NIIUWE LEIDSCHE COURANT
van
VRIJDAG 23 NOV. 1928
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Veler kortzichtigheid.
De R.-K. Leidsche Courant schrijft:
Onder Stadsnieuws treft men aan
een lijst van legaten door een Protes-
tantsch (Gereformeerd) man vermaakt
aan Protestantsche instellingen.
Aan de nagedachtenis van zulk 'n
man moet eerbied worden betuigd.
Wij veronderstellen, dat hij ook tij
dens zijn leven gemakkelijk van het
zijne heeft kunnen afstand doen voor
een goed doel en dat hij noch bij zijn
leven noch in zijn testament anderen
heeft benadeeld of tekort gedaan.
Maar met die oprechte betuiging van
eerbied willen wij ons een opmer
king veroorloven. Als wij die lange
lijst van legaten nalezen, dan is geloo-
ven wij. geen enkele zuiver-gerefor-
meerde instelling en haast geen enkele
Protestantsche instelling, waarbij de
gereformeerden nauw betrokken zijn,
in onze stad, of de vrome overledene
heeft haar in zijn testament met meer
of minder bedacht, ëén echter hee-
lemaal nietl Eén instelling, die wel
niet uitsluitend voor de gereformeer
den is bestemd, maar die toch óók
voor de gereformeerden van het groot
ste belang is. Wij bedoelen de plaat
selijke Protestantsche pers. Géén le
gaat is er bij voor „De Nieuwe Leid
sche Courant"!
Dat is een gevolg van mogen we
het eerlijk zeggen? een betreurens
waardige kortzichtigheid. Hiervan
maken wij den bedoelden erflater niet
persoonlijk een verwijt 't zou ook
niet kiesch zijn, zulks op dit moment
te doen omdat die kortzichtigheid
een gebrek is, waaraan de meèste,
zeer vele brave Christelijke menschen
laboreeren, die over geld beschikken
en daarvan een deel bestemmen, tij
dens hun leven of na hun dood, voor
de goede zaak.
Zij denken er niet aan, of ook niet
een dagblad dat hun beginselen voor
staat en propageert, financieelen
steun kan gebruiken, om zijn bestaan
to stevigen, zijn verschijnen te vervol
maken, en zóó zijn invloed ten goede
to consolideeren, uit te breiden en te
verdiepen. Zeker, een Christelijk dag
blad is niet gelijk te stellen met een
charitatieve instelling, inzooverre een
dagblad gegrond moet zijn op een
commercieele basis. Maar het is wel
gelijk te stellen met een charitatieve
instelling, inzooverre zulk een dagblad
ook niet beoogt winst te maken, maar
onmiddellijk te dienen de zaak van
Christus!
Paus Pius X toonde een véél wijder
blik dan zoovele anderen op de gewel
dige beteekenis van de pers, toen hij
neerschreef: „Wat baat het kerken te
bouwen, scholen en patronaten te
stichten, als men niet heeft het ver
dedigende en aanvallende wapen van
de pers".
Deze woorden steken scherp af bij
veler kortzichtigheid, waarvan maar
al te dikwijls in het dagelijksch leven
blik wordt gegeven!"
Wij geven dit uiteraard zonder
eenig commentaar.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen te 's Gravenhage (va-
cature-dr. A. Troelstra) I. Voorsteegh
te Gouda; te Maarn ca., J. F. Berkel te
Schoonebeek; te Wouters woude, J.
Ronge te Hoog-Blokland.
Aangenomen: naar Rozenburg,
D. J. Vossers te Serooskerke (W.); naar
Rottevalle, A. J. P. Boeke te Schoorl.
Bedankt: voor Zoeterwoude, A.
Sonneveld, hulppred. te Voorburg;
voor Ouddorp (Z. H.), J. Enkelaar te
Ouderkerk a.d. IJsel; voor Gameren
(toez.) D. Th. Keek te Heteren; voor
Nieuwe Tonge, J. van Amstel te Putten
(Geld.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: te Hoek van Holland
(2de maal), D. Bremmer te Bruinisse-
Oosterland; te Loosduinen (2de pred.-
FEUILLETON.
God is mijn heil.
88) —o—
Zij stond Elize in alle dagelijksche
bezigheden nog steeds trouw ter zijde,
terwijl deze in alle diepere belangen
en gevoelens haar leidsvrouw was. Er
viel zoo veel te bepraten tusschen
Willem en do jonge dames, dat de tijd
veel te kort was en zij nog slechts de
laatste gebeurtenissen aangeroerd hr.d-
den toen de vleugeldeuren werden
geopend en het diner aangekondigd
werd.
De eerwaardigste der heeren boden
mevrouw Van Mengen, mevrouw Van
Steendorp en Johanna den arm, en
toen deze laatste met een ouden dik
ken heer naar de tafel ging zag zij
haar vriendin met een schalkschen
blik aan. Haar rang verplichtte haar
boven aan de tafel te zitten, terwijl
zij veel liever bij de jeugd had plaats
genomen, en zij kon zich nauwelijks
goed houden toen haar man haar zijn
diep medelijden betuigde; deze had
zich naast Hedwig geplaatst, terwijl
Willem als held van den dag aan het
hoofd van den disch zat.
Spoedig werd er een levendig ge
sprek gevoerd; de politiek, de land-
beu w en de laatste voorvallen werden
bij beurten behandeld. Willem nam er
deel aan maar bleef toch ernstig en
plaats), J. v. Herksen te Hillegom.
Aangenomen: naar Hoek van
Holland (2de maal), D. Bremmer te
Bruinisse-Oosterland.
EVANG. LUTH. GEM.
Aangenomen: n^iar Groede. H.
L. G. Ouwerkerk, prop. te Amsterdam.
DOOPSGEZ. GEM.
Aangenomen; Naar Den Horn,
R. D. Boersma te Huizem.
DE LEIDING
VAN HET LEGER DES HEILS.
De crisis in bestuurskringen van het Le
ger des Heils over de verkiezing van een
opvolger van generaal Booth schijnt er
ger geworden te zijn. Volgens Engelsche
couranten heeft commandant Evangeline
Booth, zuster van den generaal en leidster
van den Amerikaanschen lak, een mani
fest uitgegeven als antwoord aan mevr.
Bramwell Booth waarin zij een veran
dering in de wijze van verkiezen van een
opvolger eischt. Dit gaat tegen het aan
wijzen van den opvolger door den fun-
geerenden leider in een geheim document;
zooals wij bericht hebben, heeft de oude
generaal William Booth, de vader van
den tegenwoordigen, op deze wijze zijn
zoon aangewezen, en deze zou dezelfde
methode hebben gevolgd; dat wordt ten
minste beweerd.
De bijeenkomst van den Hoogen Raad
in het begin van Januari, de eerste ver
gadering van dit college gedurende de 63
jaar dat het Leger bestaat, zou moeten
uitmaken of gen. Bramwell Booth physiek
in staat is om de opperleiding te blijven
voeren. Het laatste bulletin zegt, dat hij
„nog niet buiten gevaar is", ofschoon zijn
toestand verbeterd is.
De Amerikaansche tak zou eensgezind
achter Evangeline Booth staan, en met
haar van meening zijn, dat de verkiezing
van een opvolger door den Hoogen Raad
zoo noodig doorgezet zal moeten worden.
EEN CALVINISTENBOND?
Tegen de oprichting van een inter
nationalen z.g. Calvinistenbond (waar
voor in Nederland d-e eindredacteur
van de Reformatie heeft gepleit), voert
in de „Wachter", orgaan der gerefor
meerden in Noord-Amerika. een der
redacteuren (ds. Schoolland) bezwaren
aan. Schrijver vreest in de eerste
plaats, dat een dergelijke nieuwe or*
ganisatie de Presbyteriaansche Allian
tie zal schaden. „Wij hebben de Pres-
byt. Alliantie, die internationaal is.
In „De Heraut" van 7 October lezen
we een belangrijk verslag van een
conferentie van een continentale sec
tie dezer Alliantie, gehouden te Den
Haag in September; dus een vergade
ring van de Europeesche afdeeling.
De vraag komt op: krijgt men door
een' Calvinistenbond niet een onnoo-
dige, misschien lastige verdubbeling?"
Een tweede bezwaar acht de re
dactie, dat „Gods volk een sterken
drang naar vereeniging gevoelt. Hoe
zoet en verkwikkend is het niet, wan
neer men op een openbare vergadering
of in privaten kring met kinderen
Gods te zamen is en met elkaar tot
God nadert in het gebed of in geeste
lijk gezang Hem eendrachtig verheer
lijkt. Kan een Calvinistenbond te dien
opzichte niet eenigszins schadelijk
werken door de scheiding en afzonde
ring nog sterker te maken?" Temeer,
omdat men dan toch de Presbyteriaan
sche Alliantie al heeft?
BINNENLAND.
HOOG BEZOEK.
De Koningin-Moeder is voornemens
Zaterdagavond in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te 's-Gra-
venhage de opvoering van „Figaro's
Hochzeit" bij te wonen.
GESCHENK VOOR
H. M. DE KONINGIN-MOEDER.
H. M. de Koningin-Moeder heeft er
in toegestemd, bij wijze van geschenk
ter gelegenheid van haar 50-jarig ju
bileum als Ned. Staatsburgeres, van
het comité der Ned. Vrouwen te aan
vaarden den aanleg van een volledig
eiectrische lichtinstallatie in haar
particulier paleis te Soestdijk.
Met de uitvoering van het werk, dat
voor de som van ruim f 35.000 aan de
N.V. Groeneveld van der Poll en Co.'s
bedaard. Zijn levendige belangstelling
in de zaken van den dag en zijn hel
der oordeel wekten de goedkeuring
der heeren op, zelfs de heer Van
Steendorp was beden met hem inge
nomen en verdiepte zich met hem in
een gesprek over regeeringsaangele-
genheden, dat tot beider genoegen
scheen gevoerd te worden.
De heer Van Mengen verheugde
zich daarover zeer, hij beschouwde
Willem als een nalatenschap zijner
moeder en was even trotsch op hem
als op een broeder. Ook Hedwig was
zeer verheugd toen zij de goede ver
standhouding za0 tusschen haar va
der en Willem. Het was altijd haar
vurige wensch geweest, dat al de ha
ren en vooral haar vader, want de an
deren deden het eigenlijk reeds, hem
zouden loeren waardeeren zooals zij
het deed en hij in hun harten dezelfde
plaats zou innemen, die zij en de oude
dame hem geschonken hadden.
Haar oogen straalden van vreugde
en zij was zoo vroolijk en spraakzaam,
dat do heer Van Haller zich geen
aangenamer buurvrouw zou hebben
kunnen wenschen.
Toen het diner afgeloopen en de kof
fie gedronken was en de heeren wa
ren gaan rooken of biljardspelen,
sloeg Johanna de dames voor te gaan
wandelen daar het in de zaal zeer
warm en buiten zulk heerlijk weder
was.
Mevrouw Van Mengen en mevrouw
olectr. teehn. fabriek te Amsterdam is
opgedragen, werd bereids dezo week
een aanvang gemaakt.
DE DEENSCHE GEZANT.
De Koningin-Moeder heeft gistermid
dag in audiëntie ontvangen den heer
Harold de Scavenius, gezant van De
nemarken bij het Nedeiiandsche Hof.
GOUDEN JUBILEUM VAN HET
TEHUIS VOOR MILITAIREN TE
BREDA.
Zooals wij reeds eerder berichtten
heeft het Mil. Tehuis te Breda een
halve eeuw bestaan.
De herdenking van het 50-jarig be
staan van dit Tehuis# zal-op de volgen
de wijze geschieden:
Vrijdagmiddag 30 Nov. a.s. van 2
4.30 uur receptie in de kleine zaal
van Concordia. Bij die gelegenheid
zullen de gelden, bijeengebracht door
het Comité tot Steun van het Tehuis,
aan het Tehuisbestuur worden over
gedragen.
Van 89.30 uur 's avonds plechtige
herdenkingssamenkomst in de Groote
Kerk, waarbij als sprekers zullen op
treden: de Weleerw. heer ds. F. J. J.
Loef, voorzitter van het Tehuisbe
stuur; de heer J. J. C. van Dijk, oud-
Minister van Oorlog; de Weleerw.
heer ds. J. H. Ruysch van Dugteren,
Legerpredikant te Breda.
Zaterdag 1 Dec. zal het Tehuis,
Boschstraat 88, van 10.30—12 uur ge
opend zijn voor bezoek van alle be
langstellenden, terwijl des middags
van 25 uur in de kleine zaal van
Concordia een feestelijke bijeenkomst
wordt gehouden. Het programma voor
dien middag is:, 1. opening door den
voorzitter van het Tehuisbestuur, ds.
F. J. J. Loeff; 2. Geschiedkundig over
zicht van het Tehuis door den heer
Alb. Hartlioorn, die 't voorrecht geniet
tevens to herdenken, dat hij 50 jaar
lid is van het Tehuisbestuur. 3. Ta
bleaux, afgewisseld met zang en mu
ziek, 4. Gelegenheid tot het houden
van toespraken door oud-bezoekers.
5. Sluiting.
Van 67.30 uur 's avonds biedt het
Tehuisbestuur aan bezoekers en oud
bezoekers een koffietafel aan in het
Tehuis, waarna de- avond verder in ge
zellig samenzijn wordt doorgebracht.
Alle oud-bezoekers worden opge
wekt om op Zaterdag 1 Dec. in Breda
tegenwoordig te zijn om mede te her
denken de zegeningen welke de Heere
onze God gedurende een halve eeuw
in en door het Tehuis heeft willen
schenken.
Ieder, die aan de koffietafel wenscht
deel te nemen, wordt verzocht dit
door toeze iding van briefkaart of
naamkaartje aan den huisvader, D.
Visser, Boschstraat 88, te willen be
richten vóór of 0.0, ^8 dezev.
Dat de komende dagen van gedach
tenisviering onder den zegen des Hee
ren bevorderlijk mogen zijn voor den
Tebuisarbeid, tot welzijn van ons
Christelijk Nationaal Volksbestaan.
DÈ ZUIDERZEESTEUNWET.
Door den heer Duymaer van Twist
zijn aan den Minister van Waterstaat
de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister reeds het ad
vies van de gener'ale commissie, be
doeld in artikel 3 der Zuderzeesteun-
wet, ontvangen, terzake van de on
voldoende regeling in deze wet van de
tegemoetkoming wegens waardever
mindering der eigendommen en van
de uitkeeringen van geldelijken steun?
2. Zoo ja, heeft de Minister dan ge
volg gegeven aan zijn toezegging, in
de vergadering van de Tweede Kamer
van 16 Mei 1928 gedaan, dat, zoodra de
Minister het advies der commissie had,
hij zou handelen, zooals hij meende
te moeten handelen?
3. Wordt de tweede vraag bevesti
gend beantwoord, tot welke handeling
heeft het advies van de generale com
missie den Minister geleid? Is met de
voorbereiding van een herziening van
de Zuiderzeesteunwet reeds een aan
vang gemaakt? Tegen welk tijdstip
kan het desbetreffend wetsvoorstel bij
de Kamer inkomen?
CONTROLE OP AUTO'S ENZ. OP
ZONDAG.
Door den heer Leenstra zijn aan den
Minister van Waterstaat de volgende
vragen gesteld:
1. Wil de Minister mededeelen, wei-
Van Steendorp wilden liever een wei
nig blijven rusten, maar de jonge
meisjes juichten het plan zeer toe. De
kinderen gingen mede en Ernst waar
schuwde Robbert, die bij de heeren
was gebleven; deze voegde zich wel
dra met den heer Van Haller en Wil
lem bij hen en spoedig gingen zij uit.
Zoo liepen zij bijna weder als vroe
ger door de schoone lommerrijke la
nen van den tuin naar de groene wei
de en richtten onwillekeurig hunne
schreden naar het bosch; vooruit lie
pen „de jongens", waartoe Mathilde
altijd vanzelf gerekend werd. dan
volgden Robbert, Maria en Elize in
druk gesprek over het lief en leed van
het studentenleven en de to-ekomst,
die hen in rozengloed verscheen, ter
wijl de heer Van Haller, Willem, Jo
hanna en Hedwig achteraan kwamen.
Het was reeds laat op den namid
dag geworden, de zon stond laag en
kleurde de toppen van eik en denne-
boom purperrood, de volgeladen hooi
wagens reden langzaam naar de schu
ren, de arbeiders verlieten met hark
en zeis de frissche weiden en begaven
zich zingende naar hun woningen, het
was heerlijk weder voor een wande
ling.
Na de hitte des daags en het afmat
tend gesprek met vele gasten was de
heerlijke avond, het vrije rustige ge
voel van in den vriendenkring onbe
schroomd zijn gedachten te kunnen
uiten, zeer welkom. In vertrouwelijk
ke de redenen waren, dat de controle
op auto's en motorrijwielen tot onder
zoek van de rijbewijzen en van de we-
genbelastingkaarten hier en daar, al
thans in Fresland, op Zondag 18 Nov.
j.l. werd gehouden?
2. Zou de Mnister maatregelen wil
len nemen dat deze controle op Zon
dag (tenzij bepaald dringende redenen
dit eischen) achterwege blijve?
HOOFDCOMMISSARIS MARCUSSE
ONDERSCHEIDEN.
De hoofdcomisaris van politie te
Amsterdam heeft gisteren zijn af
scheidsbezoek bij den burgemeester
gebracht, bij welke gelegenheid de
burgemeester den heer Marcusse
heeft medegedeeld, dat hij door H. M.
•ie Koningin is benoemd tot Ridder in
de Orde van den Nederlandschen
Leeuw.
VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK.
Naar de Msb. uit goede bron ver
neemt is het zeer waarschijnlijk, dat
Salomon Liebermann, wiens uitleve
ring was verzocht, wegens verschil
lende malversaties, welke door hem in
Nederland zijn gepleegd binnenkort
aan de Nederlandsche justitie zal
worden uitgeleverd.
Hij zal dan, na.ar ons ter oore kwam
voor de Amsterdamsche rechtbank
terecht staan.
BURGEMEESTER VAN BORCULO.
Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot
burgemeester der gemeente Borculo
M. van Welie.
De nieuwbenoemde burgemeester is
53 jaar oud, behoort tot de Ned. Herv.
Gem., woont te Oosterbeek, is volon
tair ter gemeente-secretarie van Ren-
kum, en is oud-luitenant-kolonel van
de artillerie van het O.-I. Leger.
S TATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Tegen belastingvlucht.
Aan de orde is het wetsontwerp
houdende bepalingen inzake de belas
ting op nalatenschappen en schenkin
gen van Nederlanders in het buiten
land.
De heer DE VOS VAN STEENWUK
(C.-H.) is voorstander van dit ontwerp.
Het is buitengewoon onrechtvaardig,
zich door vlucht naar bet buitenland
aan burgerplichten te onttrekken.
De heer VAN LAXSCHOT (R.-K.)
gc-voelt weinig of niets voor het ont
werp, dat z.i. onbillijk is tegen hen,
die om andere reden dan belasting
vrees naar het buitenland gingen. Het
ontwerp is te kort voor tafellaken en
te lang voor servet.
De heer SLINGENBERG (V.D.) sluit
zich aan bij den heer Van Lanschot.
Het beginsel van dit ontwerp is bij
amendement te Genève verworpen.
Het ontwerp is in strijd met een billij
ke belastingheffing.
Voor den heer VAN WASSENAER
VAN CATWIJCK (C.-H.) zijn de be
zwaren tegen het ontwerp grooter dan
het geringe voordeel voor de schatkist.
Het gaat in tegen de uitspraak van
Genève.
De heer GELDERMAN (V.B.) acht
het onbillijk tegenover Nederlanders,
die om andere dan fiscale redenen
naar het buitenland verhuisden.
De heer WJBAUT (S.D.) zal gaarne
voorstemmen. Het ontwerp heft een
bestaande ongelijkheid in onze belas
tingwetgeving op.
De heer MICHIELS VAN KESSE-
NICH (R.-K.) betoogt, dat meer perso
nen zullen worden getroffen dan de be
lastingvluchtelingen. Een ander be
zwaar is, dat liet'ontwerp in strijd is
met de beslissing te Genève.
De heer BLOMJOUS (R.-K.) waar
schuwt tegen aanneming van bet ont
werp.
De Minister van Financiën, de heer
DE GEER, wenscht de kwestie betref
fende den Volkenbond over te laten
aan den regeeringsgedelegeerde op al
le conferenties, die tot nu toe te Ge
nève zijn gehouden, den beer Sinnighe
Damsté.
Spr. beantwoordt enkele heeren.
De heer SINNIGHE DAMSTé, regee-
ringscommissaris, ontkent, dat bier
een dubbele belasting zou worden in
gevoerd, er wordt een hoogere belas
ting geheven.
gesprek liepen zij voort.
Willem vertelde van zijn leven in
de kleine provinciestad. De heer Van
Haller sprak van zijn nieuwe inrich
tingen te Beukenbeuvel, van het op
handen zijnde beroep van een nieu
wen leeraar, dat hem en Johanna zeer
veel belang inboezemde daar de vroe
gere, iemand die de nieuwe richting
toegedaan was, gelukkig ergens an
ders gekozen was en zij nu zoo gaarne
een waar Christen in hun dorp zou
den hebben.
Het was voor Willem iets geheel
nieuws Van Haller zoo te hooren
spreke, in de drie jaren dat hij hem
niet gezien had was deze zeer veran-
dird; hij verheugde er zich zeer over
en gevoelde zich des te nauwer aan
hem verbonden.
Toen verhaalde Johanna hem won
deren van haar kleinen Frits, die een
zeer voorspoedig kind was, en hij
moest beloven spoedig bij haar te ko
men om te zien of hij niet op haar
broeder geleek. Haar man lachte haar
uit en zei de, dat hij tot nu toe op nie
mand geleek en alleen zijn moeders
biond haai' en blauwe oogen had,
maar zij vond dit zeer oppervlakkig
geoordeeld.
Hedwig werd tot scheidsvrouw ge
roepen, deze meende, dat hij op zijn
vader geleek, hetgeen nog meer ver
schil van oordeel teweeg hracht, zoo
dat Willem alleen overbleef om voor
zich zeiven te beslissen wie gelijk
In Genève is niet eens de Ned. afge
vaardigde een genoegen gedaan toen
zijn amendement verworpen was.
Daarvoor was geen reden; er waren
meer landen, die op het nationaliteits
beginsel stonden, n.l. Duitschland,
Polen, Hongarije, Roemenië, Tsjecho-
Slowakije, Oostenrijk, Zweden en Fin
land en er is dan ook uitgesproken,
dat het. permanente organisme zich
met het vraagstuk der nationaliteit
zal bezighouden. Spr. is dan ook van
meening, dat het ontwerp niet met Ge
nève in strijd is.
De vergadering wordt te 4 u.25ver-
daagd tot Vrijdag 11 uur.
TWEEDE KAMER.
(Vergadering van gisteren).
Begrooting van Arbeid.
oortgezet wordt de behandeling
van de Begrooting van Ai-beid, Handel
en Nijverheid.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.-K.) juicht geleidelijke bescherming
van de landarbeiders toe.
Do heer BAKKER (C.-H.) meent, dat
uitbreiding van de arbeidsinspectie
de klachten over de slechte toepassing
van de Arbeidswet niet kan voorko
men. Hij wensebt de uitvoering in
handen te leggen van bedrijfsorganen
en meent, dat de arbeidstijd niet een
zijdig nationaal kan worden inge
krompen.
De hr. VAN RAPPARD (V.B.) vreest
grootere tekorten van de ziekenhuizen
bij invoering van het verplegingsbe-
sluit.
De heer KERSTEN (S.G.P.) bepleit
meer Zondagsrust en voorzichtige uit
voering van de arbeidswet voor de
landbouwbedrijven.
De heer KUIPER (R.-K.) dringt aan
op spoedige totstandkoming van een
werktijdenbesluit voor winkels en
critiseert de stijging van het aantal
overwerkvergunningen.
De heer SMEENK (A.-R.) spoort aan
tot spoed met wijziging van de stuwa
doorswet.
Minister SLOTEMAKER DE BRUI
NE zegt, dat een wekelijksche rustdag
voor chauffeurs en toonkunstenaars
binnen weinige maanden zijn beslag
zal krijgen.
Inzake de overwerkvergunningen
merkt spreker op, dat 92 procent van
alle inrichtingen geen overwerkver
gunningen hebben gekregen.
Bij de afdeeling arbeidersverzeke
ring bespreekt de heer SANNES (S.D.)
den toestand van de ouden van dagen.
Spr. dient de volgende motie in:
„De Kamer, van oordeel, dat in af
wachting van de resultaten van het
volledig doorwerken der wettelijke be
palingen betreffende de ouderdoms
voorziening, een noodmaatregel ur
gent is krachtens welke een kosteloo-
ze rente op den voet der Ouderdoms-
wet-1919 wordt toegekend aan de 65-
jaigen en ouderen, alsmede aan hen,
die in de eerstkomende jaren den 65-
jarigen leeftijd zullen bereiken, aan
wie ouderdomsrente niet is toegekend
of verzekerd,
verzoekt de regeering een daartoe
strekkende wijziging der Ouderdoms
wet 1919 aanhangig te maken".
De VOORZITTER stelt voor, deze
motie thans te behandelen.
De heer SNOECK HENKEMANS
(C.-H.) heeft daartegen bezwaar.
De heer SANNES wil de behande
ling der motie wel uitgesteld zien,
maar niet langer dan tot Februari.
De VOORZITTER stelt thans voor
de motie op een nader te bepalen dag
te doen behandelen. Hij zal den presi
dent der Kamer wijzen op het verlan
gen der Kamer de motie zoo spoedig
mogelijk te doen behandelen. Meer
kan hij niet toezeggen.
Het voorstel wordt aangenomen.
De lieer J. B. v. DIJK (R.-K.) meent,
dat de administratie der Rijksverzeke-
rmgs-Bank die niet in verband staat
met het bedrijf, door den Staat moet
worden betaald en niet door de ver
zekerden.
De beer BAKKER (C.-H.) klaagt
over niet voldoende naleving van de
invaliditeitswet.
De heer SNOECK HENKEMANS
(C.-H.) zet uiteen de grondgedachte
van de sociale verzekering. Sociale
verzekering is een volksbelang en niet
uitsluitend een arbeidersbelang. Daar
om mag de uitvoering daarvan niet
worden overgelaten aan organisaties.
Een krachtige leiding is er noodig
had. Hedwig moest ook veel van haar
leven te Berlijn en haar vrienden daar
vertellen, maar vergenoegde zich
meerendeels met de rol van toehoor-
deres.
Zoo kwamen 'zij aan den ouden be
kenden eik; de andere wandelaars
hadden zich daar reeds neêrgezet, de
jongens aan den voet van den heuvel,
de drie ouderen een weinig verder,
zoodat zij juist het gezicht hadden op
do ondergaande zon, die spoedig in
het water zou verwijnen en wier laat
ste stralen het geheele landschap
eigenaardig verlichtten. Zij zaten ne
der op het zachte mos en leunden te
gen den ouden stam en niet zoodra
zag Mathilde hen, of zij kwam naar
Willem toe, vleide zich naast hem ne
der en zeide:
„Weet gij nog wel, oom Willem, dat
gij hier eens een vuurtje voor ons ge
stookt hebt; toen was grootmama er
nog bij. Wat is dat al lang geleden!"
„Ja", hernam bij ernstig, „reeds
vijf jaar".
„Maar ik herinner het mij nog zeer
goed ofschoon ik pas vier jaar oud
was; wilt gij nog weer eens een vuur
tje voor ons maken?"
„O, zijt gij daarom zoo bijzonder
vriendelijk", hernam hij lachend, ter
wijl hij haar vasthield en aankoek.
„Booze oom Willem, ben ik dan niet
altijd vriendelijk", zeide zij ontwij
kend; „och, doe het nog eens!"
("Wordt vervolgd).