Jlietuue $>iït5d)p QLmrrnt
NIEMEIJERs 8
FRIESCHE HEERENBAAI
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
SOCIALE GELEDINGEN,
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
ABONNEMENT»
Per kwartaal 3^5
(BeschikklngsKosten 0.15),
Voor het Buitenland bij Weke*
lijksche zending 8,-*
Bij dage>!ijksche zending m 7.—
Alles bij vooruitbetaling.
Losse nummers 5 cent.
met Zondagsblad 7% cent.
ZondagsLlad niet afzonderlijk verkrijg
baar.
No 2763
Dit nummer bestaat uit VIER bladen.
EERSTE BLAD.
Wie zich heden abonneert als
Kwartaal-Abonné op ons blad, met
Ingang van 1 Juli a.s., ontvangt de
tot dien datum verschijnende nummers
GRATIS.
i
Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangestoten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
ZATERDAG 8 JUNI 1929
zen dan dat zij de versnippering in del Maar,
hand werken en den ontevredenen een hij moet vóór 19 Juni, dus uiterlijk op
middel aan de hand doen om hun af- Juni a.s. weten, wit hij wil.
[scheiding en ontevredenheid te recht- Wie dus voorziet, dat hij op den derden
'vaardigen tot schade van de gemeen-; Juli onmogelijk of moeilijk present kan zijn
schappelijke kracht van ons belijdendaan de stembus van de gemeente, welke
irnlb-9
Allengs kwamen wij tot de conclusie,
dat de Overheid naast haar politieke
'taak ook een sociale heeft en vervol
gens, dat de voorziening in de sociale
nooden en zorgen allereerst aan de so
ciale corporaties zelve toekomt en op die
corporaties behoort te rusten.
Het huisgezin heeft de zorgen voor
de leden van het gezin en deze rusten
evenals dc verantwoordelijkheid voor de
voorziening op het gezinshoofd.
Geheel overeenkomstig een gezonde
sociale orde heeft ook een sociale cor
poratie, b.v. een bedrijf, voor haar leden
zorg te dragen en zulks zou ook aan het
hoofd van een bedrijf toebetrouwd moe
ten worden.
Toch staat dit niet geheel op een Inn
jnet het gezin, wijl een sociale «''P0™"
tie toch weer een ander karakter draagt-
Het huisgezin staat op een eigen bodem,
heeft een geheel eigenaardige zedelijke
en geestelijke roeping. In dien eigenaard
etaat het onmondige kind onder de
ouderlijke macht en de ouderlyke tucht
1 De sociale corporaties bestaan uit ge-
meenschappen van mondige burgers en
worden bepaald b.v. door bezit er, be
drijf wetenschap en stand, god-dienst
irn levensrichting. In deze corp ,r..- .es
ral in het algemeen het geniaai geza^
Ji-er op den voorgrond treden.
Indien men op deze corporaties, voor
zoover zij naar haar aard daanroor in
aanmerking komen, liet beginsd wil toe
passen, dat zij verantwoordelijk zon
voor de voorziening in de sociale nunc.cn
en zorgen van haar leden, zoo zal dit
alleen billijk zijn, indien daarbfl alle le
den bijdragen in de lasten en ra de ver
antwoordelijkheid. Anderzijds worde
gewaakt tegen tyranme en moeten de
persoonlijke vrijheid en rechten der le
den worden beschermd.
Zoowel het een als het ander moet
door de Overheid worden geregeld.
Het huisgezin daarentegen is het van
God geordineerd fundament in de saam-
leving. De huisvader heeft zijn vader
lijke macht bü de gratie Gods. Het va
derlijk gezag werd iemand door geen
menschelijke macht opgedragen maar
van God ontving hij dat. Derhalve re
geert niet de Overheid in het gezin,
maar de vader. Alleen, wanneer hu zun
huisgezin verwaarloost, treedt de Over
held tusschen beide,
Uit de saamleving van huisgezinnen
ontstaan weder nieuwe sociale verban
den en betrekkingen, waarin verschil-
lende gezinshoofden en leden der gezin
nen opgenomen ziin. Deze verbanden
vormen dan weer op zich zelf lichamen
en tezamen een gemeenschap, waarin
ten slotte allen hun plaats «"«me"
Dorpen en steden vormen zulke organi
sche gemeenschappen, welke tezamen
naar geografische gesteldheid en naar
de historische ontwikkeling, ^veder ge
westen en natiën vormen.
Het antirevolutionair beginsel eischt
dat wij rekening houden met deze orga
nische geledingen en aldus het nat!0"ald
leven in het licht dier geledingen zien en
aan den eigenaard en den opbouw daar
van haar rechten geven.
Wie zich hiervan rekenschap geeft
zal ontdekken, dat dit antirevolutionair
beginsel in strijd komt met het revo
lutionair beginsel, dat in het huidige
systeem van staatsinrichting doordrong.
In de toelichting op Ons Program wordt
daarop in tal van paragrafen gewezen.
In stede van elkander te bevechten
en de kracht te verdeden tot machte
loosheid toe in den onderlingen strijd I
der Christelijke partijen, zou het anti
revolutionaire volk als geheel een schoo-
ne en zegenrijke taak kunnen vervullen
indien het op den grootschen en princi-
pieelen arbeid bedacht was, die hier
voor de antirevolutionaire staatkunde
is weggelegd.
Men bestudeere daarom hetgeen door
Dr. Kuypcr omtrent deze dingen is ge
schreven en wekke elkander op tot een
parige belangstelling voor de groote
dingen, waartoe de beginselen roepen.
Wat vordert men met onderling kra-
keelen, zoo de groote belangen worden
veronachtzaamd met het gevolg, dat zij
allerlei moeilijkheden en aanstoot laten
bestaan, die geen anderen dienst bewy
volk?
Ook op dit terrein dreigt het gevaar,
dat het verloren gaat, omdat het geen
kennis heeft. Als wij de leuze verheffen
J „tegen de revolutie het Evangelie", dient
de revolutie overal onderkend te wor
den. Allereerst en allermeest in het
volk, dat om den geloove den politieken
en socialen strijd heeft ingezet.
I Ook de verdeeldheid van een volk, dat
eenzelfde belijdenis eert, valt onder het
oordeel van ongehoorzaamheid en revo
lutie.
Hoe zullen wij nu, zoo wü aan den
eisch om het gemeenschappelijk geloof
ook in een gemeenschappelijk geloofs
leven te openbaren schromelijk te kort
schieten, onze sociale taak wel volbren
gen en de sociale corporaties als zoovele
lichamen doen kennen en erkennen, wier
leden elkanders lasten dragen?
De werkzame kracht, voor zulk een
sociale organisatie onmisbaar, is het ge
loof door de liefde werkende. Het volk,
dat den Naam van Christus belijdt, zal
niet alleen zelf onder alle omstandighe
den hebben voor te gaan in de betrach
ting van een werkelijk sociaal leven je
gens allen, die in het sociaal verband,
waarin men arbeidt, betrokken zijn,
maar de heerschappij van zulk een ge
loof zal ook anderen van zijn voortref
felijkheid overtuigen.
Daardoor zal een sociale orde naar
antirevolutionair princiep mogelijk wor
den.
En men zij er zich van bewust, dat
dit principe zeer groote veranderingen
zou eischen in de organisatie der saam
leving.
De erkenning toch van de geledingen,
die het leven biedt, zal eischen, dat ver-
j schillende levenskringen in hun eigen
aard ook een zelfstandigheid en vrijheid
zouden verkrijgen, welke slechts werden
beperkt door de algemeene zedewet, die
alleen de vrijheid kan beschermen, en
voorts door den eisch van onderlinge
saamwerking en algemeen welzijn.
Zulk een erkenning zou rëchtstrëeks
ingaan tegen de beginselen der revolu
tie, die een volk slechts als een grooter
of kleiner getal individuen doen zien en
den enkeling als een atoom van den
staat.
Zoodra men een volk beschouwt in
zijn geledingen en groepen, welke door
gezin en familie, stand en bedrijf, le
vensbeschouwing en levensrichting ge
geven zijn, rijst een organisch geheel
voor onzen geest, dat zich niet in één
centraliseerend systeem laat voegen zon
der schade voor het geraeenebest en
krenking der levenswet
Het vraagt een organisatie naar zijn
aard.
Het gebouw van staat laat zich niet
construeeren met de lineaal, zoodat ieder
zich maar heeft te schikken binnen de
streep, zooals die naar het plan van den
teekenaar viel, maar de organische ge
ledingen en groepen des volks geven den
grondvorm aan voor het bestek.
Het leven heeft zich niet te richten
naar het kader, waarin men het wringt,
maar de staatkunde heeft zich te rich
ten naar de ordinantiën, die in het leven
openbaar worden.
Daarom is het van het grootste be
lang, dat bij de behandeling der sociale
vraagstukken op deze dingen gelet
wordt. Bij meerdere zelfstandigheid van
de sociale corporaties streve de regee
ring er naar de sociale lichamen, met
name de bedrijven verantwoordelijk te
stellen voor de voorziening in en de ver
zorging van de sociale nooden.
Dit geschiede echter zoo, dat alle le
den eener corporatie de zorgen en
de verantwoordelijkheid mede dragen,
waarbij de rechten der persoonlijkheid
niet mogen worden gekrenkt.
hem op haar kiezerslijst een plaatsje heeft
ingeruimd, zorge, dat hem d<? gelegenheid
niet ontga om ter plaatse waar hij op den
derden Juli denkt te vertoeven, voor het
hootdstembureau te verschijnen.
Wat hij daarvoor te doen heeft*
Niets anders, dan zich ln persoon te ver
voegen aan eenige gemeentesecretarie van
Nederland en aldaar zijn wenscb kenbaar
te maken. En dit na moet vóór 19 Juni zijn
geschied.
Men geve er wel acht op, dat wanneer
eenmaal een deTgelijk akkoord met de admi
nistratie getroffen is - men tot de stemming
in zijn oorspronkelijke gemeente onder geen
voorwaarde meer wordt toegelaten, doch al
leen nog stommen kan in de gemeente, waar
voor men zich heeft aangemeld.
Dat spreekt vanzelf, nietwaar*
BOE EN WAAR STEMMEN?
Dit is nu eens geen prlncipieele, maar een
zeer practische vraag. En op verecrend ver
zoek zullen we een kort antwoord geven
mede met het oog op 18 Juni a.s.
In de laatste dagen van December hebben
we er herhaaldelijk op gewezen, dat stem
en bij volmacht alleen mogelijk is.
men zulks elk jaar vóór 31 Decern
ber aanvraagt
Wie dat niet heeft aangevraagd en b.v
straks voor eenige weken op reis gaat naar
Indië of Noorwegen, kan op 3 Juli niet stem
men. De gelegenheid om volmacht te ver
leenen is voor dit jaar voorbij.
Wie echter volmacht verleend heeft, maar
door omstandigheden op 3 Juli wèl in 'I
land is, kan zelf stemmen; mits hij het doet
vóór 12 uur des middags. De gevolmachtigde
kan slechts na 12 uur stemmen.
Precies andersom staat het met de kiezers,
die op 3 Juli wel in Nederland, maar niet In
hun woonplaats vertoeven. Zij kunnen del
f OPENBARE BIECHT.
Een eerlijke vtouw sprak te Groningen.
Het was Mevr. de Vries—Bruins, sociaal-de
mocratisch Kamerlid.
Ze hield een krachtige verkiezmsredevoe-
ring over de eischën, welke het roode ver
kiezingsprogram stelt. Ditmaal slechts een
sober viertal; verdere doorvoering van de
achturendag, medezeggenschap, eenzijdige
ontwapening en staatspensioen mét iets
De spreekster wist er heel veel moois van
te zeggen. Maar ze voelde: het contact met
de hoorders ontbrak. De wijsheid ging over
de hoofden heen.
Ze was te positief. Dat is geen gewoonte
in kiczcrsbijeenkomsten van de S.D1A.P.
Daar moet men kritiek laten hooren.
Makkelijk gezegd, doch wat valt er voor
roode kamerleden nu te critïseeren dan....
de S.D.A.P.?
Kan men het extraparlementaire Kabinet
bestrijden? Dat is met gejuich binnenge
haald, en kreeg reeds bij zijn optreden een
ongevraagd voorschot op de dankbaarheid
der S.D.A.P.; want toen de Geèt kwam,
moest Colijn wijken.
Ja, als Colijn er nog zai, dan zou er war]
geestdrift te wekken zijn in roode Iriezers-
vergaderingen. Mevr. de Vries sprak het
eerlijk en openhartig uit;
„Voor vier jaren hadden we een kop van
jut. Het was Colijn, Colijn en nog eens Co
lijn. Dat missen we nu
Ze zijn wel te beklagen, de tobbers. „Co
lijn verdwijn", zoo gilden ze bij een
vorige verkiezing; thans zouden ze haast
roepen: „Colijn Verschijn", dan hebben
zij tenminste een aambeeld om op te slaan.
En ja, èls Colijn maar minister was, en
als we hier dan verkiezingen hadden vol
gens de Engelsche methode (waarover de
heer Albarda zoo krachtig de staf brak)
dan.... was er hoop voor de S.D.A.P.
Men zou om hunnentwille haast hopen
dat Colijn weer kabinetsformateur werd.
ADVERTENTIE Ift
Van 1 tot 5 regela
Elke regel meer m q
fngez Mededeehngcn
van 1—5 regela 2.30
Elke rege1 meer 0^5
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragti aan het bureau
wordt berekend 0,19
10e Jaargang.
PARLEMENTAIRE STIJLRUIKER.
POLITIEKE CATECHISMUS.
We hebben toch waarlijk medelijden met
de redactie van „Het Volk" Geheel te goeder
trouw schoof het blad Dr. Kuyper in de
schoenen dat hij voor „paganisten" uitge
scholden had allen, die in de politiek niet
rechtsch waren.
Een en andermaal om de vindplaats var
deze beschuldiging gevraagd, stamelde he!
blad: Dr. KuypeT moet in 1901—1905 zoo iets
gezegd hebben; Schaper zegt het ook!
Maar een citaat uit een der vele redevoe
ringen of één der vele artikelen van Dr.
Kuyper; het blad zit er hopeloos naar te
zoeken, want het wil de waarheid en niets
dan de waarheid aan het licht brengen.
We kunnen het niet langer aanzien, dol
de redactie zich zoo vruchteloos afmartelt
en geven haar daarom in overweging met
kinderlijke belangstelling kennis te nemer
van de „Catechismus of Onderwijzing in d<
Politieke en Sociale Beginselen, enz." waar
van dezer dagen een tweede druk verscheel
bij .v.d. Brink en Co. te Zutphen. Men leest
daar:
V. 37. Maar heeft een Minister
rechterzijde dan niet beweerd, dat zij, dir
tot de linkerzijde behooren, paganisten, hel
denen zijn?
A. Neen. Die Minister had geschreven, dat
de Christelijke volksgeest reageerde (zich
verzet heeft) tegen het weer opkomen van
paganistische factoren (invloeden).
Noem eens een paar van dio fac
toren.
A. Buddhïsme (de swastika of hot haken
krui?); Theosofie (de Ster van hel Oosten);
Spiritisme; in auto's en vliegmachines voor
werpen, die onheil afweren of geluk aanbren
gen (amuletten of mascottes, bilikken, hoef
ijzer enz.); lijkverb-anding; sterrenwichela
rij en dergelijke pnganistische of heidensche
leerstellingen en praktijken.
'X Hoe kwam men er toe, dien Minis
ter te beschuldigen, dat hij zijn tegenstan
ders paganisten noemde?
A. Dit kwam óf door onnauwkeurig lezen,
óf omdat men een verkiezingsleuze noodig
LES IN PERSPOLEMIEK.
De heer Sanncs geeft in „Voorwaarts"
openbare les in perspolemiek, welke we ten
zeerste in de belangstelling van „Het Volk-'
1 aanbevelen.
Een derdcrangsblaadje had van Mr. Oud,
de vrijz.-dem. publicist heel leelijke dingen
gezegd. En nu neemt Mr. Sannes hem
bescherming.' - ..Wl,
Aldus:
„De- heer Oud is niet de politieke boef,
die ons hier geschilderd wordt. Wij kun-
jien ons iutusschen dit oordeel aver zijn
politiek optreden wel verklaren.
Immers den heer Oud ontbreekt het
juiste gevoel voor wat in het politiek de
bat al dan; niet geoorloofd is. Hij werkt
veelal met handigheidjes, die wel niet po
sitieve onwaarheden bevatten, maar die
toch het gevoel wekken, dat niet recht
door zee wordt gegaan
Hij debatteert nooit rrecles tegen wat
zijn tegenstander precies heeft gezegd,
maar hl] gaat een stelling of een bewering
te lijf, die zijn tegenstander niet zóó heel
uitgesproken; hij discussieert tegen iets
anders dan wat zijn tegenstander heeft
betoogd, iets, dat er lntnsschen schijnbaar
zoo weinig mee verschilt dat een publiek,
dat in de materie nlci zeer thuis is, hc
verschil niet bespeurt en den indruk krijgt
dat de heer Oud zijn tegenstander eens
Jekker heeft afgedroogd.
Kortom, de heer Oud hij moge niet
bewust gemeen in het debat zijn, wat wij
zeker niet aannemen doet de schrander
heid, die hij in zoo ruime mate bezit, dege
nereeren tot het hanteeren van trucjes i
Hij onthoudt zijn tegenstander waarop
deze recht heeft en in het politiek deb
slechts het doel der overwinning ziende,
verliest hij het Juiste begrip voor wat toe
laatbaar en wat niet toelaatbaar is in een
eerlijke discussie en zoodoende komt hij
tot halve waarheden en tot beschuldigin
gen aan het adres van zijn tegenstanders,
die hij zeker achterwege zou hebben ge
laten, wanneer hij rustig de waarde zijner
argumenten zou hebben kunnen toetsen
aan den toetssteen van wat in een loyaa
debat past".
AUDIËNTIE.
De gewone audiëntie van den Minister
van Defensie zal op Maandag 10 Juni
niet plaats hebben.
HOFLEVERANCIERS.
H.M. de Koningin heeft aan de heeren
hêri -t CI? ScliaaP installatie-
ïr? H, J verllchtin8. verwarming en
krarhtoverbrenging onder firma P. O. Schaap
m?."' Pe.v?",er- en aan den heer G.
b. mI'. knstall,an(,elaar onder firma G
w K Amsterdam, vergunning ver
leend tot het voeren van het Koninklijk Wa
pen met den titiel van Hofleverancier.
DE BANKWET.
NAAMPUBLICATIE DER NAAMLOOZE
VENNOOTSCHAPPEN.
In de memorie van antwoord op het voor
loopig verslag aangaande het wetsontwerp
tot wijziging van de Bankwet 1919 deelt de
Minister van financiën mede, dat hij zich
met betrekking tot de naampublicatie vour
te goeder naam en faam bekend staande
naamlooze vennootschappen heeft geweud
tot zijn ambtgenoot van justitie.
Deze zegt, dat in het voorloopig verslag
ten onreciite is aangenomen dat het voor
name motief voor de gemaakte uitzondw-
ring is, dat het rechtskarakter van de Ned.
Bank als naamlooze vennootschap geacht
mag worden voldoende bekend te zijn. VVure
de bekendheid van het rechtskarakter der
Bank het motief, dan zou de uitzondering
niet zijn beperkt tot de bankbiljetten, doch
allo stukken van de Ned. Bank. Art. 37e
acht de minister redelijk. Het bedrijf moet
zich daarop inrichten.
Nu het voorloopig verslag dezer Kamer
vrijwel uitsluitend gaat over art. 37c stelt
de minister van justitie zich voor, bij de
mondelinge behandeling van het ontwerp
in de Kamer tegenwoordig te zijn.
Enkele zinnen hebben we even onder
streept. Zij houden een openbare les in voor
des schrijvers partijblad „Het Volk', dat
precies zóó handelt als van Mr. Oud be
weerd wordt.
Waarbij dan nog komt, dat „Het Volk" zoo
weinig rechtvaardigheidsgevoel heeft, dat het
een verzonnen en leugenachtig verhaal niet
terugneemt, nadat de onwaarheid glashelder
is gebleken.
zaak nog wel in orde maken. Wie er tijdig ol
voor zoigl, kan op 3 Juli stemmen, waar b«j Imd.
wil* Wie het beter weet, zrgge en l
OFFICIEELE BERICHTEN.
DEPARTEMENT VAN DEFENSIE.
Bij K. B. zijn benoemd tot adj.-commies
bp het Dep van Defensie de klerken bij ge
noemd Departement H. Vredcnburg. A. M.
Straman, Chr A Parlevliet, A. J. Wever,
J. Gemser. mei P. J. L. G van de Linde en
mej. G. J. Mulder.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij K. B. is verleend de eeremedallle ver
bonden aan de orde van Oranje Nassau in
brons aan F. Jansen, organist bij de Ned.
Herv. Gemeente te Gennep;
Is benoemd t't ridder In de orde van
Oranje Nassau J. A. van den Boer, pastoor
I te Cnsteren. gem. Hoogeloon c.a.;
's an" W. de Vlugt. burgemeester van
Amsterdam, verlof verleend tot het sanne
INDISCHE BETREKKINGEN.
OPZICHTERS BIJ DEN INDISCHEN
MIJNBOUW GEVRAAGD.
Gevraagd voor den dienst van den mijn
bouw in Ned.-Indiö opzichters le klasse, die
.in het bezit zijn van het mijnapziciiersdiplo-
ma der Mijnsehool te Heerlen of het diplo
ma van „Steiger" van een der „Bergschu-
len" in Duitschland dan wel van een atuler
gelijkwaardig diploma en beschikken ova-
een ervaring in de steenkolenmijnen van
ten minsta 9 jaren. Leeftijdsgrens 40 jaar.
Gegadigden niet ouder dan 35 jaar genie
ten de voorkeur. Bezoldiging f 5550—f 450
's maands, naar gelang van ervaring. Be
zoldiging hoofdopzichter, waartoe opzichter»
2e klasse benoembaar zijn, f 500—f 550 per
maand. Boven de bezoldiging wordt een
*„g. kolcnprem'e genoten, bedragende in 't
algemeen ongeveer \2V2 der bezoldiging
Nadere bijzonderheden bevat de Ned.
Staatscourant van 4 Juni 1929 no. 106.
Inlichtingen te bekomen hij den heer Ir.
Th. C van Wijngaarden, hoofd der Oemhi
tinmijnen, tijdelijk vertoevende te 's-Graveti-
hnge, Valkenboschlaan 189.
Sollicitaties (ongezcgeld) vóór 1 Juli a.s.
te richten aan hel commissariaat voor In
dische Zaken aan het Ministerie van Kolo
niën (afd. B eerste bureau).
ijze hel
I men van het vreemd# eereteeken grootofff
cier in da orde van Cïviela Verdiensten van
Bulgarije.
TJALKSCHIP „DE HOOP" GEZONKEN.
UW Enkhuizen wordt gemeld:
Donderdaga\ond tc ongeveer 10 uur
door den opkomenden storm tu'srhon den m deze buurt
vuurtoren hij Enkhuizen en het Krabbers hulzen staan.
gat gezonken het tjalkschip ..De Hoop", ge p<s wfmin(r van v. Roltama te Twijzrter*
laden met schelpen, komende van Terschei-1 (pr) 1<; ron prooi der vlammen ge-
llng. met bestemming naar Valkenhuis I wordin Do j„bocdcl kon meest worden ge-
(z in. Srhlpiwr II. K-K tn «lm kn.cM Anc, v„assureer.!.
Hof wisten zich na veel Inspanning in de
BLOEMLEZING UIT DE HANDELINGElf
DER HONDERD SPREKERS.
Ook Kamerleden, ook Ministers zijn feil*
bare menschen en wat zij in bet vuur hun*
ner redevoeringen ten beste geven, is niet
altijd even onberispelijk van stijL
Ten bewijze daarvan leze men slechts,
vat een medewerker van ,J)e Tijd" heeft
erzameld uit de Handelingen van het af*
I geloopen jaar. Daarbij dient dan nog in het
oog gehouden te worden, dat het stenogram
geweldig wordt gecorrigeerd, zoodat de erg*
ste fouten in den regel bijtijds worden ver*
wijderd. Wat er echter overgebleven ia,
klinkt nog vermakelijk genoeg:
De groote mond der sociaal-democraten,
de heei Duys, verklaarde bij het debat over
de schadevergoeding aan de Naarder kwee*
„Wanneer de Minister twee meter onder
•ater zit en je biedt aan, hem drie kwart
meter op te heffen, dan zal hij wel verzuch*
ten: laat me maar zitten'.
En hij vervolgde:
„(Jok op het ministerie zal men wel weten
I dat men van een kikker geen veertjes kan
I plukken. Hier hebben we te doen niet met
kwakers, maar met kweekers".
En bij een ander debat zeide veelpraten
„De heer Duymaer van Twist heeft van ds
vischvangst geen kaas gegeten".
Van den beer Duymaer van Twist gespro*
ken. Deze verklaarde eenmaal:
„Ik citeer niet uit mijn duim, meneer do
voorzitter!"
De afgezaagde heer Staalman, van den
Vrijheidsbond, had veel met amusementen
en amusementskunsten op. Hij sprak eens
van „een componist in het land, waar hij
zijn nationaliteit heeft". En over muziek-
rechten: „Die eeldcn worden ten deele be*
steed voor philantropische doeleinden, bt)
voorbeeld voor het begraven van deq com
ponist".
De sombere roode heer J. ter Lean komt
altijd warm voor amblenaarsbelangen op.
Hij drukt zich een beetje onwennig uit:
„De minister moet deze positie der ambte*
naren dadelijk ter hand nemen".
De heer Van Dijk (A.R.) verklaarde bij "u
klacht over een conclusie: „De trompet, die
geblazen werd, moest haar geluid spoedig:
beëindigen".
De heer De Gijselaar, senator, oreerde een»
1 ontroerend over „de billijke belasting van
den blnoten eigenaar" en de heer Knotten
belt verklaarde hartverheffend: „Hij wil op
het Jnnusgezicht der regeering de^ groot»
j stroomingen der geschiedenis lezen". En bi]
I een der vele ontwapeningsdebatten ver
klaarde de oer-geus, dominee Lingbeek:
„Dan zal blijken, dat da oorlog zijn buld
verandert'
De heer Braat van de PlMtelandsoarty
zegt dikwijls schoone dingen. Bijvoorbeeld:
Hei zou buitengewoon onpasselijk (bedoeld
ongepast) zijn. of: „De traift heeft bij
de regeering een wit voetje". Of hij wordt
ondeugend: „Ik ken wel Kamerleden, die op
het einde van de zittingsperiode blut zijn.
Waarom dan den kleinen pachters kwalijk
genomen, dat zij ann het einde van huil
pacht hun geld niet kunnen betalen' Da
heer Braat had het ook bij een of andere ge
legenheid over den 29on Februari, waarop
hij iets wilde doen gebeuren. Minister Kan
antwoordde lakonisch: „Tot mijn leedwezen
kan ik den genchten afgevaardigde niet
aan dien datum helpen. Deze ontbreekt dit
jaar".
l)e heer Braat onderbrak eens den neer
Nolens, die een uitgebreid Fransch citaat
ten beste gaf. met de booze bemerking, dat
hij, geen Fransch kennende, er niets van be
greep. Waarop de heer Oud hem toeriep:
„In het Hollandsch begrijp je het ook niet!
Boer Braat ging naar zijn bank en gromd»
luid: „Straks praat die meneer Nolens nog
Italiaansch".
De communist L. de Visser, overigens een
geboren redennar. kan ook wel eens ooIijK
voor den dag komen. F.cn voorbeeld. „Men
houdt den arbeider den triooien socialen
appel voor en als hij er in bijten wil. is het
een lew .clill Voorla is hij bedreven in
germanismen: „Nederland ann zien „mij
sprak zich uit", „uitnutten" en zoo voorts.
De heer Van der Slui» (S.D.) klaagde een»
jammerlijk over „de donkere wolken aan
'den hietenheriiel". waarop Braat verklaarde:
„Wij hebben op dit gebied een minister noo-
'dig met haar onder z'n neus". F.n in die
zelfde rede oreerde hij: ..De koeien moeten
voor die ziekte een panrdemiddel hebben
De heer Van Boetzelaer wilde eens „de
trnm de hand boven het hoofd houden. En
zijl. partijgenoot Bakker verklaarde hij dte
Igelegenheid: „De electrificatie steekt no*
1 in de kinderschoenen en lijdt nog aan kin
derziekten".
ie heer Van Brnnmheek (S.D.) wa» eens
boos op het hoofd van Waterstaat: „En dan
gaat de Minister van Waterstaat weer naar
zijn departemont met een goed humeur voor
honderd jaar en snurkt zalig verder
Een schoone slaper!
Ook de ministers komen wel eens aardig
uit den hoek. Minister Dunner verklaard»
gelaten: „Aun den anderen kant kan ik nl8t
Minister Lnmbnoy glibberde eens „De ge
achte afgevunrdigde liet een ballon op in de
\orm van een achip'. En de minister prest-
'dent, de heer De Geer. verklaarde eens met
gloed: „Uier wordt de harmonica uitge
schakeld."
Hiermede zijn dan om tn den stijl te
blijven de parlementaire stijlbloempjes
voldoende aan de kaak gesteld.
BRANDEN.
Te Melissant geraakte door het omstooten
.an een theelichtje het woonhuis van Hobbel
In brand. Het geheel huis brandde af. Van
den inboedel kon niets worden gered.
Door onbekende oorzaak is afgebrand een
schuur van hakker B. te Mijdrecht. Het pand
was laag verzekerd.
Te Sprang (N.-Rr.) ontstond brand bij W.
In den schoorsteen. Men wist het vuur te
dooven. Alzoo went erger voorkomen, daar
in deze huurt verschillende met riet gedekt*
sloen 'f hocr.-'vrn en werd.-
gepikt door den mot.<rl>oM'
ner G. Rakkei eu te Enk
bracht.
IT K 39. sehin
JrfJll.'ïli'w •hr"' £?nd Ul1 ln de
•one-\jnkel Maison Chic.
De winkel Is geheel uitgebrand. Er kw»
1 persoonlijk# ongelukken mr,