SCHAAKRUBRIEK. A A m"' m m '"■E fE:. VRIJUIT. 64 a Redacteur: W J. H. CARON Haarlemmermeerstraat 168, Amsterdam-W. Mon wordt verrockt correspondentie over dexo rubriek aan bovenst and adies te richten. PToblee.n no. 181. Auteur: K. It. COOK. - - a m 'W: i 1 - ills A i ii 1 Pi 1" •H.V! ■y i Wit begin* en geeft in twee zotten mat. Wit (7): Kgl, DbS. ft, Le2, Lg5, pi e4, 2x3. Zwart (ft): Kcl, I'M, pi. c5, «2, gö, hi. Eindspel van E. A. 38 Mac. Gregor. (Chess Players Chronicle 1853) ^8 ^4 1 1 ,;V 1 i4v i 1 i Aai' i 11' Vq I 1 ■#v. Wit begint en o. reikt rvinia.. Wit (10): Kcl, Dg7, Ldft, Pdl. Pf7, F»i. u2, 1>2, e3, ft, «5. Zwart (11): Kd7. Dh5, Tc6, Tl>2, Lc5. Ld3, Pu7, PbO, pi. ab, el, eó, e6, IT», g!i Dit eindspel, dat wij ontlocnen aan T. N. S. It., is er r.-n uit de oude d»«s; '-en 15 jaar gel.-den deed hot weer overal de ronde la „uit een blindséance van Pillsbury!" In de wiener flehachzeitung 102- biz. .535- 336 w«-td de auteur van dit schitterend clndsp»*l ontslui<-rd. Bijzonder aanbevolen! De combinatie is negen zet Ion diep. Wi .speelt het klaar? Oplossing van probleem no. 159. Auteur: J. H \RTONG. Wit Klit. Dg€, Tg4. LhS. Pa3. Pb7. pi. c2, I 2. Zwart (8): lvd» Dei, Lg8, pfAl ,,i. c3, d5, dt), hfl. Mat in twee zetten. Sleutclzct: 1. Dg6 o8! Fauttef is 1. D15 wegens 1Pd213; evenmin deugt 1. DhÜ: wegens 1De4 fit. Oplossing van probloom no. 160 Auteur: J. DAAMS. Wit (9): Kh2, Db2, Td4, Tf6 La2, Lg7. PoT», Ph7. pi. ei Zwart (8); Kef», Dc7, Tg8, Pc5, pi. c3, a\ Mat in ft»-re Z' 'ten. Sleutelzet: Db2—b& Niet goed is 1. Dc3: wegwis 1Pc5-<ltl; om hetzelfde antwoord deugt ook 1. Dc2. Goede oplossingen werden ingezonden door: J. Holleman (15!*), Boskap; II. T. Nieuwhuls 154» en 160). Aiii-nfoort; M. Opbrak (1501; H. C J. Spier 159. 1*50). Den llaag: F. PoMen-.a (159). Amsterdam; Joh. v Wen (150), llnzerswoudo. J. Uuams, Hotter dam (158 van de vorige maal.) T. Valstar '150», Uon- selers.fijk. P. Vermeer lóf. 100), Zootcnneer CORRESPONDENTIE. Verschillende oplossers, d'e voor het ecr»t inzon den, waren niet gelukkig. Dl' is volstrekt niet erg. In dnn reg.-l lukt het oplossen nie. dadelijk. Al doende leert men) J. H. tc B. In hei eindspel van Kubbcl wint wit nog een toren, nadat hij den toren, dien hij sinds don tweeden zet achter waa, op den vierden zot tcrugff* wonnen hnd. Hij I* dus ten toren voor. H. G. J. S. ta D. H. Het eindspel vau Kubbcl was in derdaad oen prachtige compositie. T. V te H. In de lioofd-.ariant wint wit, door 5. cnxdl» stellig een toren. In de tweede variant is het nog erget, dnar w't een Dame haalt en zwart niet. Dat 7Kc4 -c3 -cuwig schaak oplevert, kunt U niet .neenen, J. D. te n. 1><- omwerKiiik van uw probleem uclit ik een verht-Uring. Jammer, dat «Ie copij juist was ter- zonden. A. d. D. to H. Wanneer wit in no. 157 werkelijk „nimmer in twee zetten mat'" kan gevên, dan is dut een sterk staaltje \an incompetentie der Al-russisrhe tournooicommlssie. In dat geval heeft zij stellig teveel „Wodka" gedronken. Muar wat is Uw oordeel over do varianten van no. 157, die in deze'rubriek uitge werkt zijn? Met belangstelling zie ik uw bezwaren hiertegen tegemoet. In no. lrX is 1. DcS—cö niet goed wegens 1Kdlei en'mat kan niet volgen, daar do zw. K. Pt» kan nemen. W. P. Jr te R. Zonder drukfout zal wel tot de vro me wen.schen behooren. Mot'einin -- we strijden er tegen. Aan uw verzoek is volduan. Denkt U er om, dut mijn adres niet is Haarlemmerstraat. VERBETERING. In de vorige iiibriok .tonden enkele storende druk fouten. Sleutelzet van orohl. no. 15S is: 1. Pt4 s!3. De notatie de.r partij moe* rosp. zijn: 14. h2<g3; 20. cSXdtit c.p.; 37. Tbl—al. Pij -J»-n Eisten zet li-/.»- men. /.oolang hij ntet mat stunt, meent hij gewoonlijk ln het voordcol to zijn. Meermolen enz. BOEKBESPREKING. Dr. M. Euwe, Inleiding tot het Schaakspel,2e dr. O. H. van Got- Zonen, Goudaeen aantal eenvou dige causerieën, waarin de hootdzak.cn van het schaakspol onder de ao.macht der lezer» gebracht worden', aldus de schrij\»-r in het voorbericht. Rn oven verdei: „Wil men echter in liet schaken meor bereiken (dan het genoemd-» partij-speten als adngiv name tijdspasseerlng. Red.) dun is de studie van uit voeriger werken onontbeerli'k". Dit boekje is. gelijk het zieli noemt: inleiding. De schrijver brvng' d»-ge- nen, die er nog niets van a eten, op bevattelijke wijze do eerst» beginselen hij. Na den loop en de waarde »ler stukken behandeld te hel*ben, sjwelt hij met zijn lezer een Interessante, gefingeerde partij. Aan b»x-k je». die op de manier van ven l>».-toogje het schaak materiaal opsommen en uitleggen, is geen behoefte meer. Dit is ook niet het doel van deze „Inleiding Zij moet propagandistis» e .vuorde hebben, waarom de vorm der cuuscrie werd gekozen. Moge het velen winnen voor het schodnu spel. De naam van den schrijver waarborgt de gegeven lectuur. Ken enkele opmerking zouden we willen maken. Op hl. 3 en 4 staat: .schaken is ge»:n kansspel. Voor al kunnen we het niet als zoodanig betitelen, als wc letten op de uitgebreide sch tal littera.uur. Maar als schaken dan g»-»-n spel is. we' mag het dai. vvè! zijn?" Dit is een onzuivere geda<*° ti ii.Teng. Is de uitdruk king: schaken is te veel spel om wetenschap te zijn cn te veel wetenschap om sj*»l te zijn" hier misschien debet aan? Of is Dr. Keuwe hier, ln dit propagandis tisch werkte, plus royalist»: que le roi? Den Hertog Kuwc, I'ractische Schaakiescn, 4<- de»»l door Dr. M. «.'.uwe, G. It. van Goor Zonen, Gouda. Wanneer de beginnende schuk-i wat meer wil he reiken (zie bovenstaande bespreking), dnn is de stu die van uitvoeriger werken onontbec-'ijk. Geen werk. dat dan meer in nunm» rking komt dun „Practlsche Sch aak lessen". De uitgever kondigt hef aan als ccn onmisbaar standaardwerk voor telleren s» huker. waaraan niets t? veel ls gezegd. Hi»;r wordt iimerdaad een ultne- menden leergang gebotte-u. Schakend Nederland is rijk in»-t deze uitgave. Met het /lerde deel is de serie gecompleteerd. Dit laatste deel achten we liet meest waardevol, dour act de hi«»orsiehtï ontwikke ling van het positiespel eft. Het derde deel is zeer zeker belangwekkend om de bet proken partijopening Do geanalyseerde Indische en «ij is e»-n knup stuk werk. Maar een opening is ten slotte at»-eds wisselend in varinntenaantal: «rkende varianten worden weer legd, nieuwe ontdekt. Theorie, iie van algemeenc strekking is, lieeft gro ter vveaule dan varianten- kennis in de opening, ook al wijz:gt de eene theorie de under». Want zij streel» naar een universeel b»-grijpen d»-r gevallen en voert hour beoefenaars op hooger standpunt. Dr. Euwe w»-et zijn lezer» ook tot ilnt -'theoretisch) standpunt to brengen d<x>r zijn holden- en overtuigende wijze vun zegging. De twee- do lielft van het werkje geeft de voortzetting van de in deel II begonnen bcsoreking van hot eindspel Bijzonder trekt «laarin ile nundncht de bespreking der ninnnenelndspelcn met Mijvende fonnatic en die der toegevoegde velden in verband hiermee. Onder staand»- partij i» ontleend aun Dr. Kuwc'» boek uit het hoofdstuk: Purtijcn van Steinitz. DUBBELFIANCHETTO Gespeeld te Londen 18G3. Wit: Steinitz. Zwart: A. Mongrcdicn. 1. e?e4 ~7--g8 2. (12—<14 Lf8g7 3. c2c3 Kenmerkend voor S» dnitz. Hl] vermijdt de rompli ra tics In liet centrum en streeft er in de eerste plaats naar geen zwakke pionnen in het centrum te krijgen. 3b7—b6 4. Lel—e3 Wit wil e4 met Pd? verdedigen en brengt daarom eerst zijn Inoner In het «pel. 4Lr 8|i7 U PM -d2 (17-Ufl Tor voorbereiding van «7—e5. a Pgl—f3 Tn den tegenwoordigen tijd zou men misschien ge tracht hebben met 6. flzwart de bezetting van het centrum zoo onaangenaam mogelijk te maken; tic5 wordt dan beantwoord niet 7. fe5 dof» x dó waarmede, wit open Mijn heeft, verkregen, benevens een sterken pion op dó. Steinitz gaat deze er nplicaties liever uit den weg, omdat hij instinctief voelt, dut een breed centrum zeer groote verplichtin gen inct ziel» mede brengt. a e7—eö 7. dl X 05 De bevestiging van d»- vorige opmerking: me' 'ion tekstzet bereikt wit. dat de zwarte Loopers inferieur blijven iun opzichte vun de witte. Immers Lg7 (do slechte) »taat achter eö, terwijl Lb7 in zijn vrijheid beperkt wordt door pion o4, dn-n wit goed verdedigen kan. I)e witte Loopera kunnen daarentegen op goedo velden gepo-teerd worden. dG X e.» X. Dill o2 0-0 10. h2—1»4I Zeer juist! Hier ziet men, dat Steinitz de stelling niet volgens de „Schablone" behandelt, maar roeds een vast plan gevormd heeft. Dit bestaat ln het profiteeren vim de zwakte van den zwarten Konings- vleugel, welke het wit mcgulijk maakt, de h-lijn voor den aanval te openen. Menigeen zou hier eerst lang gerocheerd hebben, om daarna het genoemde plun uit te voeren. Hij was dun echter juist éón t laat geweest, omdat /.wart iiitusHchen met Pd7 en Pf8, hih5 (ulthuns voorloopif 1 onmogelijk zou kunnen maken. Met deze overwegingen ..iet men do grondstelling van Steinitz in pructijk gebrucht. 10PI>8- -d7 11. h4h5 l'd7—ft» Het Paurd komt te laai, oin hot "penen der li lijn tc voorkomen. 12. l»5Xgö Po7Xgfl Zwart stond voor een moeilijke kous; ligf»: waa positioneel beter, maar zou moe hij kimden met zich mede gebracht hebben, in v-.-bund r»ot het slaan op «5, b.v. 13. Pel»: Pe4: 14. I'f7: Tf7: 15. Lf7:f Kf7: 18. DDt en wit komt uiutoricel belangrijk in het voor deel. 13. 0 0 -0 Nadat wit zich het blijvende voordeel van (le open h-lijn verschaft heeft, vindt hij den tijd tot roehoe ren. Met don tekstzet dekt wi* bovondien e4, doordat na Pc4: 14. I'e4: de zwarte Douio uangevallen is. 13. c7c5. Zwart wil eon tegenactie op wit's Koningsstelling lveginnen, wat echter op niets uitloopt, duar de witte aanval veel dreigende- is. 14. Pf3—g5 r7—afi Ter voorbereiding van hó; wit komt echter vroegofc 15. PgftXl»71 Stand na 15. Pgf»Xh7t i i i i a 'Bi liet is eigenlijk niet te verwoiuli-icn, dat wit hief d»-zc besi.sscndc wending b>t zijn beschikking heeft. In de stelling vóór het offer beschikte hij immer* ndo betere telling der Lo >pers, beterr positie der Paar den, zwart heelt een gei«okerden pion op h7, wit heeft de (1 lijll Cl» lel» slotte Wit heeft de l> lijll (het belangrijkste). 15. Pf6Xh7 18. Tl»lXh7l Het consequente vervolg. Ook 16. I>h5 zou t«»t voor deel leidei» echter niet tot een onmiddellijke h»-slia> sing: 18PtO 17. D«U: I)c8 ,-n daarna I>gl. 18. Kg8Xh7 17. De2—hóf Kh7-g8 18. Tdl-hl Tf8e8 De ccnige verdediging 19. Dh5Xg6 Dd8 f8 20. Lc4Xf7f! DI6XI7 Na 20KfH heeft wit de keuze tusschen dl eenvoudige afwikkeling. 21. Lc8: Tc-8: 2i D16: LfO:, die tot c-cn gewonnen eindspel le.dt on 21. Le8: Te8: 22. Th84 Lh8: «3. LhÖt Kc7 24. LgO enz. 21. Thl—h8f Kg8Xh8 22. Dg8Xf7 Zwurt gwft op. Niet alleen staat v-" In not voordeel, maar ook ls hij nog In de geh'genheid. den aun val voort tg Botten, hetzij met Pf3 en Pg5, of met Pc4 en Pdd jATeqnftr: 93 pcBRUARl. Ho 8 JAARGANG iP?9. il sprak tilt vrUult. Rn t zich genoniua hobbn.-i- to b«s»traffi«n. Van hot oogenbllk of dat Jezus In den lering der <JLsci|vleii als du Messias, de Zone Gods is bolodon, heeft bij van zijn iiudcrcnd lijden cn sterven geen geheim gemaakt. I>ie belijdenis, door Petrus uitgesproken waarbij liij zich de tolk wist vun uilen, was het togcnwlcht om hun geloof voor ondergang te bewaren. Zij kun nen het nu hooron wat Jezus hun toch moet zoggen. Zonder dit geloof lu Jozus als den Christus zou >:ljn lijden cn sterven bij l»en geen andorc uitwer king hebben gehad dun dut zij zich ten ccncnrruilc teleurgesteld zagen. Ze zouden mcenen zich in Jcttus vergis, te hebben. Trouwens zij hebben liet toch zwaar genoog to ver duren gi-bud mot die voor hun besef tegenstrijdige uitspraken, dut Jezus ls de Christus, èn dut hij moet lijden en sterven. Juist daarom hcoft Jezus hot hun zoo onomwonden gezegd 01» geleerd. Want ze moesten zoowel hot oen nis hot ander weten cn guloovcn en vasthouden. Want alleen in do verecnlging van dlo tweo wanr- hednn ligt het Kvungollo dor verlossing. Jozus sprak het vrij uit, dat de Zoon des rnenschen vcol moest lijden cn verworpen worden van dc ouder lingen on overpriesters cn Schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen wederom opstaan. Vrijuit Als iets, dat vaststaat en woaruun niet tc twijfelen valt. Als iets, dat hij zelf zeker weet Als iets, dut niet behoeft verborgen tc worden, omdat het «tpoedig genoeg voor iedereen zal blijken. Muur ook vrijuit, als iets waartoe hij zelf ten volle bereid 's. Als iets, dut hij niet zoekt te ontgaan, maar aanvaardt. Als iets, dat hijzelf zoo cn niet anders wil. I)it is voor wie hein dit hoorden zoggen verbijste rend. Vooral omdat Jezus hun eerst zoo schcrpofijk heeft verboden, dat zij het niemand zouden zeggen, dut hij ue Christus is. Wat voor hun besef het voornaamste ls, die blijde zekerheid waartoe- zij gekomen zijn: gij zijt Je Christus - dat mogen zij niemand zeggen, dót moeten zij geheim houden. Maar dat vreestlijke dat erop volgt, (lót spreekt Jezus vrij uit. Die verbijstering klinkt zelfs na in hot korto zin netje, Jat Markus onmiddellijk laat volgen op Jie woorden van Jezus zelf. Mag op goede gronden als vri; zeker worden uangenomen. dat Markus verschil lende bijzonderheden van Petrus heeft vernomen, dun is het alsof wc hier Petrus zelf het nog oons hoorei» vertellen. De voorzegging van het lijden zelf was reeds schok kend. Maar dat de Ilecre liet bovendien nog zoo vrij moedig uitsprak verblufte hun gJiecl cn al. Achteraf hebben ze wel verstaan, wauroiu Jezus het hun *00 vrijuit zeide. Maar toen verstonden zo het niet. Vandaar dut Petrus Jezus guat bestraffen. Hij, die 100 jubt als woordvoerder van allen was opgetreden on door Jezus als zoodanig was erkend, meent nu ook uiting te moeten geven aan het protest dat deze lijdensvoorzegging in aller gemoed opro»-pt. Hij doet het niet ten aunhoorc van dc anderen. Daarvoor achtte hij Jezus tu hoog. Neen, hij neemt den Meester onder vier oogon, om hem af tc raden h«»t betreden vun den lijdensweg en althans tot voor zichtigheid te manen. Ais het dan zoo is, waarom hot dan zoo openlijk gezegd? Ilct is een bewijs van dc vertrouwelijkheid In den omgang tusschen Jczun cn de discipelen, dat Petrus zoo vrij tegenover Jezus durfde uitspreken wat hem en de anderen op het hart lag. Een bewijs ook van zijn groote liefde tot den Heere Jezus, dut hij zijn bedenking niet voor zichzelf kon houden uiaur die moest uitsproken. Toch glijdt die liefde tot Jezus hier uit hot spoor. F.n duurom koert Jezus 7,ich van Petrus af en zijn discipelen aanziende laut hij Petnis dit schijnbaar harde, maar toch zoo liefdevolle woord hoorei»: Ga hoen achter mij, satauus, want gij verzint niet de din gen die Gods zijn, -niaar die der menschen zijn. Terwijl Jezus voor zichzelf dc verzoeking ufweort, e in Petrus 'raudgevirig tot hem kwam, grijpt hij ook den liefhebbenden discipel aan dlo zónder het te beseffen eon Instrument is in handen van den ver zoeker oui Jezus' werk te verderven en daarmede do behoudenis der wereld tc verijdelen. Noen, Jozus is niet onvoorzichtig te werk gegaan. Hij wist wat hij zeidc. Hij wist ook, waarom hij liet vrijuit zeidc. En dogoen die niet wist wat hij zeido waa Petrus. Daarom moet hij door dit gewel dige woord van zijn Heorc wakker geschud cn uit satans hand goiukt worden. Petnis hoeft op Jezus' bestraffing gezwegen. Hij zn' het toch nog wol niet ten volle liobbon begrepen. Muar hij buit zich toch door Jezus gezeggen. En als hij later aan Markus deze dingen verhaald in alle getrouwheid, dan verzwijgt hij niet zijn eigen ondoordachte bestraffing. Dan verzwijgt hij evenmin d.t woord, waarmode Jezus zijn raadgeving heeft teruggewezen. Het moge dan zijn tot zijn eigen boschaining. Muar zijn beschaming ls Jezus' cero. Jezus heeft gelijk go- hud. Hij ziet liet nu achteraf. En tevens ziet hij er Jezus' trouw cn lichte In dat hij reeds toon zoo vrijuit van zijn naderend lijden en sterven en opstanding gesproken heeft. liet ls nu alles zon uuubiddcllijk wat Jezus gedaan heeft. Jezus hooft blijkbuur boter geweten wut tot de zaligheid der zijnen vau noode was dan zij zolveu. Zeker, vanuit het oogpunt van mcnachelijke voor zichtigheid bozien had Jezus liet beter kunnen ver- berji.i wat er stond te gebeuren. Hoe licht kon zulk een woord naar buiten gedragen worden door een dei anderen. En als de vijanden het hoorden, hoe zouden zo dan in hun boosaardige begeerte gesterkt en bemoedigd worden. Hoe zouden zc dan jubelen, dat Jozus zelf nu liet hopclooze vun zijn zaak wol inzag. Muur dio mcnschelijko voorzichtigheid Is hier juist misplaatst .Het guat hier niet om winnen of verlie zen. Het giuit hier ou» de volvoering van Gods Raad, om do volbrenging van do Middclaarstaak aun Jezus opgelegd. Duurom Ls voor Jozus du voorzichtigheid lilorin GEBEDEKE. Geef mij dc overwinning. Hoor, over mijn wil, zoo boos! Geef mij do overwinning. Heer, heden en morgen, altoos. Geef dat'Uw aldoorsc.houwoud oog schouwe in dtepte klaar dor ziel, zoo duLster cn troebel soms! Heer! niuakt voor II mij waart NELLIE. gelegen, dat niets zijn lijden cn sterven verhinderd. En daarom, zonder zijn vijanden uit to dagen en toch volkomen bereidwillig betreedt hij het lijdenspud. Vrijuit, 7.00 heeft Jezus altijd gesproken. Toch niiu» ior onbedacht of onbesuisd. Ook hierin is zijn ge hoorzaamheid volkomen. Hij wijkt niet terug oIh zijn ure daar is. En hij snelt niet vooruit als zijn ure nog niet ls gekomen. Hij is volkomen boreld tot het lij-Jen en sterven, maar niet gehaast Dut zegt ons ook wat vrijmoedigheid ls. Niet: alles durven zeggen wat ons voor den mond komt» Niet: alles aandurven wat ons door het brein schiet. Achter zulk oen overmoed verbergt zich maar nl 10 vaak htooliartighcid. Vrijmoedigheid dat is zonder tegenspreken te ge hoorzamen, zonder omzien naar menschen eenvou dig te doen wut de Ileero wi,. Wut overmoed is toont ons het gedrag van Petrua ais hij ondanks Jezus' woord: gij zult mij numual» volgen, toch medegaat cn valt. Wat vrijmoedigheid is toort ons het gedrag van dienzelfdcn Petrus -ila '.ij na den Pinksterdag ter verantwoording geroepen wordt voor den Joodschcn raad, die oons zlju Ileero vonniade. ocdlghold wat meor zegt, do bror 1 baar kracht. Ook hierin treft do leer van ouzo kerk zoo juist do waarheid, dut door zijn kracht onze oude inonsrh met heul gekruisigd, gedood 01» bogruven wordt iijKlat do boo ze lusten des» vleoschca en daartoe behooren ook zoowel overmoed als lafhartigheid in 011a niet meor regecren, maar dut wij onszelf hem tot oen offerande der dankbaarheid opofferen <('.at. vr. 43). Kn dit offer is de verloochening van ons zelf in liefdevolle goloovige gehoorzaamheid. Dat maakt ons ootmoedig cn vrijmoedig. Voor den Hccrc cn voor de menschen. UW HEILAND WEENT.... Uii aln HU nabU ku Lu: 19 11, Uw Heiland woont. Hij daalt d' Olijfberg uf: Jeruzalem! gij ziet Zijn tranen vloeien, IJ gelden ze!Ach, ontkwunmt gc nog dc stral? Zoekt gij bijtijds behoudt want onweers broeien: straks staat du vijand voor uw poort vcrccndl Uw Heiland weent! Uw Heiland weentl Yorneom hot, drocvo siaL O, wend ze omhoog, dlo roodgekreten oogen. Gij, eenzaam? noen! Wio Immer u ontviel, U bleef éón Vrlond, vol Godlijk medodoogen, dlo mét u treurt, maar moed cn kracht verleent Uw Heiland weent! J. J. I. TEN KATE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 13