mm LEISSCHE COURANT DONDERDAG29 NOV.1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. ACTIE VOOR ZONDAGSRUST. Na gepleegd overleg door de Ned. Vereeniging tot bevordering van Zon dagsrust met verschillende landelijke organisaties is op 24 Nov. j.l. opge richt een Centraal Comité ter bevor dering van Zondagsrust. Het Comité beoogt bevordering van de samenwerking van de aangesloten vereenigingen in den strijd voor het genot van den vrijen Zondag voor al len, werkzaam in ambt, beroep of be drijf. Tot dit Comité zijn de volgende or ganisaties toegetreden: Christelijk Nationaal Vakverbond, Christelijk Nationale Werkmansbond, Ned. Chr. Werkliedenverbond Patri monium, Roomsch Katholieke Midden standsvereeniging, Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland, Vereeni ging De Kon. Ned. Middenstandsbond, Vereeniging van den .Chr. Handel drij- venden en Industrieelen Middenstand in Nederland, Comité voor Zondags rust van de Chr. organisaties in pu- blieken en semi-publieken dienst in Nederland en de Ned. Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust. Van een viertal vereenigingen wordt nog een definitieve toezgging ver wacht. Voorloopig treedt als voorzitter op Jhr. Mr. G. C. von Weiier en als se cretaris de heer Th. H. van Oost Sr., Kaapsche plein 165 alhier. „ONS RICHTSNOER". Met ingang van 1 Dec. a.s. zal ver schijnen het weekblad „Ons Richt- shoer", weekblad tot verbreiding der Anti Revolutionaire beginselen. Hoofdredacteur Ds. J. Jongeleen te Hilversum. Commissie van redactie: Ds. J. Jon geleen, Ds. H. Janssen en Ds. J. W. Geels. Uit deze redactionaire formatie blijkt reeds, dat dit weekblad bedoelt te zijn een orgaan voor den Chr. Geref. kring. Het bureau is gevestigd te Woerden Postbus 13. DE GENUA-EXPRESS. Het stoomschip J. P. Coen, van de Mij. Nederland, heeft door den storm vertraging ondervonden.' In verband hiermede vertrekt de Genua-express één dag later, dus op Vrijdag 30 November a.s. De laatste buslichting voor Ned. Oost-Indië en de Straits Settlements teil bureele Expeditie Birefpost C. S. (Oostzijde) wordt nader vastgesteld op 30 November te 7 uur; aanteekening 29 November tot .20.30 uur. DE HANDELSBETREKKINGEN TUSSCHEN CHILI EN NEDERLAND. Van de overtuiging uitgaande, dat de handelsbetrekkingen tusschen Chi li en Nederland een meer intensief karakter kunnen vertoohen, dan tot dusver het geval is, heeft de heer Al berto Wiechman, Consul-Generaal a.i. te Amsterdam, eenige mededeelingen omtrent dit onderwerp aan een ver slaggever van het Persbureau Vaz ias verstrekt, waaraan' wij het vol gende ontleenen: De export van Chili-salpeter naar Nederland is in de laatste jaren afge nomen, tengevolge van den invoer in ons land van kunstmatige meststoffen dié góedkooper geleverd werden. De invoer in Nederland van Chili-salpe ter bedroeg in het tijdvak 1 Juli 1926 tot 30 Juni 1927 slechts 90.000 metrieke tonnen In het landbouwjaar 19271928 ging echter de invoer in ans land tot 141700 ton vooruit. De Chileensche regeering heeft, ten einde den uitvoer van Chili-salpeter te bevorderen, gezamenlijk met de pro ducenten maatregelen getroffen, die in den loop van dit jaar ten uitvoer zijn gebracht. Er werd een nieuwe verkoopsorga nisatie gesticht, die voornamelijk vast stellen van den prijs en handhaving gedurende het oogstjaar beoogt. Hier door is het speculatieve element in de prijsbeweging uitgeschakeld. waar door den afnemers een zekere gerust heid is gegarandeerd en het hun mo gelijk gemaakt is, zekere prijscaleula- ties te maken, welke vroeger door de speculatie te niet werden gedaan. De gevolgen zijn hiervan reeds merkbaar. In het eerste kwartaal, n.l. van het nieuwe oogstjaar, nam de uitvoer naar Nederland van Chili-salpeter zoodanig toe, dat men den geheelen invoer in ons land over de periode 1 Juli 1928 tot 30 Juni 1929 op 200000 ton durft te ramen. Men hoopt in Chili een blijvende ver meerdering van den uitvoer van sal- petér naar Nederland te mogen ver wachten, gezien de betere eigenschap pen, welke het natuurlijk product bo ven het kunstmatige eigen is. Behalve salpeter voert Chili nog an dere landbouw-producten uit. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroep e n, te Winterswijk (vac.- H. J. André Douwes): A. G. Kloots, te Roderwolde (Dr.). Te Rotterdam (18de predikantsplaats): dr. F. W. A. Korff, te Heemstede. Te Warns: W. de Kam, te Zoutelande. Aangenomen, naar De Wilp (Gr.): G. Teensma, te Siddeburen. Bedankt, voor Giessendam-N e- der-Hardinxveld: P. de Looze, te Ren- kum. GEREF. KERKEN. Bedankt, voor Nijawier en Mets- lawier: J. Maaskant, te Echten (Fr.). f ZENDINGSWERK VAN DE GEREF. KERKEN IN H. V. Naar de Nederl. verneemt hebben Zendingsdeputaten der Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband aan ge noemde kerken voorgesteld in de in December a.s. te houden classicale vergadering te besluiten om in Soera- baja en met deze stad als uitgangs punt in geheel het ressort Oost-Java den Zendingsarbeid onder de Chinee- zen ter hand te nemen. Deze arbeid werd tot nog toe verricht door de Amerikaansche Methodistische Missie, welke zich van Java teruggetrokken heeft. De Gereformeerde Kerken (H.V.) wenschen voor het aangegeven doel samen te werken met het Ned. Zend. Genootschap; haar Zendingsarbeid wordt zoodoende, met behoud van zelfstandigheid, in het groote geheel van het. werk der samenwerkende zendingscorporaties opgenomen. Ds K. VAN DIJK. Ds. K. van Dijk, misionair predikant der Geref. Kerk van Heeg. in samen werking met alle Geref. Kerken van Friesland, thans arbeidende te Keboe- men, herdenkt heden, 29 Nov., den dag, waarop hij zijn ambt als predi kant aanvaardde te Knijpe. Op 13 Dec. 1905 nam hij afscheid van deze Kerk, om 15 Febr. 1906 zich aan het arbeids veld te Keboemen te verbinden. Na een kort verlof in 1926, keerde hij we der naar Keboemen terug. Ds. J. SYBRANDY. Vandaag herdenkt ds. J. Sybrandy, te Stiens, de nestor van de Geref. pre dikanten in de classis Hallum, den dag, waarop hij voor 25 jaar in deze gemeente zijn intrede deed. De jubila ris werd 22 October 1864 geboren en studeerde aan de Theol. School te Kampen, waar hij in 1890 candidaat werd, om 30 November van dat jaar te 's-Gravendeel het predikambt te aanvaarden. Vandaar vertrol: hij in 1895 naar Mildam, om zich 29 Nov. 1903 aan de Kerk van Stiens te verbin den. Ds. Sybrandy is actuarlius en archi varis der classis Hallum, alsook kerk- visitator en deputaat voor de voorbe reiding der examina. Verder is hij deputaat dier classis voor Frieslands Zuid-Oosthoek en Rijn-Pruisen en examinator voor in houd IT. Schrift. Ds. E. G. W. BRIEDé. Ds. H, G. W. Briedé, predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Amsterdam, is zoodanig ongesteld, dat hij zeker tot het voorjaar rust zal moeten houden. LUTHERANISME EN ECHTSCHEIDING. Op de laatste Synode der Vereenigde Luth. Kerk van Amerika is de houding der Luthersche Kerk ten opzichte van hu welijk en echtscheiding besproken, zulks naar aanleiding van een rapport eener commissie uit deze synode. Dit rapport stelt zich op het standpunt der oude Luthersch'e dogmatici. De mo- reele verslapping van onzen tijd moet door de Kerk met alle haar ten dienste staande middelen worden bestreden. Naar Gods wil is het huwelijk onont bindbaar en houdt slechts op door den dood van een der echtgenboten. Slechts echtbreuk en moedwillige verlating kun nen réden voor echtscheiding zijn, maar behoeven dat niet te wezen. Wanneer de wet van een land scheiding toestaat, mag in deze gevallen slechts daarvan ige- bruik gemaakt worden. In dat geval mag aan den onschuldigen man of vrouw we der een kerkelijk huwelijk toegestaan wdrden, minstens een jaar na de echt scheiding. In alle andere gevallen van echtscheiding mag een huwelijksinzege ning niet meer worden toegestaan. STAAT EN KERK. Het Pruisische ministerie voor Volks welvaart heeft, volgens een bericht in de „Reformirte Kirchenzeitung" een besluit uitgevaardigd, waarbij aan de Oud-Prui sische E-. angelische Landskerk, zoowel als aan de R.-K. Kerk in Pruisen, van staats wege toestemming wordt verleend, om „Heimstatten" de „plaatsjes" van onze landarbeiderswet zelfstandig toe te kennen. Tot dusver kwam dit recht al leen aan de politieke overheid (de gemeen teraden) én de „Wohnungsfürsorgegesell- schaften" toé. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Begrooting van Justitie. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting yan Justitie. De heer KNOTTENBELT (Lib.) con stateert dat de minister niets gedaan heeft om het huwelijksrecht, dat niet meer voldoet aan de eischen der te genwoordige maatschappelijke ont wikkeling te wijzigen. Mej. KATZ (C. H.) is niet zoo pes simistisch ten aanzien van het huwe lijksrecht al had zij liever gezien, dat de minister de heele materie aanvat te, niet alleen het huwelijksgoederen recht. Zij verwacht maatregelen tegen misbruik van de maritale macht. Spr. steunt de gedachte, een com missie in te stellen inzake kosteloozen rechtsbijstand en dringt aan op regle- menteering van het huürkoopsysteem De heer ZANDT (S. G. P.) vraagt meer tucht onder de advocaten, ver bod van lijkverbranding, invoering van de doodstraf, krachtiger bestrij ding- van pornografie, afschaffing van den stemplicht, strenger handhaving van de Zondagswet en straffe maatre gelen tegen woeker. De heer MARCHANT (V. D.) ge looft, dat de meerderheid der rechter zijde herziening van de huwelijkswet geving wel wil, doch zich door enke len laat tegenhouden. Voorts herinnert hij aan de veelal verkeerde toepassing van de preven tieve hechtenis. Spr. wenschte hetere aanpassing aan den geest van het nieuwe Wet boek van strafvordering. De heer L. DE VISSER (C. P.) be toogt, dat de wetgeving en de recht spraak berust op de klasse-verhou dingen. Hij betoogt, dat de Russische rechtsbedeeling verre de voorkeur verdient. De orde en het recht zijn daar heter gewaarborgd dan waar ter wereld ook. Ook het gevangeniswezen is in Rus- lang veel beter dan hier. Daar heeft men zelfs een vacantieregeling voor gevangenen. De heer KLEEREKOPER (S. D.) lacht. De heer DE VISSER: Deze hyper- bourgeois lacht daarom. Deze vacan- tie is noodig. Het strafsysteem is daar ingericht om de menschen te herstel len. Na de vacantie komen alle gevan genen weer trouw terug. Nooit blijft er een weg. Ons strafsysteem is het afschuwe lijkste dat er bestaat. Spr. heeft zelf de eer gehad met ons strafstelsel practisch kennis te maken en hij beeft het gevoeld als een mis handeling. De gevangenisstraf brengt een dieper haat mee tegen de maat schappij. De heer BEUMER (A. R.) ontkent, dat de gehuwde vrouw een groote plaats is gaan innemen in de samen leving. Spr. bestrijdt de opvattingen van Mevr. Bakker-Nort. In kwesties waar over geen eenstemmigheid wordt ver kregen, moet er één beslissen en die is het hoofd van het gezin. Daarmede wordt de eer van de vrouw niet aan- De minister van Justitie de heer DONNER, bespreekt eerst de kwestie van het huwelijksrecht. Indien spr. het huwelijksgoederen recht wil herzien, berust dit op ide- eele motieven. De kwestie der hande lingsonbevoegdheid der vrouw moet als een technische kwestie beschouwd worden, terwille van de eenheid van het gezin. In den zin van gelijkstelling van man en vrouw zal spr. de huwe lijkswetgeving niet wijzigen. Wat de huurkoopkwestie betreft, de ze zaak verdient alle aandacht. Spr. hoopt zelfstandig met een re geling dienaangaande tot eenig resul taat te komen, alvorens hij wil toezeg gen een commissie in te stellen. Over het ontwerp betreffende de handelsreizigers moeten nog een aan tal instanties worden gehoord. Spr. heeft waardeering voor wat de advocatenstand over het algemeen doet voor rechtsbijstand aan onver- mogenden. Er is op het gebied van kosteloozen rechtsbijstand een wettelijke regeling gevonden, die echter nog niet is uit gevoerd om financieele redenen. Het is niet juist, dat in 's Gravetv hage 13 advocaten geschorst zijn. Sinds 1926 zijn er 9 geschorst en ééu geschrapt van de lijst. Een staatscommissie inzake de lee- kenrechtspraak zal spr. overwegen. Hij vraagt zich af, of het niet beter is, de leekenrechtspraak te beperken tot de arbeidsovereenkomst. De kwestie van de inning van het muziekauteursrecht is niet gemakke lijk te regelen. Spr. erkent, dat de toe stand onvoldoende is. De zaak heeft echter zijn aandacht. Aan de uitnoodiging van den heer Duys om afkeuring uit te spreken over de lange preventieve hechtenis van de Indonesische studenten, kan de minister niet voldoen. Spr. is niet blind voor de bezwaren, tegen den stemplicht, doch heeft geen aanleiding, afschaffing voor te stellen De zaak behoort thuis bij Binnenland- sche zaken. Tegen de pornografie is het zeer moeilijk op te treden. Na repliek en dupliek worden de al- gemeene beschouwingen gesloten. De heer KLEEREKOPER (S. D.) acht dat tegen overtredingen van de Arbeidswet veel te slap opgetreden wordt. Mej. MEYER (R. K.) wenscht uit breiding van het gebied van den kin derrechter. Het is niet juist, dat de meeste rechtbanken den jongsten rechter de kinderrechtspraak opdra gen. Mej. KATZ (C. H.) sluit zich daar bij aan. Voor kinderzaken moeten wij gespecialiseerde rechters krijgen. De heer BOON (V. B.) vreest, dat specialisatie op een gevaarlijken weg leidt. Alleen voor het kinderrechter schap gevoelt hij iets. De MINISTER zegt, dat hij aan dacht zal schenken aan de gemaakte opmerkingen. Bij de kleine rechtban ken stuit de continuatie van een spe- cialen kinderrechter op groote moei lijkheden. De heer SANNES (S. D.) wijst op on voldaanheid over de jurisprudentie in Ds. G. H. BEEKENKAMP. In vollen vrede. Na gebed en kamp, Ja, worstTing voor het recht van zijnen Koning, Nu rustende aan Diens voet in Zijne woning, Omluisterd door het licht der Vrede- lamp. Was ook zijn leven vluchtig als een damp, 't Vloog niet voorbij in bitt're Christenhooning, Maar glansde van aan Jezus eer- betooning, Den naaste aftrekkend van der zonde ramp. Zijn stem viel stil; zij stokte 'm in do keel; Toch ruischt zij voort, vastliggend in de zielen, Die op zijn roep voor haren Heiland knielen En wien Gods liefde werd ten levens- deel; En dankbaar zien z'm na, die zich gaf heel, Dat velen zijnen Heer aan 't harte vielen. 28 Nov. 1928. J. P. VERGOUWEN. sociale verzekeringszaken. Het socia le element komt niet voldoende tot zijn recht in de raden van beroep. De fout zit in de wijze van benoe ming der leden. Deze behoort plaats te hebben in overleg met de organisa ties. De MINISTER zal dit punt nader bekijken bij de kwestie der leeken rechtspraak. De vergadering wordt verdaagd. UIT DE OMGEVING, BOSKOOP. Overdracht Rijkstuinbouwschool. Woensdagmiddag had in hotel „Neuf' de overdracht plaats van de geheel ver nieuwde Rijkstuinbouwschool. Onder de aanwezigen merkten wij op het Dag. bestuur der gemeente, alsmede verscheidene leden van den Raad. Verder de heer inspecteur van het Land- en Tuin- bouwonderwijs, Dr. van der Zande, en voorts waren aanwezig de besturen van de alhier gevestigde tuinbouwvereenigin- gen, het bestuur van de vereeniging „Ar- boricultura" en de directeur en leeraren der school. Als eerste spreker trad naar voren de heer P. A. Colijn, burgemeester onzer ge meente, die namens het gemeentebestuur tot taak had de herbouwde school in ge bruik bij het Rijk aan te bieden, waarbij spr. in een kernachtige rede in het licht stelde, de* noodzakelijkheid dat tot ver bouwing der bestaande school werd over gegaan, zulks in verband met het steeds aangroeiende leerlingental, waardoor de meerdere ruimte in hooge mate noodig werd. Verder memoreerde spreker, dat deze overdracht juist ongeveer samenvalt met het 30-jarig bestaan der school, om dan ten slotte den directeur en de leeraren te feliciteeren met deze voor de school zoo gewichtige gebeurtenissen, om daarna de school aan Dr. van der Zande als verte genwoordiger der Regeering in gebruik bij het Rijk aan te bieden. Verder werden nog door verschillende heeren, waaronder Dr. van der Zande, als vertegenwoordiger der regeering, de direc teur der school, toespraken gehouden, waarmede het officieele gedeelte was ge ëindigd. Als een bewijs, hoe smal de Zuid kade is ter hoogte van de boerenwoning van den heer G. van Leeuwen, moge blij ken dat gistermorgen, binnen zeer korten tijd, nu reeds voor de derde maal, door een auto de dakgoot van de woning afge reden werd. Gisteravond vierde de Jongelingsver- eeniging „Samuël- haar 30-jarig bestaan in het gebouw „Salvatori". Aan den oproep van het bestuur om dezen avond bij te wonen, was door zeer velen gehoor gegeven, zoodat de zaal goed gevuld was. Na opening door den heer W. G. de Jonge, werd overgegaan tot het afwerken van een goed verzorgd programma, dat bestond uit zang, voordrachten en samen- FEUILLETON. De vreemde landlooper 3) o „Ik hoop dat hij zich hij Hendrik op zijn 'gemak voelt, dat hij te eten en te drinken, heeft; ik zal er dadelijk eens naar vragen". Met deze woorden ver liet de vrouw des huizes het vertrek. „Daar valt mij iets in, Elwitz", zei Hartmann lachend. „Ge moest een vagebonden-slot bouwen en het be- kerid maken. Ik geloof dat ge niet lang zult behoeven te wachten of alle ka mers zullen bezet zijn". „Ge gaat schertsend over dit be langrijke punt der ellende heen, Hart mann", zei Elwitz zeer ernstig, „en mij breekt zij dikwijls het hart. Met spot en boon zult ge de armoede niet verdrijven. Ik wenschte dat ik meni- gen bedelaar de hand kon reiken en hem helpen kon een beter leven te leiden". „Ik kan uw smaak niet deelen", antwoordde Hartmann; „ben ook in 't geheel niet begeerig nadere kennis te maken met dezen beer in lompen. Brutaal volk, dat men 't best met de rijzweep wegjaagt". „En gelooft ge, dat dit een middel tegen de ellende en honger is?" „Een probaat middel, zeker; 't toont den menschen wat ze waard zijn. Wie verlangt van ben, dat ze op straat rondslenteren? Waarom werken ze niet? Dat soort is nog geen schop waard". „Als ik verloopen menschen zie", zei Elwitz, „dan heb ik allereerst be hoefte God te danken, dat ik niet in zulk een toestand ben als zij. Hoe komt het dat het mij goed gaat en dat ik. niet behoef te bedelen? 't Is alleen ,,'k Zou wel eens willen weten, hoe er sprake kan zijn van genhde, als ik mijn geld eerlijk verdien en dan ook retjes leef? Als dat canaille werkte zou het ook genoeg hebben om van te leven": „Menigeen van hen zou gaarne wer ken, als iemand hem maar werk gaf. Wie zegt ons, bij voorbeeld, dat die landlooper, welke voo.* onze deur staat, enkel en alleen door eigen schuld in armoede vervallen is? Kun nen anderen daar ook niet schuld aan hebben? Er zijn er onder, die stellig betere dagen gekend hebben, en het is hen bij de wieg niet voorgezongen, dat zij eenmaal aan de deur van een an der om een brok brood zouden moe ten bedelen. Ik zou vreezen, dat elk stuk brood en elk vriendelijk woord hetwelk ik een bedelaar onthield,, mijn kinderen eenmaal zou ontbreken". „Elwitz, ik bemerk dat ge tot de barmhartigen behoort, die in den te- genwoordigen tijd hun handen zoo ver mogelijk uitstrekken tot alle afge- dwaaldea en naar den geldbuidel van hen, die fatsoenlijk door 't leven gaan" „Hoe gaarne geef ik een geldstuk om daarvoor een zegenwensch terug te ontvangen 1 „Een zegenwensch? Wellicht van een landlooper? Wat heb ik daaraan!" lachte Hartmann. „Hebt ge ér nog nooit over nage dacht, Hartmann, dat ge door hard heid tegen de armen en ellendigen met eigen hand den tak afzaagt waar op ge zit? Verwondert het u, dat het in de harten dezer stumpers want zij hebben even goed een hart als wij gist en kookt, dat de haat wortel bij hen schiet en tot een krachtigen hoorn opgroeit, die zijn takken naar alle richtingen uitbreidt? Zou het u verwonderen, indien de bedelaar4 dacht: „Heden ik, morgen gij!" Het is gevaarlijk zaad, dat ge zaait, en de ak ker is vruchtbaar". „Het lijkt wel of ik in de kerk zit", spotte Hartmann, terwijl hij zijn glas ledigde. „Nu, ik denk dat gij en ik het er wel op aan kunnen laten ko men. We zullen wel geen van beiden uit bedelen gaan". „Dat verhoede God!" zei Elwitz vol ernst; „weten doen we het niet". „Wel nu nog mooier", riep Hart mann opgewonden uit. „In elk geval, zoo ge ooit aan mijn deur komt bede len, dan krijgt ge een glas wijn, ter herinnering aan vervlogen dagen". Tot Elwitz' verlichting werd het ge sprek afgebroken door het binnen treden zijner vrouw. „Ivurt, de heeren uit Rohrdorf zijn aangekomen". „Dat is goed", riep Elwitz verheugd uit, en zich bij Hartmann veront schuldigend, haastte hij zich naar zijn vrienden. „Wat voert uw vagebond uit, me vrouw?" vroeg Hartmann. „Voor 't oogenblik heeft hij aan niets gebrek", antwoordde zijn gast vrouw, die blij was, dat de heeren uit Rohrdorf ook hun dames medege bracht hadden. Zij zou het zeer ver velend gevonden hebben, indien zij den geheelen avond alleen met de heeren door had moeten brengen, want het zou niet beleefd geweest zijn zich terug te trekken. Zoo ging de avond echter tamelijk gauw en ge zellig om. Toen de gasten uit Rohrdorf zich ter ruste hadden begeven, zocht ook Hartmann zijn kamer op^en de cchtge- nooten bleven alleen. Elwitz moest hartelijk lachen toen hij den blik van verlichting zag, met welken zijn vrouw den vertrekkenden Hartmann nakeek. „Maar Clara, je hebt geen erg gast vrij gevoel voor Hartmann, zou ik zeggen". Mevrouw Elwitz schudde het hoofd. „Neen, Kurt, ik kan 't niet helpen, maar ik heb een hekel aan dien man. Als ik niet zooveel hield van zijn vrouw en dochter, dan zou ik er niet toe kunnen besluiten hem in ons huis te ontvangen". „Vergeet den innig dankbaren blik niet, dien mevrouw Hartmann ons altijd toewierp als zij haar man met ons zag. Zij wist dat dan geen flesch - of kaarten hem konden schaden". „Ja, die arme, arme vrouwl" zei mevrouw Elwitz medelijdend; „wat een leven moet zij hebben en welk een toekomst wacht haar nogl" „Clara", vroeg Elwitz plotseling le vendig, „wat is er toch eigenlijk van onzen bedelaar geworden?" „Je begrijpt toch wel dat je vrouw en Hendrik hem op straat gezet heb ben, zonder hem iets te eten of te drin ken gegeven te hebben", antwoordde zij schertsend. Elwitz omarmde zijn echtgenoote en zag haar in de lieve oogen. „Zeg nu eens eerlijk, schat, wat je met hem gedaan hebt". Mevrouw Elwitz werd ernstig. „Kurt, het speet mij dat hij nog niet met je gesproken heeft. De man is geen ge wone bedelaar; hij heeft betere dagen gekend, geloof me. Ik ben geschrok ken, toen ik, kort voordat de Rohr- dorfers kwamen, in Hendrik's kamer kwam en een man bij de kachel zag zitten, die naar zijn uiterlijk te oor- deelen, beter in ons midden paste dan Hartmann. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5