Dit nummer bestaat nit TWEE Bladen.
CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
9™ JARHGttNG
ZATERDAG 27 OCTOBER 1928
MUMMER 2578
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalI 2.50
Per weekI 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
EERSTE BLAD.
Bijltje 70 jaar.
De heer Verweijck, directeur-redac
teur van De Standaard, meer alge
meen bekend bij de lezers van ons
hoofdorgaan onder bet pseudoniem
„Bijltje", vierde gisteren zijn 70sten
verjaardag.
Gisteren mocht hij in den kring van
de naast belanghebbenden bij De Stan
daard dien heugelijken dag vieren.
Vandaag wordt de kring wat groo-
ter gemaakt.
Tot dien grooteren kring mogen wij
ons rekenen.
Daarom maken wij van deze gele
genheid gebruik, onzen veteraan har
telijk geluk te wenschen met dezen
leeftijd der „sterken".
Ja wel een der sterken.
Dat demonstreert zich niet alleen in
het getal jaren door den heer Verweijk
getorst, maar meer nog in den staat
van dienst aan de Standaard.
Bijna 45 jaren, waarvan ongeveer
35 als de rechterhand van Dr. Ivuyper.
Wie in de A. R, partij kan er zich
op beroepen zóó lang en zóó innig, dag
aan dag met onzen voortrekker te
hebben saamgewerkt?
Welk een eere, maar ook: welk een
kracht.
Daarom onze eerbiedige bewondering
en dank.
V Het oude voorbij?
De politieke hoofdredacteur van
„Het Vaderland" wordt niet moede,
het uit den treuren te herhalen, dat
de coalitie dood is. Men zou haast
gaan denken, dat hij er zelf aan twij
felt, want als ze inderdaad goed dood
was, behoefde hij er toch niet zooveel
woorden aan te verspillen om te be
wijzen, dat ze iieusch dood is en dat
men heelemaal niet bang behoeft te
zijn dat ze nog weer eens springle
vend zal worden.
De heer Roodhuyzen is voorstander
van een parlementair kabinet.
Er is al iets gewonnen, zoo ver
klaart hij, als wij in 1929 weer een
parlementair Kabinet zullen krijgen,
maar blijvende saneering van den toe
stand geeft dat niet. Die is alleen te
verkrijgen, naar onze bescheiden
meening, als onze staatslieden er zich
wel van zullen doordringen, dat de
oude normen niet meer kunnen die
nen; dat men sinds 1920 op onze po
litiek het bekende woord kan toe
passen, dat het oude is voorbij gegaan
en alles is nieuw geworden.
Waarom juist 1920?, zoo gaat hij
voort. Omdat tóen de oplossing van de
Schoolkwestie, waarover Cort van
der Linden reeds in 1913 de voorberei
dende maatregelen nam, finaal is ge
worden. En het wil ons voorkomen,
dat de beteekenis van dit feit lang
niet altijd op haar volle waarde wordt
geschat. Jarenlang, men kan zonder
te overdrijven van meer dan een hal-
V- eeuw lang spreken, heeft de School
kwestie onze politiek geheel be-
heerscht, en op de partijformatie haar
overwegenden invloed doen gelden.
Door de aanneming der Schoolwet
van dr. De Visser, die de bevrediging
bracht, is het .cement dat Rechts te
zamen bond, en ook voor het samen:
gaan van Links nooit geheel zonder
beteekenis werd weggevallen, en de
kans op een meerderheid in het Par
lement, die, hoe ook inwendig ver
deeld, bereid is voor een gezamenlijk
verlangen hetzelfde vaandel te volgen,
is voorgoed verkeken. En het is zich
niet weten losmaken van de oude nor
men om nog naar zulk een meerder
heid te verlangen.
Natuurlijk is het niet onmogelijk de
Coalitie nog een keer in elkaar te
zetten, en misschien is het zelfs zeer
wenschelijk, om zoo duidelijk moge
lijk te doen worden dat na de oplos
sing van de Schoolkwestie zulk een
verbond geen zin meer heeft. Maar
wie het kunststuk zal weten te ver
richten, om ten slotte Van Wijnbergen
en Schokking iarme Schokldng
in één zak te kriigen, zal naar onze
rrieening zoo weinig pleizier van zijn
vaardigheid beleven, dat hij het nooit
voor een tweeden keer zal wagen.
Blijvende saneering van den door
it deren der zake kundige als vicieus
gebrandmerkten politieken toestand
zal een eventueel herstel van de Coa
litie naar onze meening dan ook niet
geven.
Tot zoover de hoofdredacteur van
het „Vaderland". Hij ziet den toestand
voor de coalitie wel donker in, en zijn
vonnis „verouderde normen" klinkt
wel ontmoedigend voor wie nog op
herstel van de samenwerking der
Christelijke partijen hoopten,
Wat is echter de fout van den heer
Roodhuyzen? Dit, dat hij geen onder
scheid maakt tusschen oorzaak en
gevolg. Hij is de toeschouwer die niet
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ADVERTENTIE -PRIJS
Gewone Advettentiên per regel 227t cent
Ingezonden Mededeelongen dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Advertentiën - bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woordeU, worden da
gelijks geplaatst «<L 40 cents
verder ziet dan de oppervlakte. Voor
het diepere, dat aan den verschij
ningsvorm ten grondslag ligt, heeft
hij geen oog.
De strijd voor de vrije school is wel
een voornaam programpunt, doch niet
het een en het al geweest voor de
Christelijke partijen, niet de eenige
reden voor hun samenwerking. Die
ligt dieper.
De eigenlijke kwestie, waar het om
ging en waar het nog steeds om gaat
en waar het om zal blijven gaan, zoo
lang er de strijd is tusschen het slan
genzaad en het Vrouwenzaad, is de
vraag, of God ook op het terrein der
Staatkunde moet gediend en beleden
worden.
V Wat dan?
Een coalitie- of, anders gezegd, een
rechtsch kabinet acht de heer
Boodhuyzen alzoo tot de onmogelijk
heden te behooren, in elk geval zou
zoo'n ministerie geen levensvatbaar
heid bezitten; die tijd is voorbij.
Hetzelfde, zoo gaat hij voort, geldt
voor het Roomsch-Rood ministerie;
er zit geen kracht in iets, wat slechts
als „uiterste noodzakelijkheid" wordt
aanvaard. En evenmin voelen wij iets
voor dat samengaan van alle demo
craten; het is meer dan dertig jaar
geleden, dat ook wij ons daarvan een
illusie maakten, maar het samengaan
van de liberale en de anti-revolutio
naire Takkianen in 1894 heeft ons
daarvan genezen. Het samengaan van
alle democraten als leus lijdt toch aan
twee misvattingen; de eerste is deze,
dat iemands levensbeschouwing al
leen door zijn democratie zou kun
nen worden heheerscht; de tweede is,
dat democrat'» veej minder beginse;
is, dan wel de richting, die men aan
de toepassing van zifix beginsel wil
geven.
Dit zijn zeer juiste opmerkingen,
waarmee wij volkomen accoord gaan.
We zijn evenwel nog niet verder ge
komen; de vraag is: wat dan? Op
welken grondslag moeten we dan een
parlementair Kabinet krijgen?
De schrijver ziet in het Voorloopig
Verslag van de Algemeene Beschou
wingen over de Staatsbegrooting één
lichtpunt, en wel dit, dat daarin wordt
gesproken van een normaal Kabinet,
berustende op een meerderheid of
groote minderheid in het
Parlement.
Die laatste uitdrukking „groote
minderheid" is het verblijdende en
verlossende woord.
Wij zijn allen veel te lang blijven
vastzitten in het optelsommetje, dat
tot 51 moest brengen. En het zonder
linge deed zich in ons staatsleven
voor, dat waar noch Mackay, noch dr.
Kuyper, noch de Meestor, noch Cort
van der Linden geaarzeld hebben het
bewind te aanvaarden met een Eerste
Kamer die in meerderheid hun poli
tieke tegenstander was, men maar al
tijd in de Tweede Kamer, ook toen dit
geen zin meer had, aan de zooveel
minder heteekenende numerieke
meerderheid bleef vasthouden.
De formateur van de naaste toe
komst zal de man moeten zijn die het
grootste aantal Kamerleden achter
zich heeft, de man van invloed, tegen
over wien niemand iets gelijkwaar
digs heeft te zetten. En daardoor
worden tal van combinaties mogelijk,
gedragen door eenswillendheid om
trent, in het tijdperk dat zich dan
opent, bereikbare zaken van gewicht.
En wie ons zou tegenwerpen, dat zoo'n
ministerie altijd op den schopstoel
zit, omdat er zich elk oogenblik eene
toevallige meerderheid kan vormen,
die zijn levensdraad afsnijdt, houdt
met één zaak geen rekening. En die
is, dat wanneer die to-evallige meer
derheid zich niet zou bekommeren om
de hopelooze crisis, die zij daardoor
zou uitlokken, zij het wezen van den
parlementairen Staat zeiven zou on
dergraven. En dat niet betreurd wordt
wié in koelen bloede zelfmoord be
gaat.
Nu zou men tegen deze redenee
ring in de eerste plaats kunnen aan
voeren dat het toch wel wat erg naïef
is, van een „toevallige meerderheid"
te verwachten dat zij geen hopelooze
crisis zou uitlokken. De parlemen
taire geschiedenis der laatste jaren
beeft bewezen, dat men daar niet te
gen opziet, denk b.v. maar aan de
„Av.valli0~ -erderhcl^ die door de
aanneming van het voorstel-Kersten
het kabinet-Colijn ten val bracht. Is
er ooit een crisis uitgelokt die aan het
parlementairisme meer kwaad gedaan
heeft?
Een ander bezwaar vervolgens is, dat
men op de wijze als door den heer
Roodhuyzen voorgesteld .eigenlijk tel
kens een regeering van een „toeval
lige minderheid" heeft, die het over
bepaalde practische punten eens zijn.
Waarom dan maar niet naar een
„toevallige meerderheid" gezocht?
Alle stabiliteit is op die manier uit
ons parlementair leven verdwenen, 't
Gaat van de eene toevallgheld naar de
andere toevalligheid.
Doch het allergrootste bezwaar te
gen deze „oplossing" is dat niet het
oordeel over enkele practische vraag-
grondslagen van ons volksleven de
allesbeheerschende factor moet zijn in
de politiek.
De groote strijd in de wereldge
schiedenis is nu eenmaal de strijd
tusschen geloof en ongeloof. Op alle
terrein des levens, ook in de staat
kunde.
H. K. H. PRINSES JULIANA.
H. K. H. Prinses Juliana heeft het
haar aangeboden eerelidmaatschap
van het Leidsche Pilgrimfathersge-
nootschap aangenomen.
ANTIREVOLUTIONAIRE KIES-
VEREENIGING.
Sneller dan men denkt, komt weer
de dag, waarop beslist wordt volgens
welke beginselen ons volk gedurende
de volgende vier jaren zal worden ge
regeerd.
En het is begrijpelijk, dat de tijd, die
nog rest voor den verkiezingsdag voor
leden van de Tweede Kamer in 1929,
uitgebuit moet worden.
Meer dan de andere jaren zal onze
Kiesvereeniging van hare leden veel
vergen. Enkele ledenvergaderingen zul
len noodig zijn om het vele, dat aan
de Kamerverkiezingen voorafgaat te
hespreken.
Zoo is nu a.s. Vrijdagavond 2 No
vember weer een ledenvergadering in
een der zalen van De Burght.
Alsdan komt aan de orde de wijze
van candidaatstelling, zooals het Cen
traal Comité die heeft voorgesteld.
De heer J. Karstens, die in deze ma
terie is doorkneed, zal de noodige toe
lichting verschaffen.
Ten tweede zal hét program van ac
tie, dat de „Nieuwe,Leidsche Courant"
in zijn geheel heeft afgedrukt, worden
besproken, terwijl de voorzitter, de
heer G. Kuyper, daarvan enkele pun
ten kort zal toelichten.
Dan is er nog een bestuursverkie
zing, waar een vacature nog steeds
niet vervuld is.
Alles te zamen een belangrijke ver
gadering.
Te verwachten is dan ook, dat de le
den in grooten getale zullen opkomen,
zoowel om de belangrijke agenda, als
ook om eens kennis te maken met de
uitstekende gelegenheid tot vergade
ren, die de zalen van de gerestaureer
de Burght bieden.
HET RIJKS-PSYCHOPATHEN-ASYL.
Naar wij vernemen, zal tot directeur
worden benoemd, van het den eersten
November te openen Rijks Psychopa-
then-asyl, Dr. J. Scholtens, le genees
heer aan de Bijz. Strafgevangenis te
Scheveningen en tot adjunct-directeur
Dr. D. Wiersma, conservator bij de
Psychiatrisch-neurologische kliniek
te Groningen.
De minister van Justitie, Mr. Don-
ner, die Donderdag het gesticht met
een rede zal openen, zal Maandag 29
dezer het gesticht bezoeken, teneinde
dit vooraf in oogenschouw te nemen.
MEVROUW SCHOKKING OVER
MAROKKO.
Op uitnoodiging van den Ned. Chr.
Vrouwenbond hield gisteravond in de
Nutszaal Mevr. J. Schokking-Meteler-
kamp van Katwijk een lezing met
lichtbeelden over Marokko, in welk
land zij in den afgeloopen zomer eeni-
gen tijd vertoefd heeft.
De presidente, Mevr. Riemens, opende
de vergadering, liet zingen Ps. 33 vs.
11, ging voor in gebed en heette ver
volgens de aanwezigen welkom, in 't.
bijzonder de spreekster van heden
avond, die de oprichtster is van de
plaatselijke afdeeling van den N. C.
V. B..
Mevr. Schokking, hierna aan het
woord komende, gaf op onderhouden
de wijze haar indrukken weer van het
Westersche rijk van den Islam, zoo vol
van mysterie, met zijn schilderachtige
witte steden, zijn merkwaardige bevol
king in Oostersche kleedij en zijn weel-
derigen plantengroei.
In Marokko treft ons het contrast
van de moderne beschaving, er door
de Franschen gebracht, en de middel-
eeuwsche, ja wellicht nog oudere in-
heemsche cultuur.
In Tanger maakte spr. het eerst
kennis met de Oostersche wereld; toch
is Tanger een internationale stad, die
door groote aantallen toeristen wordt
bezocht en waar veel Europeanen wo
nen.,
Van Tanger ging spr. naar Fez, een
treinreis, die 10 uren duurt.
Fez is de hoofdplaats van Noord-
Marokko en de residentie van den sul
tan; het is een zeer oude, door en door
Arabische stad, die voor den Wester
ling een zeldzame bekoring bezit.
Spr. bezocht vervolgens Rabat, een
badplaats, waar veel Fransch leven is;
Marrakech, de oude hoofdstad van 't
Zuiden van Marokko, tevens de stad
der amusementen; Casablanca, een
goeddeels Fransche stad; ook bracht
spr. een bezoek aan het Atlasgebergte
met zijn eeuwige sneeuwtoppen, aan
welks andere zij dé de Sahara ligt.
In deze streek wonen de Berbers, 'n
nog niet onderworpen stam, die nog
veel slaven houden.
De bevolking van deze landen is
Mohammedaiansch; hun godsdienst
bestaat in bidden, vasten en het geven
van aalmoezen.
Wat de Christenen betreft, is de Ka
tholieke Kerk er sterk; Protestanten
vindt men er zeer weinig.
Spr. eindigde met den wensch uit
te spreken, dat de Marokkanen, die
thans ondergaan in zinnelijkheid,
Christus mogen leeren kennen als ook
hun Heiland en Heere.
De presidente dankte Mevr. Schok
king voor haar bijzonder belangwek
kende lezing, die met mooie lichtbeel
den werd toegelicht en sloot daarna
de vergadering met dankzegging, na
dat eerst nog gezongen was Gezang
180 vers 1.
NEDERLANDSCH HISTORISCH
NATUURWETENSCHAPPELIJK
MUSEUM.
In de maand Augustus van dit jaar
is een stichting tot stand gekomen,
die bovengenoemden naam draagt.
Volgens artikel 2 der statuten is het
doel der stichting: „het verzamelen
van instrumenten, werktuigen, pre
paraten, documenten, en andere voor
werpen, welke van belang zijn voor
de geschiedenis der natuurwetenschap
pen, deze voorwerpen te beheeren, we
tenschappelijk te beschrijven en te be
waren in een te Leiden te vestigen en
te onderhouden voor allen toeganke
lijk museum".
Het bestuur wordt gevormd door de
heeren: Mr. A. van de Sande Bakhuy-
zen, president-curator der Leidsche
Universiteit en burgemeester van Lei
den (benoemd door het college van
Curatoren der Leidsche Universiteit);
Prof. Dr. W. J. de Haas, hoogleeraar-
directeur van afdeeling II van het Na
tuurkundig Laboratorium te Leiden
(benoemd door den Senaat der Leid
sche Universiteit), Prof. Dr. W. de Sit
ter, hoogleeraar-directeur der Leid
sche Sterrenwacht; Dr. C. Lely, oud-
minister van Waterstaat; Dr. F. G
Waller, president-commissaris der -Ne-
derlandsche gist- en spiritusfabriek te
Delft (de laatste drie benoemd door
het Algemeen Bestuur der Koninklijke
Academie van wetenschappen).
Na lezing van het bovenstaande zal
men zich wellicht afvragen, wat de
reden is geweest, dat men thans deze
nationale stichting tot stand heeft ge
bracht.
Als antwoord op deze vraag di'ene,
dat het aan de stichters en bestuurs
leden bekend is, dat zich in verschil
lende, voornamelijk universitaire Rijks
instellingen, musea, en ook bij parti
culieren een groot aantal instrumen
ten, praeparaten, enz. bevinden, af
komstig van de beroemdste vertegen
woordigers der natuurwetenschappen
wij noemen slechts Leeuwenhoek,
Christiaan Huygens, 's Gravesande, de
Mussenbroeks, e.a. of op andere
wijze van groote waarde voor de ge
schiedenis der natuurwetenschappen,
voorwerpen, die thans weinig worden
gezien en nog veel minder worden be
studeerd, en dat zich bij hen de over
tuiging heeft gevestigd, dat deze voor
werpen, enz., verzameld en naar den
eisch in een museum tentoongesteld,
•een verzameling van den allereersten
rang zouden vormen, die bij het ont
wikkelde publiek stellig op een groo
te belangstelling zou kunnen rekenen.
Een dergelijk museum te stichten is
thans een dringende e'isch. Veel toch
van wat er had kunnen zijn, is helaas
in den loop der tijden door onkunde
of verwaarloozing verloren gegaan,
doch wat er nog over is, is buitenge
woon belangrijk en alleen in een mu
seum zal alles voor goed veilig zijn
en behoed voor verwaarloozing en on
dergang.
Tenslotte zal de stichting van dit
museum een daad van piëteit zijn, een
hulde van het Nederlandsche volk aan
de nagedachtenis van zijn groote man
nen, die in vroeger eeuwen Neder-
land's wetenschappelijken naam heb
ben hoog gehouden.
Het bestuur zou zich gelukkig ach
ten, wanneer zijn plannen de sympa
thie van de regeering en van het Ne
derlandsche volk zouden kunnen ver
werven; mocht dit het geval blijken
te zijn, dan zou het gegronde hoop
kunnen koesteren met hulp der regee
ring binnen afzienbaren tijd een ge
schikt gebouw te verwerven, waar-
Binnenland.
Toezegging der regeering van een
onderzoek inzake den vereenigingswo-
ningbouw.
De nienwe posttarieven.
Prinses Juliana eerelid van het Pil
grim Fathers Genootschap.
Buitenland.
Nadere bijzonderheden over 't spoor
wegongeluk op den Balkan.
Duitsche kabinetszitting over de her
stelkwestie.
Dreigende ministercrisis in België.
De „Graf Zeppelin" zal Maandag of
Dinsdag naar Dnitschland terugkee-
ren.
door de verwezenlijking van deze
plannen mogelijk zal worden.
DE STEM VAN ROME'S OUDSTE
KERKEN.
Men verzoekt ons de aandacht te
willen vestigen op de in ons- blad van
hedenavond opgenomen advertentie,
betreffende de lezing met lichtbeelden
op Dinsdag 30 October ais., des avonds
te 8.30 uur, in de groote Stadsgehoor
zaal, door Pater F. Hendrichs S. J.
Deze zeer belangrijke lezing, die bo-
venstaanden titel draagt, is het resul
taat van diepgaande studiën ter plaat
se.
Aan de hand van een honderdtal
hoogst interessante lichtbeelden, voert
de Zeer Eerw. spreker ons langs de
oudste kerken van het Rome uit de
eerste Christeneeuwen.
Het geheel belooft een interessante
en boeiende avond te worden.
Voor vei'dere bijzonderheden verwij
zen wij naar do advertentie.
HET BERNER-OBERLAND EN
WALLIS.
Voor de Vereeniging tot Bevorde
ring van Bouwkunst, hield de heer
J. C. Christiaanse alhier, Donderdag
avond in de Nutszaal een lezing met
lichtbeelden toegelicht, overbovenge
noemd onderwerp.
In zijn inleiding wees spr. er op, dal
Duitschiand voor talloos velen geeste
lijk en lichamelijk een oord der ver
kwikking is geweest.
Meermalen was het een toevlucht
voor velen, die door het volbrengen
der zware levenstaak alle hoop en il
lusies verloren hadden, en die door de
majesteit der eeuwige bergen en de in*
drukwekkende stilte en vrede, welke
er heerschen in eindelooze sneeuw- en
gletschervelden, zich weer voelden ge
schraagd door de Almacht.
Wij maken kennis met het prachti
ge Thunermeer, waarvan de blauw
groene wateren de sneeuwtoppen weër
spiegelen en waar de schilderachtige
dorpjes vertrouwelijk rusten tegen do
rotswanden
Wij bezbeken even Interlaken, niet
om de mondaine weelde van deze bad
plaats nog eens alis vroeger te höoren
schetsen, maar enkel om de beroemde
bloemenklok te bezichtigen, die even
wel in baar bonte schoonheid niet
haalt hij de pracht van Hollands bloe
menweelde in de bollenstreek.
We zien de waterval van de Stauh-
bach, waarvan bet water door zijn val
over de rotsen tot een breeden, waalen
den sluier verstpift.
Maar bet dpel is het hoogstgelegen,
hotel van Europa, het Junkfraujoclu
Op verschillende wijzen kan men het
hotel bereiken: door middel van den.
electrischen tandradbaan, die zich in
spiraalvormige windingen bm den ge
weldigen bergklomp slingert en immer
wisselende', altijd even verrassende eü
treffende panorama's biedt.
Maar de toerist, die van bergsport
houdt en over uithoudingsvermogen
beschikt, neemt liever den Geurmi-
pas.
Spr. vervolgde met zijn reisgenoot
eenmaal dien weg en wij volgen hem
geboeid, terwijl de lichtbeelden ons 'n
indruk geven van de machtige berg
wereld.
Na de pauze leidde spr. ons eerst
van het Italiaansche Isella naar Brieg,
om vanuit het zuiden, het kanton Wal
lis den 22 K.M. langen Simplonweg te
bestijgen en zoo het doel te bereiken:
een tocht niet zonder groote gevaren.
We bereiken met hem dé Concordia-
hütte, waarheen over sneeuw- en ijs
velden heen, geregeld een aantal ste
vige Zwitsers 10 uren heen en terug,
belast en beladen de levensmiddelen
voor de bewoners van het hotelletje en
de toeristen brengen,
En deze menschen, met hun fris-
schen, zuiveren zin en hun stalen