llirnwr grtftsdjr (üoiirani
HET NIEUWE MINISTERIE RUYS
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
met Zondagsblad T/z cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
No 2815
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1929
ADVERTEN"
Van 1 tot 5 regels
Elke regel meer
Ingez. Mededeelinget. t
van 1—5 regels „240
Elke regel meer„0.15
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend0.10
10e Jaargang
HET NIEUWE KABINET
Mr. Ruys de Beerenbrouck is ge
slaagd. Hij zal opnieuw optreden als
Kabinetsformateur en leider van een
ministerie.
Het nieuwe Kabinet, door hem ge
vormd en straks door H.M. de Koningin
benoemd en beëedigd, is zeker wel het
beste, dat onder de tegenwoordige om
standigheden verwacht mocht worden.
De veronderstelling is wellicht niet
gewaagd, dat wat de personen be
treft een parlementair Kabinet-Ruys
er niet veel anders uitgezien zou heb
ben.
In elk geval kon het niet méér
rechtsch georiënteerd zijn. Mogelijk, dat
één der nieuwe functionarissen niet als
lid bij één der rechtsche partijen staat
3 ingeschrevenhet zijn nochtans allen
mannen van Christelijken huize en van
positief Christelijke beginselen.
Zelfs kan niet gezegd, dat de nieuwe
ministers buiten de praktische politiek
staan. Van Mr. Ruys, die Mr. Kan ver
vangt; van de heeren Reymer en
Deckers, die de zetels van de heeren
Van der Vegte en Lambooy innemen, is
dat zeker niet het geval. En Dr. Woltjer
heeft meer bekendheid in het politieke
leven dan Mr. Waszink wellicht ooit zal
krijgen.
Van een kleurloos Kabinet al staat
het ook los van de partijen en al staat
de rechterzijde los van het Kabinet
is dus geen sprake.
En het gejuich van hen, die meenen,
dat het met de invloed der Christelijke
beginselen op het regeeringsbeleid nu
gedaan is, heeft'weinig grond van be
staan.
Integendeel, het moet voor hen, die de
Icoalitie te vuur en te zwaard bestredep
'hebben, een groote teleurstelling zijn,
dat de samenstelling van het nieuwe
Kabinet volkomen herinnert aan die der
vroegere rechtsche ministeries.
Voorts is het nieuwe Kabinet een te
leurstelling voor hen, die meenden, dat
vrijzinnige staatslieden, van welke kleur
ook, weer aan het bewind zouden ko
men.
Immers, wanneer we over de groote
teleurstelling, dat Mr. Ruys de eerste
opdracht terug moest geven, heen zijn;
dan kunnen we met dankbaarheid de
samenstelling van het nieuwe Kabinet
begroeten.
Het moge tot op zekere hoogte een
waagstuk zijn, dat de officier Lambooy
door Dr. Deckers vervangen wordt, (al
is deze laatste ook reserve-off icier), de
keuze past in de tegenwoordige situatie
en klopt op den stand van het defensie-
vraagstuk.
Voorts behoort Dr. Deckers met Mr.
Reymer en Mr. Verschuur tot de knappe
jonge en vooruitstrevende Roomsche
generatie, van wie stuwkracht en durf
te venvachten is.
Mr. Donner blijft; het is waarlijk niet
te verwonderen; zijn arbeid als minis
ter is boven allen lof verheven.
De vervanging van Mr. Waszink, van
wien niet de minste activiteit uitging,
door een zeer intelligent man als Dr.
Woltjer, kan slechts voordeel zijn: de
nieuwe functionaris moge nog niet zoo
doorkneed zijn in praktische onderwijs-
zaken als Prof. Rutgers wiens gelijke
iH niet gevonden werd in het gansche land
dat hij stuur en richting zal weten
te,geven, lijdt geen twijfel.
De oud-minister de Graaff zal Dr.
Koningsberger voor Koloniën opvolgen.
Hy moge als bewindsman niet de sterk
ste onder de broederen zijn; de rich
ting, waarin hij het koloniaal beheer zal
leiden, boezemt ons het volste vertrou
wen in.
Ten slotte blijft de Geer bij Finan
ciën en Beelaerts bij Buitenlandsche
Zaken. Het is de beste oplossing, welke
te vinden was. Want beide ministers
staan voor een taak, welke nog niet af
is.. Financiën vraagt nog steeds groote
zorg en zorgzaamheid; de verhouding
tot België is nog immer aan de orde en
wisseling van personen is in deze zaken
niet gewenscht.
Al met al zijn wij daarom van oor
deel, dat Mr. Ruys gezien de omstan
digheden gelukkig geslaagd is in de
Vorming van een extra-parlementair
Kabinetdat de rechtsche groepen in de
Kamer en de rechtsche pers in het land
het nieuwe ministerie met vertrouwen
tegemoet kunnen treden en met be
houd van de voor de hand liggende vrij
heid grooten steun mogen verleenen.
Uit de Pers.
HET NIEUWE KABINET
RECHTSCH, VOORUITSTREVEND GEZIND.
Enkele bladen hobben reeds hun oordeel
gegeven over het nieuwe Kabinet-Ruys de
Beerenbrouck.
Zoo schrijft de Maasbode (r.k.) o.m.:
Onverwacht spoedig is Jhr. Ruys met,
zijn gewone doortastendheid klaar met
de vervulling van zijn nieuwe opdracht.
De namen der nieuwe ministers laten
geen oogenblik twijfel aan den aard van
het optredend Kabinet.
Het wil zijn, aansluitend bij den uitslag
der verkiezingen, een rechtsch, vooruit
strevend gezind, zij het dan door den
drang der omstandigheden, extra-parle
mentair Kabinet.
Rechtsch, onder Katholieke signatuur.
Dat cachet wordt er niet alleen aan ge
geven door den formateur, maar ook door
de bezetting van een viertal departemen
ten, waaronder dat van Arbeid. Hierdoor
wordt het Katholiek sociaal program lei
dend voor het nieuwe bewind.
In Mr. Verschuur vindt het departe
ment van Arbeid een titularis, doorkneed
in de theorie en de praktijk onzer sociale
wetgeving als weinigen, en die als parle
mentair redacteur van ons blad, hetgeen
liij jarenlang geweest is, mogelijk de noo-
digc ervaring heeft opgedaan, die een mi
nister gewoonlijk niet zonder zijn schade
mist. Voortvarend en tevens bedacht
zaam: dat is wel de juiste karakteristiek
van den nieuwen minister, belast,met de
leiding van een bij uitstek zwaar depar
tement.
De taak van de heeren Deckers en Reymer
acht het blad niet zoo zwaar; het aanblijven
en optreden van Mr. Dormer en Dr. Woltjer
wordt met blijdschap begroet.
De anti-revolutionairen bezetten op de
eerste plaats het departement van Justitie
Dat de jonge, krachtige, door en door des
kundige tegenwoordige titularis, als het
eenigszins kon, aan dit departement zou
blijven, stond wel vast en zal algemeene
toejuiching vinden. Hij is wel een der
meest succesvolle figuren uit het vorig
Kabinet Hij bracht veel tot stand, maar
heeft nog meer op zijn program: dat hij
ongestoord aan 't werk kan blijven vindt
zonder eejiigen twijfel algemeene instem
ming.
Van ganscher harte begroeten wij ook
aan het departement van Onderwijs Prof.
Woltjer: een diep-overtuigd, strijdbaar
voorstander van het bijzonder onderwijs.
Wellicht zal deze nieuwe Excellentie eer
behoefte hébben aan eenige matiging dan
aan prikkeling.
De Maasbode is, als wij, eenigszins ver
baasd over het wederoptreden van minister
de Graaff, en betreurt het, dat de heer Colijn
niet als minister van Buitenlandsche Zaken
optreedt.
De Belgische kwestie zal zeker een der
hoofdzorgen vormen van het nieuwe Ka
binet, en Colijn was de man, om hier
hoogst verdienstelijk werk te doen.
Het aanblijven van minister Beelaerts
zal in ieder geval wel de meeste verba
zing wekken. Misschien is het niet geheel
onmogelijk, dat dit aanblijven, wellicht in
verband met de Haagsche Conferentie,
thans bijeen, slechts als voorloopig is be
doeld. Het standpunt, door den minister
blijkens de onlangs gepubliceerde stukken
in de Belgische kwestie ingenomen, leek
ons intusschen zeer zuiver en rationeel.
Toch blijft het de vraag of hij de man is,
die de grootste kans maakt, deze kwestie
tot een goed einde te brengen.
Het blad is bijzonder verheugd, dat ook de
Chr. Hist, partij haar ministers geleverd
heeft; daardoor is het Kabinet, hoewel extra
parlementair, toch zuiver rechtsch ge
worden. Het zal ongetwijfeld een principieel
rechtsche politiek voeren.
De samenstelling te eenzijdig.
De eerste indruk van het Kabinet roept bij
de Residentiebode (r.k.) gemengde
gevoelens naar voren, allereerst wat betreft
de politieke samenstelling. Deze, zoo vreest
zij zal 'n zwakke stee worden in het Kabinet
of anders tot een ongewenschte politieke ver
warring aanleiding geven.
Voor het karakter van het extra-parle
mentaire Kabinet, hadden wij de samen
stelling liever wat minder eenzijdig gezien
want nu heeft het wel wat weg van een
camouflage. Het verschil tusschen een
rcchtsch-parlementair Kabinet en dit
extra-parlementaire Kabinet hadden wij
liever wat scherper geaccentueerd gezien,
ook voor de verantwoordelijkheid der par
tijen. De „Standaard" schreef Maandag
avond, dat geen voorman der anti-revolu
tionaire partij en dan voorman op poli
tiek gebied, in dit extra-parlementaire
Kabinet zitting zou nemen.
Dit parool is, wat betreft deze partij, ge
volgd.
De vier katholieken staan echter mid
den in ons politiek leven. De premier is
de leider van onze partij; Mr. Verschuur
is lid van het Partijbestuur en de beide
andere Excellenties zijn zittende Kamer
leden. Bij de Christelijk-Historischc minis
tère geldt precies hetzelfde.
Wat de personen zelve betreft, merkt het
blad op, dat het er noode eenige mist, die
het nog meer waarborgen hadden gegeven
voor een vooruitstrevende democratische po
litiek, terwijl het eenige anderen liever hun
otium cum dignitate had gegund.
Dat Minister Woltjer begroet zij met groo
te instemming.
Hij is 'n kenner van ons onderwijs als
weinig anderen, en daarnaast een groot
en geharnast voorstander van het bijzon
der onderwijs. Van hem verwachten wij
een krachtige onderwijspolitiek. Alleen
hopen wij, dat hij door den minister vi
financiën minder gehandicapt zal W(
den, dan zijn voorganger.
Met welk program dit Kabinet zal ko
men, weten we natuurlijk niet, Bpyen zei
den wij reeds, dat wij de vooruitstrevend
heid van het Kabinet in dè personen gaar
ne wat scherper geaccentueerd hadden
gezien.
Maar vol vertrouwen zien wij toch de
troonrede van dit kabinet tegemoet Wij
verwachten er van, alleen reeds door den
persoon van den formateur, dat het een
Kabinet zal zijn met een socialen inslag,
waaraan vooral de kath. fractie steeds
warmen steun zal kunnen geven.
Krachtige bewindsperiode.
De Tij d (r.-k.) volstaat voorloopig met te
constateeren, dat het feit, dat er vier Ka
tholieken, twee Anti-revolutionnairen, twee
Christelijk-Historischen en een neutraal Mi
nister in zitting hebben doet voorzien, dat
de steun, welke aan het nieuwe Kabinet
wordt geboden, Voornamelijk door de Rech
terzijde zal worden geboden. Ook het feit,
dat twee Ministers uit het Kabinet-De Geer
zitting hebben genomen, wijst op de krach
tige en aaneengesloten bewindspcriode, wel
ke wij tegemoet gaan.
<Fhorbecke's werk vernield.
Het V ad c r 1 a n d weeklaagt, dat door de
samenstelling van dit extra-parlementair
kabinet Thorbecke's werk is vernield.
De Katholieken en de Anti-Revolutio
nairen hebben in deze geen schuld, zij be
grepen zoo goed wat het zwaarste moest
wegen, dat ze het zelfs over de Koloniale
politiek eens waren geworden.
De Christclijk-Historischen, die alle ver
antwoordelij i/ heid durven dragen, behal
ve het mede-regeeren in een Rechtsch
parlementair Kabinet, hebben in de laat
ste dagen zeer groote verantwoordelijk
heid op zich genomen, en van hun stand
punt gezien al bijzonder slechte politiek
gevoerd. Vrees voor de toenemende macht
van Rome deed hen een parlementair
ministerie onder Roomsche signatuur
mislukken.
En het resultaat is, dat ze thans geen
enkele voorwaarde hebben kunnen stel
len en niet den minsten invloed hebben
kunnen uitoefenen op het Regeeringspro-
gram, en dat als eenig middel van ver
zet tegen al te Linksche neigingen van
het Kabinet te verwachten na de wijze
waarop de Roomsch-Katholieke Staats
partij den verkiezingsstrijd heeft gevoerd,
hun rest het ministerie omver te werpen.
Een verdedigingsmiddel, dat voor hen
echter meer fictie dan werkelijkheid zal
wezen, omdat ze dan eerst recht „de
uiterste noodzaak" als oplossing van de
crisis overlaten.
Over de nieuwe ministers schrijft het
Haagsche liberale blad tenslotte o.m. het
volgende
Van prof. Woltjer verwachten wij, dat
hij zijn taak aan het Departement van
Onderwijs zal vervullen in den geest die
door Cort van der Linden's Staatscom
missie en dr. De Visser's wet geboden is,
wil men niet de volkseenheid en het on
derwijs beide onberekenbare schade doen.
Dat dr. Deckers defensie krijgt was te
wachten en het is zeker meer en règle dat
de man, die Lambooy de wet voorschreef,
de regeling van het departement heeft,
dan de minister, die daar izijn bevelen
uitvoerde.
Tenslotte zegt het blad paf te staan over
dc benoeming van den heer De Graaff.
Een andere kleur.
Wij weten nog niets dan namen, zegt de
N. Rott. Crt.; maar
Dit neemt niet weg, dat de namen van
de nieuwe ministers het kabinet tot een
rechtsch kabinet stempelen. Het onder
scheidt zich daarin van het kabinet—de
Geer, waarin ook twee liberalen zitting
hadden. Zal het zich dus, blijkens de op
dracht, als extra-parlementair kabinet
aandienen, het heeft een kleur, die het
demissionaire extra-parlementaire kabi
net niet had.
Nochtans, van Christelijke beginselen zal
moeilijk sprake kunnen zijn, betoogt liet
liberale blad. De mislukking van Ruys was
een genadeslag voor het geloof aan nauwe
geestverwantschap.
Niettemin kunnen juist de christelijk-
historischen er nog toe hebben medege
werkt aan dit extra parlementair kabinet,
een zuiver rechtsche samenstelling te ge
ven. Want wel hebben zij, naar De Neder
lander heeft medegedeeld, van een zich
verbinden aan het regeeringsprogram, dal
voor de uitvoering vnn de eerste opdracht
was ontworpen, niet willen weten, maar
de christelijk-historischen bleken toen vol
gens hetzelfde orgaan tevens een mee
ning te zijn toegedaan, die zij tijdens de
verkiezingscampagne liever voor zich heb
ben gehouden, n.l. dat er bij hen oprechte
geneigdheid was tot het steunen van het
te vormen kabinet en dat er bij hen een
uitgesproken sympathie leefde, waarmode
zij de kans begroetten tot het optreden
van een men was toen nog aan de
eerste opdracht toe parlementair mi
nisterie, dat bedoelde te steunen op de
rechterzijde.
Dc verschillende ministers besprekend, is
het blad alleen uitvoerig over den heer De
Graaff:
Verbijsterend is bepaald de keuze van
den heer S. de Graaff „den naar raen-
schelijke berekening voorgoed verdwenen
oud-minister" zooals hij nop onlangs is
aangeduid als minister van koloniën.
Wij mogen in het bijzonder bij dezen op-
zienbarenden terugkeer een oogenblik
stilstaan.
Er is nimmer een verheffende, leven
wekkende kracht van dezen kolonialen
bewindman uitgegaan. Integendeel, het
leek of zijn bestuur op alles ecu domper
plaatste. Het kan nauwelijks mogelijk
zijn een figuur te bedenken, die minder
bij het tegenwoordige naar licht en le\
snakkende Indië past dan de figuur van
dezen minister, die zich nimmer heeft
kunnen uitwerken boven den alleen in
papier geloovenden bureaucraat, die hij
is. In Indië moet deze benoeming bij alle
portijen een diep ontmocdigenden indruk
maken. Zoowel in dc kringen van het
behoud als in die van de vooruitstrevend
heid zal men zich afvragen .waaraan In
dië dit heelt verdiend.
MR. T. J. VERSCHUUR,
minister van Arbeid. Handel
en Nijverheid.
JHR. AIR. F. BEELAERTS
VAN BLOKLAND, minister
van Buitenlandsche Zaken.
JHR. AIR. CIL RUYS DE BEERENBROUCK minister
president en minister van Blnnenlandscbe Zaken en
Landbouw.
DH NIEUWE MINISTERS
GEEN ONBEKENDE FIGUREN
In het nieuwe ministerie-Ruys de Beeren
brouck zullen verschillende oude bekenden
optreden, die we derhalve niet aan onze le
■rs behoeven voor te stellen.
Dit geldt van de Kabinetsformateur, jhr.
r. Ch. J. Ruys de Beerenbrouck, de tegen
woordige voorzitter der Tweede Kamer en
m Sept. 1918 tot Aug. 1925 minister.
Uit het- Kabinet-De Geer gaan over: jhr.
mr. D. J. de Geer zelf; mr. dr. J. Donner en
jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland; die resp.
Minister van Financiën, van Justitie cn van
Buitenlandsche Zaken blijven.
Als nieuwe ministers treden op:
Pref. Dr. R. H. WOLTJER
is geboren 19 Juli 1S78 te Groningen. Hij
ontving zijn opleiding aan het Geref. Gym
nasium, waarvan zijn vader, Prof. J. YY'ol-
directeur was, studeerde aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam' en promoveerde
aldaar den 24cn Maart 1904 op proefschrift
De Platone prae locraticorum phelosopho-
rum existimatore et judicc.
Den 23en September van datzelfde jaar
aanvaardde de jonge doctor het hooglce-
raarsambt aan do V. IJ., zoodat dezer da
gen zijn zilveren ambtsjubileum zal worden
gevierd.
-n het Gereformeerd Gymnasium te
Amsterdam is hij president-curator.
Verder is de heer Woltjer voorzitter van
de derde afdeeling van den Onderwijsraad,
de afdeeling betreffende het algemeen vor
mend lager onderwijs en het'bewaarschool-
onderwijs. Het is deze derde afdeeling, die
het meeste practischo werk heeft geleverd
den tijd dat dit instituut hoeft bestaan.
Ook is de heer Woltjer voorzitter van de
Plaatselijke Commissie van Toezicht op
het lager en voorbereidend lager onderwijs
i Amsterdam.
In Sept. 1927 verving Prof. Woltjer den
heer M. v. Haaften als lid van den Amster-
damschen- gemeenteraad. Hij is lid van de
Commissie van Bijstand voor Onderwijsza
ken, voor de Handelsinrichtingen en voor
art 39 der Bouwverordening. Het meest in
teresseerde hij zich voor de zaken van on
derwijs en er was zeker niemand in den
Raad, die zich met hem kon meten als het
ging over de practische toepassing van de
Wet op het Lager Onderwijs.
De Regeering erkende zijn verdiensten
door hem te benoemen tot ridder in de
orde van den Nederlandschcn Leeuw.
In al zijn functies toonde hij zich
nauwgezet cn consciëntieus werker, die
desniettegenstaande massa's arbeid verzet
ten kan, een eigenschap, die zeker een Mi
nister goed te pas komt
Hij is een vaardig spreker, scherpzinnig
en een minnaar van hoffelijke vormen ook
in het debat met tegenstanders.
S, DE RAAFF.
De heer S. de Graaff was in de beide mi-
nisteries-Ruys de Beerenbrouck van lfll£
lot 1925 Minister \an Koloniën, als hoe
danig hij den heer Idenburg opvolgde, die
vegens gezondheidsredenen moest aftreden
Omtrent zijn Iiidischen Staat \an dienst
zij vermeld, dat hij van 19061910 direc
teur van het Binnenlandsch Bestuur is ge
weest. Vervolgens werd hij eenige jaren
later Regeringscommissaris voor de re
organisatie van het bestuurswézen.
In de laatste jaren van den oorlog was
de heer De Graaff president-commissaris
an de Nederl. Uitvoer Maatschappij.
Mr. P. J. REYMER.
Mr. P. J. Reymer, de nieuwe Minister
an Waterstaat, werd te Renkum geboren
ii 1882. Na aan de Amsterdamsche Univer
siteit gestudeerd te hebben, vestigde hij zich
na zijn promotie als advocaat en procureur
te Amsterdam en vervolgens als zoodanig
te Hilversum.
Hij werd gekozen als lid van den gemeen
teraad van Hilversum en van de Provin
ciale Staten van Noord-Holland. Later werd
hij wethouder van de plaats zijner inwo
ning, totdat hij in 1922 als burgemeester
werd benoemd.
In 1918 was hij inmiddels ook gekozen tot
lid der Tweede Kamer.
Na zijn benoeming tot burgemeester keer
de hij niet in de Tweede Kamer terug.
Sedert 13 Maart 1928 had hij zitting in
de Eerste Kamer der'Staten-Gcneraai.
Na een langdurige en ernstige ongesteld
heid heeft hij echter voor enkele maanden
zijn werkzaamheden, na een volledig her
stel, kunnen horvatten.
De heer Reijmer staat in dc gemeente,
waarvan hij burgemeester is in zeer hoogo
achting niet het minst om zijn minzaamheid
in den omgang, zijn telkens weder blijkende
groote kennis van zaken, zijn groote werk
kracht en arbeidzaamheid.
Mr. Dr. L. N. DECKERS.
Omtrent den levensloop van Mr. Dr. L. N.
Deckers, die als Minister van Defensie zit
ting zal nemen in het nieuwe Kabinet, kan
het volgende worden medegedeeld:
De heer Deckers werd geboren in 1S83
en studeerde aan de Universiteit te Leuven
en daarna aan de Leidschc Hoogeschool.
Als 'landbouwkundige heeft hij naam ge
maakt door zijn bemoeiingen in zake den
Chr. Boerenbond in Noord-Bra bant. Ook
was de nieuwe bewindsman hoofdinspec
teur der Boerenleenbanken en secretaris
van den R. K. Ned. Boeren- en Tuinders-
bond. Voorts was hij nog een vooraanstaand
bestuurslid in verschillende landbouworga
nisaties, lector aan de R. K. Ilandelshooge-
school, lid van de Centrale Commissie van
de Statistiek en lid van den Hoogen Raad
van Arbeid.
De heer Deckers is sedert September
1918 lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal.
Hij sprak veel over landbomvaangelegen-
heden, maakte deel uit van belangrijke
Staatscommissies op landbouwgebied en is
thans nog voorzitter van de Staatscommis
sie, die een onderzoek instelt omtrent de
rentabiliteit van den bodem.
Voor Defensie is Dr. Deckers, die ïes.-
officier was, ia de laatste jaren steeds de
PROF. DRS. R. H. WOL-
TJER. minister van Onder
wijs, K. en W.
woordvoerder der R. K. geweest -Hij maak
te o.a. deel uit van de Legereommissie, van
de commissie voor de mobilisatie-invaliden
cu van de Nat Landstorm commissie.
Mr. T. J. VERSCHUUR.
Mr. T. J. Verschuur, die het beheer zul
krijgen over het Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid, was vroeger journa
list en o.a. parlementair overzichtschrijver
het dagblad „De Maasbode". In 1919,
hij de instelling van de Raden van Arbeid,
werd hij benoemd tot voorzitter van den
Raad van Arbeid te Breda.
Bijzonder is Mr. Verschuur naar voren
getreden in de Vereeniging van Raden van
Arbeid, waarvan hij sedert 1927 als opvol
ger van Jhr. Mr. Wittert van Hoogland t
presidium bekleedt, en in andere organisa
ties waar hij verschillende malen belang
rijke prae adviezen heeft uitgebracht over
vraagstukken, rakende de sociale verzeke
ring.
NIEUWE TWEEDE KAMERLEDEN
ZIJ, DIE DE OPEN PLAATSEN INNEMEN.
De ministers, die in het nieuwe kabinet
zitting zullen nemen en die tot lid der
Tweede Kamer benoemd waren verklaard,
zullen in die Kamer als volgt worden op
gevolgd: Jhr. Mr. de Geer wordt opgevolgd
door Jhr. Beelaerts van Blokland, doch aan
gezien doze zelf minister wordt, zal deze
plaats -worden iingenomen door Jhr. Mr. J.
YV. H. Ru'gers van Rozenburg te Baarn.
Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck heeft tot
opvolger in do Kamer de heer Mr. C. M. J.
F. Goseling, advocaat te Amsterdam.
F.indelijk zal als opvolger van Dr. L. N.
Dockers worden aangewezen de hoer J. C.
van Beek te Deurne, maar aangezien deze
zich, evenals alle cnndiidaten op de R. K.
lijsten verbonden heeft, om de plaats open
te laten voor dengeen, die voor denzelfden
kwaliteitszetel op de lijot is geplaatst als
het Kamerlid, dat om een of andere reden
van zijn benoeming niet of niet langer moer
gebruik maakt, zal r!-1 heer Y'an Beek voor
zijn benoeming bedanken en zal tot lid der
Kamer benoemd worden verklaard de heer
Th. F. M. Schaepman, ten Den Haag. pagw
lementair overzichtschrijver van de Maas
bode.
MINISTER KAN
KEERT TERUG TOT ZIJN VROEGEREN
STAAT DES LEVENS.
N'u Mr. J. B. Kan geen deel zal uitmaken
van het extra-parlementaire kabinet-Ruys
de Beerenbrouck kan met grond venvacht
worden, dat hij eerlang het hooge ambt van
secretarisgeneraal in algemeenen d-imst,te
vens secretaris-generaal van het Departe
ment van Binncnl. Zaken en Landbouw
weder op zich :I nemen. Zooals men zich
herinneren was, toen Mr. Kan in het
kabinet-De G als minister van Binnen-
landsche Zak.-, en Landbouw optrad, vast
gelegd, dat hii zijn vroegere functies weer
zou aanvaarden ira rijn aftreden als minis
ter.