niuwü LEioscHE tmm van WOENSDAG 21 NOV. 1928 TWEEDE BLAD. Gewijde en Ongewijde Historie. HET WETBOEK VAN CHAMMOERAPI. Een van de belangrijkste ontdekkin gen in de Oudoostersche wereld, die, dank zij de opgravingen der laatste decenniën weer voor ons is gaan her leven, is het wetboek van Chammoe rapi. Dit werd in den winter 19011902 door den Franschen archeoloog Jules de Morgan gevonden in den ruïnen- heuvel van den burcht van Susa, waarvan in het boek Esther voortdu- rënd sprake is. Het is ingebeiteld op een blok dio- rietsteen, 2.25 M. hoog, van boven 1.65 en van onderen 1.90 M. breed. Aan den voorkant zijn 16, aan den achterkant 28 loodrechte rijen spijkerschrift. Boven aan de voorzijde van den ge denksteen staat koning Chammoerapi eerbiedig voor den zonnegod S j a- mas j, die tevens de god des rechts is, en wiens kinderen K e 11 o e (recht en M es j ar o e (gerechtigheid) heeten. Sjamasj was de god der stad Sippar waar, blijkens het onderschrift, dit steenblok in Ebarra, den grooten tem pel van Sjamasj, is opgesteld geweest. Vandaar is 't waarschijnlijk door den Elamietischen koning Koedoer Nan- choendi omstreeks 1200 v. Chr. naar Susa gebracht. Deze heeft er ook een zevental kolommen van weg doen bei telen, waarschijnlijk met de bedoeling op deze aldus vrij gekomen ruimte zijn roem te doen verkondigen. Om de een of andere reden is daar evenwel niets van gekomen. Dit inschrift is het grootste, dat in spijkerschrift tot ons gekomen is, en wellicht ook het meest belangrijke. Al dadelijk wierpen de Oriëntalisten zich met groóte belangstelling op fle^ zen tekst en maakten hem tot het voorwerp van hun studie. De Fransche Dominicaan Scheil le verde reeds in 1902 een keurige verta ling van het wetboek, welke la ter slechts op enkele ondergeschikte punten voor verbetering vatbaar bleek. Chammoerapi was reeds vóór de ontdekking van het naar hem genoem de wetboek bekend als de meest be roemde koning van de z.g. eerste dy nastie van Babel. Hij regeerde van 2123 tot 2081 vóór Christus en was van A'nióTietlschö 'afkomst., Waarschijnlijk zeker is dit niet is'hij dezelfde koning als Amraphel de koning van Sjinear, uit Gen. 14, een der met Kedorlaomer verbonden vor sten, tegen wie Abraham ten strijde trok. Chammoerapi was de Karei de Groóte of Lodewijk de Veertiende van zijn tijd. Zijn beteekenis voor Babel kan niet hoog genoeg worden aange slagen. Wat zoovele eeuwen achtereen te vergeefs was beproefd, is hem gelukt: het samensmeden, van Babylonië tot een politieke en economische eenheid. Door hem werd Babel eeuwenlang het staatkundige en later ook het gods dienstige middelpunt van West-Azië. Hij was een moedig veroveraar, die de vijanden rondom wist te verslaan, doch tevens een man des vredes, een bewonderaar van literatuur en be schaving. Hij wist ook voor zijn rijk eenheid te scheppen in de rechtspraak en het is vooral deze codex, die den roem uitmaakt van den Babylonischen Zonnekoning (hij noemt zichzelven in deze inscriptie „de Zon van Babel"). Het aantal wetsbepalingen van dit wetboek bedraagt 282, Chammoerapi is er niet zoozeer de auteur, dan wel de verzamelaar van, evenals b.v. de By- zantijnsche keizer Justinianus (527 565). Het is verreweg de oudste ge schreven rechtsverzameling die we van.de Oostersche volken bezitten. FEUILLETON. God is mijn heil. 8$) —o— Maar zij scheen haar geest aan de haren achtergelaten te hebben, dezen gevoelden zich meer aan elkander verbonden en beminden elkaar vuri ger dan ooit te voren; en vooral haar twee kinderen de heer Van Men gen en mevrouw Van Steendorp wa ren sedert dien tijd veel vertrouwelij ker geworden; het was als zochten zij hun moeder in elkaar weder te vinden. Haar woorden van vermaning, opwek king.en vertroosting werden dikwijls dóór de haren herhaald en haar graf, dat met klimopranken begroeid was, bleef bijna geen dag onbezocht. Er was een gedenkteeken opgericht gelijk aan dat van haar echtgenoot, waarop de tekst uit Jesaja, die voor haar in leven en sterven zulk een groote beteekenis had gehad, en daar^ onder de woorden: „Christus is mijn leven, sterven is mijn gewin". Te Schönheide zelf was het steeds stiller geworden. Herman, die reeds dertien jaren telde, was met Paschen naar Berlijn gegaan en bij de Van Steendorps in huis gekomen om het gymnasium te bezot" n; zijn broeder E 'u.trd en zijn neefje Hendrik, oud tijds de twee dikkertjes, die nu groote sterke jongens waren geworden en Uit het wetboek van Chammoerapi blijkt, dat Babel reeds vóór 2COO v. Chr. op een zeer hoogen trap van ontwikke ling stond. Er was destijds een geordende sa menleving, die reeds in vele bijzonder heden was gereglementeerd. De codex van Chammoerapi valt in drie stukken uiteen: inleiding, wetten- bundel en nawoord. In de inleiding geeft Chammoerapi al zijn titels op, noemt de namen der door hem aangebeden goden, alsmede die der steden, waarover hij regeert, en somt op, wat hij ten behoeve zijner on derdanen reeds heeft verricht. ..In het nawoord vertelt Chammoera pi opnieuw al zijn historische daden en draagt hij alle opvolgers op, om zijn wetten in eere te houden, waarbij hij den vloek der goden inroept over.hen, die ze veronachtzamen of vernietigen. De eigenlijke wettenbundel bevat verschillende wetsbepalingen, die han delen over: valsche aanklacht, diefstal, ontvluchte slaven, inbraak en roof, dienstplicht, de bezittingen van dienst plichtigen, landhuur, geld leenen, wa terschapszaken, herders, tuinbouw, commissiehandel, herbergen, vervoer, schuldvorderingen, deposito, huwelijk bezittingen der echtgenooten, bloed schande, verloving, erfrecht, aangeno men kinderen, onderschuiving van kinderen, mishandelingen, tarieven en straffen voor geneesheeren, veeartsen, barbiers, architecten, scheepsbouw meesters, huur van dieren, van arbei ders, van gereedschappen en koop van slaven. Uit de opsomming der onderwerpen blijkt reeds de overeenkomst van Chammoerapi met de Mozaïsche wet geving. Men heeft hieruit afgeleid de'afhan kelijkheid van Mozes van Chammoe rapi. Zeer eenvoudig (simple comme le bonjour) is b.v. de voorstelling, die de gewezen Duitsc.he keizer indertijd van deze zaak had, toen hij meende, dat Mozes met den codex van Chammoe rapi voor zich zijn wetten op schrift zou hebben gesteld! Welk verband er tusschen deze bei de wetgevingen bestaat, hopen wij in onze volgende artikelen te doen zien. nadat wij eerst de beide codices niet slechts naar den vorm. doch ook naar naar den inhoud met elkaar vergele ken hebben. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Wouterswoude, J. Ronge te Hoogblokland; Aangenomen: Naar Driesum, FL G. van den Hoek te Langerak. Bedankt: Voor Oudemirdum, W. L. Mulder te Voorthuizen. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te West.erlee, A. de Bondt, cand. te Zwijndrecht. Te YVo's, E. N. v. Loo, cand. te Zwagerveen. Te IJlst, W. Tom te Warns. Te Ermelo (2de pred.-plaats), S. Neerken te UI- rum. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Rotterdam-Zuid, IC. Groen te Nieuwpoort en L. H. v. d. Meiden te 's Gravenhage. BEVESTIGING, INTRFDE, AFSCHEID. Zondagmorgen werd Dr. J. van Lonkhuizen door Ds. C. J. Wielenga van Zaandam, vroeger te Zierikzee, ingeleid tot zijn dienstwerk in de Ge- ref. Kerk te Zierikzee, met een predi cate over Marcus 4 vs. 2629. Toegezongen werd de. bekende ze genbede uit Psalm 134. Des avonds deed Dr. J. van Lonk huizen zijn intrede met een predicate naar aanleiding van Ezechiël 3 vs. 17. Aan het einde zijner predicate richt te de 'eeraar zich tot den Kerkeraad, gemeente, bevestiger, en den consu lent Ds. I-Ioek. van Zonnemaire, als mede tot de afgevaardigden van de na bur ice kerken. Na deve toespraken richtte de heer W. den Boer voorzitter van den kerke raad, zich in hartelijke bewoordingen tot den preoikant. waarna de gemeer- te zong Psalm 138 vs. 3. hun elfde jaar hadden bereikt, zouden binnen weinige maanden te Potsdam in het kadettenkorps worden ingelijfd, hetgeen steeds hun ideaal was geble ven. Anna dacht reeds met .smart aan het tijdstip waarop zij van hen af scheid zou moeten nemen en Mathilde alleen zou achterblijven, terwijl juf frouw Rosini, die nog altijd aller ver trouwen en liefde genoot, met onge duld het oogenblik verbeidde waarop haar leerlinge aan den, volgens haar, vtrderfelijken invloed der jongens zou Gnttrokken worden en tot een bedaard welopgevoed meisje zou gevormd kun nen worden. Het gebeurde tot haar groote ergernis menigmaal, dat Ma thilde met gloeiende wangen, vuile handen en gescheurd kleedje uit den tuin terugkwam, want zij hield veel meer van jongensspelen dan van pop en keuken, en dat was toch een zeer bedenkelijk iets. De gouverneur werd nalu..eg- gezonden en de juffrouw bleef als al- ïeenheerscheres achter, hetgeen haar zeer 'aangenaam was, want met den tegenwoordigen gouverneur had zij nooit op zoo goeden voet gestaan als met den heer Rothe. Deze was reeds sedert gernimen tijd rector geworden in een kleine stad; de politieke en godsdienstige invloed dergenen, met wie hij verkeerd had, had gunstig op hem gewerkt; de heer Van Mengen en de leeraar hoopten, dat hij tot een Vervolgens werd het woord gevoerd door den consulent namens cle classis Zierikzee, Ds. Voors en het hoofd der Chr. school, de heer M. Gorter, waarna de plechtigheid was. beëindigd. PROF. DR. H. H. KUYPER. Naar de Stand, verneemt, heeft Prof. Dr. H, II. Kuyper heden „Eronovo" te 's Gravenhage verlaten. De hoogleeraar is naar BloemendaaJ terug gekeerd. Ds. G. A. VAN DER ERUGGEN t In den ouderdom van 80 jaar is te Utrecht overleden de emeritus predi kant Ds. G. A. van der Brugghen. Ds. van der Brugghen. die een zoon was van Minister J. J. L. van der Brugghen, heeft aan de universiteit te Groningen gestudeerd. Zijn eerste gemeente als Plervormd predikant was Eist," waar hij in 1873 zijn intrede deed. Achtereenvolgens heeft hij verder gestaan te Boxmeer (1879, te Vorchten (1887), en Beetsterzwaag (1891); alwaar hij tot 1898 bleef. Vandaar ging hij naar Brussel, waal- hij werkte voor de stads-evangelisatie van Brussel en omstreken. In 1914 vestigde Ds. van der Brug ghen zich te Utrecht, waar hij zich aan vrijen evangelisatie-arbeid in velerlei vorm wijdde, in het bijzonder aan het werk in het Militair Hospitaal. De begrafenis zal plaats vinden a.s. Vrijdag om 12 uur op de algemeene be graafplaats aan den Brandenburger- weg te De Bilt. Ds. W. H. GISPEN. De Kerkeraad der Geref. Kerk van Scheveningen heeft, het ziekenverlof van Ds. W. H. Gispen, dat hem in Juli j.l. tot 1 Jan. a.s. verleend was, met een maand verlengd, en besloten door predikanten van buiten ook die maand in de prediking des Zondags te doen voorzien. VERBANNEN. De predikant der Hongaarsche Ge ref. Gemeente Alsómihóly, Melichér Ivajdi, is uit Tsjecho Slowakije ver bannen. Als vermoedelijke reden geeft „Prd- gai Magyar Hirlap" aan, dat Kajdi. toen de Tsjechische Regeering, op zijn verzoek een onderwijzer te benoemen aan de Geref. school, niet inging, in opdracht der gemeente, zelf een onder wijzer aanstelde. BOND VAN NED. PREDIKANTEN. Naar het orgaan van den Bond van Nederlandsche predikanten meldt, heeft Ds. B. Klein Wassink, Ned. Herv. predikant te Bathmen, na een lid maatschap van 9 jaar bedankt als lid van het Hoofdbestuur, wegens her haaldelijk meeningsverschil dat hij in den kring van dit collége had. zoowel ten aanzien van de vraag, hoe de posi tie van den bond in het Kerkelijk le ven .moet worden versterkt, als van die wat toelaatbaar is om in het or gaan te worden gepubliceerd. UIT DE OMGEVING. WOUBRUCGE. De Installatie van den nieuwen Burgemeester. De jongste burgemeester van Zuid-Hol land, de heer J. E. Boddens Hosang, heeft gistermiddag bezit genomen van zijn ge meente. Aan belangstelling heeft het hem niet ontbroken, want de geheele gemeente heeft haar best gedaan om de intocht van den jeugdigen bewindsman en zijn ver loofde pleizierig en aangenaam le maken. Aan het station te Leiden werd de bur gemeester 's middags te 1 uur afgehaald door een commissie uit. de burgerij, be staande uit de heeren van 't Riet, Husson Ileenk, C. van Rijn en J. P. van Leeuwen. De burgemeester, vergezeld van vele bloedverwanten en Larensche vrienden, nam plaats in een der gereedstaande auto's, waarna in volle vaart werd gereden naar Hoogmade: Daar was de geheele bevolking op de been om den nieuwen burgervader te ver welkomen; de vlaggen waren uitgestoken, de klokken der beide kerken luidden fees telijke klanken de lucht in en op het schoolplein stond de geheele dorpsjeugd in 't gelid onder leiding van het hoofd der nieuw leven was ontwaakt. De oude leeraar was nog altijd velen ten zegen, ofschoon hij een jongen hulpprediker genomen had, die Voor hem predikte. Hij had destijds vast geloofd, dat hij den dood zijner vrien din niet lang zou overleven, haar te zien gaan scheen hem moeilijker dan zelf te sterven; maar de Heer scheen hem nog in Zijn dienst te willen ge bruiken; hij was lichamelijk en gees- tcgelijk nog krachtig en zijn dochter hielp en verzorgde hem met groote liefde, maar toch verlangde hij er zeer naar ontbonden te worden en met Christus te zijn. De heer Van Steendorp was geheel en al hersteld en nam zijn betrekking met nieuwe krachten waar, de zach tere stemming, de vrucht van zijn lij den, was hem bijgebleven, ofschoon men niet kon zeggen, dat hij tot een besliste keuze was gekomen. Maar hij spotte niet meer met de godsdienstige richting zijner vrouw, liet haar en haar kinderen doen en laten wat zij goedvonden, r'ng des Zondags gere geld met haar naar do kerk en maak te zich niet meer zoo driftig over klei nigheden. Hierdoor heerschte er meer vrede en eensgezindheid in de familie dan vroeger, de kinderen gevoelden zich op hun gemak in de tegenwoor digheid van hun vader, de droefgees tigheid hunner moeder maakte plaats voor een opgeruimder stemming, of schoon zij meestal stil en ern3tig was. Par. school, den heer Th. Bosman. Toen de burgemeester was uitgestapt, zongen de kinderen hem het „YVien Neer- landsch Bloed'' toe. Een der meisjes bood daarna aan de toekomstige burgemeesters- vróuwe, mej. v. Dishoek, een ruiker bloe men aan. De burgemeester sprak de jongens en meisjes met eenige welgemeende woorden toe, waarop een oorverdoovend „Lang zal hij l-even" werd ingezet, gevolgd door een nog oorverdoovender „Hiep hiep, hoera!" Pastoor C. J. A. Borsboom sprak vervol gens den heer Boddens Hosang toe na mens de parochie Hoogmade. De Pastoor sprak de hoop uit, dat de nieuwe burge meester in oubrugge zou werkzaam zijn lot heil der gemeente, tot zijn persoonlijk geluk en tot vreugde van al zijn dier baren. De burgemeester dankte den pastoor voor zijn vriendelijke woorden. Spr. hoopte op een hartelijke samenwerking. Spr. be sloot zijn toespraak met een „Leve Hoog made, leve YVoubruggc!" De stoet reed daarna verder door bet bewimpeld Hoogmade naar YVoubrugge, waar, toen de auto's in zicht kwamen, eveneens de klokken begonnen te luiden en de geheele bevolking uitliep. Voor de openbare school brachten de kinderen van de Christelijke en de Open bare school een zanghulde. Zij zongen het „Wilhelmus", waarna wederom bloemen werden aangeboden, gejuicht en gehoera'd werd, waarna de burgemeester de kinde ren toesprak. Aan het Raadhuis waren tal van belang stellenden opgesteld. Het inwendige ge bouw, vooral het trappenhuis, was smaak vol versierd met palmgroen en rose bego nia s. In bet knusse Raadszaaltje werden de genoodigden ontvangen, o.a. de burge meesters van Laren en Leiderdorp, Pas toor Borsboom, Ds. Lijsen en Ds. Nauta, Mr. Sormani, rentmeester der heerlijkheid Hoogmade, Mr. Heringa, ambtenaar ter secretarie en vele vrienden en bekenden van den jongen burgemeester, alsmede vele gemeentenaren. De loco-burgemeester, weth. Lieverse, opende de Raadsvergadering met gebed, waarna een commissie werd benoemd, be staande uit de heeren v. Dam en de Vette om den burgemeester binnen te leiden. Wetb. Lieverse sprak daarna den bur gemeester toe en wenschte hem geluk met de eervolle benoeming. De last van uw jaren is nog licht, zeide spr., en reeds zijt gij geroepen tot een hoogst verantwoorde lijk ambt, dat niet alleen eisebt kunde en inzicht, maar ook een wijs beleid. Met vol vertrouwen treden wij u tegemoet, zeide spr., reeds vruchtbaar werk hebt gij in het maatschappelijk leven mogen ver richten. Spr. sprak daarom het vertrou wen uit, dat de nieuwe burgemeester bet eerste burgerschap zou bekleeden onder Gods zegen, tot bloei der gemeente. Daar bij zullen wij u steunen, besloot spr., en u ter zijde staan zooveel in ons vermogen is (applaus). Daarna sprak het Raadslid de heer van Ruiten. De mare ging door geheel Neder land aldus spr. dat in Woubrugge de jongste burgemeester der provincie was benoemd. En ieder heeft daarbij gedacht: dat zal dan wel een burgemeester zijn, die reeds getoond heeft de gemeentezaken te zullen behartigen. Spr. wenschte daar om de geheele gemeente met deze benoe ming geluk, en vooral de leden van den raad. Een zware taak is u op de schouders gelegd, zeide spr., gij zijt heden „vader" geworden van 2500 kinderen. Om deze taak zoo goed en gemakkelijk mogelijk te ma ken is het noodig eensgezind te zijn. Spr. besloot zijn toespraak met een vriendelijk woord tot de verloofde van den burge meester. De heer Tondu wees er op, dat de om standigheden, waaronder burgemeester Boddens Hosang zijn ambt aanvaardt, goed zijn. De financiën en administratie der gemeente zijn in goede orde en de burgemeester krijgt een Raad ter zijde, die, naar het algemeen oordeel, niet al te lastig is. Spr. hoopte, dat de burgeemester hier een werkkring zal vinden, die hem voldoening zal schenken. Burgemeester Boddens Hosang nam hierop het woord. Dankbaarheid en ver antwoordelijkheid zijn de hoofdgedachten, die spr. op dit gewichtig oogenblik door trillen. Dankbaarheid om het groot ver trouwen, dat de Koningin in hem beeft willen stellen door hem deze eervolle be noeming te schenken, die echter tegelijk een groote verantwoordelijkheid mede brengt. Dank bracht spr. ook aan den Minister en aan den Comm. der Koningin di£ hem hebben willen voorstellen. Dankbaarheid en verantwoordelijkheid, dat zal de basis zijn voor mijn toekomstig werk. Spr. deed een beroep op de raads leden de vertrouwensmannen der gemeen te, en verzekerde hun, dat de belangen der ingezetenen zijn belangen zijn. Dank zij het boek, geschreven door den beer v. Hemessen, beeft spr. een blik in het verleden van Woubrugge kunnen slaan. Spr. haalde uit dit werk eenige versjes aan, waarin het verleden en het beden, maar ook de toekomst van Wou brugge geteekend staan. Dat God een wel varende toekomst moge schenken! Spr. hoopte dat burgemeester en Wet houders eendrachtig zullen samenwerken en zij elkaar zullen waardeeren en ver trouwen. In de vorige eeuw is hier een burgemeester zoo weinig in de smaak ge vallen, dat bij reeds na drie raadsvergade ringen zijn ontslag moest indienen. Toch blijkt uit de portretten langs de wanden der raadszaal, dat men wel degelijk weet te waardeeren hen, die iets voor de ge meente presteeren. Mijn directe voorganger heeft in de laat ste raadszitting voor zijn opvolger, bet vertrouwen gevraagd, dat bij hier zoovele jaren heeft genoten. Dit is spr. eerste ver zoek: schenk mij uw vertrouwen, schraagt mij door uw behoedzaamheid, uw inzicht uw beleid. Spr. hoopt, dat ingezetenen hem als een .burgervader zullen beschouwen, die hen met raad en daad wil bijstaan. Üp een goede ^menwerking beslaat alle hoop en mocht er meeningsverschil zijn, dan spruit dit verschil van inzicht uit de gezamen lijke w ensch om de belangen der gemeente te behartigen. Door oud en jong, door geestelijkheid en huigelij is spr. vandaag spontaan welkom geueeieii. liet was voor hem een onverge telijke dag. iviuge dit een goede voorspel ling zijn. opr. neMoot zij li aandachtig he- luiaieiue reue met Goas zegen in lengte van dagen over zijn arbeid al' te smeeken ^applaus;. -uaarua voerde het woord de oud-wet houder, de neer van 't Riet, namens de Comm. van üntvangst. Toen spr. het be- 1'ic.ui in ue bladen lus, van de benoeming van uezen jongen burgemeester gingen zijn geuacineii onwillekeurig terug op ue gewijue gesemedeuis, op den jeugdigen derden koning van Israel. Spr. hoopte, uat de burgemeester zijn verantwoordelijke regViernigsiaak zal mogen uitoefenen un der den bek w aam-makenden zegen des Heeren. De burgemeester dankte de Comm. van Ontvangst; nel omhaal neeït zijn stomste verwarmingen, overtroffen. De ontvanger der gemeente, de heer Kammeraau, voerde net woord namens bet gemeeme-peisoneei, dat zien zeer gaarne uansiuu bij de goeue wenschen op dezen dag geuit. Spr. besloot met den be- dewenscii, dat op al bet werk van den burgemeester 's lieeren zegen moge ne derdalen. De burgemeester, de „Benjamin", dank te den „Nestor" van de gemeente-ambtena ren voor zijn hartelijke woorden. Spr. twij felt niet, of de samenwerking zal aange naam zijn. Spr. betuigt zijn dank voor de schoone bloemenhulde hem door het personeel gebracht. De burgemeester van Laren sprak hier op den nieuwen burgemeester toe. Spr. wenschte den nieuwen bewindsman geluk met zijn benoeming en hoopt, dat velen in hem zullen vinden wat zij van hem verwachten. Een ingezetene van Laren, de beer Ve- nema, voerde hierop bet woord. Spreker kan de Woubruggenaren en Hoogmade- naars de verzekering geven, dat zij niet zullen worden teleurgesteld. De burgemeester zeide, dat in Laren vela vriendschapsbanden zijn gelegd. Hij hoop te bier in Woubrugge weer nieuwe banden te mogen aanknoopen. Niemand meer bet woord verlangende, sprak de burgemeester het slotwoord. Hij bracht dank aan de wethouders en den Raad, aan de geestelijke en wereldlijke autoriteiten, voor hun tegenwoordigheid en hun vriendelijke woorden, aan de vrienden uit Laren en andere streken en zeker niet op de laatste plaats aan de in gezetenen van Woubrugge. Spr. verzocht nogmaals hem te schragen bij de vervul ling van zijn taak. Hierna werd gelegenheid gegeven met den burgemeester kennis te maken, waar van door velen werd gebruik gemaakt. De genoodigden vereenigden zich daar na in de oude Rechtkamer. Zij beschouwde deze verbetering in haar huishouden als een zegen harer moeder. Hun geldelijke omstandigheden waren door hetgeen zij geërfd hadden en door het rijzen der fondsen verbe terd, zoodat zij nu in een ruimer huis op een der singels woonden, en de kinderen genoten veel van de vrije lucht. De Van Steendorps zagen daardoor ook weder meer menschen en zijn vrouw en dochters moesten meer uit gaan dan haar lief was. Elize en Ma ria, die nu volwassen waren, schepten er meer genoegen in dan Hedwig en vergezelden gewoonlijk haar vader, die zijn oudste dochter soms toestond bij haar moeder thuis te blijven. Maar geheel en al kon Hedwig zich toch niet terugtrekken en ging nu en dan met haar vader mede. Zij werd weder zeer gevierd, want zij was nog zeer schoon, ofschoon de heeren haar voor trotsch en koud aanzagen. Graaf Van Lindow had haar in het vorige jaar zeer het hof gemaakt en haar endelijk aan haar vader ten hu welijk gevraagd, die dit zeer gaarne gezien had. maar hoe opofferend en toegevend Hedwig anders altijd was, bleef zij tot groote verwondering van haar vader bij haar weigering volhar den. YVien zij haar hart niet kon schenken, wilde zij haar hand niet ge ven. Haar vader was er eerst zeer ver stoord over en noemde haar een ro mantische dweepster, die met al haar dwaasheden nog een oude vrijster zou worden, maar zij trachtte hem door liefde te winnen en slaagde er langza merhand in. Hij drong er niet meer op aan, gaf graaf Van Lmdow een afwij zend antwoord en niemand sprak er verder over. Het schoone jaargetijde bracht de Y'an Steendorps zooals gewoonlijk we der te Schönheide bij de Van Men- gens. Mevrouw Van Steendorp wa9 reeds met haar dochters verscheidene weken daar en heden werden en Her man en Eduard verwacht, die tot groo te krachtige knapen waren opgegroeid, cn evenals Robbert, de Heidelbergsche student, hun vacantietijd te Schön heide kwamen doorbrengen. Zijn zus ters waren zeer begeerig de laatste in zijn waardigheid te zien en de witte studentenmuts verwekte reeds van verre groot gejuich. Elize en Marie waren zeer trotsch op hem, bewonder den het litteeken, dat zijn wang ver sierde, en werden niet moede naar de ongelooflijkste studentenaardigheden te luisteren. De terugkomst van Robbert zou feestelijk gevierd worden door een di ner, waarover reeds lang vooruit veel gepraat werd. De kinderen, op wie niemand lette, waren den koning te rijk. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5