CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat ait 1WEE Biadeo.
Belanorijkste nieuws in dit Nummer.
JAARGANG
DONDERDAG 22 NOVEMBER 1928
NUMMER 21-00
CODRANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2^0
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeeliügen dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
EERSTE BLAD.
V Van uittarting gesproken.
In Het Volk kwam dezer dagen een
artikel voor van den heer C. van der
Pol, die daarin schrijft over de ten
laste legging van mishandelingen door
militairen van de bevolking van Su
matra's Westkust, na de onlusten van
het voorjaar 1927.
Voornamelijk handelt hij daarin
over de straffen, die na een ingesteld
onderzoek over de eventueel schuldi
ge militairen zullen worden uitgespro
ken.
Een regel uit een uitgebracht rap
port onderstreept hij, n.l.:
„Slechts ten aanzien van eenigen is
vervolging gelast; ten aanzien van an
deren zijn administratieve maatrege
len genomen".
Daarop houwt hij de conclusie, dat
van ernstige bestraffing wel geen
sprake zal zijn. Hij meent, dat daarme
de het rechtsgevoel van de Inlandsche
maatschappij wordt gekrenkt en hij
spreekt in dat verband zelfs van uit
tarting, ja, maakt dat tot het motto
boven zijn artikel.
Het is ons niet zoo zeer te doen om
de zaak zelf, die zijn loop wel zal heb
ben zonder ons toedoen, en zonder toe
doen van socialistischen aandrang.
Wij achten echter wel noodig, op 't
tendentieuze van het artikel te wijzen
In de eerste plaats de verdachtma
king van het militaire strafrecht.
„Gansch de militaire strafprocedure
in Indië zoo zegt hij stamt dan
ook uit den tijd, toen de blanke kop-
pensnellerij buiten justitioneele be
moeienis moest worden gehouden.
Wat er in Indië moge veranderen,
ln de fascistische houding der militai
re machthebbers tegenover hun eigen
justitie komt niet de geringste wijzi
ging.
Wanneer dan ook de in staat van
beschuldiging gestelde marechaus
sees voor den Padangschen krijgsraad
maar even aannemelijk kunnen ma
ken, dat ze gehandeld hebben krach
tens eenige wettige opdracht, zij het
dan slechts van een simpel korporaal-
tje, dan gaan zij vrij uit".
Zou de heer Van der Pol nu heusch
willen, dat dit mooie beginsel uit ons
rechtswezen werd weggenomen, dat
handelen op uitdrukkelijk bevel den
lastgever de verantwoordelijkheid op
legt en den uitvoerder ontheft?
Dat is niet alleen in het militaire
strafrecht, doch ook in het burgerlijk
strafrecht opgenomen.
Erger is echter, wanneer hij tegen
over elkaar stelt deze militaire „schul
digen" en een verzetsleider, die ter
dood veroordeeld werd en daarin mili
tair en burgerlijk strafrecht weer te
genover elkaar uitspeelt.
„Dit alles", zegt hij, „speelt zich in
militairen kring af in het diepste ge
heim, terwijl de burgerlijke rechtscol
leges de landraden, gedurende langer
dan anderhalf jaar de gevangenen
martelen met hun langwijlig onder
zoek en eindelijk uitgesproken vonnis
sen, dezer dagen te Padang zelfs een
doodvonnis is voltrokken. Dit laatste
betreft een ongetwijfeld bekenden en
door iedereen als zoodanig erkenden
en verfoeiden misdadiger, voor wien
elk beginsel, kommunisme of nationa
lisme, minder dan bijkomstig was, tast
dan ook het rechtsgevoel der bevol
king niet aan.
Doch waarom dezen en veel-minder-
schuldigen, ja onschuldigen, wèl zqo
streng aangepakt; echter militaire
misdadigers tot dusver geheel onge
moeid gelaten, ja hen nog bijna twee
jaar lang onder de rustige en fatsoen
lijke bevolking laten rondloopen, haar
dagelijks uittartend met een „Jelui
maken ons toch niets!"?..
Vfforal dat minder schuldigen, ja
Onschuldigen voor den burgerlijken
rechter tegenover den militairen rech
ter is zoo echt socialistisch.
In zijn dwaasheid gaat hij het afge
schafte Inlandsche strafrecht zelfs
aannrijzen.
Zoo vraagt de, wat rechtsbeginse
len betreft, altijd scherp nadenkende,
Maleische bevolking aldus vervolgt
hij haar eisen recht, beschreven en
overgeleverd. Lhoekom en adats, is het
door den overheerscher formeel erken
de recht. De toepassing van een ander
recht zou zij nooit dulden.
Dat weet de Europeesche rechter, de
bestuurder zij moeten het althans
weten.
Dat daartengen in de laatste jaren
wordt ingegaan, is de hoofdoorzaak
van de troebelen van 1926 en 1927.
Maar nu ziet ze nog, hoe de over
heerscher eigen recht, het militaire
strafrecht, buiten werking stelt, om
den landskinderen zooveel mogelijk
kwaad te kunnen doen
Is het niet treurig, dat zoo in den
jare 1928 door een vooraanstaande in
het sociaal democratische hoofdorgaan
geschreven wordt?
Is dat geen uittarting, als men dan
per sé dit woord gebruiken wil?
STADSNIEUWS.
OUDERLINGENCONFERENTIE
CLASSIS LEIDEN.
Ds. H. Thomas refereert over
„Ons Kerklied".
In de kerkeraadskamer bij de Hooi-
grachtkerk te Leiden werd gistermid
dag een vergadering gehouden voor de
ouderlingen vaii de Geref. Kerken in
de Classis Leiden.
De voorzitter, de heer D. Nieuwen-
huis uit Leiden, liet aan het begin van
de samenkomst zingen Psalm 135 vs.
1 en 3, waarna hij voorging in gebed.
Gelezen werd Psalm 135.
De heer Nieuwenhuis heet daarna
allen hartelijk welkom, speciaal Ds.
Thomas, die een referaat zou houden
over: „Óns Kerklied".
Spr. hoopt, dat deze vergadering zal
gezegend worden en dat God allen op
het hart zal binden de belangen der
gemeente.
De notulen worden gearresteerd.
De penningmeester doet rekening en
verantwoording.
Bij de bestuursverkiezing wordt bij
acclamatie als penningmeester her
kozen de heer L. C. J. Ober van Leiden
Daarna is het woord aan Ds. Tho
mas om te refereeren over: „Ons Kerk
lied".
Referaat Ds. Thomas.
Spr. begint met na te gaan de ge
schiedenis van het Kerklied.
In 1545 schreef Calvijn, dat, na over
al gezocht en nagespeurd te hebben,
men geen betere liederen kon vinden
dan de Psalmen van David. Den Psal
men werd een koninklijke plaats
toegekend, hoewel ook Schriftuurlijke
gezangen niet werden geweerd.
Langzamerhand is het kerkelijk ge-
zang, behoudens enkele uitzonderin
gen, beperkt tot de Psalmen.
Zoo is het evenwel niet gebleven. De
Ned. Herv. Kerk heeft de Gezangen
bundel ingevoerd en daarover is nogal
veel te doen geweest.
De Gezangenkwestie heeft een be
trekkelijk belangrijke rol gespeeld in
de reformatie in de 19de eeuw Door
predikanten, die vooraan stonden in
de reformatie, zijn de gezangen veroor
deeld, hoewel anderen de uitbreiding
van het kerkelijk gezang hebben ver
dedigd.
De gezangenkwestie is alzoo de voort
zetting van een oude beweging en niet
iets nieuws.
Het valt misschien te verwonderen,
dat over deze kwestie nooit een mas
sale kerkelijke volksbeweging is ont
staan, maar dat is waarschijnlijk hier
uit te verklaren, dat ons volk een mee
gaand volk is en gemeenlijk trouw den
weg wil volgen, die de leiders aange
ven.
Spr. gaat vervolgens na de behan
deling van deze zaak op verschillende
synodes der Geref. Kerken.
Men kwam daar telkens niet veel
verder, maar thans is toch de zaak in
onderzoek en gaat men vooruit in de
richting van het vrije kerklied.
In elk geval gelooft spr., dat 6e ker
ken op het standpunt staan, dat het
kerklied uitbreiding behoeft, hetzij
door middel van het gebonden, of
vrije Schriftuurlijke lied.
De Heilige Schrift laat ons betref
fende deze zaak niet in het duister.
Spr. haalt eenige teksten aan, waar
uit blijkt, dat in het Nieuwe Testament
het in de apostelen en de gemeenten
geprezen wordt, wanneer ze gezan
gen zongen, waarbij niet aan de psal
men kan worden gedacht.
Men kan dan ook nooit op grond
van den Bijbel beweren, dat het onge
oorloofd is, andere liederen te zingen
als de psalmen.
Integendeel is spr. er van overtuigd
dat de Kerk de« Heeren wordt en werd
geroepen van Gc 1. om niet alleen de
prediking des Woords. en den dienst
der gebeden, maar ook het gezang der
gemeente te plaatsen volop in het
li(ht van het Nieuwe Testament.
Tpeen een royale uitbreiding van
„Eenige Gezangen" achter het boek
der Psalmen, als zoodanig kon dus
geen principieel bezwaar worrier in
gebracht. Zij behoort niet tot de din
gen, die men doen en laten kan en
waarvan ieder in zijn gemoed verze
kerd zij.
Wanneer de Schrift ons leert, dat
de gemeente de veelvuldige wijsheid
Gods moet verkondigen, dan mag
men daarbij toch niet het kerklied uit
zonderen en de klare openbaring van
het Nieuwe Testament uit het Kerk
lied weren.
De uitbreiding is niet alleen wen-
sclielijk, maar noodzakelijk.
Ook door het lied moeten de dwalen-
den, de lijdenden, de wanhopenden tot
het kruis van Jezus Christus worrifcn
gebracht.
Spr. kan dus ook voor de practische
bezwaren geen streep uit den weg
gaan. Men kan zeggen, dat er al twist
genoeg is in onze Kerken, maar men
moet toch bedenken, dat de vrede niet
mag gehandhaafd worden als er ver
keerde dingen door blijven voortbe
staan.
Men haalt ook aan, dat men de broe
ders niet mag ergeren, zich daarbij be
roepende op het woord Van Paulus.
Maar ten eerste kan men afgods-
vleesch niet vergelijken met de gezan
gen. want deze twee staan tegenover
elkander als een stuiversprentje tegen
over de Nachtwacht, en bovendien
moet men boven alles de roeping
handhaven.
Men zegt ook: er is geen behoefte
aan gezangen.
Maar als er een roeping is, dan moet
de behoefte gewekt worden.
Ook de bewering, dat met de uit
breiding der gezangen de deur wordt
opengezet voor ketterij, kan geen be
zwaar zijn. Ditzelfde bezwaar doet
zich voor bij elk geestelijk belijden.
Spr. is op practische gronden voor
het gebonden lied, dat de Schriftuur
rechtstreeks weergeeft, maar niet op
grond van het feit, dat er ketterijen in
zouden sluipen.
Datzelfde bezwaar geldt ook voor
de formulieren van eenigheid en voor
de Psalmen, want als er één vrij ge
zangboek is, is het dat der psalmen.
Deze zijn bovendien niet eens wettig
ingevoerd. Ze ziin geen directe weer
gave van Gods Woord.
Zoo is spr. dus in 't minst niet tegen
bet vrije Nieuw-Testamentisehe kerk
lied, maar hij is geneigd meer het ge
bonden kerklied aan te hevelen, om
dat de weg naar het vrije vooralsnog
te lang zal ziin en omdat hij, figuurlijk
uitgedrukt, liever een nachtje bij een
goede vriend overblijft, dan afgewerkt
en doodmoe onder eigen dak te slapen.
Het is dus. onze plicht voet voor voet
den weg naar het Nieuw-Testamen-
tisclie kerklied te betreden, opdat met
klare woorden gezongen kan worden
van de lengte en breedte en' diepte
der liefde Gods in Christus.
Zullen door de gezangen de psalmen
verdrongen worden?
Neen, dat mag niet, zoomin als het
Oude door het Nieuwe Testament ver
drongen mag worden.
De psalmen ziin gezongen bij de
brandstapels, door de Hugenoten en
ook de Spaansche krijgers hebben er
van gebeefd en daarom willen we ze
niet missen.
Tenslotte maakt spr. nog de opmer
king, dat, aangezien dé gemeentezang
behoort tot de samenstellende deelen
van den openbaren eeredienst, zooals
die in het kerkverband geldt en daar
voor is vastgesteld, zeer zeker in de
eerste plaats de plaatselijke kerk-
(eraad) hier een roeping heeft, maar de
vaststelling van de uitbreiding in haar
geheel moet door de gezamenlijke ker
ken in de Synode geschieden.
Maar ook, zoo hier dan een roeping
der kerken ligt. zoo is ieder lidmaat,
iedere kerkeraad en zijn de andere
vergaderingen verplicht, om naar de
vervulling der roeping te streven, ver
standig en voorzichtig, maar ook moe
dig en beslist.
Op dit referaat volgde een zeer uit
voerige bespreking, waarbij verschil
lende punten nader werden toegelicht.
Echter principieele bestrijding vond
het referaat in het geheel niet.
Nadat nog eenige huishoudelijke
dingen waren behandeld, volgde daar
na sluiting.
DE VEFBREEDING VAN DEN
STATIONSWEG.
Aan het slot 'van het verslag van de
zitting van den gemeenteraad van
Maandag, vermeldden wij, dat het
voorstel van B. en W. ter verbreeding
van den Stationsweg van de agenda
was afgevoerd, waarna de vergadering
in geheime zitting overging.
Nader vernemen wij, dat de reden
hiervan gezocht moet worden in de
onderhandelingen die met de Noord-
Zuid-Hollandsche Tramwegmaatschap
pij gevoerd worden naar aanleiding
van de asphalteering van eenige stra
ten alhier, welke onderhandelingen in
hoofdzaak loopen over de onderhouds
plicht der lijnen door deze maatschap
pij, die door de asphalteering gewij
zigd wordt.
VOOR FIETSERS.
Hot Handelsblad beveelt voor Am
sterdam de volgende regel aan:
Nu de avonden lang zijn. ge an velen
pas na het invallen van de duisternis
naar huis van de plaatsen, waar zij
hun dagtaak hehhen vervuld.
Zoo tusschen vijf en zes uur ook
wat later nog, is het op straat vol
van fietsers.
En de autobestuurders ergeren zich
aan het verblindende licht, niet ten
onrechte, want een goede fietslantaarn
die het licht recht naar voren uit
straalt, verblindt inderdaad. En het
nare daarbij is, dat zelfs de beste fiet
ser altijd een licht slingerende bewe
ging maakt, zoodat de autobestuurder
geheel in de war kan raken.
Dat is gevaarlijk en het is niet
noodig.
Wanneer de fietser zijn lamp zoo
plaatst, dat het licht niet recht voor
uit, maar onder een hoek van 1015
graden op den weg valt, is er geen ver
blinding meer.
Het tegemoet komende verkeer ziet
het licht dan toch voldoende en de
fietser heeft het voordeel, dat op don
kere wegen zijn lamp het pad verlicht
zoodat hij steenen en andere obstacles
kan zien. Valt het licht vooruit, dan is
dat niet het geval.
Daarom: in het eigen belang en in
het belang der autorijders: fietsers,
lampen neer!
Wat voor Amsterdam geldt, geldt
ook voor Leiden en geldt zeker voor
de omgeving.
MEKKAANSCHE FILM VERTOOND.
Tot besluit van de serie lezingen
vanwege de commissie voor de Indi
sche week aan de Leidsche Universi
teit is vanmiddag in het Trianon-bios-
coop-theater de Mekkaansche film
vertoond.
Prof. Snouck Hurgronje heeft daar
bij een inleidende rede gehouden.
WERKLOOSHEID.
Bij de arbeidsbeurs stonden op 21
November 1928 ingeschreven 698 werk
zoekenden.
Op denzelfden datum van het jaar
1927 bedroeg het aantal ingeschreve
nen 854.
DE LEIDSCHE WINKELSTAND.
De bekende firma Zandvliet's Boek
handel aan de Haarlemmerstraat 117a,
die nu reeds gedurende 11 jaren is ge
vestigd, heeft een belangrijke uitbrei
ding van haar zaak doen tot stand ko
men, waardoor de winkel bijna twee
maal zoo groot is geworden.
En iedereen, die de zaak van de fa.
Zandvliet kende, zal zich nu ook kun
nen voorstellen, hoe ruim en royaal de
toch al flinke zaak thans is geworden.
Achter in den winkel is een klein,
kantoortje, maar overigens is alles
verkoopruimte en de groote voorraden
artikelen in de meest uitgebreide sor
teering komen thans goed tot hun
recht.
De firmanten rekenen nu ook op een
grooteren omzet, wat zij door hun
energieke wijze van zaken doen dan
ook zeker hebben verdiend.
Wij wenschen hen goede zaken.
AANBESTEDING. 0
Gistermiddag om 12 uur heeft de
garnizoenscommandant te Leiden in
het voormalig militair hospitaal aan
besteed: de levering van rundvleesch,
gerookt en pekelspek, ten behoeve van
de soldaten-menage's alhier, geduren
de het tijdvak van 1 Jan. 1929 tot en
met 30 Juni d.a.v.
Ingeschreven werd als volgt:
Fa. Cohen Leidesdorff, Den Haag,
bevr. rundvleesch 71.9 c. per K.G.; Ph.
van Gelder, Leiden, id. 74 a. per K.G.;
N. Aenmeij, Leiden, id. 73 c. per K.G.;
S. W. Marsman, id. 73 c. p. K.G.; Fa.
Zandvoort, Leiden, id. 72 c. per K.G.;
gerookt spek 98 ct., pekelspek 104 ct.,
Tli. M. W. Bergers, Morschweg 44, ge
rookt en pekelspek 88 ct. per K.G.; G.
W. Zandvoort, bevr. rundvleesch 75 ct.
per K.G.; spek 89 ct. per K.G.
De levering is voorloopig gegund
aan de laagste inschrijvers, n.l. voor
bevroren rundvleesch aan Cohen Lei
desdorff en voor spek aan Th. M. W.
Bergers.
Hedenmorgen zijn door de politic
een drietal minderjarigen op trans
port gesteld naai* Utrecht.
Zij waren vandaar gistermorgen om
10 uur uit 'Jiet Ambachtsweeshuis ver
trokken en ze kwamen gisteravond te
10 uur ongeveer in Leiden aan.
Een der jongens had hier nog een
oom wonen en dezen hadden zij met
een bezoek vereerd.
Op het Rapenburg trof gisteren
een agent van politie een onbeheerd
motorrijwiel aan.
Uit het onderzoek bleek, dat het 16-
jarig meisje A. K. met den motor een
rondje had gemaakt, daarbij op den
duo vergezeld van een 14-jarig me is;*
G. O.. Ze waren daarbij tegen een brug
leuning opgereden en hadden toen den
motor maar in den steek gelaten.
Binnenland.
De Tweede Kamer heeft de behan
deling der begrooiing van Arbeid
voortgezet.
Jhr. Rays de Beerenbrouck is ge
opereerd.
Voorgesteld wordt de vroaw be
noembaar te maken tot burgemeester
en secretaris.
Het voorstel tot demping van een
aantal grachten te Delft is van de
baan.
Het congres ter gelegenheid van bet
25-jarig bestaan van de Ned. Centrale
Vereeniging tot bestrijding der tuber
culose.
Nieuwe Plattelandersbond opgericht
Prins Leopold vertrekt heden naar
Indië.
De viering van het 40-jarig ambts
jubileum van ds. W. Breukelaar te
Zaandam.
Buitenland.
De presidentsverkiezing in Oosten
rijk zal op 5 Dec. a.s. plaats hebben.
De a.s. zitting van den Volkenbonds
raad zal waarschijnlijk niet te Berlijn
doch als gewoonlijk te Genève plaats
hebben.
Een Amerikaansch voorstel tot
stichting van een reservefonds voor
tijden van malaise.
Rooverhoofdïnan in Brazilië aange
houden.
Studentenrelletjes te Oxford.
De Duitsche schrijver Hermann
Sudermann is overleden.
BINNENLAND.
i-xtiT ZILVEREN FEEST VAN DE
NEDERL. CENTRALE VEREEN.
TOT BESTRIJDING DER T.B.C.
Herinnerend aan het vele, dat door
de Koningin-Moeder is gedaan ten ha-
te van de tuberculosebestrijding, heet
te de voorzitter der Ned. Centr. Ver
eeniging tot bestrijding der tuberculo
se, de heer J. D. Hefting, onder harte
lijk applaus H. M. welkom, die giste
ren het congres ter gelegenheid van
liet vijf en twintig-jarig bestaan, in
den Koninklijken Schouwburg in Den
Haag met baar tegenwoordigheid ver
eerde.
Onder de aanwezigen bevonden zich
voorts de Minister van Arbeid, prof.
dr. Slotemaker de Bruine, de secreta
ris-generaal van zijn departement, mr.,
dr. A. L. Scholtens, de burgemeester
van Den Haag, mr. Patijn, de direc
teur-generaal van de Volksgezondheid,
'gcneraal-majoor Schrijver, de inspec
teur van den militairen geneeskun
digen dienst, de Kamerleden dr. I. H.
J. Vos en J. H. Schaper, voorts de
hoofdinspecteurs en inspecteurs der
tuberculosebestrijding en tal van af
gevaardigden van provinciale en
plaatselijke vereenigingen. Engeland
was vertegenwoordigd door dr. A. H.
MacPherson, medisch hoofdinspecteur;
Frankrijk door dr. Evrot, adjunct-di
recteur van het Nationaal Comité der
tubeculosehestrijding; Denemarken
door dr. J. Ostenveld, directeur van de
Deensche vereeniging tegen tubercu
lose; Duitschland door. den heer Helm,
secretaris-generaal van het Duitsch
centraal comité ter bestrijding der tu
berculose, terwijl voor de Internatio-
nale Unie tegen Tuberculose aanwe
zig was dr. F. Humbert, adjunct-se
cretaris-generaal.
In zijn openingsrede zeide de voor
zitter, dat de ontdekking van de tu
berkelbacil door Robert Koch in 1882,
liet voor goed mogelijk maakt tegen
de alom heerschende ziekte met
vrucht den strijd te kunnen aanbin
den; echter wees hij er met nadruk op
dat hier slechts een deel van den
strijd kan worden gevoerd, omdat
vccral ook de aandacht geschonken
nioet worden aan de verhooging van
het weerstandsvermogen van volk en
individu. Aan den indirecten strijd
dus, die ligt op het terrein van de so-
cale hygiëne.
Spr. herdacht voorts de overleden
oprichters en medestrijders en wees
er op, dat het resultaat der georgani
seerde bestrijding der tuberculose hier
te lande zich het best laat uitdrukken
in het verlaagde sterftecijfer, dat in
de laatste 25 jaar is gedaald tot hene
den de helft van het voor dien tijd
geldende. Met moed kan de toekomst
worden tegemoet gegaan, yertrou-