plaats, welke weer een gezellig karak ter droeg, met muziek, zang en gym nastiek op het programma; de heer .Vogel gaf enkele voordrachten. EEN CHR. TUINBOUWSCHOOL TE ENKHUIZEN? Te Enkhuizen zijn in den laatsten tijd pogingen gedaan om te komen tot de op richting van een lagere tuinbouwschool. Dit zou een neutrale zijn. Dezer dagen is echter op initiatief van den heer A. Zwaan, hoofdbestuurslid van den Chr. Boeren- en Tuindersbond een vergadering belegd om te geraken tot een Christelijke school. Deze vergadering heeft aanvankelijk zeer goede resultaten gehad. De organisatie, die thans een neutrale school bevordert, en ook de burgemeesters van Urk en Enkhuizen, verklaarden zich voor een Christelijke school, wanneer de meerderheid der ouders dat verlangt.'Het is zoo goed als zeker, dat de groote meer derheid der a.s. leerlingen Christelijk zal zijn, zoodat er goede kans is, dat er te Enkhuizen een Chr. school komt. STATEN-GENERAAL, TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Interpellatie-v. d. Heuvel. Na de installatie van het nieuwe lid dr. I. H. J. Vos, wordt voortgegaan met de behandeling van de interpella tie-Van den Heuvel over den toestand van de suikerindustrie. De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.) repliceert en acht het antwoord van den Minister niet onbevredigend, doch vraagt overlegging van het rap port of de conclusies van de betreffen de commissie. Spr. uit de hoop, dat de Mühister niet zal wachten met maat regelen tot een misère is ingetreden. De heer EBELS (V.D.) betwijfelt of in de suikerindustrie een noodtoe stand bestaat. Spr. vraagt een nader onderzoek naar den landbouw-technischen stand van het vraagstuk, o.m. de overwe ging van bietenbouw op zandgrond. De heer J. VOS Azn. (R.-K.) herin nert aan de bescherming in andere landen en wenscht voor ons land be scherming van de suikerindustrie. De beer LOVINK (C.-H.) dringt eveneens aan op overlegging van het rapport der commissie en vestigt de aandacht op de toeneming van de riet suikerindustrie, waardoor de bieten cultuur achteruitgaat. Indien de regeering het rapport niet wil overleggen, vraagt spr. een com missie, die op korten termijn advies wil geven. De-heer BIEREMA (Lib.) acht steun van overheidswege geenszins noodig. Wel zijn de suikerprijzen laag, doch 3de opbrengst der bieten was dit jaar niet onbevredigend. Wel gelooft spr., dat de bietenbouw zou worden inge krompen. doch hij meent dat protec tie niet dienstig is. De heer VAN DER SLUIS (S.D.) wijst op de bijzondere grilligheid der suikerprijzen. Even grillig is de uit- keering van den Bond van Coöp. Sui kerfabrikanten aan de boeren. De grond is een sterk speculatief object geworden. Men wil de pacht, die veel te hoog is, veiligstellen door middel van een toeslag van regeeringswege op den suikerprijs. Spr. kan daartoe niet medewerken. De oogst is zeer goed geweest en de opbrengst voor 1928 is ook goed. Misschien kan men de pro ductie per H.A. opvoeren. Is de grond, de mest, het zaaizaad in orde? Spr. betwijfelt dit. Laat de regeering deze dingen eens goed be kijken. De heer KORTENHORST (R.-K.) dringt ook aan op de overlegging van het betreffende rapport aan de Kamer. Wellicht verdient het aanbeveling de behandeling van de interpellatie te schorsen totdat het rapport voldoende kan zijn bestudeerd. De heer LEENSTRA (A.-R.) betoogt, dat allen het er over eens zijn, dat de ongelijke concurrentie tusschen de landen moet worden weggenomen en dat de conventie van Brussel weer te rugkeert. De Regeering moet maatre gelen nemen om de bietencultuur te redden. De heer LOERAKKER (R.-K.) be grijpt niet hoe men er aan kan twij felen, dat de bietenbouw bedreigd wordt. Hij is in de laatste jaren be langrijk teruggeloopen. Bij de tegen woordige prijzen- kan de productie niet gehandhaafd worden en komt daarin geen verandering, dan kan men rekenen op een sterke inkrim ping. De slechte positie der landarbei ders is een gevolg van het gebrek aan werkgelegenheid; hoe moet het gaan als weer een stuk werk wordt wegge nomen? Het zou zeer onvoorzichtig zijn als men het liet aankomen op een in ternationale regeling. De heer BRAAT (P.B.) noemt de suikerindustrie een der belangrijkste landbouwproducten. Er wordt in die industrie f 200 per H.A. aan arbeids loon betaald, zij geeft de binnenschip- perij, de kunstmestfabrieken e.a. werk, terwijl zij een hoog bedrag aan accijns opbrengt. De suikerindustrie is de kurk waar de landbouw op drijft. Alle omringende landen beschermen deze industrie, wij alleen niet en toch zouden wij de industrie kunnen steu nen door van den accijns een paar gulden aan de verbouwers terug te geven. Spr. bepleit verhooging van de invoerrechten, verlaging van den accijns en een garantie voor den pro ductieprijs. waardoor de productie zal worden bevorderd. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, zegt toe, dat het rapport der interdepartementale commissie op de griffie Zal worden neergelegd. Wanneer dat rapport niet voldoende landbouwtechnische gegevens bevat is spr., in antwoord op een vraag van den heer Ebels, bereid een speciale commissie daarvoor door de directie van den landbouw te doen instellen. Aan een hernieuwde discussie der Kamer over dit onderwerp heeft de Regeering geen behoefte. Spr. her haalt, dat er geen zekerheid bestaat, dat er thans een noodtoestand be staat. De Regeering zal na kennisne ming van het rapport der interdeparte mentale commissie, haar houding vaststellen. Hangende deze vergadering heeft spr. een telefoon uit Genève ontvan gen, waaruit hij afleidt, dat het in derdaad in de bedoeling ligt alle pro- duceerende landen in het internatio naal overleg op de komende confe rentie te betrekken. De heer v. d. HEUVEL repliceert. Interpellatie-Drop. Aan de orde is de interpellatde-Drop in verband met de toestanden in het mijnbedrijf, oo knaar aanleiding van het adres, dat 20 September 1928 is rondgezonden, het in den laatsten tijd weer stijgend aantal ongevallen met doodelijken afloop en het ongeluk, dat 13 Juli j.l. in de mijn Hendrik heeft plaats gehad. De heer DROP (S.D.) betoogt, dat hij, naarmate hij meer op de hoogte komt van de details van het mijnbe drijf, tevens meer wordt doordrongen van de noodzakelijkheid eener verbe tering van de rechtspositie der mijn werkers. Spr. stelt daarna, eenige vragen, die hij met talrijke voorbeelden toelicht. De Minister van Waterstaat, de heer VAN DER VEGTE, sluit zich aan bij de woorden van deernis over het ongeluk in de mijn „Hendrik" en kan zich begrijpen, dat daarna de ge dachte opkwam: nu zullen we wel gauw een onderzoek krijgen. Natuur lijk is onmiddellijk een onderzoek naar het ongeluk ingesteld en toen de heer v. d. Waerden vroeg of de rap porten daarover konden worden ge publiceerd, was spr. geneigd aan stonds daarop bevestigend te ant woorden. Evenwel, nog voor dit kon geschieden vroeg de heer Drop zijn interpellatie aan, hetgeen spr. wel heeft verwonderd. Waarom daarmee niet gewacht? Spr. erkent, dat het aantal ongeval len met doodelijken afloop dit jaar niet in dalende lijn is gegaan en toch moet men voorzichtig zijn met 't trek ken van conclusies. Want men moet het aantal ernstige ongevallen bekij ken, niet alleen de doodelijke. omdat deze ongevallen van gelijken aard zijn en er alleen een gradueel verschil is in dien zin, dat een steenstorting iemand een arm of been, maai" ook het hoofd kan verbrijzelen. En het aantal ernstige ongevallen is niet zoo danig, dat men van grootere onveilig heid kan spreken. Spr. vraagt zijn rede te mogen af breken. De vergadering wordt te 5.20 uur geschorst tot 's avonds 8 uur. Avondvergadering. De Minister van Waterstaat, de heer VAN DER VEGTE zet zijn 's middags afgebroken rede voort. Spr. merkt op, dat het streven, zoowel van de staats- als van de particuliere mijnen er op gericht is om het percentage van de veiligheid zoo hoog mogelijk op te voeren. Met den interpellant hoe wel zijn standpunt niet dat van spr. is streeft spr. dus naar hetzelfde doel. Alleen gelooft spr. dat de door interpellant gedachte weg niet de juiste is. In de reglementen ligt alles wat de mijnwerker noodig heeft, om zijn recht en zijn positie te bevorderen. Dat recht hebben zij, om er zooveel mogelijk gebruik van te maken. Spreker vindt geen onderzoek, zoo als door den interpellant wordt be doeld, noodig. De heer DROP (S.D.) repliceert en dient een motie in, waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat een onderzoek naar de arbeidstoestanden in het mijnbedrijf gewenscht is en waarin zij de regeering uitnoodigt een commissie voor een zoodanig on derzoek in te stellen. De heer HERMANS (R.-K.) dringt aan op herziening van het mijnregle ment, waarop hij sinds 1918 elk jaar opnieuw heeft gewezen. De Minister doet ten dezen aanzien echter niets. Alle veiligheidsvoorschriften in het mijnreglement zijn gebaseerd op de toestanden van 1906, toen het regle ment tot stand kwam. Die toestanden hebben zich aanmerkelijk gewijzigd en daarom is ook het mijnreglement ten zeerste verouderd. Wat tenslotte het in de motie ge vraagde regeeringsonderzoek aan gaat, beantwoordt spr. met de groote meerderheid der geoganiseede mijn werkers de vraag of zulk een onder zoek noodig is, ontkennend. De heer BAKKER (C.-H.) zegt dat het van belang is, vooral voor de in validen, dat een goede rechtspositie voor de mijnwerkers geschapen wordt Met den heer Hermans is spr. van meening, dat getracht moet worden naar een herziening van het mijnre glement. Ook acht hij een onderzoek als in de motie wordt gevraagd, niet noodig. De heer L. L. H. DE VISSER (C.P.) acht een onderzoek naar de toestan den in de mijnen dringend noodzake lijk. Er moet echter worden vastge steld, wie dat onderzoek zal leiden en voorts moet een termijn worden be paald binnen welken zoodanig onder zoek zal moeten worden ingesteld. Wanneer dat de bedoeling der mo tie is, zal spr. volgaarne zijn stem daaraan geven. De heer SMEENK (A.-R.) hoopt, dat de Minister in staat zal zijn, het rap port over het ongeval in de Hendrik zóó tijdig over te leggen, dat bij de behandeling der Waterstaatsbegroo- grooting daarover zal kunnen worden beraaadslaagd. Spr. heeft tot dusver sterk den indruk gekregen, dat hierbij een overtreding van het Mijnreglement heeft plaats gehad en dat het Staats toezicht te kort is geschoten. Ook heeft het ongeval bij spr. de overtuiging gewekt, dat de bevoegd heden van de arbeidscontroleurs die nen te worden uitgebreid. Wat het in de motie gevraagde on derzoek betreft, vraagt spr. of daarin niet een zeker wantrouwen gelegen is en verder een soort onmondig ver klaren van de vakvereenigingen. Vol gens hem verdient een zoodanig on derzoek geen aanbeveling. De MINISTER dupliceert. Spr. merkt op, dat hij uit het feit, dat de motie, die de heer Drop heeft in gediend, door geen enkele andere vak- vereeniging is ondersteund, sterk den indruk heeft gekregen, dat de wensch naar een onderzoek in de mijnstreek lang niet algemeen is. Voorts zegt spr., dat hij nog eens ernstig zal nagaan, of er ten aanzien van wijziging van het Mijnreglement voor hem nog een taak is weggelegd. De heer DROP tripliceert. Spr. handhaaft zijn motie en merkt nog op, dat het door hem gevraagde onderzoek natuurlijk op geheel on partijdige wijze en goed moet worden geleid. De interpellatie wrdt hierna gesloten De stemming over de motie wordt bepaald op heden bij den aanvang der vergadering. Motie-Vliegen. Aan de orde is vervolgens de motie van de heeren Vliegen en Van den Bergh betrefende regeling van de hu ren der z.g. Woningwetwoningen. De heer VLIEGEN (S.D.) merkt op, dat de toelichting der motie zich in hoofdzaak kan bepalen tot een schets der situatie. Spr. acht het van groote beteekenis dat de woningwetvereenigingen in de positie, waarin zij begonnen te komen in 't begin van den oorlog, worden her steld en in die positie worden gehand haafd. We moeten op het gebied der woningvoorziening werd in normale banen komen, en waar we staan voor het feit, dat de in de afgeloopen tij den uitgègeven kapitalen bij lange na niet door de opbrengst der huren kunnen worden gedekt, staan we vol gens spr. voor de noodzakelijkheid om te gaan normaliseeren. Wel worden de tekorten van de ko- ningwetvereenigirigen betaald door het Rijk en de gemeênten, maar daar om gaat het bij spr. niet. Immers voor hem is het van belang, dat de woning bouwverenigingen weder worden ge bracht in de belangrijke positie, welke haar bij de wet is toegekend. De bouwvereenigingen moeten weer op eigen beenen worden gesteld, met eigen verantwoordelijkheid tegenover de schuldeischers en met volle mede^ zeggenschap in eigen kring. Hoe de verenigingen zelf thans haar posite voelen, blijkt wel uit de sterk ver minderde activiteit dier verenigin gen. Tal van voorschotten wirden niet meer opgenomen, omdat de animo er uit is, hetgeen een gevolg is van het feit, dat de vereenigigen zich totaal afhankelijk weten van de ambtena ren. In ons land heerschte een ontzet tende toestand op woninggebied en tot het begin van den oorlog werkten de woningbouwverenigingen in de goede richting om in dien toestand verbeterng te brengen. Daarna is ech ter de ontwikkeling, naar betere toe standen geëindigd en thans is het meer dan tijd, dat de woningbouw verenigingen zich weder met ernst aan haar taak gaan wijden. Wanneer de tot dusver gebouwde woningen worden gebracht op norma le waarde, dan zou het neerkomen op een betaling van 180 millioen door het Rijk en 60 millioen door de ge meenten. Wanneer de thans telken jare op de begrooting uitgetrokken bedragen voor het betalen der tekor ten worden gekapitaliseerd, dan komt men tot een bedrag, dat niet veel van bovengenoemde bedragen verschilt. Daarom zal het bedrag, dat thans op hoofdstuk X voorkomt als bijdrage in de tekorten, kunnen worden over gebracht naar hoofdstuk Vila als ren te en .aflossing van een nieuwe schuld Spr. merkt nog op, dat de bouw van arbeiderswoningen niet geschiedt door particulieren, omdat dezen niet zon der winst gaan bouwen. Daarom moet deze bouw worden overgelaten aan de woningbouwvereen., opdat spoedig een einde komt aan verschillende mis standen op woninggebi'ed. Aan die vereenigingen moet daarvoor weder haar zelfstandigheid worden terug gegeven, en spr. beveelt dan ook zijn motie bij de Kamer aan. De heer KAMPSCHOëR (R.-K.) be pleit de belangen der gemeenten en wijst er op, dat vele gemeenten lee ningen hebben aangegaan om tekor ten bij te passen. Deze leeningen kun nen veelal niet geconverteerd worden. Spr. beveelt de motie-Vliegen aan. De vergadering wordt verdaagd tot heden half twee. GEMENGD NIEUWS. Door kokende koffie verbrand. Het gezin van den arbeider C. te Barger-Oos- terveeh werd zwaar getroffen, meldt de „Asser Crt." Het plm. anderhalf jaar oude dochtertje kwam n.l. al schommelende in haar wieg in aanraking met de kachel, waarop een kan kokende koffie stond. De kan sloeg om en kwam in de wieg terecht. Het kind' bekwam zulke hevige brandwonden, dat het onder veel pijn aan de gevolgen is overleden. Aan de gevolgen overleden. De heer M. van Uden, die j.l. Vrijdag in den voor avond, terwijl hij op zijn fiets van zijn werk naar huis keerde, door een auto niet ver van zijn woning te Rosmalen werd overreden, is aan de gevolgen daar van overleden. In een put gevallen. Bij het uitschep pen van een zinkput is te Poeldijk de heer J. H. van V., in die put gevallen en gestikt, meldt de „Stand." Vermoedelijk heeft de reeds bejaarde man tijdens zijn werkzaamheden een beroerte gekregen. Autobotsing. Te IJmuiden (O.) zijn een luxe-auto uit Zaandam en een met visch beladen vrachtauto uit Amsterdam met .elkander in botsing gekomen. Beide voertuigen werden zeer ernstig bescha digd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Noodlottige val. De ongehuwde K. Wolt te de Punt (bij Groningen) is bij werkzaamheden op den zolder door een luik naar beneden gestort. Hij was onmid dellijk dood. Aanrijding. Te Haarlemmermeer is de 7-jarige P. I., toen hij van achter een wagen komend den weg wilde oversteken, aangereden door een voorbijkomende auto. Hij werd in- en uitwendig zwaar ge- w nd. Na door een dokter voorloopig te zijn verbonden, is hij'naar het St. Eli- sabethgasthuis te Haarlem overgebracht. Ongeluk. De 18-jarige J. B. uit de Istac Hubertstraat is gisterenmiddag op den West-Zeedijk te Rotterdam bij het springen van een sleeperswagen onder een motorwagen van lijn 7 geraakt. Met ern stige verwondingen aan hoofd, rug en le dematen is hij in het ziekenhuis aan den Coolsingel ter verpleging opgenomen. Overreden en gedood. Door den snel trein Den HelderAlkmaar is gistermid dag nabij Schagen overreden en gedood de 74-jarige Dekker, een gepensionneerde van de Van Houten's Cacaofabrieken te Weesp, te Schagen wonende. De man had op de rails geloopen, maar was tengevol ge van het fluitsignaal op zij gegaan, toen de trein vlak bij was, poogde hij nog de rails over te steken. Ongelukkig schot. De jager A. M. te Valtermond trof bij het schieten op een patrijs de vrouw van den arbeider B„ die op den akker aan het bieten rooien was, met een schot hagel in hoofd en handen. De vrouw is naar het academisch zieken huis te Groningen vervoerd. Er is geen direct levensgevaar. Overreden. Te Nieuw-Weerdinge is een zoontj'e van den heer Veenstra, op weg naar school, door een wagen met turf geladen, overreden en dood opgeno men. Tragische brand. Gisteren is te Zwaagwesteinde het atelier van G. Balk uitgebrand. Kleeding, huisraad en machi nerieën gingen" verloren, evenals het meu bilair van éen bruidspaar, dat Zaterdag zpu trouwen, en een deel van het pand zou gaan bewonen. Onwillige ezel. 't Gebeurde gistermor gen, aldus de „Zw. Crt." op den weg van Kampen naar Zwolle. Reeds lang voor het aanbreken van den dageraad was het knechtje den tocht begonnen naar het Kampereiland om vandaar een exemplaar van het diersoort, welks domheid spreek woordelijk is geworden, naar de markt te Zwolle te geleiden. Zoolang nog het aard rijk in duisternis was gehuld, ging de tocht voorspoedig en scheen grauwtje zich wel met het hem toebedeelde lot te kun nen vereenigen. Niet zoodra echter was de nieuwe dag verrezen, of langoor toonde daadwerkelijk niet naar de paardenmarkt, die toch eigenlijk ook geèn ezelsmarkt is, te willen. En waar het van algemeene be kendheid mag worden geacht, dat met ezels geen overleg is te plegen, werd kort en bondig voor ons grauwtje een paard gespannen en alzoo de onwillige markter langs 's Heeren wegen voortgetrokken. Dat deze expeditie veel bekijks trok, laat zich denken. Bij de „Kroon" te 's Hee renbroek werd even halt gehouden en daar was het dat een edelachtbare bakker en kruidenier op het denkbeeld kwamen den weerspannige in een aldaar gestation- neerden veewagen te plaatsen en het paard er voor te spannen. Alzoo geschied de, met het voor grauwtje zoodanig gun stig resultaat, dat het al rijdende aan de paardenmarkt te Zwolle kwam. Brand. Te Mill is de schuur van den landbouwer J. N., waarin een groote voor raad haver en rogge was opgeslagen, tot den grond toe afgebrand. Verzekering dekt de schade. UIT DE OMGEVING. ALKEMADE. Burg. Stand. Geboren: Marinus Wil helmus Johannes, zv. H. van den Broek en J. van S|ein; Johannes Jozeph Maria, zv. J. J. de Jong en E. M. van Oosten; Jo-. hannes Wilhelmus, zv. L. Olyerhoek en J. M. de Jong. Overleden: Johannes Nicolaas van der Veer, gehuwd met Maria van der Hoorn, 41 jaar. ALPHEN AAN DEN RIJN. De Raad dezer gemeente zal vergade ren op Maandag 29 October 1928, des na middags te 2 uur. Onderwerpen ter behandeling: 1. Voorstel van B. en W. naar aanlei ding van het adres van Th. Cocx en an deren, houdende verzoek om alsnog een I,ijdrage in de kosten van den bouw eener brug over de ringvaart van den polder Nieuwkoop te verleenen. (Dit punt is in de vergadering van 8 Juni 1928 aange houden). 2. Voorstel van B. en YV. om aan de Pro vincie een jaarlijksche bijdrage van 60U per K.M. te verleenen in »'e onderhouds kosten van den nieuw aan te leggen weg lang9 de Oostzijde van de Gouwe, van Gouda naar Gouwsluis (Dit punt is in de vergadering van 1 September 1928 aan gehouden). 8. Voorstel van 3. en W. tot het doen stellen van zekerheid door den waarne- mend gemeenteontvanger. 4. Voorstel van B. en W. om de gemeen te woning Steekterweg 298 te verhuren i aan Chr. Veenendaal. 5. Voorstel van B. en W. tot verhuur van j eenige perceelen weiland en de boerderij „De Kievit". 6. Voorstel van B. en W. tot verkoop van bouwgrond aan de Jongkindt Co- ninckstraat aan W. v. Beijeren q.q. alhier. 7. Voorstel van B. en W. tot het toe kennen eener personeele toelage van 225 per jaar aan den technisch-teekenaar der Water- en Lichtbedrijven. 8. Voorstel van B. en W. tot regeling van de belooning voor 1929 en 1930 van j den deurwaarder der plaatselijke belastin- gen, voor zoover zijn aandeel in de ver- volgingskosten betreft. 9. Voorstel van B. en W. om de tijdelij ke aanstelling van Mej. N. Paats te Lei den, als vakonderwijzeres in de Nuttige Handwerken aan de school voor U.L.O. aan den Oudshoornscheweg met een jaar te verlengen. 10. Voorstel van B. en W. naar aanlei ding van het adres van het Bestuur der afdeeling Alphen aan den Rijn van het Centraal Genootschap voor Kinderherstel- i lings- en vacantiekolonies om een subsi die ad 0.25 per kind en per dag. 11. Voorstel van B. en W. tot het ver- leenen van een subsidie aan de Hoofdcom missie voor Normalisatie. 12. Voorstel van B. en W. om hen te machtigen tot het doen rooien van de boomen, staande voor de O.L. School aan de Raadhuisstraat en op den hoek Aar- kadeBloemhofstraat. 13. Voorstel van B. en W. tot vaststel ling van de vergoeding ingevolge artikel j 101 der Lager Onderwijswet 1920 aan Be- j sturen van bijzondere scholen over het jaar 1926. 14. Voorstel van B. en YV. om medewer king te verleenen voor den bouw van een j R.K. U.L.O.-school en het aanbrengen van centrale verwarming in de school voor G.L.O. aan de Paradijslaan. 15. Voorstel van B. en W. tot het be schikbaar stellen van' gelden voor het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de bijzondere school aan de Julianastraat. 16. Voorstel van B. en W. om goed te keuren de nieuwe schoolgeldregeling voor de Chr. Hoogere Burgerschool met vijfja rigen cursus, alhier. 17. Voorstel van B. en YV. om afwijzend te beschikken op het adres van H. van der YVel alhier, om hem een subsidie te ver leenen in de kosten van exploitatie van zijn overzetveer gedurende den nacht. 18. Voorstel van B. en YV. om op te zeg gen de overeenkomst met J. Hogerwerf alhier inzake het bedienen van een veer over den Rijn na 10 uur 's avonds. 19. Voorstel van B. en YV. tot overname door de gemeente van een gedeelte van f de YVillemstraat. 20. Voorstel van B. en YV. tot wijziging van de begrooting 1928 van de YVater- en Lichtbedrijven. 21. Y'oorstel van B. en W. tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1928, in verband met den gepleegden diefstal van gelden ter gemeentesecretarie. 22. Voorstel van B. en YV. tot wijziging van de gemeentebegrooting dienst 1928. 23. Vaststelling vrn de staten van onin bare posten dienst 1927 en voorloopige vaststelling van: a. de rekeningen van de water- en licht- i bedrijven, dienst 1927; b. de rekening van het Grondbedrijf, dienst 1927; c. de rekening van het YVaarbprgfondfl inzake woningbouw, dienst 1927; d. de gemeenterekening, dienst 1927. 24. Y'aststelling van de gemeentebegroo ting, dienst 1929. BOSKOOP. Coop, vereeniging „De Bcskoopsch? Veiling", veiling van 25 Oct. Rozen per bos: Rosalandia 5076 ct., Butterfly 40I 120 ct., van Rossum 5275 ct., Hadley 90 170 ct., Gem. rozen 1426 ct., Columbia 70147 ct., Golden Ophelia 3963 ct., Op helia 3365 ct., Marcel Royer 6080 ct., Mac. Keiler 7590 ct., Jules Bouché 5471 ct., Claudius Pernet 67120 ct. Diversen: Chrysanten per bloem le srt. 2327 ct., id. 2e srt. 1016 ct., id. tros, per bos 13 18 ct. HAZERSWOUDE. De Raad dezer gemeente zal verga deren op Dinsdag 30 October a.s. des v.m. te 10 uur. Onderwerpen ter behandeling: 1. Ingekomen stukken. 2. Behandeling en vaststelling begroo ting der Gemeente voor 1929. 3. Behandeling en vaststelling begroo ting waterleidingbedrijf voor 1929. 4. Vaststelling vergoeding bedoeld in artikel 101 Lager Onderwijswet van de bij zondere scholen over 1926. HILLE&OM. Woensdagavond hield de J.V. op G. G. haar 47ste jaarvergadering, tevens her denkingsavond van het veertig-jarig be staan van den Bond van J.V. op G. G. Te 8 uur werd de vergadering door den voorzitter, de heer Schuman, geopend met gebed en het laten zingen van Ps. 75 1. Daarna sprak hij een welkomstwoord, waarin hij het leven van den bond in her- i innering bracht. In 't bijzonder wees spr. op het werk van Ds. Vonkenberg. Daar- op volgde een geestdriftig applaus en werd het le couplet van het Bondslied ge- zongen. Vervolgens werd overgegaan tot het ver der afwerken van het programma, dat uit 17 nummers bestond. Er was evenals ver leden jaar een wedstrijd in het reciteeren,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6