SCHAAKRUBRIEK.
A
A
m"'
m
m
'"■E
fE:.
VRIJUIT.
64
a
Redacteur: W J. H. CARON Haarlemmermeerstraat 168, Amsterdam-W.
Mon wordt verrockt correspondentie over dexo rubriek aan bovenst and adies te richten.
PToblee.n no. 181.
Auteur: K. It. COOK.
-
-
a
m
'W:
i
1 -
ills
A
i
ii 1
Pi
1"
•H.V!
■y
i
Wit begin* en geeft in twee zotten mat.
Wit (7): Kgl, DbS. ft, Le2, Lg5, pi e4, 2x3.
Zwart (ft): Kcl, I'M, pi. c5, «2, gö, hi.
Eindspel van E. A. 38 Mac. Gregor.
(Chess Players Chronicle 1853)
^8 ^4
1
1
,;V 1 i4v
i
1 i
Aai'
i
11'
Vq
I
1
■#v.
Wit begint en o. reikt rvinia..
Wit (10): Kcl, Dg7, Ldft, Pdl. Pf7, F»i. u2, 1>2, e3, ft, «5.
Zwart (11): Kd7. Dh5, Tc6, Tl>2, Lc5. Ld3, Pu7, PbO,
pi. ab, el, eó, e6, IT», g!i
Dit eindspel, dat wij ontlocnen aan T. N. S. It., is
er r.-n uit de oude d»«s; '-en 15 jaar gel.-den deed hot
weer overal de ronde la „uit een blindséance van
Pillsbury!"
In de wiener flehachzeitung 102- biz. .535- 336 w«-td
de auteur van dit schitterend clndsp»*l ontslui<-rd.
Bijzonder aanbevolen! De combinatie is negen zet
Ion diep. Wi .speelt het klaar?
Oplossing van probleem no. 159.
Auteur: J. H \RTONG.
Wit Klit. Dg€, Tg4. LhS. Pa3. Pb7. pi. c2, I 2.
Zwart (8): lvd» Dei, Lg8, pfAl ,,i. c3, d5, dt), hfl. Mat
in twee zetten.
Sleutclzct: 1. Dg6 o8!
Fauttef is 1. D15 wegens 1Pd213; evenmin
deugt 1. DhÜ: wegens 1De4 fit.
Oplossing van probloom no. 160
Auteur: J. DAAMS.
Wit (9): Kh2, Db2, Td4, Tf6 La2, Lg7. PoT», Ph7. pi. ei
Zwart (8); Kef», Dc7, Tg8, Pc5, pi. c3, a\
Mat in ft»-re Z' 'ten.
Sleutelzet: Db2—b&
Niet goed is 1. Dc3: wegwis 1Pc5-<ltl; om
hetzelfde antwoord deugt ook 1. Dc2.
Goede oplossingen werden ingezonden door:
J. Holleman (15!*), Boskap; II. T. Nieuwhuls 154»
en 160). Aiii-nfoort; M. Opbrak (1501; H. C J. Spier
159. 1*50). Den llaag: F. PoMen-.a (159). Amsterdam;
Joh. v Wen (150), llnzerswoudo. J. Uuams, Hotter
dam (158 van de vorige maal.) T. Valstar '150», Uon-
selers.fijk. P. Vermeer lóf. 100), Zootcnneer
CORRESPONDENTIE.
Verschillende oplossers, d'e voor het ecr»t inzon
den, waren niet gelukkig. Dl' is volstrekt niet erg. In
dnn reg.-l lukt het oplossen nie. dadelijk. Al doende
leert men)
J. H. tc B. In hei eindspel van Kubbcl wint wit nog
een toren, nadat hij den toren, dien hij sinds don
tweeden zet achter waa, op den vierden zot tcrugff*
wonnen hnd. Hij I* dus ten toren voor.
H. G. J. S. ta D. H. Het eindspel vau Kubbcl was in
derdaad oen prachtige compositie.
T. V te H. In de lioofd-.ariant wint wit, door 5.
cnxdl» stellig een toren. In de tweede variant is het
nog erget, dnar w't een Dame haalt en zwart niet.
Dat 7Kc4 -c3 -cuwig schaak oplevert, kunt
U niet .neenen,
J. D. te n. 1><- omwerKiiik van uw probleem uclit ik
een verht-Uring. Jammer, dat «Ie copij juist was ter-
zonden.
A. d. D. to H. Wanneer wit in no. 157 werkelijk
„nimmer in twee zetten mat'" kan gevên, dan is dut
een sterk staaltje \an incompetentie der Al-russisrhe
tournooicommlssie. In dat geval heeft zij stellig teveel
„Wodka" gedronken. Muar wat is Uw oordeel over
do varianten van no. 157, die in deze'rubriek uitge
werkt zijn? Met belangstelling zie ik uw bezwaren
hiertegen tegemoet. In no. lrX is 1. DcS—cö niet goed
wegens 1Kdlei en'mat kan niet volgen,
daar do zw. K. Pt» kan nemen.
W. P. Jr te R. Zonder drukfout zal wel tot de vro
me wen.schen behooren. Mot'einin -- we strijden er
tegen. Aan uw verzoek is volduan. Denkt U er om,
dut mijn adres niet is Haarlemmerstraat.
VERBETERING.
In de vorige iiibriok .tonden enkele storende druk
fouten. Sleutelzet van orohl. no. 15S is: 1. Pt4 s!3. De
notatie de.r partij moe* rosp. zijn: 14. h2<g3; 20.
cSXdtit c.p.; 37. Tbl—al. Pij -J»-n Eisten zet li-/.»- men.
/.oolang hij ntet mat stunt, meent hij gewoonlijk ln
het voordcol to zijn. Meermolen enz.
BOEKBESPREKING.
Dr. M. Euwe, Inleiding tot het Schaakspel,2e dr. O.
H. van Got- Zonen, Goudaeen aantal eenvou
dige causerieën, waarin de hootdzak.cn van het
schaakspol onder de ao.macht der lezer» gebracht
worden', aldus de schrij\»-r in het voorbericht. Rn
oven verdei: „Wil men echter in liet schaken meor
bereiken (dan het genoemd-» partij-speten als adngiv
name tijdspasseerlng. Red.) dun is de studie van uit
voeriger werken onontbeerli'k". Dit boekje is. gelijk
het zieli noemt: inleiding. De schrijver brvng' d»-ge-
nen, die er nog niets van a eten, op bevattelijke wijze
do eerst» beginselen hij. Na den loop en de waarde
»ler stukken behandeld te hel*ben, sjwelt hij met zijn
lezer een Interessante, gefingeerde partij. Aan b»x-k
je». die op de manier van ven l>».-toogje het schaak
materiaal opsommen en uitleggen, is geen behoefte
meer. Dit is ook niet het doel van deze „Inleiding
Zij moet propagandistis» e .vuorde hebben, waarom
de vorm der cuuscrie werd gekozen. Moge het velen
winnen voor het schodnu spel. De naam van den
schrijver waarborgt de gegeven lectuur.
Ken enkele opmerking zouden we willen maken. Op
hl. 3 en 4 staat: .schaken is ge»:n kansspel. Voor
al kunnen we het niet als zoodanig betitelen, als wc
letten op de uitgebreide sch tal littera.uur. Maar als
schaken dan g»-»-n spel is. we' mag het dai. vvè! zijn?"
Dit is een onzuivere geda<*° ti ii.Teng. Is de uitdruk
king: schaken is te veel spel om wetenschap te zijn
cn te veel wetenschap om sj*»l te zijn" hier misschien
debet aan? Of is Dr. Keuwe hier, ln dit propagandis
tisch werkte, plus royalist»: que le roi?
Den Hertog Kuwc, I'ractische Schaakiescn, 4<- de»»l
door Dr. M. «.'.uwe, G. It. van Goor Zonen, Gouda.
Wanneer de beginnende schuk-i wat meer wil he
reiken (zie bovenstaande bespreking), dnn is de stu
die van uitvoeriger werken onontbec-'ijk. Geen werk.
dat dan meer in nunm» rking komt dun „Practlsche
Sch aak lessen".
De uitgever kondigt hef aan als ccn onmisbaar
standaardwerk voor telleren s» huker. waaraan niets
t? veel ls gezegd. Hi»;r wordt iimerdaad een ultne-
menden leergang gebotte-u. Schakend Nederland is
rijk in»-t deze uitgave. Met het /lerde deel is de
serie gecompleteerd. Dit laatste deel achten we liet
meest waardevol, dour act de hi«»orsiehtï ontwikke
ling van het positiespel eft. Het derde deel is zeer
zeker belangwekkend om de bet proken partijopening
Do geanalyseerde Indische en «ij is e»-n knup stuk
werk. Maar een opening is ten slotte at»-eds wisselend
in varinntenaantal: «rkende varianten worden weer
legd, nieuwe ontdekt. Theorie, iie van algemeenc
strekking is, lieeft gro ter vveaule dan varianten-
kennis in de opening, ook al wijz:gt de eene theorie
de under». Want zij streel» naar een universeel
b»-grijpen d»-r gevallen en voert hour beoefenaars op
hooger standpunt. Dr. Euwe w»-et zijn lezer» ook tot
ilnt -'theoretisch) standpunt to brengen d<x>r zijn
holden- en overtuigende wijze vun zegging. De twee-
do lielft van het werkje geeft de voortzetting van de
in deel II begonnen bcsoreking van hot eindspel
Bijzonder trekt «laarin ile nundncht de bespreking
der ninnnenelndspelcn met Mijvende fonnatic en die
der toegevoegde velden in verband hiermee. Onder
staand»- partij i» ontleend aun Dr. Kuwc'» boek uit
het hoofdstuk: Purtijcn van Steinitz.
DUBBELFIANCHETTO
Gespeeld te Londen 18G3.
Wit: Steinitz. Zwart: A. Mongrcdicn.
1. e?e4 ~7--g8
2. (12—<14 Lf8g7
3. c2c3
Kenmerkend voor S» dnitz. Hl] vermijdt de rompli
ra tics In liet centrum en streeft er in de eerste plaats
naar geen zwakke pionnen in het centrum te krijgen.
3b7—b6
4. Lel—e3
Wit wil e4 met Pd? verdedigen en brengt daarom
eerst zijn Inoner In het «pel.
4Lr 8|i7
U PM -d2 (17-Ufl
Tor voorbereiding van «7—e5.
a Pgl—f3
Tn den tegenwoordigen tijd zou men misschien ge
tracht hebben met 6. flzwart de bezetting van het
centrum zoo onaangenaam mogelijk te maken;
tic5 wordt dan beantwoord niet 7. fe5 dof»
x dó waarmede, wit open Mijn heeft, verkregen,
benevens een sterken pion op dó. Steinitz gaat deze
er nplicaties liever uit den weg, omdat hij instinctief
voelt, dut een breed centrum zeer groote verplichtin
gen inct ziel» mede brengt.
a e7—eö
7. dl X 05
De bevestiging van d»- vorige opmerking: me' 'ion
tekstzet bereikt wit. dat de zwarte Loopers inferieur
blijven iun opzichte vun de witte. Immers Lg7 (do
slechte) »taat achter eö, terwijl Lb7 in zijn vrijheid
beperkt wordt door pion o4, dn-n wit goed verdedigen
kan. I)e witte Loopera kunnen daarentegen op goedo
velden gepo-teerd worden.
dG X e.»
X. Dill o2 0-0
10. h2—1»4I
Zeer juist! Hier ziet men, dat Steinitz de stelling
niet volgens de „Schablone" behandelt, maar roeds
een vast plan gevormd heeft. Dit bestaat ln het
profiteeren vim de zwakte van den zwarten Konings-
vleugel, welke het wit mcgulijk maakt, de h-lijn voor
den aanval te openen.
Menigeen zou hier eerst lang gerocheerd hebben,
om daarna het genoemde plun uit te voeren. Hij
was dun echter juist éón t laat geweest, omdat
/.wart iiitusHchen met Pd7 en Pf8, hih5 (ulthuns
voorloopif 1 onmogelijk zou kunnen maken.
Met deze overwegingen ..iet men do grondstelling
van Steinitz in pructijk gebrucht.
10PI>8- -d7
11. h4h5 l'd7—ft»
Het Paurd komt te laai, oin hot "penen der li lijn
tc voorkomen.
12. l»5Xgö Po7Xgfl
Zwart stond voor een moeilijke kous; ligf»: waa
positioneel beter, maar zou moe hij kimden met zich
mede gebracht hebben, in v-.-bund r»ot het slaan op
«5, b.v. 13. Pel»: Pe4: 14. I'f7: Tf7: 15. Lf7:f Kf7:
18. DDt en wit komt uiutoricel belangrijk in het voor
deel.
13. 0 0 -0
Nadat wit zich het blijvende voordeel van (le open
h-lijn verschaft heeft, vindt hij den tijd tot roehoe ren.
Met don tekstzet dekt wi* bovondien e4, doordat na
Pc4: 14. I'e4: de zwarte Douio uangevallen is.
13. c7c5.
Zwart wil eon tegenactie op wit's Koningsstelling
lveginnen, wat echter op niets uitloopt, duar de witte
aanval veel dreigende- is.
14. Pf3—g5 r7—afi
Ter voorbereiding van hó; wit komt echter vroegofc
15. PgftXl»71
Stand na 15. Pgf»Xh7t
i i
i i
a 'Bi
liet is eigenlijk niet te verwoiuli-icn, dat wit hief
d»-zc besi.sscndc wending b>t zijn beschikking heeft.
In de stelling vóór het offer beschikte hij immer*
ndo
betere telling der Lo >pers, beterr positie der Paar
den, zwart heelt een gei«okerden pion op h7, wit
heeft de (1 lijll Cl» lel» slotte Wit heeft de l> lijll (het
belangrijkste).
15. Pf6Xh7
18. Tl»lXh7l
Het consequente vervolg. Ook 16. I>h5 zou t«»t voor
deel leidei» echter niet tot een onmiddellijke h»-slia>
sing: 18PtO 17. D«U: I)c8 ,-n daarna I>gl.
18. Kg8Xh7
17. De2—hóf Kh7-g8
18. Tdl-hl Tf8e8
De ccnige verdediging
19. Dh5Xg6 Dd8 f8
20. Lc4Xf7f! DI6XI7
Na 20KfH heeft wit de keuze tusschen dl
eenvoudige afwikkeling.
21. Lc8: Tc-8: 2i D16: LfO:, die tot c-cn
gewonnen eindspel le.dt on 21. Le8: Te8: 22. Th84
Lh8: «3. LhÖt Kc7 24. LgO enz.
21. Thl—h8f Kg8Xh8
22. Dg8Xf7 Zwurt gwft op.
Niet alleen staat v-" In not voordeel, maar ook
ls hij nog In de geh'genheid. den aun val voort tg
Botten, hetzij met Pf3 en Pg5, of met Pc4 en Pdd
jATeqnftr: 93 pcBRUARl.
Ho 8 JAARGANG iP?9.
il sprak tilt vrUult. Rn
t zich genoniua hobbn.-i-
to b«s»traffi«n.
Van hot oogenbllk of dat Jezus In den lering der
<JLsci|vleii als du Messias, de Zone Gods is bolodon,
heeft bij van zijn iiudcrcnd lijden cn sterven geen
geheim gemaakt.
I>ie belijdenis, door Petrus uitgesproken waarbij
liij zich de tolk wist vun uilen, was het togcnwlcht
om hun geloof voor ondergang te bewaren. Zij kun
nen het nu hooron wat Jezus hun toch moet zoggen.
Zonder dit geloof lu Jozus als den Christus zou
>:ljn lijden cn sterven bij l»en geen andorc uitwer
king hebben gehad dun dut zij zich ten ccncnrruilc
teleurgesteld zagen. Ze zouden mcenen zich in Jcttus
vergis, te hebben.
Trouwens zij hebben liet toch zwaar genoog to ver
duren gi-bud mot die voor hun besef tegenstrijdige
uitspraken, dut Jezus ls de Christus, èn dut hij moet
lijden en sterven.
Juist daarom hcoft Jezus hot hun zoo onomwonden
gezegd 01» geleerd. Want ze moesten zoowel hot oen
nis hot ander weten cn guloovcn en vasthouden.
Want alleen in do verecnlging van dlo tweo wanr-
hednn ligt het Kvungollo dor verlossing.
Jozus sprak het vrij uit, dat de Zoon des rnenschen
vcol moest lijden cn verworpen worden van dc ouder
lingen on overpriesters cn Schriftgeleerden en gedood
worden en na drie dagen wederom opstaan.
Vrijuit Als iets, dat vaststaat en woaruun niet tc
twijfelen valt. Als iets, dat hij zelf zeker weet Als
iets, dut niet behoeft verborgen tc worden, omdat het
«tpoedig genoeg voor iedereen zal blijken.
Muur ook vrijuit, als iets waartoe hij zelf ten volle
bereid 's. Als iets, dut hij niet zoekt te ontgaan, maar
aanvaardt. Als iets, dat hijzelf zoo cn niet anders wil.
I)it is voor wie hein dit hoorden zoggen verbijste
rend. Vooral omdat Jezus hun eerst zoo schcrpofijk
heeft verboden, dat zij het niemand zouden zeggen,
dut hij ue Christus is.
Wat voor hun besef het voornaamste ls, die blijde
zekerheid waartoe- zij gekomen zijn: gij zijt Je
Christus - dat mogen zij niemand zeggen, dót
moeten zij geheim houden. Maar dat vreestlijke dat
erop volgt, (lót spreekt Jezus vrij uit.
Die verbijstering klinkt zelfs na in hot korto zin
netje, Jat Markus onmiddellijk laat volgen op Jie
woorden van Jezus zelf. Mag op goede gronden als
vri; zeker worden uangenomen. dat Markus verschil
lende bijzonderheden van Petrus heeft vernomen,
dun is het alsof wc hier Petrus zelf het nog oons
hoorei» vertellen.
De voorzegging van het lijden zelf was reeds schok
kend. Maar dat de Ilecre liet bovendien nog zoo vrij
moedig uitsprak verblufte hun gJiecl cn al.
Achteraf hebben ze wel verstaan, wauroiu Jezus het
hun *00 vrijuit zeide. Maar toen verstonden zo het
niet.
Vandaar dut Petrus Jezus guat bestraffen. Hij, die
100 jubt als woordvoerder van allen was opgetreden
on door Jezus als zoodanig was erkend, meent nu
ook uiting te moeten geven aan het protest dat deze
lijdensvoorzegging in aller gemoed opro»-pt.
Hij doet het niet ten aunhoorc van dc anderen.
Daarvoor achtte hij Jezus tu hoog. Neen, hij neemt
den Meester onder vier oogon, om hem af tc raden
h«»t betreden vun den lijdensweg en althans tot voor
zichtigheid te manen. Ais het dan zoo is, waarom
hot dan zoo openlijk gezegd?
Ilct is een bewijs van dc vertrouwelijkheid In den
omgang tusschen Jczun cn de discipelen, dat Petrus
zoo vrij tegenover Jezus durfde uitspreken wat hem
en de anderen op het hart lag. Een bewijs ook van
zijn groote liefde tot den Heere Jezus, dut hij zijn
bedenking niet voor zichzelf kon houden uiaur die
moest uitsproken.
Toch glijdt die liefde tot Jezus hier uit hot spoor.
F.n duurom koert Jezus 7,ich van Petrus af en zijn
discipelen aanziende laut hij Petnis dit schijnbaar
harde, maar toch zoo liefdevolle woord hoorei»: Ga
hoen achter mij, satauus, want gij verzint niet de din
gen die Gods zijn, -niaar die der menschen zijn.
Terwijl Jezus voor zichzelf dc verzoeking ufweort,
e in Petrus 'raudgevirig tot hem kwam, grijpt hij
ook den liefhebbenden discipel aan dlo zónder het
te beseffen eon Instrument is in handen van den ver
zoeker oui Jezus' werk te verderven en daarmede do
behoudenis der wereld tc verijdelen.
Noen, Jozus is niet onvoorzichtig te werk gegaan.
Hij wist wat hij zeidc. Hij wist ook, waarom hij liet
vrijuit zeidc. En dogoen die niet wist wat hij
zeido waa Petrus. Daarom moet hij door dit gewel
dige woord van zijn Heorc wakker geschud cn uit
satans hand goiukt worden.
Petnis hoeft op Jezus' bestraffing gezwegen. Hij
zn' het toch nog wol niet ten volle liobbon begrepen.
Muar hij buit zich toch door Jezus gezeggen.
En als hij later aan Markus deze dingen verhaald
in alle getrouwheid, dan verzwijgt hij niet zijn eigen
ondoordachte bestraffing. Dan verzwijgt hij evenmin
d.t woord, waarmode Jezus zijn raadgeving heeft
teruggewezen.
Het moge dan zijn tot zijn eigen boschaining. Muar
zijn beschaming ls Jezus' cero. Jezus heeft gelijk go-
hud. Hij ziet liet nu achteraf.
En tevens ziet hij er Jezus' trouw cn lichte In dat
hij reeds toon zoo vrijuit van zijn naderend lijden en
sterven en opstanding gesproken heeft.
liet ls nu alles zon uuubiddcllijk wat Jezus gedaan
heeft. Jezus hooft blijkbuur boter geweten wut tot de
zaligheid der zijnen vau noode was dan zij zolveu.
Zeker, vanuit het oogpunt van mcnachelijke voor
zichtigheid bozien had Jezus liet beter kunnen ver-
berji.i wat er stond te gebeuren. Hoe licht kon zulk
een woord naar buiten gedragen worden door een
dei anderen. En als de vijanden het hoorden, hoe
zouden zo dan in hun boosaardige begeerte gesterkt
en bemoedigd worden. Hoe zouden zc dan jubelen,
dat Jozus zelf nu liet hopclooze vun zijn zaak wol
inzag.
Muur dio mcnschelijko voorzichtigheid Is hier juist
misplaatst .Het guat hier niet om winnen of verlie
zen. Het giuit hier ou» de volvoering van Gods Raad,
om do volbrenging van do Middclaarstaak aun Jezus
opgelegd.
Duurom Ls voor Jozus du voorzichtigheid lilorin
GEBEDEKE.
Geef mij dc overwinning. Hoor,
over mijn wil, zoo boos!
Geef mij do overwinning. Heer,
heden en morgen, altoos.
Geef dat'Uw aldoorsc.houwoud oog
schouwe in dtepte klaar
dor ziel, zoo duLster cn troebel soms!
Heer! niuakt voor II mij waart
NELLIE.
gelegen, dat niets zijn lijden cn sterven verhinderd.
En daarom, zonder zijn vijanden uit to dagen en toch
volkomen bereidwillig betreedt hij het lijdenspud.
Vrijuit, 7.00 heeft Jezus altijd gesproken. Toch niiu»
ior onbedacht of onbesuisd. Ook hierin is zijn ge
hoorzaamheid volkomen. Hij wijkt niet terug oIh zijn
ure daar is. En hij snelt niet vooruit als zijn ure
nog niet ls gekomen. Hij is volkomen boreld tot het
lij-Jen en sterven, maar niet gehaast
Dut zegt ons ook wat vrijmoedigheid ls. Niet:
alles durven zeggen wat ons voor den mond komt»
Niet: alles aandurven wat ons door het brein schiet.
Achter zulk oen overmoed verbergt zich maar nl 10
vaak htooliartighcid.
Vrijmoedigheid dat is zonder tegenspreken te ge
hoorzamen, zonder omzien naar menschen eenvou
dig te doen wut de Ileero wi,.
Wut overmoed is toont ons het gedrag van Petrua
ais hij ondanks Jezus' woord: gij zult mij numual»
volgen, toch medegaat cn valt. Wat vrijmoedigheid
is toort ons het gedrag van dienzelfdcn Petrus -ila
'.ij na den Pinksterdag ter verantwoording geroepen
wordt voor den Joodschcn raad, die oons zlju Ileero
vonniade.
ocdlghold
wat meor zegt, do
bror
1 baar kracht.
Ook hierin treft do leer van ouzo kerk zoo juist
do waarheid, dut door zijn kracht onze oude inonsrh
met heul gekruisigd, gedood 01» bogruven wordt iijKlat
do boo ze lusten des» vleoschca en daartoe behooren
ook zoowel overmoed als lafhartigheid in 011a
niet meor regecren, maar dut wij onszelf hem tot oen
offerande der dankbaarheid opofferen <('.at. vr. 43).
Kn dit offer is de verloochening van ons zelf in
liefdevolle goloovige gehoorzaamheid.
Dat maakt ons ootmoedig cn vrijmoedig.
Voor den Hccrc cn voor de menschen.
UW HEILAND WEENT....
Uii aln HU nabU ku
Lu:
19 11,
Uw Heiland woont. Hij daalt d' Olijfberg uf:
Jeruzalem! gij ziet Zijn tranen vloeien,
IJ gelden ze!Ach, ontkwunmt gc nog dc stral?
Zoekt gij bijtijds behoudt want onweers broeien:
straks staat du vijand voor uw poort vcrccndl
Uw Heiland weent!
Uw Heiland weentl Yorneom hot, drocvo siaL
O, wend ze omhoog, dlo roodgekreten oogen.
Gij, eenzaam? noen! Wio Immer u ontviel,
U bleef éón Vrlond, vol Godlijk medodoogen,
dlo mét u treurt, maar moed cn kracht verleent
Uw Heiland weent!
J. J. I. TEN KATE.