VOOR DE VROUW
Jt
1
ft tigi
MOD E-vakscholen voor dames en jonge meisjes
HUISHOUDING EN KEUKEN
No. 21. - JAARGANG 1929
DE HOLLANDSCHE HUISVROUW.
ll Xt 100?
Onlangs vertelde ik hier in een artikel over
modern huishouden hoe een bekend schrijf
eer in het Hbl. zich had beklaagd, dal de
Hollandsche huisvrouwen (haar lezeressen)
zich zoo gauw beleedigd en zelfs zich veront
waardigd toonden, wanneer men het waagde
Iets aan te merken op haar manier van
huishouden, of alleen maar zich in waardee
renden zin uit te laten over andeire, nieuwere
Werkwijzen, dan de tot dusver gevolgde.
Ik kan niet nalaten op dat onderwerp nog
even terug te komen en dit kan dunkt me
dan ook volstrekt geen kwaad.
Wij in Holland speciaal, zijn zóó over
tuigd van onze eigen voortreffelijkheid boven
alle andere volken op het punt van huis
houdelijke orde en netheid, dat we haast
niet meer Icoren kunnen.
Ik herinner n»e nog goed, hoe ik een
een gesprek met een Duitsche, een Belgische
en een Hollandsche huisvrouw dit onderwerp
ter sprake bracht De Belgische pakte er
nogal over uit, dat (volgens haar gedachte
dan) de Hollandsche huisvrouw in doorsnee
het ging hoofdzakelijk over den gewonen
middenstand zoo weinig uitvoerde, altijd
wel goed kon praten over netheid en dege
lijkheid, enz., enz. maar persoonlijk o zoo
weinig waard was, omdat ze haast geen
werk kon verzetten als ze niet een dienst
bode, werkster, naaister, of liefst van alle?
wat, tot haar dienst kreeg af en toe. Maar
ln haar land werkte de middenstandsvrou
wen zelf, deden ook zelf hun inkoopen per
soonlijk, terwijl bovendien velen met een
winkel, pension of andere zaak, of ook wel
in een betrekking buitenshuis er nog een
aardige boterham bij verdienden.
Natuurlijk verdedigde ik toen mijn eigen
land door te beweren, dat daar bij ons niet
althans niet in die mate sprake van kon 7
omdat de Hollandsche huisvrouw nu eenmaal
over het geheel uitzonderingen onbespro
ken gelaten netter was en daarom meer
eischen stelde aan een goede huishouding,
dan de Belgische die, ook in 't algemeen ge-
■proken, vaak het best den „Franschen slag'
yerstond.
En toen moest de Duitsche eens vertellen
wat héér oordeel in deze was, dw.z. niet haai
oordeel persoonlijk, we spraken hier ieder
voor eigen land maar hoe onder de Duit
gche vrouwen in het algemeen werd geoor-
I deeld over de anderen. En heel stellig (ze
niet de eerste de beste, als onderwijzeres,
daarna leerares, nog later een der leidende
figuren bij de „jeugdleiding" was zij in ver
schillende deelcn van Duitschland en daarna
in Holland geweest, waar zij ten slot
na den oorlog een betrekking als „haus
lame" had gevonden, juist bij een huis
vrouw, die ik voor een Hollandsche buiten
gewoon handi'g en ijverig hield. Dus van een
zijdig oordeel hoefde geen sprake te zijn en
tochsprak de Duitsche als haar stellige
meening uit: ja, ook wij vinden de Belgische
vrouwen over 't geheel te weinig zindelijk en
de Hollandsche wel netter maar1 u i.
1 Is personeel, personeel, en Altijd personeel
dat overal aan te pas moet komen. Wel als
daar eens personeelnood kwam of een oor
log bijvoorbeeld, dan waren die menschen
er veel ongelukkiger aan toe dan alle ande
ren, dan brachten ze het er stellig nog
slechter af dan de Belgen. Duitsche vrouwen
ook in de meer gegoede kringen, werken,
werken wel viermaal zoo hard en zoo veel
Hollandsche, maar... ze praten min-
wat
oori
I vo°
I sch'
dee
K daa
fï'
,r Jan
der".
„Dat", zei me later ook een andere Duit
sche eens, "heeft me in Holland altijd zoo
Verbaasd; de massa tijd, die de huisvrouwen
ook en vooral ln den arbeidenden stand, nog
over hebben om met elkaar te leuteren ove
dingen die niets beteekenen. Het is haast
altijd over menschen, die dit of dat gedaan
hebben, maar zoo of zoo hadden moéten doen
naar hun inzicht, of het is klagen over hun
drukke en vele werk, maar zelden gaat het
erover om het op meer praktische en econo
mische manier te doen, want dan „gelooven
ze 't wel", het Is altijd „goed" gegaan, en zal
op dezelfde manier ook verder wel goed blij
Ven gaan.
En dan sukkelen ze zoo maar door, vullen
hun dagen behalve met zulk gepraat maar
met handenwerk en beklagen zich dat zij
voor eigen Intellectueele ontwikkeling (als
er zoo'n verlangen nog is) geen tijd vinden
en voor het opvoeden van hun kinderen, het
nagaan van schoolwerk geen gelegenheid
genoeg hebben. Maar met de tijd die ze
verpraten zouden ze bergen van werk kun
nen verzetten". Ik heb daar toen niet veel
meer op terug weten te zeggen.
Lezeres u wel?
ALTIJD ZOO GEWEEST.
Huis vrouwelijke netheid.
Van de huisvrouwen uit het steenen- en
bronzen tijdperk weten wij feitelijk maar
weinig af. Maar in het „Vrouwenhoekje" van
„Opgang" wordt er ons meer van verteld.
In de aardrijkskundeboekjes op de lagere
school staat vermeld, dat „de vrouwen hui-
selijken arbeid verrichtten en het veld be
werkten". En als een sensatie vertelt men
er bij, dat de vrouwen in dien tijd niet veel
meer dan ondergeschikten waren, in alles
aan hun man volkomen onderworpen, zoodat
de heer des huizes indien er sprake mag
zijn van zulk een weidsche benaming als
hij er lust toe had, bij het dobbelspel zijn
vrouw als inzet gaf, Won hij, dan was de
taak gezond, was liet geluk tegen hem, dan
pikte een buurman de eega van den verlie
zer in. De vrouw was toentertijd dus niet
veel meer dan een lijdend voorwerp, een
wezen, dat de akkers bewerkte en het primi
tieve huishouden deed.
Waaruit die huishoudelijke bezigheden
bestonden? Uit koken en rooken van eet
waren uit spinnen en weven, uit was-
Bchen en schoonmaken. Dat de voor histori
sche huismoeders blijkbaar even prat gin-
DE MOEDER.
Bij de moeder begint de wereld; In 1 hart
staat ze vanaf het eerst-bewuste, stadig
door der dagen en nachten val,
zij met de warmte van het open hart,
in stem en oog en streelgebaar weldadig
meevoerend het ihuis-veilige overal.
En om haar de heel-eigene atmosfeer,
eeuwig gelijk en doorzichtig-gezeefd
van innigheid die geen één ander heeft:
iets helderzachts, dal in haar stem 1 meest
teer
is vastgelegd en o haar hand hoe zacht.
Haar glimlach is als een maanlichte nacht
De moeder heeft de onbesnoeide macht
die reikt van voor leefheugenis begon
en alle vez-ls trekken tot haar heen.
Jeugd steigert, stelt zich op zichzelf alleen,
en waant ontijdig dat zij alles won
en wil macht over alles wat bestaat;
jeugd dwaalt weg, achteloos, van de liefde
bron.
Maar dat 's niet blijvend, en een dag hoe laat
ook, komt een dag van wederkeer.
En zonder een vervreemding, zonder tasten
vindt de ziel van het kind de moeder weer
en drukt zich tegen haar met al zijn lasten
als een jong lam t»gen het moederdier
zich aandrukt om levenswarme vacht.
Er ging van haar liefde geen vlok verloren:
zij was altijd nabij en heeft gewacht
en staat gereed als voor het pas geboren.
Neen, er ia geen vervreemding van de
moeder:
hoe kan dat, daar haar hart alles begrijpt?
Met de Jaren wordt de kindsliefde vroeder
en voller zoet, als van een vrucht, die rijpt;
want deze liefdebron, dit hartevoeder,
•behoeft het dieper naar leven meer nijpt
En al geringer krijgt het levenswendea
macht over deze eerste innigheid;
het is al scheiden van het lief-gewende,
het is al schrijnen van verbrokenheid,
maar ongerept blijven de zegeningen
van natuur's opperste zachtheid.
De moeder staat in 't hart van alle dingen,
er is geen waan, die van haar scheidt
Wanneer de Jaren met gestaag aandringen
het liefstvertrouwde hebben uitgehold
als de golven der zee de moede kusten:
het leven ebt uit de stille gestalt*
en om het oog legt zich een waas van rusten
als over weiden wen de schemer valt
ja de zinnen en hun scherpte vermind'ren,
de ziel verbleekt in teeder avondrood,
dan komt het laatst geluk, de liefde groot
te voelen in het hart der kinderen.
Zij zien het zinken aan met stillen schroom,
zij dompelen wat afneemt in den stroom
herinnering, die drenkt alles met glans:
zie een nieuw licht verschijnt aan d' avond
trans:
kindsliefde, die zoo lange vroeg, wordt
gévend;
de moeder is als kind in 't kinderhart levend:
o schoone voleinding van schoonen krans!
gen op een zindelijken helderen Inboedel als
de tegenwoordige vrouw, bracht onlangs een
onderzoek van geschiedvorschers aan het
licht. Het museum te Hagenau (Elzas) bezit
namelijk een prachtcollectie ceramieken uit
liet bronzen tijdperk, die ongeveer vijf en
twintig jaar geleden opgedolven werden uit
vijfhonderd oude graven in den omtrek van
Hagenau. De rijke vondst werd natuurlijk
aan een nauwkeurig onderzoek onderwor
pen, en de' bijna tweehonderd pullen en ur
nen, de plateelen en potten werden stuk
voor stuk nageteekend. Het bleek dikwijls
uiterst moeilijk om de versiering van ver
schillende kruiken, kopjes en urnen te on
derscheiden. En juist die versieringen waren
van het grootste gewicht voor de ethnologen,
die met het onderzoek belast waren, want
eerst door den stijl der ornamenten kon men
met zekerheid vaststellen, uit welken tijd
de vondsten stamden.
Eerst verweet men den voor-historischen
pottebakker, dat hij misschien minder goed
materiaal gebruikt, of niet nauwkeurig ge
noeg gewerkt had. Bij verschillende potten
en pannen eehter waren de ornamenten diep
genoeg in het leem gegrift, maar langs de
halsopening en aan den onderkant vervlakte
de teekening en werd tenslotte bijna onher
kenbaar. De pottebakker van vorige eeuwen
moest gerehabiliteerd! 't Was toch niet mo
gelijk, dat hij op één stuk zulke verschil
lende proeven van zijn werk zou hebben
gegeven.
De oplossing van het probleem bracht,
zonder dat hij het zelf wist, een bediende
van het museum. Eén der navorschcrs vond
den beambte bezig, de collectie zorgvuldig af
te stoffen met een wollen lap. Eerst veegde
hij om den buik van de urnen en potten
heen, toen langs den hals, verder langs den
onderkant en ten slotte aan de binnenzijde.
Bij die bewegingen veegde hij juist over de
vervaagde motieven heen. Hot raadsel was
opgelost! Het bleek, dat toe kale plek
ken veroorzaakt werden dooi het vele pott-
sen en afvegen. De pre-historiache huisvrouw
wreef waarschijnlijk haar huisraad na het
gebruik energiek schoon! De beste getuigen
van de zindelijkheid der huisvrouw uit de
oudheid zijn wel de schalen en kommen,
die dagelijks, en waarschijnlijk na lederen
maaltijd gewasschen werden. De kruiken
dragen minder sporen van schoonmaak. Zij
werden blijkbaar meermalen gevuld en weer
geledigd, voordal men tot afwassching en
drogen overging. Heel mooie, fijne, zorgvub
dig versierde kannen, borden en kommen
dragen zoo goed als geen sporen van het
schoonmaken; zij vormen waarschijnlijk het
kostbare vaatwerk, dat alleen bij zeer spe
ciale gelegenheden te voorschijn kwam.
Ook de urnen, waarin men asch vond en
enkele bronzen schalen en bekers waren niet
afgesleten, iets, wat archaeologen bewijst,
dat deze voorwerpen niet dienden voor pro
faan gebruik.
Tracht eigen schuld niet goed te maken
Door 't kwaad dat gij van and'ren weet;
De modder op des naasten mantel.
Kan nimmer zeep voor uw kleed.
VOOR JONGE DAMES.
geven we nu ook nog wat met appliqué-ver
siering. Het eerste is een klein vlug schortje
dat, zonder al te „werkachtig" te staan, toch
bij kleine werkjes de japon beschermt. Het
model is duidelijk genoeg, de garneering be
staat ui? cirkels van verschillende kleuren,
die, uit andere stof geknipt, en dan opgebor-
duurd worden.
Verder laten we hier nog zien een jumper,
die eveneens met cirkels wordt versierd.
Een voorbeeld van de rondjes zien we hier
onder afzonderlijk afgebeeld.
Tevens ziet men daar hoe de reohte-lijn-
versiering langs den halsrand wordt gewerkt,
n.l. door eerst gewone stiksteken te maken
in een bepaalde kleur, en deze dan om te
naaien met een draad in andere kleur. Op
dezelfde manier werden vroeger vaak en te
genwoordig nog wel een enkele maal merk
letters geborduurd.
SLABBETJE.
Het ventje van ons plaatje vertoont weer
een aardig slabbetje met appliquéwerk. De
eendjes zijn gemakkelijk iets vergroot van
de afbeelding over te nemen, anders kan
men geteekeiule dieren (van prcntenlioek of
briefkaarten bijvoorbeeld) nateekenen, door
ze gewoon te overtrekken. De techniek van
het appliquéwerk hebben we nu zoo dik
wijls besproken, dat onze lezeressen daar
geen moeite meer mee zullen hebben en an
ders vraagt men maar even.
GARNEERING.
voor Japonnen of meisjesjurkjes gebruikt
men dikwijls een lange rij looze knoopsga
ten met een rij knoopen er tegenover.
Het is een garneering die nog al bewerke
lijk is. Deze moeilijkheid zag ik onlangs aar
dig opgelost, op een manier die van een con
fectiejapon was afgekeken.
In de japon die ik zag en het stond
heusch wel goed waren in plaats van
knoopsgaten smalle dwarse rijtjes van vier
kettingsteken gewerkt met aan het eind een
kettingsteek die dwars op de laatste stond
We teekenen het hiernaast (zit, afbeelding)
Wanneer een draad in de juiste kleur wat
•lun mocht zijn, neemt men die dubbel, en
in bepaalde gevallen bijv. bij enne stol
zou men misschien twee rijen ketting
steken naast elkaar kunnen maken.
HET MAKEN VAN WOLLEN
DV/ERGPOPPETJES.
Men begint met restjes niet te dikke wol
bij elkaar te zoeken en een bordpapieren
kaartje te knippen van 10 cM. lang en 8
c.M. breed. Over de lengte van het karton
netje windt men 80 X grijze wol. Aan de
ééne zijde bindt men de 80 draden met een
draad samen, aan de andere zijde bind!
men 2 X 40 draden bijeen. Het kartonnetje
wordt weggenomen en nu begint men met de
40 dr. stijf met roode wol te omwikkelen tot
op 3 cM. hoogte. Dit zijn de beentjes van
het dwergje. Met wat stempellak maakt men
een schoentje er aan, door de kokende lak
op het uiterste puntje te laten druppelen en
met de vingers zoo vlug mogelijk dan eenig
model te knijpen. Nu zijn de beentjes klaar
Aan het andere einde worden de 80 dr.
\y% c.M. met rose wol omwoeld. Dit mag
niet te stijf geschieden. Op de rose punt wor
den oogen, neus en mond gemaakt, door mei
zwarte wol twee steekjes te maken, met rose
wol één enkel staand streepje en met roodr
wol een dwarsliggend streepje onder het
staande. Nu moeten de armpjes gemaakt en
aan het lijfje bevestigd worden. Hiervoor
windt men grijze wol 25 X om de smalste
zijde van het karton. Aan beide zijden bindt
men de 25 draden samen en omwindt de pun
ten met rose wol, wat de handen moet voor
stellen. De armpjes, welke aaneen zitten
worden door het lijf heen gehaald en mei
een draad onzichtbaar gehecht. Van een af
stekende kleur wordt een koordje gehaakt en
aan de uiteinden een kraal bevestigd. Dit
ceintuurtje wordt om het lijfje gebonden,
onder de armpjes en met naald en draad
gehecht Aan het hoofdje bevestigt men een
propje watten dat tot haardvorm is uitgeplo
zen. Op het hoofdje naait men een rood ka
toenen puntmutsje met watten opgevuld en
van een klein belletje voorzien. Het vrouwtje
maakt men tot aan het ceintuurtje gelijk
aan het mannetje. Men windt om een twee
de kartonnetje van 3 c.M. br. en 8 cM. lang.
over den smallen kant 60 X wol van afste
kende kleur. Aan de eene zijde haalt men
een draad onder de draden door, aan de an-
1011 Kon. Go*dg. Veerwnlrlng
OPGERICHT 1911.
Opleldlnga»cbol ?t» .oor ex
vaa 3d ode ra kae kolea Ia Xtdcrlaad.
Volledige opleiding.
DAG- EN AVOND-, CLL'H-
iDllchtlngen op de spreekuren aan de scholen:
In hel WKKTE.Ni SCHIETBAANLAAN bt) den Heemraadssingel)
p.rt Meisjes tn^ het voor eigen
AATLESSKN.
ALINUEN. AN NA STRAAT 4 t>t)
spreektijd Dinsdag» t
(HUlealula); BEIJERLANDSCHELAAN
ige
Schietbaanlaan 114, Telefoon 117B».
Dlrectrlcei
Mevrouw S. A VAN AMIJDEPORS.
dere zijde haakt men met een losse steek de
dr. twee aan twee te zamen. Van liet kaartje
afgenomen, bindt men met de doorgehaalde
draad de wul om het lichaampje onder de
armpjes vast en hecht met een enkel steekje
één en ander. Dit is liet rokje dat door het
omliakcn wal wijd uitstaat Van dezelfde
kleur wol haakt men nu twee bretels van een
rijtje losse steken. Ze worden aan het rokje
midden op den rug gehecht en loopen over
de schouders naar de voorzijde. Op het hoofd
je hecht men een klein zwart of donker
bruin vlechtje dat gehaakt of van drie dra
den gevlochten wordt Aan het eind een
klein lintje vastmaken. De draad als haar
op liet hoofd vast te maken. Om een afste
kend lijfje te hebben kan met dit van witte
wol en de armpjes van grijze maken.
CORRESPONDENTIE.
hebben behandeld. Ik zal nu nog eens ulfc
kijken of ik een aardig model voor u vind.
Intusschen komt volgende week een gehaakt
hoedje, en Hebt u daar dan nog misschien
wal aan.
Aan Mw. B. v. d. L. Uw vraag begrijp 1*
niet goed. U hebt geregeld vele roode en
zwarte bessen, maakt daar geregeld bessen
sap van. en vraagt nu of u er ook iets ander*
bijvo rb'celd limonade van kunt maken?
Als de bessensap met water aangelengd
en met suiker zoet gemaakt wordt kunt n
ze toch. vooral als u er stukjes ijs en een
rietje bij geeft, als heerlijke limonade serw
veeren. Verder kunt u van bessen alleen of
met andere zoetere vruchten erdoor, een heer
lijke jam maken. Zwarte bessen vind Ik
heerlijk. Tenslotte wordt het fruit ook veel
geweckt om het in den winter op puddingen
vla enz. of als versnapering voor zieken
te 1. men gebruiken Wilt u recepten vaa
een en ander hebben, schri.I dan oog even
een briefkaart.
CAKE-RECEPTEN.
Ir de rubriek van ..Hulsmoeder" in het „Hbl,"
Eenvoudige cake
190 gr poedersuiker roeren^mel^ hejUe eieren
een Hink hee-
Finamcake.
Andere (Duitsche) manier,
9 groote of 10 kleinere eieren, pond narq-
ippeimecl. H pond sülker. pakje bakpoeder,
val rum. cognac, vanille of citroenrasp. De
•l stijfgeklopte eiwit toevoegen en alles vlug In
een mei boter of sla-olie besmeerden vorm doe.
RU niet te sterke hitte of uur bakken.
Als de cake te vlug bruin wordt aan den bo
venkant. legt men een deksel op aen vorm.
Nog anders.
in. 400 gT. suiker. 500 gram bit
chtlg la, daarbij
1 voegen, een weinig
kaas. Met dit meng-
luitjes brood bedekken: |n het mldde»
RECEPTEN.
Croutons met kaas
De boter In der
PRACTISCHE WENKEN. 4
Clad xflteff
Wrtjft het schoongewasschen silver stevig 1%
net een zacht lapje en een der volgende mld«
een |mpje van fün wit krtJt en spiritus-
etn ptpje v«n l arö»ch rood en terpentijn;
ZUnD3het rgUe°wUelfSk t'e of kleins zllvare#
oor werpen poets dun met dezelfde mlddele#
n gebruik na het uitpoetsen nog een sAcht
iwaslje of borsteltje, waarmede het atnhti».
cnoe poelepoeder uit de oneffenheden verwj.
fB*»f" l*ort""ln' g'cv-.l, da' er oll»Pgebrulkl ia,
,og eens met zeer fUn poetakrüt na. Door heg
gevoegd- .Heeft bet zilver UoCITOK t. verwa
ren 'vlekken.treeht ule dan met ammonia t«
verwijderen. Helpt dit biet voldoende. wr#f heg
zilver dan roet za>hte Ixpje». gedrenkt In e«*
papje van ammonia. fQb krUt en groene sec».
IVets daarna het voorwerp nog een» op.
Voordeelig boter rrxerei^
el erger dan de kwasi.
een» een eetlepel heet#
vloot en werk die door
In een oogenbllk I» ds
en even 1-kker. Merkt
melk- la om er doornes#
i het overtolligs sr sss-
Gebarsten eieren koken
sr uit loopt? Wlkktl het et
raai de uiteinden U elkaaft
nóg met een touwtja dicht.
-t el oidvci*
kokend wateg
Voor ba**
De beste vulling voor de matras van de babp»
box. la zemelen. Ze *t)n heel goedkoop, en daar
om nog al eena te vernieuwen els bövoorbeel*
de mntrn» nnt wordt, wet natuurltfk btJ dl. hes*
kleine kleuter» niet altUd Is te »onrVnm«n, Os
kunt coo'n matrasje ook heel gem. elfjk self
maken. Een geel katoenen zak op maat v*n d#
box. deze vullen met de zemelen, en klaar «Ut
ge. Over het matrasje kunt ge dan een aardl#
babykleed met grof borduurwerk, i
endje» aan de hoeken der box
rebeeld. leggen.
HANDWERKEN.
Van filetpatronen schijnen onze lexere»
een nooit te vee) te krijgen, daarom nemen
we er nu nog maar weer een paar op, dl*
dan ook weer eens iets anders zijn dan dat
we vroeger In dit genre reeds gaven.
Zooals men weel, worden de filetpAtronca
gebruikt zoowel voor haakwerk als voor
kruissteek borduursel, terwijl te oorspronke
lijk bedoeld zijn voor het doorstoppen van
tule.
Het eerste Is een fraai' rand met een
a tiige hoek. te gebrul' en \oor eed jen
spreien, kussens, enz. Ook afzonderlijk kun
nen de motieven dienen, bijv. wat bloemen
los verspreid over een fond voor kussen,
sprei of anderszins.
Het tweede patroon geeft een vulling ach»
ter glas voor theeblad, maar natuurlijk I*
het ook toe te passen voor stoel kleedje, voor
theemuts dan de pauwen wal dichter bij
elkaar te zetten door het kelkje wat «mal»
Ier te nemen), enz.