$Litnw JTriJtscljr Ctourant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. NAUR ORDE EN RECHT. TWEEDE KAMER BINNENLAND. ABONNEMENT! Per kwartaal 3,25 (Beschikkingskosten 0.15). Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending 6.— Bij dage ijksche zending m 7*-» AMes bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent. met Zondagsblad 7y2 cent. ZondagsLlad niet afzonderlijk verkrijg No 273 5 Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. ZATERDAG 4 MEI 1929 Van 1 tot 5 regel* - Elke regel meer «22Yg fngez Mededeelingcn van 1—6 regels 22® Elke rege: meer «45 Bij contract belangrijke korting. 1 10e Jaargang. Dit nummer bestaat uit VIER bladen. De vergelijking van de schriftuurlijke e.i de individualistische principiën, die een eigen licht werpen over de sociale vraagstukken en den weg tot haar op lossing, gaf aanleiding om op te mer ken, dat de tegenstelling tusschen een Christelijke en een humanistische socio logie voornamelijk ligt in de beschou wing van de menschelijke natuur aan gaande haar socialen aard. Tengevolge daarvan moeten de soci ale maatregelen, welke men. ter rechter- of ter linkerzijde voorstelt, ook van ver schillend principe uitgaan en daardoor werden geleid. Een Christelijke sociolo gie gaat uit va. den sccialen aard van den mensch, en i.andhaaft als zedelijke eisch, dat hij ook sociaal zedelijk, dat is overeenkomstig zijn .evenswet leeft. Een Christelijke sociologie construeert dus niet een sociaal leven, doch tracht de organisatie van de maatschappij in overeenstemming te brengen of te hou den met het aan het leven eigene sociale Twee middelen staan daarom aan de Overheid ten dienste. Zij zal vooreerst aan de personen en de sociale corpora ties den eisch overeenkomstig de sociale levenswet kunnen stellen om de sociale plichten te vervullen en kan ongetwij feld wetten en voorschriften daartoe be palen. Verder zal zij gehouden zijn ook straffend en vervolgend op te treden bij overtreding en veronachtzaming. Een Christelijke sociologie gaat uit van bet sociale bewustzijn en bouwt daarop. Haar fundament ligt derhalve in het werk van des menschen levenswet ook in sociaal opzicht. Daarom ligt haar kracht in het opgescherpt bewustzyn onder den regenereerenden. invloed, wel ke van de werking des geloofs op de natie uitgaat. Naarmate het geloofs leven vruchtbaarder is in de- natie., naar die mate zal de sociale zorg meer spontaan de aandacht en belangstelling hebben' en naar die mate zal de tus- gchenkomst der Overheid minder opzet telijke generaliseerende maatregelen noodig blijken te hebben. Daar staat echter tegenover, dat de taak der Overheid in dagen van ver- achtering des geloofs en dientengevolge van het zedelijk bewustzijn ook veel minder door den spontaiien steun der mr.atschappij wordt verlicht en dat zij bij een tekort van het pai-ticulier initia tief tot dwangmaatregelen zal moeten overgaan. Ongetwijfeld zal zij ook daarbij, zoo zij naar orde en recht handelt, de Chris telijke beginsekn in het oog houdc.n, maar desondanks zal de Overheid tot maatregelen komen, die onder critiek vallen van hen, die al te weinig toe schrijven aan den algemeenen toestand van geestelijk en zedelijk verval, waar door de Overheid tot ingrijpende maat regelen werd gedwongen. Zij, die. op de sociale wetgeving zon der bedenken critiek oefenen, mogen zich van een en ander wel terdege re kenschap geven. Indien het sociale be wustzijn verflauwt en de Overheid ont houdt zich, wordt de maatschappij aan een ongerechtigheid overgeleverd, die op revolutie moet uitloopen. Toegegeven, dat ook in de sociale wetgeving, die wij hebben, beginselen zijn ingevoerd, die door een Christen niet juist worden geacht, zoodat er aan leiding is om de wetgeving te verbete ren en te wijzigen, gaat het niet aan met voorbijzien van de omstandigheden en de taak der Overheid slechts een protest te laten hooren en tot protest aan te sporen. Men zij voorzichtig, dat men daar mede niet een grooter kwaad sticht, dan met het onjuist beginsel werd gebracht. Er kleven aan onze sociale wetgeving ongetwijfeld fouten en ook baginselfou- ten, zoo wij haar in het licht eener Christelijke orde voor het sociale leven bezien. De individualistische geest heeft ook daaraan medegewerkt en kan in zooverre niet bevorderlijk zijn aan een sociale gerechtigheid, die behoort te worden nagestreefd. Wy hebben daar voor een open oog en staan ook critisch daartegenover, doch daarby willen wij niet blind zijn voor het goede, dat des niettemin voor velen werd teweegge bracht. Vergeten mag ook niet, dat de Over heid, die zich genoopt zag haar sociale ta°k ter hand te nemen, daartoe werd gebracht, nad°t de toestanden in de maatschappij z'~h onder den stagen in vloed van d^n ~~cst der revolutfe en een regeersvst~em van „laat maar gaan", zoodanig hadden ontwikkeld, dat iets gedaan moest worden* Al te diep was de klove tusschen den nieuweren tijd en den veel meer sociaal gevoelenden tijd der vaderen. Al te ver lag een maatschappij onder den invloed van het vaderlijk geloof losgerukt van een geslacht, dat door een geest van on geloof werd beheerscht. Te zeer waren de maatschappelijke verhoudingen gan- schelijk gewijzigd door de vlucht, welke de groot-industrie had genomen tenge volge van de technische hulpmiddelen. Het ontbrak ten eenenmale aan een ook maar historisch gekende ouderwetsche Overheidsregeling voor de organisatie der maatschappij, die met eenige wijzi ging kon worden toegepast op het mo derne sociale leven. Het was alles zoo nieuw en de nood drong. Zullen wij dan de sociale wetgeving, waaraan Christen-staatslieden hebben medegewerkt, zonder schroom verwer pen, omdat daarin niet steeds die begin selen worden gevonden, die wij thans na een periode van ervaring en bezin ning als de meer juiste en gebodene be trachten Veel minder mogen wij vrijmoedig heid vinden om zelfs zonder den beteren en uitvoerbaren weg te wijzen niet anders dan negatieve critiek uit te oefenen. Men stond voor een maatschappij, die sociaal moet leven naar Christelijken levenseisch, maar die het intusschen grootendeels niet deed. De sociale eisch moest worden opgelegd. Men behoorde dit te deen naar Chris telijken eisch, dus door organisatie van die maatschappij naar haar organische geledingen en corporatie^, pm die aan haar sociale plichten te hoi'*1 en. Het is wel. Doch dan stond men dus voor de taak om te organiseeren een door het individualisme ontwrichte maatschappij, welke bovendien was aangevangen de ontwrichting als zoodanig te organisee ren in vereenigingen en klassen, die met het organisch karakter der saamleving in strijd zijn. Het is inderdaad geen geringe taak om een maatschappij, die zich als het ware in de ontwrichting heeft geconso lideerd. daaruit op te lossen en in haar natuurlijke orde en geledingen te zetten. En het behoeft niemand te verwonde ren, die acht geeft op deze dingen, dat sociale wetgeving, die hier tusschen beiden kwam, de moderne maatschappij niet in het kader drong, waarin zij zou passen, indier. zij zich onder den invloed van een overheerschend Christelijk ge looi had georganiseerd. De kenmerken der ontwrichting han gen ook de sociale wetgeving aan en er zal nog heel wat moeten gebeuren, voor dat de moderne maatschappij tot zoo danige organisatie gebracht is, als mei de sociale orde, welke daaraan inhae- rent behoort te zijn, overeenkomt. Eerst door beleidvol en niet over haast de sociale zorgen over te brengen op de organen en corporaties, die daar voor naar hun aard en samenstelling zijn aangewezen, zal dat allengs kunnen geschieden en zal de bereids ingetreden staatszorg kunnen worden overgedra gen. Het generale karakter van allerlei wetten, die door haar algemeenheid schade aanbrengen, het particulier ini tiatief dooden, sociale onverschilligheid koesteren en soms zelfs de persoonlijke vrijheid en die der consciëntie krenken of aanranden, mag niet worden besten digd op een zoo bewegelijk gebied als het sociale. Zulk een mechaniseering van de maatschappij staan wij met alle kracht tegen. Met deze dingen te zeggen, oefenen wij ook critiek op het huidige stelsel. Inderdaad is daar reden voor. De Chris telijke sociologie heeft nog een belang rijke taak te vervullen, alvorens zij de voorkomende vraagstukken naar de principiën van des Heeren Woord heeft opgehelderd en de maatschappij in een naar die orde werkzame en geordende heeft herschapen. Wij zullen ons daarom verheugen in de belangstelling, welke deze dingen van Christelijke zijde hebben, en te meer onverdeeld, naarmate men toont, dat zijn belangstelling Christelijk is en uit de kennis van en de liefde tot een Chris tel iike orde geboren werd. Niet altoos dragen de beschouwingen der voorvechters hiervan de duidelijke kenmerken. Al te vaak blijkt hier het pad glibberig te zijn, zoodat men niet steeds genegen is, zich met vertrouwen over te geven aan een socialen gids, die daarlangs den weg naar het'juiste doel wil vinden. Het is ook niet gemakkelijk om op een erf, waarin de revolutie haar sporen heeft gezet, des Christens pad uit te speuren. Wy leven in een ontkerstende maat schappij. Daarin ligt de groote oorzaak van de moeilijke vraagstukken. Zij laat zich niet kerstenen door een mensch en nok niet door een Christelijke orde. Wie haar kei-stenen kan, zoo het Hem be haagt, is God. Het fundament voor een Christelijk sociale orde is een volk, dat uit het Woord leeft en voor zoover het leeft zal het zich inspannen om ook sociaal daarnaar te leven» ONDERWIJSSTRIJD IN SURINAME. Toen Dr. Rutgers als gouverneur naar Su riname ging werd hij daar met gejuich ont vangen. De stevigheid van zijn karakter en zijn pervoile staat van dienst in Ned-Indië had den toch ook wel iets tot zijn politieke te genstanders te zeggen. Men moet immers algemeen erkennen, dat ook mannen van Christelijken huize regeer- en hervormings kracht bezitten en loonen. Maar de vrijzinnigen in de West klagen nu reeds luide, dat zij zich vergist hebben. Gou ïur Rutgers is niet de man met den rui- blik, zooals zij gedacht hadden: helaas, hij heeft (let daar op!) „zich ontpopt als een fanatiek tegenstander van het openbaar on derwijs". Waaruit blijkt dat? Wel, gouverneur Rutgers heeft voorstellen aangekondigd tot v o Ikomeil g e 1 ij k- telling van openbaar en bizondcr onder- vijs. Ziet ge wel: volkomen gelijkstel ling vraagt of Cort van der Linden en al liberale en roode geestverwanten, die in Neder'and de gelijkstelling hielpen Invoe- dan ook fanatieke tegenstamders van het openbaar onderwijs waren. Waarschijnlijk niet, want zij lichtten hun „De tegenstelling van neutraal tegen over bijzonder onderwijs is principieel on juist. Het openbaar onderwijs is evenmin neutraal en kan hel evenmin zijn als hel bijzonder, hetgeen in Nederland clan ook fan steeds breeder kring erkend wordt. De godsdienstlooze school propageert de gedachte, dat de godsdienst buiten de school gehouden moet worden. En clan rijst de vraag, of een Christelijke overheid in een land, dat zoo duidelijk een godsdienstig-Christeli.iken stempel draagi als Suriname, een duidelijke voorkeur aan den dag mag leggen voor godsdienstlooze scholen beven godsdienstige scholen". De gouverneur wijst het fabeltje dus af van de „nou'rale" school en hij is er tegen, dat die school eenzijdig de voorkeur geniet van de regeering. Daarom is hij vóór gelijkstelling. Maar daarom schelden de vrijzinnigen hen uit voor een fanatiek tegenstander van de openbare school. Achterlijkheid? Och neen; angst! Want als de openbare school niet bevoorrecht wordt, dan gaat ze ten onder. Ze kan de staatskruk niet missen. Vandaar de vrees voor waarheid en recht bij haar angstige voorstanders. RIJK EN GEMEENTEN. Z. H. S. AANGENOMEN. Rechtstoestandwet. Herziening Strafwetgeving. Bouw Zend- installatie Kootwijk. Vergadering van 3 Mei 1929. OVERZICHT. Met een enkel woord zullen we melding maken van het groote succes van Minister De Go?r, die ziit. wet tot herziening van de financieele verhouding tusschen Rijk en ge meenten door de Kamer zonder hoofdelijke stemming zag goedgekeurd. De soc.-dem., die huiten de Kamer nog al opgenijpt hadden tegen het wetsontwerp, durfden in de Kamer de verantwoorde'ju heid van tegenstemmen niet aanvaarden. Zfc konden er w:l voorstemmen, zoo verklaarde de heer v. d. Temnel. en wat er nog niet aan deugde, hoopten hij en de zijnen wel eens in orde te maken zoodra de groeiende poli tieke macht der arbeidersklasse daartoe in staat zou stellen, 't Ware mooie zinnetjes voor wie ze bestemd waren, maar overi genszonder inhoud. f Wat zal de heer Wibaut wel zoggen van dit voorstemmen? Zijn oppositie is nu bij voorbaat gebroken Ove -igens hield de Kamier voor de laatste maal reee'irg van werkzaamheden. De heer B'develd porvde nog de Rechtstoestandwet voor c'e amh'Pi'aren on de agenda te kriiecn Rechts steunde hem daarbij, on enkele Chr.- hist. na, eendrachtig. De soc.-dem.. die voor hun eigen wenschen: winkelsluiting en canticmoties geen hand meer ui'staken, zettpn zich echter scherp. Ze wilden er p week arbeids meer aan wagen. De voorzit ter deed ten slot'e de weegschaal ten on- te van den heer Bijleveld doorslaan- Dp Bchtstoostandwet wordt dus niet i afgedaan. De taaie middag werd verder in beslag genomen .loo- a gomeene beschouwingen de herziening van het strafstelsel de mondelinge beantwoording van een a vragen van Dr. Kortenhorst over bouw van den Tndiscben zender te Kootwijk. Minister v d Vegte's antwoord doet wachten, dat de NWerlandscbe industrie deze installatie niet zal worden voorbij gegaan. Daar was het om begonmen en dus -as de interpellant met het verkregen ant woord zeer in zij1 sas. VERSLAG. Bij de regelinq van werkzaamheden, waarmee de Kamer begon, werd besloten 1 S Mei aan de orde te stel-'en een aantal kl ntwerpen en de huishoudelijke raming der Kamer. Verder wordt besloten om Dinsdagavond erder te behandelen de begrooting var Wegenfonds. Op de agenda wend voorts ge plaatst om. de wijziging der Armenwet de conclusie-Vrijman. Mr. B ij 1 e v e 1 d (A.R.) stelde voor ook dp Rechtstoestandwet aan de agenda toe te voegen De heer J. ter Laan (S.D.) zou zulks een vertoonfang achten, als er geen zekerheid tl tot behandeling te komen. Bij 1 e v e 1 d (A.R.) zeide hij het woord .vertooaing" even te hebben gedacht aan het niet meer te behandelen, pas ingediende voorstel-Duys in zake de 71uider7.eesteunwet. Overigens was de heer Bi'leveld bereid een week langer te vergaderen. De heer Duys (S.D) trok zich dat „ver tooning" nog al aan. Het voorstel-B ij 1 e v e 1 d werd v e r w o r pen mt 38 tegen 37 stemmen. De Voorzitter stemde. In afwijking van zijn fractie, tegen en besliste daarmede de verwerping van het voorstel. Er voor stemden overigens de A.R. (be halve Mr. Heemskerk), de R.K.. de C.H Schokking. Langman. Ti'anus. Bakker en Weitkamp en 4 Lib. Tegenstemmers waren de soc.-dem., de vrijz.-dem.. enkele C.H. en Lib.. Mr. Heemskerk en de drie dominees Daarna had de eindstemming plaats over het wetsontwerp GemeenteiinancMSn. De heer v. d. Tempel (S.D.) legde pen verklaring af. dat zijn fractie, ondanks Je bedenkingen tegen helangrijke onderdeelen van het wetsontwerp, het in algemeen toch van zoodanige heteekenis voor de ge- meentefinaneièn achtte, dat haar stem er I niet aan zou onthouden. Vooral de nivellee ring van den belastingdruk lokte aan en de 1 uitbreiding van de politieke macht der ar beidersklasse zou zoo troostte hij zich - de toekomst de mogelijkheid wel openen i de wet te verbeteren. Dit was het makke besluit van de luidruch tige actie der soc-dem. buiten de Kamer te gen het wetsontwerp. Zonder hoofdelijke stemming werd het wetsontwerp daarna aangenomen. Van alle kanten verdrong men zich rond den minister om dezen met dit resultaat ge luk te wenschen. De behandeling van de herziening der Strafwetgeving kon hierna worden voortgezet. Sch ai k (R.K.) betoogde o.a. dat het celsielsel het fundament van het straf stelsel moet blijven. Maar langer dan G maan den moet z.i. de celstraf niet duren. Het v— blijf in rle cel werkt als regel demoral is rend. Toch is de heer v. Sehaik geen vo siandor van gemeenschappelijk ondergaan van straf. Opbouwend werkt dit gemeen schappelijk milieu niet. Men zal moeten komen tot specialiseenng van de behandeling der gevangenen. En dan kon eventueel voorwaardelijke invrijhcidstel ling diensten bewijzen. Aan den gevangenisarbeid, ook in de open lucht, moet breeder plaats worden overge gelaten. Instelling der jeugdgevangenis had de vol le instemming van den heer v. Schaik. Het „bewaring-systeem" kon hij aanvaar den, al zal groote voorzichtigheid bij de toe passing noodig zijn, om niet tot al te gemak kelijk automatisch in bewaring stellen te vervallen. De hoer v. Rappard (Lib.) was zeer in genomen met de combinatie van voorwaar delijke en onvoorwaardelijke veroordeeling De heer Heemsk e r k (A.R.) begon met zich aan te sluiten bij hen. die de College: van Regenten in Colleges van Toezicht 'vil len omzetten. Voorts zette hij uiteen, dat het strafstelsel zich zoodanig behoort te ontwik kelen, dat de gedwongen arbeid de hoofdzaak wordt, opsluiting de bijkomstige omstandig heid. Gemeenschappelijke opsluiting brengt ook al veel bezwaren meue. Het vraagstuk en blijft moeilijk. De combinatie van voorwaardelijke en o voorwaardelijke strafoplegging behoeft niei te worden gezien als te zullen geschieden ten ïadeele van de voorwaardelijke veroordeeling maar zal daaraan en aan de rec'ssseering ten goede kunnen komen. In de „bewaring" der recidivisten ging Mr. Heemskerk ver mot den Minister mee. Maar hij had liever gezien dat deze bewaring als een verzwaring van straf was aangemerkt en niet maar als be veiligingsmaatregel. Wie zijn straf heeft on dergaan moet losgelaten. Maar er wordt wel eens te licht gestraft en in die gevallen zou de „bewaring" een goede aanvullende straf zijn. Mej. Meyer (R.K.) vroeg meer steun voor de rcclasseering en betere ouleiding van ge vangenispersoneel. Met 's ministers voorstellen was ook Mei. Katz (C.H.) in het algemeen ingenomen. Op verschillende punten herhaalde zij daarvoor de argumenten, die ook door anderen reeds waren aangevoerd. Ten aanzien van de combinatie voorwaar delijke veroordeeling en korte vrijheidsstraf was ze echter niet zoo bijzonder tevreden. De celstraf heeft bezwaar, maar ook de ge meenschappelijke opsluiting, erkende Mej. Katz met den heer Heemskerk. Toch is -Ie celstraf niet te missen. Ondergaan van straf in een particulier gesticht was een denkbeeld dat zij niet kon aanvaarden. Dat bij de keuze van het personeel voor de jeugdgevangenis met godsdienstige richting zal worden gerekend, was haar een sympa thieke gedachte. Eveneens achtte zij de jeugd gevangenis en de openluchtgevangenis een aanbevelenswaardig instituut. De „bewaring" als bijkomende straf ont moette bedenking. Mej. Katz wil er met den minister een beveiligingsmaatregel in het be lang der maatschappij in zien. Tenslotte werd door haar nog gewezen op enkele punten waarin zij onbevredigd was gebleven. Ze golden voornamelijk een tekort aan outillage voor de uitvoering der nieuwe maatregelen. Te kwart voor vier kreeg de heer Kor- Minister v. d. Vegte antwoordae on middellijk. Zijn indertijd toegezegde nadere mededee- lingen over de aanschaffing der zendinstal- laties waren vertraagd door een noodig ge worden nader onderzoek. De geldon in 1928 toegestaan waren he leind voor een volledige zendinstallatie. Aanvankelijk was voor het aanschaffen aan een buitcnlandsche firma gedacht. Later is de situatie veranderd: een toestel voor leeldtelegrafie, dat men aanvankelijk met den zender van dezelfde firma meende te moeten betrekken, zou bij uitzending per korte golf zeer bezwaarlijk zijn. Van jchaffing van dergelijke toestellen voor zecsch verkeer moest daarom voorloopig worden afgezien. Bij dezen stand van zaken ijl voor het bouwen in eigen beheer geen voldoende krachten zijn vrij te maken, het wenschelijk een zender van de par- liere Nederlandsche industrie te betrek- Ook technisch was dit mogelijk. Als prijs en kwaliteit dit wettigen zal aan de Nederlandsche industrie, d. w. z. aan Phi- de voorkeur worden gegeven. E réden om aan te nemen, dat het zoo gebeu- ?n zal. De opdracht zal dan betreffen een olledig agre^aat voor telegrafie en telefo- ie, eventueel ook met er bijbehoorende riclitantonne en van een even groot vermo gen, als dat hetwelk de in eigen beheer uitvoering zijnde zenders zullen verkrijgen, aldus te handelen, wordt aan de Ne- dsche industrie alle recht gedaan, dat met reden haar toekomt en het verheugd. ster hieraan te kunpen toevoegen, dat de naastbetrokkene, naar hem is geble- geheel daarmede instemt, ei-werkvergunningen zijn aangevraagd erkregen om den achterstand in te ha len, die in den bouw van verleden jaar aan bestede zemlgebouwtjes door de hevige kou- in dezen winter is ontstaan. Deze ge- tjes zijn bestemd voor de zenders, die »cn beheer overeenkomstig de hiervoren en uiteenzetting worden vervaardigd. >r de zendinstallatie te Kootwijk zijn jaarlijks bedragen uitgetrokken, noodig om eigen beheer uitbreiding en verbetering tot stand te brengen; zoowel voor 1928 als 1929 was dat het geval. De thans onder han den zijnde installaties vallen onder de be grooting 1929. De toezegging, gedaan bij behandeling van de postbegrooting 1929 gold voor 1928 en wel oor dat deel dat voor de aanschaffing van len zender bij de buitenlandsche industrie vas bestemd: de thans in bouw zijnde in stallaties zijn niet bestemd om de taak van dien zender over te nemen. Inderdaad is het-wenschelijk het ontwer- ■n en het vervaardigen van zendinstalla- ïs in helangrijke mate in eigen beheer uit voeren, omdat de ondervinding heeft ge leerd, dat tot dusverre zoowel wat betreft het snel partij trekken van verkregen ervaring at betreft het zoo laag mogelijk hou- van de kosten, uitstekende resultaten 7.ijn bereikt, terwijl er geen reden is, om te twijfelen, dat dit ook niet A-erder het geval 7aI zijn. De dienst is voldoende geoutilleerd. Van rleze gelegenheid maakte de minister ge bruik om zijn groote tevredenheid met het geen deze dienst in dat opzicht heeft gepres teerd, te uiten. Voortzetting van den bouw van zcnriinstal- laties aldus de minister in eigen be heer. moet noodzakelijk worden geacht. Bij deze werkwijze wordt in zeer ruime mate van de producten der Nederlandsche Indu strie gebruik gemaakt, zooals ten opzichte van verschillende soorten lampen (Philips), schakelhorden (Heemaf), transformatoren (fa. Smit Go. te Nijmegen) Over het antwoord van den minister was 1e interpellant zeer tevredèn. Vooral als ook op de vierde installatie van toepassing zal zijn. wat nu van de derde trezegd is. De minister behield zich een positief antwoord voor, maar onder gelijke omstan digheden zal wel worden gehandeld gelijk nu iB geschied. De discussie over de herziening van het Strafrecht werd daarna weer voortgezet. Dr. Schok king (C.I1.) wees er op, dat het financieele bij wetten als de in behan deling zijnde niet geheel uit het oog mag worden verloren. Als iets wordt aangenomen en het blijft jarenlang liggen, dan schieten we nog niet op. De opleiding moet niet al te eenzijdig intellectualistisch worden; karak ter is ook een belangrijke factor. Na te hebben uiteengezet op welke punten hij met de voorstellen des ministers instemt, merkte de heer Schokking op, dat het sub jectieve oordcel van den rechter steeds groo ter ruimte krijgt. Dat kon do gedacht' op misdrijf straf volgt, vervlakken. Er moet gelijkheid in de berechting blijven. Het opleggen van voorwaardelijk' voorwaardelijke vrijheidsstraf ontmoette bij Dr. Schokking voorshands nog eenig be zwaar. Men moet blijven onderscheiden tus schen rechtspraak en reclasseering. De re- classeering moet haar eigen maatschappe lijke plaats behouden, maar die staat buiten de rechtspraak. Wat de „bewaring" betreft, stelde Dr. Schokking zich aan de zijde van den heer Heemskerk. Voor beveiliging moet men menschen, die hun straftijd hebben uitgeze ten. niet nog eens van 5 tot 10 jaar kunnen opsluiten. De Minister van Justitie sprak twee zinnen en zal zijn rede Dinsdag voort zetten. Roberti, te 's-Gravenhage; Sambijo, i> aansch infanterist 1ste kl.; de bronzen eer», medaije, verb, aan de Orde van Oranje-Nas» sau, toegek. aan T. van Pelt, te Heinenoord, VRAGEN VAN KAMERLEDEN. HET JULIAT'AKANAAL. Het Tweede Kamerlid de heer Vliegen heeft aan den /Minister van Waterstaat ge vraagd: 1. Kan de Minister mededeelingen doen omtrent de vraag of, zooals in Limburg loopende geruchten vermelden, de werken van het tusschen Maastricht en Geleen ge legen deel van het in aanleg zijnde Juliana- kanaal groote vertraging ondervinden, zocv dat genoemd kanaal dreigt veel later dan eerst in het vooruitzicht was, te zullen zijn voltooid, alsmede .velke de oorzaken van die vertraging zijn? Kan de Minister, indien er zulke vertraging is. het vermoedelijk tijd stip van de voltooiing ngeven? Alsmede welke de redenen zijn van de buitengewoon sterke mutaties, die in het aan den aanleg van dat kanaal werkende technisch perso neel hebben plaats gevonden? 2. Kan de Minister niededeelen. waarom tot nog toe geen voortgang is te bespeuren in de oplossing van het Maasbrug-vraagstuk te Maastricht, hoewel reeds zeer geruimea tijd geleden te dezer zake (houw van een nieuwe brug en verbouwing van de be staande) tusschen het gemeentebestuur van Maastricht en het departement overeenstem ming was bereikt? ANTWOORDEN VAN MINISTERS. DE NALEVING VAN DE TABAKSWET. Het Tweede Kamerlid Staalman had on langs aan den Minister van Financiën vra gen gesteld betreffende herziening van da strafbepalingen der Tabakswet, de toepas sing van de strafbepalingen der Tabakswet, de toepassing dier wet near aanleiding van veroordeel in gen te Amsterdam en snellere berechting van begane overtredingen. De Minister van Financiën deelt thans in antwoord hierop mede, dat een aantal der Amstcrdanische gevallen niet onbelangrijk# feiten waren, waarbij van een vooropgezette gezindheid bleek om de wet niet na te leven. Het voornemen bestaat omtrent de straf bepalingen der Tahakswet de zienswijze te vragen van de onlangs ingestelde commis sie tot herziening van liet fiscaal strafrecht en strafprocesrecht. onvoldoende bezetting der Amsterdam- sche rechtbank is de oorzaak geweest, dit berechting vertraging heeft ondervonden. Door de onlangs plaats gehad hebbende vei^ sterking zal hier verbetering kunnen wor den bereikt. EEN ONTOELAATBARE TOEVOEGING VAN B. EN W. VAN WAGENINGBN IN EEN PUBLICATIE. B. en W. van Wapeningen hadden aan een bekendmaking betreffende de kostelooze in enting tegen pokken toegevoegd, dat zij op verzoek van den gemeente-geneesheer mede deelden, dat de ter plaatse gevestigde ge neeskundigen eenstemmig aanrieden van de geboden gelegenheid geen gebruik te maken. In antwoord op de vragen van het Tweede Kamerlid mevr. de Vries-Bruins. hierover, deelt de Minister van Arbeid mede, dat aan n W. van Wapeningen is verzocht deze •n soortgelijke toevoeging in de toekomst achterwege te laten, waartoe dit college zich bij voorbaat bereid beeft verklaard. De Ministr achtte haar eveneens in stri <1 met de wet inzake besmettelijke ziekte u Voor zoover hem bekend zijn in andere ge meenten dergelijke mededeelingen niet go daan. ENCEPHALITIS NA INENTING, Het rapport der Commissie nog niet gereed. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Dr. Vos berteffende het tijdstip van ver schijning van het rapj)ort der commissie iep bestudeering van bet encephalitus-vraag- stuk, het aanmoedigen en het maken van propaganda voor vrijwillige vaccinatie tegen pokken van kinderen in het eerste levens jaar. heeft Minister Slotemaker de Bruine geantwoord, dat het rapport der commissie nog niet gereed is. Op dit oogenhlik kan bet tijdstip van de vermoedelijke verschijning nog niet worden vastgesteld. De stand van het onderzoek laat thans nog niet. toe, een uefinitief oordeel te vellen omtrent de wenschelijkheid van aanmoedi ging der vaccinatie in Het eerste levensjaar OFFICIEELE BERICHTEN. ONDERSCHEIDINGEN. POSTERIJEN. SLUIT GEEN GELDSWAARDEN IV BRIEVEN, DIE NIET AANGETEEKEX*» ZIJN. Wij vestigen er nogmaals de aandaebt op, dat het, ingevolge de bepalingen van de Post- wet, verboden is geldswaarden en-:., te verzenden in brieven die niet aangeteexend zy'n. Behalve dat de afzender geen verba <1 op ae postadministratie heeft bjj vermiss'nr of herooving van een dergelijk stuk. worth in dien er vermoeden bestaat, dat een gewone, met aangeteekende brief geldswaarde Uvat, deze ambtshalve door de postadminist atie aan ge teekend, hetgeen beteekent, dat de brief Mast wordt met driemaal het rscht voor ge- Bij K. B..Is, as blijk van goedkeuring en tevredenheid de eerepenning voor mensch- lievend hulpbet. en een loffelijk getuigschrift toegek. in goud, aan: G. Warmenhoven, te 's-Gravenhage; in zilver aan: A. J. van Groot- 4 beest, te Schoonhoven; in brons aan: VV. J. ......Wjt (P.K.I pelpp.nheid mmMHic ma Vldm. kri*. vu politie (hootclbrand- aan den Minister van Waterstaat zijn vra- wacht), te 's-Gravenhage: H. A. F. Becker,|wone **nteekening. gen te herhalen over te Rotterdam: Taman Lembong Gon, te'' Onlangs overkwam het b.v. een arbeider in de rendtnstallattes Kootwifk- ,nFnaUanR {residentie Zuider-en teraf'der gTOOtinductnepleat en d'e xiin R-iin Kootwijk dee|in(ï van Borr 0). w Fonpen. te Harder-; weekloon in een gewonen brief *an rij, el- 'wijk: C. van Waalwijk va.. Doorn, te Lei- wonend gez - opzond dat die brief'een Ze kwamen in het kort er op neer of de den; D. Wolters, te Groningen: Th. H. M. ^«dresseerde nie' bere'kte minister wilde bevorderen, dat voor de aan- Malingré te Schoonhoven; F. C A. Hendrik- overtreding van het verbod ©m -eld of «chaffing der zendinstallaties te Kootwijk te Beverwijk; W. Koelman, te Beverwijk;kostbaarhed^ in een niet-aanget--kende» gebruik zal worden gemaakt van de Neder- c"u'•*-•"- - - - - ilandsche industrie. v- -Jid uoci-ijK, ii> wd niei-aange: Ken-e» Schipper, te Delft; J. H. Sproet, te Am- bz*«f U verzenden, bad voor dezen afzender ^sterdam; W. H. Remijn, te Middelburg; A.I*** eeaaaganaaa gevolganl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1