m
SCHAAKRUBRIEK. f
m
'M
m.
A
m
■A
m
l
r:h
ft
k
y'7i
.m
m
i
Redacteur: W. J. H. CARON, tijdelijk adres: HOEK VAN HOLLAND.
Men wordt verzocht correspondentie over deze rubriek aan bovenstaand adies te richten.
Probleem no. 157.
Van: K. A. L. KUBBEL.
Eerste prijs Alrussisch Touru. 1929.
A
gp
H
-
i
1
i
AA
a'
il
T
32
11
1
g|ff
A
1
m
isi
b
c
d
e
t
e
b
Wit: Kh7, Dnfi, Tfl, Tg6, Mil. L1»K, 1V2, 1'fG, Jii.c2 h5
Zwart: K15, TH. TM, Lel, pi.cfi, cir», c(i, h4
Wit begint en geeft In twoo zetten inat.
Een schitterend en moeilijk op to lossen probleem.
Eindspelstudie van L. PROKES.
P
jp
Ui
•;A
Wit (4): KI..1, Lbt, pi.f3, liü
Zwart (4): Kf2, Ldtt, 1'gS, pi.g3
Wit aan zet bereikt ren
TIJDELIJK ADRES:
Men wordt verzocht de oplossihg(cti) blnn
dagen in te zenden aan bet tijdelijk adres
redacteur: HOEK VAN HOLLAND.
Oplossing van probleem no. 158
Van: A. M. SPARKE.
Wit (11): Kh5, Da3, Tbi, Te8, LcC, Pf5, T«2. pi.a2
d4, d7, f7
Zwart (II): Kc4, Db7, Td2, Tc2, Lh2, pl.bö, c2, c7,
f6, g3, li6
Mat in twee zetten.
Sleutclzct: 1. Pf3—hl
Oplossing van het eindspel van H. RINCK.
Wit (5): Kr8. Th8, pi.bl, c2. d5
Zwart (4): KdG, TpG, pi.cT. g4
Wit begint cn wint.
Wit:
1. KeS— f7
2. Kf7—f6
Niet 2
c2-c4!
Zwart
TgO—g5
Tg5Xd5
Te.'i wegens 3. Td8*
de turen is verloren;
bi] op de d-Iiju blijft door Td8f
Goede oplossingen werden ingezonden door: J.
Daams (15G en eindsp4 en C*. A v. 1). (l.riG cn eind
spel), beiden te Botterdam. II. T Nieitwlinis (136 en
eindsp.), Amersfoort: M. Ophroek (130 en einilsp.),
en II. (1 J. Spier (136 en eindsp.), cn van de vorige
maal 156 cn eindsp) te Den llang.
CORRESPONDENTIE.
Voor de gelukwenschen, mij bij de jaarwisseling
toegezonden, dank ik luj dezen vriendelijk. Weder
keeiig wcnsch ik oplosser* cn lezers een gezegend
1929.
H. C. J. S. te Den Haag. Zeker vertraging gehad.
*t Poststempel gaf aan: 24 December II-1? v.
J. D. te Rotterdam. In uw probleem is Ph7, wat
compositie betreft, geen mooie figuur, daar do eenige
taak is den toren in een bepaal Ie variant to dekken.
Zoudt U dit nog weg kunnen werken?
M. O. te Den Haag. Na 1. Tc4Kei: volgt in no.
155 PbG mat.
S. P. te Briclle. Uw vraag was niet zeer duidelijk.
Heeft U met „oefenstof" de problematiek of liet
partij-schaken op het oog? Voor 't laatste is uitste
kend: Den Hertog—Euwe, Prnctischn Schaaklessen
Dl. I fl.23. Voor het oplossen van problemen kunt U
nemen: J. J. P. A. Seilberger, Het oplossen van
Schaakproblemen, f 125. Een prohleenivcrzanicling
vindt U in: Ncderlandscho problemen door A. van
Eeldo f 1.90. Een dieper gaand en zeer good werk is:
II. Wocnink, Het Schaakprobleem, f2.90. Alles bij
Van Goor Zonen, Gouda.
FRANSCHE VERDEDIGING.
Gespeeld op het Noorsch Congres to Oslo.
Wit: LUNDIN
Wit:
1. e2-o4
2. d2—(14
Ecrl eigenaardige Frs
Zwart: DAIILBEItG
Zwart
e7—eO
b7- bü
isclimnn. Gebruikelijk is
(13
3. Lfld3 Lc8b7
4. Pgl—f3 c7— cö
we 't een gederailleerde siciliaan noemen!
8. Pbl—c3
9. P(14XcO
Dit neemt liet effect
c5Xd4
PbScG
Pg816
T«8—c8
<I7XCG?
den toren
'ég. Beter
LcG:, waarna zwart do mogelijkheid van (17d5
open houdt.
10. Kgl—hl Lf8dO
11. 12—f4 Ldü—b8
Er dreigde et—c3!
12. c4e3 PfGd5
13. Pc3Xd5 Dd8Xd3
Een slechte plaats voor de koningin; zij kan geen
steekhoudenden aanval op den witten koning lichten
en staat zelf gemukkelijk onder vuur.
14. Ddl-gi! «7—g6
Zwart mag natuurlijk niet rocheeren in dezen
toestand.
15. Le3— f2 Lh8—c7
Om op 1G. Lli 4 10. Ld8 te kunnen spelen
1G. Tfl—dl D(I5—u5
17. Dg4L-h3
Hier begint een duel tusschen twee dames.
17.
18. Dh3hG
19. Dhflli3
Do wijste
19.
Da!>—hi
Dili-f8
-•ijkt.
20. Ld3e4 I)f8—bi
Zwart meent, duur l.o4 ongedekt staat, dat hij pion
1)2 moet winnen. Hij loopt echter in de val. 't Hoste
was nog De7, om do gelegenheid tot rochccron bij de
hand te hebben.
21. LeiXgO! f7XpG
Dit is gedwongen. Op Db2: volgt Deh:f!
22. T.ll-dO!
Sterker darf DeGif, wnnrnn I)e7. Door den tekstzet
wordt do zwarte Dame afgesloten vnn het gevechts
terrein.
0-0
Tnl dl,
11
I
■i A
'A
s$t
i
i r!
i
SSb
m
r&.:
jmi'f
n
II
'ê'i
1
23 TdOd7
24. DhSXcO
23. Td7xh7
Tf8—17
DhiXfi
Tc8—c7
Niet 23. Df2: wegens 2G. Tf7: DI7: 27. Dc8:! cn
wit wint snel.
2G. Lf2—g3 Df4-f5
27. DeCXf5 Tf7Xfö
28. Th7—Ii8 Tf5— f8
Op Tc7—d7 volirt 29. eO T ad lib, op de d-lljn 30 c7!
29 e5—eG Tc7-g7
30. Lg3—c5
Zwart verliest op zijn minst nog de kwaliteit. Het
spel is ook overigens niet houdbaar. Duurom gaf f
zwart op. 1
RUILEN ZONDER TE RUILEN.
Allereerst blij nieuws. Enkele ruilers dachten dat
ze te Iaat waren met hun Toxclbons omdat rlio nu 31
December werden verzonden. Dc firma Verkade was
echter zoo vriendelijk op oen paar dagen niet t«»
kijken cn hoeft die bons dan ook niet teruggestuurd.
Maar nu is 't toch wérkelijk uit met de pret.
Hebt u allemaal een paar weken geduld Op uw
vragen aan de firma Verkade? U begrijpt wol dut
het daar dc laatste weken heel erg druk is en ze
niet iedereen per omgaande kunnen beantwoorden.
Dit over de Tcxclbons.
En nu zeker allemaal aan 't „kamerplanten" spa
ren. 't Is de moeite waard!
Nu volgen dn 10 regels en voorwaarden voor hen
die aan deze rubriek wenschcn nice te doen:
le.. Het is aan ons bureau mogelijk VERSCHIL
LENDE SOORTEN bons cn plaatjes tegen elkaar in
te ruilen.
2e.. Niet alles kunnen wo in ons fonds opnemen,
doch alleen d i e lions en plaatjes welke In ons aan
bod en aanvraag genoemd worden.
3e. Wat wo bij ontvangst
in voorraad hebben,
mogelijk gezonden.
•ie- Kwatta-soldaatjo:
inzenden.
5e. Vuile en beschadigde plaatjes worden door
ons vernietigd en gelden niet.
Ge. Het verdient aanbeveling naam en adres steeds
lnppc te vermelden opdat uw
Iccering niet zoek raakt,
le stukkon worden ge-
w aanvraag niet
wordt genoteerd cn zoo spoedig
s en Sickosz-wapons opgeplakt
duidelijk op dc
zending bij onvoldoende' "frai
want mot strafport bezvvn
wcigérd.
7e. Brieven moeten vergezeld gaan van 15 CTS.
aan postzegels, zullen zij voor beantwoording in aan
merking komen.
8e. Het staat aan ons de waarde te bepalen van
wat U zendt. U zendt wat U kwijt wilt en vraagt wat
U wenscht ,niaar moet aan ons do hoeveelheid over
laten.-
'Je. Zij die ons specinle nummers vnn de Klaver
blad, bloemen en Vogelalbum vragen, zenden we zno
veel mogelijk het gevraagde. Voor de nummers dio
we niet voorradig hebben sturen we andere exem
plaren die in te ruilen zijn bij: De directie dor
Iteclameafdocling van de Klavcrblad-Karncmclkzecp-
fabriek. Spaarwouderstraat 14, Haarlem.
10e. De vetgedrukte namen in onze aanvraag zijn
van <1 i e bons en plaatjes waar veel aanvragen van
liggen, waar dus bi' voorkeur niet om gevraagd moet
worden en waar wc. voel van kunnen gebruiken.
Gevraagd worden deze weck:
Van Delft Vogel plaatjes, Erdal-Pclikanon, Van
Houtenbons, Kwutta-soldaatjes, Kamerplaiitcnbons-
cn -plaatjes, Sunlight- en iincurlons cn NVuscholine
Hollanuplaatjcs.
'Aangeboden worden:
Droste bons, lIUlc bons. Plaatjes vun de Vorkade'a
albums: Lente, Zomer, Herfst, Winter. Blonde Dui
nen, Bosch cn Heide, Bonte Wei, Naurdornioer, Mings
de Zuiderzee, Do Vecht, Do IJsol, Friesland, .Mijn
Aquunum, De Bloemen in onzen Tuin en Texel, Sio-
keszwapens en Klaverblad Bloemen en Vogelplaatjos.
iog ccnigo correspondentie:
Ten slotte i
P. v. d. B. tc Den Haag. 't Komt zoo gauw mogelijk
lu orde.
E. de V. te Rotterdam. Even geduld a.u.b.
H- W. T. te Zaid-Beijcrland. Zie art. 1 en 2.
isam. B. te Den Haag. Een groot aantal bons dat ja
zoudt was ongeldig. Onze zending was precies ut
orde, hoor'
MeJ. H. to Loosduinen. Nee, voor Sunlight- of Vim-
curtons kunnen wc u niet noteeren. Zoekt u maar
iets uit onzen voorraad uit. Wc hebben eenige weken
geleden ul bekend gemaakt dut minstens tot 1 Febr.
do vragen nuar Sunk- en Vimcurtons en evenzoo
nuur lvwutta soldaatjes stop gezet moesten worden.
Heeft u dat niet gelezen?
A. B. te RoPerdam Kr zijn 7 „Knmcrplnntcnbons'*
voo. u gcnoUcrd. U krijgt heel wat van uw zending
terug omdc u artikel 2 niet gelezen.liadt voor u uw
zending verstuurde. En artikel 4 ook al niet.
G. B.-K. te Rotterdam. Daiir kunt u nog 73 voor
krijgen.
Arie P. te Schcrpenzeol. Daar kun Je (120X2)
(23 X 5) 365 Sickeszwapcns voor krijgen vun halve
waarde.
W. v. L. te Rotterdam. IJw brief kruiste liet eerste
deel van onze vcrvolgzcnding. Dczo week nog hopen
wc dc tweede 20hona te kunnen verzenden die ui toe
komen. Dus geen sprake van een abuis. Als u alleen
even gcdul.. hebt en niet per omgaande antwoord
verlangt.
Tea v. d. B. to Schevcnlngon. Je ruilt die plaatjes
zelf wel hij de fu. Vcrkndo in voor dc gowenschte
't H. te Pernis, G. J. te Middelbands en P. do
P. te Rotterdam.
Hebt u niet gelezen dat de AmstelannvrnnK ver
vallen is? Als ii met het nu gezondene geen genoegcr
neemt is het te ruilen tegen iets anders uit onzer
voorraad.
en volgend keer zullen wij weer eens
men aan wie cn wat we schuldig zijn.
ONS RUILBUREAU, SOEST.
Het vertrouwen geeft zich, maar niet op commando.
Jaagt en grijpt toch naar de volmnnkte heiligheid,
totdat gij ze deelnrhtig wordt: en is het, dat gij on
volmaakt blijven zult, totdat gij op uw doodbed den
adem zult hebben uitgeblazen, weet dan tot uwe aan
moediging. dat bet zelfs zaligheld is, hier op aarde
naar de volmaaktheid fe grijpen.
(Wulfert Floor.)
ZATERDAG 12 JANUARI.
No. 2 JAARGANG '9'9.
TOON MIJ UWE HEERLIJKHEID.
hoorlUkhcid.
Exod-us 33 18.
Zoo hooft Mozes gebeden in een van de heiligste
oogenhlikken zijn levens.
Iiij had geworsteld in het gebed om vergeving
voor liet volk, dat den Ilcerc had vertoornd met het
gouden kalf, dat zij hadden gemaakt tot een beeld
vnn Hem. En de Heerc had hun vergeven.
Hij had nog meer van don Heerc verkregen. Want
toon de Heerc gedreigd had het zichtbaar toeken
van zijn tegenwoordigheid, de wolk- cn vuurkolom
weg te nemen, cn in plaats van zelf in het midden
zijns volks op tc trokken een engel voor hen henen
te zenden, toen had hij gesmeekt, dat des llceren
aangezicht, d..i do Heerc zelf toch zou medegaan. En
de Hccro had zich vnn hem laten verbidden.
En nu verslout hij zich nog meer van den llccrc
te vragen: Toon mij nu Uwe heerlijkheid.
Maar dit kan hij niet verkrijgen. Dit zou te veel
voor hem zijn. „Gij zoudt mijn aangezicht niet kun
nen zien; want Mij zal geen mcnsch zien en leven"
(vs. 20).
Zullen wij zeggen, dut Mozes in dit begeeren liceft
gezondigd? Du Heere zelf zegt het niet. Want do
Heerc weet welke drang des harten deze begeerte
croorzaakto.
I)c verhouding tusschen den Hccro en Mozes was
van zoo geheel bijzonderen anrd. Dit blijkt reeds
daaruit, dat de Ilecre op dc verhooring van zijn
bede: laat Uw aangezicht medegaan, de betuiging
Inat volgen: „dewijl gij genade gevonden hebt in
mijn oogon, en Ik u bij name ken" (vs. 17).
Meer dan een profeet was hij. Want do Hccro
openbaart zich nart Mozes zooals Hij zicli aan een
profeet niet openbaren zou: „mond tot mond spreekt
Hij mot hem en door aanzien en niet door duistere
woorden, cn dc gelijkenis des Hoeren aanschouwt
liij" (Numori 12 8).
Maar Mozes begeert nog hooger cn meerder. Want
or i s nog hooger. Des Hoeren heerlijkheid is nog
voor hem verborgen. Die aanschouwen alleen dc hui
ligo engelen In den hemel. En dit hcmelscho is het,
Waarheen zijn begeerte zich uitstrekt.
Zoo deze begeerte u to hoog mocht lijken, omdat
7.o uzelf vreemd is, meet dan toch dit gebod vun don
man Gods bij uitnemendheid niet af naar uw eigen
lang geestelijk peil. Erken liever, dat gij tot oorüec-
len cn bcoordcclen buiten staat zijt, en verstout u
niet "to yeroordcelon wat God niet veroordeelt.
O zoovclcn blijven altijd op dcnzclfden lagen trap
van hun Godskennis.
Daarbij behoeft ge nog niet eens te denkon aan die
velen, die wel weten dat er een God is cn zich nu cn
dan iets over Hem laten zeggen, ook wel eens bidden
om hulp in verlegenheid cn redding uit nood, maar
die overigens praktisch daarheen leven alsof er geen
God wus-
Nccn, ook onder degenen, die trouw hun Bijbel lo
zen cn ter kerk gaan cn het gebed op dc vaste tij
den, waarin dit in onze Christelijke kringen gebruik
ls, niet nalaten, zijn er maar al te velen bij wie het
ontbreekt aan toeneming in geloof en gemeenschap
met den lleere cn geestelijk leven.
Als het goed met u is, dun moet er een drang in u
zijn den Heerc meer te leeren kennen, in steeds inni
ger gemeenschap met den Heerc tc verkeeren.
Zoo ge dien drang 'moogt kennen, openen zich voor
U schatten van geestelijke genieting cn geestelijke
kracht, die gij van tevoren niet hadt vermoed.
Dan wordt uw leven een wandelen met God. Niet,
dot ge daarvoor uw aardsch beroep zoudt moeten
verwaarloozen, om een soort kloosterleven buiten
aanraking met de wereld tc leven. De geschiedenis
heeft al te zeer getoond op wat droeve teleurstelling
dit uitliep.
Wandelen met God moet het juist worden midden
in het volle leven. Dat is niet zoo gemakkelijk uls de
werold te ontvluchten en u op tc sluiten in een kring
van gelijkgezinden.
Want dat volle leven wikkelt u in strijd. Door de
wereld,heen inct uwen God, zoo is uw roeping.
Juist dat loven voor uw God in liet midden van dc
wereld doet de behoefte gevoelen aan innige ge
meenschap niet Hem.
Dc wereld voedt uw gemeenschap met uwen God
niet Het leven daar stelt u als kind van uwen hc-
nielsclien Vader op een zwaren proef. Het plaatst u
voor allerlei vragen en moeilijkheden-
Dit dringt u dan weer om licht en wijsheid en
kracht te zoeken in de gemeenschapsoefening met
Hem. Gij hebt dat altijd meer noodig. En Iiij wordt
u steeds rijker. Uw wandel op aarde draagt dan
meer en meer het kenmerk van uw burgerschap in
de hemolen.
Zoo wordt het begeeren naar gedurig inniger ge
meenschap met uwen God gaandeweg sterker. Tot
dat ge gevoelt, dat hot eigenlijk in den hemel eerst
ten vollo bevredigd zal worden.
En zoo wordt die bede van Mozes u begrijpelijk,
om al was liet maar éón oogenblik zich te mo
gen verlustigen in dc volle aanschouwing vun de
heerlijkheid zijns Gods.
Er is in die begeerte geen zelfverheffing, veel min
der vlcoschclijke nieuwsgierigheid om het hemclschc
mysterie neer te halen in het leven op aarde. Neen,
liet is do drang der liefde om dc volkomen onge
stoorde gemeenschap met den Heerc te mogen sma
ken.
Daarom antwoordt dc Heerc hem ook niet aller
eerst met hem tc zoggen dat dit niet kan geschie
den, maar met de toezegging hoeverre zijn begeerte
voor vervulling vatbaar is. „Ik zal al Mijn goedig
heid voorbij uw aangezicht laten gaan cn zal den
naam des Hccrcn uitroepen voar uw aangezicht" (va
19)-
Meer nog: zelfs de heerlijkheid des Ileercn zal
hem voorbijgaan. Maar op dat oogenblik zal dc Heerc
Mozes in een kloof der steenrots zetten en met zijn
hand zijn knecht overdekken (vs. 22). Zoo zal hij op
buitengewone wijze in de tegenwoordigheid van zijn
God \orkosr?n, ook al zal hij Gods hcmelscho heor*
lijkhcid niet zien.
Nu moet pc bij dit alles zeker ook bedenken, dat
zelfs Mozes nog loefde in dc liedeeling der schadu
wen. Zijn middi'laurscliap beeldt liet middelaarschap
van Christus af. Maar moer'dan een afbeelding ia
het niet.
Christus zelf is het afschijnsel van Gods heerlijk
heid. Wat Mozes niet kon erlangen, omdat hij tocl*
nog maur oen mcnsch, een zwak en zondig mensch
was ,dat heeft onze Middelaar als dc ceniggeboreji
Zoon des Vaders.
Meer nog. Als Philippus op zijn wijze Mozes' beds
overneemt en tot Jezus zegt: „Heerc, toon ons den
Vader, cn liet is ons genoeg," dan antwoordt hïin
Jezus: „Wie mij gezien heeft, die heeft den Vader
gezien" (Joh. 14 S cn 9).
Daarom kan do apostel zeggen: „Wij allen, mot
ongedekten nnngeziclite dc heerlijkheid des Hecren
als in cenen spiegel aanschouwende, worden naar
hetzelfde beeld in gedaante veranderd van heerlijk
heid tot. heerlijkheid als van des Hoeren Geest''
(2 Cor 3 18).
n spiegel" wijst ook nu nog
i is gesteld voor ons kennen
Maar dat „als in ee
op do beperking, dio i
van God.
Ilct Dl ij ft ook voor ons een „kennen ten dcelo",
een „zien nis door een spiegel in cenc duistere redo"*
(1 Cor. 13 9 cn 12). En het volmaakte, het zictl
„aangezicht tot aangezicht", liet „kennen gelijk ook.
wij gekend zijn" dut komt nog. Maar hier op aarde
komt het niet.
Daarom hebben wij ons tevreden te stellen mot
wat de Heerc nu reeds schenken wil. En dut is ons
ook genoeg. Zoo wij het maar recht gebruiken!
Dat zal ons bewaren voor do overspannen begeerte
om het hcmelscho reeds op uardo te willen bezitten.
Het zal er ons toe leiden om onze ziel tc houden als
het gespeende kind bij zijne moeder.
En het zal ook in ons levendig houden dc begeert*
naar des Hoeren heerlijkheid, die wij zullen nnn-
schouwen. Dan, «ils het blij vooruitzicht wonlt verwe
zenlijkt. (Psalm 17 15): „Maar ik zal Uw aangezicht
in gerechtigheid aanschouwen; ik zal verzadigd wor
den met Uw beeld, als ik znl opwaken."
IJZEL.
Wit omhulfd staan alle hoornen:
ijzol is er op gekomen.
O, wat is dat won(Jgrmooi:
al die ijle ijskristallen,
dio zoo keurig samenvallen
tot zoo kostelijk een tooi!
Toch moest het altoos zoo blijven
't lood en waar" niet beschrijven!
't Ilcele menschdom slaakte een zuc
zou zich bitterlijk beklagen,
jammerend om uitkomst vragen:
ijzelboom cn draagt geen vrucht!
Zoo de ziele, die wil streven
om te spinnen, om te weven,
heel beur eigen dougdentooi.
Ja, dc menschcn die 't aanschouwen,
leggen wel, in blind vertrouwen:
„O, wat is die ziel toch mooi!"
Maar Gij ziet mot andere oogon.
Gij, o Heer, kunt niet gedoogen
tooi die nimmer vrucht en draagt.
Niet dat zélf men spinnc, wove, -
dat men 't al U overgevc,
dat is 't Heerc, wat Gij vraagt.
Eigen tooi toch is vcrganklijk:
eigen dougd is onontvankelijk
voor 't bestaan der eeuwigheid.
Wat wij doen, het is gchrcklijk,
on Gij wilt ons onbcvloklijk,
heilig, 'lijk Gij zelf het zijt.
Heilig kan geen nienscli zich maken;
muur nis wij onszelf verzaken
en met U den dood in gaan,
dan stort Gij Uw eigen Leven
in ons, opdat vrucht wij geven,
waardoor wij voor U bestaan.
IJdelheid is al ons streven,
ijdel is al 't spinnen, weven,
nan onz' jlgcn deugdontool:
van Uw hemel lacht Uw zon, en
al ons werk, zoo stout begonnen,
smelt als 't ijle jjzclmooil
Uit „Stumclingcn" door NELLY.