Hef diamanten feest der Kamper Theol. School BE VREEZE DES HEEREN ZAL ZIJN SCHAT ZIJN. DONDERDAG 20 JUNI 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 HARTELIJKE TOESPRAKEN. PROF. RIDDERBOS RIDDER IN DE ORDE VAN DEN NED. LEEUW. EEN FONKELENDE DIAMANT. DE BURGERIJ BIEDT EEN HULDEBLIJK AAN KAMPEN IN FEESTSTEMMING Kampen, 19 Juni 1 Kampen was in feeststemming. Algemeen wapperde de driekleur vroolijk van de huizen der ingezetenen. De IJselbrug was gepavoiseerd. Het car'Hon van Stadhuistoren liet liederen van lof en dank over het stedeke klingelen. Het gebouw der Theologische School was versierd, en de aula, waar om twee uur, de plechtige vioring van het vijf-en-zeventig jarig bestaan werd gehouden, was zeer smaakvol aangekleed met bloem versiering, van witte lelies en tensia's in de Kamper kleuren, blauw .wit. Palmen volmaakten het geheel. De aula was reeds geruimen tijd van te voren gevuld met genoodigden, studenten, oud-studenten, de dames van verschillende hoogleeraren. Even voor tweeën komt de senaat var Studentencorps F.Q.S. de aula binnen. Vijf min. later verheffen zich wederom de aanwezigen van hun zitplaats cn de eerestoet schrijdt binnen. De rector begeleidt den Mi nister van Justitie, daarachter komen de an dere officieele personen, die we gister reeds hebben genoemd. Na lezing van een Schriftgedeelte en zeggen van eenige strofen van het bekende Te Dcum laudamus (Gezang 3) hield prof. dr. A. G. Honig als rector magnificus zijn feestrede, die men reeds gelezen heeft onze vorige editie. Vervolgens heeft Minister D o n n e r een toespraak gehouden. Sterk voelt hij de tegenstelling tusschen persoon en ambt. 25 jaar geleden was Spr. leerling van het in dit gebouw gevestigde De sfeer is hem vertrouwd. Ambtelijk zijn de re laties niet zeer eng. Geldelijken steun begeert noch ont vangt de School. De betrekking tusschen School en Staat put zich uit in een jaar- lijksch summier ver slag aan den Minis ter van Onderwijs. Namens de regee ring zegt Spr. te er kennen, dat de be- teekenis der School belangrijk is voor het welwezen van den Staat. Vrijheid en onafhankelijkheid, en de erkenning daarvan door de Overheid, zijn voor de School een noodzakelijke voorwaar de. Spr. brengt de gelukwenschen aan de Kerken en aan hun School. Deze viering staat in het teeken van dankbaarheid en van bloei. Moge die goede wenschen in vervul ling gaan. Ten slotte deelt hij mede, dat Prof. Dr. J. Ridderbos is benoemd tot ridder in de Orde van den Ned. Leeuw, (langdurig ap plaus.) Mr. A. E. baron van Voorst tot Voorst richtte zich daarop tot den presi dent-curator, om hem hartelijk geluk te wen schen. De geestige woojden van den Com missaris ontlokten een gulle lach en een dankbaar applaus. De burgemeester spreekt ïlan namens het gemeentebestuur van Kam pen. Over het feit der School verheugen zich niet alleen de Geref. Kerken, maar ook een brcedc kring van menschen, die op dichter of verder afstand van de School staan, en zirh daarmee toch verwant weten. Vervolgens wijst de burgemeester op het locaal belang der School voor zijn stad. Hot gemeentebestuur heeft zijn medeleven getoond, door op vele torens der stad de vlag te doen wapperen. Voor het sociale werk van de School heeft het gemeentebestuur groote waardecring. De prediking van recht en gerechtigheid is van een eminent belang voor de samenleving. Dat de School nog lange jaren de stad mag verrijken en versieren! Dc afgevaardigde van de V. U. Prof. Dr. V. II e p p decaan van de Theol. faculteit dier Universiteit, die gewaagt van de nauwe familie-relatie tusschen Amster dam en Kampen. Met eigen oogen wil de V. U. zien, hoe het diamant van Gods genade jbr staat. Vervolgens wijst Spr. er op dat cr geen concurrentie >estaat tusschen deze beide inrichtingen. Immers, men heeft geen koopwaar aan te bieden. De studen ten toch (of ze dan zijn made in Kam pen of made in Am sterdam!) zijn ons werk niet. De hoog ste belooning voor den arbeid der hoog leeraren zal zijn, als de gemeente de stu denten toezingt: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen. De sancta Theologia geeft haar gaven om niet Zij heeft noodig Üna Theologia, gelijk de sancta ecclesia noodig heeft una ecclesia! Spr. wijst dan op de corpulente en volu mineuze werken welke er verschenen van de hand der huidige Kamper hoogleeraren, waarvan intusschen naast den omvang ook het wetenschappelijk gehalte wordt ge roemd. Hij besluit met de Paulinische wensch:. zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig in het werk des Heeren, wetende dat uw arbeid niet ijdel zal zijn in den Heer. Een stem uit Schotland, Prof. M a c k a y, uit Edinburgh, hield daarna een toespraak, ongeveer als volgt. Ik ben hier als lid van den senaat van „The Church College" in Edinburgh, om u persoonlijk de broedergroeten over te bren gen van onzen senaat. Ook als „moderator van de „Free Church of Scotland" wensch ik u namens mijn kerk geluk met het werk, dat de School te Kampen heeft mo gen doen in het belang van de komst van het Koninkrijk Gods. Ik heb hiervoor goe de redenen. De moed van de Nederlanders, de lau weren behaald op het gebied van de kunst, hebben aanspraak op ieders waardeering. Maar wat Nederland op het gebied der godgeleerdheid gepresteeerd heeft, is een voudig bewonderenswaardig. Toen ik ontdekte, dat de Synopsis Pu- rioris Theologiae een zuivere bron kon ge noemd worden voor Gereformeerde weten schap, gingen mijn oogen open v< groote belang van de Hollandsche theo logie. Nauwelijks was de Synopsis, dat betrek kelijk kleine tractaat, verschenen, of mijn landslieden begrepen van hoe onschatbare aarde het was. Rutherford en George Gillespie schijnen het bijna van buiten ge kend te hebben. Wat Polyander en Rivetus Wallaeus betoogden, was voor het besef van onze mannen volkomen synoniem met den inhoud van het Gereformeerd belijden op het stuk van de leer en de kerkregee- ring. Dat was in onze kerkgeschiedenis een in de groote constructieve perioden; en dit verklaart, dat de gedachten van de Leidsche professoren, zooals men ze toen noemde, als het ware overgingen in het bloed van onze landslieden. Een andere groote naam is die van Mas tricht, dien wij met Calvijn en Purretinus als de allergrootsten beschouwen op het terrein van de Gereformeerde Godgeleerd- hied. Spr. noemt dan Kuyper en Bavinck. De huidige professoren te Kampen beschouwt Spr. als waardige dragers van zulk een luisterrijke traditie. Herinnerd wordt ver der aan „The Killing Times". Toen kort ge leden sommige onder ons meenden aldus olgt Spr. dat de tijd gekomen was voor een frontaanval op de posities van hen, die het Evangelie tegenstaan, en die aanval geschiedde in den vorm van een theologisch tijdschrift, „The Evangelical „Quarterly", spraken wij de stellige ver wachting uit, dat wij door de voorgangers en leden van uw Kerk gesteund zouden worden. En wij zijn in onze verwachting niet teleurgesteld. Spr. dankt voor de hier bij ontvangen steun. Spr. zegt deze dingen, om to toonen, hier gekomen te zijn, niet om eenige mooie woorden te zeggen, maar om te openbaren, wat in het diepst van zijn har leeft. Hij besluit met een hartelijk woord van gelukwensch. (Applaus). De rector dankte hierna allen voor de vriendelijke woorden, welke zooeven gesproken zijn. Hartelijke gelukwenschen richt Prof. Honig tot den nieuw geridderden collega Ridderbos. Breedvoerig dankt Spr. de hoogleeraren Hepp en Mackay» daarbij herinnerend eenerzijds aan de gevoelens welke Kampen jegens de Vrije Universiteit bezielen er anderzijds hoe dankbaar Nederland is vooi de Schotsche theologie. Dan wordt mededeeling gedaan var schriftelijke cn telegrafische gelukwen schen. Daaronder was er een uit Debreczin (Hongarije), met de mededeeling, dat de hoogleeraren te Kampen alle benoemd zijn tot (Applaus). Z.Exc. A. W. F. Idenburg had vanuit Zwitserland schriftelijke felicitaties doen toekomen. Hierna spreekt de rector een dankgebed uit. Het huldeblijk der burgerij. Ook de burgerij van Kampen heeft haar meelevdn getoond door aan de School een fraai cadeau aan te bieden. Hiertoe had zich een commissie gevormd, waarin zit ting hadden o.m. burgemeester Fernhout, de gemeente-secretaris Mr. J. v. d. Oever, de garnizoens-commandant luit-kol. Donk, notaris Bloys van Treslong. Burgemeester Fernhout heeft in de hal der School een rede gehouden en een teekening aangeboden van een fraaie bank, die later bij de professorenkamer zal geplaatst worden. Ds. P. Bos, van Stadskanaal, pres.-cu- rator, heeft den dank van curatoren en se naat gezegd voor deze verrassing. Een damescomité heeft de Senaatskamer van het Studentencorps aangekleed. Hier zijn aangebracht mooie gordijnen, tafel- kleeden en andere schoone zaken, die het aanzien van deze kamer zeer verhoogen. De bidstond. In den bidstond trad als voorganger op D s. J. D o u ma, van Arnhem. Deze bepaal de de opgekomencn bij het woord uit Jesaja 33 6: „De vreeze des Heeren zal zijn schat zijn". Allereerst beschreef de prediker het historisch kader, waarin de tekst te plaatsen is en ont wikkelde hij den zin der woorden om ver volgens hieraan eeni ge motieven te ontlee- nen voor onze dank zegging en ons gebed voor de Theol. School np dit merkwaardig ubileum. Het geden ken inag waarlijk cn danken zijn uit de volheidvan het gemoed voor de ontel bare zegeningen, welke de Heere aan en in en door de Theol. School geschonken heeft Er is veel reden tot een gebed met vrijmoe digheid en vertrouwen, in de geloofsovertui ging, 'dat wij bidden voor des Heeren eigen •rrk. De tekst wijst ons aan, wat er gebeurt als een gebed om den triumf van het recht Gods, om de bevordering van ons levens belang en om de betooning van genade gezellig samenzijn georganiseerd was. De binnenplaats, de hal, de aula, 't was alles overvol van feestgan- geres. In de aula hebben Ds. D ij k s t r a van Diever en later Ds. Kouwenhoven,van Leiden, verhaald van vroeger. Om tien uur was heel Kampen uitgeloopen om getuige .te zijn van den fakkeloptocht, waaraan studenten en. reünisten deelnamen. In dichte rijen stonden de menschen te kij ken naar het fantistische schouwspel, dat nog verhoogd werd door de rosse en groene gloed van de bengaalsche vuren, die op ver schillende punten der e'ad waren ontstoken door notabele burgers* Met name noemen we d'ön heer J. H. Kok, die tegenover de School zijn kantoor heeft en die veel licht heeft ontstoken. Tegen: kwart voor elf was men weer voor de School terug. Daar hebben de s'.uds eer. aubade gebracht aan de hoogleeraren en curatoren, die zich op het bordes hadden opgesteld. Ge zongen werden het Fideslied en twee cou pletten van het Wilhelmus. Dit was een waardig en indrukwekkend slot van den eers'. DE FEESTVIERING VAN HEDEN. IN DE NIEUWE KERK. Heden werd de viering van het diaman ten feest voor.gezet In drie kerken had men de schare ondergebracht. Naar schat ting waren er 3 k 4000 belangstellenden, die getuige wilden zijn van de plechtig heid. De bijeenkomst in de Nieuwe Kerk stond onder leiding van prof. dr. S. G r e ij- d a n u s. Deze heette in zijn openingswoord alle aanwezigen van harte welkom, in het bi zonder de afgevaardigden van kerkeraden en van buiten- en binnenlandsche corpo raties. Hij wees, in verband met Ps. 111 10 er op, hoe we, op dit 75-jarig jubileum der Theologische School, terugziende op het werk der Vaderen in 1834, en dat hunner stichting dezer School in 1854, aanschou wen kunnen, dat zij, ondanks allen ande ren schijn destijds, goed verstand getoond hebben met te handelen naar de vreoze Gods. Deze School, die haar begin en beginsel heeft in de vreeze des Heeren, zal ook maar alleen daarin haar bestand kunnen heb ben. Gods hulp en zegen echter aan deze School gedurende deze 75 jaren geschon ken, mogen de hoop doen koesteren, dat Hij voortgaan zal haar te bewaren en te ver blijden met Zijn gunst Daartoe ga ook steeds aller gebed voor haar op, of de Heere haar altoos doe zijn een getuige voor Zijn Evangelie, en een bewijs van Zijn ont ferming en genade. Hierna heeft prof. dr. H. Bouwman een feestrede gehouden. Deze dog\, zegt Spr., is een dag om het verleden te overzien en dankbaar te gewa gen van 's Heeren wegen. Tevens om ons te VERSIERING VAN HET GEBOUW. DER THEOLOGISCHE SCHOOL. •ordt verhoord. Dan Is de vrucht niet slechts ?n verlossing uit den nood, maar óók, dat het volk des Heeren verder komt. Het krijgt reeze des Heeren, die het beginsel aller waarachtige wijsheid en de echte kracht het leven is, als zijn ware en duurzame schat! Nadat gemeenschappelijk gezongen was Ps. 123:1 droeg D s. Douma hierna de Theol. School in dankzegging en gebed aan den Heere op. Tragisch voorvaL Dat de dood ieder uur wenkt, is op diep tragische wijze weer gebleken. op den eer sten. diag des feestes. Een schaduw op de feestvreugde werd ge worpen door het plotseling overlijden van mevr. de wed. de Hoogt uit Velp, die op weg de .bidstond op eenigen afstand van de Nieuwe Kerk in elkaar zakte en niet meer Toen dit droeve feit door Ds. I m p e t a in de aula werd meegedeeld, zong men spon taan: „Gelijk het gras is ons kortstondig leven". Na den bids'ond begaven velen zich naar het gebouw der Schooi, waar een sterken in het besef, dat God getrouw is. De beteekenis van de Theol. School leeren wij kennen, wanneer we haar zien als doch ter van de Kerk der Afscheiding en wan neer wij verstaan dat de afscheiding van 1834 noodig was opi de waarheid van Gods Woord en de belijdenis haar plaats te doen behouden in de kerk. In verband hiermee schetste Spr. aller eerst den tijdgeest ten dage der Afscheiding, de theologische stroomingen in dien tijd, en de beteekenis der Afscheiding. Vervolgens beschreef hij de opleiding in de eerste jaren en hoe de eenheid der op leiding werd verkregen tegelijk met de een heid in de kerk (1S54.) De mannen van 1854 moesten om het zelf standig karakter der kerk en der theologie te handhaven zich terugtrekken op eigen terrein. Niet uit lichtschuwheid of repristinatie- zucht deden zij dit, maar opdat h>t licht weer op den kandelaar zou gezet worden. Ze waren overtuigd dat de kerk van' Gods wege geroepen is te zorgen voor de opleiding der aanstaande dienaren. Ze gingen uit van het beginsel dat kerk ep theologie onlosma kelijk aan eikaar verbonden zijn. Daarna ontwikkelde hij in het kort de geschiedenis der Theologische School en den invloed die van haar is uitgegaan. Bij alle wisseling der tijden bleef de Theo logische School vasthouden aan het Gerefor meerde beginsel, om in gebondenheid aan Gods Woord de kennis in te denken en vruchtbaar te doen zijn voor het leven. Zij heeft naast de thetische uiteenzetting der Gereformeerde theologie ook nadruk gelegd op de weerlegging van wat door de Gro ningers, door de moderne richting en door nieuwere religieuse philosophische richtin gen is geleeraard, en is door de opleiding van meer dan 700 predikanten en door de wetenschappelijke beoefening der theologie, waarvan de vruchten neergelegd in derscheiden wetenschappelijke handboeken tot grooten zegen zijn gesteld. Thans keert de School in een bloeienden toestand, mag zij deelen in de volle liefde der kerken en genieten de waardeering van hen die bui ten zijn en mag zij in goede harmonie met do Vrije Universiteit samenwerken. Zal de Theologische School voor de toe komst gezegend zijn. dan moet zij blijven leven uit Gods Woord en een open oog heb ben voor den godsdienstigen en zedelijken toestand, waarin de maatschappij en het volksleven zich bevinden en in haar onder wijs daarmede rekenen. Zij heeft eein ver antwoordelijke taak, want zooals de School is, wordt de kerk. Tot een opwekking tot gebed, opdat God de Theol. School zegene, haar houde bij Zijn Woord, en om voorts te eindiigien in de lof des Heeren, besloot Spr. IN DE BURGWALKERK. Hier had prof. H o n i g de leiding. Na het zingen van Psalm 1031 en het lezen van Eph. 4116, heeft hij een welkomst woord gesproken, waarin hij gewaagde van den rijken zegen, die de School in ons volksleven heeft uitgedragen. Hij wees er op, dat het de roeping der School is, de studenten een wetenschappelijke vorming te geven en een goed exempel van Gods vrucht Hierna heeft prof. dr. T. Hoekstra een gedachtenisrede gehouden. De Theol. School is een kind van vele gebeden. Voor haar is Teel gebeden omdat de idee in haar vleesch en bloed geworden is, dat de kerk zelf zorgt voor de oplei ding tot den dienst des Woords. De Kerk heeft bij de oplei ding hoog belang, want met de theolo gische vorming houdt de zuiver heid van de leer en de vroomheid van den wandel verband. Het is der kerk niet onverschillig of de a.s. theologen weten schappelijk gevormd zijn en de grondtalen waarin de H. S. geschreven is verstaan. De kerk wil beoefening der historische en ambtelijke theorie overeenkomstig Gods Woord. Dé Kerk staat vooral niet lijdelijk ten opzichte van de beoefening der dogma tiek, want hierin klopt de polsslag van ahar leven, en wie de op de H.S. gegronde dogmatiek aanrandt doet 'n aanslag op het hart der kerk. Het is om deze reden dat de kerk des Heeren in Nederland een eigen Hoogeschool heeft gesticht en onderhou den, waarvan de curatoren en hoogleeraren door haarzelf worden benoemd. Voorts is deze School het vereenigings- punt, het symbool van de eenheidsgedachte van onze Geref. kerken. Zoo zien we in de Theol. School een plan ting van 's Heeren hand. Er zijn in de geschiedenis der Theol. School drie perioden. De eerste periode van 18541879, de tweede periode van 1879 1904 en de derde van 19041929. We kunnen deze 3 perioden vergelijken met de drie perioden die ieder mensch doormaakt De kinderleeftijd kenmerkt zich door hulp behoevendheid en afhankelijkheid. Zoo was het ook in de eerste periode met de Theol. School; zwak was de finonciecle kracht. In 1855 bedroegen de uitgaven f5940, en in het jaar 192S f7&466. Klein was de localiteit Klein was het ge tal studenten, n.l. 37. Klein was haar weten schappelijke kracht Wat de leerlingen betreft, in den eersten tijd waren er die in de oude talen minder bedreven waren, maar ze hadden inzicht in de H. S., en waren bereid in 's Heeren dienst hun krachten to verteren. Anderen waren letteren en theologie goed onderlegd- Onder de hoogleeraren noemt Spr. de Ilaon, die zeer knap was in de Oostersche talen, Van Velzen, die de puntjes op de Ge reformeerde i's gezet en zijn studenten leerd heeft, gereform. te denken en te voelen, Rrummelkamp een fijne kop, vriendelijk, op timistisch van aanleg en Helenius de Cock. Dat deze laatste de nuchtere, de man van begripsbepaling en scherpe ontleding de leer stellige godgeleerdheid 20 jaar lang kreeg te onderwijzen, hebben wij te beschouwen als leiding van Hooger Hand. Hij heeft krachtig meegewerkt tot bestrijding van het mysticisme dat hier en daar onze kringen as binnengeslopen. Ten vijfde dient nog genoemd te worden Steketee. Hij was een fijne geest, kon innig preeken en wees de gemeente op waarheden, waar een ander aan voorbij ging. Profes- Bavinck heeft verklaard dat Steketee bij hem den zin voor wijsbegeerte heeft opge- •ekL Thans kom ik tot de tweede periode van 1879190-1. Dit is de moeilijkste tijd. Er was strijd van binnen en van buiten. Ten eer ste strijd hierover of de Theol. School zelf standig zou blijven bestaan. Dit eindigde in *893, met de handhaving der zelfstandigheid an de Theol. School. Ten tweede ontbrand de de strijd over de gymnasiale atdeeling. In dit opzicht is de synode van 1896 van fundamenteele beteekenis geweest. De litte- rnrische afdeeling werd een gewoon gvmna- i. De Theol. School werd een zelfstandige Hoogeschool voor Theologie. De docenten kre gen den titel van hooglecraar, de examens .'erden gewone Schoolexamens. Ten derde .•erd strijd gevoerd over het voorstel-Bn- inck in 1S99. Ten vierde woedde de strijd in Arnhem in 1902. Daarna begon echter dc strijd te luwen en ward de derde periode voorbereid. Wie waren de hoogleeraren? Spr. geeft dan een karakteristiek van de professoren in deze periode, te weten Noordt- zij, Wielenga, Lindeboom, Bavinck en Bies* terveld. De derde periode van 190-11929 is te ver gelijken met den jongelingsleeftijd, de over gangsjaren gaan voorbij, in het begin stormt het nog wel eens, maar langzamerhand komt de ziel tot rust. Zóó was het ook met de Theol. School. Na enkele jaren van strijd, begon ze te bloeien. Het getal professoren werd weer op vijf ge bracht, er verschenen wetenschappelijke handboeken, het aantal studenten vermeer derde, er wordt onderwijs gegeven in eesi doelmatig gebouw. Gij kent de hoogleeraren. Prof. Bouwman die er nog uitziet als iemand van een goede vijftig, heeft over de vaderlandsche kerkgeschiedenis interessan te bijdragen gepubliceerd, heeft het eerste deel van zijn kerkrecht laten verschijnen, en schrijft de leaders in „De Bazuin". Indien er ooit iemand is geweest die the right man in the right place was dan is het prof. Honig. Hij heeft een dogmatiek gegeven die Kuyper en Bavinck overspant en een schoone synthese is van deze twee groota dogmatici. Daarbij is hij onvervalscht zui ver in de leer. Prof. Ridderbos is niet de man van splin- terige kwesties, hoewel hij mans genoeg is om de splinters uit een kwestie te trekken. Hij is iemand van breede visie die vooral de hoofdlijnen in de oud testamentische Gods openbaring laat zien. In de weinige jaren die Prof. Greydanus bij ons doorbracht heeft hij reeds menig commentaar geschreven. Vele predikanten zijn hem voor zijn heldere exegese, die soms verrassend licht geeft, dankbaar. Eindelijk is er Prof. Hoekstra die getracht heeft de psychologie met de ambtelijke vak ken in verbinding te brengen. Ook mag niet vergeten worden Dr. Nicuw- huis, die elk jaar bij het admissie-examen wiskunde vraagt, en vooral niet Dr. Esser, die al 2p jaar met zijn wetenschappelijke kwaliteiten onze propaedeuse dient Zoo staat dan heden ten dage de Theol. School voor ons als de welsprekende getuige de goedheid Gods. Tot roem van Gods genade mogen wij zeggen dat de hoog leeraren der Theol. School het volle vertrou wen hebben bij onze kerken. En dat hebben die kerken getoond. En thans slaan we het oog op de toekomst Wat zal het in de volgende 25 jaar zijn? Wij weten het niet. Maar dit weten wij dat indien gij voor deze stichting blijft bidden, haar bestaan en haar bloei vezekerd zullen zijn. Bidt voor ons en zendt ons uw zonen. Het voor ouders een zielverkwikkende gedach te dat ze een zoon hebben die in don dienst van Jezus arbeidt Zoo slaan we voor de toekomst der School», ons oog op U, gemeente des Heeren. Maar- van U heffen we onze oogen op. naar onzen trouwen God en we bidden: „Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven!" IN DE HAGENPOORTKERK heeft Ds. H. H. Schoomakers te Kampen een openingswoord gesproken. „Geloofd zij God met diepst ontzag." Dus zongen wij daareven. Zoo zong ook de gemeente bijna 75 jaren geleden, 6 Dee. 1854, bij dc opening der School, toen de bevesti ging plaats had van de eerste Docenten. Zou het niet een miskenning zijn van Gods daden, als we nu, bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan onzer Theol. School niet met blijde opgewektheid feestvierden? Er is rijke stof tot vreugde en dank. Geve de Heere op dit diamanten feest een blijde dankbre stemming, in ootmoed betui gend met den O. T. zanger. Niet ons, o Heer, niet ons, Uw naam alleen Zij, om Uw trouw en goedertierenheen All' eer en roem gegeven. Bede Dr. Dijk. Dan Is het woord aan Dr. K. D ij k van 's Gravenhage. Spr. begint met zijn hoorders er op te wij zen, dat in den feestpsalm, die op dit feest wordt aangeheven meer dan één toon is. Dat lied zingt van den zegen, die van de School is uitge gaan voor de Gere formeerde Kerken; van den invloed der School voor geheel het Gereformeerde leven; van de vruch ten, die deze Stich ting droeg voor den strijd van ons Chris telijk volksdeel, en niet het minst van de beteekenis der School voor de wederopleving en bloei der Geref. theologie. Op dat laatste wil Spr. in het bijzonder wijzen, en dan noemt hij ook uit dit oogpunt de oprichting van do Theol. School in 1854 een geloofsdaad. Uitvoerig tee kent hij den toestand op theol. gebied in die dagen: de overheersching van het modernis me; den invloed van Scholten en Opzoomer; de Groninger richting in het Noorden des lands; dc opkomende ethische richting, en tusschen dat alles scheen er voor een beoe fening der theologie naar Geref. belijdenis geen plaats te wezen. Toch hebben onze va deren den geloofsmoed gehad om in de kracht Gods te beginnen, en ook op dit ter- de Gereformeerde banier omhoog te heffen. Die trouw en dat heroïsme is door den Heere rijk gezegend: Spr. noemt na de eerste generatie de namen van Steketee. Noordtzij, Wielenga, Bavinck en Biesterveld an de levenden niet te spreken, en schetst in enkele trekken hun groote betee kenis voor den bloei der Geref. theologie. Die beteekenis heeft de School ook gehad in lmar leerlingen, en bezit zij door Gods genade nog. Ook al is de strijd nu zwaar. Spr. teekent in het kort het karakter van dezen tijd en van de onderscheiden theol. richtingen. Het is een tijd van vepl verwar ring en onhelderheid. Temidden van die ver donkering mag de School met de V. U. licht- draagster zijn van de waarheid Gods, en haar achting zij alleen van Hem. Hij zal onze hoop niet beschamen. Hij houdt Zijn werk in stand, opdat uit de gemeente Hem de eer en de dankzegging gebracht worde. (Zie vervolg blz. 6.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5