Dil nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Heerensingel 34—35, Tel. 1523.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
9de JAARGANG
WOENSDAG 12 DECEMBER 1928
NUMMER 2617
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
wanr agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
De poenale sanctie.
Nu Indie zelf weer meer in het cen-
I trum der belangstelling komt te staan,
j komen vanzelf ook de detailpunten
i weer naar voren.
De verschillende programs voor de
verkiezingen van het volgend ;aar
I ncemen enkele dezer details zelfs als
I politiek strijdobject.
Een dezer detailpunten vormt de
poenale sanctie.
In opzen kring heeft de poenale
I sanctie de laatste tientallen jaren niet
die belangstelling genoten die ze ver-
dient.
Daarom is het toe te juichen, dat de
I dr. Kuyper-stichting in zijn periodiek
„Antirevolutionaire Staatkunde" dit
I onderwerp nog eens opnieuw deed be-
j handelen. Dat daarvopr werd aange-
I zocht de heer P. A. Cólijn, de Burge
meester van Boskoop, die zelf door
jarenlang verblijf in het Cu;tuurland
van Sumatra's Oostkust, de toestan
den daar uitnemend heeft leeren ken
nen, waarborgt degelijke beschouwing.
De heer Colijn begint zijn verhanrie-
I iing met een verwijzing naar een arti
kel van zijn hand, 1922 verschenen in
Stemmen des Tijds, waarin hij op het
behoud der poenale sanctie aandrong
en komt ook tot de slotsom, dat de
poenale sanctie eerst dan kan ver
dwijnen als de Indische maatschappij
zelf de organen heeft voortgebracht
die het arbeidsrecht kunnen handha
ven.
Hiermede plaatst de heer Colijn ons
plotseling in een hevigen politieken
partijstrijd, omdat de S.D.A.P. als een
harer eischen stelt de afschaffing van
de poenale sanctie.
De heer Colijn wijlt er op dat veel
cp rekening van de poenale sanctie
wordt geschoven, wat daar niets mee
te maken heeft.
Zoo werden in de Koelie-ordonnan
tie, die de Indische Arbeidswet ge
noemd zou kunnen worden, verschil
lende regelingen gemaakt, die menig
maal als een grief tegen de poenale
I sanctie worden aangemerkt.
De poenale sanctie regelt geen enkel
detailpunt van de arbeidswetgeving,
of der arbeidsverhoudingen, maar is
alleen een strafbedreiging op het door
werkgever of werknemer niet, of niet
naa behooren nakomen der aangegane
verplichtingen.
De rechtmatigheid van de poenale
sanctie is in zijn eenvoudigsten vorm
een vraagstuk betreffende het. al of
niet bestaanbare van deze strafbedrei
ging.
Uitvoerig toont de heer Colijn aan
op grond van de rechtsbertippen on
der de bevolking van Indië, op grond
van de te geringe bevolkingsdichtheid
in cultuurstreken, maar ook op gron
den van humaniteit, dat de poenale
sanctie moet blijven, totdat zij door
naar behooren nakomen der aangegane
varvangen.
Wie het opstel van den heer Colijn
leest, komt ouder den indruk van het
spreken van een deelnemend hart met
de nooden der arbeidende cultuurbe
volking.
Voor hen, die onder de bekoring
dreigen te komen van de scheeve voor
stelling van Socialistische zijde, als
of de poenale sanctie een soort van
verkapte slavernij zou zijn, raden wij
aan dit werk van den heer Colijn ter
dege te bestudeeren. Het zal hen kun
nen genezen.
Er zijn ook afzonderlijke afdrukken
verkrijgbaar.
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Slreeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 22'/t cent
Ingezonden MededeeLlngen dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
STADSNIEUWS.
DE BEGROOTING VOOR 1923.
III.
Bedrijven.
Onder deze paragraaf kwamen al
lerlei kleine opmerkingen en griefjes
aan de orde.
De door een lid gevraagde inlichtin
gen omtrent bevoorrechting van de
katholieken bij de lichtfabrieken,
alsmede inzake den minder goeden
geest, die onder het hoogere personeel
der fabrieken zou heerschen, kunnen
B. en W. niet verschaffen, aangezien
hen daarvan niets bekend is. Zij zou
den gaarne nadere inlichtingen van
dit lid willen zien en ook, dat hij zijn
beweringen door bewijzen staaft.
De opmerking, dat de dienst bij ge
meentewerken langzaam functioneert,
kan in hare algemeenheid niet worden
beaamd.
Teneinde de samenwerking tus-
schen de verschillende gemeentelijke
diensten, rijksdiensten en particuliere
ondernemingen, welke min of meer
geregeld op of in openbare wegen in
cle gemeente werkzaamheden doen
uitvoeren, te bevorderen, hebben B. en
W. reeds eenigen tijd geleden besloten
periodiek, n.l. éénmaal in de veertien
dagen, onder leiding van een der le
den van het college van B. en W., ten
stadhuize bijeenkomsten te doen hou
den, waarin wederzijds zou worden
medegedeeld hetgeen in den eerstvol-
genden tijd aan werken op en in den
openbaren weg te Leiden zal worden
uitgevoerd, en over de beste wijze van
uitvoering in verband met andere be
langen van gedachten zou worden ge
wisseld en zoo mogelijk bepaalde af
spraken zouden worden gemaakt.
Er is geen bezwaar aan enkele ge
opperde bedenkingen tegemoet te ko
men door een technische herziening
van de tarieven. Deze aangelegenheid
is bereids door de directie in studie
genomen. Ook is een nieuw winkelta
rief (niet uitsluitend etalage-tarief) in
onderzoek en kunnen binnen afzien-
baren tijd nadere voorstellen ver
wacht worden.
In den loop van de volgende maand
hoopt de commissie inzake de toon-
kamer der lichtfabrieken haar verslag
aan B. en VV. uit te brengen.
Gemeentepersoneel.
Onder dit hoofd werd ter sprake ge
bracht de medezeggenschap van het
personeel der bedrijven, een aangele
genheid die reeds eenige jaren ook in
openbare behandeling der begrooting
een ruime plaats in de discussie in
neemt. Ook kwam weer ter sprake het
algemeen werkliedenreglement.
Wat het eerste punt aangaat weige
ren B. en W. thans een herhaalde uit
eenzetting van hun standpunt omdat
verleden jaar een voorstel tot invoe
ring met 20 tegen 11 stemmen verwor
pen werd.
Ten aanzien van het algemeen
werkliedenreglement verwijzen B. en
W. naar de mededeeling van den wet
houder op 30 Juli j.l.
Dat B. en W. aan een ambtenaar
zcuden hebben geweigerd vergunning
to verleenen tot aanvaarding van een
functie waartoe hij door den Minister
is benoemd wordt door het College
ontkend.
Leiden als woonstad.
Bij dit punt passeert een lange rij
van wenschen en opmerkingen. Dem
ping van waters en grachten, ver
plaatsing van markten, verbreeding
van wegen en bruggen, rooien van
hoornen, verbeterde verkeersregeling
en bestrijding van de stofplaag, het
zijn evenzooveel onderwerpen van be
spreking geweest.
Na het architecten-bureau Granpré
Molière, Verhagen en Kok herhaalde
lijk tot voldoening aan zijn opdracht
te hebben aangezet en op zijn verplich
tingen in deze nadrukkelijk te hebben
gewezen, hopen B en W. thans einde
lijk in staat te zijn den raad eerst
daags uitvoerig in te lichten omtrent
den stand van zaken betreffende de
herziening van het uitbreidingsplan.
Verbetering van dèn toestand aan
den overweg bij den Rijnsburgerweg
heeft de volle aandacht van het col
lege. Aangezien echter bij dit vraag
stuk niet slechts de belangen van
Leiden, doch ook die van anderen be
trokken zijn, worden met die andere
lichamen onderhandelingen gevoerd,
teneinde te trachten tot een zoo goed
mogelijke en toch financieel bereikba
re oplossing te geraken.
Hoezeer overtuigd van de wensche-
lijkheid, om levensvatbare industrieën
zooveel mogelijk naar de gemeente te
trekken, kan het college toch niet de
meening deelen, dat de daarvoor door
hunne ligging geschikte terreinen te
voren zouden moeten worden rijp ge
maakt. Intusschen is en blijft het col
lege ten aanzien van aantrekking van
industrieën naar de gemeente dilli-
gent.
Het ligt in de bedoeling om met het
asphalteeren van straten en wegen
geleidelijk voort te gaan.
Demping van het Levendaal houdt
ten nauwste verband met den aanleg
van de centrale rioleerine. Deze aan
gelegenheid komt ook aan de orde bij
de herziening van het uitbreidingsplan
Volkshuisvesting.
Zooals welhaast vanzelf spreekt
kwam bij dit punt ter sprake de mo
gelijkheid om regeeringssteun hier
voor te verkrijgen, terwijl daartoe de
meening van B. en W. gevraagd werd
en menige vraag naar bijzonderheden
gesteld werd.
Het college heeft aan den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid me
dewerking verzocht voor de toeken
ning uit 's rijks kas van voorschotten
voor den bouw van honderd twintig
arbeiderwoningen. Een gunstige be
schikking werd echter op deze aan
vrage, die reeds op 20 Maart 1928 werd
verzonden, nog niet ontvangen.
Het denkbeeld van een der leden om
de niet voor den gemeentedienst be-
noodigde gebouwen (gemeentelijke
woningplannen uitgezonderd) van de
hand te doen willen B. en W. gaarne
onder de oogen zien.
Zij meenen echter, dat groote voor-
RECLAME.
DMSTEROaMSCHE Pri™ brandstol
Verzegelde
zakken.
flNTHltltëlEi - MIJ.
fl'tiam, Hilversum, Bussum, Haarlem.
zichtigheid geboden is, omdat de ge
meente een nu niet benoodigd gebouw
straks wel noodig kan hebben.
Werkloosheid, steun en werk
verschaffing.
Een tweetal meeningen, die vierkant
tegenover elkaar staan, kwam hierbij
tot uiting. Een lid wilde in de zomer
maanden de steun verminderen of
opheffen om zoodoende tot arbeid te
prikkelen. Een ander lid daarentegen
pleit voor een betere regeling en uit
breiding van de zorg, ook o.a. voor de
blinden.
Ook B. en W. zouden gaarne de
steunverleening willen liquideeren, zij
achten evenwel den tijd daartoe nog
niet aangebroken. Wanneer echter de
economische toestand zich blijft ver
beteren, zal ernstig overwogen worden,
of in 1929 gedurende de zomermaan
den de steun stopgezet kan worden.
Hun aandacht blijft steeds gevestigd
op objecten voor productieve werk
verschaffing. In dit verband wijzen zij
op de Leidsche Hout.
Onderwijs.
De opmerkingen bij dit punt beperk
ten zich tot een betere schoolgeldhef
fing. statistieken betreffende het on
derwijs, invoering van het georgani
seerd overleg, vermindering van het
aantal vakonderwijzers hij het bijzon
der onderwijs en het onderhoud der
schoolgebouwen.
B. en W. achten thans het oogen-
blik niet gekomen, om veranderingen
in de schoolgelclregeling in overwe
ging te nemen, waartoe gezien de ge
noemde cijfers ook overigens geen vol
doende aanleiding bestaat.
B. en VV. kunnen de wenschelijkheid
niet inzien om als algemeenen regel
in te voeren het inwinnen van advies
van de onderwijzers-organisaties over
ingrijpende veranderingen in het on
derwijs.
B. en VV. vertrouwen dat overleg met
de schoolbesturen zal leiden tot ver
mindering van het antal vakonderwij
zers.
De hoofden van scholen, zoo zeggen
B. en VV., moeten hun klachten over
het onderhoud der schoolgebouwen
ter kennis brengen als de opmaking
der begrooting aan de orde is.
Politie, brandweer.
De regeling van het verkeer door de
politie vormde hier de hoofdzaak der
discussie.
Verder werd gevraagd om de vaca
ture van Inspecteur van politie te doen
vervullen door een hoofdagent. Van
andere zijde wilde men een inspectrice
voor vrouwèn en kinderzaken.
De verdere organisatie van het
korps maakte een punt van bespre
king uit
Oprichting van een speciale ver-
kcersbrigade is in overweging, doch
is tot nog toe afgestuit op gebrek aan
deskundig personeel en een geschikte
gelegenheid tot opleiding. De burge
meester hoopt echter, dat thans wel
dra tot de oprichting kan worden
overgegaan. Nagegaan zal worden of
op een bepaald punt een borden- of
een ander systeem zal worden inge
voerd. Tot het aanbrengen van stop
en verkeerslijnen bestaan reeds plan
nen. Overleg met de afdeeling gemeen
tewerken is bereids ter zake gepleegd.
Voorziening in de vacature van adj.-
inspecteur is noodzakelijk.
De behoefte aan een inspectrice voor
de behandeling van vrouwen- en kin
derzaken wordt niet gevoeld.
De mogelijkheid van samenvoeging
van politie en brandweer is door den
commissaris van politie nog niet on
der oogen gezien. Ook het college is
van meening, dat het niet raadzaam
is een beslissing over dit vraagstuk
thans te forceeren en dat den nieuwen
commissaris van polit e tijd gelaten
moet worden, om met de organisatie
geheel gereed te zijn, alvorens hij
overweegt, of het corps voor brand
weerdiensten te gebruiken en geschikt
te maken is.
Uitvoering Zondagswet.
Het laatste punt van algemeene be
schouwing was de uitvoering van de
Zondagswet.
Door een drietal leden werd leedwe
zen uitgesproken met de uitkomst van
bet besluit van B. en W. tot verander
de houding ten deze, waarvan de ca-
fé's profiteeren.
Andere leden pleitten voor een soe
pele toepassing der Zondagswet.
Een lid wenscht circussen uit de
gemeente te weren, ook met het oog op
de dierenmishandeling.
Daar een desbetreffende motie des
tijds is verworpen, gaan B. en W
thans niet opnieuw in op het ter spra
ke gebrachte dat optochten met mu
ziek op Zondagmiddag behooren te
worden toegestaan.
Ook het college is er op uit, dieren
mishandeling zoo veel mogelijk tegen
te gaan. Het gaat B. en W. echter te
ver zonder meer te hesluiten in den
vervolge aan alle circussen, waarin
voorstellingen met dierendressuur
worden gegeven, het innemen van. een
standplaats te weigeren.
RESIDENTIE-ORKEST.
Twee zijden van het Europeesch
muziekleven der laatste eeuw werden
gisteravond door dr. Peter van Anrooy
met zijn voortreffelijk orkest belicht:
de Fransche en de Duitsche zijde in
representatieve uitingen.
Hector Berlioz mag nog in vriend
schappelijke betrekking met de
Duitsche ro-mantici hebben gestaan en
een zekeren invloed niet geheel ont
gaan in zooverre betreft de kwes
tie van het „Leitmotiv" en de instru
mentatie, hij was groot genoeg om ab
soluut eigen wegen te zoeken en te
vinden. En hij was voor alles Fransch-
man, hevig gepassioneerd en volbloed
romanticus. Door een en ander ver
toont zijn coloriet een diepte en een
gloed als weinigen bezitten. De
Ouverture „Benvenuto Cellini" be
hoort tot zijn kleinere orkestwerken,
waaruit volkomen de zeldzame genia
liteit van den meester tot ons spreekt.
Een forsche inzet, intens overtuigend
pizzicati van de contrabassen
lange accoorden van de houtblazers
dan komt het strijkorkest en weldra
zitten wé in de bruisende beweeglijk
heid en de betooverende klanken-
weeld-e van den meester En als de ba
zuinen hun fanfares aanheffen, dan
bewondert men als altijd de zeldzaam
nobele klank welke het koper van het
Residentie-orkest bezit. En als liet
laatste accoord is verklonken dan is
men vol d*epe bewondering voor den
man, die zijn groot orkest zob heerlijk
in zijn macht heeft'en die Berlioz' vu-
rigen geest recht doet wedervaren door
een schitterende vertolking, van zijn
werk.
Toen kwam een verrassing! Inge-
lascht werd „Fêtes", de Tweede noc
turne voor orkest door C. Debussy.
„Fransch componist" noemt hem zijn
vriend Jean Aubry. Fransch. door en
door Fransch de man die de Fran
sche muziek bevrijdde van alle Ger-
maanscbe en andere invloeden. Die
weer zuiver aansloot hij de tradities
van het Gregoriaansche melos, de oer
grond voor de Europeesche muzikale
cultuur; die vóór alles het tintelend
fioriturenspel van Couperius' ragfijne
vleugel-composities in- zich op nam;
zich verlustigde aan het zachte rui-
schen van de viola di gamba, zooals
die bespeeld werd in de Fransche sa
lons. Debussy, componist van gratie
en fijnheid. Men zou hem kunnen noe
men den Mozart der 19de eeuw, even
sierlijk en even innerlijk sterk, maar
ten slotte in zekeren zin rijker omdat
hem zoovele nieuwe middelen ten
dienste stonden, die dienstbaar kon
den worden gemaakt aan de groot er
nerveuze gevoeligheid vau het incn-
schelijk gemoed.
De Nocturnes behooren tot het aller
fijnste wat gedurende de laatste 50
jaren voor orkest is geschreven. Won
derlijk dat gonzend tremolo van de
contrabassen, die heel verfijnde opzet
van „Fêtes". Het is droommuziek en
cle schoonheid, die altijd op tegenstel
lingen berust, wordt hierin bereikt
door tegenstellingen in het fijn-kleuri
ge; in de voortdurende wisseling van
orkestkleuren binnen de grenzen van
liet pianissimo. Tot een dergelijke be-
lieerschte en toch zoo innerlijk sterk
levende schoonheid was de wild-gc-
niale geest van Berlioz nooit in staat
geweest. Ze grijpt aan en boeit totdat
het eerste deel verklinkt in de bijna
onhoorbare pizzicati der strijkers met
ver en mystiek paukengegons.
't Tweede gedeelte is werkelijk een
feest, 't ls alsof allerlei wonderlijke
wezens zich vermaken. Kleurige stoe
ten trekken voorbij ónder t licht der
maan. Ondanks het feestelijke en
kleurige blijft een spiritueele verfij
ning een zeldzame gratie. We den
ken aan de matte flonkering van het
goudborduursel der gobelins in een
schemerlichte zaal; aan de visueele
verbijstering van een die de schoon
heid ziet komen in den droom en met
argelooze, open ziel dien droom reflec
teert als een Van Goyen.
En na Debussy het Concert No. 2 in
g -kl.-t. Op. 22 voor klavier met orkest
van C. Saint-Saëns. Deze muziek mo
ge de innerlijke diepte missen van een
Debussy, ook Saint-Saëns was
Franschman. en als zoodanig altijd
man. van smaak en smaakvolle be-
heersching.
Onmiddellijk bij den eersten aanslag
openbaart de solist Mischa Levitsky
zich als een virtuoos pianist met no
bel? klankproductie. In de snelste pas
sages sidderen de tonen uit den vleu
gel met parelende afgerondheid. Alles
Binnenland.
Leiden's inwonertal heeft de 70.000
bereikt.
De spoorwegovergang RijnsbnrgeT-
weg opnieuw ter sprake in de Tweede
Kamer.
De Colijnavond te Utrecht.
Buitenland.
De toestand van koning George is
buitengewoon verontrustend.
De Prins van Wales is te Londen
aangekomen.
De Volkenbondsraad heeft een tele
gram aan Bolivia en Paraguay gezon
den.
Bolivia trekt zich terug van de Pan-
Amerikaansche conferentie,
Ernstig vliegongeluk op de lijn Keu.
len-Berlijn.
is even klaar en frisch en in alle op
zichten doet de kunstenaar denken
aan Iturbi. Maar zijn sentiment is an
ders georiënteerd. Technisch vol
maakt, bezit zijn toongeving tevens
warmte en gevoeligheid. Zijn tempe
rament is door en door muzikaal. En
hij dit alles leeft de merkwaardig
uiterlijke rust. Het spelen schijnt keur-
spel. De vleugel wordt onder zijn
hand een klaterend en heierend caril
lon en soms roept hij klankendroomen
cp die machtig opdaveren door zijn
linkerhandspel. Men zou hem willen
hooren in de laatste groote sonates
van Beethoven. Het orkest, in betrek
kelijk kleine bezetting, werd door ds.
Van Anrooy geleid in volkomen aan
passing hij het spel van den solist. Er
werd op deze wijze gezorgd voor een
gevoelig en kunstzinnig handhaven
van 't contact tusschen beide.
In het tweede deel, het Allegro mo
derato trof de prachtige wisseling
tusschen solist en strijkorkest, 't Leek
een gesprek, een muzikale gedachten-
wisseling, waarbij de korte stootjes
van de fagot zoo mooi de rhythmische
figuren der strijkers ondersteunden.
Opmerkelijk was de technische ver-
fi.ining, waarmee de solist het fijne
arabeskenwerk verzorgde. En niet
minder kon men dit waardeeren in de
trilfiguren uit het Presto. Dit Presto
was van Saint-Saëns' werk een mo
numentaal slot.
De solist had een ovatie van de
stampvolle Gehoorzaal in ontvangst te
nemen.
En na de pauze kwam de tegenstel
ling: „Also sprach Zarathustra" van
Richard Strauss. Het is een „Tondich-
tung", welke een indruk wil geven
van Friedrich Nietzsche's bekende
boek, dat de cultuur van den „Uuber-
mensch" aankondigt. En het is door en
door Duitsch. De geweldig zware par
tituur werd door dr. Van Anrooy op
de meest te waardeeren wijze vertolkt.
Aan het spel als zoodanig ontbrak
niets. Het was tot in het uiterste ver
zorgd. Daardoor hebben we met be
langstelling en geboeid kunnen luis
teren. In den aanvang het diepe ge
brom van de contrabassen en 't gebom
der pauken, waarboven zich al spoe
dig fanfaronades verheffen. Als deze
verdwijnen blijft het gegons, dat ein
delijk verklinkt tot pizzicati. Maar
weldra komen de blazers en eindelijk
de strijkers met een elegisch getinte
melodie. Er komt drang en bewogen
heid in. De spanning neemt toe en
toch hoe uitnemend instrumenta
list Strauss mag zijn, toch deden ons
die forto-passages hol aan.
Als bet orkest verstilt krijgen we
soms een passage van groote schoon
heid en daarna weer stuwing,
drang, expansie. Het scheen ons voor
al in-die gedeelten, die machtig be
doeld waren meer kennis dan inspira
tie. Heel mooi is dan vóór de rust weer
de contrapuntiek der houtblazers bo
ven het donker geruisch der bassen.
Na de rust treft vooral dat gedeelte
waarin de eerste violist zijn solotrek
jes afwisselt met het heele orkest; en
weer later van Swaap en de wald-
hoornist elkaar afwisselen. Heel fijn
is ook het slot en toch is deze muziek
ons soms te compact, te dik, te zwaar
op de hand.
Dit alles neemt niet weg, dat dr.
Van Anrooy er een onberispelijke uit
voering van gaf. waarvoor hem een
ovatie der zaal ten deel viel.
DE 70.000STE IS GEBOREN.
Een welgeschapen dochter.
Wie vandaag in de krant de Bur
gerlijke Stand naziet en welke op
rechte inwoner van onze goede stad
doet dat niet zal daarin met vette
letters aantreffen onder het kopje