CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit IWEE Bladen.
Belaogriikste nieuws in dit Hummer.
9de JAARGANG
WOENSDAG 14 NOVEMBER 1928
NUMMER 2591
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. f 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefnnnntimmftr 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Advertentiën per regel 227i cent
Ingezonden Mededeellngen dnbbel tarief
Bij contract belangrijke reductie
Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden* worden da
ge lijks geplaatst ad. 40 cents
EERSTE BLAD.
V Nog eenmaal „vergissing".
Als wij ons niet vergissen was het
gevleugelde woord „Het liegt" van
wijlen Talma, waarmede hij, na de
actie gevolgd op 1903, het socialisti
sche hoofdorgaan „Het Volk" aan
duidde.
Evenzoo is het een gevleugeld
woord geworden wat gezegd is van de
actie door Troelstra in 1918 opgezet,
n.l. „de vergissing van Troelstra".
Wij danken God, dat in 1918, op het
moment toen het ging om de handha
ving van onze staatsinstellingen om
de handhaving van ons Christelijk
volksbestaan, zoowel de Regeering als
de Volksvertegenwoordiging geen stap
achteruit week. Daarmede was de ver
gissing van Troelstra in beginsel een
feit geworden. Dit feit werd straks
door een overweldigend groot deel
der bevolking krachtig gesteund.
Niettegenstaande deze vergissing
zoo verpletterende nederlaag voor de
arrogantie der S.D.A.P. werd heeft
dezer dagen een sociaal democraat
den brutalen moed gehad om te zeg
gen: „Kon Troelstra zich nog maar
eens vergissen".
Ook in de socialistische pers wordt
druk gesproken van de materieele
voordeelen in 1918 behaald.
„De revolutie is afgelast", hoonde
men in de Kamer en in de burgerlijke
pers, zoo zegt Het Volk. Maar de drei
ging was dan ook voldoende geweest
om een volslagen ommekeer in de ge
zindheid van de burgerij en haai* ver
tegenwoordigers te wekken".
„De toon van de regeering tegen on
ze vertegenwoordigers zoo zegt het
blad verder werd hoog en die van
de Kamerleden werd naarmate het de
bat vorderde hooger, kijvender en
meer verwaten Maar het hart beefde
nog na en do mond sprak in overeen
stemming daarmee slechts van her
vormingen en opofferingen".
„Dat alles vermocht het Kongres der
Arbeidersbeweging te Rotterdam op
16 en 17 November gehouden niet te
intimideeren".
Sinds November 1918 weten wij, dat
de aanvaarding onzer verst-strekken-
de hervormingseischen ook door on
ze klasse-vijanden slechts een kwestie
van macht is. Zoodra der bourgeoisie
de macht dreigt te ontglippen, geeft
zij toe. Principieel© bezwaren kent zij
niet. Doch wat zij geeft, moet afge
dwongen worden.
November 1918 herdenken we als de
vruchtbaarste maand van alle seizoe
nen dezer eeuw voor de sociale en po
litieke aktie van het proletariaat."
Wanneer wij beluisteren wat ook
nu nog de Socialistische woordvoer
ders en de socialistische pers durft
zeggen en schrijven dan is gevaar van
herhaling der „vergissing" niet uitge
sloten. Zelfs de heer Albarda zeide
bat nog verleden week in de Tweede
Kamer, dat hij er niet voor kon in
staan dat zijn partij geen geweld zal
gebruiken.
Laten wij dat vooral bedenken als
straks de S.DA.P. weer zal komen
met het betoog, dat zij toch heusch
niet anders wil dan langs evolutio-
nairen weg de geesten omzetten. Het
blijft de partij der revolutie die heusch
niet voor een tweede „vergissing" te
rug schrikt. Moge het dan weer een
vergissing met aanhalingsteekens zijn.
Schrille tegenstelling.
De R.-K. Leidsche Courant vestigt
er de aandacht op, dat door het con
flict in de Duitsche staalindustrie aan
het licht is gekomen welke schreeu
wende tegenstellingen ook daar be
staan.
Waar in het algemeen het Duitsche
volk zucht onder zwaren last, worden
-tcor enkelen fabelachtige sommen ge
noten. terwijl men dat de meest gewo
ne zaak van d-e wereld acht.
„De gulden middenweg zoo zegt
onze collega ligt in het midden!
Er zijn loonen, die te laag zijn. Ve-
.en ontvangen een te laag loon.
Maar er zijn ook salarissen, die te
hoog zijn. Speciaal blijkt dit laatste
ook het geval in de Duitsche metaal
industrie, waar thans een strijd woedt.
„Leering en Leiding", het tijdschrift
van het Ned. R.-K. Werklieden Ver
bond, wees er dezer dagen nog op, dat
le directeur van het Duitsche Stahl-
warenverband 180.000 Mrk. salaris
heeft per jaar; de directeur van het
Röhrenverhand 110.000 per jaar; zijn
plaatsvervanger 75.000 Mrk; drie titu-
lait-directeuren elk 45.000 Mrk. per
üiar. D'e generaal-directeur van het
concern Inag heeft een jaar-salaris
van 400.000 Mrk.
Wij zouden Lier nog meer cijfers
kunnen geven.
llenri Hermans schrijft in rlat zelfde
nummer, dat in 1926 de hoofd-direc-
tour Zitzmann wegens fraude voor de
rechtbank gedaagd werd, alhoewel hij
reeds een salaris had van 400.000 Mrk.
en zeer hooge reisvergoedingen. Zijn
mede-commissarissen hadden hem
een woning toegekend van 700.000
Mrk. Zijn verdediger, dr. Gardeman,
zei: dat 400.000 Mrk. „niets buitenge
woons was", en deze som binnen de
perken van „hat gebruikelijke" blijft!
De verdediger van een mede-aange
klaagde, welke 57.000 Mrk. salaris had,
betoogde: „dat daarmede geen groote
sprongen zijn te maken". Enz.
Dergelijke feiten moeten niet bij de
genen, die er keriivs van nemen, op
wekken een mokkerige, een onchris
telijke ontevredenheid over eigen be
staan wèl een actieve een christe
lijke ontevredenheid over een maat-
scnappij, waarin nog zoo veel te verbe
teren valt!
Deze christelijke ontevreden
heid stuwt tot een medewerken, zoo
veel mogelijk, om de maatschappij te
kerstenen. natuurlijk door allereerst
er naar te streven, zelf christeleijk te
leven.
Die hooge salarissen zouden nog
niet het karakter hebben, dat zij fei
telijk hebben, als zij niet vaak werden
aangewend voor onchristelijke' doel
einden van genot en weelde.
Mogen toch de christelijke beginse
len omtrent het gebruiksrecht der goe
deren door meerderen worden verstaan
en toegepast!"
Waarmede wij het volkomen eens
zijn.
STADSNIEUWS.
HET PALEIS VAN DIOCLETIANUS
TE SPALATO.
Gisteravond hield in het Rijksmu
seum van Oudheden alhier mej. Joh.
J. P. Brants, conservatrix aan ge
noemd museum, een lezing over bo
venstaand onderwerp.
Spalato ligt aan de Oostkust van de
Adriatische Zee, op een der mooiste
plekken van Dalmatië. Thans heet het
in het Joego-Slavisch: Split. Hier liet
in het begin der 4de eeuw de Romein-
sche keizer Diocletianus een paleis
bouwen, waar hij moe van de regee-
ringszorg zich terugtrok. Dit bouw
werk draagt er in zijn stijl de sporen
van, dat het gebouwd is in den tijd
van overgang van het heidendom tot
de Christelijke religie; kunsthistorisch
is het een overgang van de Romein-
sche naar de Byzantijnsche kunst.
Diocletianus, die in 245 te Salona
geboren werd, was van nederige af
komst. In 285 werd hij door de solda
ten tot keizer uitgeroepen. In 304 deed
hij afstand van de regeering, nadat hij
eerst het rijk tot rust gebracht had. In
de nabijheid zijner geboortestad Salo
na liet hij zich een paleis bouwen,
waar 9 a 10 jaar aan gewerkt is. In
313 stierf hij daar na een sleepend©
ziekte.
Het paleis te Spalato heeft in zijn
vierkanten vorm overeenkomst met
een Romeinsche legerplaats. De mu
ren zijn 1>3 k 2 M. dik. Het is dan ook
geen villa, doch een versterking, een
castellum. een complex gebouwen,
waar de keizer met zijn familie en
zijn hofhouding en zijn lijfwacht ver-
bi ijf hielden.
Aan den zeekant is de Zuidmuur.
Hpt maakt opgetrokken uit witten
kalksteen een schilderachtigen in
druk, op wie van de zeezijde de stad
nadert. De hoofdingang van het paleis
is echter de Noordpoort of Porta
A urea (gouden poort). De gevel is
onderbroken met nissen en zuilen,
een kenmerk van den lateren Romaan-
schen stijl (verg. de kathedraal te
Roermond).
Diocletianus werd bijgezet in het
mausoleum, dit is sedert de 8e eeuw
een kathedraal. Deze dom is van bui
ten 8-zijdig, van binnen rond. Hij is
zeer barok, maar toch een stemmings
volle kerk. De stijl is een overgangs
vorm van de Romeinsche naar de By
zantijnsche bouworde
Een specifiek Oostersch karakter
draagt de tempel te Spalato, die aan
Jupiter of agn Aesculapius was toege
wijd. Waarschijnlijk heeft Diocletia
nus zijn werklieden uit Antiochië be
trokken.
Zoo staan we hier in Spalato op de
grenzen van de Latijnsehe en de Oos-
tersche wereld; in een overgangs
stadium van twee tijdperken.
De interessante lezing werd door
een serie fraaie lichtbeelden toegelicht
Dr. H. SCHOKKING OVER
THEOSOPHIE.
Gisteravond hield in het klein-audi-
torium van de Universiteit alhier dr.
II Schokking uit Den Haag een le
zing over „Theosophie", welke lezing
de eerste is van een reeks, uitgaande
van de vereéniging tot vestiging van
bijzondere leerstoelen.
Na een enkel inleidend woord ving
dr. Schokking zijn lezing aan met een
broed citaat van een theósophisch
schrijver, dat weliswaar sympathiek
RECLAME
UMSTERDnMSCHE Prima brandstof
HHTHHBCIEï - MIJ. V®razkeksee^e
Heerensingel 34—35, Te). 1523.
H'dam, Hilversum, Bussum, Haarlem.
aandoet maar waarin men toch wel
stap voor stap een vraagteeken kan
plaatsen.
De belangstelling voor de Theosophie
is en blijft groot. De theosophische ge
dachte heeft niet alleen een eigen ter
rein verworven maar is ook voor velen
een Richtend centrum geworden. Voor
een ieder die kennis neemt van de
dagbladen is het duidelijk, dat het
aantal aanhangers van de theosophie
steeds groeit. Het stelsel heeft veel be
koorlijkheid voor vele menschen. Men
bemerkt dat aan verschillende dingen.
Zoo vindt men bijv. in „De Steen der
Wijzen" van Anker Larsen verschil
lende theosofische trekjes, hoewel de
schrijver ontkend heeft theosoof te
zijn. Het zou de moeite waard zijn om
in de litteratuur van den tegenwoor-
digen tijd, in de litteratuur van aller
lei soort de theosofische strekking
aan te wijzen. Men zou ongetwijfeld
een zeer groote oogst hebben.
Vanwaar die invloed? Welke ver
wachtingen wekt de theosophie op?
Voorop kan gesteld worden de broe
derschapsidee, vooral in verband met
de vredesgedachte. Al wie zich er re
kenschap van geeft en nadenkt hui
vert bij het denken aan een mogelij
ken nieuwen wereldoorlog en daarom
is de broederschapsidee zoo aantrek
kelijk.
Daarbij komt dat het theosophisch
optreden een heilsprediking wil bren
gen, wat uit het optreden van mevr.
II P. Blavatsky, die het Oude Weten
aan de wereld teruggaf, duidelijk blijkt.
Bovendien is de theosophie met
haar mystiek een terugslag op het
materialisme. Aan zulk een mystiek
is behoefte.
Hieruit en' uit nog veel meer kan
blijken, dat de stem van de theosophie
voor vele menschen met verwarde ge
dachten zoet moet klinken. Van theo
sophische zijde beweert men dat alles
uit de Oude Wijsheid kan worden
verklaard en ook daardoor heeft het
stelsel voor onzen tijd veel aantrekke
lijkheid.
Men zou zelfs nog verder kunnen
gaan en zeggen, dat de theosophie
uit den tijd zelf is opgekomen.
Spr. maakt verder eenige opmerkin
gen over de boeken van mevrouw
Blavatsky, waarin het stelsel van de
theosophie in al zijn uitgebreidheid
wordt beschreven.
Uit dit alles wil spr. behandelen
twee cardinal© dingen, n.l. Karma en
Reincarnatie.
Theosophie wil niets weten van
theïsme. Het negeert een persoon
lijk God en hier ligt de diepe schei
ding tusschen theosophie en Christen
dom. Spr. komt op tegen de manier
waarop verschillende uitspx*aken en
teksten ook uit de Heilige Schrift ge
annexeerd worden door de z.g. estori-
sch© verklaring. De th-eosoof wil ons
zeggen wat de kern is van ons geloof
en dat gaat toch niet aan. De inter
pretatie van eigen stelsel is onver
vreemdbaar bezit en daarmede moet
welke wetenschap dan ook rekening
houden.
Een Christelijk theïstisch denker
kan het negatieve stelsel van de theo
soof tegenover een persoonlijk God
niet aannemen. Echter de theosoof
beweert dat Christendom en theoso
phie geen tegenstellingen zijn, maar
wel beweert de theosoof dat zijn stel
sel beter er op is berekend om den
mensch zedelijk te verheffen dan de
bronnen waaruit de Christen put. Al-
zoo de schoone breed© en diepe uit
spraken van den Bijbel kunnen niet
wedijveren met Karma en Reincarna
tie.
Na nog even dieper op het wezen
van het Karma te zijn ingegaan breekt
spr. vervolgens zijn lezing af om die
naar alle waarschijnlijkheid volgende
week Donderdag voort te zetten.
MELAWAN GELAP.
Indië en het werk der Zending is de
laatste jaren ons heel wat dichter ge
naderd dan het een 10 tal jaren gele
den was. Niet weinig heeft daartoe
liiio-edragen d© groote actie die van
de verschillende kerken en corporaties
uitgaat. Vooral sedert de film ons in
beweger.de bc-olden het werk der Zen
ding on het land van zon en palmen
te aanschouwen gaf.
Gisteravond, heden- en morgen
avond was en is het de film van de
Samenwerkende Zendingscorporaties,
wier zetel 'e Oegstgeest is, de Melawan
Gelap, die op treffende wijze een in
zicht geeft in het werk op Sumatra.
- or eo Celebes en Ni-c-uw Guinea.
Ds. Rauws opende gisteren den
avond met de mededeeling dat in on
derscheiding van de film Warta Sari,
deze film het eigendom is der geza
menlijke corporaties. Ging de Warta
Sari in handen van de corporaties
over, deze film wordt geëxploiteerd
door het Amsterdamsch© Comité.
Voorts herinnerde hij er aan, dat de
film alleen in staat is om het uitwen
dige te laten zien. Moge dat uitwendi
ge een zoo duidelijk beeld geven, dat
het inwendige daaruit af te leiden is
en voor dat eigenlijke zendingsdoel
meer liefde gewekt worde. Moge God
gedankt worden, dat hij het evangelie
wil doen brengen en make Hij velen
getrouw om dat werk te steunen.
Daarna ving de vertooning aan. Wij
geven daarvan het volgende overzicht:
Terwijl de eerste Zendingsfilm,
Warta Sari, een beeld gaf van de op
leiding der a.s. zendelingen in Neder
land en het Zendl.ogsterrein van Oost-
Java, voert do tweede Zendingsfilm,
Melawan Gelap geheeten (welke
naam beteekent: Strijd tegen de Duis
ternis), den toeschouwer naar enkele
Zendingsgehieden op Sumatra, Bor
neo, Midden-Celebes en Nieuw-Guinea
In de Bataklanden N.-Sumatra
(Rijnsclie Zending en Ned. Zend. Ge
nootschap) krijgt men eerst kijkjes op
do verschillende aardige kerkjes, die
met het knus op de torentjes hoven de
palmen uitsteken, om dan voorna
melijk de dikwijls ontroerende uitin
gen van het liefdewerk der Zending
te zien. Het ziekenhuis te Pearadja
blijkt, als zoovele andere Zendingszie
kenhuizen, een toevlucht voor vele lij
denden te zijn. Beklagenswaardig is de
sombere stoet van blinden, die de ko
lonie Effatha bevolken Maar veel van
de heklemming wordt weggenomen
wanneer we zien, hoe deze ongeluk-
kigen verzorgd worden en een hand
werk leeren, dat hun den strijd om
het bestaan in de dessa weer mogelijk
maakt. Een verrassing is het te zien
hoe zelfs door het Brailleschrift le
vensverrijking voor de jonge blinden
mogelijk gemaakt wordt.
Aangrijpend zijn de beelden uit de
Melaatschen-kolonie Laoe-si-Momo.
Nog niet lang geleden kwam het voor,
dat de bevolking de gevreesde lijders
in hun isoleerhutjes, waarheen zij
uitgestooten waren, eenvoudig met
hut en al verbrandden. Wie dit weet
komt nog meer onder den indruk van
het vriendelijke van deze kolonie, ge
heel als Bataksch dorp gebouwd.
Dat ook de gezonden niet vergeten
worden, blijkt uit de opgewekte tafe-
reelen van verschillende scholen en
ambachtscholen.
Het tweede deel der film brengt
den toeschouwer naar de Dajakkers
cp Borneo (Bazelsche Zending). We
varen de machtige stroomen op en
zien tusschen het groen verscholen de
Zendingsposten liggen, nadat eerst
een blik op het door lianen overgroei
de graf van een vermoorden zendeling
ons heeft doen heseffen, dat het pio
nierswerk hier heldenwerk geweest is.
Wanneer men beseft, dat voor kort de
Dajakkers nog als onvervaarde kop
pensnellers golden, dan zijn het ook
hier weer de schoolkinderen die ons het
sterkste laten voelen, welke cultureele
beteekenis dit Zendingswerk heeft.
Aardige heelden van o-m het hardst
rceierfde jongens zullen de Holland-
sche jongens doen watertanden. Het
machtelooze en troostelooze van het
heidendom is het duidelijkst aan te
voelen in de schitterend opgenomen
scene'van het bezweren van den boo-
zen geest, die in een zieke schuilt eh
voor de oorzaak van d-e ziekte wordt
aangezien.
Vervolgens komen de Toradja's in
Midden-Celebes aan de beurt (Ned.
Zendel. Genootsch.). De beelden van
het eigenlijke Zendingswerk worden
afgewisseld met mooie natuurtaferee-
len en typische volksgebruiken. Zoo
zien we hier hoe de kleeren der To
radja's uit de foeja-boombast vervaar
digd worden. Van h-et schilled van den
bast af, tot het verven der kleeren toe,
kunnen we het peheele proces volgen.
Verrassend zijn de vrouwenkleeren,
die met hun lange mouwen en rokken
ons al heel weinig Oostersch aandoen
en zelfs herinneringen aan „crinoli
nes" bij ons oproepen. Zeer gelukkig
is d-e film-operateur geweest waar hij
het geheimzinnig aanroepen der gees
ten door een priester voor ons heeft
kunnen vastleggen.
In de Warta Sari-film werd de toe
schouwer door een climax in de be
langrijkheid der beelden steeds meer
geboeid. Ook nu weer heeft de heer
Ochse dit weten te bereiken. Was het
voorgaande reeds in toenemende mate
belangwekkend, het vierde deel wordt
dit in nog sterkere mate. De Papoea's
op Nieuw-Guinea, waar de Utr. Zen-
dings-Ver. haar arbeidsveld heeft, ko
men in al hun primitiefheid op ons af
rennen. Men wordt met eerbied ver
vuld voor hen, die hier in de verre
eenzaamheid hun beschavingsarbeid
verrichten. Zoo ergens, dan voelt men
hier dat kleeren en scholen geen wer
kelijk© beschaving kunnen geven,
Binnenland.
De Tweede Kamer heeft de be
grooting voor buitenl. zaken aangeno
men.
Be zoon van dr. J. Th. de Visser zon
Kamercandidaat worden.
De vertooning van de Melawan-Ge-
lapfilm te Leiden.
Buitenland.
Er zijn nog vele vermisten van
ramp van de „Vestris".
De voorloopige agenda van den
Volkenbondsraad.
De besprekingen inzake het Dawes-
plan zijn hervat.
Minister Gröner dreigt met ontslag
in verband met de kwestie van den
pantserkruiser.
.Engelsch stoomschip door piraten
in brand gestoken.
wanneer er niet tevens een geheele
geestelijke omkeer mee gepaard gaat.
Dit laatste is voor de Zending doel,
het and-ere maar bijzaak, hoe belang
rijk ook. Ook hier maken we weer,
evenals in de vorige film, een tournee
mee met een zendeling, te land en la
ter per prauw. Ook hier weer be
reikt de filmtechniek haar triomphen,
met een goed gekozen en indrukwek
kend slot.
De filmfabriek Polygoon, die door
middel van den heer I. A. Ochse deze
film samenstelde, heeft evenals in de
Warta Sari-film weer getoond haar
taak ten volle te verstaan en heeft het
Zendingsbureau te Oegstgeest hierme
de een waardevol middel in handen
gegeven om meer waardeering en
sympathie voor zijn belangrijken ar
beid te wekken.
Ongetwijfeld wordt het genoegen
waarmee men deze film bekijkt be
langrijk verhoogd door de pittige en
goed gekozen muziek, voor d© samen
stelling waarvan d-e lieer H. de Groot,
kapelmeester te Amsterdam, zorg
droeg.
Een goede gedachte van het Comité
is het geweest het tekstboekje veel
uitvoeriger te maken dan bij de vori
ge filmvertooning, waardoor men nu
een uitgebreide en waardevolle toelich
ting bij de film heeft. Men verzuim©
niet dit boekje reeds van te voren aan
te schaffen en door te lezen. Het be
grijpen der film wint er zeer door.
Vermelden wij nog vooral, dat het
passende pianospel van dr. Riemens
niet weinig tot het wélslagen bijdroeg
er: dat de woorden van dank door ds.
Rauws tot hem gericht op hartelijke
wijze door de aanwezigen met applaus
werden onderstreept.
Ook de boekhandel ontving een
woord van dank voor de bemiddeling
in den kaartverkoop.
Wij kunnen ieder aanraden deze
mooie film hedenavond of morgen
avond te gaan zien.
INDISCHE LEZINGEN.
Hedenmiddag heeft in de college
zaal van het Botanisch Laboratorium
dr. F. D. K. Bosch, chef van den Oud
heidkundigen Dienst in Indië, de eer
ste der drie lezingen gehouden, welke
dit jaar vanwege de Commissie voor
de Indische Week aan de Universiteit
a.lliier worden gehóuden. Tot onder
werp had spreker gekozen: De Tjandi
Frambanan.
Na in een inleiding een en ander te
hebben medegedeeld over Djokja,
maakte hij met zijn hoorders een reis
langs de Tjandi's Kelasan en Sari
naar het Prambanan-complex aan de
Kali Opek, om daarna stil te staan bij
eenige punten, welke voor het juiste
begrip van het heiligdom van betee
kenis zijn. Spr. wees daarbij aller
eerst op de dateering. Op het terrein
zijn evenwel geen gedateerde inscrip
ties aangetroffen. Voor de tijdsbepa
ling is men dus aangewezen op hulp
middelen, welke slechts bij benade
ring den stichtingstijd aangeven. In
dit verband noemde spr. de eigen
aardigheden in de bouwtechniek en in
de ornamenteering, welke er op wij
zen, dat het bouwwerk een van de
jongste voortbrengselen der Midden-
Javaansche kunst moet zijn.
Hierna besprak hij de verhouding
in godsdienstig opzicht tot de bouw
werken in de omgeving. Er bestaat
een sterke tegenstelling tusschen het
Ciwaïtische Prambanan en de Boedd
histische tempels er om heen. Op
grond van den inhoud der inscriptie
van Kelverak van 782 v. Chr. moet
men het er voor houden, dat de Tjan
di Seiroe en de Tjandi Prambanan
elkaar aanvullen, en als het ware twee
aspecten vertegenwoordigen van het
zelfde hoogste Wezen,