GEMEENTER AAD LEIDEN
Uit den Omtrek.
DINSDAG 26 MAART 1929 tiucc^PI *n g
Stemmen over het Rapport,
Gistermiddag kwam de Raad dezer ge
meente in vergadering bijeen onder voorat-
terschap van den burgemeester, mr, A. v. d.
Sande Bakhuyzen. Afwezig waren met ken
nisgeving de heeren Van Rosmalen, Manders
en mevr. Braggaarde Does.
Een adres van de vereeniging Hendrick de
Keyzer over den herbouw van het Raadhuis
wordt by de desbetreffende stukken gevoegd.
Een adres van de bewoners van het
Utrechtsche Jaagpad inzake den onhoudbaien
toestand van dezen weg, stellen B. en W.
voor in hun handen te stellen ter fine van
prae-advies.
De heer Schüller (s.d.) merkt naar
aanleiding van dit adres op, dat indertijd
(.oor hem een voorstel is ingediend om het
Utrechtsche Jaagpad met klinkers te bestra
ten. Op dit voorstel is door B. en W. afwij
zend beschikt. Spr. dringt er thans op aan
dat zoo spoedig mogelijk het prae-advies aan
den Rand wordt voorgelegd.
De heer De Re ede (c.-h.) dringt even
eens op spoedige behandeling aan, daar de
toestand inderdaad onhoudbaar is.
De Voorzitter zegt, dat de zaak ten
spoedigste zal worden afgehandeld.
Wethouder Splinter wijst er op, dat dit
«e eerste maal is dat de bewoners van deze
weg een adres aan den Raad zenden. Zoo
ernstig is de zaak dus blijkbaar niet.
De heer Wilbrink (c.-h.) zegt, dat reeds
meermalen voorstellen in den Raad zjjn ge-
4a an om den toestand te verbeteren.
Aan de orde komt thans de agenda:
1. Benoeming van een onderwijzer, hoofd
4er school aan de Medusastraat B.
De heer S ij t s m a (v.d.) drukt er zyn
verwondering over uit, dat op de voordracht
alleen onderwijzers van buiten voorkomen.
Gebleken is dat de aanstelling tot hoofdon
derwijzers van onderwijzers uit eigen ge
meente, zeer goed kan werken. En toch ko
men B. en W. thans met deze voordracht.
Het is waar, dat een onderwijzer, die alreeds
hoofd is, meer ervaring heeft, maar deze er
varing komt mettertijd en dit kan niet zoo
groot gewicht in de schaal leggen. Daarom
dient spr. een motie van orde in om deze
voordracht in te trekken en in een volgende
i ergadering met een andere voordracht te
De heer Verwey (s.d.) zal de zaak strikt
zakelijk behandelen en het onderwys-belang
voorop stellen, it is niet voldoende in het
•og gehouden naar spr.'s meening. De pro
motie by het onderwijs heeft gedurende
•enige jaren stop gestaan, gevolg van de
wachtgeldregeling en van de gewoonte crw in
eigen gemeente op het platteland eigen
kiaehten te promoveeren. Bovendien vormt
de salarisregeling voor onderwijzers, die
hoofd worden op het platteland, dikwijls geen
verbetering. Door al deze oorzaken is de pro
motiekans verminderd en daarom is sp
wel voor dat onderwijzers uit Leiden voc
vacaturen in aanmerking komen. Er zyn on
getwijfeld wel onderwijzers die bekwaam ge
noeg zijn voor de functie van Hoofd. Op de
voordracfifc komt geen enkele Leidienaar
en daarom steunt spr het voorstel van
heer Sijtsma met klem. Dp formuleering
vindt spr. evenwel niet duidelijk en daarom
dient hy ook zelf een voorstel in, in
geest waarin hij gesproken heeft.
De heer Meynen (c-h.) ia het met den
heer Verwey eens, dat het onderwysbelang
voorop moet staan. Wat de promotie betreft
meent spr., dat het stop staan hiervan alleen
in dien zin kan opgevat worden, dat er geen
behoefte aan hoofdonderwijzers geweest
De benoeming tot hoofdonderwijzer 1
Leidsche onderwijzers, zooals dat vroeger ge
beurd is, had een bijzondere oorzaak. By de
voordracht heeft ook kunnen voorzitten, dat
er behoefte is aan versch bloed. Voor zich
zelf heeft spr. dan ook geen behoefte aan
uitstel van de benoeming.
De heer Van Es (a.-r.) had het wel wen-
achelyk geacht, dat de onderwys-oommissie
"nier geraadpleegd geworden was. Spr. is
echter anderzijds van meening, dat, waar
ook de Inspecteur geadviseerd heeft in deze
zaak, voor de voordracht gegronde redenen
hebben bestaan en spr. heeft dan ook geen
behoefte aan uitstel van deze zaak, maar wel
is het hem tegengevallen, dat geen der Leid
sche sollicitanten in aanmerking kon komen
en hij begrijpt dat het voor hen een teleur
stelling is geweest.
Wethouder Tepe (r.-k.) wijst er op dat
formeel genomen de Raad over een dergelij
ke voordracht geen zeggenschap heeft en al
leen esn motie van wantrouwen zou kunnen
indienen, maar daar de bezwaren zoo ernstig
zyn geopperd zal spr. ze gaarne beantwoor
den. Van een beleediging van de Leidsche
sollicitanten kan geen sprake zijn. Spr. is
het met de sprekers eens dat het onderwys
belang voorop moet gaan. En daar zich nu
het geval heef voorgedaan, dat onder de
sollicitanten enkel zoo uitstaken was het
voor B. en W. niet te verantwoorden geweest
om het gevoelsargument van Leidsche onder
wijzers te nemen, het zwaarst te doen wegen.
Met de betere behartiging van, de persoonlij
ke onderwijzers-belangen dan van de onder-
wysbelangen gaat men den verkeerden kant
vit. Op een desbetreffende vraag van den
heer Meynen, licht spr. de totstandkoming
van den voordracht toe. Dit is zeer nauwkeu
rig en precies in zijn werk gegaan. Wat be
treft de moties van de heeren Sijtsma en
Verwey zegt spr., dat aanneming hiervan
beteekent een klap in het gezicht van B. en
W. Aanneming van een der moties zou bo
vendien geen resultaat opleveren.
De heer Meynen (c.-h) meent, dat het door
den Wethouder ingenomen standpunt volko
men juist is en daarom zal hy zeker de mo
ties van de heeren Sijtsma en Verwey niet
steunen.
De heer Kooien (s.d.) maakt eveneens
enkele opmerkingen naar aanleiding van de
voordracht en is van meening dat er wel
sollicitanten by zyn geweest uit Leiden, die
bekwaam zyn voor hoofdonderwijzer.
De heer Romein (v.b) is door den Wet
houder gdheel tevreden gesteld. By hem waren
ook bezwaren gerezen, maar hij meent toch
dat hier naar recht en billijkheid is ge
handeld.
De heer Verwey maakt enkele opmer
kingen tenopzichte van het gesprokene en
zegt, ingaande op het betoog van den Wet-
het aimbt van hoofdonderwijzer. Als men het
houder, dat te hoog wordt opgegeven van
standpunt van den Wethouder inneemt, dan
zijn er b'nnenkort geen menschen meer te
krijgen die de betrekking van hoofd kunnen
waarnemen. De personeelsbelangen moeten
cok in oogenschouw worden genomen.
De heer Sijtsma repliceert.
De heer Wilmer (r.k.) zegt, dat
noch de beer Sijtsma nodh de heer Verwey
argument hebben aangevoerd^ dat nebt(
D. Parmentier.
aardigen zou in een stemming uit te druk
ken, dat men geen vertrouwen stelde in
het advies van B. en W. en daarom kan spr.
r.aturlijk niet met d:e moties meegaan.
De heer Eikerbout (a.r.) verklaart
eveneens na de toelichting mee te kunnen
gaan met B. en W.
Wethouder Tepe dufpliceert en wyst
nogmaals in een uitgebreid betoog op het
goed recht van deze vordracht.
De heer Verwey tripliceert.
De heer Parmentier (a.-r.) vraagt of
het niet niet goed is
dat dergelijke kwes
ties ter voorkoming
van dergelijke on-
vnphtbnUe debatten
ook aan de beördee-
ling van de commis
sie vor het onder
werp zullen worden
onderworpen.
De motie van
den heer Sytsma w
stemming gebracht
wordt verworpetn.
De heer Verwey
trekt zyn voorstel
in en verklaart na
mens zyn fractie, dat deze niet tot de be
noemingen zal medewerken.
Benoemd wordt tot hoofd der school aan
de Medusa straat B. de heer M. van Ryswyk,
van Terborg en als hoofd der school aan de
Paul Krugerstraat B de heer H. v. d. Jagt,
te Gouda.
3. Voorstel tot overplaatsing van 't hoofd
der school aan de Vrouwenkerksteeg B, A.
Dirks, naar de school aan de Duivenbode-
straat A.
Aangenomen z. h. st.
4. Voorstel om, met betrekking van het
Raadsbesluit van 9 December 1927, een lo
kaal van de voormalige school aan de Pie-
lorskerkgracht No. 9, te verhuren aan het
Chr. Muziekgezelschap „Polyhymnia''.
Aangenomen z. h. st.
5. Voorstel tot verhuring van de bovenwo
ning Garenmarkt No. 4, aan P. A Wempe
Jr.
Aangenomen z. h. st.
6. Voorstel tot verpachting van het recht
van opheffing van schepen, voertuigen en
voetgangers aan de Leiderdorpsche brug,
alsmede het koffiehuis met woning c.a., aan
P. J. Rademaker.
Aangenomen z. h. st.
7. Voorste! tot verpachting van de exploi
tatie van de buffetten in de Stads-Gehoor-
zaal aan W. F. van Ingen Schenau Jr.
De heer Schüller (mindèrheid).
8. Voorstel tot overdracht van het onder
houd van de Bruggestraat te Zoeterwoude
aan de gemeente Zoeterwoude en tot vast
stelling van den desbetreffenden begroo-
tingsstaafc.
Aangenomen z. h. st.
9. Voorstel tot verkoop van een strook
grond, deel uitmakende van het perceel, kad.
bekend gemeente Leiden, Sectie L. No. 1155,
aan de N.V. Fabriek van Verduurzaamde
Levensmiddelen, voorheen L. E. Nieufwesi-
hu'zen te Leiden.
De heer Groeneveld (s.d.) vindt de
pry's van deze grond, gezien het belang dat
ze heeft voor de firma wel wat laag is. Bo
vendien kan spr. niet inzien, dat verkoop
van deze grond in het belang van de ge
meente is. Het ly'kt spr. beter, dat het
stukje grond verhuurd wordt.
Wethouder Splinter (c.-ffï.) zegt, dat
de gemeente aan de strook grond weinig
heeft. Bovendien is hier sprake van een in-
dustriebelang en weigeren van dezen grond
r.ou misschien opheffing van deze industrie
tengevolge hebben.
Het voorstel wordt aangenomen z. h. st.
10. Verordening, houdende wyzieing van
de verordening van 6 April 1925 (Gem.blad
No. 8), houdende aanwijzing van de stemlo
kalen voor de stemdistricten, waarin de
gemeente Leiden is verdeeld voor de verkie
zing van de leden voor de Tweede Kamer
e'er Staten-Geeraal, van de Provinciale Sta
ten en van den Gemeenteraad.
Aangenomen z. h. st.
11. Vaststelling van het aan Ged. Staten
uit te brengen verslag aangaande de wyze
waarop het op de begrooting voor 1928 voor
schoolkindervoeding n -kleeding toege
staan bedrag, is besteel.
Aangenomen z. h. st.
12. Voorstel inzake de toevoeging van het
vak eletcroteehniek (c.q. gecombineerd met
instrumentmaken) en van het vak auto- en
motorherstellen, aan het leerplan van de
Ambachtsschool.
De heer Verwey (s^i.) gaat gaarne
reet dit voorstel mede. Spr. maakt echter
van deze gelegenheid gebruik om de opmer
king te maken, dat het aantal leerlingen,
dat afgewezen moet worden voor de me taal
vakken grooter is dan men zou denken.
Spr. vindt het een industriebelang dat aan
('r-ze zaak meer aandacht wordt geschonken.
Weth. Tepe, beaamt dat het aantal leer-
li] sen dat niet geplaatst kon worden zeer
1 og*is en by de laatste aanmelding niet
minder dan 96 bedroeg. Daarom zal getracht
worden om er nog een leeraar by te krygen
voor machine-bankwerken. Hiervoor is ech
ter niet noodig een beslissing van den Raad.
Dat is alleen noodig by de benoeming van
leeraar voor ee nieuw vak. Ook hierna zal er
echter nog een surplus zijn. Echter moet
er een zekére continuïteit in Üe progressie
te constateeren zijn alvorens nog een leeraar
kan worden aangesteld.
Het voorstel wordt z h. st. aangenomen.
13. Voorstel om de Commissie van Beheer
over de gestichten „Endegeest, Voorgeest en
Rhyngeest'' te machtigen tot de aanschaf
fing van ee |gj
waschwater.
Aangenomen z. h. st.
14. Vooretel om Dr. H. W. Borgerhoff iul-
der, 2e geneesheer by de gestichten Enne-
geest, Voorgeest en Rhyngeest te bevorderen
tot den rang van Isten geneesheer.
Aangenomen z. h. st.
15. Voorstel van den heer Vallentgoed tot
wijziging van art. 3 van de verordening,
regelende hét verleenen van wachtgeld en
pensioen aan de wethouders.
De heer Vallentgoed verdedigt zyn
voorstel. Hy vindt de houding van de recht-
sche fracties benepen en wijst er voorts op.
dat zijn amendement er slechts op berekend
i3 om voor minder draagkrachtige personen,
die eventueel wethouder zouden worden de
aanneming van deze betrekking gemakkely
ker te maken.
De heer Wilmer is van meening, dat een
wethouder binnen den tyd van een jaar
zyn aftred:ng toch wel een andere betrekking
kan vinden en daarom is het amendement
overbodig, naar spr.'s meening.
De heer Wilbrink vindt eveneens het
voorstel zeer overbodig. Als er van beschei
denheid sprake is, dan Is het benepen om er
reeds thans voor te zorgen, dat men. als men
eenmaal wethouder is, een goed baantje heeft.
De heer Kooi st ra: Wat u zegt is niet
benepen, maar schunnig.
De heer Wilbrink: Jullie zyn baantjes
jagers.
De heer van Eek zegt, dat de heer Wil
brink geen benul heeft jan deren democrat!-
f/ -
onthardingsinstallatie van het
INGEZONDEN MEDEDEELING.
schen tyd. Het gaat hier om het belang van
de gemeenschap en niet van particulieren.
Wanneer we op het standpunt staan, dat voor
do wethoudersfunctie diegene in aanmerking
moet komen, die daarvoor het beste geschikt
is, dan moet dit aan ieder mogelijk gemaakt
worden.
De heer Heemskerk zegt, dat hij wel
met het voorstel van den heer Vallentgoed had
kunnen meegaan, waimeer het niet mogelijk
was by het wethoudersambt nog andere in
komsten te hebben.
De heer van Eek wyst er op, dat dit
slechts geldt voor de tegenwoordige omstan
digheden. De keuze moet zoo ruim mogelijk
gemaakt worden.
Het voorstel van den heer Vallentgoed in
stemming gebracht, wordt verworpen.
16. Beantwoording van de interpellatie van
den heer Sijtsma inzake den brand van het
Raadhuis.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. van
meening zijn, dat met het rapport de vragen
genoegzaam zijn beantwoord.
De heer Sytsina heeft toch nog wel enkele
opmerkingen. Spr. had graag gewild, dot de
bezwarende omstandigheden, die er zyn niet
verzwegen waren geworden, maar dat men
zyn leedwezen over verzuimen ook in het rap
port tot uiting waren gekomen. Spr. vraagt
van wie de leiding is uitgegaan bij het red
dingswerk. Van een ambtenaar heeft spr.
gehoord, dat het om 5 uur nog mogelijk was
de schilderijen van de groote pers te halen.
Waarom is de brandweer niet begonnen met
aan de Breestraat de spuiten op te stellen en
zoo te trachten het oude gebouw en den
gevel zooveel mogelijk t bewaren. Was het
niet, dit wat de oorzaak betreft, een roeke
loos besluit om, tegen de instructie in, ae
kachels te doen doorbranden. Deze zaak is,
naar spr.'s meening, niet serieus genoeg be
handeld. Een deskundig onderzoek en het
oordeel der wethouders had, alvorens hiertoe
over te gaan. noodig geweest.
T* ovendien, was één persoon wel genoeg
voor de bewaking? Het gevaar van brand
door schoorsteeenen vindt spr. inhaerent met
kachels en daarom begrijpt spr. de opmer
king betreffende dit punt in het rapport niet.
Intusschen komt het spr. ook onwaarschijn
lijk voor, dat de schoorsteen de oorzaak is
geweest. Tenslotte merkt spr. op, dat hij niet
twijfelt aan de goede bedoelingen die bij
de maatregelen aan den vooravond van den
brand genomen, voorzaten, maar toch blijft
hij de maatregelen betreuren.
De hec-r Meynen (c.-h.) kan den heer
Sijtsma niet met deze interpellatie felicitee-
ren. Ze werkt in de eerste plaats natuurlijk
niets uit, maar ook is de interpellant er zeer
or.tydig mee aangekomen. Hij had wat geduld
moeten oefenen. Natuurlijk heeft er een be
doeling bij voorgezeten. Was deze bedoeling
de schuldvraag Maar die wordt immers
niet door een interpellatie opgelost. By der
gelijke dingen is altijd van onachtzaamheid
sprake. En men kan de kring van betrokke
nen daarby zoo ver trekken als men wil.
Men zou misschien wel kunnen zeggen, dat
als een raadslid in de weken voor den orand
gevraagd had naar den toestand der schoor-
steenen veel voorkomen zou zyn. Maar Let
moeilijk op het juiste oogenblik al tyd de juiste
gedachte te hebben. Of wilde de neer Sijtsma
een les trekken voor B. en W. uit 't ge'oeurae.
Daarmee is hy dan echter te laat gekomen,
want de 12e Februari zelf heeft al een harde
les geleerd. Over het rapport zelf zal spr.
het niet hebben.
De heer Schüller zegt, dat de con
clusie van de s.-d. fractie uit het rapport
over den brand is, dat de bewaking in de
centrale, gezien het doorbranden der kachels,
onvoldoende was. Spr. brengt alle hulde aan
den agent Pierik. den telefonist en den heer
Marlijn, maar daar gaat het niet om. Het is
spr.'s meening, dat over 't geheel de nacht
bewaking veel te klein is, wat spr. met de
cijfers tracht aan te toonen. Daardoor is het
geenszins denkbeeldig, dat de politie bij brand
daarvan niet ty'dig genoeg op e hoogte is.
Tenslotte vraagt spr. waarom de directeur
van gemeentewerken eerst om 8 uur is ge
waarschuwd en waarom verschillende dingen
die gered hadden kunnen woren, niet gered
zyn.
De heer Bouroan constateert eemge
leemten in het rapport. Als eenige oorzaak
wordt geoperd de overhitting van den schoor
steen, terwyl andere mogelijkheden geheel
buiten beschouwing worden gelaten.
De heer Wilbrink is in tegenstelling
met den heer Meynen van meening, dat de
interpellatie van den heer Sijtsma zeer ad
rem is geweest. Er werd over de brand aller
lei gemompeld. Er was veel duisters in en
daarom was opheldering van verschillende
zaken zeer wenschelijk. Wa thet rapport zelf
betreft, merkt spr. op. dat de Burgemeester
en de Secretaris waren bewust van het ge
vaar zooals blijkt uit sommige maatregelen.
Daarom betreurt spr. het, dat niet voor meer
afdoende bewaking is gezorgd. Spr. had ook
gaarne gewild, dat gerapporteerd was hoe de
brand door de branweer bij haar eerste optre
den is gevonden. Het spijt spr. dat geen spe
ciaal woord van dank gebracht is aan de
telefonist, die de brand heeft ontdekt.
De heer Huur
man (a.-r.) oppert
als oorzaak van den
brand het ontbran
den van een balk in
de schoorstee, df.e
langzaam heeft ge
broeid en eindelijk
vlam heeft gevat,
daarbij een soort ex-
ploisie veroorzaken
de.
De heer Groe
neveld (s.d.) had
het wenschelyk ge
vonden, dat de
ambtenaren, diie te- b. iiuormm
lefonisch waren aangesloten, waren gewaar
schuwd. Er had dan misschien nog wel het
een en ander kunnen worden gered.
D r. van Es mist in het rapport de mede-
deeling of zoo spoedig mogelijk de gastoevoei
i3 afgesloten. Spr. zou daarover wel gaarne
inlichtingen willen ontvangen, omdat hy hei
van groot belang acht.
AVONDBERGADERING.
Het antwoord van den Burgemeester.
In de avondvergadering beantwoordde de
Voorzitter de verschillende vragen. Spr. begon
met te zeggen dat gepoogd is het rapport met
bekwamen spoed samen te stellen. Spr. heeft
zich ook wel eens afgevraagd wat de bedoe-
HAARLEMSCHE ORKESTVEREENIGING.
UITVOERING
IN DE STADSGEHOORZAAL.
Gisteravond gaf de H. O. V. haar laatste
uitvoering voor dit seizoen. En de laatste
uitvoering is zonder eenigen twijfel niet de
slechtste geweest. Er is met geestdrift en
groot succes gemusiceerd en de zaal was dit
maal ook wat beter bezet dan vorige ima-
Met de ouverture „Die Eutführung als dem
Serail" van Mozart werd begonnen. Een
goed begin! Onmiddellijk trof in den eersten
opzet van het fijne werk de beschaafde en
verzongule klank <van het strijkensemble,
waarbij weldra de blazersgroepen zich aan
sluiten. Men bewondert het klare, het gra
cieuze, de zonnige klankenweelde, de fijne
rhytmick, waarvan Mazarts muziek altijd
getuigt; eigenschappen wellke steeds door
den leider van de H. O. V. den heer Eduard
van Beinum zoo voortreffelijk worden aan
gevoeld en vertolkt
Hoe mooi was b.v. ook het middengedeel
te, ingeleid door den hoboïst en andere bla
zers, waarbij dan het strijkorkest aansluit
Men zal niet kunnen beweren, dat het zwa
re muziek is; maar ze is tooh zoo innerlijk
voornaam van gehalte. Uit dat middenge
deelte in gedragen tempo, eenigszins ele
gisch getint, ontwikkelt zich dan weer in
vlugger beweging die eght-zonnige Mozart-
melodiek, waarvan het klare en tintelende
nog verhoogd wordt door 't voortdurend
zachte getinkel van den triangel. En na de
ze mooie uitvoering, waarnaar men met in
teresse zat te luisteren, en die uitnemend
geschikt iwas om ons af te stemmen op
werk zwaarder van gehalte, kregen we een
uitnemende vertolking van Beethoven®
Achtste Symphonie.
Het Allegro vivace con brio brengt ons
onmiddellijk in een heel andere wereld dan
de ten slotte toch lichte operamuziek van
Mozart. Het is persoonlijker, dieper. Men
voelt ineens de machtige structuur van de
ze Symphonie, nog wel door Beethoven zelf
,.ecn kleine Symphonie" genoemd. Inder
daad is zij klein vergeleken bij haar voor
gangster: de schuimende en bruisende Ze
vende, die de apotheose van het rythtne is
en de geweldige Negende met haar „Ode
an die Freude". De Achtste staat tusschen
beide in als een soort geestelijke ontspan
ning. Maar de ontspanning van een man
als Beethoven bleef toch altijd een zinvol,
een geestelijk overrijk amusement.
Zonnig is het Allegro; maar het is een
zonnigheid, gekomen na geweldig droe
vige levenservaring; het is de innerlijke
vreugde van zich een oogenblik tc kunnen
heffen boven d'. smarten der werkelijkheid.
Men zou de Achtste de symphonie van den
humor en mn de glimlach kunnen noemen;
maar dan de humor en de glimlach van den
he'd, die zich een oogenblik boven den
strijd en. het aardsche leed kan plaatsen.
De glimlach is niet roekeloos en oppervlak
kig, maar vol diepen zin; en de humor is
vol wijd begrip.
Wonderlijk mooi werd het Scherzando
gespeeld. Die korte rytlimische stootjes der
fagotten, met even die kleine figuurtjes der
violen, heel die puiseerende beweging van '1
orkest alsof 't één instrument was, hoe fijn
en licht werd het door Vin Beinum gehou
den. Hoe mooi werden de cresendeer tgen
aangebracht; hoe geestig werd1 alles ver-
tolkt
Eigenaardig dat Beethoven in deze Sym-
Dhonie tot den ouden vorm in zooverre is
teruggekeerd, dat hij in Haydn's trant in het
derde deel uit een Menuet met Trio geeft,
terwijl het eigenlijke langzame deel achter
wege blijft. Toch moet men bij dit Menuet
niet aan Haydïi of Mozart denken.
Ryttome en hoofdgedachte der samenstel-
Inig mogen overeenkomen, innerlijk is er
evenveel verschil als er in wezen tusschen
Haydn en Beethoven is. Hoe bijzonder mooi
is de waldhoornsolo, afgewisseld met de kla
rinet begeleid door pizzicati van celli en
bassen.
En in 't Allegro vivace heeft de meester
wel een zeldzaam behoorlijke afsluiting ge
schreven. 't Lijkt een elfendans soms, waar
bij dan plotseling de nikkers en hobolden
over en door elkaar tuimelen in dolle ca
priolen. Maar de humor, de scherts blijft
ten slotte van de edelste soort. Beethoven is
in zijn muziek nooit grappig, .wel speelsch
en fijn, altijd voornaam.
Met de prachtige vertolking van de Acht
ste Symphonie heeft Van Beinum ons wel
zeer verplicht
Na de pauze werden we in heel andere
wereld verplaatst door de „Fantasie voor
viool en orkest" van Josef Suk. Deze com
ponist is, gelijk men weet, de schoonzoon
van DvórSck, zijn leermeesteren hij is de
tweede violist van 't Boheemsche strijk
kwartet Suk heeft zich ten overvloede
doen kennen als componist van veel fanta
sie en met een eigenaardig instrumentaal
coloriet Er is, vooral in de compositie die
we hedenavond hoorden een sterk harts
tochtelijk rythmisch element, dat herhaalde
lijk mede door de bonte kleurigheid der
harmonieën herinnert aan de Zigeunermu-
ziek. Zijn „Phantasie", ofschoon in sommige
onderdeelen wat breed uitgespannen, is in
derdaad een werk «vol phantasie.
De soloviolist Eduard von Zathureczky
trof ditmaal opnieuw door de bravour,
waarmee hij het moeilijke werk voordroeg.
Zijn techniek is meesterlijk; zijn voordracht
hartstochtelijk bewogen. Het wil ons zelfs
voorkomen, dat hij soms een teveel geeft,
ia dien zin dat beheersching van zijn eigen
ontroering nog meer aan het effect bij de
toehoorders ten goede zou komen. Dit neemt
niet weg, dat zijn toonvorming prachtig is.
warm en doorleefd en dat hij zijn partij op
brillante wijze voordroeg, terwijl het or
kest heen prachtig begeleidde.
De avond werd besloten met een gave
vertolking van „Les Préludes" van LissL
Eduard van Beinum, zijn orkest en de so
list hadden bij herhaling van de aanwezi
gen warme huldebetuigingen in ontvangst
te nemen.
ling was van den heer Sijtsma. Was liet om de
in omloop zijnde geruchten te sussen, dan heeft
het niet veel zin gehad, en dan was het mis
schien toch beter geweest om alleen op spoed
aan te dringen met het rapport. Intusschen
zyn er zooveel persoonlijke inzichten in het
spel, thans na den brand, en een juiste ge
dragslijn is niet aangegeven, is er ook niet.
Het standpunt van den heer Meynen is het
juiste. Wat betreft het toezicht, men kan thans
zeggen dat het niet voldoende is. B. en W.
meenden echter dat het wel voldoende was.
Hoeveel toezicht had deze ramp niet kunnen
voorkomen. Wanneer was het wèl voldoende
geweest. By duizenden particulieren blyven
's nachts de kachels doorbranden, geheel aan
hun lot overgelaten. De heer Schüller heeft
gezegd, dat in de geheele stad het toezicht
niet voldoende is. Dat is dan waarschynlyk me'
het oog op brand. Maar toen kon de politie
toch niet elk huis laten inspecteeren.
Wat' betreft de opmerking van den heer
Sytsma dat het advies van den commandant
van de brandweer had moeten worden inge
wonnen, zegt Spr., dat hij nog met zoo zeker
is dat deze zou hebben geadviseerd dat de
kachel niet mocht blyven doorbranden, daar
hy de schoorsteen zelf gebouwd en dus wel zal
overtuigd zijn geweest van de soliditeit van
deze rookleiding.
Er is niets gered kunnen worden door de
ambtenaren, daar de dichte rook, het gebouw
binnengaan gevaarlijk maakte.
Wat de bestryding van den brand betreft,
wijst Spr. nogmaals op de groote moeilijk
heden waarmede het blusschingswerk gepaard
ging. Het vuur was zóó fel, dat de brand
trachten te beperken tot het aangebouwde ge
deelte, onmogelijk was.
De meening van den heer Bosman, dot de
brand door een andere oorzaak zou zyn ont
staan, kunnen B. en W. niet deelen. Het relaas
van den agent Pierik heeft Spr. de overtuiging
gegeven, dat de oververhitting van den schoor
steen de oorzaak is geweest.
Wanneer zijn de autoriteiten gewaarschuwd?
Zoo spoedig mogelijk en voor zoover noodig.
Er is geen reden geweest ons leedwezen uit
te spreken in dien zin, dat men zich schuldig
voelde.
Den telefonist Labordus is een dankbetuiging
gezonden. Voor een gratificatie, zooals de heer
Wilbrink wilde, vonden B. en W. geen aanlei
ding, omdat zoo velen hun plicht en meer dan
hun plicht hebben gedaan.
Het afsluiten van de gasmeter hoeft gedeel
telijk plaats gehad.
Gebrek aan brandweerlieden en politieman
nen is er niet geweest. Eerst 's midags is de
hulp, door den garnizoenscommandant aange
boden, aanvaard.
De heer Bosman is niet tevreden over het
antwoord. Dat de brand een andere ooi-zaak
gehad heeft als B. en W .meenen. meent Spr.
ook te kunnen opmaken uit het rapport
Wethouder Splinter wyst er op, dat niet
de schoorsteen zelf
in brand is ge
raakt, maar de kast
die er naast stond.
Het hout van deze
kast is gedurende
verschillende dagen
verhit. Toen er lucht
by kwam is de vlam
ontstaan. Spr. heeft
een dergelijk geval
zelf by de hand ge
had.
Do heer Sch ül-
1 e r zegt, dat dit
geen steek houdt.
Toen het rookzuiltje weth. Splinter,
uit de kachel kwam, brandde de schoorsteen
reeds. De vergelijking met particulieren, die
ook 's nachts de kachel door laten branden,
gaat n:et op. Spr. blyft van meening dat als
de kachel* open b'ij ven, meer bewaking noodig
was geweest. Ook betere bewaking door de ge
heele stad Idyft Spr. noodig achten. De tus-
schenruiiïiten, tusschen de tijdstippen, waarop
de politiemannen 's nachts op een bepaalde
plaats komen, is te lang.
De heer Sytsma (v.-d.) zegt in verband
met de opmerkingen van den beer Meynen, dat
het slechts zijn bedoeling is geweest het pu
bliek opheldering te verschaffen. Wat het ant
woord van den Voorzitter betreft, zegt Spr.,
dat de fout is en blijft het doen doorbranden
der kachels. Spr. vraagt de Wethouders naar
hun geweten, wat zij geadviseerd zouden heb
ben, als hun oordeel gevraaad was.
De heer Huurman: Wat is daarop uw
antwoord
De Voorzitter wyst er in verband met
het opgemerkte door den heer Schüller op, dat
indringen in de kantoren van den gemeente
ontvanger niet meer mogelijk was, toen Spr.
merkte, dat er aanleiding voor bestond. Het
verscherpte toezicht door de geheele stad i:
met deze grootte van het politiecorps niet
mogelijk.
Na nog enkele opmerkingen wordt daarna
de interpellatie gesloten.
De heer Wilbrink merkt in het belang
van de goede verhoudingen tusschen de Raads
leden bjj de rondvraag op, dat zijn opmerkin
gen hedenmiddag na het betoog van den heer
Vallentgoed, wat scherp zyn gewest. Baantjes-
jagery komt in elke party voor. Alleen door
het feit, dat dit bestaat, heeft Spr. deze dingen
gezegd.
De heer Vallengoed is hiermede tevre
den gesteld.
De heer Groeneveld meent, dat de ban
ken op de publieke tribune niet gemakkelijk en
niet voldoende zijn.
De Voorzatter meent, dat z juist
het doel zeer geschikt zijn.
De heer V a n E s vraagt maatregelen tegen
het bemoeilijken van het verkeer op de Hooge-
woerd door auto's van de firma Stallinga.
Verder vraagt spr. of het noodig is, dat
weer een steiger van f 4000 voor het stadhuis
wordt geplaatst, naar Spr. by geruchte
Wethouder Splinter antwoordt dat dit
inderdaad voor gevelonderzoek en eventueel
gevelafbraak noodig is.
Daarna sluiting.
Voornaamste Nieuws.
De N. C. R. V. waarschuwt tegen het tee
kenen op het Radio-petitionnement van de
A. V. R. O.
(blz. 3.)
Te Amsterdam heeft een felle brand ge
woed in een muziekhandel aan het 's-Gra-
velandsche Veer.
De Bond van Bedrijfsautohouders heeft
een adres aan de Tweede Kamer gezonden
over de wijziging der Waterstaatswet.
De werken aan Gouwe en Holl. IJsel zijn
voor anderhalf millioen i
(blz. 5.)
De Kamer van Koophandel voor het Rijn
land heeft en brochure doen verschijnen
over de kwestie van de herziening der tele
foontarieven.
Overleden is de heer P. J. Westerhof, ge
pensioneerd onderwijzer bij het Chr. Onder
wijs.
De nieuwe burgemeester van Lochem is
gister geïnstalleerd.
De 20-jarige broer van den bedrijver van
den moord te Muntendam is spoorloos ver
dwenen.
Te Harmeien is op een graf een vondeling
aangetroffen, die echter weer terecht is ge
bracht,
BUITENLAND.
(blz. 2.) V
Primo de Rivera gaat aftreden.
Smokkel-incident bij de Amerika ansch»
kust
De burgeroorlog in China.
De reis van de „Graf Zeppelin".
INGEZONDEN MEDEDEELING.
STADSNIEUWS
UNIVERSITEITSNIEUWS.
Geslaagd aan de Rijksuniversiteit te Leiden
voor het doctoraal-examen-rechten de heer H.
B. Frieling, Rijswqk (Z.-H.). Bevorderd bot
arts de heer N. Verwey. Den Haag.
Naar wij vernemen zullen B. en W. bin
nenkort met een voorstel bij den gemeente
raad van Leiden komen om het gemeentelijk
waschbureau, een overblijfsel uit den oor
logstijd, op te heffen en de werkzaamheden
van dit bureau over te dragen aan de ge
zamenlijke waschinrichtingen hier ter stede,
die hiervoor een afzonderlijke naamlooze
vennootschap zullen oprichten. Ten opzichte
van de tarieven enz. zal deze N. V. echter
steeds de goedkeuring van B. on W. be
hoeven.
KAMER VAN KOOPHANDEL
VOOR RIJNLAND.
De Kamer van Koophandel en fabrieken
voor Rijnland vergadert Woensdamiddag te
2.30 uur in de vergaderzaal der Kamer, Sta
tionsweg 43.
De agenda luidt: 1. Opening 2 Benoeming
van een commissie tot onderzoek van de Ge
loofsbrieven van den Leer F Schmal uit Al
phen a d. Rijn. 3. Behandeling van het rap
port door deze commissie uit te brengen en
installatie van het nieuwbenoemde lid. 4.
Ingekomen stukken. 5. Mededeelingen. (3.
Verslag actie inzake voortdurende openstel
ling telefoonkantoren in de Bloembollen
streek. 7. Verslag actie der Kamer inzake
herziening der telefoontarieven. 8. Bespre
king Districtsbelangen. 9. Rondvraag. 10.
Huishoudelijke vergadering. 1L Sluiting.
Cr ii wel eer mn in halen
rt, JSt -1* ge aw jongens m«nr ccn
sterk pak van Kreymborg
- v geeft- U moet eens koinen
kijken naar de leuke model-
len van onze jongenspakjes,
i Dit is kwaliteit. En er is
keuze zooveel ge maar wilt
bij Kreymborg-
HAARLEMMERSTRAAT 143.
SCHOORSTEENBRAND.
Gisteravond is ten huize van H. F. aan
de Langebrug een schoorsteenbrandje ont
staan, dat door de politie met een ramoneur
is gebluscht.
AANHOUDING.
Door de politie is aangehouden de 21-jari-
ge los-werkiman M. M. alhier, die zich in
Den Haag heeft schuldig gemaakt aan rij
wieldiefstal.
JEUGDIGE AVONTURIER.
Te Maastricht is aangehouden en naar
Leiden overgebracht de minderjarige W. C.
H., die bij zijn moeder de muntgasmeter,
waarin een bedrag van f 5.20, had gelicht
en met dat geld een fietstochtje woo gaan
maken.
HAZERSWOUDE.
De Kantonrechter te Alpben aan den Rijn
veroordeelde J. F. alhier, wégen® het verkoo-
pen van ondeugdelijk vleesoh na gebruik
waarvan verschillende personen ziek waren
geworden, tot een geldboete van f50 of 10
dagen hechtenis; de eisch was een geldboete
van f75 of 20 dagen hechtenis.
JSSE.
uISSER WINKELSTAND.
Naar men ons meld zal de zaak van de*
heer H. Meijnders (Magazijn De Vlijt) weer 'n
belangrijke uitbreiding ondergaan. Woens
dagavond zal het ruime magazijn voor de
meubel-afdeeling in gebruik genomen worden
WINKELUITBREIDING.
Naar we zooeven vernemen is het pand
van de bakkerij F. de Jonge door de R. K.
Coöperatie alhier aangekocht voor f 14.500.
Zeer spoedig hoopt men voor deze onderne
ming op de hoek Kapelstraat—Kanaalstraat
een royale winkel te doen verrijzen voor de
afd. Kruidenierswaren.
STOPPLAATSEN BROCKWAY BUSSEN.
Voor het stoppen der Brookwavbussen !s
nu een vaste regeling getroffen. Ze zullen
nu niet overal stoppen, wat voor chauffeurs
en reizigers veel oponthoud paf. doch op vas
te stopplaatsen. Voor beide richtingen, Haar
lem en Leiden kan men instappen bij Dr.
Ruys, Dr. de Graaf, Vierkant en Burgcmces-
terswoning. Vooral met het oog op de enorme
drukte bij het postkantoor, waar de bussen
vroeger bijna altijd moesten stoppen, is deze
vaste regeling zeer toe te juichen.