"IEUWE LEIDSCHE COURANT WAT DE BLADEN ZEGGEN. van VRIJDAG 26 OCT. 1928 TWEEDE BLAD. Loonen van gemeentewerklieden. Aan het verslag van de afdeeling Arbeidszaken der gemeente Amster dam, ontleent „Patrimonium" het volgende: Het gemiddelde vaste weekloon van alle, op 31 December 1927 bij de ge meente in dienst zijnde werklieden bedroeg f 36.08. Voor de volwassen werklieden de nulklasse, in hoofd zaak vrouwen, buiten beschouwing gelaten bedroeg het gemiddelde weekloon f 38.16. In totaal werd aan loon, vacantie- toeslag en gratificaties over 1927 uit gekeerd een bedrag van f 20.160.800. Als bijdrage voor pensioen werd daar van ingehouden de bijdrage der werklieden bedraagt 8 34 procent f 1.737.078. Bovendien betaalt de ge meente nog 7 pCt. voor het pensioen fonds, wat een bedrag van f 1.430.000 vertegenwoordigt. Het gemiddelde weekinkomen van de mannelijke reservisten met een garantieloon van f 22.32 bedroeg f 34, dat der vrouwelijke f 22. Het gemiddelde uurinkomen voor alle werklieden (mannen en vrouwen) bedroeg bijna 82Ya cent, of ruim 9 pCt. meer dan het vaste uurloon. Met uit schakeling van de nul-klasse is het gemiddelde uurinkomen 86 cent. De kosten der sociale voorzieningen per gewerkt uur bedroegen over 1927 ruim 13 cent. Een uur geleverde ar beid komt de gemeente dus op onge veer 95)4 cent. Laat men de vrouwen der nul-klas se buiten beschouwing, dan zijn de totaal-kosten van 1 uur arbeid 9934 ct. Men ziet hieruit, dat men bij de be oordeeling van de positie der gemeen tewerklieden niet alleen mag afgaan op de vaste loonen. in de regeling op genomen. Wil men vergelijken met het par ticuliere bedrijf, dan geeft het cijfer van 99J4 Cent per uur een zekere basis. Na vergelijking zal voor de Ge meente niet kwaad uitvallen. Ook al zijn de particuliere loonen in Amster dam hooger dan elders. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Hoogeveen, B. G. C. Steenbeek, te Wierden. Aangenomen: Naar Delfshaven, C. B. Holland, te Huizen (N.-H.). Naar De Meern (U.), D. J. Peterse te Hien en Do- dewaard. Bedankt: Voor Nieuw Stadskanaal, D. J. Peterse, te Hien en Dodewaard. OEREF. KERKEN. Beroepen: Te Gramsbergen, N. Streefkerk, cand. te Amsterdam. Te Arum, A. H. Piersma, te Sleen. Aangenomen: Naar Krimpen a. d. Lek, E. Brunsting, cand. te Pernis. Bedankt: Voor Zwammerdam, N. Willemse, te Abcoude. CHR. OEREF. KERK. Tweetal: Te Kampen. L. H. Beekamp, te Harlingen; en P. J. de Bruin, te Veenen- daal. Bedankt: Voor Aalten, L. H. Bee kamp te Harlingen. OUD-GEREF. GEM. Beroepen: Te Utrecht, J. van 't Hoog oefenaar te Kinderdijk. Dr. J. HANIA. Naar De Standaard verneemt, is de toe stand van Dr. J. Hania, Geref. predikant te Geldermalsen, die reeds geruimen tijd ongesteld is, langzaam achteruitgaande. Hoop op herstel is vrijwel uitgesloten. Ds. J. P. E. C. EERHARD. Tengevolge van een vrij ernstige zenuw aandoening zal Ds. J. P. E. C. Eerhard, FEUILLETON. God is mijn heil. 64) v o Voor mevrouw Van Steendorp was dt> scheiding ditmaal nog pijnlijker clan gewoonlijk, want zij liet haar kleinen Hendrik achter; de moeilijke financieele omstandigheden, waarin haar man zich bevond, maakten het beter geen gouverneur te nemen. Frnst zou naar school gaan en Rob bert zou hem des avonds helpen. Voor Hendrik was het het beste te ScLönheide te blijven en met zijn twee neefjes te leeren, vooral daar zijn gewezen gouverneur Rothe in dezelfde betrekking bij de Van Men gt r.s werkzaam was. Eerst had men gedacht, dat hij be zwaren zou hebben om deel uit te maken van een huisgezin, dat als vroom bekend stond, maar hij scheen gemerkt te hebben, dat het leven met zulke menschen op den duur zeer dragelijk was. Zelfs was hij in den laatsten tijd een geregeld kerkgan ger geworden, en menigen avond ging hij naar de pastorie en verdiepte zich met den leeraar in theologische vraagstukken; alsdan was hij minder grof en scherp dan vroeger, zoodat de lieer Van Mengen besloot hem wegens n °nede hoedanigheden en groote '':thpid als gouverneur te nemen. predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Kethel (Z.-H.) voorloopig zijn arbeid niet kunnen hervatten. CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST. De heer J. H. Stelma, cand. tot den H. Dienst, te Tzum (Fr.) heeft zich beroep baar gesteld in de Ned. Herv. Kerk. Ds. A. TAP. Ds. A. Tap, em. predikant der Ned. Herv. Gemeente van Schiedam, is te Den Haag bij het oversteken van een straat door een fietsende dame aangereden, waardoor hij is gevallen en zijn ^dijbeen brak. Ds. Tap is in het ziekenhuis aan den Zuidwal te Den Haag opgenomen. JUBILEA. Ds. P. Krul, pred. der Ned. Herv. Gem. te Breedevoort, hoopt 1 November a.s. den dag te herdenken, waarop hij vóór 25 jaar het predikambt aanvaardde te Heinkens- zand. In 1907 trad hij in dienst van het Sangir- en Talaudlcomité en vertrok als zendeling-predikant naar Indië. Van daar keerde hij in 1909 terug, en was sedert predikant te Ten Boer, Biervliet en nu sinds 1923 te Breedevoort. BETHSAIDA. „Bethsaida", vereeniging tot beharti ging van de geestelijke belangen onzer vis- schers, besloot ook dit jaar weer enkele predikanten uit te zenden naar Dieppe, ter geestelijke bearbeiding van de aldaar vertoevende Hollandsche visschers. Ook mr. A. J. L. van Beeck Calkoen van 's-Gravenhage zal een paar weken naar Dieppe gaan. GIFTEN EN LEGATEN. Te Aarlanderveen heeft de Kerkeraai der Geref. Kerk op een rondgang bij de leden der Kerk voor een tekort van ƒ700 een bedrag van omstreeks 1150 ontvan gen. WERELDBOND DER KERKEN. Algemeene ledenvergadering. De Nederlandsche afdeeling van den Wereldbond tot bevorderen van een goe de verstandhouding tusschen de volken door de kerken, beeft gisteren te Utrecht een algemeene ledenvergadering gehou den. Vertegenwoordigd waren: Ned. Herv. Kerk, Doopsgezinde Sociëteit, Evang. Lu- thersche Kerk, Remonstrantsche Broeder schap, Schotsche Kerk, Geref. Kerken in Nieuw Verband, Oud-Katholieke Kerk Ned. Bijbelgenootschap, Centrale Bond voor Inwendige Zending, Ned. Chrfaten- Studentenvereeniging, Vrijz. Chr. Studen- tenbond, Vereen, van Vrijzinnig-Hervorm den, Bond van Vrije Evangelische gemeen ten, Ned. Jongelingsverbond, Ned. Protes tantenbond, Ned. Evangelische Vereeni ging, Vereeniging „Kerk en Vred9". De samenwerkende Zendingscorporaties wa ren verhinderd een vertegenwoordiger te zenden. De voorzitter, prof. dr. J. A. Cramer, to Utrecht, wees er in zijn openingswoord op, dat deze vergadering is belegd om het te Praag gehouden congres te bespreken en deelde mede, dat op deze bijeenkomst bijna alle kerken van Nederland vertegen woordigd zijn, benevens tal van vereeni- gingen op kerkelijk gebied. Bovendien, zeide spr., zal deze vergade ring arbeiden voor den wereldvrede. Daarna werd achtereenvolgens 't woord gevoerd door prof. mr. dr. A. J. van den Bergh te Utrecht met als onderwerp: „In troïtus"; door Ds. J. W. K. Hoe vers te 'b- Gravenhage, over het ontwapeningsvraag- stuk; door Ds. F. Dijkema over hetgeen te Praag is besproken over jeugdbeweging en vrouwenorganisatie, en tenslotte door Ds. J. C. Wissing over het kerkelijk een- heidsstreven. HET ENGELSCHE GEBEDENBOEK. Onder de Anglicaansche geestelijken is groote beroering gewekt door de bijeen roeping van de eerste synode van het An glicaansche diocees van Lonaen, 't eerste sedert de hervorming. Woensdagochtend, aldus de Tel., werd de toestand nog critieker door het plech tige protest van een der geestelijken, die de synode onwettig noemde en de verga dering verliet. De synode is bijeengeroe pen door den bisschop van Londen en meer dan 100 geestelijken waren naar het bekende kerkje van St. Martins in the Anna vond het eerst niet zeer aan genaam, maar haar echtgenoot ver telde haar, dat een leeraar op wiens meening zij grooten prijs stelde altijd tot stelregel had gehad, dat men moest trachten ongeloovige meesters in geloovige huisgezinnen en omge keerd geloovige meesters in ongeloo vige huisgezinnen te brengen, opdat het zout zich in alle richtingen zou verspreiden, en daar de heer Rothe eenige vorderingen scheen te maken, hield de heer Van Mengen het voor zijn plicht hem te houden. De kleine Hendrik was met veel tranen en snikken van zijn mama en zusters gescheiden, en eerst toen het rollen van het rijtuig niet meer te hooren was en Herman, om hem te troosten, den bokkenwagen inspande om hem en zijn broertje te laten rij den, droogde hij zijn oogen af, en spoedig weerklonk er een vroolijk gelach, waarmede hij van harte in stemde. Ook de gezichten van de reizigers begonnen langzamerhand op te kla ren. Ernst, die op de bok zat, maakte allerlei belangrijke ontdekkingen in de wijde wereld, die zich als een onaf zienbaar panorama voor hem uit strekte: nergens belemmerden bergen den blik, die weiden kon tot aan de verste grenzen van den horizont. Elise en Marie maakten allerlei plannen hoe zij den dag zouden in richten. Des morgens moesten zij na- Fields aan Trafalgar Square gekomen om de door den bisschop gestelde vragen te bespreken en fpr vaststelling van de hou ding, die de geestelijkheid moet aannemen tegenover de gewichtige vraagstukken, waarvoor de Anglicaansche Kerk zich ge plaatst ziet doordat het Lagerhuis twee maal de door de bisschoppen vastgestelde wijzigingen in het gebedenboek heeft ver worpen. Nadat een openingswoord was uitge sproken stond een der geestelijken op en las met heldere stem een protest voor, waarin hij deze heilige synode onwettig noemde. De Synode, zeide hij, is bijeenge roepen voor het onwettig doel, om de Lon- densche geestelijkheid te bewegen de bis schoppen te steunen in de toepassing van het onwettige gebedenboek, waarmede er kend zou worden, dat de bisschoppen het recht hebben de beslissingen van het La gerhuis ter zijde te stellen. Het Hbld. weet van deze Synode nog mede te deelen, dat een der sprekers als zijn meening geuit heeft, dat 99 van de 100 geestelijken de bisschoppen als wet- schenners beschouwden. HET STUDENTENCORPS AAN DE V. U. De Senaat voor bet cursusjaar 1928 1929 van het Studentencorps N.D.D.D. van de V.U., is als volgt samengesteld: J. C. Hagen, Rector; J. L. Bakker, Ab-actis; v. Breestraat 180 boven; P. G. Kunst, Fiscus, Marnixstraat 244 II, Rijksgiro-no. 139380; P. Wamelink, Assessor I; J. C. J. Kuiper, Assessor II. DEBATVERGADERING. Op uitnoodiging van de Vereeniging tot verbreiding der Vrije Religie zullen op Vrijdag 2 November des avonds te acht uur in het gebouw der Vrije Gemeente te Amsterdam de beeren Prof. Dr. A. H. de Hartog en Ds. H. G. van Wijngaarden, voorganger der Vrije Gemeente, in het openbaar debatteeren over „Het princi pieel verschil tusschen orthodoxie en mo dernisme". De stellingen van Prof. de Hartog luiden als volgt: I. Het is onjuist, de orthodoxie te be schouwen als overleveringsgeloof of let- terknechterij, zij is beginselenleer. II. In het algemeen blijkt zij gegrond in de drieëenheidsleer, nader in de mensch- wording Gods. III. Naar het practische leven staat het beginsel der regeneratie in het Christen dom naast het beginsel der evolutie en gaat daarmede samen. De stellingen van Ds. H. G. van Wijn gaarden luiden: I. Het is onjuiêt, bet modernisme te be schouwen als criticisme of ontkenning van geloofsinhoud. Het is beginselenleer. II. Zijn grond vindt bet in het geloof in den Esne, waarin bet de ervaren gebro kenheid der wereld opheft en verzoent. III. Daardoor overwint het ook de leer der regeneratie met het beginsel der zelf ontplooiing Gods. DERDE NATIONAAL CHRISTELIJK SCHOOLCONGRES. De opening. Gistermorgen heeft de voorzitter, ds. J. L. Pierson, het derde Nationaal Christelijk Schoolcongres te Utrecht geopend met een rede, waarin hij er op wees. dat we dit jaar als het ware staan bij de bakermat onzer geestelij ke goederen. Immers: vijftig jaar ge leden bracht het Volkspetitionnement Neerlands Christenvolk voor den troon van zijn Koning, hem smeekend recht te doen, en zijn handteekening niet te plaatsen onder de wet-Kappey- ne, door dr. Kuyper zoo terecht ge noemd: „De scherpe Resolutie". Uitvoerig schetste spr. dan de ge schiedenis van het Volkspetitionne ment. Het is licht genoeg zoo vervolgt de spreker den strijd te winnen, maar ontzaglijk moeilijk de overwin ning te winnen. Laat ons nooit te vreden zijn met hetgeen de gelijkstel ling van 1920 ons bracht. Het is een ander ideaal geweest, dat onze voorgangeren zich dachten, en wat zij uitspraken in de leuze, die helaas al minder wordt gehoord: De vrije school voor heel de Natie, die haar eigen leven ordent en haar voornaam ste zedelijke kracht zoekt in het huisgezin. Vooral op het terrein van het geestelijk leven van een volk werkt to ver gaande Staatsbemoeiing ver lammend. tuurlijk naar school gaan, maar de namiddagen, die aan handwerken ge wijd waren, kregen zij vrij, dan zou den zij Fransch en Engelsch leeren met mama ên Hedwig; ook moesten zij zich voor haar belijdenis voorbe reiden, en dat waren allen aangena me bezigheden. Hedwig en haar moeder zaten zwij gend naast elkander, maar zij voelden zich wederzijds begrepen en vertroost, beiden wisten, dat haar menig moei lijk uur en menige zware strijd te wachten stond, en trachtten zich daar op voor te bereiden door stille over peinzing en gebed. Het rijtuig ratelde reeds over de steenen van de voorstad, het geroep van de kooplieden en het leven, dat alom heerschte. maakten ieder ge sprek onmogelijk. Zij begonnen zich beklemd te gevoelen door de hooge huizen en drukke straten, en alleen de vreugdekreten van Ernst, wanneer hij soldaten zag, hetgeen niet dikwijls gebeurde, verstrooiden haar gedach ten voor een oogenblik. Eindelijk was het doel bereikt en hielden zij stil voor een groot nieuw gebouw met vier verdiepingen en een aantal ven siers dicht hij elkaar, in een van de nauwe straten van de stad. Met een zucht zag Elise naar het hooge donker© gebouw aan d© over zijde dat ieder uitzicht benam, maar zi trachtte evenals haar zusters haar tilfurr.telling te verbergen, om het Zooals eens de Staatskerk werd af geschaft, zoo verdwijn© ook d© Staats school. h©tzij als openbare of bijzon dere. In volle vrijheid alleen bereikt het geestelijke leven zijn hoogsten bloei. De Staat heeft vele verplichtingen tegenover het onderwijs, doch geen andere rechten dan die uit di© ver plichtingen voortvloeien. In zijn rapport aan de Staatscom missie heeft d© Schoolraad dan ook terecht aangedrongen op het opdra gen van het toezicht op het leerplan aan een lichaam dat uit de organisa tie van het bijzonder onderwijs zelve i9 opgekomen en, daarnaast op het ri cht voor een Bond van schoolbestu ren een eigen inspectie in te stellen. Ho© langer hoe meer komt aan het licht welk een zegen de schoolstrijd aan ons volk en land heeft verzekerd. In 1878 zijn groote mogelijkheden ge boren. Niet enkel is daarin de vrijheid van den Christenmensch bevochten, doch ook de zekerheid, dat niet, zooals el ders in Europa, d© Staatsschool zou worden het middel om het volk lang zaam doch zeker t© winnen voor het weinig aantrekkelijke Russische sy steem. Het is nog niet zoo heel dom ge weest van het nadenkend deel der Natie zich lijnrecht te stellen tegen over het Liberalisme, dat zich zoo gaarne noemde het denkend deel, dat het in 1878 daarom den strijd be gon, hem vijftig jaren lang met taaie volharding doorzette tot het de aan vankelijke overwinning had behaald. Het ging om de groote vraag: Wie het recht had op de school, dus op de kinderen, de Staat of de ouders. In dezen strijd heeft het z e d e 1 ij k recht het ten slatte gewonnen van het ver zonnen recht. Hier behoeft de Staat zich niet tegen den invloed van de door hem in het leven geroepen school te verdedi gen. De Staatsschool is als het Oude Verbond: „wat oud is gemaakt en verouderd, is nabij de verdwij- ai n g". Uit het buitenland komen ook tot ens teekenen van ontwakend leven. In Genève is een sterke actie aan bet opkomen tegen het neutraliteits beginsel in het onderwijs. Verblijdend is vooral de onrust, die het neutrale kamp dddr beroert. Men zoekt er naar geen beter mid del van verweer dan de voorlichting in te winnen van de tegenstahders van de school met den Bijbel in Ne- dtrland, die dan ook in het „Journal de Genève" een droef tafereel ophan gen van de verdeeldheid, die hier zou heerschen, en van de enorme finan cieele lasten, die ons systeem aan het volk zou hebben opgelegd. Die oppo sitie zal vruchtbaar blijken voor de goede zaak, want doodzwijgen is fa taler dan haat, die zich voorbij praat. Ook in Montauban, in het Zuiden van Frankrijk, gaan luide stemmen op tegen de wet van 1882, die alle godsdienst uit de school verdreef. Men begint het te voelen en durft het uit te spreken dat „een school zonder God is een school zonder mo raal" en te dikwijls een school zonder vaderland. Voor Nederland ligt de School strijd in het nu herdachte verleden, en wat nog recht moet gezet, zal te zijner tijd van zelf komen, als wij het verle den maar niet den rug toekeerend, verloochenen en voortgaan vast te ge- looven: dat de Vrije school voor heel ei© Natie geen utopie is. Alle dingen zijn mogelijk dengene, die gelooft. Dit congres is er een met een inter nationale sectie. Verschillende bui tenlanders zijn uitgenoodigd en tot onze vreugde ontvingen wij menig welwillend en sympathiek antwoord en een achttiental belangstellenden uit verschillende landen namen onze uitnoodiging aan. Spr. roept hen in de Duitsche taal een hartelijk welkom toe. Vervolgens huldigt spr. namens het Groot-Comité, en hij vertrouwt dat allen hiermede zullen instemmen, den heer Schreuder voor hetgeen hij voor het congres deed. Met een bede verklaart spr. het congres voor geopend. Referaat prof. Waterink. Na de openingsrede van ds. Pier son, die o.a. werd bijgewoond door haar moeder niet nog moeilijker te maken en toen zij het vriendelijke ge rimpelde gezicht van de oude keu kenmeid zagen, die zeer blijde was allen weer bij zich te hebben, werden zij een weinig opgeruimder. In de zitkamer, die wel de helft kleiner was dan de vorige, stonden de oude meubels; op de tafel stond do chocolade netjes gereed en toen zij zich zoo als vroeger daar omheen schaarden, begonnen zij zich allengs thuis te gevoelen, en weldra deden de jongens niets dan nraten, vragen en eindelijk bewonderen. Spoedig werd de vreugde nog ver hoogd door de thuiskomst van Rob bert, die zeer blijde was zijn moeder en zusters terug te zien en zijn plage rijen, die wel eens te ver gingen, maar toch zeer ongaarne gemist werden, en zijn schoolgeschiedenis brachten allen in een vroolijke stemming. Bij nadere kennismaking bleek de nieuwe woning vele voordeelen te be zitten. De nabijheid van de rivier en van wandelplaatsen had een groote aantrekkelijkheid, ook heerschte hier meer stilte dan in het midden der stad. en zelfs de donkere kamer van de drie zusters werd spoedig voor ge zellig verklaard als des avonds de' lamp brandde en allen om de ronde tafel zaten. Toen de heer Van Steendorp eenige ('acen later van zijn uitstapje terug keerde ontvingen hem enkel blijde AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 26 Oct. 1928. Het aantal wetenschappelijke men schen in óns land is plotseling op een geweldige, bijna beangstigende manier gestegen. En d£t zoo eensklaps maar, door een enkel ministerieel woord. Ik heb tot dusver steeds gemeend, in overeenstemming met de Hoo- ger-onderwijswet dat voor een we tenschappelijke opleiding hooger on derwijs vereischt was, en dit hooger onderwijs wordt volgens genoemde wet gegeven aan gymnasia, hooge- scholen en universiteiten. De gymna^ sia noemt men dan het voorbereidend hooger onderwijs. Doch minister Lambooy heeft Woensdag in de Tweede Kamer van de officieren gezegd, dat zij het einddiplo ma H. B. S. bezitten en dus een we tenschappelijke vorming hebben. Wie een H. B. S.-diploma heeft, be hoort alzoo tot de wetenschappelijk gevormde menscheh, tot het gilde der geleerden! Maar wie een M. U. L. 0:-diploma heeft, is dan toch zeker wel een semi- wetenschappelijk mensch? Leve de wetenschappelijkheid in ons wetenschappelijk landje! OBSERVATOR. den burgemeester van Utrecht,, dr. J. P. Andreae, en de inspecteurs bij het Lager Onderwijs, de heeren Wielinga en Tondu, refereerde prof. dr. J. Wa terink uit Amsterdam over „De vor ming van het geweten". Spr. had zijn betoog in de volgende stellingen sa mengevat: le. Het woord geweten moet worden verstaan in den zin van het medewe ten met zich zelf. 2e. De Onderscheiding tusschen het geweten als formeele functie en eer door kenfunctie verkregen inhoud, waarmede de zedelijke persoon werkt, is in de Schrift gegrond en in de his torie aanvaard. 3e. De consciëntie is het onmiddelijk gegeven zelfbewustzijn omtrent den zedelijken staat als levensvorm en geeft juist wegens haar onmiddellijk karakter de primaire gevoelsbeoordee- liügen, welke evenwel op logische in houden worden betrokken. 4e. Bij het spreken over de vor ming van de consciëntie moet het on derscheid tusschen de formeele en de materieele zijde van het geweten in ■liet oog gehouden worden; feitelijk behoort het materieele niét tot de consciëntie. 5e. Over „vorming" van het gewe ten kan stricto sensu niet worden ge sproken. 6e. Wat wij onder „vorming" ver staan moeten varieeren naar de leef tijden van het kind. 7e. Het belangrijkste paedagogische middel voor de vorming van het ge weten is het leeren eerbiedigen van het recht van het geweten als een Goddelijk recht. 8e. De inhoud van de wet Gods moet het kind, op de wijze die voor het kind het meest juist is, worden bijge bracht opdat het zal kunnen leven met „een goed geweten voor Go.d". Bij de over da inleiding van prof. dr. J. Waterink over de vorming van het geweten zeide de heer J. A. Bree- derveld (Leiden) het niet eens te zijn met de definitie van het geweten, zooals de inleider die heeft gegeven. Spr. meende, dat het geweten nóg steeds is de grond van de zedelijke be oordeeling. De reactie van 't geweten op de daad kan toch sterk in dispro porties zijn tot de begane daad. Ook de heeren A. Jonkman en J. Strikwerda maakten enkele opmer kingen, welke den inleider aanleiding gaven op te merken, dat over dió vra gen weer geheel nieuwe referaten ge houden zouden kunnen worden* Ds. De Geus van Zaamlam, voorzit ter van de Unie „Een School met den Bijbel", had van zijn sterfbed een tele gram voor het welzijn van het congres gezonden. Het congres beantwoordde dit met een telegrafische groet. De eerste algemeene zitting van het congres eindigde met den gezamen- lijken zang van het Lutherlied „Een vaste burg is onze God". Des avonds vond een samenkomst gezichten, zoodat hij zelf ook vroolij- ker werd. Ongelukkig duurde dit niet lang, de ongewone werkeloosheid maakte hem knorrig en dikwijls ge veelde hij zich niet wel, hetgeen hem nog meer hinderde. Zijn stemming veroorzaakte den zijnen veel leed, en verbande vrede en vroolijkheid. De oproerige bewegingen in Berlijn hadden hun toppunt bereikt, en men hoopte spoedig aan alles een einde te zien komen. De eerste groote stap daartoe was de samenstelling van het ministerie Brandenburg. De troepen waren uit Sleeswijk te ruggekeerd en verzamelden zich in den omtrek. De volksvergadering had zich zelve onmogelijk gemaakt, toen het afstemmen van de nieuwe belas tingen haar antwoord was op de aan kondiging van den Minister van Bin- nenlandsche zaken, dat de zittingen naar Brandenburg verlegd werden, botsing. lederen dag verwachtte men een Op den lOen November hoordelen overal de kreten: „De troepen rukken voorwaarts, zij trekken de stad bin nen met generaal Von Wrangel, den overwinnaar van Sleeswijk, aan het hoofd!" Er heerschte een groote opgewon denheid onder het volk, deels door vrees, deels door blijdschap veroor zaakt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5