NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
VRIJDAG 2 NOV. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
AFDEELING GRONINGEN VAN DEN
BOND VAN J. V. OP G. G.
Heden werd in het Militair Tehuis
te Groningen de 37ste jaarvergadering
gehouden van de afdeeling Groningen
van den Bond van J. V. op G. G.
De morgen werd besteed aan een
huishoudelijke vergadering, waarin de
diverse verslagen werden uitgebracht
en eenige voorstellen werden bespro
ken.
Hedenmiddag werd een meeting ge
houden, waarin, na het openingswoord
van den Voorzitter, over: „Het ideaal
der jeugd", door Prof. Dr. H. Dooye-
weerd van Amsterdam, een referaat
werd gehouden, met als onderwerp:
„Een levend leerstuk".
Op 20 Oct. 1880 wijdde Dr. Kuyper
met een indrukwekkende rede in het
koor van de Nieuwe Kerk te Amster
dam de Vrije Universiteit in.
Sindsdien ging het parool: „Souve-
reiniteit in eigen kring" als een ge
vleugeld woord door het Calvinistisch
volksdeel, strijdleuze en geloofsgetui
genis tevens. Het gaf niet een totaal
nieuwe gedachte, doch gaf veeleer uit
drukking aan een grondbeginsel van
het Calvinisme, dat in de ontwikke
ling der historie slechts in verschil
lende vormen zijn levenskracht had
bewezen, dat ook onmiddellijk in het
religieus besef van het Gerefor
meerde volksdeel warmen weerklank
vond.
Het was de strijdleuze in den ge
weldigen schoolstrijd, het was het pa
rool, waaronder de stichting der Vrije
Universiteit plaats had.
Zoo lang nog de harten in liefde
voor het Calvinisme kloppen, zoolang
nog één vonk van het oude geestes-
vuur gloeit, zal het dit levende leer
stuk zijn, onder welks leuze de aan
gevangen geestesworsteling zal voort
gezet worden. Het valt nochtans niet
te ontkennen, dat dit leerstuk onder
ons, alhans onder de jongere genera-
tie, niet meer zoo leeft als voorheen.
De religieuze zin ervan wordt
nauwelijks meer verstaan. Men gaat
losrische critiek erop oefenen en dat
ishet duidelijkst symptoom, dat het
religieus besef in de belijdenis der sou-
vereiniteit in eigen kring niet meer
krachtig spreekt.
Zulks blijkt ook hieruit, dat dit diep
religieuze leerstuk geleidelijk in het
bewustzijn der jongeren is verbleekt
tot een bloot politiek slagwoord, waar
mede men in de practijk nauwelijks
raad meer weet.
Immers, wie tot den religieuzen
zin ervan is doorgedrongen, speurt
aanstonds, dat in het leerstuk der
souvereiniteit in eigen kring niet in
een simpel staatkundig beginsel, doch
een wereldconcept.e ligt beslo
ten, dat het voor de Gereformeerde le
vens- en wereldbeschouwing het on
middellijk voortvloeisel is van de be
lijdenis der Goddelijke souverei
niteit over heel deze wereld.
Nu werd het leerstuk ons overgele
verd in een vorm, die onmiddellijk tot
de voorstelling, tot het beeldend be
wustzijn sprak.
In dezen vorm werd onbedoeld
voet gegeven aan de gedachte, als
zouden het tenslotte menschen zijn, in
wien de souvereiniteit in eigen kring
rustte.
Deze onjuiste voorstelling verdwijnt
echter als sneeuw voor de zon, wan
neer men 't leerstuk in zijn eenig mo
gelijken, diep-religieuzen zin vat. Dan
kan de souvereiniteit in eigen kring
niet anders beteekenen, dan de souve
reiniteit Gods in de pluriformiteit Zij
ner heilige ordinantiën, die Hij ons in
kringen gegeven heeft.
In haar diepsten, haar religieuzen
zin is de Wet Gods een eenheid, gelijk
Christus die eenheid samenvatte in
het: „heb God lief boven alles".
Doch in dezen tijdelijken wereldsa-
FEUILLETON.
God is mijn heil.
7o; —o—
„Als zelfs Paulus getuigt: „niet dat
ik het aireede verkregen heb, maar ik
jaag er naar of ik het ook grijpen
mocht", wat zullen wij dan zeggen!
Wij zijn onwaardige, ontrouwe dienst
knechten. maar de Heer is getrouw.
Hij kastijdt ons, opdat wij Zijn gena
de erkennen zouden".
Johanna luisterde opmerkzaam toe,
zij was verwonderd over de taal dezer
eenvoudige vrouw. Zij had het nog
nooit ondervonden, hoe de liefde tot
den Heer en het getrouw onderzoek
der Schrift, den eenvoudigen ware
wijsheid geeft. Maar haar verlegenheid
was verdwenen, nadat zij bemerkt
had, dat de Heer Jezus zoowel de
Vriend der arme weduwe als de hare
was. Hij is de liefdeband, die hoog en
laag, rijk en arm vereenigt, die vreem
den herschept in vrienden, die men
liever heeft dan alle wereldsche be
trekkingen, ja zelfs dan degenen aan
wie men verwant is.
Johanna, die tot nu toe slechts ge
woond bad in prachtige kamers en
omgegaan had met voorname men
schen, gevoelde zich dadelijk thuis in
het armoedige kamertje der weduwe
en deze beschouwde haar niet meer
als een vreemde bezoekster, maar als
menhang breekt die eeuwige religieu
ze zin der Goddelijke wet uiteen in een
veelheid van wetskringen, gelijk het
witte zonlicht in het prisma uiteen
breekt in de zeven kleuren van den
regenboog.
Nu hebben de rechtsorde en de ze
delijke orde, de economische orde voor
het bedrijfsleven en de maatschappe
lijke orde voor omgang en verkeer
de aesthetische zoowel als de kerke
lijke orde, de historie zoowel als de
orde voor het wetenschappelijk den
ken, de orde voor het zieleleven zoowel
als de orde der anorganische en der
organische stof allen gelijkelijk sou
vereiniteit in eigen kring.
Met dit leerstuk treedt het Calvinis
me inderdaad als een innig religieuze
levens- en wereldbeschouwing op, zoo
wel tegenover het Roomsch Katholi
cisme als tegenover het humanisme.
De souvereiniteit in eigen kring is
slechts bestaanbaar op den grondslag
der goddelijke souvereiniteit. Daarom
kan het humanisme, dat in het rela
tieve, in het tijdelijke, in „de souverei-
ne rede" zijn uitgangspunt neemt, de
souvereiniteit in eigen kring niet er
kennen.
Op het standpunt der rede-souverei-
niteit wordt volgens spr., de souverei
niteit in eigen kring noodwendig tot
absolutisme van bepaalde kringen,
van ardinantiën, omdat de humaniteit
de begrenzing van het begrip „souve
reiniteit" door het in eigen kring niet
verstaat.
Rome verwijt het Calvinisme, dat 't
juist door zijn leerstuk der souverei
niteit in eigen kring de revolutie en 't
gewetenloos kapitalisme heeft bevor
derd. Dit zou zoo zijn, als het leerstuk
beteekende, dat de verschillende wets
kringen los van elkander stonden.
Doch nauwer en inniger verband
tusschen die kringen is wel nimmer
gehandhaafd, dan in het leerstuk der
souvereiniteit in eigen kring.
Zoomin de kleuren van den regen
boog los van elkander liggen, zoomin
kan ook maar een souvereine wets-
kring buiten het verband met de an
dere bestaan.
De souvereiniteit in eigen kring is
een bij uitstek religieus organisch
leerstuk. Losgemaakt van zijn religi
euzen wortel wordt het een haard van
farizeeïsme en vverelddienst.
Aan verdere uitwerking en diepe re^
ligieuze beleving ervan hangt heel de
toekomst onzer geestelijke beweging.
Zoo zij het dan dit leerstuk en
zweert het elkander met een heiligen
eeddat gij, jongeren, zult handha
ven door uw gebed en door uw liefde,
dat ge zult heiligen door uw leven, dat
ge als een strijdleuze zult opheffen te
gen den geest dezer eeuw! Opdat in u
moge verheerlijkt worden den Naam
van den Heere onzen God, onzen Vader
in Jezus Christus, Wien toekomt het
Koninkrijk en de kracht en de heer
lijkheid tot in eeuwigheid.
Op deze interessante redevoering
volgde een opgewekt debat.
Hierna werd door Ds. A. Dondorp
te Wagenborgen 'n opwekkend woord
gespro-ken over: „Jezus en onze actie"
Hedenavond zal nog door Ds. F. C.
Meyster van Rotterdam een rede wor
den gehouden over: „J. V. en Geloofs
leven".
ST. NICOLAASFEEST OP DE
SCHOLEN.
H. K. H. Prinses Juliana zond uit
Katwijk een gift ten behoeve der ver-
eeniging tot het houden van St. Nico-
laasfeestjes op de Haagsche scholen.
WET OP DE MIDDELEN.
Blijkens de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig verslag (o.b. 20 Oct.
j.l.) over het ontwerp-wet op de mid
delen, wordt de rente der in de staats
bedrijven gestoken kapitalen verant
woord onder de ontvangsten der hoofd
stukken van de departementen, onder
welke die staatsbedrijven ressorteeren
wijl het hier een overgangsmoeilijk
heid geldt.
De verhouding tusschen de ontvang
sten en uitgaven wegens de keuring
van vleesch en vee, wordt door den
minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw aangenomen zoodanig te
zijn, dat deze elkaar dekken.
een kind van God, dat hetzelfde doel
beoogde, al gingen zij ook langs zeer
verschillende wegen naar hetzelfde
Vaderhuis.
De vrouw merkte haar verwonde
ring en glimlachte. „Ik heb dat alles
geleerd door het kruis, dat de Heer
mij oplegde", zeide £ij. „Vroeger was
ik sterk en gezond en vraagde niet
naar Gods woord en Zijn zegen; ik
wilde door eigen vlijt en goede wer
ken mij zelve voorthelpen en met eere
door de wereld komen. Maar toen ont
nam de Heer mij eerst mijn man en
mijn twee kinderen om mij te toonen,
dat Hij alleen bet lot der menschen
bestuurt. Maar ik zocht er troost in,
mijn beproeving zonder morren te
verdragen en trachtte door handen
arbeid voor mij en mijn eenig overge
bleven kind het brood te verdienen.
Ik oogstte lof bij de menschen en. was
er trotsch op. Toen wiero de Heer mij
op het ziekbed en maakte mijn leden
zoo stijf, dat ik niet meer werken kon,
en gij ziet dat zulks door verloop van
tijd er niet op verbeterd is.
Toen heb ik geleerd mijn onvermo
gen te erkennen en Zijn goedheid te
prijzen. Dagelijks heeft Hij mij
Zijn almacht getoond. Hij heeft mij
en mijn kind gevoed, ik weet zelf niet
hoe, en nu laat ik alles vol vertrou
wen aan Zijn liefde en wijsheid over".
Johanna was zeer aangedaan, toen
zij zag hoe deze arme weduwe bij al
haar beproevingen zoo dankbaar kon
WAGENS VOOR VLEESCHVERVOER
De Necl. Spoorwegen zullen binnen
kort in dienst stellen 50 wagens, in
hoofdzaak voor het vervoer van on
verpakt geslacht vee gedurde het kou
de jaargetijde.
De wagens zijn voorzien van balken
met haken voor het ophangen van
vleesch. In de zijwanden zijn groote
luchtspleten aangebracht van buiten
voorzien van vliegengaas, van binnen
van sterk gaas met groote maaswijdte
ter voorkoming van beschadigingen bij
het laden.
In de kopwanden onder boven den
vloer, is eveneens nog een afsluitbaar
jalousieraam voor ventilatie.
De wagens zijn voorzien van Kunze-
Knorr-rem en stoomleidipg. Zij zijn
door Werkspoor gebouwd.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Wassenaar, W. de
Lange te Woerden. Te Hemelum, W. L.
Mulder te Voorthuizen. Te Ouddorp, J.
Enk-elaar, te Ouderkerk a. d. IJsel. Te
Nieuwe Tonge, J. van Amstel te Putten.
Aangefcomen: Naar Schiermonnik
oog, T. F. Jansonius, cand. te Utrecht.
Bedankt: Voor Zeist, C. M. Luteijn,
te Apeldoorn. Voor St. Maartensdijk, W.
Deur, te Schoonhoven. Voor Ochten, A. J.
Oosterhuis, te Ernst.
GEREF. HERKEN.
Tweetal: Te Sassenheim, H. Holtrop
te IJmuiden-Oost en A. G. Wolf, te 's-Gra-
veland. Te 's-Gravenhage-Oost (vac.-G. R.
Kuijper), H. W. H. van Andel te St. Pan-
cras en Heer Hugowaard en H. Holtrop,
te IJmuiden-Oost.
Beroepen: Te Bussum (vac.-A. J.
Mulder), Y. v. d. Zee, te Amsterdam-West.
Te Makkum, E. N. van Loo, cand. tè Zwa
gerveen. Te Spijkenisse, R. J. van der
Meulen, hulpprediker te IJmuiden. Te
Amsterdam (als 2de miss. Dienaar des
Woords voor de Zending onder de Joden),
Th. Delleman, te Giessen-Oud en Nieuw-
kerk.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Baarn, J. Drenth, te
Broek op Langendijk. Te Meerkerk, I. v.
d. Knijff, cand. te Reeuwijk.
Bedankt: Voor Utrecht (vac.-G. Wis
se), W. Bijleveld, te Haarlem.
Dr. J. Ch. KROMSIGT.
Naar het „Fr. Dbl." meldt, is in den
toestand van Dr. J. Chr. Kromsigt, Ned.
Herv. predikant te Rinsumageest, een ver
ergering ingetreden. Deze predikant, die
nog slechts kort in deze Gemeente staat,
zal vermoedelijk een operatie in het Zie
kenhuis te Leeuwarden hebben te onder
gaan.
PARTIJSTRIJD IN GODS KERK.
Een lezer, die bij Gods Woord wil leven
en den partijstrijd haat, verzoekt aan De
Rotterdammer opname van zijn ontboeze
ming:
Het is de strijd van de partijen die mee
de Kerken verwoest en vele menschen af-
keerig maakt van den godsdienst. Vooral
in de groote steden is het ontzettend. Als
de een of andere partij de teugels in han
den heeft, weet men van geen Christelij
ke wederliefde. Dan is het niet: „wat wil
God"; maar: „wat wil ik, wat wil „de
partij?" mijn partij is de baas en mijn
partijdominees moeten op den kansel".
Is het niet meer dan treurig, dat on
langs een partij-predikant, .durfde zeggen
tot een dienaar des Woords, die zich bij
geen partij wilde organiseeren: „Sluit u
bij ons in de partij aan en u hebt zóó een
stadsberoep!"
Wat leert ons de Heere Jezus andere
en betere dingen van en voor Zijn Kerk.
Dat men allerwege in Gods Kerk zich de
oogen opene voor het zondige en verder
felijke partijkwaad, dat de menschen van
's Heeren Koninkrijk doen vervreemden.
Op partijbelangen kan geen zegen rusten,
doch slechts op het beleven van wat God
in Zijn Woord van ons eischt voor het
welzijn der Kerk.
ONGEWONE TEKSTKEUZE.
Zoo nu en dan verrassen de predikan
ten ons zoo lezen wij in De Standaard
wel eens met een heel ongewonen tekst
voor hun prediking té nemen. En dan
zijn en daarbij haar eigen lot en hart
vergeleek. Maar zij gevoelde, dat dit
waarheid moest zijn, hoewel zij het
eenige maanden geleden niet had
kunnen begrijpen. Zij wist niet wat zij
er op antwoorden zou; haar eigen
woorden kwamen haar zoo schraal en
ledig voor en zij was blijde toen de
weduwe haar den bijbel gaf en haar
verzocht nog iets voor te lezen.
Zij ging voort waar de vrouw was
geëindigd; het was de bergpredikatie
en het kwam haar voor alsof zij die
lieden eerst goed begreep, vooral de
woorden: „ze.lig de armen van geest,
want hunner is koninkrijk der he
melen"; en: „ze.lig die treuren, want
zij zullen vertroost worden".
Het kleine meisje had een vetkaars
aangestoken, die een flauw, flikke
rend licht op het boek wierp. Het kind
stond naast Johanna en staarde haar
aan met oogen, die een zeer ontwik
keld verstand aanduidden, terwijl
haar handen gevouwen waren zooals
die liarer moeder, wier oogen van
vreugde straalden.
Johanna ondervond de nabijheid
des Heeren, die daar is waar twee of
drie in Zijn naam vergaderd zijn ;een
onbeschrijflijk zalig gevoel vervulde
haar hart en toen zij het hoofdstuk
uitgelezen had, kon zij uit de volheid
dat haar als op de lippen was gelegd,
dat haa rals op de lippen was gelegd.
De weduwe dankte haar en "zij
dankte deze bijna nog hartelijker, het
spitsen de ooren zich nog al eens meer
dan wel altijd het geval is.
Maar wat we dezer dagen vernamen, is
toch zeker al bijzonder ongewoon geweest.
Een reisgezelschap van de Ned. Chris
telijke Reisvereenigirfg, te Venetië vertoe
vend, verkreeg toestemming van een Pro-
testantsch kerkgebouw gebruik te maken
voor een Hollandschen dienst, waarbij dan
een predikant uit het gezelschap zou voor
gaan.
Vooraf echter had de gewone Italiaan-
sche dienst plaats, waarhij een rechtzin
nig Waldenzisch predikant optrad. En
waar deze wist, dat een groot aantal le
den van het Hollandsche reisgezelschap
ook dezen dienst wilde meemaken, had de
Venetiaansche dominéé de vriendelijkheid
dien morgen uit zijn Gezangenbcsk enkel
Psalmen op te geven, waarvan de melo
dieën gelijk waren aan die van onze be
rijming, zoodat Hollanders en Italianen,
zij het in verschillende taal, zich in den
Psalmzang vereenigen konden.
De predikatie in het Fransch gehouden,
zal echter niet voor alle Hollandsche toe
risten verstaanbaar zijn geweest. En daar
om hebben vermoedelijk niet alle ooren
zich gedurende den ganschen dienst ge
spitst, terwijl toch ook ditmaal over een
zeldzaam gebruikten tekst gepreekt werd.
De dominee had immers ook in de predi
katie zijn vreemdelingen willen betrek
ken, want zijn tekst was dien morgen: „U
groeten die van Italië zijn". (Hebr. 1324).
Wat hij van het tekstverband in betrek
king tot bet bezoek der Hollanders heeft
gemaakt, is ons niet meegedeeld, maar
origineel is deze tekstkeuze van den Ita-
liaanschen prediker zeker geweest-
PEREMPTOIR EXAMEN.
De classis Stadskanaal der Geref. Ker
ken heeft in haar gisteren gehouden ver
gadering na peremptoir examen met alge-
meene stemmen toegelaten tot den Dienst
des Woords en der Sacramenten, de heer
J. Dijk, theologisch candidaat te 's-Gra-
venhage, beroepen predikant te Sellingen.
EVANGELISATIE.
De Commissie van Toezicht op „De Goe
de Tijding" heeft een vergadering gehou
den te Utrecht, waarbij aanwezig waren
de Uitgever, de heer W. D. Meinema, van
Delft, en de Redacteur, Ds. P. Nomes, van
Den Haag. Het weekblad heeft reeds een
oplaag van 41500 exemplaren. Aan den
wensch om ook op sociaal gebied meer
dan tot heden in het blad artikeltjes op te
nemen, zal worden voldaan. Aan vooraan
staande personen uit de Chr. Vakbeweging
zal medewerking worden gevraagd. Ook
zal het blad zich blijven toeleggen op il
lustraties met daarbij passende lectuur.
DE BIJBELTENTOONSTELLING EN
-CONFERENTIE TE HAARLEM.
Honderden hebben dagelijks de Bijbels
bewonderd in allerlei formaten en talen
op de Bijbeltentoonstelling te Haarlem;
en de afdeeling van het Nederlandsch Bij
belgenootschap kan met voldoening erop
terugzien.
Behalve de vroeger genoemde zeer kost
bare exemplaren, waren er vele andere,
die zeer de aandacht trokken. Zoo bijv.
een Psalmboek, van vier zijden te lezen
voor gemeenschappelijke kwartetzang,
oude Prentbijbeltjes met teksten als onze
kinder-„rebus"-plaatj es, verschillende R.K.
uitgaven, enz.
Ook de conferentie-samenkomsten wa
ren goed bezocht. Telkens door paren
sprekers werden de onderwerpen behan
deld. Ds. Siertsema (Geref.) en Ds. J. C.
van Dijk (Herv. pred.) spraken, over de
beteekenis van den Bijbel voor het „Blj-
bellievend volk". Ds. W. van Limburgh
(Herv.) en Ds. K. Wallien v. Weesp (Luth.
pred.) over „De zeven millioen", nd. de
massa van ons volk, ook de ontkerstende
scharen en de Roomsch-Katholieken, die
toch ook den Bijbel lezen.
Woensdagmiddag kwam Indië aan de
orde („De zeven maal zeven millioên")
en de heeren L. J. van Wijk (Alg. Secr.
van het Bijbelgenootschap) en Dr. J. H.
Bavinck van Heemstede gaven op voor
treffelijke wijze een inzicht in den groot-
schen arbeid der taalgeleerden en zende
lingen, tot vertaling van den Bijbel in de
vele talen van groot-Nederland.
Met dank aan allen die medewerkten,
werd de conferentie gesloten door Ds. D.
E. Boeke, secr. van het Binnl., waarna Ds.
M. G. Blauw, van Schoten in dankgebed
voorging.
was haar als had zij het heerlijkste
uur haars levens doorgebracht; zij gaf
de arme vrouw de hand en beloofde
spoedig eens terug te komen.
Toen zij op straat kwam begon het
reeds te regenen en de lucht was met
zware wolken bedekt. Zij had geen
parapluie en slechts een dunne japon
aan met een manteltje; zij ijlde zoo
spoedig mogelijk voorwaarts, maar
werd door een stortbui overvallen. Zij
werd toch wel eén weinig angstig, zij
was nog nooit zoo laat alleen en in
zulk onstuimig weder op straat ge
weest. Gejaagd en verward liep zij
voort, en bemerkte niet, dat zij een
verkeerden weg had ingeslagen. Plot
seling hoorde zij een bekende stem en
keek verheugd en dankbaar op. Het
was de heer Van Haller.
„Zoo alleen freule, en in dit weder?"
vraagde hij zeer verwonderd.
„Ik heb mij opgehouden", ant
woordde zij verlegen, daar zij niet wil
de zeggen waar zij geweest was. „Hoe
gelukkig dat ik u ontmoet", zeide zij,
den aandrang van haar hart volgende
en zeer dankbaar, dat zij uit haai* ver
legenheid gered was.
Hij zag haar zoo verheugd aan toen
zij dit zeide, dat zij hevig bloosde en
snel het gelaat afwendde; het scheen
dat zij niets zag dan de plassen op den
grond en den vallenden regen.
„Maar gij zijt doornat", riep hij ver
schrikt uit, toen hij haar kleederen
zag; „neem nu ten minste mijn para-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 Nov., 1928.
Het gaat met de encephalitis nog
steeds niet naar wensch. Zoo nu en
dan komen na inenting nog gevallen
voor. Niet zoo veel. maar regelmatig.
Voor mij een aanwijzing, dat het
vroeger ook precies zoo ging, alleen
toen werden de gevallen niet gepubli
ceerd.
De Minister heeft verlenging van
de opschortingswet van den vaccine-
dwang aangekondigd
Dat brengt opnieuw tongen en pen
nen in beweging. Van deskundige
zijde wordt nu gemeld, dat op Maan
dag 5 November dr. H. K. de Haas,
voorzitter der Rotterdamsche ver-
eeniging voor koepokinenting, een le
zing te Rotterdam zal houden over
„Voedsel, inenting en encephalitis".
Alle leden van de encephalitis-com-
missie uit den Gezondheidsraad en tal
van deskundigen hebben een uitnoo-
diging ontvangen om deze lezing bij
te wonen.
Ik mag aannemen dat er onder die
•genoodigden heel wat voorstanders
van definitieve dwangopheffing zijn
en dat hun stem Maandag in Rotter
dam zal worden gehoord. Dat ze ook
dat voorkomen van encephalitis na
inenting als een gewoon verschijnsel
zullen aanduiden evenals ik.
OBSERVATOR.
UIT DE OMGEVING.
BODEGRAVEN.
De gemeenteraad heeft de gemeente-
begrooting voor 1929 vastgesteld op een
bedrag van 259.704 aan ontvangsten en
uitgaven, waarbij 6786 als onvoorzien.
De begrooting van het electriciteitsbe-
drijf werd vastgesteld op ƒ44.833 in ont
vangst en uitgaaf.
HILLEGOM.
De heer C. J. F. Dolk, candidaat-nota-
ris alhier is benoemd tot notaris in het
Arrondissement 's-Hertogenbosch ter
standplaats Berlicum.
KOUDEKERK.
Onder leiding van zijn voorzitter, A.
v. d. Vis, hield d-e Ring Koudekerk van
Jongelingsvereen. op G. G. zijn eerste ver
gadering.
Na opening, lezing der notulen en een
openingswoord van den voorzitter, kreeg
vr. Moraa} van Leiderdorp gelegenheid
om in te leiden het onderwerp: „Wie kan
lid onzer J.V. worden?" Inl. stond stil al
lereerst bij de noodzakelijkheid om lid te
zijn, vervolgens dat onze vereenigingen
interkerkelijk zijn, maar dat lid kan wor
den een ieder die in handel en wandel te
kennen geeft, ntet in strijd te zijn met de
Geref. belijdenis, en vervolgens dat hij
er steeds meer blijk van geeft naarmate
hij lid is onzer vereeniging.
Een geanimeerde bespreking besloot dit
onderwerp.
Na de pauze trad als referent op vr. C.
Bogaard, voorzitter der J.V. „Philadel
phia" te Hazerswoude, met het onderwerp
„Is het noodig Kerk- en Vaderlandsche
Geschiedenis oji onze vereenigingen te be
handelen?" Op de hem eigen wijze gaf
spr. een algemeen overzicht van de waar
de der historische vakken en de noodza
kelijkheid om ze te behandelen. Op dit on
derwerp volgde een zeer geestdriftige gé-
compliceerde discussie.
Ten slotte had plaats de overdracht
van het voorzitterschap aan vr. C. Meer
burg van Leiderdorp. De voorzitter, de
heer A. v. d. Vis het woord nemend, gaf
uiting van den gezelligen en nuttigen tijd
welke hij ook in Het Ringleven verschil
lende jaren heeft meegemaakt en zich
richtend tot vr. Meerburg, wenschte hij
ook hem Gods bijstand toe in dezen vaak
moeilijken arbeid.
Vr. Meerburg dankte den ex-voorzitter
voor het vele wat hij voor het Ringleven
verricht heeft en al zijt gij, aldus spr., uit
het Ringleven gestapt, zoo moogt gij even
wel nog niet uit het vereenigingsleven
treden.
Als slot van deze goed geslaagde ver
gadering dankte vr. Meerburg met gebed,
benoeming tot lid van den Gemeenteraad
aangenomen.
De heer J. van der Sterre heeft zijn
pluie". En hij hield die boven baar
zonder er acht op te slaan, dat hij nu
zelf nat werd.
Zij trachtte een weinig vooruit te
loopen en hem nog eenigszins verlo
gen maar lachend aanziende zeide zij:
„het is maar Meiregen, die doet geen
kwaad, dan groei ik misschien nog
wat".
„Dat zou volstrekt niet goed voor
u zijn", antwoordde hij schertsend,
„dat zou u nog hoogmoediger maken,
want gij kunt nu reeds geen paraplüie
boven uw boofd dulden".
„Ik laat mij nergens toe dwingen",
zfide zij moedwillig.
„Dus vloeit er niettegenstaande uw
aristocratischen stand revolutionnair
bloed in uwe aderen?"
Zij wierp het hoofd trotsch achter
over en antwoordde: „niet tegen de
over mij gestelde macht".
„Maar tegen uw vrienden?"
Zij zag hem weifelend aan.
„Of wilt gij mij niet daaronder re
kenen", vraagde hij met zachte stem,
die haar bloed naar de wangen jaag
de. „Ik weet niet hoe het komt, dat ik
altijd iets zeggen moet dat u onaange
naam is; ik wilde toch zoo gaarne
uw vriend zijn".
Johanna gevoelde, dat hij haar
vragend aanzag, maar zij kbn niet
antwoorden, wan haar hart was ver
vuld van tegenstrijdige gewaarwor
dingen, toch behield een gevoel van
vreugde en geluk de overhand.