Oil nummer bestaat uit IWEE Bladen
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
9d® JAARGANG
MAANDAG 24 DECEMBER 1928
NUMMER 2627
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Lnidcn «n buiten Leiden
wemr «genten geveeügd cijn
Per kwertanl150
Per weck f 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2 90
Vrede op aarde.
Het behoeft onder ons geen nader
betoog, dat van de drie strofen van
den Engelenzang; Eere zij God, Vrede
op aarde, In menschen een welbehagen,
de eerste, het Eere zij God, de voor
naamste is.
Uit God, door God en tot God zijn
alle dingen.
Maar Gods raad heeft het nu een
maal zoo bepaald, dat Hij in het vre
de op aarde en het welbehagen in men
schen op het hoogst Zich wil doen ver
heerlijken. Daarom zijn die twee voor
ons van zoo groote waarde. Om het
doel. de eere Gods, is ons het vrede en
welbehagen een begeerlijk goed.
Hoe gansch anders verstaat de we
reld dat vrede op aarde. Bij den eenen
een mystiek mijmeren over de enge-
lenboodschap een voor een oogenblik
aardsche beslommeringen opzij zetten
om het goede, het schoone van het le
ven te laten zien in bovenaardschen
luister. Voor den ander een haken
naar den vrede tusschen alles wat in
scherpen strijd tegenover elkander
staart, een heenblikken naar een verre,
maar toch naar het schijnt bereikbare,
toekomst.
Echter bij geen van beiden een aan
vaarden van wat God zendt om Gods
wille. Geen vrede van God en bij God,
maar een vrede in dit leven.
Het is vooral het socialisme in zijn
velerlei schakeeringen dat ons dien
vrede voor oogen schildert. Als maar
eenmaal door het socialisme de wereld
is omgevormd, dan zal de vrede op
aarde aanbreken. Daarom is die mid
delste strofe van den Engelenzang
voor het socialisme zoo'n gewilde me
lodie. Jaren lang was het vooral de
onvrede met den arbeidstijd die bezon
gen werd.
Ook nu weer zal het weerklinken
van de spreekgestoelten in de volks
vergaderingen, in de periodieken en
dagbladen, in de illustraties en door
de radio, dat de vrede op aarde komt
als het socialisme zijn doel bereikt
heeft.
Er is een tijd geweest, niet meer dan
een dertig jaar geleden, dat het socia
lisme het lied langs de straat deed
weerklinken: „En wordt- het dan nooit
geen Zaterdagavond, Zaterdagavond
zeven uur?" Dat was het lied van op
stand tegen den overmatig langen ar
beidsdag. Daar was toen inderdaad re
den om tegen dien langen arbeidsdag
te toornen.
Nu zegt het socialisme, dat zijn stre
ven, zijn strijd, de verbetering bevoch
ten heeft. De vrede over den arbeids
tijd die wij nu hebben in de wettelijke
45 48-urige werkweek wordt voorge
steld als een socalistische zege.
Zou het waar zijn?
Maar mogen wij dan even in herin
nering roepen, dat reeds in het begin
der 19e eeuw Robert Owen in zijn ka
toenspinnerijen in New Lanark den
10-urigen arbeidsdag invoerde en dat
hij streefde naar het ideaal den 8-
urigen arbeidsdag.
Ook in ons land was Willem van
Hogendorp terzelfder tijd reeds opge
treden als verdediger van een dag van
acht uur voor den industiearbeid.
In 1874 voerde mr. Ie Poole in De
Standaard reeds het pleit voor verkor
ting van den arbeidsdag.
Neen het is niet het socialisme ge
weest. dat de druk zoo groot deed wor
den, dat de 8-urige arbeidsdag werd
afgedwongen, 't was minister Aalberse
in het kabinet-Ruys, die betrekkelijk
onverwacht met het voorstel kwam.
Onverwacht, want slechts een paar
jaar tevoren promoveerde aan de Vrije
Universiteit mr. L. H. van Winkelhof
op een proefschrift over den normalen
arbeidsdag, waarin hij o.a. het pleit
voerde voor een 10-urigen arbeidsdag.
Maar wat meer zegt, het socialisme,
dat stoelt op de Fransche revolutie
heeft juist in die revolutie omverge
worpen wat aan goede regeling in een
overigens volstrekt niet onfeilbaar gil
den-stelsel aanwezig was. De vloek der
gtlijkheid, der vrijheid, was de oor
zaak van het geweldige onrecht der
lange werktijden.
Wij hadden in den gildentijd de nor
male arbeidsdag, waarvan het begin
en het einde door de stedelijke toren
klok werd vastgesteld. Hier was naar
het inzicht van de stad, waar men
woonde, de werkdag geregeld. In
Upitschland werd onder de regeering
van Frederik den Tweeden voor het
departement Weserlingen een werk
dag vastgesteld voor de boerenbevol
king van 8 uur 's zomers en tl uur s
v.-inters.
Ook in Engeland waren reeds in de
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Slreeknei Lisse
AD VE RTENTEE -PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 227i cent
Ingezonden Mededeellngen dubbel Uriei
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da*
gelijks geplaatst ad. 40 cents
14e eeuw regelingen van den wettelij-
ken arbeidsdag bekend.
Doch genoeg om te doen zien hoe
dwaas de bewering is van het socia
lisme, als zou de regeling van den ar
beidsdag een zegening der revolutie
zijn.
Integendeel telkens tracht het so
cialisme zich meester te maken van
den toestand op een oogenblik dat
gunstig is om dan te schermen met
een vrede op aarde door het socialisme
gebracht.
Wij bestrijden met alle macht die in
ons is tegen dit streven.
Wij willen vrede op aarde, ook vre
de in socialen zin, door het recht.
Wij willen vrede in de arbeidsrege
ling omdat God daarin patroon en
knecht doet samenwerken aan de ont
plooiing van Zijn schepping.
Het vrede op aarde is ons dierbaar,
omdat het cere zij God in de hoogste
hemelen ons het hoogste is, een eere
ciie ook op deze aarde moet gezien
worden.
Zoo stemmen wij ook nu op ons
Kerstfeest den blijden jubel aan „Vre
de op aarde", omdat wij er in onze ziel
cn met onze lippen aan doen vooraf
gaan „Eere zij God".
STADSNIEUWS.
fropagandavergadering der
staatkundig geref. partij.
Zaterdagmiddag 4 uur is in het Nut
een propagandavergadering van de
Staatkundig Geref. Partij gehouden,
die goed bezocht was. Op deze verga
dering voerden het woord de heeren
C. N. van Dis, van Zeist en E. Kuyk,
van Amsterdam.
Do voorzitter, de heer D. van Leeu
wen, van Alphen aan den Rijn, opende
de vergadering, liet zingen Ps. 89 7,
las Jesaja 31, ging voor in gebed en
heette daarna de aanwezigen namens
den Kamerkieskring welkom. Spr.
wees er vervolgens op, dat de a.s. ver
kiezingen staan in het teeken der coa
litie. Ten nauwste hangt hiermee sa
men art. 36; wie artikel 36 belijdt, kan
niet meedoen aan de propaganda voor
de coalitie. Spr. zegt dit met name tot
de leden der Chr. Geref. Kerk, welke
kerk art .36 ongewijzigd handhaaft,
alsmede tot vele Gereformeerd-Her
vormden. Spr. gaf vervolgen:; het
woord aan den heer E. Kuyk tot het
houden zijner rede >ver: .,De wortel
der coalitie met Rome".
De heer Kuyk begon met op te
merken, dat vanaf het paradijs er een
scheur gaat door de menschheid: de
tegenstelling revolutie en evangelie.
De revolutie is in wezen de ontken
ning van het recht, dat God op den
mensch heeft, en het evangelie is de
handhaving van dat recht Gods op den
mensch van Gods zijde.
Die tegenstelling vinden wij ook in
den loop der historie van oud-Israël.
Wel was Israël een theocratisch volk,
er. had het als zoodanig een andere be
deeling dan de andere volkeren, doch
ook voor deze laatste geldt, zoo goed
als voor Israël, dat zij zich èn als per
soon èn als natie hebben te buigen on
der het Woord Gods. Dit is geen theo-
cirtie, maar „bitliocratie": heerschap
pij van het Woord Gods. Rome wil
van zulk een heerschappij niet weten,
daarom is het verwijt, dat de S.G.P.
in dit opzicht Roomsch zou zijn, on
rechtvaardig.
Na den Pinksterdag werden ook de
volkeren der heidenen gezegend met
het licht des Evangelies. Zoo is ook
tot ons gekomen de roeping, ons te
buigen onder het Woord Gods, onvoor
waardelijk. Niet slechts voor de enke
le personen, doch ook voor de overhe
den geldt dit, en dit hebben onze va-
doren neergelegd in art. 36 van onze
Nederlandsche geloofsbelijdenis.
Kerk en Staat zijn dan ook wel on
derscheiden, maar toch ten nauwste s
aan elkaar verbonden. Calvijn ge
bruikt hier het beeld van ziel en li
chaam. T.
Toen in de Middeleeuwen de Kerk
hoe langs zoo meer verbasterde, kwam
zoowel in het kerkelijk als in het
staatkundig leven het gezag van den
mensch in de plaats van het gezag
van het Woord Gods. Daardoor werd
de revolutie in de harten voorbereid.
Door de Hervorming heeft God het
licht weer doen schijnen op den kan
delaar en werd, zooals Groen van
Prinsterer zegt, de opkomst der revo
lutie gestuit. Het is alzoo niet waar,
wat de Roomsche geschiedschrijvers
zeggen, dat de reformatie de revolutie
b^sft voorbereid. Juist gaan bijgeloof
en ongeloof gewoonlijk van elkaar
vergezeld, en het Roomsche Staats
recht bevat in zich de kiem der revo-
U Wat de Roomsche kerk zelve be
treft wel heeft Beza haar met het
Tien sta m men r ijk vergeleken en heeft
Calvijn zich in gelijken zin over haar
uitgelaten, doch deze y.rardeen.i .s
aikomsüg uit d<nj tijd vóór het concilie
van Trente (15451563). Op deze laat
ste kerkver^aJ.rng werd wat misbrui
ken was tot grondsu-g en regel, en
werd over de leer van de recht vaar
digmak mg door het gelo.if alleen, het
anathema (vervloeking) uitgesproken.
Sindsdien zijn de Prote.U&ntsche ker
ken de ware katholieke, c.i. algemeen©
kerk, hetgeen spr. me' citaten uit
Groen van Prinsterer staaft.
Men zegt tegenvrocrdig wel': de strijd
gaat niet zoozeer tegen het bijgeloof
dan wel tegen het ongeloof. Doch se
dert Trente staat Rome als kerk
principieel aan de zijde van ongeloof
en revolutie.
Door het verflauwen van den geest
der reformatie heeft in de 18de eeuw
het beginsel der revolutie opnieuw ge
triomfeerd, ook in Nederland. Toen
in 1813 de Franschen het land uit
werden gejaagd bleef echter de Fran
sche geest heerschen, die tot uitdruk
king kwam in het liberalisme.
Heeft Rome zich daartegen verzet?
Het heeft meegeholpen, den Bijbel van
de scholen weg te nemen. Ex ungue
leonem: aan den klauw herkent men
den leeuw!
Daarna kwam de tijd waarin Room-
schen en Protestanten niet één doel,,
doch één belang hadden. Moesten de
laatsten uit nood komen tot bij-
zondere scholen met den Bijbel, de
eersten wenschten voor hun kinderen
s< holen, waar zij in de pauselijke loer
onderwezen werden. Dit was de Coa
litie, waarbij het alzoo niet ging om
een gemeenschappelijk beginsel, doch
om het gezamenlijk bereiken van een
ttpaald doel in den schoolstrijd.
Om des tijds wille brak spr. hier zijn
rede af. Nadat gezongen was uit Ps.
81: „Och, had naar Mijn raad", gaf de
voorzitter het woord aan den heer Van
Dis.
De heer ir. C. N. van Dis had tot
onderwerp: „De coalitie en haar re
sultaten".
Onder de coalitie verstaan wij de
samenwerking der A.-R., C.-H. en
R.-K. Vóórdien hadden de Roomschen
met de liberalen samengewerkt, van
wie zij de herstelling der bisschoppe
lijke hiërarchie hadden verkregen.
Er was destijds nog geen anti-revo
lutionaire partij, wel een anü-revolu-
tienaire richtir waarvan. Groen van
Prinsterer de woordvoerder was.
Groen wilde wel samenwerking met
Roomsche personen, evenals zelfs met
conservatieven of radicalen, doch hij
had daarbij niet de partijen op het
oog. Samenwerking met andere par
tijen achtte Groen alleen mogelijk op
Christelijk-historischen grondslag, en
een dergelijke samenwerking zou met
Ultra-montanen zeker niet mogelijk
zijn.
Toen de Roomschen dc liberalen
niet meer noodig hadden, zochten zij
contact met de conservatief-liberalen
en de anti-revolutionairen. Groen ver
zette zich in 1871 tegen een dergelijke
samenwerking met Rome, waarbij
prof. Brummelkamp aan zijn zijde
stond.
In 1872 keurde Groen het af, dat de
A-R. zich evenals de R.-K. verzetten
tegen een amendement tot afschaffing
van het gezantschap van den paus, die
toen zijn wereldlijke macht verloren
had.
De man, die de coalitie in ons land
heeft bewerkt, was dr. Kuyper, met
dr. Schaepman. In het begin van zijn
politieke loopbaan werd de samenwer
king met Rome door dr. Kuyper ten
sterkste veroordeeld, hetgeen spr. met
citaten uit „De Heraut" en den eersten
druk van „Ons Program" aantoonde.
In 1888 veranderde dr. Kuyper van
standpunt en kwam het eerste coali
tie-kabinet tot stand. Wel liep het met
dtze samenwerking tusschen A.-R. en
R.-K. na enkele jaren spaak, doch
Kuyper en Schaepman deden alle mo
gelijke moeite haar weer te herstellen.
Dr. Kuyper sprak destijds in „De Stan
daard" van het „één zij-i in wortel en
stam", waartegen ds. Lindeboom,
thans oud-hoogleeraar, opkwam. Na
de vereeniging in 1892 waren het voor-
el de Chr. Geref. predikanten, die zich
tegen de coalitie verzetten, o.a. wijlen
ds. Wisse, docent van Lingen en ook
ds. Janssen, de tegenwoordige veld
prediker (in „De Wekker" van 1904).
De coalitie heeft er bij het Calvinis
tisch volksdeel niet ingewild.
Nadat spr. nog met enkele woorden
gewezen had op de gevolgen der coa
litie, waardoor Rome „troef" is gewor
den, ging spr. de resultaten daarvan
na. Er is van haar geen wetgeving te
verwachten, die gegrond is op het
Woord Gods; trouwens, hoe zou dit
mogelijk zijn waar de C.-H. partij voor
een groot deel uit ethischen bestaat?
Het kabinet-Kuyper heeft bitter te
leurgesteld. Een vloekverbod bleef
achterwege, van weder-invoering der
doodstraf was geen sprake, de vaccine,
dwang bleef gehandhaafd, van een
nieuwe Zondagswet of handhaving
der bestaande was evenmin sprake.
Men had alleen het oog op de Vrije
Universiteit, die den effectus civilis
verkreeg. Aan deze Universiteit is ech
ter ook verflauwing der beginselen
ingetreden. Spr. wijst in dit verband
op de kwestie-Geelkerken en het
standpunt ten opzichte van het too-
neel door studenten en hoogleeraren
ingenomen.
Onder de latere coalitie-kabinetten
ging het evenzoo. Er werd geen prin-
cipieele politiek gevoerd; integendeel
werd de verzekeringsdwang ingevoerd,
werden subsidies voor tooneel ver
leend en een subsidie van 1 millioen
voor de heiaensche Olympische Spelen
voorgesteld, werden Zondagstreinen
ingelegd enz.
De coalitie heeft afbrekend gewerkt
op de beginselvastheid. In de A.-R.
pers werd alles verzwegen wat de
Roomschen kon mishagen, b.v. ten op
zichte van de Borromaeus-encycliek. In
dit verhand wees spr. op de uiting vhn
mr. v. d. Berg, welke anti-revolutio
nair in 1915 het pleidooi voerde voor
het gezantschap bij den paus uit pa
cifistische motieven, hij zeide, dat er
een macht boven de volken moest zijn
om den vrede, desnóods met geweld,
to handhaven en dit opperhoofd kon
niemand anders zijn dan de pausl
Zoowel inzake de opheffing van art.
123 Indisch Regeeringsreglement
(tweeërlei zending) als nog onlangs bij
het subsidie voor de R.-K. Handels-
hoogeschool te Tilburg steunden de
A.-R. de Roomschen.
Uit dit alles volgt wel, dat door de
A.-R. in de coalitie de beginselen aan
üe belangen zijrt opgeofferd.
Spr. eindigde met een opwekking,
tegen Rome en de revolutie het Evan
gelie te dellen, zooals de Staatk. Geref.
Partij wil. Wel is deze partij n°S
klein en telt zij niet vele rijken en
machtigen en edelen, doch God kan
ook een Gideonsbende zegenen, ge
lijk ook in de laatste jaren meermalen
gebleken is.
De voorzitter sprak nog een kort
slotwoord, waarna de heer E. Kuyk
voorging in dankgebed.
DE LAKENHAL.
Zaterdag is in de Lakenhal een tentoon
stelling geopend van schilderijen, minia
turen en silhouetten van 1800 tot 1850.
Aan de openingsrede van Mr.-A. van de
Sande Bakhuyzen, voorzitter der Laken
halcommissie en burgemeester dezer ge
meente, is het volgende ontleend.
Spr. is zeer dankbaar, voor het feit, dat
velen gehoor hebben willen geven aan de
tot hen gerichte uitnoodiging, om bij de
opening van deze tentoonstelling tegen
woordig te zijn. De Lakenhal, aldus spr.,
heeft behoefte aan de belangstelling van
de bevolking en wel des te meer, omdat
de samenwerking tusschen de verschillen
de vereenigingen op kunstgebied te Lei
den, in den laatsten tijd te wenschen over
laat. Spr. stelt het daarom op prijs, dat
de Lakenhal met de vele tentoonstellin
gen, die er gehouden worden, door de bur
gerij hoe langer hoe meer als het centrum
van het kunstleven in Leiden wordt be
schouwd en spr. zou het op prijs stellen,
indien uit deze burgerij zelve eenige rich
ting zou worden aangegeven, voor e.v. te
organiseeren tentoonstellingen, waarvan
verwacht kan worden, dat zij de belang
stelling zullen hebben.
Spr, dankt ten slotte de voor deze ten
toonstelling opgerichte commissie en de
inzenders, die hun stukken wel hebben
willen afstaan.
Mr. dr. J. C. Overvoorde wees vervol
gens op het groote belang, dat deze ten
toonstelling heeft. De meeste ingezonden
stukken, aldus spr., zijn de portretten van
de in doorsnee meer gegoede burgerij en
ziLgeven een duidelijk beeld van de phy-
sionome en van de costuums, uit die da
gen. Over het algemeen, vervolgde spr.,
heeft men een verkeerd denkbeeld van de
schilderkunst uit de jaren 1800 tot 1850,
juisi liggende tusschen den nabloei van
den tijd der oude meesters en den opbloei
van de nieuwe Haagsche school. Ten on
rechte beschouwt.men dit tijdperk als een
woestijn in de schilderkunst, waarin
slechts een enkeling als oase voorkomt. In
dit verband wees spr. op uitspraken van
Wurzbach, die o.m. Broere een theoloog
dilettant noemde, maar van wien, aldus
spr., op deze tentoonstelling prachtige
stukken aanwezig zijn, die met recht de
bewondering opwekken, o.a. een portretje
van een dertienjarigen jongen, dat zoo su
bliem is, dat bet aan de oud-Italiaansche
School doet denken.
Het Is de groote verdienste geweest van
prof. Brom uit Nijmegen op dezen schil
der, eerst te Hageveld en vervolgens te
Warmond, het eerst de aandacht te heb
ben gevestigd. Beter, dan in de donkere
kerkelijke pastorieën komen deze stukken
hier, onder een juiste belichting uit.
Het is juist de groote beteekenis van
deze tentoonstelling, zoo vervolgde spr.,
dat er wordt aangetoond, dat er geen re
den is, van dit tijdperk voor de kunst te
spreken als een van verval. Hij wees in dit
verband o.m. op de tentoongestelde wer
ken van Krüseinan, Hodges, Pieneman,
Broere en auderen.
Binnenland.
Ernstige brand in een bioscoop te Ber
gen op Zoom.
Het R.K. rapport over huurkoop.
Nieuwe bepalingen voor vrachtvervoer
op de Nederlandsche Spoorwegen.
Buitenland.
Koning George gaat goed vooruit.
De opstandelingen in Afghanistan schij
nen den toestand thans meester te zijn.
De besprekingen inzake de Romeinsche
kwestie.
Nienwe Oceaanvlucht van Hasseli in
voorbereiding.
Emigratie-plannen van de Britsche La"
bourpartij.
Groote kerkbrand te New York.
Spr. dankte vervolgens de leden van bet
comité. Ten slotte sprak hij er zijn vreug
de over uit, dat zoo vele stukken afkom
stig zijn uit familiebezit van Leidsche
burgers.
Hierna werden ververschingen aangebo
den en werd de tentoonstelling bezichtigd.
Behalve dè reeds genoemden waren nog
aanwezig jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar;
oud-burgemeester dezer gemeente, luite
nant-kolonel jhr. D. Mollerus, garnizoens
commandant; wethouder Aug. L. Reirne-
ringer; prof. dr. J. A. J. Barge; ir. A. G.
Bosman; mevrouw Coert, die met mevr.
Overvoorde als steeds de honneurs waar
nam, alsmede tal van inzenders.
VERKIEZING AMBTSDRAGERS DER
GEREF. KERK.
Gisteravond had onder leiding van Ds.
H. J. Ivouwenhoven een vergadering plaats
van manslidmaten der Geref. Kerk ter
verkiezing van vijf ouderlingen, in het
kerkgebouw aan de Hooigracht.
Gekozen werden de heeren W. v. d.
Brink, H. Capel, A. Goudswaard, J. Ver-
kuyl en J. van Vliet.
GOUDEN FEEST H.M. DE KONINGIN
MOEDER.
De Haagsche Chr. Üranjevereeniging
„Bijbel en Oranje" geeft op 4 Januari a.s.
in het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen in Den Haag een feestavond ter
gelegenheid van het gouden eeuwfeest van
H.M. de Koningin-Moeder. Als feestrede
naar treedt op Dr. J. Th. de Visser, oud-
minister van Onderwijs.
H.M. de Koningin-Moeder zal zelf ook
tegenwoordig zijn.
Aangezien ook vele Leidenaars daarin
belangstellen, verzoekt het bestuur ons
hiervan melding te maken.
LEIDSCHE MODEVAKSCHOOL.
Aan de Leidsche Modevakschool zijn na
gehouden examen geslaagd voor Costu-
mière de dames Th. H. Nijpels, I. Plomp,
A. v. Zundert; en voor Coupeuse MeJ. A.
W. Alkemade.
V. L. O. K.
De Vereeniging te Leiden van Oud-
Kweekelingen (der Chr. Kweekschool aan
den Stille Rijn, alhier) hoopt Vrijdag 28
December des avonds half acht haar twee
de lustrum te vieren in het theehuis „Oud
ITostuszicht" Witte Singel te Leiden.
Waarschijnlijk zal o.a. „Esmoreit" op
gevoerd worden.
OFF1CIEELE PONT-DIPLOMA's.
Bij de vorige week te 's-Gravenhage door
het C. B. I. P. in het openbaar gehouden
examens ter verkrijging van de officieele
Pont-diploma's in machineschrijven, zijn
aagd voor het snelheidsdiploma de
dames E. Duyndam te Noordwijk aan Zee,
M. Sluis te Leiden, en voor het prac-
tijkdiploma de dames D. F. L. Frowein te
Oegstgeest, C. M. de Lange te Leiden, P.
E. Hoogeboom te Leiden, J. de Mooij te
Rijnsburg, H. J. C. v. d. Blij te Leiden, A.
ParkWolterbeek te Oegstgeest en de
heeren J. L. van Ruiten te Lisse en C.
Hijkoop te Zoeterwoude, alle leerlingen
van het Instituut Pont (Breestraat 159),
alhier.
dammen.
De uitslag van den bekerwedstrijd, wel
ke Vrijdag te Lisse gespeeld werd tus
schen de Leidsche Damclub en „Gezellig
Samenzijn" te Lisse, is als volgt:
L. v. Egmond C. Gartelaan U—2
H. v. d. Veclit Th. Schouten 2U
N. Hoogenvorst A. G. de Jeu 20
G. v. d. Voort N. v. d. Poel 11
M. C. Degenaars P. C. de Jeu U2
D. Brune A. Langelaar 1—1
B. van Tol M. v. d. Reep 02
G. Guldemond Th. Fhillipse 20
A. Capaan L. Boekooi 1—1
N. Mol G. Verdegaal
Uitslag 10—10.
1—1