NLUWLEIÜSCHE COURANT
DINSDAG 11 DEC. 1928
TWEEDE BLAD.
Op de Raadstribune.
't Was gisteren weer een raadsver
gadering, waarvan de agenda al reeds
deed zeggen: Een van tweeën, óf even
nog spuien voordat de groote begroo-
tingsvergadering komt, óf er zit wat
anders achter.
Dit laatste was blijkbaar juist, want
toen wij om half vier weer op de
Breestraat stonden, gingen onze vroe
de vaderen met gesloten deuren het
wel ofwee van onze oude stad
verder behandelen.
Ook dat ging blijkbaar niet zoo ge
makkelijk, want toen wij een uurtje
later het oude stadhuis voorbij wan
delden, was de raadszaal nog helder
verlicht, waaruit wij de conclusie
trokken, dat daar nog vergaderd werd.
De agenda zou in nog geen half uur
zijn afgewerkt, indien één punt niet
het volgende uur had gevuld.
Bij het omhalen van de versche sne
den gras, die als malsch voedsel den
ijverigen vertegenwoordigers onzer
burgerij werden toegeschoven, ontdek
te mr. Romijn bij punt 4 'n addertje
onder het gras. Een stuk grond voor
16.000 aangekocht, dat 250 huur
per jaar opbrengt, d. w. z. even Wi
pet. rente, dat is toch wel erg mager.
Maar het beestje werd spoedig ver
jaagd en de malsche buit werd bin
nengehaald.
Genaderd tot punt 10 moest de vre
dige hamer des voorzitters, die punt
na punt afklopte, even rusten. Wat
rusten, neen, in felheid heftige klop
na klop doen hooren! 't Ging erom,
of een nieuwe dienst in particuliere
handen mag blijven dan wel of het
Soc.-Dem. ideaal: overheidsdienst
overgang naar socialisatie, werkelijk
heid moest worden.
Van drie zijden werd de aanval ge
opend. De heer Van Eek wilde uitstel,
de heer Koole eerst nog een commis
sie hooren en de heer Groeneveld was
ongerust over de doelmatigheid en
over de waarborgen voor de hygiëne
bij den nieuwen dienst.
Het opmerkelijke was, dat eerst
langzamerhand het principieel verzet
om liet beginsel zelf begon uit te ko
men. Waarom, zoo zou men kunnen
vragen.
Och, men vangt nu eenmaal meer
vliegen met stroop dan met azijn.
Was het betoog van de heeren aan
vaard, dan had men immers tijd ge
wonnen om het principieel verzet te
consolideeren. 't Was dan ook wel
niet gelukt, dat beginsel ingang te
doen vinden, maar 't was dan ten
minste nog propaganda-object ge
weest.
Hebben wij het zoo niet goed gera
den, heeren Soc.-Dem.?
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Tweetal: Te Dwingelo (als Evange
list), J. de Vries, te Slagharen; en. B. Vis
ser, te Noordwolde (Fr.).
Beroepen: Te Schalkwijk, J. C. G.
Gobius du Sart, te Wijk bij Heusden.
Aangenomen: Naar Hardenberg, W.
Th. Hoek, te Wadenoyen.
Bedankt: Voor Heskerhorne, J. W.
Blankert, te St. Oedenrode.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Lutjegast, H. Brink, te
Onderdendam.
Bedankt: Voor Heemstede, P. C. de
Bruijn, te Apeldoorn.
CHR. GEREF. KLRK.
Tweetal: Te 's-Gravenzande, P. de
Groot, te Rotterdam; en Joh. Jansen, te
Leiden. Te Meppel, L. Beekamp, te Harlin-
gen; en R. E. Sluiter, te Assen.
EVANG. LUTH. KERK.
Beroepen: Te Deventer, G. J. Duy-
vendak, te Bussum.
Ds. J. F. COLENBRANDER.
Het bericht aangaande Ds. J. F. Colen
brander tot voor kort Miss. Dienaar des
Woords te Melolo (Soenvba) vereischt
eenige verduidelijking. De bedoeling is
niet, dat hij eerst na 1 April een beroep
uit de Geref. Kerken in overweging zou
nemen, maar dat hij na dien datum gaar
ne weer een gemeente zou dienen. Een
eventueel beroep zou dus ook vóór dien
datum overwogen kunnen worden.
GIFTEN EN LEGATEN.
Bij diakenen der Ned. Herv. gemeente
te "s-Gravenhage is ingekomen een bedrag
van 3460.67 uit de nalatenschap van wij
len Mevr. A. C. P. Brill-IIendriks te
Ouder-Amstel.
Ten behoeve van de stichting van een
Ned. Herv. Kerk in het Tolsteeg- en het
Wilhelminaparkkwartier te Utrecht heeft
de betrokken commissie een gift van
4000 ontvangen van een ongenoemde.
Ds. P. NOMES.
Ds. P. Nomes, Geref. predikant te 's-Gra-
venhage-Wèst, is gisteren namens de ver-
eeniging van zeekerken „Bethsaida" naar
Dieppe in Frankrijk vertrokken om daar
10 dagen te arbeiden onder de Holland-
sche visschers.
H. VAN T PAD.
Te Harderwijk is in den ouderdom van
86 jaren overleden de heer H. van 't Pad,
een vooraanstaand man in de Chr. Geref.
Kerk aldaar.
De heer van 't Pad was jarenlang ouder
ling en sedert de vacature voorzitter van
den Kerkeraad.
Ook op het gebied van den Zondags-
schoolarbeid stond de heer Van 't Pad in
de voorste gelederen.
Ds. D. SMALLEGANGE. f
In den ouderdom van 75 jaar is in Den
Haag overleden Ds. D. Smallegange, am.
pred. van de Geref. Kerk van Brielle.
Dirk Smallegange werd in 1853 gebo
ren en studeerde aan de Theologische
School te Kampen, waar hij in 1879 can-
didaat werd, om 29 November van dat
jaar bij de Chr. Geref. Kerk van Idsken-
huizen het predikambt te aanvaarden.
Vandaar vertrok hij in April 1884 naar Al
melo, om zich 9 December 1900 aan de
kerk van Brielle te verbinden, die hij bij
kans 14 jaar mocht dienen. 10 Mei 1914
ontving hij eervol emeritaat en vestigde
zich metterwoon te 's-Gravenhage.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal morgenmiddag om 3 uur op
Oud Eik en Duinen plaats hebben.
Dr. K. J. BROUWER.
Dr. K. J. Brouwer, de zendingsdirector,
die kort geleden van zijn inspectiereis in
ons land teruggekeerd is, heeft Zondag
morgen de godsdienstoefening in de Groo
te Kerk in Den Haag geleid. Onder het
gehoor waren de koningin, de koningin
moeder en prinses Juliana; voorts minis
ter Slotemaker de Bruine en andere be
kende personen.
Dr. Brouwer had tot tekst gekozen de
laatste helft van het 10e vers van Johan
nes 10: „Ik hen gekomen, opdat zij het
leven en overvloed hebben." Spr. behan
delde het schijnbaar tweeslachtige van de
Kerstprediking: „Hij komt" en „Hij is ge
komen". Maar het verband tusschen deze
twee begrippen wordt inniger, wanneer
wij den voortgang van het zendingswerk
volgen, waarbij het „Hij komt, want Hij
is gekomen" telkens nieuwe beteekenis
krijgt. Christus doet telkens nieuw leven
opbloeien, en de dood wordt overwonnen.
Daarom is de medische zending van zoo'n
groot belang, niet enkel om een sfeer van
toenadering te scheppen, maar om daad
werkelijk te toonen óók evangeliepredi
king dat de strijd tegen den dood aan
gebonden wordt. Dat is toenadering van
een beter soort, en een evangelieprediking
die mede de groote les leert van verlos
sing van zonde en dood. Spr. verhaalde
van zijn bezoek aan Toradja's en Papoea's
en zeide, dat zelfs bij die heidenen, die
slechts oppervlakkig met het christendom
in aanraking kwamen, de angsttrekk^n
wegvielen.
Met een opwekkend woord besloot spr.
deze predicatie, die het begin is van een
tournee door ons land.
ZENDING.
Medische Zending. Door den Kerkeraad
der Geref. Kerk van Utrecht is besloten tij
dens het verlof van den missonairen arts,
Dr. J. C. Fach, zijn plaats te Poerworedjo
te doen innemen door Dr. L Xoteboom, te
Heerlen.
EEN ANTWOORD.
Naar wij vernemen zal er met enkele
dagen bij den uitgever J. H. Kok te Kam
pen een antwoord verschijnen op de on
langs verschenen brochure: „Zijn de man
nen van Assen zelf aanranders van het
Schriftgezag door éen Gereformeerd Pre
dikant".
Dit antwoord zal getiteld zijn: „Een
hoornstoot te^en Assen?" (Antwoord op
een conscientiekreet).
DE ACHTERUITGANG VAN HET
GYMNASIUM IN DUITSCHLAND.
Het Philologen-Taschenbuch voor 1928
schrijft:
In 1900 was nog 81.8 procent van alle
abituriënten gymnasiasten, in '14 bedroeg
dit aantal nog 62.2 procent, thans is het
nog slechts 42 pet. Van '28 af zal het per
centage der gymnasiasten onder de abi
turiënten zeer sterk dalen, daar dan de
„Aufbauschulen" (de middelbare scholen,
die bij het zevende, soms achtste, jaar der
volksschool aansluiten en de leerlingen
voor de universiteit bekwamen) de eerste
abituriënten afleveren. We staan daardoor
voor een keerpunt in de geschiedenis van
het Pruisische hoogere schoolwezen, zoo
wel als voor een nieuwe cultuurperiode.
De leidende lagen van het volk zullen in
de toekomst komen uit.de realistische on
derwijsinstellingen.
BEVORDERING ZONDER OVERGANGS
EXAMENS.
De Pester Lloyd bericht, dat in Estland
een ingrijpende schoolhervorming doorge
voerd werd: de minister van onderwijs
bepaalde, dat de bevordering van de leer
lingen niet meer van examens afhankelijk
mag worden gemaakt. Aan het eind van
elk schooljaar moet de in dat jaar behan
delde leerstof in groote trekken worden
herhaald. Daarbij kan de onderwijzer of
leeraar zich nauwkeurig oriënteeren w *t
betreft de bevordering der leerlingen. Dit
nieuwe bevorderingssysteem geldt voor de
grondscholen, de scholen voor voortgezet
onderwijs en de middelbare scholen. Heeft
de onderwijzer op grond van het algemee-
ne herhalend onderzoek den, indruk gekre
gen dat een leerling niet mee kan, dan
kan die leerling in bijzondere gevallen
aan een herhalend onderzoek voor twee
vakken worden onderworpen. Het resul
taat hiervan is beslissend voor de al- of
niet bevordering.
BINNENLAND.
bezoek van z. k. h. den prins
aan zandvoort.
Gisteren bracht Z. K. H. de Prins een
bezoek aan Zandvoort naar aanleiding
van het stranden in den jongsten
storm van het Duitsche stoomschip
„Podeus".
De Prins, die vergezeld was van zijn
adjudant, luitenant ter zee le klasse.
Termijtelen, heeft in bijzijn van den
burgemeester van Zandvoort, den heer
Van Alphen, een langdurig onderhoud
gehad met den kapitein, een stuurman
en den chef van de machinekamer van
het stoomschip, waarbij ook de echt-
genooten van die heeren tegenwoordig
waren.
Belangstellend liet de Prins zich in-
lichten omtrent de omstandigheden,
waaronder de stranding plaats had.
de ex-keizer.
Uit Doorn wordt gemeld, dat de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, Mr.
J. B. Ivan, aldaar is aangekomen voor
het houden van besprekingen met
den ex-keizer.
scheuring in de s. d. a. p. in
limburg?
De oppositieparij in het geweest
Limburg der S. D. A. P., in totaal ca.
30 personen sterk, besloot voor het lid
maatschap der partij te bedanken.
De leider, de heer v. d. Ploeg, die lid
is van de Prov. Staen van Limburg en
van den gemeenteraad van Heerlen
zal zijn zetels niet ter beschikking stel
len, omdat hij, zooals hij heeft ver
klaard, van oordeel is, dat zijn kiezers,
die hem destijds gekozen hebben, al
reeds .bekend waren met de bestaande
kwestie in de partij.
Ook nog enkele andere gemeente
raadsleden in Limburg deel uitmaken
de van de oppositiepartij zullen hun
zetels blijven bezetten.
Ds. Mr. Dr. N. C. VELDHOEN
CANDIDAAT?
Naar de Rotterd. verneemt, zal Ds.
Mr. Dr. N. C. Veldhoen, sedert 19 Febr.
van dit jaar predikant bij de Ned.
Herv. Gemeente te Voorburg, zich be
schikbaar stellen als candidaat der
Chr. Hist. Unie voor de komende Ka
merverkiezingen.
Ds. Mr. Dr. N. C. Veldhoen aan
vaardde op 7 Februari 1909 het predik
ambt in de Herv. Gem. te Wapenveld,
en diende van 1911 tot Februari 1928
dus ruim 17 jaren, de Herv. Gemeente
te Alphen aan den Rijn, om in Febru
ari j.l. te Voorburg den herdersstaf te
aanvaarden.
Ds. Veldhoen behóórt tot de confes-
sioneele richting.
ZUIDERZEEFC'NDS VOOR 1927.
Ingediend is een wetsontwerp tot
verhooging van de begrooting van uit
gaven van het Zuiderzeefonds voor 't
dienstjaar 1927.
Hieraan wordt het volgende ont
leend:
Sedert de inzending van de ontwerp
begrooting van de inkomsten en uit
gaven voor het dienstjaar 1927 is na
overleg met de maatschappij tot uit
voering van de verschillende werken
een algemeen werkplan vastgesteld,
volgens hetwelk in de eerste plaats
zouden worden uitgevoerd de omrin?-
dij-k van den fundeeringsput voor het
op het Kornwerderzand te bouwen
sluizencomplex, met de aansluitende
vakken van den afsluitdijk en eenige
voor opslagterrein bestemde verbree
dingen.
Dientengevolge is voor den bouw
van den omringdijk van de sluisput
bij de Middelgronclen een belangrijk
hooger bedrag noodig geweest dan op
de ontwerp-begrooting was uitgetrok
ken, terwijl in verband hiermede ook
de aanschaffing en het vervoer van
steen een hoogere uitgaaf vorderden.
Daarentegen is de post voor het ma
ken van den afsluitdijk tusschen de
Friesche kust en het Kornwerderzand
voor 1927 ongebruikt gebleven. Tegen
over de meerdere uitgaven voor het
dienstjaar 1927 staat echter een batig
saldo van de rekening der inkomsten
en uitgaven voor het dienstjaar 1926
ten bedrage van 5.231.894,84, hetwelk
op den dienst 1927 is overgebracht.
de watersnood rond
barendrecht.
Naar wij vernemen werd Zaterdag
te Barendrecht een vergadering ge
houden van het plaatselijk watersnood
Comité Barendrecht Ridderkerk.
Namens de algemeëne vereenigde
commissie tot leniging van rampen
door watersnood (Watersnood-Comité
te Amsterdam), woonde de heer J. W.
Geesink, burgemeester te Nieuwveen
deze vergadering bij.
De in' de omgeving van Barendrecht
en Ridderkerk geleden schade bleek
van dien aard te zijn, dat de algemee-
ne vereenigde commissie zich bereid
heeft verklaard, hulp te bieden aan de
slachtoffers. Aan hen. die voor uitkee-
ring in aanmerking, komen, zal finan-
cieele hulp worden verleend.
De plaatselijke commissie taxeert
de totale schade op ongeveer 75.000.
Het zijn voornamelijk kleine tuin
ders en pachtboertjes, die zwaar ge
troffen zijn.
Namens de algemeene vereenigde
commissie heeft de heer Geesink een
tocht door het overstroomde gebied
gemaakt, om zich persoonlijk van den
toestand op de hoogte te stellen.
OVERWERK IN BROODBAKKERIJEN
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid heeft vergund, dat in de
broodbakkerijen in alle gemeenten
des Rijks door hoofden of bestuurders
en door bakkersgezellen in afwijking
van het bepaalde in art. 35, 2e lid der
Arbeidswet 1919 op Donderdag 27 De
cember 1928 en op Woensdag 2 Janu
ari 1929 van 12 uur des nachts af door
één persoon bakkersarbeid wordt ver
richt voor het stoken van ovens.
DE MOORD OP DEN HEER LANS.
De Haagsche Courant van gisteren
avond meldt:
„Naar wij vernemen is gistermorgen
door personeel van de rivierpolitie
uit Rotterdam een gedeelte van het
Ververschingskanaal afgezocht naar
voorwerpen, welker opsporing van be
lang is in het onderzoek naar den
dader van den moord op den heer
Lans te Rotterdam.
Het afzoeken van den bodem ge
schiedde met magneten.
Na korten tijd werden de bewuste
voorwerpen inderdaad omhoog ge
bracht.
Het bleken twee sleutels te zijn, die,
naar ons verder ter oore kwam, zou
den passen op de sloten van het ach
terhek, dat de binnenplaats van het
moordperceel afsluit.
Welke waarde aan deze vondst moet
worden gehecht, kon men ons niet me-
dedeelen".
In verband met dit bericht meldt
men uit Den Haag dat iemand uit
Rotterdam bekend had, op de bewuste
plek twee sleutels te hebben wegge
worpen. die op het genoemde hek pas
ten. Wie degcen was, die dit bekend
bad, werd geheim gehouden.
Gisteren is tijdens het onderzoek in
de zaak. betreffende den moord op den
heer Lans nog een man aangehouden,
die na het verhoor weer op vrije voe
ten is gesteld.
EEN ZAK AANGETEEKENDE STUK
KEN VERDWENEN.
Door het personeel van het spoor-
wegpostpersoneel ingericht in den
trein, die 9 dezer te 8.15 van Antwer
pen naar Rotterdam is vertrokken, is
bij de opening van de brievenmaal van
Genua station voor genoemd spoor
wegpostkantoor geconstateerd, dat de
inhoud daarvan slechts uit oud pa
pier bestond, waaronder een Italiaan-
sche courant.
Bedoelde brievenmaal behoorde uit
sluitend brieven met een aangegeven
waarde uit Xed. Indië te bevatten,
welke met het s.s. .Tohan de Witt to
Genua zijn aangebracht.
Nog van Antwerpen uit kon de Ita-
liaansche postadministratie telegra
fisch met de vermissing in kennis
worden gesteld
Ook verder zijn door den Nederland-
schen postdienst de voor een dergelijk
geval nopdice maatregelen getroffen.
Van den Italiaanschen dienst kwam
bereids telegrafisch bericht in. dat
verzending van den postzak uit Genua
op regelmatige wijze heeft plaats ge
had.
Het onderzoek duurt voort.
HET VERTREK VAN PROF. MR.
TREUR NAAR INDIë.
Gisterochtend met den trein van
9.54 uur is van het Hollandsche Spoor
station in Den Haag naar Parijs ver
trokken Prof. Mr. M. W. F. Treub, die,
zooals gemeld, een reis naar Indië
gaat maken.
Een groot aantal belangstellenden
en vrienden had zich verzameld op
het perron om Prof. Treub uitgeleide
te doen.
Onder hen waren de oud-ministers
Bosboom en Rambonnet, Mr. Tak, pro
cureur-generaal bij den Hoogen Raad,
het oud-Tweede Kamerlid Gerritzen,
de heeren Putman Cramer, Mr. Co
hen de Boer, en Mr. Dr. Van Gyllaud
Oosterhoff, secretarissen van de on
dernemersraden van Ned. Oost Indië
en Suriname, de heer v. d. Mandere,
algemeen secretaris van de Vereeni-
ging voor Volkenbond en Vrede; de
heer De Vries van de Deli-Batavia-Mij.
de heer L. Knappert, secretaris van de
Internationale vereeniging voor rub
bercultuur, de heer Van Valkenburg,
oud-onderdirecteur der gouverne-
mentsbedrijven in Ned. Indië. de heer
Jansen, oud-directeur van financiën
in Indië, en Dr. Walter, oud-algemeen
voorzitter van het Verbond van Neder-
landsche werkgevers.
De heer Treub nam van alle aanwe
zigen hartelijk afscheid.
De vreemde landlooper
13) —o—
„Ja, ja, zoo zijn de heeren", zeide ze
hardop, „die geen besef hebben van
wat 't is honger en kou te lijden, die
niet weten hoe het er op den straat
weg uitziet, als men niets te bikken
heeft".
Men moet God danken, als men niet
weet wat 't is om op de wegen rond te
moeten zwerven, en misschien van al
le deuren weggestuurd te worden",
zoo weerklonk het in Gratzer's ooren.
Wist hij niet wat het was? Had hij 't
niet zelf alles doorgemaakt? Als juf
frouw Pohl dat eens wist! Misschien
zou ze zich dan schamen, in betrek
king bij een landlooper te zijn, terwijl
ze nu trotsch was op haar meester.
Ellendige herinnering, die heden tel
kens weer bij hem opkwam, terwijl
hij in 't minst niet geneigd was ge
weest haar op te roepen. En juist van
daag was zij hem zoo onwelkom. De
stemming, waarin hij zich bevond,
paste in 't geheel niet bij het gezel
schap dat hem wachtte. Hedenavond,
dit had hij zich voorgenomen, zou zijn
let beslist worden. Van morgen vroeg
had hij eenige camelia's uit zijn broei
kas aan Anna Gahde gestuurd en er
een nietszeggend briefje bijgevoegd,
waarin hij zei, dat hij haar overtuigen
wilde van den goeden toestand waar
in zijn broeikassen verkeerden, aange
zien zij laatst met belangstelling daar
naar gevraagd had. Indien Anna van
avond een der camelia's in 't haar
dioeg, dan wist hij genoeg, en zoo hij
er gelegenheid toe vond, wilde hij
haar zeggen, wat hij al lang op 't hart
had.
Hij was van plan een gelukkig
Kerstfeest te vieren, en er moest veel
gebeuren als dit niet gelukte. En nu
cuze ellendige herinnering! Waarom
moest zij toch juist vandaag bij hem
opkomen?
De tijd spoedde voort, en altijd stond
hij bij 't raam en keek naar het win
terlandschap daar buiten. Hier en
daar flonkerde een ster aan den he
mel; helderder en helderder werd
haar licht, hoe langer hij er naar keek.
De sneeuw schitterde en glinsterde en
hoewel het warm was in de kamer,
beving een huivering den opzichter.
Zooeven had de bedelaar het huis
verlaten om verder te dwalen en wel
licht buiten te overnachten. Hij, Grat-
zer, weet wat dat zegt. Ja, waarom
heeft hij den vagebond eigenlijk niet
in 't kasteel gehouden, waarom heeft
hij niet gedaan zooals Elwitz? Als in
een droom kijkt hij den zwerver na;
deze had zijn jas aan en in zijn huis
had hij gegeten; dat was genoeg, ver
der wilde hij niets met hem te maken
hebben.
Bij den stal liepen de knechts heen
en weer; Gratzer zag het flauwe licht
der stallantaarn, en hoorde aan het
geklingel der bellen, dat de paarden
aan werden gespannen, en nog steeds
had hij zich niet klaar gemaakt voor
den rit. Op eens overviel hem een ge
voel alsof het beter voor hem ware
indien hij heden niet uit ping Zijn
huis kwam hem zoo vredig voor en de
angst bekroop hem dat er hem daar
buiten iets onaangenaams wachtte, en
dat zijn hoop niet bevredigd zou wor
den. Doch lachend schudde hij deze
gedachte van zich af, maar schrok
toch zelf van zijn eigen lach. „Oude
vrouwen zijn bijgeloovig", zeide hij,
„en dwazen spreken van voorgevoe
lens".
Haastig verliet hij de woonkamer en
toen hij na een kwartier terugkeerde,
was hij gekleed voor de partij. Met een
onderzoekenden blik bekeek hij zich
zelf in den spiegel en een tevreden
lachje gleed over zijn gelaat. Ja, al die
jaren hadden een groote verandering
teweeg gebracht; men zou kunnen
denken, dat hij zijn leven in een rijke
omgeving had doorgebracht, en ander
maal kwam een gevoel van trots bij
hem op over zijn eigen kracht, en de
zwakheid van daareven was voorbij.
Ongeduldig stonden de paarden hun
hc ofd te schudóen, en de bellen klon
ken helder in de avondstilte. „Huwe-
lijksklokken!" mompelde Gratzer.
Juist wilde hij schellen om nog en
kele bevelen te geven, toen er geklopt
werd en dadelijk daarop de huishoud
ster binnenkwam.
„Stoor ik u weer?" vroeg zij eenigs-
zins geraakt.
Gratzer moest lachen. „Gij hebt 't
zeker kwalijk genomen, juffrouw
Pohl, dat ik straks zoo haastig was. Ja
weet u, als iemand zoo veel aan zijn
hoofd heeft, gebeurt" het wel eens, dat
men eigenlijk onbeleefd is. Neem 't
me maar niet kwalijk!"
Juffrouw Pohl was alweer bevre
digd. „Ja, ja, u heeft genoeg om over
te dénken, mijnheer, en de jeugd is al
tijd haastig, maar dat beteekent ver
der niets". Terwijl Gratzer haar nog 't
een en ander opdroeg, bekeek zij met
welgevallen haar meester. „U is toch
oe knapste edelman in den omtrek,
mijnheer, dat zeggen ze allemaal. Nu,
u zult wel niet lang meer alleen blij
ven, als men ten minste gelooven kan,
wat hier en daar gemompeld wordt".
„Ge zoudt zeker gaarne wat meer
willen weten, juffrouw?" zeide Grat
zer overmoedig lachend.
„O, wel neenl Zoo nieuwsgierig ben
ik niet! Alles komt terecht, en zoo'n
haast heb ik niet. Op 't eind wordt
men opzij gezet en daar verlang ik
volstrekt niet naar".
„Daar zullen we nog eens rijpelijk
over denken", antwoordde Gratzer,
terwijl juffrouw Pohl hem hielp aan
zijn pels. „Wensch mij voorspoed op
mijn weg, juffrouw 1 Men kan nooit
weten wat er gebeurt", zei hij nog
toen hij de deur uitging.
De opzichter riep: „Voorwaartsl" do
koetsier klapte met de zweep, de bel
len klonken. „I-Iuwelijksklokkenl" had
Gratzer. gezegd.
ZESDE HOOFDSTUK.
De heer Von Weling vierde heden
zijn verjaardag, en er waren ver
schillende gasten uit den omtrek ge-
noodigd. De geheel© voorgevel van het
prachtige slot was geïllumineerd en
de met sneeuw bedekte slanke dennen,
die langs de oprijlaan stonden, waren
als overgoten met licht, dat van de
hooge vensters uitstraalde.
Er reden zooveel sleden af en aan,
dat 't was alsof er geen eind aan
kwam, en de bedienden hadden de
handen vol met het aannemen en be
waren van reisdekens en pelzen.
In de zalen op de eerste verdieping
ontving de gastheer met zijn vrouw de
vrienden en bekenden en werd harte
lijk door hen geluk gewenscht.
Eén kamer was voor de heeren, één
voor de dames en één voor de jeugd
bestemd; in de laatste stonden de jon
gelui druk pratend bij elkander .Hier
werd een vriendelijk woord gesproken,
daar een veelbeteekenende blik ge
wisseld.
De een vroeg hoe de laatste partij
afgeloopen was, een ander of de freu
le veel van schaatsenrijden hield; on
beduidendheden werden gevraagd, on
beduidendheden geantwoord, en toch
stelde de een of ander er belang in.