Oil nummer bestaat uit IWEE Bladen EERSTE BLAD. CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 9d® JAARGANG MAANDAG 24 DECEMBER 1928 NUMMER 2627 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Lnidcn «n buiten Leiden wemr «genten geveeügd cijn Per kwertanl150 Per weck f 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2 90 Vrede op aarde. Het behoeft onder ons geen nader betoog, dat van de drie strofen van den Engelenzang; Eere zij God, Vrede op aarde, In menschen een welbehagen, de eerste, het Eere zij God, de voor naamste is. Uit God, door God en tot God zijn alle dingen. Maar Gods raad heeft het nu een maal zoo bepaald, dat Hij in het vre de op aarde en het welbehagen in men schen op het hoogst Zich wil doen ver heerlijken. Daarom zijn die twee voor ons van zoo groote waarde. Om het doel. de eere Gods, is ons het vrede en welbehagen een begeerlijk goed. Hoe gansch anders verstaat de we reld dat vrede op aarde. Bij den eenen een mystiek mijmeren over de enge- lenboodschap een voor een oogenblik aardsche beslommeringen opzij zetten om het goede, het schoone van het le ven te laten zien in bovenaardschen luister. Voor den ander een haken naar den vrede tusschen alles wat in scherpen strijd tegenover elkander staart, een heenblikken naar een verre, maar toch naar het schijnt bereikbare, toekomst. Echter bij geen van beiden een aan vaarden van wat God zendt om Gods wille. Geen vrede van God en bij God, maar een vrede in dit leven. Het is vooral het socialisme in zijn velerlei schakeeringen dat ons dien vrede voor oogen schildert. Als maar eenmaal door het socialisme de wereld is omgevormd, dan zal de vrede op aarde aanbreken. Daarom is die mid delste strofe van den Engelenzang voor het socialisme zoo'n gewilde me lodie. Jaren lang was het vooral de onvrede met den arbeidstijd die bezon gen werd. Ook nu weer zal het weerklinken van de spreekgestoelten in de volks vergaderingen, in de periodieken en dagbladen, in de illustraties en door de radio, dat de vrede op aarde komt als het socialisme zijn doel bereikt heeft. Er is een tijd geweest, niet meer dan een dertig jaar geleden, dat het socia lisme het lied langs de straat deed weerklinken: „En wordt- het dan nooit geen Zaterdagavond, Zaterdagavond zeven uur?" Dat was het lied van op stand tegen den overmatig langen ar beidsdag. Daar was toen inderdaad re den om tegen dien langen arbeidsdag te toornen. Nu zegt het socialisme, dat zijn stre ven, zijn strijd, de verbetering bevoch ten heeft. De vrede over den arbeids tijd die wij nu hebben in de wettelijke 45 48-urige werkweek wordt voorge steld als een socalistische zege. Zou het waar zijn? Maar mogen wij dan even in herin nering roepen, dat reeds in het begin der 19e eeuw Robert Owen in zijn ka toenspinnerijen in New Lanark den 10-urigen arbeidsdag invoerde en dat hij streefde naar het ideaal den 8- urigen arbeidsdag. Ook in ons land was Willem van Hogendorp terzelfder tijd reeds opge treden als verdediger van een dag van acht uur voor den industiearbeid. In 1874 voerde mr. Ie Poole in De Standaard reeds het pleit voor verkor ting van den arbeidsdag. Neen het is niet het socialisme ge weest. dat de druk zoo groot deed wor den, dat de 8-urige arbeidsdag werd afgedwongen, 't was minister Aalberse in het kabinet-Ruys, die betrekkelijk onverwacht met het voorstel kwam. Onverwacht, want slechts een paar jaar tevoren promoveerde aan de Vrije Universiteit mr. L. H. van Winkelhof op een proefschrift over den normalen arbeidsdag, waarin hij o.a. het pleit voerde voor een 10-urigen arbeidsdag. Maar wat meer zegt, het socialisme, dat stoelt op de Fransche revolutie heeft juist in die revolutie omverge worpen wat aan goede regeling in een overigens volstrekt niet onfeilbaar gil den-stelsel aanwezig was. De vloek der gtlijkheid, der vrijheid, was de oor zaak van het geweldige onrecht der lange werktijden. Wij hadden in den gildentijd de nor male arbeidsdag, waarvan het begin en het einde door de stedelijke toren klok werd vastgesteld. Hier was naar het inzicht van de stad, waar men woonde, de werkdag geregeld. In Upitschland werd onder de regeering van Frederik den Tweeden voor het departement Weserlingen een werk dag vastgesteld voor de boerenbevol king van 8 uur 's zomers en tl uur s v.-inters. Ook in Engeland waren reeds in de Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Slreeknei Lisse AD VE RTENTEE -PRIJS Gewone Advertentiën per regel 227i cent Ingezonden Mededeellngen dubbel Uriei Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden da* gelijks geplaatst ad. 40 cents 14e eeuw regelingen van den wettelij- ken arbeidsdag bekend. Doch genoeg om te doen zien hoe dwaas de bewering is van het socia lisme, als zou de regeling van den ar beidsdag een zegening der revolutie zijn. Integendeel telkens tracht het so cialisme zich meester te maken van den toestand op een oogenblik dat gunstig is om dan te schermen met een vrede op aarde door het socialisme gebracht. Wij bestrijden met alle macht die in ons is tegen dit streven. Wij willen vrede op aarde, ook vre de in socialen zin, door het recht. Wij willen vrede in de arbeidsrege ling omdat God daarin patroon en knecht doet samenwerken aan de ont plooiing van Zijn schepping. Het vrede op aarde is ons dierbaar, omdat het cere zij God in de hoogste hemelen ons het hoogste is, een eere ciie ook op deze aarde moet gezien worden. Zoo stemmen wij ook nu op ons Kerstfeest den blijden jubel aan „Vre de op aarde", omdat wij er in onze ziel cn met onze lippen aan doen vooraf gaan „Eere zij God". STADSNIEUWS. fropagandavergadering der staatkundig geref. partij. Zaterdagmiddag 4 uur is in het Nut een propagandavergadering van de Staatkundig Geref. Partij gehouden, die goed bezocht was. Op deze verga dering voerden het woord de heeren C. N. van Dis, van Zeist en E. Kuyk, van Amsterdam. Do voorzitter, de heer D. van Leeu wen, van Alphen aan den Rijn, opende de vergadering, liet zingen Ps. 89 7, las Jesaja 31, ging voor in gebed en heette daarna de aanwezigen namens den Kamerkieskring welkom. Spr. wees er vervolgens op, dat de a.s. ver kiezingen staan in het teeken der coa litie. Ten nauwste hangt hiermee sa men art. 36; wie artikel 36 belijdt, kan niet meedoen aan de propaganda voor de coalitie. Spr. zegt dit met name tot de leden der Chr. Geref. Kerk, welke kerk art .36 ongewijzigd handhaaft, alsmede tot vele Gereformeerd-Her vormden. Spr. gaf vervolgen:; het woord aan den heer E. Kuyk tot het houden zijner rede >ver: .,De wortel der coalitie met Rome". De heer Kuyk begon met op te merken, dat vanaf het paradijs er een scheur gaat door de menschheid: de tegenstelling revolutie en evangelie. De revolutie is in wezen de ontken ning van het recht, dat God op den mensch heeft, en het evangelie is de handhaving van dat recht Gods op den mensch van Gods zijde. Die tegenstelling vinden wij ook in den loop der historie van oud-Israël. Wel was Israël een theocratisch volk, er. had het als zoodanig een andere be deeling dan de andere volkeren, doch ook voor deze laatste geldt, zoo goed als voor Israël, dat zij zich èn als per soon èn als natie hebben te buigen on der het Woord Gods. Dit is geen theo- cirtie, maar „bitliocratie": heerschap pij van het Woord Gods. Rome wil van zulk een heerschappij niet weten, daarom is het verwijt, dat de S.G.P. in dit opzicht Roomsch zou zijn, on rechtvaardig. Na den Pinksterdag werden ook de volkeren der heidenen gezegend met het licht des Evangelies. Zoo is ook tot ons gekomen de roeping, ons te buigen onder het Woord Gods, onvoor waardelijk. Niet slechts voor de enke le personen, doch ook voor de overhe den geldt dit, en dit hebben onze va- doren neergelegd in art. 36 van onze Nederlandsche geloofsbelijdenis. Kerk en Staat zijn dan ook wel on derscheiden, maar toch ten nauwste s aan elkaar verbonden. Calvijn ge bruikt hier het beeld van ziel en li chaam. T. Toen in de Middeleeuwen de Kerk hoe langs zoo meer verbasterde, kwam zoowel in het kerkelijk als in het staatkundig leven het gezag van den mensch in de plaats van het gezag van het Woord Gods. Daardoor werd de revolutie in de harten voorbereid. Door de Hervorming heeft God het licht weer doen schijnen op den kan delaar en werd, zooals Groen van Prinsterer zegt, de opkomst der revo lutie gestuit. Het is alzoo niet waar, wat de Roomsche geschiedschrijvers zeggen, dat de reformatie de revolutie b^sft voorbereid. Juist gaan bijgeloof en ongeloof gewoonlijk van elkaar vergezeld, en het Roomsche Staats recht bevat in zich de kiem der revo- U Wat de Roomsche kerk zelve be treft wel heeft Beza haar met het Tien sta m men r ijk vergeleken en heeft Calvijn zich in gelijken zin over haar uitgelaten, doch deze y.rardeen.i .s aikomsüg uit d<nj tijd vóór het concilie van Trente (15451563). Op deze laat ste kerkver^aJ.rng werd wat misbrui ken was tot grondsu-g en regel, en werd over de leer van de recht vaar digmak mg door het gelo.if alleen, het anathema (vervloeking) uitgesproken. Sindsdien zijn de Prote.U&ntsche ker ken de ware katholieke, c.i. algemeen© kerk, hetgeen spr. me' citaten uit Groen van Prinsterer staaft. Men zegt tegenvrocrdig wel': de strijd gaat niet zoozeer tegen het bijgeloof dan wel tegen het ongeloof. Doch se dert Trente staat Rome als kerk principieel aan de zijde van ongeloof en revolutie. Door het verflauwen van den geest der reformatie heeft in de 18de eeuw het beginsel der revolutie opnieuw ge triomfeerd, ook in Nederland. Toen in 1813 de Franschen het land uit werden gejaagd bleef echter de Fran sche geest heerschen, die tot uitdruk king kwam in het liberalisme. Heeft Rome zich daartegen verzet? Het heeft meegeholpen, den Bijbel van de scholen weg te nemen. Ex ungue leonem: aan den klauw herkent men den leeuw! Daarna kwam de tijd waarin Room- schen en Protestanten niet één doel,, doch één belang hadden. Moesten de laatsten uit nood komen tot bij- zondere scholen met den Bijbel, de eersten wenschten voor hun kinderen s< holen, waar zij in de pauselijke loer onderwezen werden. Dit was de Coa litie, waarbij het alzoo niet ging om een gemeenschappelijk beginsel, doch om het gezamenlijk bereiken van een ttpaald doel in den schoolstrijd. Om des tijds wille brak spr. hier zijn rede af. Nadat gezongen was uit Ps. 81: „Och, had naar Mijn raad", gaf de voorzitter het woord aan den heer Van Dis. De heer ir. C. N. van Dis had tot onderwerp: „De coalitie en haar re sultaten". Onder de coalitie verstaan wij de samenwerking der A.-R., C.-H. en R.-K. Vóórdien hadden de Roomschen met de liberalen samengewerkt, van wie zij de herstelling der bisschoppe lijke hiërarchie hadden verkregen. Er was destijds nog geen anti-revo lutionaire partij, wel een anü-revolu- tienaire richtir waarvan. Groen van Prinsterer de woordvoerder was. Groen wilde wel samenwerking met Roomsche personen, evenals zelfs met conservatieven of radicalen, doch hij had daarbij niet de partijen op het oog. Samenwerking met andere par tijen achtte Groen alleen mogelijk op Christelijk-historischen grondslag, en een dergelijke samenwerking zou met Ultra-montanen zeker niet mogelijk zijn. Toen de Roomschen dc liberalen niet meer noodig hadden, zochten zij contact met de conservatief-liberalen en de anti-revolutionairen. Groen ver zette zich in 1871 tegen een dergelijke samenwerking met Rome, waarbij prof. Brummelkamp aan zijn zijde stond. In 1872 keurde Groen het af, dat de A-R. zich evenals de R.-K. verzetten tegen een amendement tot afschaffing van het gezantschap van den paus, die toen zijn wereldlijke macht verloren had. De man, die de coalitie in ons land heeft bewerkt, was dr. Kuyper, met dr. Schaepman. In het begin van zijn politieke loopbaan werd de samenwer king met Rome door dr. Kuyper ten sterkste veroordeeld, hetgeen spr. met citaten uit „De Heraut" en den eersten druk van „Ons Program" aantoonde. In 1888 veranderde dr. Kuyper van standpunt en kwam het eerste coali tie-kabinet tot stand. Wel liep het met dtze samenwerking tusschen A.-R. en R.-K. na enkele jaren spaak, doch Kuyper en Schaepman deden alle mo gelijke moeite haar weer te herstellen. Dr. Kuyper sprak destijds in „De Stan daard" van het „één zij-i in wortel en stam", waartegen ds. Lindeboom, thans oud-hoogleeraar, opkwam. Na de vereeniging in 1892 waren het voor- el de Chr. Geref. predikanten, die zich tegen de coalitie verzetten, o.a. wijlen ds. Wisse, docent van Lingen en ook ds. Janssen, de tegenwoordige veld prediker (in „De Wekker" van 1904). De coalitie heeft er bij het Calvinis tisch volksdeel niet ingewild. Nadat spr. nog met enkele woorden gewezen had op de gevolgen der coa litie, waardoor Rome „troef" is gewor den, ging spr. de resultaten daarvan na. Er is van haar geen wetgeving te verwachten, die gegrond is op het Woord Gods; trouwens, hoe zou dit mogelijk zijn waar de C.-H. partij voor een groot deel uit ethischen bestaat? Het kabinet-Kuyper heeft bitter te leurgesteld. Een vloekverbod bleef achterwege, van weder-invoering der doodstraf was geen sprake, de vaccine, dwang bleef gehandhaafd, van een nieuwe Zondagswet of handhaving der bestaande was evenmin sprake. Men had alleen het oog op de Vrije Universiteit, die den effectus civilis verkreeg. Aan deze Universiteit is ech ter ook verflauwing der beginselen ingetreden. Spr. wijst in dit verband op de kwestie-Geelkerken en het standpunt ten opzichte van het too- neel door studenten en hoogleeraren ingenomen. Onder de latere coalitie-kabinetten ging het evenzoo. Er werd geen prin- cipieele politiek gevoerd; integendeel werd de verzekeringsdwang ingevoerd, werden subsidies voor tooneel ver leend en een subsidie van 1 millioen voor de heiaensche Olympische Spelen voorgesteld, werden Zondagstreinen ingelegd enz. De coalitie heeft afbrekend gewerkt op de beginselvastheid. In de A.-R. pers werd alles verzwegen wat de Roomschen kon mishagen, b.v. ten op zichte van de Borromaeus-encycliek. In dit verhand wees spr. op de uiting vhn mr. v. d. Berg, welke anti-revolutio nair in 1915 het pleidooi voerde voor het gezantschap bij den paus uit pa cifistische motieven, hij zeide, dat er een macht boven de volken moest zijn om den vrede, desnóods met geweld, to handhaven en dit opperhoofd kon niemand anders zijn dan de pausl Zoowel inzake de opheffing van art. 123 Indisch Regeeringsreglement (tweeërlei zending) als nog onlangs bij het subsidie voor de R.-K. Handels- hoogeschool te Tilburg steunden de A.-R. de Roomschen. Uit dit alles volgt wel, dat door de A.-R. in de coalitie de beginselen aan üe belangen zijrt opgeofferd. Spr. eindigde met een opwekking, tegen Rome en de revolutie het Evan gelie te dellen, zooals de Staatk. Geref. Partij wil. Wel is deze partij n°S klein en telt zij niet vele rijken en machtigen en edelen, doch God kan ook een Gideonsbende zegenen, ge lijk ook in de laatste jaren meermalen gebleken is. De voorzitter sprak nog een kort slotwoord, waarna de heer E. Kuyk voorging in dankgebed. DE LAKENHAL. Zaterdag is in de Lakenhal een tentoon stelling geopend van schilderijen, minia turen en silhouetten van 1800 tot 1850. Aan de openingsrede van Mr.-A. van de Sande Bakhuyzen, voorzitter der Laken halcommissie en burgemeester dezer ge meente, is het volgende ontleend. Spr. is zeer dankbaar, voor het feit, dat velen gehoor hebben willen geven aan de tot hen gerichte uitnoodiging, om bij de opening van deze tentoonstelling tegen woordig te zijn. De Lakenhal, aldus spr., heeft behoefte aan de belangstelling van de bevolking en wel des te meer, omdat de samenwerking tusschen de verschillen de vereenigingen op kunstgebied te Lei den, in den laatsten tijd te wenschen over laat. Spr. stelt het daarom op prijs, dat de Lakenhal met de vele tentoonstellin gen, die er gehouden worden, door de bur gerij hoe langer hoe meer als het centrum van het kunstleven in Leiden wordt be schouwd en spr. zou het op prijs stellen, indien uit deze burgerij zelve eenige rich ting zou worden aangegeven, voor e.v. te organiseeren tentoonstellingen, waarvan verwacht kan worden, dat zij de belang stelling zullen hebben. Spr, dankt ten slotte de voor deze ten toonstelling opgerichte commissie en de inzenders, die hun stukken wel hebben willen afstaan. Mr. dr. J. C. Overvoorde wees vervol gens op het groote belang, dat deze ten toonstelling heeft. De meeste ingezonden stukken, aldus spr., zijn de portretten van de in doorsnee meer gegoede burgerij en ziLgeven een duidelijk beeld van de phy- sionome en van de costuums, uit die da gen. Over het algemeen, vervolgde spr., heeft men een verkeerd denkbeeld van de schilderkunst uit de jaren 1800 tot 1850, juisi liggende tusschen den nabloei van den tijd der oude meesters en den opbloei van de nieuwe Haagsche school. Ten on rechte beschouwt.men dit tijdperk als een woestijn in de schilderkunst, waarin slechts een enkeling als oase voorkomt. In dit verband wees spr. op uitspraken van Wurzbach, die o.m. Broere een theoloog dilettant noemde, maar van wien, aldus spr., op deze tentoonstelling prachtige stukken aanwezig zijn, die met recht de bewondering opwekken, o.a. een portretje van een dertienjarigen jongen, dat zoo su bliem is, dat bet aan de oud-Italiaansche School doet denken. Het Is de groote verdienste geweest van prof. Brom uit Nijmegen op dezen schil der, eerst te Hageveld en vervolgens te Warmond, het eerst de aandacht te heb ben gevestigd. Beter, dan in de donkere kerkelijke pastorieën komen deze stukken hier, onder een juiste belichting uit. Het is juist de groote beteekenis van deze tentoonstelling, zoo vervolgde spr., dat er wordt aangetoond, dat er geen re den is, van dit tijdperk voor de kunst te spreken als een van verval. Hij wees in dit verband o.m. op de tentoongestelde wer ken van Krüseinan, Hodges, Pieneman, Broere en auderen. Binnenland. Ernstige brand in een bioscoop te Ber gen op Zoom. Het R.K. rapport over huurkoop. Nieuwe bepalingen voor vrachtvervoer op de Nederlandsche Spoorwegen. Buitenland. Koning George gaat goed vooruit. De opstandelingen in Afghanistan schij nen den toestand thans meester te zijn. De besprekingen inzake de Romeinsche kwestie. Nienwe Oceaanvlucht van Hasseli in voorbereiding. Emigratie-plannen van de Britsche La" bourpartij. Groote kerkbrand te New York. Spr. dankte vervolgens de leden van bet comité. Ten slotte sprak hij er zijn vreug de over uit, dat zoo vele stukken afkom stig zijn uit familiebezit van Leidsche burgers. Hierna werden ververschingen aangebo den en werd de tentoonstelling bezichtigd. Behalve dè reeds genoemden waren nog aanwezig jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar; oud-burgemeester dezer gemeente, luite nant-kolonel jhr. D. Mollerus, garnizoens commandant; wethouder Aug. L. Reirne- ringer; prof. dr. J. A. J. Barge; ir. A. G. Bosman; mevrouw Coert, die met mevr. Overvoorde als steeds de honneurs waar nam, alsmede tal van inzenders. VERKIEZING AMBTSDRAGERS DER GEREF. KERK. Gisteravond had onder leiding van Ds. H. J. Ivouwenhoven een vergadering plaats van manslidmaten der Geref. Kerk ter verkiezing van vijf ouderlingen, in het kerkgebouw aan de Hooigracht. Gekozen werden de heeren W. v. d. Brink, H. Capel, A. Goudswaard, J. Ver- kuyl en J. van Vliet. GOUDEN FEEST H.M. DE KONINGIN MOEDER. De Haagsche Chr. Üranjevereeniging „Bijbel en Oranje" geeft op 4 Januari a.s. in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen in Den Haag een feestavond ter gelegenheid van het gouden eeuwfeest van H.M. de Koningin-Moeder. Als feestrede naar treedt op Dr. J. Th. de Visser, oud- minister van Onderwijs. H.M. de Koningin-Moeder zal zelf ook tegenwoordig zijn. Aangezien ook vele Leidenaars daarin belangstellen, verzoekt het bestuur ons hiervan melding te maken. LEIDSCHE MODEVAKSCHOOL. Aan de Leidsche Modevakschool zijn na gehouden examen geslaagd voor Costu- mière de dames Th. H. Nijpels, I. Plomp, A. v. Zundert; en voor Coupeuse MeJ. A. W. Alkemade. V. L. O. K. De Vereeniging te Leiden van Oud- Kweekelingen (der Chr. Kweekschool aan den Stille Rijn, alhier) hoopt Vrijdag 28 December des avonds half acht haar twee de lustrum te vieren in het theehuis „Oud ITostuszicht" Witte Singel te Leiden. Waarschijnlijk zal o.a. „Esmoreit" op gevoerd worden. OFF1CIEELE PONT-DIPLOMA's. Bij de vorige week te 's-Gravenhage door het C. B. I. P. in het openbaar gehouden examens ter verkrijging van de officieele Pont-diploma's in machineschrijven, zijn aagd voor het snelheidsdiploma de dames E. Duyndam te Noordwijk aan Zee, M. Sluis te Leiden, en voor het prac- tijkdiploma de dames D. F. L. Frowein te Oegstgeest, C. M. de Lange te Leiden, P. E. Hoogeboom te Leiden, J. de Mooij te Rijnsburg, H. J. C. v. d. Blij te Leiden, A. ParkWolterbeek te Oegstgeest en de heeren J. L. van Ruiten te Lisse en C. Hijkoop te Zoeterwoude, alle leerlingen van het Instituut Pont (Breestraat 159), alhier. dammen. De uitslag van den bekerwedstrijd, wel ke Vrijdag te Lisse gespeeld werd tus schen de Leidsche Damclub en „Gezellig Samenzijn" te Lisse, is als volgt: L. v. Egmond C. Gartelaan U—2 H. v. d. Veclit Th. Schouten 2U N. Hoogenvorst A. G. de Jeu 20 G. v. d. Voort N. v. d. Poel 11 M. C. Degenaars P. C. de Jeu U2 D. Brune A. Langelaar 1—1 B. van Tol M. v. d. Reep 02 G. Guldemond Th. Fhillipse 20 A. Capaan L. Boekooi 1—1 N. Mol G. Verdegaal Uitslag 10—10. 1—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1