"IEUWE LEIDSCHE COURANT
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
van
VRIJDAG 26 OCT. 1928
TWEEDE BLAD.
Loonen van gemeentewerklieden.
Aan het verslag van de afdeeling
Arbeidszaken der gemeente Amster
dam, ontleent „Patrimonium" het
volgende:
Het gemiddelde vaste weekloon van
alle, op 31 December 1927 bij de ge
meente in dienst zijnde werklieden
bedroeg f 36.08. Voor de volwassen
werklieden de nulklasse, in hoofd
zaak vrouwen, buiten beschouwing
gelaten bedroeg het gemiddelde
weekloon f 38.16.
In totaal werd aan loon, vacantie-
toeslag en gratificaties over 1927 uit
gekeerd een bedrag van f 20.160.800.
Als bijdrage voor pensioen werd daar
van ingehouden de bijdrage der
werklieden bedraagt 8 34 procent
f 1.737.078. Bovendien betaalt de ge
meente nog 7 pCt. voor het pensioen
fonds, wat een bedrag van f 1.430.000
vertegenwoordigt.
Het gemiddelde weekinkomen van
de mannelijke reservisten met een
garantieloon van f 22.32 bedroeg f 34,
dat der vrouwelijke f 22.
Het gemiddelde uurinkomen voor
alle werklieden (mannen en vrouwen)
bedroeg bijna 82Ya cent, of ruim 9 pCt.
meer dan het vaste uurloon. Met uit
schakeling van de nul-klasse is het
gemiddelde uurinkomen 86 cent.
De kosten der sociale voorzieningen
per gewerkt uur bedroegen over 1927
ruim 13 cent. Een uur geleverde ar
beid komt de gemeente dus op onge
veer 95)4 cent.
Laat men de vrouwen der nul-klas
se buiten beschouwing, dan zijn de
totaal-kosten van 1 uur arbeid 9934 ct.
Men ziet hieruit, dat men bij de be
oordeeling van de positie der gemeen
tewerklieden niet alleen mag afgaan
op de vaste loonen. in de regeling op
genomen.
Wil men vergelijken met het par
ticuliere bedrijf, dan geeft het cijfer
van 99J4 Cent per uur een zekere basis.
Na vergelijking zal voor de Ge
meente niet kwaad uitvallen. Ook al
zijn de particuliere loonen in Amster
dam hooger dan elders.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Hoogeveen, B. G. C.
Steenbeek, te Wierden.
Aangenomen: Naar Delfshaven, C.
B. Holland, te Huizen (N.-H.). Naar De
Meern (U.), D. J. Peterse te Hien en Do-
dewaard.
Bedankt: Voor Nieuw Stadskanaal, D.
J. Peterse, te Hien en Dodewaard.
OEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Gramsbergen, N.
Streefkerk, cand. te Amsterdam. Te Arum,
A. H. Piersma, te Sleen.
Aangenomen: Naar Krimpen a. d.
Lek, E. Brunsting, cand. te Pernis.
Bedankt: Voor Zwammerdam, N.
Willemse, te Abcoude.
CHR. OEREF. KERK.
Tweetal: Te Kampen. L. H. Beekamp,
te Harlingen; en P. J. de Bruin, te Veenen-
daal.
Bedankt: Voor Aalten, L. H. Bee
kamp te Harlingen.
OUD-GEREF. GEM.
Beroepen: Te Utrecht, J. van 't Hoog
oefenaar te Kinderdijk.
Dr. J. HANIA.
Naar De Standaard verneemt, is de toe
stand van Dr. J. Hania, Geref. predikant
te Geldermalsen, die reeds geruimen tijd
ongesteld is, langzaam achteruitgaande.
Hoop op herstel is vrijwel uitgesloten.
Ds. J. P. E. C. EERHARD.
Tengevolge van een vrij ernstige zenuw
aandoening zal Ds. J. P. E. C. Eerhard,
FEUILLETON.
God is mijn heil.
64) v o
Voor mevrouw Van Steendorp was
dt> scheiding ditmaal nog pijnlijker
clan gewoonlijk, want zij liet haar
kleinen Hendrik achter; de moeilijke
financieele omstandigheden, waarin
haar man zich bevond, maakten het
beter geen gouverneur te nemen.
Frnst zou naar school gaan en Rob
bert zou hem des avonds helpen.
Voor Hendrik was het het beste te
ScLönheide te blijven en met zijn
twee neefjes te leeren, vooral daar
zijn gewezen gouverneur Rothe in
dezelfde betrekking bij de Van Men
gt r.s werkzaam was.
Eerst had men gedacht, dat hij be
zwaren zou hebben om deel uit te
maken van een huisgezin, dat als
vroom bekend stond, maar hij scheen
gemerkt te hebben, dat het leven met
zulke menschen op den duur zeer
dragelijk was. Zelfs was hij in den
laatsten tijd een geregeld kerkgan
ger geworden, en menigen avond ging
hij naar de pastorie en verdiepte zich
met den leeraar in theologische
vraagstukken; alsdan was hij minder
grof en scherp dan vroeger, zoodat de
lieer Van Mengen besloot hem wegens
n °nede hoedanigheden en groote
'':thpid als gouverneur te nemen.
predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te
Kethel (Z.-H.) voorloopig zijn arbeid niet
kunnen hervatten.
CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST.
De heer J. H. Stelma, cand. tot den H.
Dienst, te Tzum (Fr.) heeft zich beroep
baar gesteld in de Ned. Herv. Kerk.
Ds. A. TAP.
Ds. A. Tap, em. predikant der Ned.
Herv. Gemeente van Schiedam, is te Den
Haag bij het oversteken van een straat
door een fietsende dame aangereden,
waardoor hij is gevallen en zijn ^dijbeen
brak. Ds. Tap is in het ziekenhuis aan
den Zuidwal te Den Haag opgenomen.
JUBILEA.
Ds. P. Krul, pred. der Ned. Herv. Gem.
te Breedevoort, hoopt 1 November a.s. den
dag te herdenken, waarop hij vóór 25 jaar
het predikambt aanvaardde te Heinkens-
zand. In 1907 trad hij in dienst van het
Sangir- en Talaudlcomité en vertrok als
zendeling-predikant naar Indië. Van daar
keerde hij in 1909 terug, en was sedert
predikant te Ten Boer, Biervliet en nu
sinds 1923 te Breedevoort.
BETHSAIDA.
„Bethsaida", vereeniging tot beharti
ging van de geestelijke belangen onzer vis-
schers, besloot ook dit jaar weer enkele
predikanten uit te zenden naar Dieppe,
ter geestelijke bearbeiding van de aldaar
vertoevende Hollandsche visschers.
Ook mr. A. J. L. van Beeck Calkoen van
's-Gravenhage zal een paar weken naar
Dieppe gaan.
GIFTEN EN LEGATEN.
Te Aarlanderveen heeft de Kerkeraai
der Geref. Kerk op een rondgang bij de
leden der Kerk voor een tekort van ƒ700
een bedrag van omstreeks 1150 ontvan
gen.
WERELDBOND DER KERKEN.
Algemeene ledenvergadering.
De Nederlandsche afdeeling van den
Wereldbond tot bevorderen van een goe
de verstandhouding tusschen de volken
door de kerken, beeft gisteren te Utrecht
een algemeene ledenvergadering gehou
den.
Vertegenwoordigd waren: Ned. Herv.
Kerk, Doopsgezinde Sociëteit, Evang. Lu-
thersche Kerk, Remonstrantsche Broeder
schap, Schotsche Kerk, Geref. Kerken in
Nieuw Verband, Oud-Katholieke Kerk
Ned. Bijbelgenootschap, Centrale Bond
voor Inwendige Zending, Ned. Chrfaten-
Studentenvereeniging, Vrijz. Chr. Studen-
tenbond, Vereen, van Vrijzinnig-Hervorm
den, Bond van Vrije Evangelische gemeen
ten, Ned. Jongelingsverbond, Ned. Protes
tantenbond, Ned. Evangelische Vereeni
ging, Vereeniging „Kerk en Vred9". De
samenwerkende Zendingscorporaties wa
ren verhinderd een vertegenwoordiger te
zenden.
De voorzitter, prof. dr. J. A. Cramer, to
Utrecht, wees er in zijn openingswoord
op, dat deze vergadering is belegd om het
te Praag gehouden congres te bespreken
en deelde mede, dat op deze bijeenkomst
bijna alle kerken van Nederland vertegen
woordigd zijn, benevens tal van vereeni-
gingen op kerkelijk gebied.
Bovendien, zeide spr., zal deze vergade
ring arbeiden voor den wereldvrede.
Daarna werd achtereenvolgens 't woord
gevoerd door prof. mr. dr. A. J. van den
Bergh te Utrecht met als onderwerp: „In
troïtus"; door Ds. J. W. K. Hoe vers te 'b-
Gravenhage, over het ontwapeningsvraag-
stuk; door Ds. F. Dijkema over hetgeen te
Praag is besproken over jeugdbeweging
en vrouwenorganisatie, en tenslotte door
Ds. J. C. Wissing over het kerkelijk een-
heidsstreven.
HET ENGELSCHE GEBEDENBOEK.
Onder de Anglicaansche geestelijken is
groote beroering gewekt door de bijeen
roeping van de eerste synode van het An
glicaansche diocees van Lonaen, 't eerste
sedert de hervorming.
Woensdagochtend, aldus de Tel., werd
de toestand nog critieker door het plech
tige protest van een der geestelijken, die
de synode onwettig noemde en de verga
dering verliet. De synode is bijeengeroe
pen door den bisschop van Londen en
meer dan 100 geestelijken waren naar het
bekende kerkje van St. Martins in the
Anna vond het eerst niet zeer aan
genaam, maar haar echtgenoot ver
telde haar, dat een leeraar op wiens
meening zij grooten prijs stelde altijd
tot stelregel had gehad, dat men
moest trachten ongeloovige meesters
in geloovige huisgezinnen en omge
keerd geloovige meesters in ongeloo
vige huisgezinnen te brengen, opdat
het zout zich in alle richtingen zou
verspreiden, en daar de heer Rothe
eenige vorderingen scheen te maken,
hield de heer Van Mengen het voor
zijn plicht hem te houden.
De kleine Hendrik was met veel
tranen en snikken van zijn mama en
zusters gescheiden, en eerst toen het
rollen van het rijtuig niet meer te
hooren was en Herman, om hem te
troosten, den bokkenwagen inspande
om hem en zijn broertje te laten rij
den, droogde hij zijn oogen af, en
spoedig weerklonk er een vroolijk
gelach, waarmede hij van harte in
stemde.
Ook de gezichten van de reizigers
begonnen langzamerhand op te kla
ren. Ernst, die op de bok zat, maakte
allerlei belangrijke ontdekkingen in
de wijde wereld, die zich als een onaf
zienbaar panorama voor hem uit
strekte: nergens belemmerden bergen
den blik, die weiden kon tot aan de
verste grenzen van den horizont.
Elise en Marie maakten allerlei
plannen hoe zij den dag zouden in
richten. Des morgens moesten zij na-
Fields aan Trafalgar Square gekomen om
de door den bisschop gestelde vragen te
bespreken en fpr vaststelling van de hou
ding, die de geestelijkheid moet aannemen
tegenover de gewichtige vraagstukken,
waarvoor de Anglicaansche Kerk zich ge
plaatst ziet doordat het Lagerhuis twee
maal de door de bisschoppen vastgestelde
wijzigingen in het gebedenboek heeft ver
worpen.
Nadat een openingswoord was uitge
sproken stond een der geestelijken op en
las met heldere stem een protest voor,
waarin hij deze heilige synode onwettig
noemde. De Synode, zeide hij, is bijeenge
roepen voor het onwettig doel, om de Lon-
densche geestelijkheid te bewegen de bis
schoppen te steunen in de toepassing van
het onwettige gebedenboek, waarmede er
kend zou worden, dat de bisschoppen het
recht hebben de beslissingen van het La
gerhuis ter zijde te stellen.
Het Hbld. weet van deze Synode nog
mede te deelen, dat een der sprekers als
zijn meening geuit heeft, dat 99 van de
100 geestelijken de bisschoppen als wet-
schenners beschouwden.
HET STUDENTENCORPS AAN DE V. U.
De Senaat voor bet cursusjaar 1928
1929 van het Studentencorps N.D.D.D. van
de V.U., is als volgt samengesteld: J. C.
Hagen, Rector; J. L. Bakker, Ab-actis; v.
Breestraat 180 boven; P. G. Kunst, Fiscus,
Marnixstraat 244 II, Rijksgiro-no. 139380;
P. Wamelink, Assessor I; J. C. J. Kuiper,
Assessor II.
DEBATVERGADERING.
Op uitnoodiging van de Vereeniging tot
verbreiding der Vrije Religie zullen op
Vrijdag 2 November des avonds te acht
uur in het gebouw der Vrije Gemeente te
Amsterdam de beeren Prof. Dr. A. H. de
Hartog en Ds. H. G. van Wijngaarden,
voorganger der Vrije Gemeente, in het
openbaar debatteeren over „Het princi
pieel verschil tusschen orthodoxie en mo
dernisme".
De stellingen van Prof. de Hartog luiden
als volgt:
I. Het is onjuist, de orthodoxie te be
schouwen als overleveringsgeloof of let-
terknechterij, zij is beginselenleer.
II. In het algemeen blijkt zij gegrond in
de drieëenheidsleer, nader in de mensch-
wording Gods.
III. Naar het practische leven staat het
beginsel der regeneratie in het Christen
dom naast het beginsel der evolutie en
gaat daarmede samen.
De stellingen van Ds. H. G. van Wijn
gaarden luiden:
I. Het is onjuiêt, bet modernisme te be
schouwen als criticisme of ontkenning
van geloofsinhoud. Het is beginselenleer.
II. Zijn grond vindt bet in het geloof
in den Esne, waarin bet de ervaren gebro
kenheid der wereld opheft en verzoent.
III. Daardoor overwint het ook de leer
der regeneratie met het beginsel der zelf
ontplooiing Gods.
DERDE NATIONAAL CHRISTELIJK
SCHOOLCONGRES.
De opening.
Gistermorgen heeft de voorzitter,
ds. J. L. Pierson, het derde Nationaal
Christelijk Schoolcongres te Utrecht
geopend met een rede, waarin hij er
op wees. dat we dit jaar als het ware
staan bij de bakermat onzer geestelij
ke goederen. Immers: vijftig jaar ge
leden bracht het Volkspetitionnement
Neerlands Christenvolk voor den
troon van zijn Koning, hem smeekend
recht te doen, en zijn handteekening
niet te plaatsen onder de wet-Kappey-
ne, door dr. Kuyper zoo terecht ge
noemd: „De scherpe Resolutie".
Uitvoerig schetste spr. dan de ge
schiedenis van het Volkspetitionne
ment.
Het is licht genoeg zoo vervolgt
de spreker den strijd te winnen,
maar ontzaglijk moeilijk de overwin
ning te winnen. Laat ons nooit te
vreden zijn met hetgeen de gelijkstel
ling van 1920 ons bracht. Het is een
ander ideaal geweest, dat onze
voorgangeren zich dachten, en wat zij
uitspraken in de leuze, die helaas al
minder wordt gehoord: De vrije
school voor heel de Natie, die haar
eigen leven ordent en haar voornaam
ste zedelijke kracht zoekt in het
huisgezin. Vooral op het terrein van
het geestelijk leven van een volk werkt
to ver gaande Staatsbemoeiing ver
lammend.
tuurlijk naar school gaan, maar de
namiddagen, die aan handwerken ge
wijd waren, kregen zij vrij, dan zou
den zij Fransch en Engelsch leeren
met mama ên Hedwig; ook moesten
zij zich voor haar belijdenis voorbe
reiden, en dat waren allen aangena
me bezigheden.
Hedwig en haar moeder zaten zwij
gend naast elkander, maar zij voelden
zich wederzijds begrepen en vertroost,
beiden wisten, dat haar menig moei
lijk uur en menige zware strijd te
wachten stond, en trachtten zich daar
op voor te bereiden door stille over
peinzing en gebed.
Het rijtuig ratelde reeds over de
steenen van de voorstad, het geroep
van de kooplieden en het leven, dat
alom heerschte. maakten ieder ge
sprek onmogelijk. Zij begonnen zich
beklemd te gevoelen door de hooge
huizen en drukke straten, en alleen
de vreugdekreten van Ernst, wanneer
hij soldaten zag, hetgeen niet dikwijls
gebeurde, verstrooiden haar gedach
ten voor een oogenblik. Eindelijk was
het doel bereikt en hielden zij stil
voor een groot nieuw gebouw met
vier verdiepingen en een aantal ven
siers dicht hij elkaar, in een van de
nauwe straten van de stad.
Met een zucht zag Elise naar het
hooge donker© gebouw aan d© over
zijde dat ieder uitzicht benam, maar
zi trachtte evenals haar zusters haar
tilfurr.telling te verbergen, om het
Zooals eens de Staatskerk werd af
geschaft, zoo verdwijn© ook d© Staats
school. h©tzij als openbare of bijzon
dere. In volle vrijheid alleen bereikt
het geestelijke leven zijn hoogsten
bloei.
De Staat heeft vele verplichtingen
tegenover het onderwijs, doch geen
andere rechten dan die uit di© ver
plichtingen voortvloeien.
In zijn rapport aan de Staatscom
missie heeft d© Schoolraad dan ook
terecht aangedrongen op het opdra
gen van het toezicht op het leerplan
aan een lichaam dat uit de organisa
tie van het bijzonder onderwijs zelve
i9 opgekomen en, daarnaast op het
ri cht voor een Bond van schoolbestu
ren een eigen inspectie in te stellen.
Ho© langer hoe meer komt aan het
licht welk een zegen de schoolstrijd
aan ons volk en land heeft verzekerd.
In 1878 zijn groote mogelijkheden ge
boren.
Niet enkel is daarin de vrijheid van
den Christenmensch bevochten, doch
ook de zekerheid, dat niet, zooals el
ders in Europa, d© Staatsschool zou
worden het middel om het volk lang
zaam doch zeker t© winnen voor het
weinig aantrekkelijke Russische sy
steem.
Het is nog niet zoo heel dom ge
weest van het nadenkend deel der
Natie zich lijnrecht te stellen tegen
over het Liberalisme, dat zich zoo
gaarne noemde het denkend deel,
dat het in 1878 daarom den strijd be
gon, hem vijftig jaren lang met taaie
volharding doorzette tot het de aan
vankelijke overwinning had behaald.
Het ging om de groote vraag: Wie
het recht had op de school, dus op de
kinderen, de Staat of de ouders. In
dezen strijd heeft het z e d e 1 ij k recht
het ten slatte gewonnen van het ver
zonnen recht.
Hier behoeft de Staat zich niet
tegen den invloed van de door hem in
het leven geroepen school te verdedi
gen. De Staatsschool is als het Oude
Verbond: „wat oud is gemaakt en
verouderd, is nabij de verdwij-
ai n g".
Uit het buitenland komen ook tot
ens teekenen van ontwakend leven.
In Genève is een sterke actie aan
bet opkomen tegen het neutraliteits
beginsel in het onderwijs. Verblijdend
is vooral de onrust, die het neutrale
kamp dddr beroert.
Men zoekt er naar geen beter mid
del van verweer dan de voorlichting
in te winnen van de tegenstahders
van de school met den Bijbel in Ne-
dtrland, die dan ook in het „Journal
de Genève" een droef tafereel ophan
gen van de verdeeldheid, die hier zou
heerschen, en van de enorme finan
cieele lasten, die ons systeem aan het
volk zou hebben opgelegd. Die oppo
sitie zal vruchtbaar blijken voor de
goede zaak, want doodzwijgen is fa
taler dan haat, die zich voorbij praat.
Ook in Montauban, in het Zuiden
van Frankrijk, gaan luide stemmen
op tegen de wet van 1882, die alle
godsdienst uit de school verdreef.
Men begint het te voelen en durft
het uit te spreken dat „een school
zonder God is een school zonder mo
raal" en te dikwijls een school zonder
vaderland.
Voor Nederland ligt de School
strijd in het nu herdachte verleden, en
wat nog recht moet gezet, zal te zijner
tijd van zelf komen, als wij het verle
den maar niet den rug toekeerend,
verloochenen en voortgaan vast te ge-
looven: dat de Vrije school voor heel
ei© Natie geen utopie is. Alle dingen
zijn mogelijk dengene, die gelooft.
Dit congres is er een met een inter
nationale sectie. Verschillende bui
tenlanders zijn uitgenoodigd en tot
onze vreugde ontvingen wij menig
welwillend en sympathiek antwoord
en een achttiental belangstellenden
uit verschillende landen namen onze
uitnoodiging aan. Spr. roept hen in de
Duitsche taal een hartelijk welkom
toe.
Vervolgens huldigt spr. namens het
Groot-Comité, en hij vertrouwt dat
allen hiermede zullen instemmen, den
heer Schreuder voor hetgeen hij voor
het congres deed.
Met een bede verklaart spr. het
congres voor geopend.
Referaat prof. Waterink.
Na de openingsrede van ds. Pier
son, die o.a. werd bijgewoond door
haar moeder niet nog moeilijker te
maken en toen zij het vriendelijke ge
rimpelde gezicht van de oude keu
kenmeid zagen, die zeer blijde was
allen weer bij zich te hebben, werden
zij een weinig opgeruimder.
In de zitkamer, die wel de helft
kleiner was dan de vorige, stonden
de oude meubels; op de tafel stond do
chocolade netjes gereed en toen zij
zich zoo als vroeger daar omheen
schaarden, begonnen zij zich allengs
thuis te gevoelen, en weldra deden de
jongens niets dan nraten, vragen en
eindelijk bewonderen.
Spoedig werd de vreugde nog ver
hoogd door de thuiskomst van Rob
bert, die zeer blijde was zijn moeder
en zusters terug te zien en zijn plage
rijen, die wel eens te ver gingen, maar
toch zeer ongaarne gemist werden, en
zijn schoolgeschiedenis brachten allen
in een vroolijke stemming.
Bij nadere kennismaking bleek de
nieuwe woning vele voordeelen te be
zitten. De nabijheid van de rivier en
van wandelplaatsen had een groote
aantrekkelijkheid, ook heerschte hier
meer stilte dan in het midden der
stad. en zelfs de donkere kamer van
de drie zusters werd spoedig voor ge
zellig verklaard als des avonds de'
lamp brandde en allen om de ronde
tafel zaten.
Toen de heer Van Steendorp eenige
('acen later van zijn uitstapje terug
keerde ontvingen hem enkel blijde
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 26 Oct. 1928.
Het aantal wetenschappelijke men
schen in óns land is plotseling op een
geweldige, bijna beangstigende manier
gestegen. En d£t zoo eensklaps maar,
door een enkel ministerieel woord.
Ik heb tot dusver steeds gemeend,
in overeenstemming met de Hoo-
ger-onderwijswet dat voor een we
tenschappelijke opleiding hooger on
derwijs vereischt was, en dit hooger
onderwijs wordt volgens genoemde
wet gegeven aan gymnasia, hooge-
scholen en universiteiten. De gymna^
sia noemt men dan het voorbereidend
hooger onderwijs.
Doch minister Lambooy heeft
Woensdag in de Tweede Kamer van de
officieren gezegd, dat zij het einddiplo
ma H. B. S. bezitten en dus een we
tenschappelijke vorming hebben.
Wie een H. B. S.-diploma heeft, be
hoort alzoo tot de wetenschappelijk
gevormde menscheh, tot het gilde der
geleerden!
Maar wie een M. U. L. 0:-diploma
heeft, is dan toch zeker wel een semi-
wetenschappelijk mensch?
Leve de wetenschappelijkheid in ons
wetenschappelijk landje!
OBSERVATOR.
den burgemeester van Utrecht,, dr. J.
P. Andreae, en de inspecteurs bij het
Lager Onderwijs, de heeren Wielinga
en Tondu, refereerde prof. dr. J. Wa
terink uit Amsterdam over „De vor
ming van het geweten". Spr. had zijn
betoog in de volgende stellingen sa
mengevat:
le. Het woord geweten moet worden
verstaan in den zin van het medewe
ten met zich zelf.
2e. De Onderscheiding tusschen het
geweten als formeele functie en eer
door kenfunctie verkregen inhoud,
waarmede de zedelijke persoon werkt,
is in de Schrift gegrond en in de his
torie aanvaard.
3e. De consciëntie is het onmiddelijk
gegeven zelfbewustzijn omtrent den
zedelijken staat als levensvorm en
geeft juist wegens haar onmiddellijk
karakter de primaire gevoelsbeoordee-
liügen, welke evenwel op logische in
houden worden betrokken.
4e. Bij het spreken over de vor
ming van de consciëntie moet het on
derscheid tusschen de formeele en de
materieele zijde van het geweten in
■liet oog gehouden worden; feitelijk
behoort het materieele niét tot de
consciëntie.
5e. Over „vorming" van het gewe
ten kan stricto sensu niet worden ge
sproken.
6e. Wat wij onder „vorming" ver
staan moeten varieeren naar de leef
tijden van het kind.
7e. Het belangrijkste paedagogische
middel voor de vorming van het ge
weten is het leeren eerbiedigen van
het recht van het geweten als een
Goddelijk recht.
8e. De inhoud van de wet Gods moet
het kind, op de wijze die voor het
kind het meest juist is, worden bijge
bracht opdat het zal kunnen leven
met „een goed geweten voor Go.d".
Bij de over da inleiding van prof.
dr. J. Waterink over de vorming van
het geweten zeide de heer J. A. Bree-
derveld (Leiden) het niet eens te zijn
met de definitie van het geweten,
zooals de inleider die heeft gegeven.
Spr. meende, dat het geweten nóg
steeds is de grond van de zedelijke be
oordeeling. De reactie van 't geweten
op de daad kan toch sterk in dispro
porties zijn tot de begane daad.
Ook de heeren A. Jonkman en J.
Strikwerda maakten enkele opmer
kingen, welke den inleider aanleiding
gaven op te merken, dat over dió vra
gen weer geheel nieuwe referaten ge
houden zouden kunnen worden*
Ds. De Geus van Zaamlam, voorzit
ter van de Unie „Een School met den
Bijbel", had van zijn sterfbed een tele
gram voor het welzijn van het congres
gezonden. Het congres beantwoordde
dit met een telegrafische groet.
De eerste algemeene zitting van het
congres eindigde met den gezamen-
lijken zang van het Lutherlied „Een
vaste burg is onze God".
Des avonds vond een samenkomst
gezichten, zoodat hij zelf ook vroolij-
ker werd. Ongelukkig duurde dit niet
lang, de ongewone werkeloosheid
maakte hem knorrig en dikwijls ge
veelde hij zich niet wel, hetgeen hem
nog meer hinderde. Zijn stemming
veroorzaakte den zijnen veel leed, en
verbande vrede en vroolijkheid.
De oproerige bewegingen in Berlijn
hadden hun toppunt bereikt, en men
hoopte spoedig aan alles een einde te
zien komen. De eerste groote stap
daartoe was de samenstelling van het
ministerie Brandenburg.
De troepen waren uit Sleeswijk te
ruggekeerd en verzamelden zich in
den omtrek. De volksvergadering had
zich zelve onmogelijk gemaakt, toen
het afstemmen van de nieuwe belas
tingen haar antwoord was op de aan
kondiging van den Minister van Bin-
nenlandsche zaken, dat de zittingen
naar Brandenburg verlegd werden,
botsing.
lederen dag verwachtte men een
Op den lOen November hoordelen
overal de kreten: „De troepen rukken
voorwaarts, zij trekken de stad bin
nen met generaal Von Wrangel, den
overwinnaar van Sleeswijk, aan het
hoofd!"
Er heerschte een groote opgewon
denheid onder het volk, deels door
vrees, deels door blijdschap veroor
zaakt.
(Wordt vervolgd).