoon. 23.15 Kinderuurtje. 5—5.45 Gra-
jfoon. 5.45—6 Journalistiek weekoverzicht.
(.30 Concert 7.308 Lezing over: huidige
ten. 8—0 VroolUk pro
and der Zulder
HUIZEN (1873 M.) 10—10.15 Morgenwijding.
12.15—? Concert 2—2.30 Filmpraatje door Max
Tak. 2.30—4 Muziek. 4—5 Muziek 5.30—S Gra-
ïofoon. 6.01—7.45 Concert. 8 VARA Concert.
0.30 Vroolük uurtje. 11.30 Gramofoon.
DAVENTRT (1551 M 10.35 MorgenwtJdins.
1.05—11.20 Lezing. 1.20—2.20 Orkest. 3.50 Con-
ert 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsber. 7.05
Lezing. 7.50 Concei
7i]le._iO_NIeuwat
.20 Mu;
PARIJS „Radio-Paris" (1725 M.) 12.50 Gra
mofoon. 4.05 Muziek. 6.50 Gramofoon. 8.35 Con-
9.20 Berichten, tijdsein en muziek. 10.20
•rt. 8.20 VrooltJke avond. 8-20—9.20 Hoorspel,
aarna tot 1.20 Muziek.
ZEESEN (1635 M.) 6.10—10.50 Lezingen. 12.20
.10 Muziekuitzending voor «cholen. 1.101.50
Lezingen. 2.20—2 50 Gramofoon. 2.50—5.20 Le-
i. 5.20—6.20 Con< -
8.20 Lezi
■n. 8.20 Muziek. Daai
HILVERSUM (298 M.,
Augustijnenkerk te Dordrecht
5.40 NCRV. (1071 M Kerkdienst vanuit d*
iercf. Kerk te Enschede.
DAVEXTRY (1554 4 M-) 5.20 Bijbellezing. 5.34
Klnderkerk. 7.208.35 Kerkdienst.
LANGENBERG (473 M.) 9.25—10.20 Evange
lische morgenwijding.
halle-'dienst geleerd heeft, heeft nooit den in
druk gehad dat de vrouw wat lichtzinnig
was. Óp een vraag van M. Roobol ontkent
hii ooit te kennen te hebben gegeven dat hij
de post Giessen-Nieuwkerk wel zou begcc-
Als de president eenlgen getuigen verlof
geeft om te vertrekken, en daaraan de vraag
toevoegt: Zijn er nog meer heeren die nu
heen willen gaan? staat verdachte. K. op en
steekt de hand op. Hij doet een dringend be
roep op het Hof om hem en T. thans te la
ten gaan, omdat ieder overtuigd is van hun
onschuld.
De president: Het Hof zal zoo gauw
mogelijk uw invrijheidstelling gelasten,
maar er kunnen zich toch nog altijd onver
wachte feiten voordoen. Wij kunnen u niet
in vrijheid stellen voor dat wij al het mate
riaal voor ons hebben.
Na enkele verklaringen van Mr. A. Paulus,
rechter te Dordrecht cn een ijsventer te Slie-
decht over den hamer, volgt
het verhoor van Mijnster,
die beweerd heeft den hamer waarmee de
moord is gepleegd bij de Kroons te hebben
gezien. Mijnster had dat eerst tegen den
agent Vos gezegd, die bij hem in den kost
is geweest.
Getuige M ij n st e r houdt ook thans nog
vol, dat hij zoo'n hamer met een platten
ijzeren steel bij Kroon had gezien en dat
Kroon hem toen gezegd heeft, dat hij de
steel er zelf ingezet heeft
President: Verklaart u dat nu maar
omdat u van een vroegere verklaring niet
terug durft komen? Uw verklaring is in
haar oorsprong zoo duister.
Mr. Roobol: Deze man zegt dat hij altijd
de waarheid spreekt, maar zijn meineed
staat toch wel vast Het wordt tijd dat hij
wegens meineed vervolgd wordt, of zijn ver
klaring wijzigt. Er zijn wel tien verklarin
gen van andere getuigen, die zijn verklaring
aan zeer ernstige verdenking onderhevig
maken. Intussehen wil ik geen vervolging
voor meineed togen dezen man vragen, voor
dat het Hof heeft beslist over een vervolging
van rechercheur de Jong. Anders duurt do
ellende voor mijn cliënten, die in haar oor
sprong feitelijk door dezen man veroorzaakt
is, nog langer.
Getuige mej. VosGrootenboer zegt, dnt
zij den hamer vroeger, maar dat moet ver
scheidene jaren geleden zijn, toen ze naast
de Kroons woonde, wel op het erf van de
Kroons had zien liggen. Haar toegeschreven
sterkere' verklaringen in 1923 ontkent zij
thans.
Ook mej. Bekkers, die eenige jaren naast
het gezin Kroon gewoond heeft, zegt zulk
een hamer wel eens bij de Kroons gezien te
hebben. Zij wist niet meer of er een houten
of een ijzeren steel aan zat. Deze getuige
heeft ook voor de rechter-commissaris toe
gegeven niet de waarheid te hebben gespro
ken bij de politie.
De behandeling van de zaak is daarna
tot heden verdaagd.
STUDENTEN IN DE VERKEERS- WETENSCHAP.
Bij den Militairen Motordtenst te Haarlem zijn thans een zestal Bijksveldwaehters gedetacheerd om 'daar omtrent het automobiel
rijden en alles wat daarmede practisch en theoretisch samenhangt grondig te leeren. In drie distrieten, n.l. zal een t,n
dienste van de Bijksveldiuacht komen voor snelle verplaatsing bij urgente gevallen en ook voor verkeerscontrole op de wegen
Op bovenstaande foto ziet men de „studenten in de verkeers-wetenschap" geschaard om een imitatiedorp. Kennis van het verkeer
u>ordt hier gedoceerd aan dc hand van kleine modellen.