WEEDE BLAD.
binnenland.
Land- en Tuinbouw.
EN ALLEENSTAANDE FIGUUR
ZATERDAG 13 APRIL 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
:htspositie ambtenaren.
GEEN CENTRALISATIE MEEK.
Memcrie van Antwoord.
de Memorie van Antwoord aan óe
ac ïvaiiin o» er net wcisomwcrp hou-
i regeling beueneiiue uen ruchtstoc-
vau aiiiolcnureu, bcioogi ile Minister
luauue ui antwoord op ue ojiiieraiutj
lie leuen, weine'ue vuoiweur z„uucn g.
nuen aan liet in liet zittingsjaar
-lüidJ ingediende ontwerp, dut de nnau-
rwegingen, die desujus van de rege-
dat omwerp hebben doen, aizien,
steeds met liuu kracht geheel verloren
■zwak^ zijn bovendien blijven bestaan
varen welke aan den opzet van het
iioukehjke ontweru kleefden. Uit weru
igeu door de gedaelite van de centran-
rechtsverhouding van alle ambtenaren
leor de bepaling der ontworpen wet wur-
beheerschl, onverschillig oi zij in dienst
len slaat of van eenig ander lichaam
systeem kan den toets der critiek niet
lam. liet rekent niet met de differen-
die de verscheidenheid der diensten en
algemeen en locaal karakter vordert Het
ontwerp gaat daarom, voor zoover uil
betrcit, van het tegenovergestelde
Ipunt uit.
envvoordig ontwerp vormt daarom
sluitend geheel, door een logischen opzei
agen.
over de locale regelingen willekeu-
verschiilen zouden verloonen, kan het
rale gezag eindelijk altijd tegen ongemo-
üde bijzonderheden waken, lil de ver-
idenheid der regelingen kan dus de een-
gewaarborgd worden, die hot algemeen
ng vordert.
kan de minister niet voldoen aan
wcnsch, door verscheiden leden in ve>-
met de op 19 November 1929 door de
•r aangenomen motie van orde van den
J. ter Laan c.s. geuit,
bepalingen omtrent de rechtspositie
ambtenaren, welke in andere wetten, b.v.
Ie Lagcr-onderwijswet, in de Gemeente
en?., voorkomen, zuilen als speciale
schriften naar dit ontwerp als generale
;n voortbestaan.
Eet begrip ambtenaar.
het wetsontwerp zijn alsnog eenige wij
igen aangebracht,
r een wijziging van artikel 1 wordt
duidelijk uitgedrukt, dat buiten de oin-
,ing van het begrip ambtenaar vallen
onen in dienst van naamlooze vennoot-
ippen dcor den Staat of openbare Iiciia
opgericht, al of niet in samenwerking
particulieren. Ambtenaar kan slechts
wie is aangésteld door den staat of een
baar lichaam d.i. door een drager van
.baar gezag.
et verscheiden leden is de regeering van
lecl, dat de militairen aan de werking
i titel II voorgestelde regeling be
iren te worden onttrokken. Reeds thans
Len bijzondere \oorschriften voor de mili-
|,n voor zoover disciplinaire straffen be
dt, legen onrechtvaardigheid en misbruik
,n gezog.
de politie kan men volstaan met eet.
ciale administratieve instantie in te stel-
Vóór de wet in werking treedt zal de ro-
ring daarom ten aanzien van de Rijks-
tie de noodige maatregelen treffen.
Nota van wijzigingen.
ij Nota van wijziging wordt verder voor
teld een nieuw vierde lid aan het art. 39
te voegen ingevolge deze wijziging zal de
btenaar het ingestelde beroep ook nog
men intrekken na a.anvang van het on
toek der terechtzitting,
idicn de intrekking nu een gevolg is van
omstandigheid dat dij administratie op
door liet beroep aangevallen besluit o
aangevallen handeling of weigering terug
am, belmoren deze kosten den ambtenaar
ir gelang van den aard en den omvang
i dit terugkomen geheel of gedeeltelijk
rden vergoed.
en bepaling, dat de nieuwe voorschriften
nmlitenaren in geen opzicht in een mindci
gor positie zouden kunnen brengen,
■aarin zij thans vcrkccren, zou den nn-
ler niet juist schijnen,
loewel uiteraard moet worden toegegeven
liet bestaan van een bepaalde regeling
ir de ambtenaren zekere mnsprakeo
cpt, kan de overheid niet onder de for-
ele verplichting worden gesteld een be
den rechtstoestand, hij regeling op-
van de materie, steeds in alle onder-
len te handhaven.
DE FINANCIEELE VERHOUDING
het adres der nederu
gemeenten.
Aan den minister van Financiën is ge
vraagd, of hij de cijfers, dezer tegen in een
adres vnn het bestuur van de \creeniging
van Nedcrlandsche Gemeenten overgelegd
omtrent de uitkomsten voor eenige gemeen
ten van het aanhangige ontwerp in zake de
gemeentefinanciën, als juist beschouwde.
De minister antwoordde, dat hij die cijfers
niet als juist beschouwde. De uitkomsten
die hem deze week zijn overgelegd door de
betrokken afdeeling van het Centraal Bureau
voor de Statistiek en die voor een deel
berusten op opgaven van bnvcngenoemdo
verecniging ontvangen en voor een deel op
eigen gegevens, en die overigens zelfstandig
zijn bewerkt vertoonen voor de meeste der
betreffende gemeenten een geheel ander
beeld.
Ter toelichting wilde de minister zich be
palen tot de beide gemeenten, die in meer
gemeld adres er bet donkerst uitzagen, n.l.
Stiphout en Wehl, die volgens hvt adres
resp. 217 en 268 opcenten op de gemeentc-
fondsbelasting zouden mocton heffen. Na de
berekeningen van het Centraal Bureau zal,
indien uit de personeele belasting evenveel
wordt gehaald als thans de hoofdsom be
draagt plus de tegenwoordige opcenten,
Stiphout kunnen volstaan mei 52 en Wehl
met 78 opcenten.
De minister verklaarde, niet te kunnen
nagaan waar de l'out ligt in de berekening
van het bestuur. Omtrent Stiphout heeft hij
wel eenig vermoeden, in verband met een
fout, die liij eenigen tijd geleden aantrof in
een berekening o\cr die gemeente, hem over
gelegd door het Centraal Bureau en welke
lout liem bij navraag bleek afkomstig te zijn
van de bovengenoemde verecniging.
De fout bestond hierin, dat het „verlies",
geleden door het vervallen van de opcenten
op de personeele belasting, tot oen nog hoo-
g e r bedrag stond uitgetrokken dan de
„winst", verkregen uit do hoofdsom dier be
lasting plus opcenten te zamen.
Dergelijke abuizen,.zei de minister, kun
nen bij dc hanteering van een groot aantal
cijfers uiteraard gemakkelijk voorkomen.
Intusschen is waarschijnlijk, mede doordat
door de verecniging op de basis van deze
vergissing is doorgewerkt, het onjuiste getal
opcenten voor Stiphout verkregen.
De minister zeide ten slotte, dat waar
schijnlijk nog deze week het aantal opcenten
op de fondsbelasting, dat geheven zal moe
ten worden indien uit de personeele belas
ting evenveel gehaald wordt als de hoofd
som bedraagt plus de tegenwoordige opcen
ten, voor alle gemeenten aan de Kamer zal
worden medegedeeld.
Er zijn van de ongeveer 1100 gemeenten
ongeveer dertig, waarbij dit getal boven de
80 zou moeten uitgaan: voor elk van die der
tig gemeenten geldt intusschen, dat, voor
zoover in bepaalde gemeenten een iets hoo-
gere opbrengst uit de verteringsbelasting
niet zal kunnen worden gomist, daartegen
over gewoonlijk staat een zoo gunstig ver
schil tusschen wat tot dusver uan gemeente
lijke inkomstenbelasting betaald werd cn
wat voortaan aan fondshelasting plus op
centen zal verschuldigd zijn, dat het surplus
aan te betalen verteringsbelasting hierbij
vrijwel in het niet zinkt. Ook dit zal tegelij
kertijd met cijfers worden toegelicht
tentoonstelling milaan.
i het
Een jaarlijksch op 12 April terugkomende
plechtigheid heeft gister plaats gehad.
Z.K.H. den Prins der Nederlanden, die
thans te Lugano vertoeft, had den wensch
te kennen gegeven hierbij tegenwoordig te
zijn. De tentoonstelling bestaat ditmaal in
hoofdzaak uit inzendingen van de Nedcr
landsche Industrie van het Vreemdelingen
verkeer en de K. L. M., terwijl bovendien
door het Koloniaal Instituut in één der za
len een zeer verzorgde expositie is ingericht,
die naar dezer dagen te Milaan werd gehoord
tot een der meest belangwekkende afdee-
lingen van de Jaarbeurs behoort, dank zij de
werkwijze door het Koloniaal Instituut bij de
inrichting van tentoonstellingen in acht ge
nomen. Als voornaamste Nederlandsehe
deelnemende industrieën mogen worden ge
noemd: Philips, de Heemaf, Chainotte Unie,
Schollens en Marto, Kon. Tapijtfabrieken,
Tapijtknooperij „Kinheim",. Aardewerkfa
briek De Rijn, Glasfabriek Leerdam, Kris
tal Unie, Gerofabriek en Chromoplastiek.
Door de zorgen van Ir. L. C. Kal ff van de
Philips Fabrieken, Ir. VV. L. Utcrmack van
het Koloniaal Instituut en Jhr. P. J. Six,
secretaris van de Italiaansch-Nederlandsche
Kamer van Koophandel is thans voor dc
vierde maal deze expositie tot stand geko
men, waarbij in het aardige, echt Holland-
sche gebouw Italiaan en vreemdeling tel
kc.:s een ander beeld gegewn is van Neder
land en Koloniën.
INGEZONDEN MEDED2ELING.
prof. dr. a. w. nieuwenhu1s,
Hoogleeraar aan de Lcidsche Universiteit In
de geschiedenis, letterkunde, oudheden,
zeden, instellingen en gewoonten der volken
van den Indischen archipel en van de na
tuurkundige aardrijkskunde, die 4 Mei a.s.
zijn 25-jarig jubileum als Iloogleeraar her
denkt
electriciteitsvoorziening.
Een rijksregeling noodzakelijk.
In de memorie van antwoord betreffende
het wetsontwerp, houdende algemeene rege
len terzake van de electricitcitsvoorzieniup
zegt dc minister van Waterstaat, dat, hoewel
hij volle waardeering heeft voor wat de pro
vinciale besturen tot stand brachten, dit hem
er toch niet toe kan brengen, liet daarheen
te leiden, dat, als een rijksregeling tot stand
komt, daarnaast ook de provinciale zeggen
schap wordt gehandhaafd.
Het is hier dc vraag: „op welke wijze wordt
de electriciteitsvoorziening van het land het
best bevorderd" en niet: „op welke wijze
worden de provinciale bedrijven het best ge
holpen".
Dat de industrie behoefte heeft aan goed
koope tarieven, maar daarnaast van bedrijfs
zekerheid, welke het best bereikt wordt door
kapitaalkrachtige bedrijven, die door onder
linge koppeling zijn verbonden, beaamt de
minister ten volle.
Daaraan moet echter niet de conclusie
worden verbonden dat goedkooper tarieven
en bedrijfszekerheid slechts te verkrijgen zij r
indien men de provincies een monopolie
geeft en hun het verordeningsreclit laai
houden, maar wel deze, dat het eentrard ge
zag bij het bevorderen of onthouden van con
cessies en bij het bevorderen van onderlinge
samenwerking steeds voor oogen moet hou
den het algemeene electriciteitsbclang, waar
bij gelet moet worden op het voordeel van
goedkoone tarieven en bedrijfszekerheid ook
voor dc industrie.
posterijen.
RADIOTELEFOONDIENST
NEDERLAND—NSD. INDIÊ.
Gedurende het tijdvak van t/m. 20 April
a.s. blijven de diensturen van den radiotele-
foondienst Nederland—Ned. Indië bepaald
op 13.tot 16.30 (Amsterdamsche Tijd).
EXPRESSEBESTELLING IN RUMENIË.
Voortaan kan door de afzenders van ge
wone en aangctcekende stukken bestemd
voor plaatsen in Rumenië waar oen postkan
toor gevestigd is, expresscbcstelling van die
stukken worden verlangd.
GEWICHT VAN POSTPAKKETTEN.
In herinnering wordt gebracht, dat rtiet
ingang van 15 April a.s. het maximum-ge
wicht voor postpakketten in het hinnen-
landsch verkeer wordt verhoogd tot 7 K.G.
Het port voor een pakket van een gewicht
van meer dan 5 K.G. tot en met 7 K.G. is
vastgesteld op 60 cent
pred. geheel-onth. vereen.
JAARVERGADERING.
Maandag 8 April had te Utrecht de 26e
Jaarvergadering plaats van de P. G. O. V.
Bij afwezigheid van den voorzitter, werd
de vergadering geleid door Ds. A. J. Muntijn.
Uit liet verslag van den penningmeester
bleek dat het jaar begonnen was met een
batig saldo van f 17.en een jubileumkas
van f 125— en sloot met een batig saldo van
f 25.82. liet aantal leden bedraagt thans 195.
In 't Bestuur werden gekozen de hecren:
Ds. P. Veen en Ds. Th. C Vriezen.
F.r werden in verband met het drankvraag-
stuk zeer belangrijke besprekingen ge
houden waaraan inzonderheid deelnamen
Ds. Montijn en Ds. Van der Meulcn.
het vaderland.
BESTAAT 60 JAAR.
Gister was het 60 jaar geleden, dat „Het
Vaderland' als vooruitstrevend liberaal or
gaan voor het eerst verscheen.
DE UTRECHTSCHE DOCUMENTEN.
DE HEER VAN BEUNINGEN ANTWOORDT
Mr. RITTER.
De heer Van Beuningen heeft naar aan
leiding van de publicatie van Mr. P. II. Hit
ter's jongste schrijven aan Minister De Geer
aan de N.ILCt. een uitvoerige mededeeling
gedaan.
Daaruit blijkt, dat de heer Van Beunin
gen de hem aangeboden stukken in Januari
heeft gekocht na van de regecring te heb
ben vernomen, dat deze haar interesseerden
cn dat hij aan den aanbieder heeft%ezegd,
'lat hij ze uitsluitend kocht om ze onmiddel
lijk ter band te stellen aan de Ned. regee
rt at liet later door Mr. Bitter in het U. D.
gepubliceerde proces erliaal betreft, de
lieer Van Beuningen deelt mee, dat hij bij
dc aanbieding op 29 Januari liet stuk on
middellijk heelt betaald en behouden en het
niet meer in handen \au den overbrenger
is geweest. Bij bespreking op 1 Februari op
liet departement van Buitenlandsehc Zaken
bleek hem dat Buitcnlandschc Zaken „even-
r als hijzelf ervan overtuigd waren, dat
op publicatie zou worden aangestuurd en
dat vermoedelijk in een der groote bladen".
Een verzoek op 11 Febr. om dc stukken te
willen afstaan of er i.izage van te willen
verleenen weigerde hij.
Op 15 Febr. werd li ij bezocht door Mr.
Ritter, die een afschrift van liet proces ver
baal bij zich had en van het verwerven der
stukken en het voorlegen daarvan aan de
regeering door den heer Van Beuningen
kennis droeg.
Belgische vrienden aldus de heer Van
Beuningen hadden hem het stuk ver
schaft en dc mededecline: gedaan. Ook wist
hij dat een begejpid brief zich in mijn han
den bevond, dien hij gaarne wilde zien. De
heer Ritter wilde tot publicatie overgaan cn
vóórdien nog een en ander weten; terstond
en uit eigen beweging verklaarde hij, alvo
rens tot publicatie over te Taan, de regee-
rin te zullen raadplegen. Hij beloofde mij
strengste discretie.
De heer Ritter zeide mij, niet als hoofd
redacteur van het U. D., doeli als goed Ne
derlander tot niij te komen en als zoodanig
te willen worden beschouwd.
Ik wees er den lieer II. od, dat het mij niet
mogelijk was hem stukken te toonen of na
dere gegevens te verschaffen, daar ik dat
tegenover de regeering niet zou kunnen ver
antwoorden.
Ik kon niet tegenspr ken, dat het stuk,
waarvan de heer R. liet afschrift had, aan
de regeering was doorgegeven, noch dat ik
het voor ontwijfelba:.. echt cn authentiek
hield.
De heer R. deelde bij het verder onderhoud
mede, dat hij als goed vaderlander wilde
handelen en niets ter wereld zou willen doen
dat de regeering in ongelegenheid zou bren
gen. Bij de uitvoerige bespreking hierover
bleek mii. dat de heer 11. het met zichzelf
niet steeds eens was.
Nu eens zou hij de regecring raadplegen,
dan weer meende hij de regecring, als hij
haar raadpleegde en als zij publicatie
wcnschte, in ongelegenheid te brengen.
Ik heb verklaard, dat ik in zijn plaats
onder geen beding tot publicatie zou over
gaan zonder dc regc ring te hebben ingelicht
en ben zelfs zoover gegaan, dat ik den heer
Ritter een briefje dicteerde, gericht aan een
rngeëringsdepartement, waardoor de regec
ring van zijn voornemen tot pubiiiatie zou
kennis krijgen, zonder dat zij in ongelegen
heid zou g raken, indien zij tegen de 'publi
catie geen In zwaar zou hebben.
De heer R. vertrok, naar mijn meening
met het vaste voornemen niet te zullen pu-
bliceeren zonder de regeering tijdig te heb
ben geraadpleegd of kennis gegeven.
Door mijn onmiddellijk volgend vertrek
naar het buitenland was het mij niet moge
lijk de regecring mijnerzüdj daarvan in
kennis te stellen, hoewel ik dit telefonisch
trachtte te doen.
Door de vluchtige kennisneming van de
mededeelingen van den heer Ritter weet ik
nog niet nauwkeurig wat hij bevveer-t.
Dat hij geen stukken van mij te zien
heeft gekregen moge blijken uit het feit, dat
hij in zijn publicaties spreekt over handtee-
keningen onder stukken, terwijl er slechts
één handteekening op voorkomt en dan over
lakzegels of andere zegels, terwijl op geen
enkel stuk eenig zegel voorkomt
Deze laatste misvatting van den heer R.
heeft het tragi-comische gevolg gehad, dat
in België om de een of andere reden ook
nog „echte" valsche stukken zijn aange
maakt, waarop de ♦mcrette-achtige affaire
Frank Heine volgde. Maar dit is dan ook de
eenige note g in deze uivoudige doch
verward geworden historie.
Na de publicatie heeft de heer R. mij zelf
en door anderen herhaaldelijk laten vragen
om photogrammen van dc stukken.
Ik heb hem hierin niet ter ivillc kun
nen zijn.
Hoe de heer Ritter mij dcelhcbberschap
aan zijn publicatie kaï. toedichten is mij een
raadsel."
steekpenningen.
De Verceniging van Fabrikanten van- en
handelaren in Zuivelwerktuigen heeft in
haar te Utrecht gehouden ledenvergadering
met algemeene stemmen het besluit geno
men, waarbij het den leden dier verceniging
op straffe van royement verboden is steek
penningen. retourcommissies e. d. te geven.
Dit besluit is op den lOen April j.l. in wer
king getreden.
hollandsche avond
te praag.
De Praagsche Esperanto-vereeniging had
dezer dagen haar leden en belangstellenden
bijeengeroepen, en een groot aantal bezoeken,
bad aan die uitnoodiging gehoor gegeven.
Want liet betrof deze keer iets bijzonders; eu
dadelijk bij. het binnenkomen werd ieder ge
troffen door het karakter van den avouu,
want de muren van de zaal waren aan alle
zijden behangen met Hollandschc vlaggen,
platen van typisch Hollandsche landschaji
pen cn typisch Holljmdsqhe kleederdrachten
groote alliches met afbeeldingen van bloem
bollenvelden, \an Noordzeestrand en van Hol
landsch stedenschoon, eu overal werd dc
vricndelijke uitnoodiging herhaald: „Kom
naar Holland".
De zaal was reeds meer dan vol toen even
na achten nog eenige gewaardeerde gasten
kwamen: Dr. II. Muller \an Wcrendijcke, de
heer A. M. Door en de lieer Jhr. W. E. Pan-
liuys ,met nog eenige andere aan het Neder
landsch gezantschap of Konsulaat verbonden
personen.
De voorzitter der Esperanto-vereeniging be
groette in de Franschc ta.* de hooge gasten
en gaf daarna het Woord aan den heer
J. Sustr, die de leiding van den avond had.
Deze las allereerst eenige telegrafische ge
lukwenschen van bevriende Eiperanto-vei
eenigingen in Holland voor, en vervolgens
een lezing, getiteld: „La malaltaj landoj ce
la maro (Dc lage landen Lnj de Xeej, van
den heer J. II. Vink te 's-Gravcnhage: een
korte ^cliets van historie en beteekenis van
Holland.
Langdurig applaus bewees dat het publiek
een en ander waardeerde, en de Hollandscne
gasten .voorzoover zij geen Esperanto ver
stonden, hadden toch een groot deel begrepen
door dc vele bekende woorden: „Spanje",
„De Zeven Provinciën", Lodcwijk XIV", „Unie
van Utrecht", enz.
Vervolgens verscheen op het podium mei.
Marus Roukuvó. een Tsjechische, die op ver
dienstelijke wijze een aantal liedjes ten ge-
hoorc bracht hl het Hollandsch, waartoe zoo
goed en zoo kwaad mogelijk door vrienden
in Den Haag de uitspraak was aangegeven.
Zij zong „Het boerinnetje" en „Meiliedje", en
verder een aardige Ksperanto-vertaling van
„Er schommelt een wiegje in 't bloeiende
hout".
De heer Sustr hield daarna nog een korte
lezing met als titel: „Kom naar Holland".
Vervolgens zong mej. Rouskova een liedje,
dat wel het meest van alle in de smaal*
viel: „Zeg kwezelke wilde gij dansen?
wiyirop een applaus volgde, waaraan geer
einde scheen te zullen komen en hetwelk
vooral ook aan de Hollandsche gasten zicht
baar genoegen verschafte.
Na de pauze werd een vijftigtal licht
beelden van Holland vertoond, waarvoor de
film beschikbaar was gesteld door het
A.N.V.V. te 's-Gravenhage en de toelichting
weer door den heer Sustr werd gegeven.
De Hollandsche gasten vertrokken hierop,
nadat de Gezant eenige keeren zijn tevreden
heid had betuigd over den mooicn avond en
het feit, dat op deze wijze Esperanto
een middel was tot versterking der \ricud-
schapshanden tusschen twee volken, die in
de geschiedenis zoo vele relaties met elkaar
hadden.
In het slotwoord wees do heer Echtner
erop, clnt deze frgadering een tegenhanger
was van een te 's-Gavenhagc met medewei
king van den heer Sustr op 23 Jan. j.l. ge
houden „Tsjecho-Slowaaksrhe Avond" er
deed hij het voorstel een danktclegram te*
zenden aan de Haagsche vereenigingen,
welk voorstel met warm applaus werd be
groet.
De bezoekers ontvingen tenslotte een a,an
tal brochures en reclamcuitgaven van hei
A.N.V.V. cn ook de in Esperanto uitgegeven
propagandageschriften van dc Zaanstreek en
van de Gemeente Zutfen.
het examen.
In Amerika bestaat groote animo om lit
dierut te treden bij de afdeeling motorrijders
der verkeerspolitie. Maar natuurlijk gaat dit
zoo maar niet. Te Boston bijv. moeten solli»
citanten voor een examen-commissie proeven
bekwaamheid afleggen. Hierboven ziel
men zulk een sollicitant in actie. Of de man
geslaagdm weten we niet, maar wel, dat
wij zijn examen-proeve niet graag zouden
nadoen.
die met opzet gekozen is teneinde niet *p
de drukste uren \an den dag de drukste \er«
swegen te snijden en ook om znoveel m»
gelijk bevolkte gedeelten van de provincie t*
bezoeken.
De v ra Jig. die nu tot eigenaars van auto's
Den Haag, in Leiden .langs de Rijnstreek,
Gouda, in Rotterdam, in het Westland, in
Delft wordt gericht is deze: Zijt gij bereid om
Uw auto, al dan niet door U zelf bestuurd, al
Jan niet voor d°zen tocht door U zelf be
mand, op Zaterdag 18 Mei tor beschikking
van de „Verceniging voor Volkenbond n
Vrede" te stellen. Zoo ja, wendt U dan met
ii briefje tot het bovengenoemd adres van
het Secretariaat d:z°r Verceniging, en geef
Uw bereidwilligheid kennis, waarop U
radire inlichtingen zullen worden ver
schaft.
Do Volkenbond dient de belangen van da
geheele mensrhhoid; help dien arbeid n
Nederland bekend te maken.
INSTITUUT VOOR ACCOUNTANTS.
Near wij vernemen is op de nlg
vergadering van het Nederlandsch Instituut
van Accountants en van de Nederlandsch
organisatie van Accountants besloten d<»
statuten zoodanig te wijzigen dat de acade
misch gevormde accountants tot leden dier
verceniging benoembaar zijn.
Bij den Nederlandschen Pond van Accoun
tants was een statutenwijziging daarvoor
niet noodig, aangezien die toelating reeds
mogelijk was.
volkenbond en vrede.
AUTO-TOCHTEN DOOR NEDERLAND.
Verzcck aan eigenaars van auto's te
's-Gravenhags, Rotterdam, de Rijnstreek,
Gouda, het Westland c.a.
Toen het vorig juar tc 's-Gravenhage bij
eenkwara het jaarlijksch Congres van dc
„Union Internationale des Associations pour
la Sonété des Nations", nam de „Vereeniging
voor Volkenbond en Vrede" (Secretariaat
Jan van NassaustranJ 93 te 's-Gravenhage
het initiatief tot een tocht, die de deelnemers
aan dit Congres, een paar honderd in getal,
per auto bracht van Den Haag via Leiden.
Utrecht en Wageningci\ naar Arnhem. Deze
tocht is uit propagandistisch oogpunt uitste
kend geslaagd cn dit is vooral te danken aan
de eigenaars van een 79-tal auto's, welkt
gratis beschikbaar werden gesteld.
De Vereeniging is daarom van mcening.
dat hetzelfde middel ook dit jam* moet toe
gepast worden, en liefst zoo, dat in meer dan
één provincie een tocht wordt ondernomen
De provincie Zuid-Holland, met den Haag
als centrum, zal natuurlijk niet achterblijven
en daar is reeds con voorbereidend Comité
gevormd.
De bedoeling is deze, dat men Zaterdag 18
Mei des ochtends te 9 uur uit Den
Ilaag zal vertrekken. De route"wordt gedacht
via Wassenaar en Leiden lungs de Rijn
streek tot Bodegraven; vandaar over Gouda
naar Rotteidam en dnnrna over Schiedam en
over Delft naar Den Ilaag terug. Een route,
DE GROENE VEILINGEN.
BIJ het bestuur van de bloembollenkwe®.
kersvereen. „De Eendracht" to Monster zin
ruim 600 R. R. tulpenbloembollen voor d*
z.g.n. groene veiling opgegeven.
EEN ZELDZAME TULP.
Men meldt ons uit Honselersdijk:
De heer P. J. Valstar bracht hier aan ds
Westlandschc Snijblocmonveiling een Barti-
gontulpenbol, die 4 bloemen bevatte, het
geen wel een bijzonderheid genoemd mag
worden.
EEN EIERHAL TE HARDERWIJK.
De gemeentrraad te Harderwijk besloeg,
tot den bouw van een eierhal, tevens ver
gaderzaal, met een negental pak lokalen. D#
kosten worden geraamd op f 27.00U.
Vanwege de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw
en Plantkunde wordt van 27 tot en met 31
Aug. op W'illinkshof te Driebergen (bij bet
station) een keuring en tuinbouwtentoon
stelling gehouden.
PROEFVELDEN.
Te Harderwijk worden ten behoeve vaa'
den landbouw een viertal proefveldjes aan
gelegd. De gemeenteraad besloot dien aan
leg te steunen met f 200 subsidie.
DB PRIJS DER BIGGEN.
In de gemeente Almkork wordt voor big
gen van z<*s weken oud f 18 tot f 28 besteed,
welke prijs nog steeds omhoog gaat.
FEUILLETON.
MARK ASHTON.
doel was bij de zorg, die ik op mij nam voor
de kinderen om hen te brengen tot het ge
loof van Jezus, den Zoon van den Eenigen
waren en Almachtigen God".
„Gij hoort het, Britten", riep de Druïde,
die woedend was over den goeden indruk*
dien de verschijning en de woorden van
Euphrosyne blijkbaar maakte, „zij verheft
zich nog op haar euveldaden. De Romein
sche vrouw heeft nu haar eigen oordeel uit
.gesproken. Vólgens de wet der Druïden
erdient deze vrouw den dood in de vlam
nen, ingesloten In den rieten mand, toch
stel ik voor om haar nog de vrijheid te
schenken, als zij haar geloof wil afzweren"
„Dat zal ik nooit doen," zei Euphrosyne,
„en zoolang ik leef zal ik nooit ophouden
te spreken over Jezus, mijn Heer en mijn
God! Britten, hoort mij; keert u af van inv
valsche goden, die niet bestaan en luistert
naar degenen die na mij zullen prediken
en den Eenigen waren God. Die den H'elnel
in de aarde geschapen heeft".
Er ging een gemompel van goedkeuring
onder een gedeelte der menigte op, maar dc
priester bracht die stemmen spoedig tot
zwijgen.
„Wordt niet misleid door de schoonheid
dezer vrouw, Britten", riep hij. „zij is een
looverheks en moet ter dood worden ge
hrach, anders hebben wij de wraak der go
den te duchten".
Hij raadde nu Euphrosyne weer aan om
haar geloof op te geven
.Dat zal ik nooit doen, Druïde", was haar
antwoord.
„Wilt gij dan uw <M «rt ervan V
„Ja, dat wil ik".
De strijd was nu uit en de Druïde gal
last dat de offers zouden beginnen. Euphro
syne zou eerst alleen verbrand worden, dan
zou de Romeinsche tribuun met het mes op
den offersteen gedood worden en daarna
zouden de kinderen en meisjes verbrand
worden.
Aurelius had zich tot nog toe niet bewogen
maar de toebereidselen voor den dood van
Euphrosyne deden hem opwaken.
Zijn oogen staarden naar het schouwspel
vor hem. Euphrosyne werd gebonden en in
den rieten man gezet en daarop werd de
brandstof onder haar aangestoken. .Terwijl
dit plaats had, deden de priesters driemaal
een ommegang om den grooten kring stee
nen heen en zongen liederen ter eere van
den god der eiken, van de zon, de maan en
de sterren met den tak van de mistelstruik
omhoog gestoken in de hand.
Terwijl zij het vuur aanstaken, brak er
een heftie onweer los, iets heel ongewoons
in dien tijd van het jaar, de wind en de ha
gel vloog over den grond, gcyolgd door ees
stortvloed van regen. De tempel was van
boven bijna geheel open, zoodat er heel wei
nig beschutting tegen den regen te vinden
was. De storm hield even plotseling op als
die opgestoken was en de priester1 maak
ten nu den Britten wijs, dat de goden dien
storm gezonden hadden uit woede tegen de
Romeinsche heks.
De DmTdenpriester deed nu weer een laat
ste poging em Euphrosyne haar geloof te
doen verloochenen en haar tot het zijne
over to halen.
„Dat doe ik nooit. Druïde", herhaalde zij
„Brengt nieuwe brandstof, stapelt het
hout op en maakt het vuur bijzonder heet",
was zijn bevel.
Op dat oogenblik stormde een half razen
de vrouw gillend en schreeuwend binnen
en wierp zich op den grond naast Aurelius
Het was Norcea, die nu pas van de zaak ge
hoord had. Zij had wel iedereen opgehitst,
maar toch had zij deze uitkomst niet ver
wacht
Zij vatte de hand van Aurelius en bedek
te die met kussen.
„Keer u om en zie mij aan, terwille van
het kind, dat ik u schenken zal", snikte zij,
„ik was half dol \an jaloezie. Ik zweer nu
dat als gij herstelt, uw God mijn God zal
zijn en dat ik u nooit meer tegenstand zal
bieden."
Hij keek haar niet aan en zei ook geen
woord. Misschien hoorde hij haar niet Toen
riep zij met een bitteren kreet:
„Als gij mij dan niet zien wilt of hooren.
schenk mij dan toch vergiffenis, voor ik
voor goed wegga".
Aurelius sloeg nu de oogen op, maar
steeds sprak hij geen woord.
Toen klonk de stem van Euphrosyne uit
de rieten kooi: „F.n vergeef ons onze schul
den, gelijk ook wij vergeven onzen schulde-
H ierdoor scheen Aurelius op te waken.
Hij legde zijn hand op die van Norcea en
zeide: „Ik vergeef u, dochter der Druïden,
en moge de Heer u ook vergeven en zege
nen!" Daarop sloeg hij de oogen op en ves
tigde die op Euphrosyne,
Een gevoel van razernij mankte zich van
Norcea meester en zij mompelde:
„Hij vergeeft mij, maar alleen om lmar."
„Neen, niet om haar, maar om Hem,"
bracht Aurelius met moeite uit en hij kuste
het kruis, dat hij op zijn borst droeg.
Op een gegeven teeken van den Druïde
werd Norcea uit den tempel gebracht en
de brandstof onder het slachtoffer weer aan
gestoken. Zij was echter te stijf gebonden
en daardoor gaf zij nu reeds den geest
Op hetzelfde oogenblik keek Aurelius op
en hij zag het. Hij zag haar geest door de
engelen gedragen opwaarts varen naar
liaar Heer en Zaligmaker. De gordel ging
los en viel in het vuur en verbrandde, daar
op ging het vuur uit door de vochtigheid.
Aurelius hief zich op en maakte zijn
zwaard los, hij brak het scherpe staal mid
den door en riep: „Caesar, neem uw zwaard
terug." Daarop drukte hij het kruis op zijn
hart en zei: „Jezus, Uw kruis alleen, ik hen
de uwe en voor eeuwig."
Hij zonk neer en zijn geest voer op naar
Euphrosyne.
Toen de Druïden naderden om hun twee
vijanden te verbranden, zagen zij, dat zij
reeds dood waren en hun prooi hun ont
snapt was en'op dat oogenblik brak er een
panische schrik onder de menigte uit bij
den kreet van: „De Romeinen komen!"
TWEE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Rust te vrede.
Ue Romeinsche tribuun had toegestaan,
lat er een deel van den grond buiten dam
tempel vrij mocht blijven en onder dcco
vlakte hadden zij tie verraderlijke gaten g»
graven, waarin de Romeinen pc\allen wa
ren. De Britten meenden, dat alles nu veilig
was, nu de hoofdman gexnngen en <ie
helft der soldaten verslagen was, dus had
den zij verder den tempel onbewaakt ge
laten.
De Romeinsche soldaten, die don aan
val overleefd hadden, waren echter woedend
over hun mislukte poging en over het er-
lies van hun legeraanvoerder. Zoo snel
mogelijk begaven zij zich naar liet kamp
om versterking te halen en brachten nu
ook bruggen, haken, ladders en ander
krijgsmateriaal mede. Zn gingen heel g«-
niischloos te werk en waren al spoedig
binnen den tempel, oBchoon zij te laat kwa
men om den hoofdaanvoerder en Euphro
syne te redden.
De Romeinsche soldaten toonden geen
gratie en gaven geen kwartier. Zij sloegen
iedereen dood, dien zij in den tempel von
den en daarbuiten, alleen Norcea lieten zij
in leven, omdat zij de moe-Ier was van het
kind van Aurelius. Toen alle Rritten, man
nen, vrouwen en kinderen, die zich in den
tempel bevonden, gedood waren, lieten de
soldaten het gebouw uiteen springen en
mankten het met den grond gelllk.
De lijken van Aurelius en Funt c «yn#
werden door hon gevonden en naar 't kamp
overgebracht
(Rlot volgt)