NIEUWE LEIDSCHE COURANT van VRIJDAG 2 NOV. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. AFDEELING GRONINGEN VAN DEN BOND VAN J. V. OP G. G. Heden werd in het Militair Tehuis te Groningen de 37ste jaarvergadering gehouden van de afdeeling Groningen van den Bond van J. V. op G. G. De morgen werd besteed aan een huishoudelijke vergadering, waarin de diverse verslagen werden uitgebracht en eenige voorstellen werden bespro ken. Hedenmiddag werd een meeting ge houden, waarin, na het openingswoord van den Voorzitter, over: „Het ideaal der jeugd", door Prof. Dr. H. Dooye- weerd van Amsterdam, een referaat werd gehouden, met als onderwerp: „Een levend leerstuk". Op 20 Oct. 1880 wijdde Dr. Kuyper met een indrukwekkende rede in het koor van de Nieuwe Kerk te Amster dam de Vrije Universiteit in. Sindsdien ging het parool: „Souve- reiniteit in eigen kring" als een ge vleugeld woord door het Calvinistisch volksdeel, strijdleuze en geloofsgetui genis tevens. Het gaf niet een totaal nieuwe gedachte, doch gaf veeleer uit drukking aan een grondbeginsel van het Calvinisme, dat in de ontwikke ling der historie slechts in verschil lende vormen zijn levenskracht had bewezen, dat ook onmiddellijk in het religieus besef van het Gerefor meerde volksdeel warmen weerklank vond. Het was de strijdleuze in den ge weldigen schoolstrijd, het was het pa rool, waaronder de stichting der Vrije Universiteit plaats had. Zoo lang nog de harten in liefde voor het Calvinisme kloppen, zoolang nog één vonk van het oude geestes- vuur gloeit, zal het dit levende leer stuk zijn, onder welks leuze de aan gevangen geestesworsteling zal voort gezet worden. Het valt nochtans niet te ontkennen, dat dit leerstuk onder ons, alhans onder de jongere genera- tie, niet meer zoo leeft als voorheen. De religieuze zin ervan wordt nauwelijks meer verstaan. Men gaat losrische critiek erop oefenen en dat ishet duidelijkst symptoom, dat het religieus besef in de belijdenis der sou- vereiniteit in eigen kring niet meer krachtig spreekt. Zulks blijkt ook hieruit, dat dit diep religieuze leerstuk geleidelijk in het bewustzijn der jongeren is verbleekt tot een bloot politiek slagwoord, waar mede men in de practijk nauwelijks raad meer weet. Immers, wie tot den religieuzen zin ervan is doorgedrongen, speurt aanstonds, dat in het leerstuk der souvereiniteit in eigen kring niet in een simpel staatkundig beginsel, doch een wereldconcept.e ligt beslo ten, dat het voor de Gereformeerde le vens- en wereldbeschouwing het on middellijk voortvloeisel is van de be lijdenis der Goddelijke souverei niteit over heel deze wereld. Nu werd het leerstuk ons overgele verd in een vorm, die onmiddellijk tot de voorstelling, tot het beeldend be wustzijn sprak. In dezen vorm werd onbedoeld voet gegeven aan de gedachte, als zouden het tenslotte menschen zijn, in wien de souvereiniteit in eigen kring rustte. Deze onjuiste voorstelling verdwijnt echter als sneeuw voor de zon, wan neer men 't leerstuk in zijn eenig mo gelijken, diep-religieuzen zin vat. Dan kan de souvereiniteit in eigen kring niet anders beteekenen, dan de souve reiniteit Gods in de pluriformiteit Zij ner heilige ordinantiën, die Hij ons in kringen gegeven heeft. In haar diepsten, haar religieuzen zin is de Wet Gods een eenheid, gelijk Christus die eenheid samenvatte in het: „heb God lief boven alles". Doch in dezen tijdelijken wereldsa- FEUILLETON. God is mijn heil. 7o; —o— „Als zelfs Paulus getuigt: „niet dat ik het aireede verkregen heb, maar ik jaag er naar of ik het ook grijpen mocht", wat zullen wij dan zeggen! Wij zijn onwaardige, ontrouwe dienst knechten. maar de Heer is getrouw. Hij kastijdt ons, opdat wij Zijn gena de erkennen zouden". Johanna luisterde opmerkzaam toe, zij was verwonderd over de taal dezer eenvoudige vrouw. Zij had het nog nooit ondervonden, hoe de liefde tot den Heer en het getrouw onderzoek der Schrift, den eenvoudigen ware wijsheid geeft. Maar haar verlegenheid was verdwenen, nadat zij bemerkt had, dat de Heer Jezus zoowel de Vriend der arme weduwe als de hare was. Hij is de liefdeband, die hoog en laag, rijk en arm vereenigt, die vreem den herschept in vrienden, die men liever heeft dan alle wereldsche be trekkingen, ja zelfs dan degenen aan wie men verwant is. Johanna, die tot nu toe slechts ge woond bad in prachtige kamers en omgegaan had met voorname men schen, gevoelde zich dadelijk thuis in het armoedige kamertje der weduwe en deze beschouwde haar niet meer als een vreemde bezoekster, maar als menhang breekt die eeuwige religieu ze zin der Goddelijke wet uiteen in een veelheid van wetskringen, gelijk het witte zonlicht in het prisma uiteen breekt in de zeven kleuren van den regenboog. Nu hebben de rechtsorde en de ze delijke orde, de economische orde voor het bedrijfsleven en de maatschappe lijke orde voor omgang en verkeer de aesthetische zoowel als de kerke lijke orde, de historie zoowel als de orde voor het wetenschappelijk den ken, de orde voor het zieleleven zoowel als de orde der anorganische en der organische stof allen gelijkelijk sou vereiniteit in eigen kring. Met dit leerstuk treedt het Calvinis me inderdaad als een innig religieuze levens- en wereldbeschouwing op, zoo wel tegenover het Roomsch Katholi cisme als tegenover het humanisme. De souvereiniteit in eigen kring is slechts bestaanbaar op den grondslag der goddelijke souvereiniteit. Daarom kan het humanisme, dat in het rela tieve, in het tijdelijke, in „de souverei- ne rede" zijn uitgangspunt neemt, de souvereiniteit in eigen kring niet er kennen. Op het standpunt der rede-souverei- niteit wordt volgens spr., de souverei niteit in eigen kring noodwendig tot absolutisme van bepaalde kringen, van ardinantiën, omdat de humaniteit de begrenzing van het begrip „souve reiniteit" door het in eigen kring niet verstaat. Rome verwijt het Calvinisme, dat 't juist door zijn leerstuk der souverei niteit in eigen kring de revolutie en 't gewetenloos kapitalisme heeft bevor derd. Dit zou zoo zijn, als het leerstuk beteekende, dat de verschillende wets kringen los van elkander stonden. Doch nauwer en inniger verband tusschen die kringen is wel nimmer gehandhaafd, dan in het leerstuk der souvereiniteit in eigen kring. Zoomin de kleuren van den regen boog los van elkander liggen, zoomin kan ook maar een souvereine wets- kring buiten het verband met de an dere bestaan. De souvereiniteit in eigen kring is een bij uitstek religieus organisch leerstuk. Losgemaakt van zijn religi euzen wortel wordt het een haard van farizeeïsme en vverelddienst. Aan verdere uitwerking en diepe re^ ligieuze beleving ervan hangt heel de toekomst onzer geestelijke beweging. Zoo zij het dan dit leerstuk en zweert het elkander met een heiligen eeddat gij, jongeren, zult handha ven door uw gebed en door uw liefde, dat ge zult heiligen door uw leven, dat ge als een strijdleuze zult opheffen te gen den geest dezer eeuw! Opdat in u moge verheerlijkt worden den Naam van den Heere onzen God, onzen Vader in Jezus Christus, Wien toekomt het Koninkrijk en de kracht en de heer lijkheid tot in eeuwigheid. Op deze interessante redevoering volgde een opgewekt debat. Hierna werd door Ds. A. Dondorp te Wagenborgen 'n opwekkend woord gespro-ken over: „Jezus en onze actie" Hedenavond zal nog door Ds. F. C. Meyster van Rotterdam een rede wor den gehouden over: „J. V. en Geloofs leven". ST. NICOLAASFEEST OP DE SCHOLEN. H. K. H. Prinses Juliana zond uit Katwijk een gift ten behoeve der ver- eeniging tot het houden van St. Nico- laasfeestjes op de Haagsche scholen. WET OP DE MIDDELEN. Blijkens de Memorie van Antwoord op het Voorloopig verslag (o.b. 20 Oct. j.l.) over het ontwerp-wet op de mid delen, wordt de rente der in de staats bedrijven gestoken kapitalen verant woord onder de ontvangsten der hoofd stukken van de departementen, onder welke die staatsbedrijven ressorteeren wijl het hier een overgangsmoeilijk heid geldt. De verhouding tusschen de ontvang sten en uitgaven wegens de keuring van vleesch en vee, wordt door den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw aangenomen zoodanig te zijn, dat deze elkaar dekken. een kind van God, dat hetzelfde doel beoogde, al gingen zij ook langs zeer verschillende wegen naar hetzelfde Vaderhuis. De vrouw merkte haar verwonde ring en glimlachte. „Ik heb dat alles geleerd door het kruis, dat de Heer mij oplegde", zeide £ij. „Vroeger was ik sterk en gezond en vraagde niet naar Gods woord en Zijn zegen; ik wilde door eigen vlijt en goede wer ken mij zelve voorthelpen en met eere door de wereld komen. Maar toen ont nam de Heer mij eerst mijn man en mijn twee kinderen om mij te toonen, dat Hij alleen bet lot der menschen bestuurt. Maar ik zocht er troost in, mijn beproeving zonder morren te verdragen en trachtte door handen arbeid voor mij en mijn eenig overge bleven kind het brood te verdienen. Ik oogstte lof bij de menschen en. was er trotsch op. Toen wiero de Heer mij op het ziekbed en maakte mijn leden zoo stijf, dat ik niet meer werken kon, en gij ziet dat zulks door verloop van tijd er niet op verbeterd is. Toen heb ik geleerd mijn onvermo gen te erkennen en Zijn goedheid te prijzen. Dagelijks heeft Hij mij Zijn almacht getoond. Hij heeft mij en mijn kind gevoed, ik weet zelf niet hoe, en nu laat ik alles vol vertrou wen aan Zijn liefde en wijsheid over". Johanna was zeer aangedaan, toen zij zag hoe deze arme weduwe bij al haar beproevingen zoo dankbaar kon WAGENS VOOR VLEESCHVERVOER De Necl. Spoorwegen zullen binnen kort in dienst stellen 50 wagens, in hoofdzaak voor het vervoer van on verpakt geslacht vee gedurde het kou de jaargetijde. De wagens zijn voorzien van balken met haken voor het ophangen van vleesch. In de zijwanden zijn groote luchtspleten aangebracht van buiten voorzien van vliegengaas, van binnen van sterk gaas met groote maaswijdte ter voorkoming van beschadigingen bij het laden. In de kopwanden onder boven den vloer, is eveneens nog een afsluitbaar jalousieraam voor ventilatie. De wagens zijn voorzien van Kunze- Knorr-rem en stoomleidipg. Zij zijn door Werkspoor gebouwd. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Wassenaar, W. de Lange te Woerden. Te Hemelum, W. L. Mulder te Voorthuizen. Te Ouddorp, J. Enk-elaar, te Ouderkerk a. d. IJsel. Te Nieuwe Tonge, J. van Amstel te Putten. Aangefcomen: Naar Schiermonnik oog, T. F. Jansonius, cand. te Utrecht. Bedankt: Voor Zeist, C. M. Luteijn, te Apeldoorn. Voor St. Maartensdijk, W. Deur, te Schoonhoven. Voor Ochten, A. J. Oosterhuis, te Ernst. GEREF. HERKEN. Tweetal: Te Sassenheim, H. Holtrop te IJmuiden-Oost en A. G. Wolf, te 's-Gra- veland. Te 's-Gravenhage-Oost (vac.-G. R. Kuijper), H. W. H. van Andel te St. Pan- cras en Heer Hugowaard en H. Holtrop, te IJmuiden-Oost. Beroepen: Te Bussum (vac.-A. J. Mulder), Y. v. d. Zee, te Amsterdam-West. Te Makkum, E. N. van Loo, cand. tè Zwa gerveen. Te Spijkenisse, R. J. van der Meulen, hulpprediker te IJmuiden. Te Amsterdam (als 2de miss. Dienaar des Woords voor de Zending onder de Joden), Th. Delleman, te Giessen-Oud en Nieuw- kerk. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Baarn, J. Drenth, te Broek op Langendijk. Te Meerkerk, I. v. d. Knijff, cand. te Reeuwijk. Bedankt: Voor Utrecht (vac.-G. Wis se), W. Bijleveld, te Haarlem. Dr. J. Ch. KROMSIGT. Naar het „Fr. Dbl." meldt, is in den toestand van Dr. J. Chr. Kromsigt, Ned. Herv. predikant te Rinsumageest, een ver ergering ingetreden. Deze predikant, die nog slechts kort in deze Gemeente staat, zal vermoedelijk een operatie in het Zie kenhuis te Leeuwarden hebben te onder gaan. PARTIJSTRIJD IN GODS KERK. Een lezer, die bij Gods Woord wil leven en den partijstrijd haat, verzoekt aan De Rotterdammer opname van zijn ontboeze ming: Het is de strijd van de partijen die mee de Kerken verwoest en vele menschen af- keerig maakt van den godsdienst. Vooral in de groote steden is het ontzettend. Als de een of andere partij de teugels in han den heeft, weet men van geen Christelij ke wederliefde. Dan is het niet: „wat wil God"; maar: „wat wil ik, wat wil „de partij?" mijn partij is de baas en mijn partijdominees moeten op den kansel". Is het niet meer dan treurig, dat on langs een partij-predikant, .durfde zeggen tot een dienaar des Woords, die zich bij geen partij wilde organiseeren: „Sluit u bij ons in de partij aan en u hebt zóó een stadsberoep!" Wat leert ons de Heere Jezus andere en betere dingen van en voor Zijn Kerk. Dat men allerwege in Gods Kerk zich de oogen opene voor het zondige en verder felijke partijkwaad, dat de menschen van 's Heeren Koninkrijk doen vervreemden. Op partijbelangen kan geen zegen rusten, doch slechts op het beleven van wat God in Zijn Woord van ons eischt voor het welzijn der Kerk. ONGEWONE TEKSTKEUZE. Zoo nu en dan verrassen de predikan ten ons zoo lezen wij in De Standaard wel eens met een heel ongewonen tekst voor hun prediking té nemen. En dan zijn en daarbij haar eigen lot en hart vergeleek. Maar zij gevoelde, dat dit waarheid moest zijn, hoewel zij het eenige maanden geleden niet had kunnen begrijpen. Zij wist niet wat zij er op antwoorden zou; haar eigen woorden kwamen haar zoo schraal en ledig voor en zij was blijde toen de weduwe haar den bijbel gaf en haar verzocht nog iets voor te lezen. Zij ging voort waar de vrouw was geëindigd; het was de bergpredikatie en het kwam haar voor alsof zij die lieden eerst goed begreep, vooral de woorden: „ze.lig de armen van geest, want hunner is koninkrijk der he melen"; en: „ze.lig die treuren, want zij zullen vertroost worden". Het kleine meisje had een vetkaars aangestoken, die een flauw, flikke rend licht op het boek wierp. Het kind stond naast Johanna en staarde haar aan met oogen, die een zeer ontwik keld verstand aanduidden, terwijl haar handen gevouwen waren zooals die liarer moeder, wier oogen van vreugde straalden. Johanna ondervond de nabijheid des Heeren, die daar is waar twee of drie in Zijn naam vergaderd zijn ;een onbeschrijflijk zalig gevoel vervulde haar hart en toen zij het hoofdstuk uitgelezen had, kon zij uit de volheid dat haar als op de lippen was gelegd, dat haa rals op de lippen was gelegd. De weduwe dankte haar en "zij dankte deze bijna nog hartelijker, het spitsen de ooren zich nog al eens meer dan wel altijd het geval is. Maar wat we dezer dagen vernamen, is toch zeker al bijzonder ongewoon geweest. Een reisgezelschap van de Ned. Chris telijke Reisvereenigirfg, te Venetië vertoe vend, verkreeg toestemming van een Pro- testantsch kerkgebouw gebruik te maken voor een Hollandschen dienst, waarbij dan een predikant uit het gezelschap zou voor gaan. Vooraf echter had de gewone Italiaan- sche dienst plaats, waarhij een rechtzin nig Waldenzisch predikant optrad. En waar deze wist, dat een groot aantal le den van het Hollandsche reisgezelschap ook dezen dienst wilde meemaken, had de Venetiaansche dominéé de vriendelijkheid dien morgen uit zijn Gezangenbcsk enkel Psalmen op te geven, waarvan de melo dieën gelijk waren aan die van onze be rijming, zoodat Hollanders en Italianen, zij het in verschillende taal, zich in den Psalmzang vereenigen konden. De predikatie in het Fransch gehouden, zal echter niet voor alle Hollandsche toe risten verstaanbaar zijn geweest. En daar om hebben vermoedelijk niet alle ooren zich gedurende den ganschen dienst ge spitst, terwijl toch ook ditmaal over een zeldzaam gebruikten tekst gepreekt werd. De dominee had immers ook in de predi katie zijn vreemdelingen willen betrek ken, want zijn tekst was dien morgen: „U groeten die van Italië zijn". (Hebr. 1324). Wat hij van het tekstverband in betrek king tot bet bezoek der Hollanders heeft gemaakt, is ons niet meegedeeld, maar origineel is deze tekstkeuze van den Ita- liaanschen prediker zeker geweest- PEREMPTOIR EXAMEN. De classis Stadskanaal der Geref. Ker ken heeft in haar gisteren gehouden ver gadering na peremptoir examen met alge- meene stemmen toegelaten tot den Dienst des Woords en der Sacramenten, de heer J. Dijk, theologisch candidaat te 's-Gra- venhage, beroepen predikant te Sellingen. EVANGELISATIE. De Commissie van Toezicht op „De Goe de Tijding" heeft een vergadering gehou den te Utrecht, waarbij aanwezig waren de Uitgever, de heer W. D. Meinema, van Delft, en de Redacteur, Ds. P. Nomes, van Den Haag. Het weekblad heeft reeds een oplaag van 41500 exemplaren. Aan den wensch om ook op sociaal gebied meer dan tot heden in het blad artikeltjes op te nemen, zal worden voldaan. Aan vooraan staande personen uit de Chr. Vakbeweging zal medewerking worden gevraagd. Ook zal het blad zich blijven toeleggen op il lustraties met daarbij passende lectuur. DE BIJBELTENTOONSTELLING EN -CONFERENTIE TE HAARLEM. Honderden hebben dagelijks de Bijbels bewonderd in allerlei formaten en talen op de Bijbeltentoonstelling te Haarlem; en de afdeeling van het Nederlandsch Bij belgenootschap kan met voldoening erop terugzien. Behalve de vroeger genoemde zeer kost bare exemplaren, waren er vele andere, die zeer de aandacht trokken. Zoo bijv. een Psalmboek, van vier zijden te lezen voor gemeenschappelijke kwartetzang, oude Prentbijbeltjes met teksten als onze kinder-„rebus"-plaatj es, verschillende R.K. uitgaven, enz. Ook de conferentie-samenkomsten wa ren goed bezocht. Telkens door paren sprekers werden de onderwerpen behan deld. Ds. Siertsema (Geref.) en Ds. J. C. van Dijk (Herv. pred.) spraken, over de beteekenis van den Bijbel voor het „Blj- bellievend volk". Ds. W. van Limburgh (Herv.) en Ds. K. Wallien v. Weesp (Luth. pred.) over „De zeven millioen", nd. de massa van ons volk, ook de ontkerstende scharen en de Roomsch-Katholieken, die toch ook den Bijbel lezen. Woensdagmiddag kwam Indië aan de orde („De zeven maal zeven millioên") en de heeren L. J. van Wijk (Alg. Secr. van het Bijbelgenootschap) en Dr. J. H. Bavinck van Heemstede gaven op voor treffelijke wijze een inzicht in den groot- schen arbeid der taalgeleerden en zende lingen, tot vertaling van den Bijbel in de vele talen van groot-Nederland. Met dank aan allen die medewerkten, werd de conferentie gesloten door Ds. D. E. Boeke, secr. van het Binnl., waarna Ds. M. G. Blauw, van Schoten in dankgebed voorging. was haar als had zij het heerlijkste uur haars levens doorgebracht; zij gaf de arme vrouw de hand en beloofde spoedig eens terug te komen. Toen zij op straat kwam begon het reeds te regenen en de lucht was met zware wolken bedekt. Zij had geen parapluie en slechts een dunne japon aan met een manteltje; zij ijlde zoo spoedig mogelijk voorwaarts, maar werd door een stortbui overvallen. Zij werd toch wel eén weinig angstig, zij was nog nooit zoo laat alleen en in zulk onstuimig weder op straat ge weest. Gejaagd en verward liep zij voort, en bemerkte niet, dat zij een verkeerden weg had ingeslagen. Plot seling hoorde zij een bekende stem en keek verheugd en dankbaar op. Het was de heer Van Haller. „Zoo alleen freule, en in dit weder?" vraagde hij zeer verwonderd. „Ik heb mij opgehouden", ant woordde zij verlegen, daar zij niet wil de zeggen waar zij geweest was. „Hoe gelukkig dat ik u ontmoet", zeide zij, den aandrang van haar hart volgende en zeer dankbaar, dat zij uit haai* ver legenheid gered was. Hij zag haar zoo verheugd aan toen zij dit zeide, dat zij hevig bloosde en snel het gelaat afwendde; het scheen dat zij niets zag dan de plassen op den grond en den vallenden regen. „Maar gij zijt doornat", riep hij ver schrikt uit, toen hij haar kleederen zag; „neem nu ten minste mijn para- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 2 Nov., 1928. Het gaat met de encephalitis nog steeds niet naar wensch. Zoo nu en dan komen na inenting nog gevallen voor. Niet zoo veel. maar regelmatig. Voor mij een aanwijzing, dat het vroeger ook precies zoo ging, alleen toen werden de gevallen niet gepubli ceerd. De Minister heeft verlenging van de opschortingswet van den vaccine- dwang aangekondigd Dat brengt opnieuw tongen en pen nen in beweging. Van deskundige zijde wordt nu gemeld, dat op Maan dag 5 November dr. H. K. de Haas, voorzitter der Rotterdamsche ver- eeniging voor koepokinenting, een le zing te Rotterdam zal houden over „Voedsel, inenting en encephalitis". Alle leden van de encephalitis-com- missie uit den Gezondheidsraad en tal van deskundigen hebben een uitnoo- diging ontvangen om deze lezing bij te wonen. Ik mag aannemen dat er onder die •genoodigden heel wat voorstanders van definitieve dwangopheffing zijn en dat hun stem Maandag in Rotter dam zal worden gehoord. Dat ze ook dat voorkomen van encephalitis na inenting als een gewoon verschijnsel zullen aanduiden evenals ik. OBSERVATOR. UIT DE OMGEVING. BODEGRAVEN. De gemeenteraad heeft de gemeente- begrooting voor 1929 vastgesteld op een bedrag van 259.704 aan ontvangsten en uitgaven, waarbij 6786 als onvoorzien. De begrooting van het electriciteitsbe- drijf werd vastgesteld op ƒ44.833 in ont vangst en uitgaaf. HILLEGOM. De heer C. J. F. Dolk, candidaat-nota- ris alhier is benoemd tot notaris in het Arrondissement 's-Hertogenbosch ter standplaats Berlicum. KOUDEKERK. Onder leiding van zijn voorzitter, A. v. d. Vis, hield d-e Ring Koudekerk van Jongelingsvereen. op G. G. zijn eerste ver gadering. Na opening, lezing der notulen en een openingswoord van den voorzitter, kreeg vr. Moraa} van Leiderdorp gelegenheid om in te leiden het onderwerp: „Wie kan lid onzer J.V. worden?" Inl. stond stil al lereerst bij de noodzakelijkheid om lid te zijn, vervolgens dat onze vereenigingen interkerkelijk zijn, maar dat lid kan wor den een ieder die in handel en wandel te kennen geeft, ntet in strijd te zijn met de Geref. belijdenis, en vervolgens dat hij er steeds meer blijk van geeft naarmate hij lid is onzer vereeniging. Een geanimeerde bespreking besloot dit onderwerp. Na de pauze trad als referent op vr. C. Bogaard, voorzitter der J.V. „Philadel phia" te Hazerswoude, met het onderwerp „Is het noodig Kerk- en Vaderlandsche Geschiedenis oji onze vereenigingen te be handelen?" Op de hem eigen wijze gaf spr. een algemeen overzicht van de waar de der historische vakken en de noodza kelijkheid om ze te behandelen. Op dit on derwerp volgde een zeer geestdriftige gé- compliceerde discussie. Ten slotte had plaats de overdracht van het voorzitterschap aan vr. C. Meer burg van Leiderdorp. De voorzitter, de heer A. v. d. Vis het woord nemend, gaf uiting van den gezelligen en nuttigen tijd welke hij ook in Het Ringleven verschil lende jaren heeft meegemaakt en zich richtend tot vr. Meerburg, wenschte hij ook hem Gods bijstand toe in dezen vaak moeilijken arbeid. Vr. Meerburg dankte den ex-voorzitter voor het vele wat hij voor het Ringleven verricht heeft en al zijt gij, aldus spr., uit het Ringleven gestapt, zoo moogt gij even wel nog niet uit het vereenigingsleven treden. Als slot van deze goed geslaagde ver gadering dankte vr. Meerburg met gebed, benoeming tot lid van den Gemeenteraad aangenomen. De heer J. van der Sterre heeft zijn pluie". En hij hield die boven baar zonder er acht op te slaan, dat hij nu zelf nat werd. Zij trachtte een weinig vooruit te loopen en hem nog eenigszins verlo gen maar lachend aanziende zeide zij: „het is maar Meiregen, die doet geen kwaad, dan groei ik misschien nog wat". „Dat zou volstrekt niet goed voor u zijn", antwoordde hij schertsend, „dat zou u nog hoogmoediger maken, want gij kunt nu reeds geen paraplüie boven uw boofd dulden". „Ik laat mij nergens toe dwingen", zfide zij moedwillig. „Dus vloeit er niettegenstaande uw aristocratischen stand revolutionnair bloed in uwe aderen?" Zij wierp het hoofd trotsch achter over en antwoordde: „niet tegen de over mij gestelde macht". „Maar tegen uw vrienden?" Zij zag hem weifelend aan. „Of wilt gij mij niet daaronder re kenen", vraagde hij met zachte stem, die haar bloed naar de wangen jaag de. „Ik weet niet hoe het komt, dat ik altijd iets zeggen moet dat u onaange naam is; ik wilde toch zoo gaarne uw vriend zijn". Johanna gevoelde, dat hij haar vragend aanzag, maar zij kbn niet antwoorden, wan haar hart was ver vuld van tegenstrijdige gewaarwor dingen, toch behield een gevoel van vreugde en geluk de overhand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5