VOOR DE VROUW.
HUISHOUDING EN KEUKEN
No 10. - JAARGANG 1929
Nadruk verboden.
IN KOUDE DAGEN.
Ook een beroep op 't goede hart.
Moeders, denkt ge bij alle ellende
om U heen, ook nog wel aan Uw
eigen kinderen? lileed se dan aan!
en ruim hart hebben niét alleen, maar ook:
een volle rijke beurs.
Want geven en helpen, daar kun Je In deze
dagen je hart aan ophalen.
Je hoeft maar alleen in het gelukkig en
gemakkelijk bezit van een gironummer te
zijn, en de werkloozon, zieken, zwakken, dak-
loozen en verkleumden-zorg-vcrccnigingcn
komen met hun verzoeken bij je, op het
oogenhlik dat je warm cn wel in de morgen-
je ontbijttafel zit. Om nu nog maar
te zwijgen van de vele maand bladen die zoo
dnngehd eri overtuigend een beroep kunnen
doen op het goede hart van den lczor
En wat is hot niet gemakkelijk: even wat
cijfers in te vullen op zoon oiljet, daar dan
je naam onder te zettenwel, je merkt
niet eens direkt dat je wat kwijt bent
ben je het eigenlijk wel kwijt?
Zoo praten sommigen wel eens, zij die be
weren geen greintje respect te hebben voor
deze manier van offeren.
Welnu, zij mogen gerust andere manieren
gebruiken, als zij die verkiezen.
Want meedoen kunnen we tenslotte alle
maal.
En zelfs zij, die aan girostortingen, inteeke-
ningen of andere meer algemeene manieren
niet doen omdat z»j „niet hebben", hoeven
toch niet achter te blijven in den edelen wed
loop tot leniging van nood en ontbering. Zij
mogen in dezen tijd eiken karreman, sla
gersjongen, boterboer, waschbezorger of an
dere „broeder" naar oinuen halen en een
kom heete koffie of thee doen genieten.
Niemand zal er zich in dez* dagen door be-
leedigd achten och, hartelijke, goedbedoe
lende huisvrouw, wees zélf ook niet belee-
digd, als de man u bedankt, omdat hij daar
net bij uw buurvrouw ook juist een kop kof
fie heeft genoten. En daar eigenlijk ai had
moeten aislaan, als hij maar geaurfd had,
omdat twee huizen terug, liem nog pas een
kop bouillon had laten opdrinkenWees
niet beleedigd en houd er niet uadelijk mee
ep, want de volgende bel kan wel een kerel
Sijii, die er zoo „onoo'r|,ik" uitziet, dat tnj
Juist uog nérgens wat kreeg.
Ja zeker, het is wonderlijk hoe véél er in
somuuge magen al niet naar binnen kan,
maar liet is even verbazingwekkend, hoe
droevig-weinig er bij anderen maar in komt
En een kleine verwarming van de maag,
Ja, maar ook van liet hort, het kost u zoo
weinig en is voor een ander wellicht zoo
veel; voor den toboer, die in zore Zijn weg
f;aai,: voor den lijder, die Zijn pijnen niet mag
aten meetellen, omdat hij er toch op uil
m o t, voor den wrokker, uie misschien de
zen morgen in twist een deur uitging en nu
de iieclo wereld tegen zicli ziet
Gij, allen, die geen giro hebt, geen overvol
le beurs; wat hartelijkheid eu vriendelijk
heid kunt ge alt.jd hebben, of het anders im
mers ten allen tijde vliegensvlug maken,
zool ra daar een lijder voor U 6taut, die het
noouig heeft, misschien wei juist van u.
Ais ge er maar bij denkt dat ge liet doet
voor een ander, enin Wiens Naam ge
hei doet, dan kunt ge hel ook altijd.
Miar niet in de eerste plaats aan die din
gen dacht ik, toun ik liet opschrift boven dit
siUiije plaatste. Ik dacht, moeders, aan uw
eigen kinderen, die in deze dagen soms kou
de lijden, niet uit armoede, maar door uw
modezucht of onverantwoordelijke onverschil
ligheid-
Yèór rae ligt een fotopagina uit ons blad
j van enkele weken ge»•'dén (8 Januari) een
vroolijk plaatje met een vroolijk bijschrift,
toont daar een stelletje jongens die stoeien
in de volle sneeuw, kinderen met behoorlijke
jassen en schoenen aan, hun moeders héb
ben het geld om hen te kieeden...... maar
twee van de vier zie je met de knieën en
i halve dijen bloot, in desneeuw.
O natuurlijk, ze hebDen het niet koud ron
gens hebben het immers nooit kout». Ze
wo. den zelfs kwaad, als je het waagt er naar
te vragen wanneer ze met. hun verkleumde
knieën thuiskomen. Maar hebt ge wel eens,
wanneer zoo'n boy van een jaar of vijftien,
zestien, met dijen als boomstammen juist
i van buiten kwam, uw hand op die ijzig-kou-
de knieën gelegd? dan zoudt ge het wel ge
j weten hebben.
En zelf tullen ze het wel weten wanneer
te 'over een twintig of dertig jaar, in den
besten tijd .van hun leven, door rheumathiek
geplaagd zullen worden.
Weet ge zelf niet wat rheuma is? Zijt ge
too gelukkig dat u w ouders in uw jeugd er
voor hebben gezorgd, dat ge in den winter
goed aangekleed over de straat gingt?
In dien tijd hadden ouders tenminste nog
hét verstand en gezag, dat zij tegenwoordig
schijnen té missen: om zelf te bepalen wat
hun kinderen zouden dragen.
Want ja, als het van de kinderen zelf moet
afhangen als ge hen vraagt wat ze kunnen
verduren...—
Ik heb er gekend, die met blinde darmont
steking in vergevorderden staat, nog gere
geld voetbalden elke trap was een direkt
en ernstig levensgevaar geweest» verklaarden
de dokters later bij de operatie.
Ik denk nu aan het kleine jongetje, dat
den heelon dag zoo op een drafje rondhuppel
de, dat we vaak tegen elkander zeiden: wat
is het toch een leuk lief kind. En als ik de
moeder'al eens raadde: laat hem toch eens
onderzoeken, dat vreemde zuchten en trek
ken dat hij in stilte doen kanhij scheelt
vast inwendig iets, dan: zou de dokter dat
immers best gezien hebhpn, toen hij er laatst
was met die bof, je liep heusch niet voor je
plezier naar dokters in dezen tijd, enz. Maar
zeer kort daarna moest het jongetje op
dag overslag naar het ziekenhuis, en word
een ^eer ernstige ingewandontsteking gecon
stateerd, waar het ventje al maanden mee
in levensgevaar liep.
En dat hij- wel eens buikpijn voelde, wan
neer vaders strengheid hem soms had ge
dwongen wat meer of wat anders te eten
dan waar hij zin in had, alles te leeren eten,
dal zal het kind wel als een gerechte straf
vóór zijn ongehoorzaamheid hebben opge
vat, want hij had een wonderlijk rechtsge
voel, dat jongetje, en een onovertroffen telf-
béheersching. Dus klaagde hij niet over zijn
pi m en.
Maar toen hij doodzwak in het ziekenhuis
lag vond hij het toch wel goed dat hij niet
meer alles hoefde te eten
Ik heb er gekend, die in het tweede sta
dium van longtering, nog meededen in sport
wedstrijden, hardloopen over afstanden van
w:lometers zelfs en niemand die het wist
Xndrren die met jnngensginepen pingen kam
pepren in uni-n lonten op vne.litigen grond
mot Ingewandsziekten de meesten van he*
UggM» Wen bef*AVfT ->
Neen ouders, vraagt uw kinderen nooit,
wat zij meencn te kunnen verdragen. Want
deze allen waren geen kinderen, waarvan de
vaders en moeders geen tijtf hadden om naar
hen om te zien, integendeèl, ze waren steëds
in de weer voor de „toekomst'' van hun
jongens niet de groote, eeuwige toekomst
waarvoor wij zijn geschapen maar het deel
van dit aardsche leven, dat zij hooit be
reikt heDben
De jongens moesten lééren, ook algemeene
ontwikkeling opdoen, op allerlei terrein zich
leeren bewegen, aan alles mochten z»j deel
nemenen daarom mochten zij ook
hollen naar hun graf, nee moeders vraagt
nooit aan uw jongens wat zij durven of
kunnen.
Wat ik met dit alles beweren wil, vraagt
ge?
Niet, dat iedere jongen die nu met bloote
knieën loopt, daaraan sterven zal. Zelfs
niet, dat hij persé er rheumatiek'van krijgen
moet hoewel vaak genoeg heb ik van uok-
ters en van specialisten in heilgymnastiek
gehoord, hoe zij van oordeel z.j.i, dat verre
weg het grootste deel der aldus raadloopen.de
kinderen, later al vroeg aan rheumatiek zal
moeten lijden, omdat we-hier eenvoudig
geen wlnterklimaat hebben voor zulk een
kleeding.
Maar in het allergunstigste geval worden
de kinderen er door gewend aan een non
chalance en onverschilligheid voor de
eischen der gezondheidszorg, die op zichzelf
reeds noodlottig kan worden.
En in het buitenland nog meer dan hier
waarschuwen de doktere-gedurie in woord
en geschrift tegen de bespottelijke en verder
felijke mode van bloote knieën en zijden
kousen (voor meisjes en vrouwen) in den
winter. Wat het laatste betreft: van bevro
ren beeneD hebben we allen de laatste we
ken herhaaldelijk in dagoladen kunnen lezen
Daarom moeders denkt bij alle ellende om
u heen, ook aan eigen kinderen en-zorg dat
ze goed aangekleed door deze kou als het
dan toch moet rondlóopen.
En denkt er nog aan, straks als de vorst
voorbij is maar de vinnige regenbuien de
bloote knieën striemen en langs de boven
randen der omgeslagen sportkousen naar
binnen dringen en de beenen voortdurend
nat houden.
DE TAK.
Als 't stil is in den avond
En 't dorp prevelt niet meer,
Gaat aan den koelen heme!
Een tak nog zachtjes heen en weer.
Als alles slaapt in het dorp
En de donkere daken staan strak.
Beweegt door den sterrenhemel
Zachtjes die zwarte tak.
En als alles zwijgt In mij,
En alle leven is weggeveegd
Is 't of diep in mijn ziel
Zoo een zwarte tak jachtjes beweegt!
ADAMA VAN SCHELTEMA.
Uit: „Eenzame liedjes".
VOOR JONGE MEISJES.
zullen we in een der e>v. weken nog eens wat
aardige dingen geven voor voorjaarekfëeding
ook het opknappen van, oude.
Kijk op een mooien zachten. dag dus maar
eens de lappenkist na ,of zoek ln de kl'eer
kast naar oude jurken óf mantels, die nog 'n
aardig lapje zouden kunnen opleveren voor
vestjes of zoo iets, ook van oude groote vilt-
hoeden (wat je nu groot noemt, maar voor
een jaar of twee klein heette) is allicht nog
een aardig kleintje te maken.
Voor vandaag nu alleen een aardig japon
netje, geschikt te maken van wollen fanta-
siestof en vooral wat verder in den tijd
van bedrukte kunstzij, of van nopjesgoed.
Het model is zeer eenvoudig en zal de
meest verschillende figuren wel sfaan, brce-
de lijken er wat slanker door, maar slanke
meisjes zal het toch ook juist wel staan. De
rug is een gladde baan van hals tot onder
rand, het rechtcrvoorstuk wordt met een
Kunt naar links geknipt en sluit daar op
cuphoogte of iets daaronder op de linker
baan. Het rokje wordt ruim klokkend ge
knipt, de mout.ven zijn glad en boven uit de
schouders komen vier kleine plooitjes die
juist ruimte genoeg geven aan de voorzijde
Het vestje van fijne crepe te maken be
staat uit twee over elkaar gelegde dubbele
rechte reepen.
Laat mijn ziel zich overgeven
Aan uw nooit begrepen wil.
Slechts in Ihv oneindig leven
on» eindig leven stil.
P. R. VAN EYCK
HET, GROOT SPREIPATROON.
Nti de randen!
In verschillende brieven hebben lezeressen
reeds hun ingenomenheid betuigd met het
groote spreipatroon, dat we een veertien da
gen geleden hier hebben opgenomen.
Het was ook mij een groote verrassing, zoo
mooi duidelijk het in ons blad verscheen
Daar ik bij de drukkerij een streepje voor heb
§n er dus altijd een paar extra nummers hij-
krijg ,weet ik al gauw of een donker plekje,
een witte streep of wat -ook, maar het onge
mak van één slechtgetroffen nummer is,
maar deze keer was overal de heele teeke-
ning zoo onberispelijk duidelijk, dat ik best
begrijpen kan dat m'n lezeressen niet konden
nalaten, daar eens over te juichen. Mocht
dus iemand onverhoopt nog een ongelukje
hebben getroffen, dan kan zij het best alsnog
een ander exemplaar aanvragen. Het is al
tijd beter dat nu maar gelijk te doen dan
maanden nadat het nummer is verschenen.
Misschien is het niet overbodig hier nu met
een even op te merken, dat ik met de opna
me van dit patroon, meen te hebben beant
woord alle vragen die ik in den laatsten tijd
kreeg naar een bepaald patroon, vroeger door
mij .(elders) geplaatst, van een filet-sprei uil
één stuk. Het hier behandelde patroon is wer
kelijk. nog rpooier. Met opzet hebben wij
daarom voor twee weken hij de afbeelding
van het heele stuk de variaties besproken,
die men naar verkiezing kan volgen, want
we zullen nu niet zoo spoedig weer een zoo
groot patroon opnemen, en bij eventueele vol-
vragen nog een poos naar deze sprei
terugwijzen.
Een overzicht van de uitwerking gaven we
bij de afbeelding van het geheel. Rest ons nu
nog de nadere beschrijving van hot entre-
deux en den buitenrand.
Het eerst -- zie de groote afbeelding be
handelen we nu weer (in aansluiting bij de
beschrijving van het medaillon) als apart
haakwerk, dat later wordt ingezet
Men begint het op te zetten
bij den top van een bloem
motief dus wat op de af
beelding boven is. Vandat
motief, een bloem met drie-
deelige schulp aan weerszij
den komen er In de éénper
soons-sprei negen in de lengte
en vier in de breedte. Aan de
hoeken zijn ze wat grooter
dan de andere.
Zoo'n motief is 53 toeren
hoog en wordt opgezet met 84
steken, zooals ik reeds aa
eind van het vorig artiijel
rekende. Men meet dus om te
beginnen wel de bloem in
omgekeerde stand werken,
echter is het patroon hier zoo
eenvoudig en open, dat dii
hier geen moeilijkheden zal
opleveren.
Heeft men nu het vereischte aantal deelen
af, dan begint men aan het eind van de
laatste bloem de hoek. Deze werkt men. door
eerst een schuine kant te maken (volgens de
stippellijn in het patroon) op de wijze die ik
onlangs beschreef voor het haken van schui
ne zijden aan filethaakwerk. (Om het hiei
nog even in 't kort te herhalen: men haakt
aan het eind van den toer 1. t laatste open
vierkantje niet gewoon met 2 k.st. en ee
maar door middel van een driedubbel stokje
Dan komt men weer uit aan het begin van
het. voorlaatste né het keeren dus het
tweede hokje, en gaat vandaar verder met
derde dak looden platen opdat het vocht van
de aarde niet in de benedenruimten kon door
dringen. Deze grond was met aarde bedekt
boog genoeg om er de grootste hoornen in te
doen wortelen. De grond was vlak gemaakt
dicht beplant met verschillende soorten
boomen wier grootte en schoonheid een
aangenamen blik opleverden. De zalen ont
vingen hun licht doordat zij boven elkaar uit
staken; daarin bevonden zich koninklijke
vertrekken, tot verschillende doelc>iden ge
bouwd. Doch in een dezer, welke openingen
de bovenste vlakte had, was een inrich
ting aangebracht, waardoor men genoeg wa
ter uit de rivier naar boven kon brengen,
zonder dat men er buiten iets van bemerkte.
Tusschen de puinhoopen van Baby Ion, te
midden dezer thans verlaten en onzichtbare
vlakte, heeft een reiziger op de plaats der
oude tuinen een boom aangetroffen, welke
alle kenteekencn van den hoogsten ouder
dom draagt en wiens bladertooi zich aan het
uiterste einde der takken gestrengeld heeft.
Natuuronderzoekers hebben er een boomsoort
in herkend, die men nooit in dit land aan
treft en alleen in Indië vindt.
5 k.st. voor het eerste hokjè.
Van deze hoek nu wordt de laatste kort
maar twee hokjes één gesloten en één open
het laatste is. weer met een driedubbel
stokje gehaakt
Dan gaan we verder: 3 k.sL; 3 sh in het
ópen vierkantje; dan keeren naar rechts en
5 k.st twee stokjes (in de vierde en vijfde
k.st) en nog een. st. in het laatste, van he-t -
onderliggende dichte blokje.
Daarna 2 k.s." één st. in dé onderkant van
't dichte blokje, 2 k.st een vaste in den hoek--
van dien toer, omkeeren 3 st, enz. verder
naar het patroon.
't Is een heele uitschrijven], maar wie het
-volgt met de' haakpen in. de hand, zal het
heusch wel meevallen.
Na den hoék komen de bloemmotieven in
anderen stand te liggen en haakt men ze dus
van onder naar boven.
De buitenrand, die in elk geval apart ge
haakt' wordt bestaat uit driedeeüge schul
pen. dezelfde van den buitenrand van hef en-
tre-deux. Ook de buitenhoeken zijn eender,
zoodat men daar nu wel mee terecht zal kun
nen. We -rekenen nu maar, dat men de sprei
in het gewone, rechthoekmodel maakt, niet
met het smallere zijstuk, voor hetvoeten
eind, dus beschrijven we den binnenhoek
niet meer ^afzonderlijk. Wie die noodig heeft
vindt het wel, met behulp van afbeelding
en beschrijving hierboven er is dan ..alleen
ln het uiterste hoekje een kleine afwijking,
Ton slotte voor hen die de sprei willen ha:
ket» «lit één stuk, met het enire-deüx dus ge
lijk er in gewerkt nog de raad om vooraL
even uit te tellen, hoeveel hokjes men "in
totaal in de breedte krijgen móet
Het motief van het e.d. is 53 toeren (hok-'
jes) dus hééft men in de breedte voor een
éénpersoons-sprei 1 maal 53 plus 4 maal 20
(d.i. de meerder breedte der hoeken) of ongc-
■or 250 hokjes voor het e.d. noodig. Meet
on nu vooraf met een proeflapje, hoeveel
hokjes men op een paar centimeter krijgt,
en weet men hoeveel cM- men de sprei breed
wil hebben dan,is bet een eenvoudig deel;
sommetje, om uit te rekenen hoeveel hokjes
men moet opzetten. Van dat aantal worden
eerst de 250 hokjes afgetrokken die in het
e.d. gaan wat er overblijft wordt door twee
gedeeld en die helft geeft dan het aantal aan
dat men ter weerszijden van het e.d. moet
krijgen. Heeft men deze verdeeling eenmaal
in het werk staan dan is het verder gemak
kelijk om vanuit hrt midden van het e.d. een
rechte lijn naar boven volgende, zonder eeni-
ge uittelling het begin van het medaillon
te vinden. Alleen moet men wel even tellen
bbeveel hokjes dit hoog is, hoeveel hokjes
men de sprei lang wil hebben en hoeveel
toeren men dus haken zal, eer men aan het
midden patroon begint.
Eindigen we deze uitvoerige beschrijving
met er nog eVen op te wijzen, dat, wanneer
de grootte aan het eind niet mcovallen mocht
.men altijd nog wat winnen kan door de bui
tenrand nog wat meer open hokjes te geven
dus-breeder te maken,: desnoods haakt men
er-nog de bloem van het e.d. hij in.
Wat raóér voor de hand zou liggen ln dit
geval: het vergrooten van do sproi door het
rondom haken van toeren leege hokjes raden
we af. Dat kan nooit zoo mooi uitkomen.
DE HANGENDE TUINEN
VAN NINEVE.
De meesten van ons zullen er slechts een
zeer vage voorstelling van hebben^ hoe die
hangende tuinen eigenlijk waren.. Het lijkt
me dan ook voor onze lezeressen van genoeg
belang, om hier eens na te vertellen wat T.
D. In „Opgang" ons er over,meedeelt:
Een bewijs der teederheia, die Nebucadne-
zar. de machtige koning van Babylonië en
een der geweldigste heerschers der oudheid
in het algemeen, voor zijn Medische gemalin
koesterde,-zijn de hangende tuinen van "Sê-
mirami^.
Amitus, een kind van dé bergen, miste in
de Babylonische vlakte erg haar vaderland
Daarom liet hij een paleis met terrasvormig
oploopende tuinen voor haar houwen, rus
tend op haksteenen bogen Daarboven bloei
den bloemen en boomen verspreidden ver
kwikkende .«rhnduw; daaronder waren rui
me. koele zalen.
Dindoriis van Sicilië, die onder Julius Cae
sar en Augustus leefde en een wereld historie
in veertig boeken schreef, beschrijft de zoo
genaamde hangende tuinen op de volgende
wij Mi
Deze waren niet het werk van Semiramis,
maar van een lateren Asayriechen koning.
Deze, zegt men, zou een zijner vrouwen bij
zonder liefgehad hebben, een Perzische van
geboorte, die de weiden der bergen miste, en
wilde door een kunstmatige beplanting dc
eigenaardigheden van den Perzischcn bodem
nabootsen. Iedere kant in het park was 400
voet- lang; het liep steil op en had verschil
lende terrassen in den geest als men ze op
zwaarte van. den tuin droegen, de volgende
.was weer zoo. alleen maar een beetje hooger
dan de vorige. De laatste zalen rij was 50
voet hoog. Daarop rustte de bovenste vlakte
van het park, die van gelijke hoogte was als
het bovendeel van den stadsmuur. De vaste
"tusschenruimten, waaraan men veel lijd be
steed had, waren 22 voet dik, de openingen
10 voet breed. Daarboven waren stecnen hal
ken overheen gelegd, welke met hun voegen
een lengte van zes voet hadden en vier voet
breed waren. De bedekking dezer balken be
stond eerst uit een onderlaag van riel mei
vee! aardpek vermengd, vervolgons uil een
dubbele laag van gebrande met gips samen
gevougde tegels en daarop volgde nog als
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
(ook voor Jonge Meleles die de echoot verlaten)
tegen 4 APRIL a.s. aan de
MODE -VAKSCHOLEN VOOR DAMES EN JONGE MEISJES
afdeellngen van de ln 1911 Kon. Goeds. Ve«r*elfl»i
OPGERICHT UIL
Volledige opleiding tn het voor eigen gebruik geheel zelfstandig vervaardigen
voorkomende keeding,
DAG- EX AVOVD-, CXl'B- Et PRIVAATLESSEN.
Inlichtingen op de spreekuren aan de scholen:
In het WESTETSi SCHIETBAANLAAN 8». (bö den Heemraadssingel)
Kpreektöden Donderdag» van 9t en
TeKRALITSGENi ANN ASTRAAT 8 (bö Av. Concordia). «preektHd Dinsdag» van 1
Tel-EIJENOORD (Hllleslula): BEIJERLANDSCHELAAN 40.
45
Prospectussen op aanvrage aan het
Correepondentle-adres: Schietbaanlaan 11«, Telefoon «JIJ».
Directrice.
Mevrouw S. A VAN AMIJDB—PORS.
CORRESPONDENTIE.
De brieven die we verleden week plaat
ten, stonden al een weekje over, wat nu
volgt zijn brieven van de eerste helft van
F ebruari.
Aan Mw. N. V. Ja, een filet gehaakt
kantje kan ik wel geven voor de schoon
maak.
Aan Mw. K.-v. d. V. Ja, smaken verschil
len, wie dat nog niet wist, moest hier maar
eens kunnen komen kijken. Juist om de
zelfden tijd waarvan u nu schrijft: ik vind
ons vrouwenblad den laatsten tijd meer dan
eezcllig, hoorde ik zijdelings van an
dere lezeressen, die er in die weken juist
et zoo tevreden over waren als anaers.
Het is het typisch verschil tusschen wat
de groote-stadsmenschen verlangen en de
buitenklanten, als ik ze zoo noemen mag, en
we hebben daar maar tusschendoor te zei
len, zonder de eene groep achter te stellen
bij de andere. Het was nu ook de beste tijd
van het jaar voor die groote handwerken,
wnnt tegen dc mid-winter-feestdagen wil men
altijd liener klein handwerk en als zoo da
delijk de schoonmaakwoede gaat heerschen,
dan is ook de vreugd van heden weer afge-
ioopen.
Het doet me plezier dat het nu zoo dui
delijk is, dat niemand er meer mee hoeft tn
tobben, want inderdaad wordt er nog al
>ns geknoeid met het haken van die echui-
3 kanten.
Of we nog gebreide kinderkleedingstuk
ken willen geven, vraagt U. In het voor
jaar kunnen we dat nog wel doen, ja. Ook
naar een langwerpig kleedje in filethaak
werk zal ik eens kijken, want het is wel
zooals U zegt: je moet als je ee koopt heel
veel betalen en anders heb je dingen die
na de eerste wasch vodden zijn geworden.
Zeer fijn gehaakt filet is niet alleen mooi,
maar ook sterk.
Wat betreft de vrouwenhoekjes buiten dj
pagina, ja, die zijn door verschilende om
standigheden een poosje achterwege geble
ven, maar nu zu ilen ze weer zooveel moge
lijk geregeld komen.
ten volgens de patronen die ik had gegeven,
f 1.25 voor de konijntjes, ja, dat vind ik
ook een mooie opbrengst voor bazar-verKOop,
maar me dunkt, de olifant had nog bost
wat meer mogen kosten, want daar is veel
meer werk aan. Enfin, wie "m heeft getrof
fen, is er dan goed mee, en denkt er mis
schien eens bij aan onze krant; of hebt U er
die niet bijgenoemd?
Dit laatste is maar gekheid hoor.
Soms, wanneer ik, bijvoorbeeld iö zomer-
vacantie ik reis dan altijd „incognito"
lezeressen van onze rubriek ontmoeé
die niet weten dat ik „ik" ben, en ze vertel
len je dan zoo enthousiast dat je uit die rw
briek van ons zooveel van die leuke hand
werkjes haalL dan kan ik zoo knus in stilte
zitten genieten, dat begrijpt U zeker wei. En
dan mag Ik graag zoo echt onnoozel vragen:
„en dat, is dat ook eigen werk? om me
dan met trotsche stem te hooren antwoorden
ook al uit datzelfde blad. En wilt u wel ge-
looven, dat ik dan soms op die manier vaak
dingen terugvond .waarvan ik niet zelfs eens
meer wist, dat ik ze had gegeven al herken
de ik ze natuurlijk wel, wanneer men me
heel welwillend verklaarde, hoe het in elkaar
zat Nu vraagt u of ik nog andere dierpatro-
nen heb. dat is te zeggen: ik kan nog wel
eens een paar modellen ergens van natee-
kencn en knippen en dan weer aan vraag
sters rondzenden maar ik vind het toch zeer
omslachtig, zelfs nu nog Is het olifantspa-
troon in de rondzending (mag ik de schuldi
ge hierbij gelijk verzoeken eens aan mij
enanderen-te denken. Ik geloof dat er
heusch nog meer zijn. die wachten).
Maar ik zal het met de menschen die deze
dingen bestieren er eens over hebben, of er
niets aan te doen is, dat we zulke patronen
op zoo'n manier afdrukken dat ze gelijk door
iedereen te gebruiken zijn. Als onze lezeres
sen nu aan den anderen kant maar zorgen
dat we veel nieuwe aóonnee's winnen, dan
krijg i k weer heel wat gedaan.
Ik dacht zoo, toen u schreef dat de bees
ten op de bazar goed verkocht wenien, dat
er misschien voor menschen'die bijverdiei)-
sten zochten, ook nog wel iets in kon zitten.
Want natuurlijk krijgt men ook in dit werk
op den duur handigheid, zoo dat het steeds
vlugger gaat En zelfs kinderen kunnen er
aan mee helyen. Het mooist is, det het werk
materiaal zoo goedkoop is, dat men nooit
i groote risico's loopen kan.
PRACTISCH HUISHOUDEN.
In ..Onderhoud i
M. E. Lellmai
en C. W. van der Ploeg-
Deggeler (uitgave van Nögh van Dltmars
LV.g. mü.) leien we ln de Inleiding het volgen-
i minachting spreken van „dat dorre
de hulselüke bezigheden
Tüdei
beheeren. dat töd.
rorden bes
t geworde/
oren duidelijk
worden .welke groote belangen de huisvrouw
dient, wanneer zö de hulshouding zoodanig weet
1. kracht en daarmede ook
-d. Men I» «tch ook meer
Jt de huls vrouw, die de huls
houding economisch weet te dröven. van groote
waarde Is voor de maatschappt), van welke
groote machine zü dan één der kleinere, maar
goed werkende raderen ls.
Te goed ziet men de n&deelen. wanneer de
jlsvrouw door gebrek aan belangstelling en
Inzicht te weinig ttJd. gedachten en moeite be
steedt aan het onderhoud der vrö belangrtlke
bezittingen, waarvoor de zorg In het bözonder
aan haar Is opgedragen. Evenzeer moet zo een
ander uiterste vermöden: wanneer In huls over-
ven wordt gewerkt, dan la dit niet alleen
...spilling van töd. kracht en geld. maar dc
hulsgenooten hebben bovendien het gevoel, dat
In de drukte van een voortdurende schoon
huis er Is v
toren rekening moet gehouden i
Van de ethische, hygiënische
aarde van het hulsljoudelök
clan gesproken
het goed ge-
.•eldoordachte
PRACTISCHE WENKEN.
i linnengoed moeten ook eerst
i omdat het eiwit dan stolt en vast-
met een mei Men'kan de gelatine dan~ln vee
kleiner stukjes snöden, waardoor se gauw*
Om i
In elkaar klemmende glai
gen. Dan legt i
uur In de zon. c
manier te wasschen.
i het «oo heel erg koud ls. gebruiken v.e
>tni een warme kruik ln bed. Maar u meet
die niet plat neerleggen. Veel beter la de kruik
de hitte zich veel meer
maal verwarmd.
md wordt. Pan verspreid!
wordt het bed heelo-
RECEPTEN.
Gebakken grutjes.
ST
Jreng de melk met Iets zo<
Strooi er de grutten In en bl
gaar en seer dik Is gewc
dikker dan een
gÜ":e pap ln e<
pudding» oi
i de kook.
iren, tot de
(I>e pap le
Doe dei
koud i
ze door bl'
iddlng en an
plakken (plnkdlkte) van. W
Laat vet In de koekepan zt
n blauwe damp af komt en bak hierin de
:en vlug goudbruin aan alle kanten, zen-
le te branden.
Runderrollade.
»r een rollade van I KG. heeft men nood<C
tram vet. 10 gram zout. 1>4 Liter »vater.
leggen eft begieten
:t In een braadpan
eete vet eu
Ine kleur
over het
verbruikt
Het vieesch
met kokend water, uit net
met zout Inwrüven. Het vet
emelten. do rollade In het hei
met het heete vet aan alle 1
Elke 10 min. dit bedruipen h'
een uur onge'- --
aanneemt, lang:
Is. Eoi
het atuk vleesch op een vieeachechoteL
prikt er diep In. Het vocht.
zön. niet
vleesch komt, r
>d. wanl
n van kleut
dan Is het vleosch
ukjes vet
ine stukje
het braden boter, of
Bi'bruiken).
In de braadpan heet Is wordt
kanten ln hei heete eet
Vervolgens wordt de braadpan In
geschoven. Om de 7 10 minuten moet
bedropen worden om te
enkant te droog wordt,
krögen
dan zonder breken loa.
Linoleum kan
schoonmaakbeur
oppervlak met petroleum, wacht een kwartiertje
dwell dan met water en Vim en wanneer het
geheel droog ls. zet men het op de gewone
wöze ln de as.
het vleet-
voorkomen dat de bo»
Ook moet het af en t
om overal gelOk van
I Zoodra het vet goed
toe een acheutje wet<
I mag men echter niet t
men dan bleeks dunne
den van roastbeef wordt 18 minuten ner 80g
gram gerekend. Sa voldoend» braadtöd Itr»
met een lepeltje alcohol.
8chroetvlekken op flanel maakt
«reg. Men wrüve de vlakke-
tl maakt mes als volgt
aa met Ma paar ocfcBf-
bflgevoegd.
vroeg beglnn
krört- Voor
ikeerd worden
if ee
rsch i
Om i
het uttgelo<
dan aal het
voor roastbeef verslecht wordt. HUP
rood. dan moet het nog eenlgen töd In drB
oven. die dan niet voldoende warm I* geweest,
Daarna onderzoekt men nog even of de )<k
niet te v#t meer Is. Is dit we) het geval, dag
laat men ze In de braadslee op een flink «uol
nog even nabrad-n en voegt er dan vlug
water bö. waarna men sa afneemt
Wil men het vleesch meer gaar hebben, d^
braadt man het J« A Si ml nu tan per grass.