NLUWLEIÜSCHE COURANT DINSDAG 11 DEC. 1928 TWEEDE BLAD. Op de Raadstribune. 't Was gisteren weer een raadsver gadering, waarvan de agenda al reeds deed zeggen: Een van tweeën, óf even nog spuien voordat de groote begroo- tingsvergadering komt, óf er zit wat anders achter. Dit laatste was blijkbaar juist, want toen wij om half vier weer op de Breestraat stonden, gingen onze vroe de vaderen met gesloten deuren het wel ofwee van onze oude stad verder behandelen. Ook dat ging blijkbaar niet zoo ge makkelijk, want toen wij een uurtje later het oude stadhuis voorbij wan delden, was de raadszaal nog helder verlicht, waaruit wij de conclusie trokken, dat daar nog vergaderd werd. De agenda zou in nog geen half uur zijn afgewerkt, indien één punt niet het volgende uur had gevuld. Bij het omhalen van de versche sne den gras, die als malsch voedsel den ijverigen vertegenwoordigers onzer burgerij werden toegeschoven, ontdek te mr. Romijn bij punt 4 'n addertje onder het gras. Een stuk grond voor 16.000 aangekocht, dat 250 huur per jaar opbrengt, d. w. z. even Wi pet. rente, dat is toch wel erg mager. Maar het beestje werd spoedig ver jaagd en de malsche buit werd bin nengehaald. Genaderd tot punt 10 moest de vre dige hamer des voorzitters, die punt na punt afklopte, even rusten. Wat rusten, neen, in felheid heftige klop na klop doen hooren! 't Ging erom, of een nieuwe dienst in particuliere handen mag blijven dan wel of het Soc.-Dem. ideaal: overheidsdienst overgang naar socialisatie, werkelijk heid moest worden. Van drie zijden werd de aanval ge opend. De heer Van Eek wilde uitstel, de heer Koole eerst nog een commis sie hooren en de heer Groeneveld was ongerust over de doelmatigheid en over de waarborgen voor de hygiëne bij den nieuwen dienst. Het opmerkelijke was, dat eerst langzamerhand het principieel verzet om liet beginsel zelf begon uit te ko men. Waarom, zoo zou men kunnen vragen. Och, men vangt nu eenmaal meer vliegen met stroop dan met azijn. Was het betoog van de heeren aan vaard, dan had men immers tijd ge wonnen om het principieel verzet te consolideeren. 't Was dan ook wel niet gelukt, dat beginsel ingang te doen vinden, maar 't was dan ten minste nog propaganda-object ge weest. Hebben wij het zoo niet goed gera den, heeren Soc.-Dem.? KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Tweetal: Te Dwingelo (als Evange list), J. de Vries, te Slagharen; en. B. Vis ser, te Noordwolde (Fr.). Beroepen: Te Schalkwijk, J. C. G. Gobius du Sart, te Wijk bij Heusden. Aangenomen: Naar Hardenberg, W. Th. Hoek, te Wadenoyen. Bedankt: Voor Heskerhorne, J. W. Blankert, te St. Oedenrode. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Lutjegast, H. Brink, te Onderdendam. Bedankt: Voor Heemstede, P. C. de Bruijn, te Apeldoorn. CHR. GEREF. KLRK. Tweetal: Te 's-Gravenzande, P. de Groot, te Rotterdam; en Joh. Jansen, te Leiden. Te Meppel, L. Beekamp, te Harlin- gen; en R. E. Sluiter, te Assen. EVANG. LUTH. KERK. Beroepen: Te Deventer, G. J. Duy- vendak, te Bussum. Ds. J. F. COLENBRANDER. Het bericht aangaande Ds. J. F. Colen brander tot voor kort Miss. Dienaar des Woords te Melolo (Soenvba) vereischt eenige verduidelijking. De bedoeling is niet, dat hij eerst na 1 April een beroep uit de Geref. Kerken in overweging zou nemen, maar dat hij na dien datum gaar ne weer een gemeente zou dienen. Een eventueel beroep zou dus ook vóór dien datum overwogen kunnen worden. GIFTEN EN LEGATEN. Bij diakenen der Ned. Herv. gemeente te "s-Gravenhage is ingekomen een bedrag van 3460.67 uit de nalatenschap van wij len Mevr. A. C. P. Brill-IIendriks te Ouder-Amstel. Ten behoeve van de stichting van een Ned. Herv. Kerk in het Tolsteeg- en het Wilhelminaparkkwartier te Utrecht heeft de betrokken commissie een gift van 4000 ontvangen van een ongenoemde. Ds. P. NOMES. Ds. P. Nomes, Geref. predikant te 's-Gra- venhage-Wèst, is gisteren namens de ver- eeniging van zeekerken „Bethsaida" naar Dieppe in Frankrijk vertrokken om daar 10 dagen te arbeiden onder de Holland- sche visschers. H. VAN T PAD. Te Harderwijk is in den ouderdom van 86 jaren overleden de heer H. van 't Pad, een vooraanstaand man in de Chr. Geref. Kerk aldaar. De heer van 't Pad was jarenlang ouder ling en sedert de vacature voorzitter van den Kerkeraad. Ook op het gebied van den Zondags- schoolarbeid stond de heer Van 't Pad in de voorste gelederen. Ds. D. SMALLEGANGE. f In den ouderdom van 75 jaar is in Den Haag overleden Ds. D. Smallegange, am. pred. van de Geref. Kerk van Brielle. Dirk Smallegange werd in 1853 gebo ren en studeerde aan de Theologische School te Kampen, waar hij in 1879 can- didaat werd, om 29 November van dat jaar bij de Chr. Geref. Kerk van Idsken- huizen het predikambt te aanvaarden. Vandaar vertrok hij in April 1884 naar Al melo, om zich 9 December 1900 aan de kerk van Brielle te verbinden, die hij bij kans 14 jaar mocht dienen. 10 Mei 1914 ontving hij eervol emeritaat en vestigde zich metterwoon te 's-Gravenhage. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal morgenmiddag om 3 uur op Oud Eik en Duinen plaats hebben. Dr. K. J. BROUWER. Dr. K. J. Brouwer, de zendingsdirector, die kort geleden van zijn inspectiereis in ons land teruggekeerd is, heeft Zondag morgen de godsdienstoefening in de Groo te Kerk in Den Haag geleid. Onder het gehoor waren de koningin, de koningin moeder en prinses Juliana; voorts minis ter Slotemaker de Bruine en andere be kende personen. Dr. Brouwer had tot tekst gekozen de laatste helft van het 10e vers van Johan nes 10: „Ik hen gekomen, opdat zij het leven en overvloed hebben." Spr. behan delde het schijnbaar tweeslachtige van de Kerstprediking: „Hij komt" en „Hij is ge komen". Maar het verband tusschen deze twee begrippen wordt inniger, wanneer wij den voortgang van het zendingswerk volgen, waarbij het „Hij komt, want Hij is gekomen" telkens nieuwe beteekenis krijgt. Christus doet telkens nieuw leven opbloeien, en de dood wordt overwonnen. Daarom is de medische zending van zoo'n groot belang, niet enkel om een sfeer van toenadering te scheppen, maar om daad werkelijk te toonen óók evangeliepredi king dat de strijd tegen den dood aan gebonden wordt. Dat is toenadering van een beter soort, en een evangelieprediking die mede de groote les leert van verlos sing van zonde en dood. Spr. verhaalde van zijn bezoek aan Toradja's en Papoea's en zeide, dat zelfs bij die heidenen, die slechts oppervlakkig met het christendom in aanraking kwamen, de angsttrekk^n wegvielen. Met een opwekkend woord besloot spr. deze predicatie, die het begin is van een tournee door ons land. ZENDING. Medische Zending. Door den Kerkeraad der Geref. Kerk van Utrecht is besloten tij dens het verlof van den missonairen arts, Dr. J. C. Fach, zijn plaats te Poerworedjo te doen innemen door Dr. L Xoteboom, te Heerlen. EEN ANTWOORD. Naar wij vernemen zal er met enkele dagen bij den uitgever J. H. Kok te Kam pen een antwoord verschijnen op de on langs verschenen brochure: „Zijn de man nen van Assen zelf aanranders van het Schriftgezag door éen Gereformeerd Pre dikant". Dit antwoord zal getiteld zijn: „Een hoornstoot te^en Assen?" (Antwoord op een conscientiekreet). DE ACHTERUITGANG VAN HET GYMNASIUM IN DUITSCHLAND. Het Philologen-Taschenbuch voor 1928 schrijft: In 1900 was nog 81.8 procent van alle abituriënten gymnasiasten, in '14 bedroeg dit aantal nog 62.2 procent, thans is het nog slechts 42 pet. Van '28 af zal het per centage der gymnasiasten onder de abi turiënten zeer sterk dalen, daar dan de „Aufbauschulen" (de middelbare scholen, die bij het zevende, soms achtste, jaar der volksschool aansluiten en de leerlingen voor de universiteit bekwamen) de eerste abituriënten afleveren. We staan daardoor voor een keerpunt in de geschiedenis van het Pruisische hoogere schoolwezen, zoo wel als voor een nieuwe cultuurperiode. De leidende lagen van het volk zullen in de toekomst komen uit.de realistische on derwijsinstellingen. BEVORDERING ZONDER OVERGANGS EXAMENS. De Pester Lloyd bericht, dat in Estland een ingrijpende schoolhervorming doorge voerd werd: de minister van onderwijs bepaalde, dat de bevordering van de leer lingen niet meer van examens afhankelijk mag worden gemaakt. Aan het eind van elk schooljaar moet de in dat jaar behan delde leerstof in groote trekken worden herhaald. Daarbij kan de onderwijzer of leeraar zich nauwkeurig oriënteeren w *t betreft de bevordering der leerlingen. Dit nieuwe bevorderingssysteem geldt voor de grondscholen, de scholen voor voortgezet onderwijs en de middelbare scholen. Heeft de onderwijzer op grond van het algemee- ne herhalend onderzoek den, indruk gekre gen dat een leerling niet mee kan, dan kan die leerling in bijzondere gevallen aan een herhalend onderzoek voor twee vakken worden onderworpen. Het resul taat hiervan is beslissend voor de al- of niet bevordering. BINNENLAND. bezoek van z. k. h. den prins aan zandvoort. Gisteren bracht Z. K. H. de Prins een bezoek aan Zandvoort naar aanleiding van het stranden in den jongsten storm van het Duitsche stoomschip „Podeus". De Prins, die vergezeld was van zijn adjudant, luitenant ter zee le klasse. Termijtelen, heeft in bijzijn van den burgemeester van Zandvoort, den heer Van Alphen, een langdurig onderhoud gehad met den kapitein, een stuurman en den chef van de machinekamer van het stoomschip, waarbij ook de echt- genooten van die heeren tegenwoordig waren. Belangstellend liet de Prins zich in- lichten omtrent de omstandigheden, waaronder de stranding plaats had. de ex-keizer. Uit Doorn wordt gemeld, dat de Mi nister van Binnenlandsche Zaken, Mr. J. B. Ivan, aldaar is aangekomen voor het houden van besprekingen met den ex-keizer. scheuring in de s. d. a. p. in limburg? De oppositieparij in het geweest Limburg der S. D. A. P., in totaal ca. 30 personen sterk, besloot voor het lid maatschap der partij te bedanken. De leider, de heer v. d. Ploeg, die lid is van de Prov. Staen van Limburg en van den gemeenteraad van Heerlen zal zijn zetels niet ter beschikking stel len, omdat hij, zooals hij heeft ver klaard, van oordeel is, dat zijn kiezers, die hem destijds gekozen hebben, al reeds .bekend waren met de bestaande kwestie in de partij. Ook nog enkele andere gemeente raadsleden in Limburg deel uitmaken de van de oppositiepartij zullen hun zetels blijven bezetten. Ds. Mr. Dr. N. C. VELDHOEN CANDIDAAT? Naar de Rotterd. verneemt, zal Ds. Mr. Dr. N. C. Veldhoen, sedert 19 Febr. van dit jaar predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Voorburg, zich be schikbaar stellen als candidaat der Chr. Hist. Unie voor de komende Ka merverkiezingen. Ds. Mr. Dr. N. C. Veldhoen aan vaardde op 7 Februari 1909 het predik ambt in de Herv. Gem. te Wapenveld, en diende van 1911 tot Februari 1928 dus ruim 17 jaren, de Herv. Gemeente te Alphen aan den Rijn, om in Febru ari j.l. te Voorburg den herdersstaf te aanvaarden. Ds. Veldhoen behóórt tot de confes- sioneele richting. ZUIDERZEEFC'NDS VOOR 1927. Ingediend is een wetsontwerp tot verhooging van de begrooting van uit gaven van het Zuiderzeefonds voor 't dienstjaar 1927. Hieraan wordt het volgende ont leend: Sedert de inzending van de ontwerp begrooting van de inkomsten en uit gaven voor het dienstjaar 1927 is na overleg met de maatschappij tot uit voering van de verschillende werken een algemeen werkplan vastgesteld, volgens hetwelk in de eerste plaats zouden worden uitgevoerd de omrin?- dij-k van den fundeeringsput voor het op het Kornwerderzand te bouwen sluizencomplex, met de aansluitende vakken van den afsluitdijk en eenige voor opslagterrein bestemde verbree dingen. Dientengevolge is voor den bouw van den omringdijk van de sluisput bij de Middelgronclen een belangrijk hooger bedrag noodig geweest dan op de ontwerp-begrooting was uitgetrok ken, terwijl in verband hiermede ook de aanschaffing en het vervoer van steen een hoogere uitgaaf vorderden. Daarentegen is de post voor het ma ken van den afsluitdijk tusschen de Friesche kust en het Kornwerderzand voor 1927 ongebruikt gebleven. Tegen over de meerdere uitgaven voor het dienstjaar 1927 staat echter een batig saldo van de rekening der inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1926 ten bedrage van 5.231.894,84, hetwelk op den dienst 1927 is overgebracht. de watersnood rond barendrecht. Naar wij vernemen werd Zaterdag te Barendrecht een vergadering ge houden van het plaatselijk watersnood Comité Barendrecht Ridderkerk. Namens de algemeëne vereenigde commissie tot leniging van rampen door watersnood (Watersnood-Comité te Amsterdam), woonde de heer J. W. Geesink, burgemeester te Nieuwveen deze vergadering bij. De in' de omgeving van Barendrecht en Ridderkerk geleden schade bleek van dien aard te zijn, dat de algemee- ne vereenigde commissie zich bereid heeft verklaard, hulp te bieden aan de slachtoffers. Aan hen. die voor uitkee- ring in aanmerking, komen, zal finan- cieele hulp worden verleend. De plaatselijke commissie taxeert de totale schade op ongeveer 75.000. Het zijn voornamelijk kleine tuin ders en pachtboertjes, die zwaar ge troffen zijn. Namens de algemeene vereenigde commissie heeft de heer Geesink een tocht door het overstroomde gebied gemaakt, om zich persoonlijk van den toestand op de hoogte te stellen. OVERWERK IN BROODBAKKERIJEN De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft vergund, dat in de broodbakkerijen in alle gemeenten des Rijks door hoofden of bestuurders en door bakkersgezellen in afwijking van het bepaalde in art. 35, 2e lid der Arbeidswet 1919 op Donderdag 27 De cember 1928 en op Woensdag 2 Janu ari 1929 van 12 uur des nachts af door één persoon bakkersarbeid wordt ver richt voor het stoken van ovens. DE MOORD OP DEN HEER LANS. De Haagsche Courant van gisteren avond meldt: „Naar wij vernemen is gistermorgen door personeel van de rivierpolitie uit Rotterdam een gedeelte van het Ververschingskanaal afgezocht naar voorwerpen, welker opsporing van be lang is in het onderzoek naar den dader van den moord op den heer Lans te Rotterdam. Het afzoeken van den bodem ge schiedde met magneten. Na korten tijd werden de bewuste voorwerpen inderdaad omhoog ge bracht. Het bleken twee sleutels te zijn, die, naar ons verder ter oore kwam, zou den passen op de sloten van het ach terhek, dat de binnenplaats van het moordperceel afsluit. Welke waarde aan deze vondst moet worden gehecht, kon men ons niet me- dedeelen". In verband met dit bericht meldt men uit Den Haag dat iemand uit Rotterdam bekend had, op de bewuste plek twee sleutels te hebben wegge worpen. die op het genoemde hek pas ten. Wie degcen was, die dit bekend bad, werd geheim gehouden. Gisteren is tijdens het onderzoek in de zaak. betreffende den moord op den heer Lans nog een man aangehouden, die na het verhoor weer op vrije voe ten is gesteld. EEN ZAK AANGETEEKENDE STUK KEN VERDWENEN. Door het personeel van het spoor- wegpostpersoneel ingericht in den trein, die 9 dezer te 8.15 van Antwer pen naar Rotterdam is vertrokken, is bij de opening van de brievenmaal van Genua station voor genoemd spoor wegpostkantoor geconstateerd, dat de inhoud daarvan slechts uit oud pa pier bestond, waaronder een Italiaan- sche courant. Bedoelde brievenmaal behoorde uit sluitend brieven met een aangegeven waarde uit Xed. Indië te bevatten, welke met het s.s. .Tohan de Witt to Genua zijn aangebracht. Nog van Antwerpen uit kon de Ita- liaansche postadministratie telegra fisch met de vermissing in kennis worden gesteld Ook verder zijn door den Nederland- schen postdienst de voor een dergelijk geval nopdice maatregelen getroffen. Van den Italiaanschen dienst kwam bereids telegrafisch bericht in. dat verzending van den postzak uit Genua op regelmatige wijze heeft plaats ge had. Het onderzoek duurt voort. HET VERTREK VAN PROF. MR. TREUR NAAR INDIë. Gisterochtend met den trein van 9.54 uur is van het Hollandsche Spoor station in Den Haag naar Parijs ver trokken Prof. Mr. M. W. F. Treub, die, zooals gemeld, een reis naar Indië gaat maken. Een groot aantal belangstellenden en vrienden had zich verzameld op het perron om Prof. Treub uitgeleide te doen. Onder hen waren de oud-ministers Bosboom en Rambonnet, Mr. Tak, pro cureur-generaal bij den Hoogen Raad, het oud-Tweede Kamerlid Gerritzen, de heeren Putman Cramer, Mr. Co hen de Boer, en Mr. Dr. Van Gyllaud Oosterhoff, secretarissen van de on dernemersraden van Ned. Oost Indië en Suriname, de heer v. d. Mandere, algemeen secretaris van de Vereeni- ging voor Volkenbond en Vrede; de heer De Vries van de Deli-Batavia-Mij. de heer L. Knappert, secretaris van de Internationale vereeniging voor rub bercultuur, de heer Van Valkenburg, oud-onderdirecteur der gouverne- mentsbedrijven in Ned. Indië. de heer Jansen, oud-directeur van financiën in Indië, en Dr. Walter, oud-algemeen voorzitter van het Verbond van Neder- landsche werkgevers. De heer Treub nam van alle aanwe zigen hartelijk afscheid. De vreemde landlooper 13) —o— „Ja, ja, zoo zijn de heeren", zeide ze hardop, „die geen besef hebben van wat 't is honger en kou te lijden, die niet weten hoe het er op den straat weg uitziet, als men niets te bikken heeft". Men moet God danken, als men niet weet wat 't is om op de wegen rond te moeten zwerven, en misschien van al le deuren weggestuurd te worden", zoo weerklonk het in Gratzer's ooren. Wist hij niet wat het was? Had hij 't niet zelf alles doorgemaakt? Als juf frouw Pohl dat eens wist! Misschien zou ze zich dan schamen, in betrek king bij een landlooper te zijn, terwijl ze nu trotsch was op haar meester. Ellendige herinnering, die heden tel kens weer bij hem opkwam, terwijl hij in 't minst niet geneigd was ge weest haar op te roepen. En juist van daag was zij hem zoo onwelkom. De stemming, waarin hij zich bevond, paste in 't geheel niet bij het gezel schap dat hem wachtte. Hedenavond, dit had hij zich voorgenomen, zou zijn let beslist worden. Van morgen vroeg had hij eenige camelia's uit zijn broei kas aan Anna Gahde gestuurd en er een nietszeggend briefje bijgevoegd, waarin hij zei, dat hij haar overtuigen wilde van den goeden toestand waar in zijn broeikassen verkeerden, aange zien zij laatst met belangstelling daar naar gevraagd had. Indien Anna van avond een der camelia's in 't haar dioeg, dan wist hij genoeg, en zoo hij er gelegenheid toe vond, wilde hij haar zeggen, wat hij al lang op 't hart had. Hij was van plan een gelukkig Kerstfeest te vieren, en er moest veel gebeuren als dit niet gelukte. En nu cuze ellendige herinnering! Waarom moest zij toch juist vandaag bij hem opkomen? De tijd spoedde voort, en altijd stond hij bij 't raam en keek naar het win terlandschap daar buiten. Hier en daar flonkerde een ster aan den he mel; helderder en helderder werd haar licht, hoe langer hij er naar keek. De sneeuw schitterde en glinsterde en hoewel het warm was in de kamer, beving een huivering den opzichter. Zooeven had de bedelaar het huis verlaten om verder te dwalen en wel licht buiten te overnachten. Hij, Grat- zer, weet wat dat zegt. Ja, waarom heeft hij den vagebond eigenlijk niet in 't kasteel gehouden, waarom heeft hij niet gedaan zooals Elwitz? Als in een droom kijkt hij den zwerver na; deze had zijn jas aan en in zijn huis had hij gegeten; dat was genoeg, ver der wilde hij niets met hem te maken hebben. Bij den stal liepen de knechts heen en weer; Gratzer zag het flauwe licht der stallantaarn, en hoorde aan het geklingel der bellen, dat de paarden aan werden gespannen, en nog steeds had hij zich niet klaar gemaakt voor den rit. Op eens overviel hem een ge voel alsof het beter voor hem ware indien hij heden niet uit ping Zijn huis kwam hem zoo vredig voor en de angst bekroop hem dat er hem daar buiten iets onaangenaams wachtte, en dat zijn hoop niet bevredigd zou wor den. Doch lachend schudde hij deze gedachte van zich af, maar schrok toch zelf van zijn eigen lach. „Oude vrouwen zijn bijgeloovig", zeide hij, „en dwazen spreken van voorgevoe lens". Haastig verliet hij de woonkamer en toen hij na een kwartier terugkeerde, was hij gekleed voor de partij. Met een onderzoekenden blik bekeek hij zich zelf in den spiegel en een tevreden lachje gleed over zijn gelaat. Ja, al die jaren hadden een groote verandering teweeg gebracht; men zou kunnen denken, dat hij zijn leven in een rijke omgeving had doorgebracht, en ander maal kwam een gevoel van trots bij hem op over zijn eigen kracht, en de zwakheid van daareven was voorbij. Ongeduldig stonden de paarden hun hc ofd te schudóen, en de bellen klon ken helder in de avondstilte. „Huwe- lijksklokken!" mompelde Gratzer. Juist wilde hij schellen om nog en kele bevelen te geven, toen er geklopt werd en dadelijk daarop de huishoud ster binnenkwam. „Stoor ik u weer?" vroeg zij eenigs- zins geraakt. Gratzer moest lachen. „Gij hebt 't zeker kwalijk genomen, juffrouw Pohl, dat ik straks zoo haastig was. Ja weet u, als iemand zoo veel aan zijn hoofd heeft, gebeurt" het wel eens, dat men eigenlijk onbeleefd is. Neem 't me maar niet kwalijk!" Juffrouw Pohl was alweer bevre digd. „Ja, ja, u heeft genoeg om over te dénken, mijnheer, en de jeugd is al tijd haastig, maar dat beteekent ver der niets". Terwijl Gratzer haar nog 't een en ander opdroeg, bekeek zij met welgevallen haar meester. „U is toch oe knapste edelman in den omtrek, mijnheer, dat zeggen ze allemaal. Nu, u zult wel niet lang meer alleen blij ven, als men ten minste gelooven kan, wat hier en daar gemompeld wordt". „Ge zoudt zeker gaarne wat meer willen weten, juffrouw?" zeide Grat zer overmoedig lachend. „O, wel neenl Zoo nieuwsgierig ben ik niet! Alles komt terecht, en zoo'n haast heb ik niet. Op 't eind wordt men opzij gezet en daar verlang ik volstrekt niet naar". „Daar zullen we nog eens rijpelijk over denken", antwoordde Gratzer, terwijl juffrouw Pohl hem hielp aan zijn pels. „Wensch mij voorspoed op mijn weg, juffrouw 1 Men kan nooit weten wat er gebeurt", zei hij nog toen hij de deur uitging. De opzichter riep: „Voorwaartsl" do koetsier klapte met de zweep, de bel len klonken. „I-Iuwelijksklokkenl" had Gratzer. gezegd. ZESDE HOOFDSTUK. De heer Von Weling vierde heden zijn verjaardag, en er waren ver schillende gasten uit den omtrek ge- noodigd. De geheel© voorgevel van het prachtige slot was geïllumineerd en de met sneeuw bedekte slanke dennen, die langs de oprijlaan stonden, waren als overgoten met licht, dat van de hooge vensters uitstraalde. Er reden zooveel sleden af en aan, dat 't was alsof er geen eind aan kwam, en de bedienden hadden de handen vol met het aannemen en be waren van reisdekens en pelzen. In de zalen op de eerste verdieping ontving de gastheer met zijn vrouw de vrienden en bekenden en werd harte lijk door hen geluk gewenscht. Eén kamer was voor de heeren, één voor de dames en één voor de jeugd bestemd; in de laatste stonden de jon gelui druk pratend bij elkander .Hier werd een vriendelijk woord gesproken, daar een veelbeteekenende blik ge wisseld. De een vroeg hoe de laatste partij afgeloopen was, een ander of de freu le veel van schaatsenrijden hield; on beduidendheden werden gevraagd, on beduidendheden geantwoord, en toch stelde de een of ander er belang in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5