NIEUWE LEIDSCHE COURANT van ZATERDAG 27 OCT. 1928 TWEEDE BLAD. ZAAIEN. Zaai uw zaad in den morgen stond. Pred. 11 6a. Zooals de mooie herfst een tinten- spel vertoont in stervensweemoed, zoo is het boek van Salomo, dat wij Pre diker heeten. Dit boek is genoemd het boek der afgevallen bladeren. En zooals het af gevallen blad zijn taal heeft, zoo he^ft ook dit diepe boek zijn eigen taal. Want de herfstmensch Salomo ziet terug op lang vervlogen dagen, ziet achterom naar 't bijna geleefde leven, en hij giet de wijsheid van deze zoo wijze en ervaren levensgang uit in een boek vol zinnen en spreuken. Zwaar is dit Salomo-boek van gees telijke waarheid en wijsheid. Dit boek predikt, het is prediker. En het predikt van uit den laten le vensgang tot jong en oud, tot lente- en wintermenschen, het waarschuwt en vertroost, het speelt in diepe accoor- den, het klinkt als het overtuigings woord van den ouden grijze, die uit den schat van ervaring grijpt en ver telt en spreekt en levenswijsheid geeft. Om te zaaien moet ge eerst het zaad bezitten. Daar moet in uw leven (want dit beeld van den landbouw nemen we voor ons leven over) hebben plaats ge grepen deN waarachtige geboorte, waar door het is gaan bloeien en vruchtdra- gen, waardoor ge hebt, en anderen me- dedeelen kunt. Welnu, Gods kind heeft door den Heiligen Geest het zaad des Evange lies. Gods kind, dat niet alleen den Bijbel doorlezen heeft, maar dat leeft uit het geloof, dat gefundeerd is in de waarheid Gods en dat Christus waar lijk liefheeft, wel dat zaait het leven de zaad des Evangelie's om zich. Gods kind wil voor anderen iets zijn. Gods kind kan voor anderen iets zijn. Dat kan het zijn en worden door zaad te wezen. Door zich te offeren en te geven en zichzelf te verloochenen. Daar is een Tarvvegraan geweest, dat in de aarde gevallen is en veel vrucht gedragen heeft. En Deze zegt: weest Mijne navol gers! Zaai dan uw zaad! Maar zaai het in den morgenstond! Het landbouwende leven is ons hier een levensbeeld. De zaaier gaat uit om te zaaien in den morgen, vroeg, voor de volle le vensdag er is. Alzoo moeten wij ons zaad uitstrooi en. In den morgenstond. Dat wil zeggen, dat we 't geschikte oogenblik altijd door zullen weten. We moeten helpen, wanneer we helpen kunnen. We moeten immer gereed staan. Ik zou het zoo willen zeggen: Het leven van nu is één morgen stond. Gebruik heden de krachten, die God u gaf. Wijd heden de gaven, die Hij u bedeelde, aan Hem. Geef heden het levende zaad, dat God u schonk en waarmee ge iets voor anderen wezen kunt, den Heer in Zijn Heiligen dienst. Waar ge arbeidt wat doet het er toe. In welk veld ge bezig zijt wat zou het! Maar werk mede, en geef uw gaven, geef uzelf en besteed uw jonge kracht voor Christus. Geef uw mooie zomerkracht aan den Heere! Leg de herfst uws levens nog aan den voet van het kruis! Misschien zegt ge, dat ge zoo weinig voor den Heere wezen kunt. Ge ligt op FEUILLETON. God is mijn heil. 65) o De trommelslagers van de schutte rijen roerden de trommen uit alle macht; hunne officieren wisten niet of het beter was de soldaten als vriend of als vijand tegemoet te gaan, hen met hoera's of met barricaden te ont vangen. En terwijl de inwoners van Berlijn, wier veiligheid hun toever trouwd was, radeloos heen en weer liepen, hoorde men op eenmaal aan üe poort de muziek der grenadiers, die men zoo lang gemist had, en in gesloten rijen trokken de soldaten binnen, met hun bevelhebbers aan het hoofd. Eerst sprakelooze verwondering toen luide jubelkreten; het volk kiest altijd de partij der overwinnaars, ook hadden de Berlijners reeds lang op gemerkt, dat het zonder de „trotsche gienadiers" niet zeer aangenaam was. Bij hitte, regen of storm op schild wacht te staan is een moeilijke plicht voor den vaderlandslievenden burger, al beschut hij zich ook zoo goed mo gelijk met parapluie en jas voor voch tigheid en tocht. De kern van de bevol king was voor de troepen gestemd, en de groote menigte schreeuwde mede, omdat het een verandering was en de goedhartige Berlijners oordeelen, dat het ziekbed. Ge zijt aan uw huis ge bonden. Ge kunt niet uit den weg. Wel gij getrouwe dienstknecht, ge kunt voor die u zien en helpen, voor die u bezoeken en eiken dag rondom u zijn, iets wezen, ja veel zijn. Gij, die van God zijt, zaai uw zaad en getuig voor Jezus Christus op de plaats, waar de Heere u geroepen en gezonden heeft, al is die plaats dan 'n legerstede en een ziekenkamer! Zaai uw zaad in den morgenstond. Dat is ook nog iets anders. Het is dit, dat we den morgenstond van het mooie leven niet zullen laten voorbijgaan om onze invloedsfeer uit te breiden. Werp u als ouders, als opvoeders met al wat ge van God ontvangen hebt met al wat Hij u toebetrouwde op den jongen mensch. Geef u geheel aan den arbeid onder de jeugd. Zaai in des levens morgenstond. Gij, die jong zijt, laat uw lentejaren niet ongebruikt voorbijgaan. Geef u geheel aan des Heeren dienst, ook in het Gereformeerde vereeni- gingsleven. En gij, die beschikt over de kracht en de diepte der jaren, wel, tracht de jonge menschen te begrijpen, iets voor ze te wezen, ze te geven van dat vele, dat de Heere u gaf. Ge kunt altijd iets voor uw jonge vriend en vriendin zijn. Dat kunt ge, als ge 't slechts biddend begeert. Als ge slechts er de moeilijk heid en de noodzaak van inziet. Leg u onder des Heeren bevel. Geef u gevangen aan het Woord on- zes Gods. En zaai uw zaad in den morgen stond. DE NOODIGENDE HEILAND. 'k Stond voor een Christus beelt'nis In reinen, marm'ren steen. En vroeg me wat de Heiland Tot mij te zeggen scheen. In stillen eerbied schreed ik Dit witte beeld voorbij; Stond peinzend tegenover, En peinzend aan zijn zij. Maar niets had 't mij te zeggen 't Bleef onbeweeglijk, koud, En wat de Heiland meende Het werd mij niet ontvouwd. Tot eind'lijk, starensmoede, Van vragen vol mijn hart, Ik buigen ging mijn knieën, In overmaat van smart. En toen, ja toen begreep ik Hoe hij mij wilde zien: Niet staande, als rechtvaardig Maar schuldig op de knie'n. Want o, wat toen die oogen Die blik mij heeft gezegd, Dat viel in 't diepst der ziele En blijft daar weggelegd. („Onze kleine bode"). KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Lage Vuursche, D. Plantinga te Linschoten. Te Cockengen, A Dekker te Bleiswijk. Te Schiermonnik oog (toez.) T. Janssonius, cand. te Utrecht. Bedankt: Voor Oppenhuizen, J. G. Hooijer, te Diemen. Voor Woutersw.oude, L. van Mastrigt te Harderwijk. Voor Warns (Fr.), E. Pot, te Opende (Gr.). GEREF. /IERKEN. Aangenomen: Naar Oostwold (Old.) de heer van Teylingen, cand. te Hille- gom. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Dordrecht, J. A. Rie- kel, te Sliedrecht. Ds. W. R. GISPEN. Ds. W. H. Gispen, Geref. predikant te Scheveningen, die tot herstel van gezond heid eenigen tijd te Zeist vertoefde, is weer in zijn woonplaats gearriveerd Hij maakt het goed. echte soldaten er beter uitzien dan werklieden en burgers, en zijn trotsch op hen, al beoordeelen zij hen ook hard. De troepen rukten naar de groote markt, de kanonnen werden daar ge plaatst en de zaal, waar de volksver gaderingen plaats hadden, door de soldaten bezet. Toen de president den volgenden morgen met eenige zijner getrouwen voor de deur van hun lokaal kwam vond hij die van binnen gesloten; hierop volgden onderhandelingen tusschen hem en den officier, die voor de omstanders zeer vermakelijk wa ren en eindelijk was hij genoodzaakt onverrichterzake weg te gaan. Daar de opgewondenheid in de stad groot was en de democraten door alle mogelijke middelen weder trachtten den overhand te verkrijgen, werd de schutterij opgeheven, en op den 12den November Berlijn in staat van beleg verklaard. Drie weken daarna werd ook de volksvergadering, die zich naar Brandenburg had verplaatst, ontbonden. De macht der duisternis, die bijna een half jaar in Pruisen geheerscht had, begon onder te doen voor betere gezindheid. Alle burgers ademden vrijer en men mocht gegronde hoop voeden op betere tijden en op een her nieuwde glansrijke herleving van Pruisische eer en trouw. Natuurlijk hadden de Van Mengen's De kerkeraad heeft hem voorloopig ver lof verleend tot 1 Januari a.s. DE THEOL. SCHOOL TE KAMPEN. Donderdag 1 November zal de jaarlijk- sche sociale dag worden gehouden voor de studenten van de Theol. school te Kam pen. Sprekers zullen zijn de heeren C. Smeenk en Mr. P. S. Gerbrandy. PEREMPTOIR EXAMEN. De classis Groningen der Geref. Kerken, heeft peremptoir geëxamineerd en toege laten tot den Dienst des Woords en der Sacramenten, den heer J. H. Winter, cand. te Bierum, beroepen predikant te Kielwin- deweer. ZENDING ONDER DE JODEN. Naar De Standaard verneemt, heeft de Kerkeraad der Geref. Kerk van Amster dam besloten, om in zijn vergadering van Donderdag a.s. over te gaan tot de beroe ping van een predikant voor de Zending onder de Joden. „WOORD EN GEEST". In de redactie en in den kring der me dewerkers van „Woord en Geest" hebben eenige veranderingen plaats gehad. Prof. Dr. F. J. J. Buytendijk trad uit de redactie en beëindigde tevens zijn vaste medewerking, allerminst naar hij me dedeelt wegens verflauwing in sympa thie voor het blad. Ds. E. L. Smelik is in de redactie opgenomen, terwijl Prof. Dr. Chr. Zevenbergen, hoogleeraar te Utrecht, tot W. en G. toetrad. DE PREDIKANT IS ER VOOR DE GEMEENTE. De bekende Dr. J. H. Gunning J.Hzn. ontvangt nog telkens uitnoodigingen tot het hóuden van lezingen. Hij aanvaardt die echter niet meer. In „Pniël" zegt hij: „Mijn tijd is voorbij". Tegelijkertijd geeft hij het adres op van een Lyceüm-leeraar, die uitnemende lezingen over verschillen de Christelijke letterkundige onderwerpen boudt en hij voegt er aan toe: „Dit is nu eens geen dominéé. Men moet enkele geboren conferenciers nu daargelaten de predikanten niet elke week een paar malen uit hun werk halen. De zielen roepen om herderlijke bearbei ding, niet allereerst om voordrachten en lezingen. Ach, hadde ik dit zelf maar al tijd bedacht I" WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACHTEN. Vanwege cle Vereeniging tot vesti ging van Bijzondere Leerstoelen zul len in het klein-auditorium der Rijks- Universiteit te Leiden de volgende voordrachten gehouden worden: Dr. H. Schokking, te 's-Gravenhage, over „Theosophie" op Donderdag 8 November en Donderdag 22 Nov. a.s. Prof. Dr. Haitjema te Groningen, over: „Anthroposophie", op Vrijdag 30 Nov. 1928, en Vrijdag 25 Jan. 1929. Dr. J. C. Kromsigt te Rinsumageest over: „Christian Science", op Dinsdag 19 Febr. 1929 en Dinsdag 5 Maart 1929. Deze voordrachten zijn kosteloos toegankelijk voor alle belangstellen den. EEN ZENDINGSAVOND VOOR STUDENTEN. Mevr. C. M. E. Kuyper, directrice van het Hospitum der Vrije Universiteit, heeft Donderdagavond een intieme bijeenkomst georganiseerd in de Senaatszaal der Vrije Universiteit, waarin op uitnoodiging Dr. J. Offringa voor studenten en eenige ge- noodigden sprak over den arbeid der Me dische Zending. Mevr. Kuyper opende het samenzijn met een woord van welkom tot Dr. Offringa, waarna deze een interessante causerie hield over het werk, waaraan hij nu reeds tal van jaren verbonden is. Hierna wer den de films vertoond die ook onlangs door Dr. Offringa ten huize van Dr. Wol- tjer vertoond werden. Naar De Standaard verder verneemt, be staat de mogelijkheid, dat deze films in Holland blijven. Met een enkel woord heeft mevr. Kuy per ten slotte Dr. Offringa dank gebracht hem Gods zegen voor persoon en werk toebiddend. VERBETERING INGETREDEN. Te Rotterdam beweegt het aantal ge mengde huwelijken in de Ned. Israëlieti- sche Gemeente zoo lezen wij in de Rot en Van Steendorp's veel belang ge steld in deze gebeurtenissen. De beer Van Steendorp werd minder mismoe dig, en toen zijn verlof na eenige we ken verloopen was hervatte bij zijn bezigheden met nieuwen ijver, of schoon bij vaak met vele moeilijkhe den te kampen had. die door de treu rige omstandigheden werden veroor zaakt. De heer Van Haller, die in Maart gezegd'had ,dat hij Berlijn niet weder zou betreden, vóórdat de troepen teruggekeerd en ingehaald waren, kwam voor eenige dagen over en de Van Steendorp's waren zeer verblijd hem weder te zien; ook de Bergheim's kwamen terug en vele andere fami lies, die het er niet hadden kunnen uithouden, haastten zich hunne wo ningen weder te betrekken. Het scheen wel alsof, nietegenstaande de grootere veranderingen die er hadden plaats gegrepen, het oude leven weer denzelfden gang zou gaan, al had de. wereld ook voor enkelen een geheel ander aanzien gekregen. De Bergheims waren nog diep in den rouw en onttrokken zich aan al les. Zij hadden zich wel zeer over de terugkomst der troepen verblijd, maar de wonde was opnieuw opengereten geworden. Zoo vele, ja de meesten keerden terug, slechts hij niet, die hun trots en hunne vreugde was, en het was des te pijnlijker voor hen, al- les tot den ouden stand van zaken te terdammer zich in dalende lijn. Het Ge meente-verslag over 1927 constateert dat met bevrediging. In 1927 werden te Rotterdam 118 huwe lijken gesloten tusschen partijen, beiden of één van beiden behoorende tot den Is- raëlietischen godsdienst. In 69 gevallen behoorden beide partijen tot den Israël, godsdienst en werd het huwelijk ook ker kelijk ingezegend (tegen 46 in 1926), 8 hu welijken tusschen twee Joodsche partijen werden niet kerkelijk ingezegend (3 in 1926); er vonden 43 gemengde huwelijken plaats (54 in 1926). DERDE NATIONAAL CHRISTELIJK SCHOOLCONGRES. (Vervolg). Gistermorgen werd het Derde Nat. Christ. School congres te Utrecht voortgezet met een referaat van prof. dr. W. J. Aalders. De stellingen, die de inleider in dit referaat verdedigt, luiden als volgt: 1. Alleen het christelijk geloof stelt ih staat de geschiedenis in kaar we zen en waarde te erkennen. 2. Daarom vormt het onderwijs in de geschiedenis een intregeerend be standdeel van het cbrist. onderwijs. 3. Dit geldt zoowel voor bet onder wijs in de vaderlandsche en algemee- ne geschiedenis als voor dat in de bij- belsch-e-, kerk- en zendingsgeschiede nis. Naar analogie hiervan kan ook cle aardrijkskunde in rekening wor den gebracht. 4. Hierbij moet de geschiedenis zóó worden opgevat, dat zij niet alleen als politiek, economisch, sociaal, cultu reel, maar vooral als godsdienstig wordt behandeld 5. Zóó opgevat en behandeld bezit het onderwijs in de geschiedenis hoo- ge opvoedende waarde en vormt het een onvervangbaar middel tot ont wikkeling der ware volkskracht. In dit opzicht is de positie van het chr. onderwijs in Nederland zeer gunstig. 6. Hoezeer hierbij van zelf, bepaal delijk in de lagere sferen van onder wijs, de nadruk valt op de geschiede nis van eigen volk en kring, toch mag dit nooit plaats vinden ten koste van ae kennis en de waardeering der ge schiedenis van andere volken en krin gen, als die mede, hoe dan ook, kun nen plaats hebben in het geheel van Gods bestel. 7. Daarbij wordt door de christelijke opvatting van geschiedenis onder steld, dat de geschiedenis, alle ge schiedenis, niet slechts door God wordt geleid, maar dat zij onder het oordeel Gods staat en dus altijd een betrekkelijk karakter draagt. 8. Onder chauvinisme wordt ver staan elke richting, die eigen volk en kring buiten zedelijke proporties ver heft en tot zekere hoogte verabsolu teert ten koste van andere volken en kringen en die daarom godsdienstig als verwerpelijk en redelijk, maat schappelijk en staatkundig als ge vaarlijk moet worden gewraakt. 9. Het christelijk onderwijs moet deze richting, welke vooral de volken, die aan den wereldoorlog hebben deelgenomen, bedreigt, erkennen als een algemeen gevaar, dat bij de gods dienstige opvattingen der geschiede nis eigenaardige vormen aanneemt. 10. Het christelijk onderwijs moet deze richting welbewust bestrijden, niet slechts om reden van opportuni teit en humaniteit, maar vóór alles op giond van zijn christelijk beginsel zelf. 11. Een en ander stelt bet christe lijk onderwijs voor de taak, om eener- zijds te waken tegen kleurl'ooze, ka- rakterlooze en verslappende z.g. neu traliteit. en anderzijds tegen gekleur de, eenzijdige, fanatieke partijdigheid. 12. Hiertoe is noodig, dat de leeraars en onderwijzers grondige kennis van de geschiedenis en van haar beginse len ontvangen en bezitten; daarbij be sef van de grenzen van kennis en oordeel; ten slotte zin voor de ge schiedenis als leerschool voor bet le ven, zoowel van den enkele als den Staat, de Kerk en eiken kring, waar in door de school echte volkskracht moet worden aangekweekt. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. De VOORZITTER deelt mede, dat op 6 Nov. een aantal wetsontwerpen zien terugkeeren en hem overal te missen. Zoodra de jonge meisjes terugge keerd waren, zochten zij Hedwig op. De ontmoeting was hlijde, maar toch weemoedig; Johanna was zeer ver anderd, zij scheen ernstig en stil ge worden; slechts zelden schertste zij met den overmoed van vroeger, maar allen vonden haar veel liever. Ook haar uiterlijk was veranderd, de dik ke krullen lagen in breede vlechten om het hoofd, al kroesten en tracht ten zij den ongewonen dwang te ont komen, zoodat bet inwendig streven naar ootmoed zich zelfs naar buiten openbaarde. De zware rouw maakte haar veel eenvoudiger en zachter, maar de uitdrukking van haar ge laat vooral deed haar lieftalliger zijn dan vroeger. Helena was dezelfde gebleven, ver standig, werkzaam en vriendelijk, maar te veel met zich zelve bezig om door haar vriendinnen gewaardeerd te worden zoo als haar zuster. De grootste bezigheid der jonge meisjes bestond nu in kousen breien voor de teruggekeerde soldaten, die vooreerst in de openbare gebouwen een goed heenkomen hadden moeten zoeken, en daar niet behoorlijk van warme kleeding en spijs voorzien werden. Er werden vrouwenvereenigingen opgericht om te zorgen voor de inva liden en voor de weduwen enweezen in de afdeelingen zal worden onder zocht. o.a. het ontwerp winkelsluiting, en dat op 7 November een aanvang zal worden gemaakt met de behande ling van de rijksbegrooting. Het wetsontwerp inzake de heffing van het mijnrecht wordt z. h. s. aan genomen. Hetzelfde geschiedt met het ontwerp betreffende de raden van be roep voor de directe belastingen. De gisteren voorgestelde motie-Drop tot instelling van een commissie van onderzoek naar de toestanden in de mijnen wordt verworpen met 57 tegen 21 stemmen. (Voor de s.-d. en de beer Arts). Daarna worden een aantal kleinere wetsontwerpen aangenomen. Daarna is aan de orde een ontwerp betreffende de toelating van hen, die het einddiploma bezitten der literair- occonomische afdeeling H.B.S.. tot universitaire examens (Indólogische studie). Een amendement-Moller tot beper king van de strekking en de tijdsduur van het ontwerp wordt verwerpen met 48 tegen 22 stemmen. Het ont werp wordt aangenoinen z. h. s. Motie-Vliegen. Voortgezet wordt de behandeling van de motie-Vliegen betreffende de huren van Woningwetwoningen. De heer VAN GIJN (Lib.) zal het aDtwoord der regeering verwachten alvorens zijn stem te bepalen. Spr. meent, dat de woningbouwver- eenigingen slechts een aanvullende taak hebben en dat bet bouwen in hoofdzaak aan de particulieren moet worden overgelaten. Spr. wijdt voorts eenige beschou wingen aan het rapport v. d. Bergh en meent, dat de steun voor hen, die dien steun werkelijk noodig hebben, moet worden verleend los vr t de woning wet. Met Rijksbijdragen dient alleen te worden gebouwd voor sociaal-ach terlijken. Mej. KATZ (C.-H.) constateert, dat bet gekomen is tot een chaos op bet gebied van de huren der woningwet woningen. Het zóu daarom goed zijn al^ deze zaak eens gesaneerd werd. Uit de motie zelf blijkt reeds, dat déze* zaak niet zoo eenvoudig is. Kan de regeering nu niet eens een commissie benoemen, die de kwestie grondig onderzoekt? De beer VERAART (R.-K.) acht de kwestie zeer urgent. Een oud zeer moet worden opgeruimd alvorens men de woningwet weer behoorlijk kan laten functioneeren. Het standpunt, door de heeren Vliegen en v. d. Bergh ingenomen, komt spr. door en door gezond voor. Spr. is zeer geneigd zijn stem aan de motie te geven. De heer OUD (V.D.) dringt aan op een welwillende houding der regie ring tegenover de motie, waarmede ook billijkheid betracht wordt tegen over de gemeenten. De Minister van iFnanciën, de heer DE GEER. antwoordt den beer Kamp-\ schoër, dat het oogenblik nog niet is aangebroken voor converteering der 5 pCt. leeningen. Het Rijk betaalt zelf nog 5.98 pCt. De heer Vliegen stelde het wel wat te eenvoudig voor, dat het geen verschil maakte of men ka pitaliseerde of bet bedrag op de be grooting brengt. Alles hangt af van de methode, die men volgt. De heer Vliegen zeide. dat de vereenigingen gehandicapt worden door de wijze waarop zij op de vingers gezien wor den door de regeering. Doch dit kan toch geen argument zijn om nieuw bouw tegen te houden. Controle moet er natuurlijk zijn. Ook spreker ge looft, dat nu ook het oogenblik is aan gebroken, aan de saneering te gaan werken. Echter moet men niet mee-* nen, dat een voorafgaand onderzoek niet noodig is. Daarom kan de Minis ter zich geheel vereenigen met den wensch van mej. Katz om voor deze aangelegenheid een commissie in te stellen, die met volledige voorstellen moet komen. De regeering is voorne mens een dergelijke commissie in te stellen. De heer VLIEGEN (S.D.) repliceert Hij neemt genoegen met de toezeg ging van den Minister en trekt zijn motie in. Hij hoopt, dat het rappoort niet lang zal uitblijven. De vergadering wordt verdaagd tot 7 November 1 uur. der gesneuvelden, en menigen avond kwamen de dames Van Steendorp én Van Bergheim daartoe bijeen. Zelden verliep er een dag, waarop de jonge meisjes elkaar niet zagen, ofschoon de afstand tusschen beider woningen veel grooter was dan vroe ger. Vooral Johanna vond geen weder to slecht, geen tijd te kort om naar Hedwig toe te gaan. Indien de smart haar niet zoo diep getroffen en alle vroolijkheid verbannen had, en ook Hedwig's hart niet vaak met vrees voor de toekomst en smart over den vervlogen droom vervuld ware ge weest, dan zou deze winter him veel meer genot verschaft hebben dan de drukke feesten en verstrooiinen van den vorigen Hedwig was blijde, dat zij haar be geerte kon voldoen en thuis blijven. .Haar vader vond het in zijn verander de omstandigheden onaangenaam, beleefdheden te ontvangen, die hq niet beantwoorden kon. Ook gevoelde bij zich menigmaal niet» wel^ waar schijnlijk hadden de heftige gemoeds bewegingen een nadeel i gen invloed uitgeoefend op zijn gezpndheid; en als bij van zijn bureau kwam keerde hij naar eigen haard terug, waar hij het liefst met de zijnen alleen was. Hedwig ondervond thans wat de vriendschap der wereld waard is. (Wor'di vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5