CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit IWEE Bladen. Belaogriikste nieuws in dit Hummer. 9de JAARGANG WOENSDAG 14 NOVEMBER 1928 NUMMER 2591 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. f 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefnnnntimmftr 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ADVERTENTIE-PRIJS Gewone Advertentiën per regel 227i cent Ingezonden Mededeellngen dnbbel tarief Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiën bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden* worden da ge lijks geplaatst ad. 40 cents EERSTE BLAD. V Nog eenmaal „vergissing". Als wij ons niet vergissen was het gevleugelde woord „Het liegt" van wijlen Talma, waarmede hij, na de actie gevolgd op 1903, het socialisti sche hoofdorgaan „Het Volk" aan duidde. Evenzoo is het een gevleugeld woord geworden wat gezegd is van de actie door Troelstra in 1918 opgezet, n.l. „de vergissing van Troelstra". Wij danken God, dat in 1918, op het moment toen het ging om de handha ving van onze staatsinstellingen om de handhaving van ons Christelijk volksbestaan, zoowel de Regeering als de Volksvertegenwoordiging geen stap achteruit week. Daarmede was de ver gissing van Troelstra in beginsel een feit geworden. Dit feit werd straks door een overweldigend groot deel der bevolking krachtig gesteund. Niettegenstaande deze vergissing zoo verpletterende nederlaag voor de arrogantie der S.D.A.P. werd heeft dezer dagen een sociaal democraat den brutalen moed gehad om te zeg gen: „Kon Troelstra zich nog maar eens vergissen". Ook in de socialistische pers wordt druk gesproken van de materieele voordeelen in 1918 behaald. „De revolutie is afgelast", hoonde men in de Kamer en in de burgerlijke pers, zoo zegt Het Volk. Maar de drei ging was dan ook voldoende geweest om een volslagen ommekeer in de ge zindheid van de burgerij en haai* ver tegenwoordigers te wekken". „De toon van de regeering tegen on ze vertegenwoordigers zoo zegt het blad verder werd hoog en die van de Kamerleden werd naarmate het de bat vorderde hooger, kijvender en meer verwaten Maar het hart beefde nog na en do mond sprak in overeen stemming daarmee slechts van her vormingen en opofferingen". „Dat alles vermocht het Kongres der Arbeidersbeweging te Rotterdam op 16 en 17 November gehouden niet te intimideeren". Sinds November 1918 weten wij, dat de aanvaarding onzer verst-strekken- de hervormingseischen ook door on ze klasse-vijanden slechts een kwestie van macht is. Zoodra der bourgeoisie de macht dreigt te ontglippen, geeft zij toe. Principieel© bezwaren kent zij niet. Doch wat zij geeft, moet afge dwongen worden. November 1918 herdenken we als de vruchtbaarste maand van alle seizoe nen dezer eeuw voor de sociale en po litieke aktie van het proletariaat." Wanneer wij beluisteren wat ook nu nog de Socialistische woordvoer ders en de socialistische pers durft zeggen en schrijven dan is gevaar van herhaling der „vergissing" niet uitge sloten. Zelfs de heer Albarda zeide bat nog verleden week in de Tweede Kamer, dat hij er niet voor kon in staan dat zijn partij geen geweld zal gebruiken. Laten wij dat vooral bedenken als straks de S.DA.P. weer zal komen met het betoog, dat zij toch heusch niet anders wil dan langs evolutio- nairen weg de geesten omzetten. Het blijft de partij der revolutie die heusch niet voor een tweede „vergissing" te rug schrikt. Moge het dan weer een vergissing met aanhalingsteekens zijn. Schrille tegenstelling. De R.-K. Leidsche Courant vestigt er de aandacht op, dat door het con flict in de Duitsche staalindustrie aan het licht is gekomen welke schreeu wende tegenstellingen ook daar be staan. Waar in het algemeen het Duitsche volk zucht onder zwaren last, worden -tcor enkelen fabelachtige sommen ge noten. terwijl men dat de meest gewo ne zaak van d-e wereld acht. „De gulden middenweg zoo zegt onze collega ligt in het midden! Er zijn loonen, die te laag zijn. Ve- .en ontvangen een te laag loon. Maar er zijn ook salarissen, die te hoog zijn. Speciaal blijkt dit laatste ook het geval in de Duitsche metaal industrie, waar thans een strijd woedt. „Leering en Leiding", het tijdschrift van het Ned. R.-K. Werklieden Ver bond, wees er dezer dagen nog op, dat le directeur van het Duitsche Stahl- warenverband 180.000 Mrk. salaris heeft per jaar; de directeur van het Röhrenverhand 110.000 per jaar; zijn plaatsvervanger 75.000 Mrk; drie titu- lait-directeuren elk 45.000 Mrk. per üiar. D'e generaal-directeur van het concern Inag heeft een jaar-salaris van 400.000 Mrk. Wij zouden Lier nog meer cijfers kunnen geven. llenri Hermans schrijft in rlat zelfde nummer, dat in 1926 de hoofd-direc- tour Zitzmann wegens fraude voor de rechtbank gedaagd werd, alhoewel hij reeds een salaris had van 400.000 Mrk. en zeer hooge reisvergoedingen. Zijn mede-commissarissen hadden hem een woning toegekend van 700.000 Mrk. Zijn verdediger, dr. Gardeman, zei: dat 400.000 Mrk. „niets buitenge woons was", en deze som binnen de perken van „hat gebruikelijke" blijft! De verdediger van een mede-aange klaagde, welke 57.000 Mrk. salaris had, betoogde: „dat daarmede geen groote sprongen zijn te maken". Enz. Dergelijke feiten moeten niet bij de genen, die er keriivs van nemen, op wekken een mokkerige, een onchris telijke ontevredenheid over eigen be staan wèl een actieve een christe lijke ontevredenheid over een maat- scnappij, waarin nog zoo veel te verbe teren valt! Deze christelijke ontevreden heid stuwt tot een medewerken, zoo veel mogelijk, om de maatschappij te kerstenen. natuurlijk door allereerst er naar te streven, zelf christeleijk te leven. Die hooge salarissen zouden nog niet het karakter hebben, dat zij fei telijk hebben, als zij niet vaak werden aangewend voor onchristelijke' doel einden van genot en weelde. Mogen toch de christelijke beginse len omtrent het gebruiksrecht der goe deren door meerderen worden verstaan en toegepast!" Waarmede wij het volkomen eens zijn. STADSNIEUWS. HET PALEIS VAN DIOCLETIANUS TE SPALATO. Gisteravond hield in het Rijksmu seum van Oudheden alhier mej. Joh. J. P. Brants, conservatrix aan ge noemd museum, een lezing over bo venstaand onderwerp. Spalato ligt aan de Oostkust van de Adriatische Zee, op een der mooiste plekken van Dalmatië. Thans heet het in het Joego-Slavisch: Split. Hier liet in het begin der 4de eeuw de Romein- sche keizer Diocletianus een paleis bouwen, waar hij moe van de regee- ringszorg zich terugtrok. Dit bouw werk draagt er in zijn stijl de sporen van, dat het gebouwd is in den tijd van overgang van het heidendom tot de Christelijke religie; kunsthistorisch is het een overgang van de Romein- sche naar de Byzantijnsche kunst. Diocletianus, die in 245 te Salona geboren werd, was van nederige af komst. In 285 werd hij door de solda ten tot keizer uitgeroepen. In 304 deed hij afstand van de regeering, nadat hij eerst het rijk tot rust gebracht had. In de nabijheid zijner geboortestad Salo na liet hij zich een paleis bouwen, waar 9 a 10 jaar aan gewerkt is. In 313 stierf hij daar na een sleepend© ziekte. Het paleis te Spalato heeft in zijn vierkanten vorm overeenkomst met een Romeinsche legerplaats. De mu ren zijn 1>3 k 2 M. dik. Het is dan ook geen villa, doch een versterking, een castellum. een complex gebouwen, waar de keizer met zijn familie en zijn hofhouding en zijn lijfwacht ver- bi ijf hielden. Aan den zeekant is de Zuidmuur. Hpt maakt opgetrokken uit witten kalksteen een schilderachtigen in druk, op wie van de zeezijde de stad nadert. De hoofdingang van het paleis is echter de Noordpoort of Porta A urea (gouden poort). De gevel is onderbroken met nissen en zuilen, een kenmerk van den lateren Romaan- schen stijl (verg. de kathedraal te Roermond). Diocletianus werd bijgezet in het mausoleum, dit is sedert de 8e eeuw een kathedraal. Deze dom is van bui ten 8-zijdig, van binnen rond. Hij is zeer barok, maar toch een stemmings volle kerk. De stijl is een overgangs vorm van de Romeinsche naar de By zantijnsche bouworde Een specifiek Oostersch karakter draagt de tempel te Spalato, die aan Jupiter of agn Aesculapius was toege wijd. Waarschijnlijk heeft Diocletia nus zijn werklieden uit Antiochië be trokken. Zoo staan we hier in Spalato op de grenzen van de Latijnsehe en de Oos- tersche wereld; in een overgangs stadium van twee tijdperken. De interessante lezing werd door een serie fraaie lichtbeelden toegelicht Dr. H. SCHOKKING OVER THEOSOPHIE. Gisteravond hield in het klein-audi- torium van de Universiteit alhier dr. II Schokking uit Den Haag een le zing over „Theosophie", welke lezing de eerste is van een reeks, uitgaande van de vereéniging tot vestiging van bijzondere leerstoelen. Na een enkel inleidend woord ving dr. Schokking zijn lezing aan met een broed citaat van een theósophisch schrijver, dat weliswaar sympathiek RECLAME UMSTERDnMSCHE Prima brandstof HHTHHBCIEï - MIJ. V®razkeksee^e Heerensingel 34—35, Te). 1523. H'dam, Hilversum, Bussum, Haarlem. aandoet maar waarin men toch wel stap voor stap een vraagteeken kan plaatsen. De belangstelling voor de Theosophie is en blijft groot. De theosophische ge dachte heeft niet alleen een eigen ter rein verworven maar is ook voor velen een Richtend centrum geworden. Voor een ieder die kennis neemt van de dagbladen is het duidelijk, dat het aantal aanhangers van de theosophie steeds groeit. Het stelsel heeft veel be koorlijkheid voor vele menschen. Men bemerkt dat aan verschillende dingen. Zoo vindt men bijv. in „De Steen der Wijzen" van Anker Larsen verschil lende theosofische trekjes, hoewel de schrijver ontkend heeft theosoof te zijn. Het zou de moeite waard zijn om in de litteratuur van den tegenwoor- digen tijd, in de litteratuur van aller lei soort de theosofische strekking aan te wijzen. Men zou ongetwijfeld een zeer groote oogst hebben. Vanwaar die invloed? Welke ver wachtingen wekt de theosophie op? Voorop kan gesteld worden de broe derschapsidee, vooral in verband met de vredesgedachte. Al wie zich er re kenschap van geeft en nadenkt hui vert bij het denken aan een mogelij ken nieuwen wereldoorlog en daarom is de broederschapsidee zoo aantrek kelijk. Daarbij komt dat het theosophisch optreden een heilsprediking wil bren gen, wat uit het optreden van mevr. II P. Blavatsky, die het Oude Weten aan de wereld teruggaf, duidelijk blijkt. Bovendien is de theosophie met haar mystiek een terugslag op het materialisme. Aan zulk een mystiek is behoefte. Hieruit en' uit nog veel meer kan blijken, dat de stem van de theosophie voor vele menschen met verwarde ge dachten zoet moet klinken. Van theo sophische zijde beweert men dat alles uit de Oude Wijsheid kan worden verklaard en ook daardoor heeft het stelsel voor onzen tijd veel aantrekke lijkheid. Men zou zelfs nog verder kunnen gaan en zeggen, dat de theosophie uit den tijd zelf is opgekomen. Spr. maakt verder eenige opmerkin gen over de boeken van mevrouw Blavatsky, waarin het stelsel van de theosophie in al zijn uitgebreidheid wordt beschreven. Uit dit alles wil spr. behandelen twee cardinal© dingen, n.l. Karma en Reincarnatie. Theosophie wil niets weten van theïsme. Het negeert een persoon lijk God en hier ligt de diepe schei ding tusschen theosophie en Christen dom. Spr. komt op tegen de manier waarop verschillende uitspx*aken en teksten ook uit de Heilige Schrift ge annexeerd worden door de z.g. estori- sch© verklaring. De th-eosoof wil ons zeggen wat de kern is van ons geloof en dat gaat toch niet aan. De inter pretatie van eigen stelsel is onver vreemdbaar bezit en daarmede moet welke wetenschap dan ook rekening houden. Een Christelijk theïstisch denker kan het negatieve stelsel van de theo soof tegenover een persoonlijk God niet aannemen. Echter de theosoof beweert dat Christendom en theoso phie geen tegenstellingen zijn, maar wel beweert de theosoof dat zijn stel sel beter er op is berekend om den mensch zedelijk te verheffen dan de bronnen waaruit de Christen put. Al- zoo de schoone breed© en diepe uit spraken van den Bijbel kunnen niet wedijveren met Karma en Reincarna tie. Na nog even dieper op het wezen van het Karma te zijn ingegaan breekt spr. vervolgens zijn lezing af om die naar alle waarschijnlijkheid volgende week Donderdag voort te zetten. MELAWAN GELAP. Indië en het werk der Zending is de laatste jaren ons heel wat dichter ge naderd dan het een 10 tal jaren gele den was. Niet weinig heeft daartoe liiio-edragen d© groote actie die van de verschillende kerken en corporaties uitgaat. Vooral sedert de film ons in beweger.de bc-olden het werk der Zen ding on het land van zon en palmen te aanschouwen gaf. Gisteravond, heden- en morgen avond was en is het de film van de Samenwerkende Zendingscorporaties, wier zetel 'e Oegstgeest is, de Melawan Gelap, die op treffende wijze een in zicht geeft in het werk op Sumatra. - or eo Celebes en Ni-c-uw Guinea. Ds. Rauws opende gisteren den avond met de mededeeling dat in on derscheiding van de film Warta Sari, deze film het eigendom is der geza menlijke corporaties. Ging de Warta Sari in handen van de corporaties over, deze film wordt geëxploiteerd door het Amsterdamsch© Comité. Voorts herinnerde hij er aan, dat de film alleen in staat is om het uitwen dige te laten zien. Moge dat uitwendi ge een zoo duidelijk beeld geven, dat het inwendige daaruit af te leiden is en voor dat eigenlijke zendingsdoel meer liefde gewekt worde. Moge God gedankt worden, dat hij het evangelie wil doen brengen en make Hij velen getrouw om dat werk te steunen. Daarna ving de vertooning aan. Wij geven daarvan het volgende overzicht: Terwijl de eerste Zendingsfilm, Warta Sari, een beeld gaf van de op leiding der a.s. zendelingen in Neder land en het Zendl.ogsterrein van Oost- Java, voert do tweede Zendingsfilm, Melawan Gelap geheeten (welke naam beteekent: Strijd tegen de Duis ternis), den toeschouwer naar enkele Zendingsgehieden op Sumatra, Bor neo, Midden-Celebes en Nieuw-Guinea In de Bataklanden N.-Sumatra (Rijnsclie Zending en Ned. Zend. Ge nootschap) krijgt men eerst kijkjes op do verschillende aardige kerkjes, die met het knus op de torentjes hoven de palmen uitsteken, om dan voorna melijk de dikwijls ontroerende uitin gen van het liefdewerk der Zending te zien. Het ziekenhuis te Pearadja blijkt, als zoovele andere Zendingszie kenhuizen, een toevlucht voor vele lij denden te zijn. Beklagenswaardig is de sombere stoet van blinden, die de ko lonie Effatha bevolken Maar veel van de heklemming wordt weggenomen wanneer we zien, hoe deze ongeluk- kigen verzorgd worden en een hand werk leeren, dat hun den strijd om het bestaan in de dessa weer mogelijk maakt. Een verrassing is het te zien hoe zelfs door het Brailleschrift le vensverrijking voor de jonge blinden mogelijk gemaakt wordt. Aangrijpend zijn de beelden uit de Melaatschen-kolonie Laoe-si-Momo. Nog niet lang geleden kwam het voor, dat de bevolking de gevreesde lijders in hun isoleerhutjes, waarheen zij uitgestooten waren, eenvoudig met hut en al verbrandden. Wie dit weet komt nog meer onder den indruk van het vriendelijke van deze kolonie, ge heel als Bataksch dorp gebouwd. Dat ook de gezonden niet vergeten worden, blijkt uit de opgewekte tafe- reelen van verschillende scholen en ambachtscholen. Het tweede deel der film brengt den toeschouwer naar de Dajakkers cp Borneo (Bazelsche Zending). We varen de machtige stroomen op en zien tusschen het groen verscholen de Zendingsposten liggen, nadat eerst een blik op het door lianen overgroei de graf van een vermoorden zendeling ons heeft doen heseffen, dat het pio nierswerk hier heldenwerk geweest is. Wanneer men beseft, dat voor kort de Dajakkers nog als onvervaarde kop pensnellers golden, dan zijn het ook hier weer de schoolkinderen die ons het sterkste laten voelen, welke cultureele beteekenis dit Zendingswerk heeft. Aardige heelden van o-m het hardst rceierfde jongens zullen de Holland- sche jongens doen watertanden. Het machtelooze en troostelooze van het heidendom is het duidelijkst aan te voelen in de schitterend opgenomen scene'van het bezweren van den boo- zen geest, die in een zieke schuilt eh voor de oorzaak van d-e ziekte wordt aangezien. Vervolgens komen de Toradja's in Midden-Celebes aan de beurt (Ned. Zendel. Genootsch.). De beelden van het eigenlijke Zendingswerk worden afgewisseld met mooie natuurtaferee- len en typische volksgebruiken. Zoo zien we hier hoe de kleeren der To radja's uit de foeja-boombast vervaar digd worden. Van h-et schilled van den bast af, tot het verven der kleeren toe, kunnen we het peheele proces volgen. Verrassend zijn de vrouwenkleeren, die met hun lange mouwen en rokken ons al heel weinig Oostersch aandoen en zelfs herinneringen aan „crinoli nes" bij ons oproepen. Zeer gelukkig is d-e film-operateur geweest waar hij het geheimzinnig aanroepen der gees ten door een priester voor ons heeft kunnen vastleggen. In de Warta Sari-film werd de toe schouwer door een climax in de be langrijkheid der beelden steeds meer geboeid. Ook nu weer heeft de heer Ochse dit weten te bereiken. Was het voorgaande reeds in toenemende mate belangwekkend, het vierde deel wordt dit in nog sterkere mate. De Papoea's op Nieuw-Guinea, waar de Utr. Zen- dings-Ver. haar arbeidsveld heeft, ko men in al hun primitiefheid op ons af rennen. Men wordt met eerbied ver vuld voor hen, die hier in de verre eenzaamheid hun beschavingsarbeid verrichten. Zoo ergens, dan voelt men hier dat kleeren en scholen geen wer kelijk© beschaving kunnen geven, Binnenland. De Tweede Kamer heeft de be grooting voor buitenl. zaken aangeno men. Be zoon van dr. J. Th. de Visser zon Kamercandidaat worden. De vertooning van de Melawan-Ge- lapfilm te Leiden. Buitenland. Er zijn nog vele vermisten van ramp van de „Vestris". De voorloopige agenda van den Volkenbondsraad. De besprekingen inzake het Dawes- plan zijn hervat. Minister Gröner dreigt met ontslag in verband met de kwestie van den pantserkruiser. .Engelsch stoomschip door piraten in brand gestoken. wanneer er niet tevens een geheele geestelijke omkeer mee gepaard gaat. Dit laatste is voor de Zending doel, het and-ere maar bijzaak, hoe belang rijk ook. Ook hier maken we weer, evenals in de vorige film, een tournee mee met een zendeling, te land en la ter per prauw. Ook hier weer be reikt de filmtechniek haar triomphen, met een goed gekozen en indrukwek kend slot. De filmfabriek Polygoon, die door middel van den heer I. A. Ochse deze film samenstelde, heeft evenals in de Warta Sari-film weer getoond haar taak ten volle te verstaan en heeft het Zendingsbureau te Oegstgeest hierme de een waardevol middel in handen gegeven om meer waardeering en sympathie voor zijn belangrijken ar beid te wekken. Ongetwijfeld wordt het genoegen waarmee men deze film bekijkt be langrijk verhoogd door de pittige en goed gekozen muziek, voor d© samen stelling waarvan d-e lieer H. de Groot, kapelmeester te Amsterdam, zorg droeg. Een goede gedachte van het Comité is het geweest het tekstboekje veel uitvoeriger te maken dan bij de vori ge filmvertooning, waardoor men nu een uitgebreide en waardevolle toelich ting bij de film heeft. Men verzuim© niet dit boekje reeds van te voren aan te schaffen en door te lezen. Het be grijpen der film wint er zeer door. Vermelden wij nog vooral, dat het passende pianospel van dr. Riemens niet weinig tot het wélslagen bijdroeg er: dat de woorden van dank door ds. Rauws tot hem gericht op hartelijke wijze door de aanwezigen met applaus werden onderstreept. Ook de boekhandel ontving een woord van dank voor de bemiddeling in den kaartverkoop. Wij kunnen ieder aanraden deze mooie film hedenavond of morgen avond te gaan zien. INDISCHE LEZINGEN. Hedenmiddag heeft in de college zaal van het Botanisch Laboratorium dr. F. D. K. Bosch, chef van den Oud heidkundigen Dienst in Indië, de eer ste der drie lezingen gehouden, welke dit jaar vanwege de Commissie voor de Indische Week aan de Universiteit a.lliier worden gehóuden. Tot onder werp had spreker gekozen: De Tjandi Frambanan. Na in een inleiding een en ander te hebben medegedeeld over Djokja, maakte hij met zijn hoorders een reis langs de Tjandi's Kelasan en Sari naar het Prambanan-complex aan de Kali Opek, om daarna stil te staan bij eenige punten, welke voor het juiste begrip van het heiligdom van betee kenis zijn. Spr. wees daarbij aller eerst op de dateering. Op het terrein zijn evenwel geen gedateerde inscrip ties aangetroffen. Voor de tijdsbepa ling is men dus aangewezen op hulp middelen, welke slechts bij benade ring den stichtingstijd aangeven. In dit verband noemde spr. de eigen aardigheden in de bouwtechniek en in de ornamenteering, welke er op wij zen, dat het bouwwerk een van de jongste voortbrengselen der Midden- Javaansche kunst moet zijn. Hierna besprak hij de verhouding in godsdienstig opzicht tot de bouw werken in de omgeving. Er bestaat een sterke tegenstelling tusschen het Ciwaïtische Prambanan en de Boedd histische tempels er om heen. Op grond van den inhoud der inscriptie van Kelverak van 782 v. Chr. moet men het er voor houden, dat de Tjan di Seiroe en de Tjandi Prambanan elkaar aanvullen, en als het ware twee aspecten vertegenwoordigen van het zelfde hoogste Wezen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1