NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
van
DINSDAG 23 OCT. 1928.
TWEEDE BLAD.
Het lastige lid.
De Hoefijzer-redacteur van het Han
delsblad schrijft:
De heer Laurentius de Visser is een
singulier verschijnsel. Het moet, dunkt
ons, een aangenaam mensch zijn in
den dagelijkschen omgang, gemoede
lijk, vriendelijk en dienstvaardig.
Zoo ziet hij er althans uit.
Hij heeft het tegendeel van een vin-
nigen haviksneus, mist eiken zweem
van een pedanten punt- of van een
hoogmoedigen hangbaard en zijn bo
venlip is ganschelijk ontbloot van
mannelijke ruigte. Ook liggen zijn
oogen wel diep te kijken maar niet als
agressieve bandieten doch eer als twee
bedaagde zusters, die, ietwat bezorgd,
van achter haar brillevensters een
woelige straat beturen.
En dan pleegt hij, als juffrouw van
gezelschap, een prachtige, zéér dege
lijke. zeer welvarend en vermogend
uitziende, gecompliceerde, gele porte
feuille („aktentasch" noemen we zoo
iets tegenwoordig, in onzen Duitschen
draai) onder den arm of op zijn bank
te houden.
Niemand anders in de Kamer heeft
zoo'n indrukwekkende portefeuille en
ze hoort dan ook vanzelf bij een millio-
nairóf bij den heer Laurentius de
Visser.
Want zijn verschijning is één en al
goede, brave, burgerlijk-Hollandsche
soliditeit.
Maar pas op als hij gaat spreken 1
Dan verandert het lam in een leeuw.
Dan zet hij, meestal, om te beginnen
een paar verschikkelijke brille-oogen
op, zoo van die moderne met dikko
randen, hu toch, hoe ontzettend! Of hij
knijpt zijn oogen venijnig dicht en
loert er mee door een paar felle spleten
omgrimmeld door een warreling van
rimpels, in den spreekkramp, die heel
zijn aangezicht verwringt.
Want dan heeft hij een zijner aan
vallen van spreekkramp.
Het is akelig om aan te zien.
Zijn gezicht wordt overkrast met
grimassen, zijn spieren spannen zich
in stuipende gebaren, zijn gebalde
vuisten rukken op en neer en zijn stem
buldert in zoo'n wilde woede op, dat
het geval-de Visser verontrustend
wordt en herinnert aan den leeuw uit
het kinderboek:
Hij brult geweldig en ontzaglijk!
Het oogenblik is zeker hachlijk.
De President, die een vader is voor
al zijn 99 kinderen gelijkelijk, begint
bezorgd te kijken.
Er komt iets in zijn aandacht, van
de ernstige oplettendheid waarmede
wij eens den directeur van een krank
zinnigengesticht de symptomen van
opkomenden furor bij een zijner „on
rustige" patiënten hebben zien waar
nemen.
En als de patiënt opeens den voor
zitter toeraast: „Wilt u op deze ma
nier gaan knokken?", dan lijkt de heer
Ruys even geneigd om tot den opper
kamerbewaarder te zengen: „Hes, haal
het dwangbuis!"
Maar dan bedenkt hij zich in vader
lijke genegenheid en schijnt, bekom
merd te peinzen: Hoe ben ik, Jhr.
Charles Ruys de Beerenbrouck, toch
aan zóó'n kind gekomen?
Onderwijl beduidt het sichuin voor
overgebogen hoofd van Mr. Heems
kerk: ..Knokken.... Ik zou zoo'n uit
drukking niet zoo licht gebruiken!"
En dan, eindelijk, is de aanval van
spreek woede voorbij en de heer Lau
rentius de Visser, met de handen in de
zakken, rustig drentelend door de Ka
mer een goedigen glimlach op het ne-
laat, is weer de brave bakker, die ka
detjes bakt. of de gemoedelijke kruide
nier, die drop verkoopt in een peper
huis, of de rentenier, die een goede be
legging heeft gedaan.
FEUILLETON.
God is mijn heil.
6D o
Het was haar alsof er een steen van
haar hart was genomen, toen zij naar
Schönheide terugkeerde en den blik
kon laten gaan over weiden en bos-
schen. Het grootste medelijden had zij
met haar moeder, die van jongs af aan
gewoon was geweest aan ruime,
luchtige vertrekken, en die nu, hoe
wel zij ongesteld en droefgeestig was.
zich moest vergenoegen met een klein
kamertje, dat niet eens een eigen uit
gang had, zooals dit in Berlijn menig
maal het geval is. Met uitzondering
van de kamer van haar vader waren
alle vertrekken zoo ingericht. Maar
haar moeder toonde een ongewone
geestkracht, vergat haar eigen gemak
om er slechts aan te denken, hoe zij
(Jen veranderden toestand zoo min
mogelijk drukkend zou maken voor
haar echtgenoot en kinderen.
De wederwaardighdeen des levens
schenen de sluimerende levenskrach
ten te doen ontwaken en haar nieu
wen moed te schenken, en haar voor
beeld werkte gunstig op haar kinde
ren; de klachten, die eerst talloos ge
weest waren, verstomden, en ieder
wilde den andere het beste geven.
All© voordeelen van het nieuwe huis
werden opgehemeld, zoodat de kinde-
Men moet betreuren, dat de heer de
Visser geen bloempot is met een roos
je er in. Hoe zorgzaam zou de Voor
zitter hem besproeien,maar op
zijn doornen passen.
Of een mopshondje.
Hoe liefderijk zou de President hem
uitlaten,maar aan een touwtje.
De heer Laurentius de Visser is 'n
singulier verschijnsel in ons Parle
ment.
KERK EN SCHOOL.
NED. 1IERV. KERK,
Drietal: Te Gorinchem, J. J. H. Pop,
Maassluis; H. Meijer, te Dubbeldam en
G. Verdoes Kleijn te Dordrecht.
Aangenomen: Naar Banjermasin
(Borneo), P. A. Tichelaar, tot voor kort
te Beilen, thans in Ned.-Indië.
Bedankt: Voor Gameren, H. A. Leen-
mans, te Delft.
GEREF. /IERKEN.
Beroepen: Te Lioessens, E. Douma,
te Oostkapelle. Te Westerlee, J. Snoey,
cand. te Tinte.
Aangenomen: Naar Roodeschool, J.
Schelhaas te Nederhorst den Berg.
Bedankt: Voor Scharendijke, R.
Haitsma, te .Oldekerk. Voor Antwerpen, J.
C. Houtzagers, te Reeuwijk, bij Gouda.
Voor Puttershoek, A. Scheele, te Kapelle-
Biezelinge.
CHn. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Baarn, J. Drenth, te
Broek op Langendijk; en P. Zwier, te Pa-
pendrecht. Te Harderwijk, P. de Smit, te
Boskoop en B. v. d. Berg, te Maassluis.
Beroepen: Te Sneek, I. v. d. Knijff,
cand. te Reeuwijk.
AFZONDERLIJKE BEKERTJES.
De Kerkeraad der Geref. Kerk in Nieuw
Verband te 's-Gravenhage heeft als zijn
standpunt uitgesproken, dat indien uit de
gemeente geen bezwaren rijzen, bij het
H. Avondmaal afzonderlijke bekertjes ge
bruikt kunnen worden.
GEEN COMBINATIE.
De classis 's-Hertogenbosch der Geref.
Kerken had zoo meldt De Starftiaard
een commissie benoemd om de e.v. combi
natie van de Kerken van Vrijhoeve en
Sprang onder oogen te zien. Naar het blad
verneemt, blijkt uit haar rapport, dat de
tijd daarvoor nog niet rijp is, wijl de Kerk
van Sprang eerst nog alles in het werk
wil stellen om zelfstandig een predikant
te kunnen beroepen.
EVANGELISATIE.
Te Aalten werd in den Kerkeraad der
Geref. Kerk gerapporteerd omtrent den
toestand der arbeiders, die aan de Baak-
sche beek werkzaam zijn. Beslbten werd
deze zaak op de as. vergadering van de
Classis Zutphen ter sprake te brengen,
doch het werk der Evangelisatie onder die
arbeiders terstond te beginnen door het
verspreiden van het weekblad „De Goede
Tijding".
NIEUWE PREDIKANTSPLAATSEN.
Te Delfshaven (Rotterdam) kwam in de
vergadering van den Algem. Kerkeraad
der Ned. Herv. Gemeente een schrijven in
van het Convent van Ouderlingen, aan
dringende op de spoedige vestiging van
een zesde predikantsplaats. Ds. J. Ph. Eg-
gink wees eveneens op de noodzakelijk
heid daarvan en verzocht den Kerkeraad
zich daartoe tot de Kerkvoogdij te wen
den. Stemmen gingen op, de actie voor de
zesde predikantsplaats te laten voorgaan
boven die voor de vierde kerk. De Kerke
raad besloot zich met een schrijven tot de
Kerkvoogdij te wenden.
PRIESTERKLEEDING.
Naar de „Maasb." verneemt, zal met in
gang van 1 November a.s. de nieuwe klee
ding voor de Roomsch-Katholieke geeste
lijkheid in het bisdom Haarlem worden
ingevoerd. Zij onderscheidt zich van de
vorige door de lange broek in plaats van
de korte, en door de gekleede in plaats
van de z.g.n. statiejas.
EEN KERKGEBOUW-KWESTIE.
Gedep. Staten van Zuid-Holland behan
delden gistermiddag in openbare zitting
het beroep van den Kerkeraad der Geref.
Gemeente te Herkingen tegen de beslie
ren het als een genoegen begonnen te
beschouwen, en hun moeder was ge
rustgesteld, toen zij de vroolijke ge
zichten der kinderen zag.
Met den heer Van Steendorp was
het geheel anders gesteld; het was bij
na onmogelijk hem tevreden te stellen
en alle bewoners van Schönheide
waren blijde toen hii een lange reis
raar zijn broeder in de provincie
Pruisen ondernam, daar zij hoopten
hem in betere stemming te zien terug-
keeren.
Ook de oude mevrouw, hoe geneigd
zij ook was voor zichzelve alles op te
offeren, vond het moeilijk te berus
ten in de beproeving, die haar kinde
ren trof, wien zij gaarne liet leven zoo
aangenaam mogelijk had gemaakt,
ei. zij voerde menigen inwendigen
strijd, eer zij ook hierin de liefde des
Heeren kon erkennen; maar zij was
zeer gelukkig hen, vooreerst ten min
ste, bij zich te houden.
De brieven van Johanna en Helena
waren altijd zeer welkom, want zij
verschaften haar een gewenschte af
leiding. Zij waren zeer gelukkig we
der bij hun vader te zijn, en bevonden
zich temidden van hun bloedverwan
ten; dit was haar eerst wel pijnlijk
geweest, maar zij werden met zooveel
liefde en voorkomendheid ontvangen
dat zij er zich spocckg aan gewend
hadden. De heerlijke nat.uurtooneelen
van het Reuzengebergte maakten
grooten indruk op Johanna, want zij
sing van het gemeentebestuur aldaar,
waarbij op gronc" van art.. 7 der wet van
10 September 1853 toestemming tot oprich
ting van een kerkgebouw werd geweigerd.
Het beroep werd met een enkel woord
toegelicht door den secretaris der Geref.
Gemeente, den heer J. W. van Houdt, die
de beslissing van het gemeentebestuur
van I-Ierkingen ongegrond achtte. Het be
staande kerkgebouw, dat de Geref. Ge
meente door een nieuw, op eenigen af
stand daarvan, wenscht te vervangen, is
z.i. rechtmatig eigendom dier gemeente.
F.en andere kerkelijke gemeente, die daar
op recht kan doen gelden, hetgeen voor
het gemeentebestuur aanleiding zou zijn
tot weigering der gevraagde toestemming,
bestaat er in Herkingen niet.
Daarentegen betoogde mr. Stolk, optre
dend als gemachtigde der Oud-Neder-
duitsch-Geref. Gemeente, dat die andere
gemeente wel degelijk bestaat, en dat het
de gemeente is, waarvoor spr. pleitte. Wel
nu, deze Oud-Nederduitsch-Geref. Gemeen
te heeft een actie ingesteld ter verkrijging
van het (oude) gebouw der kerk, waarvan
zij oorspronkelijk eigenaar is. Een nieuw
gebouw, dat de Geref. Gemeente wenscht,
zou zeker niet op de plaats mogen komen
waar de Geref. Gemeente dat verlangt,
omdat deze nauwelijks 40 M. is verwijderd
van het bestaande kerkgebouw en omdat,
wanneer dit oude gebouw aan de Oud-Ne
derduitsch-Geref. Gemeente wordt toege
wezen, beide kerkdiensten gestoord zou
den worden door elkanders orgelmuziek
en kerkgezang. De Oud-Nederduitsch Ge
reformeerde Gemeente hoopt dan ook. dat
Ged. Staten de beslissing van het gemeen
tebestuur zullen handhaven.
Nadat nog enkele inlichtingen omtrent
detailpunten waren ingewonnen, werd de
openbare behandeling gesloten.
De beslissing van Gedep. Staten volgt
later.
ALGEM. ZENDINGSCONFERENTIE.
Gisterenavond is een aanvang gemaakt
met de 41ste algemeene zendingsconferen
tie te Amsterdam in het gebouw der A. M.
V. J. Bij deze conferentie zijn alle Neder-
landsche zendingscorporaties aangesloten.
De laatst toegetredenen zijn de zendings-
deputaten van de Gereformeerde kerken
in hersteld verband, die vertegenwoordigd
worden door Ds. J. C. Aalders uit Amster
dam.
De conferentie van dit jaar houdt
nauw verband met de wereldzendingscon-
ferentie, die van 24 Maart tot 8 April op
den Olijfberg bij Jeruzalem gehouden is.
Zij gaat uit van de onderstelling dat al
het gezegde en geschrevene over die con
ferentie genoegzaam bekend is. Haar the
ma is: Wat vloeit uit die conferentie te
Jeruzalem voort voor onzen eigen zen-
dingsarbeid in Ned.-Indië. Belangrijker
dan alle beschouwingen, te Jeruzalem ge
houden, is voor ons de invloed dien deze
kunnen hebben op de practijk van het
eigen zendingswerk en het eigen zen
dingsleven.
ï^adat de vergadering met het lezen van
Jesaja 60 en gebed is geopend heet de
voorzitter, de heer L. J. van Wijk, de zen
delingen met verlof en den nieuwbenoem-
den zendingsconsul, Ds. S. C. graaf van
Randwijck welkom. Daarna zet hij het
doel dezer conferentie uiteen. Bij het lezen
van Jesaja 60, het komen van de volken
naar Jeruzalem, denken we aan wat dit
voorjaar te Jeruzalem plaats vond; het is
ae visie, het uiteindelijke doel der zen
ding. Aan die belofte gaat vooraf de op
roep om te komen tot het licht De komst
van Gods Koninkrijk moge niet aan de
gemeente voorbijgaan.
Spr. memoreert enkele bijzonderheden
uit den laatsten tijd. De zending der broe
dergemeente deed een beroep op onze
hulp; de Rijnsche zending, die haar hon
derdjarig bestaan vierde, vraagt onze
hulp.
Pastor Schomburg, missionsinspector
der Rijnsche zending te Barmen, brengt
enkele bijzonderheden uit de geschiedenis
der Rijnsche zending naar voren. Op 23
September is een bijzonder feest gevierd
in het kleine Mettmann bij Dusseldorp.
Een steen werd onthuld in den gevel van
het huis, waar op 23 September 1828 de
Rijnsche zending gesticht werd. Van haar
is een stroom van zegen uitgedaan in de
geheele wereld.
Men had niet de bedoeling een groot
werk te doen, maar het groeide zeer snel.
De eerste zendelingen gingen naar Zuid-
Afrika, vandaar naar de Hottentotten en
de Herero en later naar de Ovambo. Het
tweede groote zendingsveld is Ned.-Indië.
toonden haar telkens meer van de
wonderen van Gods liefde en almacht.
1-Iare brieven bewezen met hoeveel
ernst zij naar heiligmaking streefde
en hoe het verlangen naar den dier
baren afgestorvene voor haar 'n aan
leiding was geweest om de dingen te
zoeken die boven zijn.
Helena trachtte ook vorderingen te
maken, maar verviel, zoo als vroeger,
in werkheiligheid. Zij had in haar
nieuwe omgeving dadelijk 'n nuttigen
w erkkring gezocht, en verhaaJde veel
van de rust, die deze haar bracht. Dit
was wel zeer goed. maar de oude me
vrouw vreesde toch, dat zij haar heil
in goede Werken zocht, die nooit wa
ren, blijvenden vrede kunnen ver-
Si haffen, en zij trachtte haar in een
bl ief dit aan het verstand te brengen.
Helena's antwoord echter bewees, dat
zij haar niet begrepen had.
De schoone zomer, als de velden
prijken met goudgele halmen, de lin
den bloeien en de eene dag nog heer
lijker schijnt dan de andere, was voor
bijgegaan, de scherpe zeisen van de
o aiers hadden hun werk verricht,
de frissche boerenmeisjes met hun
I i_ldere jakken en witte boezelaars
badden de schoven te zamen gebon
'en en allen waren wel voldaan over
den goeden oogst vroolijk huiswaarts
f.?lceerd. De hoogbelad wagens had
den de schuren gevuld, de armen had
den de velden nagelezen, en het ge-
van den vlegel begeleidde het ge-
Resident Vos vestigde de aandacht op Bor
neo. Het werk was ook daar zeer moei
lijk; in 1859 kwam het bloedbad. De aan
dacht werd toen gevestigd op Sumatra. In
1861 werd het werk daar begonnen. Nom-
mensen was de baanbreker, de bezielende
kracht, de organisator. Vandaar ging het
werk naar Nias, waar het in 1865 aanving.
Het derde zendingsveld is China, op aan
dringen van den bekenden Gützlaff.
Het laatste zendingsveld in Nieuw-Gui-
nea; in 18 jaren moesten daar 20 graven
gemaakt worden; toch is ook daar het
werk krachtig opgeschoten. Afrika was
het land van geduld. Borneo het land der
martelaren, Sumatra het land van zegen,
Nias het land der opwekking, China het
land der kleine dingen, Nieuw-Guinea het
land der tranen en zorgen. De Rijnsche
zending heeft in deze eeuw 1006 zendelin
gen uitgezonden.
Ten gevolge van den oorlog, moest de
Rijnsche zending Ovamboland overdragen
aan de Finsche zending, later Borneo aan
de Baseler-zending en Nieuw-Guinea aan
de Amerikaansch, Luthersche zending.
Toch is zij nog de grootste corporatie in
Duitschland. Op het oogenblik heeft zij
op hare zendingsvelden een schare van
400.000 tot het Christendom mogen bren
gen.
Met dankzegging door dr. Callenberg
werd deze eerste samenkomst gesloten.
EEN PLEIDOOI VOOR
EEN PROTESTANTSCH „ALLERZIELEN"
In de Herv. Haagsche Kerkbode pleit
Dr. F. van Gheel Gildemeester voor den
Dooden-Zondag. Hij herinnert er aan, dat
op 20 November van het vorige jaar een
herdenkingsdienst voor de dooden is ge
houden in de Duinoordkerk, juist op den
dag, dat in de Groote Kerk ook een her
denkingsdienst voor een gestorvene werd
gehouden, n.l. voor Wendelmoet Claes-
dochter. „En terwijl beide diensten" zoo
vervolgt de schrijver „ter herdenking
van gestorvenen waren, heeft men den
dienst in de Duinoordkerk nog al room-
scherig gevonden, en die in de Groote
Kerk goed gereformeerd."
„We weten wel, waarom. In de Groote
Kerk werd een woord gesproken over de
eerste martelares. Dat mag. Dat is een uit
zondering. Dat is een die voor haar geloof
is gestorven. Maar die andere dienst
gewijd aan onze afgestorvenen, dat mag
eigenlijk niet." Sch. betoogt verder, dat
„vele goed geref. leden onzer Kerk" een
afkeer hebben van liturgische diensten als
op den „Dooden-Zondag" in de Duinoord
kerk. Zij zien er een Roomsch gevaar in.
Laten zij hun nuchtere ziel geen geweld
aandoen. „Maar wanneer daar zijn, die
ook in de kerk wel gaarne en opzettelijk
denken aan die hen voorgingen, die mo
gen gerust weten, dat het woord „gedenkt
uwe voorgangeren" niet alleen slaat op
overleden predikanten, maar op alle ge-
loovigen, wier leven een prediking is ge
weest; en wie het een plicht is te geden
ken."
BINNENLAND.
DE VERLAGING DER POST-
TARIEVEN.
In verband met de nieuwe verlaging
der posttarieven, ingaande 1 Nov. a.s.
zullen de volgende wijzigingen in de
frankeerzegels worden gebracht.
Ie. wordt ingevoerd een nieuw zegel
van 27Va cent van grijze kleur (als van
bet K cent zegel).
2e. de frankeerzegels van 12*4 cent
worden voortaan in blauwe kleur en
die van 7*4 cent in rood.
3e. de zegels van 15 cent en 10 cent
krijgen in verband hiermede de kleur
resp. van het 12 *4 cent en van het 7*4
cent zegel.
4e. postzegelboekjes met 24 zegels
van 15 cent worden niet meer aange
maakt; in plaats hiervan worden
boekjes met 24 zegels van 12*4 cent
verkrijgbaar gesteld.
De aanwezige voorraad van de be
staande zegels zal worden opgebruikt.
DE OPVOLGER VAN Jhr. DE MURALT
Naar de Tel. verneemt komt dr. F.
E. Posthuma, wiens verkiezing tot
lid van de Tweede Kamer voor den
Vrijheidsbond bij de Kamerverkiezin
gen van 1929 verzekerd kan worden
geacht ernstig in aanmerking voor het
ambt van burgemeester der gemeente
Borculo, als opvolger van jhr. ir. R.
R. L. de Muralt, die als zoodanig ont-
zang der knechts in de schuren; men
begon te spreken van het rooien der
aardappelen en het plukken van de
rijk beladen vruchtboomen.
Gedurende den tijd van den oogst
had de heer Van Mengen weinig om
gang met zijn buren gehad, daar al
len vrij ver van Schönheide woonden.
Ieder grondbezitter bestuurde liever
zelf zijn arbeiders, vooral dit jaar, en
ook den heer Van Halier hadden zij
slechts zelden gezien. Deze was druk
bezig geweest op zijn eigen buiten
goed, had vele verstandige maatre
gelen genomen ter verbetering van
zijn land en was volgens den heer Van
Mengen op weg om een volmaakt
grondbezitter te worden.
Wanneer hij van tijd tot tijd des na
middags te Schönheide kwam, was
hij ernstiger en stiller geweest dan
vroeger, had zich niet verdiept in
vvereldsche ijdele gesprekken, maar
met den heer Van Mengen gepraat
over hun gemeenschappelijke belan
gen en vooral over de politieke aan
gelegenheden. Wanneer hij daartoe
ue gelegenheid vond. had hij het ge
sprek op godsdienstig gebied overge
bracht, hetgeen t© Schönheide niet
zeer moeilijk was en waardoor hij al
ler harten voor zich won. Met groote
belangstelling won hij altijd berichten
in omtrent Helena en Johanna en
spoedig werd het een gewoonte hem
haar brieven voor te lezen, want hij
behoorde toch eigenlijk tot d© familie.
slag heeft gevraagd en verkregen.
Het hoofdbestuur van den Vrij
heidsbond heeft er, zoo verneemt het
blad verder, ernstige bezwaren tegen
dat dr. Posthuma na zijn verkiezing
tot Kamerlid, zijn huidige functie van
directeur der Central© Werkgevers
Risico-Bank blijft waarnemen.
Van andere zijde kan men met ze
kerheid mededeelen, dat het bericht
van de Tel., als zou dr. Posthuma in
aanmerking komen voor het burge
meesterschap van Borculo, volkomen
uit de lucht gegrepen is, evenals de
mededeeling uit genoemd blad, dat 't
hoofdbestuur van den Vrijheidsbond
er bezwaren tegen zou hebben dat dr.
Posthuma na zijn verkiezing tot Ka
merlid zijn functie van directeur der
Centrale Werkgevers Risico-Bank
blijft waarnemen.
Dit laatste is geheel aan het inzicht
van dr. Posthuma overgelaten, die
zelf van meening is dat een gelijktij
dige waarneming van deze functie
met het Kamerlidmaatschap hem te
weinig tijd voor zijn nieuwe functie
zou laten.
DE NED.-BELGISCHE KWESTIE.
Een B.T.A.-telegram uit Brussel
meldt d.d. 22 dezer:
De „Vingtième Siècle schrijft: De
besprekingen tusschen de Nederland-
Si.he en Belgische deskundigen schij
nen niet tot het verhoopte resultaat
geleid te hebben. Van beide zijden
werden voorstellen gedaan, maar te
genover de Belgische wenschen, wel
ke zeer bescheiden waren, werden an
dere wenschen kenbaar gemaakt, met
name ten opzichte van de verbinding
van België met den Rijn. welke voor
de Belgische deskundigen onaan
vaardbaar waren. Het is dan ook t©
vreezen. dat de officieele onderhan
delingen tusschen België en Neder
land op ernstige moeilijkheden zullen
stuiten. Beleië heeft dan ook aan de
Nederlandsche re^eering te kennen
gegeven, dat zij van haar eischen,
welke een minimum zijn, geen af
stand kan doen, zonder groote be
langen op bet spel te zetten. De Bel
gische regeering zal zich dan ook
daaraan houden.
ONGEWENSCHTE RECLAME.
Sinds enkele weken is van het veel
besproken Italiaansche werk van
Sarfatti „Benito Mussolini" een Hol-
landsche uitgave verschenen. In alle
steden nu. prijkt in verband hiermede
bij den boekhandel een kleurige affi
che, waarin bedoeld werk op sugges
tieve wijze wordt aangekondigd. Zoo
staat er o.a. op: „Is Mussolini een
moderne Don Quichotte"?
Deze zinsnede nu, blijkt bij de Ita
liaansche legatie misnoegen gewekt
te hebben. Zij heeft zich naar wordt
vernomen, naar aanleiding van dit
feit, met de uitgevers in verbinding
gesteld om te trachten, dit, volgens
haar gevoelen, aanstootgevende biljet
dcor een ander te doen vervangen. Of
deze pogingen geslaagd zijn, bleek bij
de afzending van dit bericht nog niet
nader bekend.
INT. ROODE KRUIS-CONFERENTIE.
De regeering van de midden-Ame-
rikaansche republiek Nicaragua, be
noemde den heer Bern. J. Citroen,
consul-generaal van de republiek to
Amsterdam, tot afgevaardigde naar
de 13e Internationale conferentie van
het Roode Kruis, die van 23 tot 27 de
zer in het Vredespaleis te 's-Graven
hage zal worden gehouden.
NED. PROPAGANDA IN AMERIKA.
De heer G. H. Ravelli, vertegen
woordiger van de Nederlandsche
Spoorwegen te New York, tevens
hoofd van de Af deeling Verkeerspro-
paganda voor Nederland aldaar, tij
delijk hier te lande verblijvende, stelt
voor belanghebbenden bij de propa
ganda voor Nederland in de Vereenig-
de Staten de gelegenheid open hem te
spreken Woensdag 24 October van 10
tot 1 uur ten kantore van de Nederl.-
Amerikaansche Kamer van Koophan
del, Keizersgracht 292, Amsterdam.
MILITIEPLICHTIGEN UITGESLOTEN
VAN DE BENOEMING TOT
POLITIEAGENT.
Eenigen tijd geleden heeft de Minis
ter vaai Oorlog eensklaps bepaald, Üat
voortaan in geval van mobilisatie ook
Hedwig waren zijn bezoeken wel
kom, omdat hij meestal iets nieuws
wist be vertellen van de troepen, die
in zijn buurt in garnizoen lagen;
soms zag hij Willem en sprak altijd
met hoogachting oyer hem; van tijd
tot tijd bracht hij brieven of groeten
van hem over aan de oude mevrouw
cf de Van Mengen's. Wel trachtte zij
^zichzelve te overtuigen, dat zij er
geen belang meer in moest stellen,
maar het bleef een droevig genot,
waarnaar zij altijd zeer verlangde. De
-naatste maal had de heer Van Haller
zelfs een bezoek van Willem aange
kondigd, want daar r.ijn diensttijd met
September verstreken was, zou hij
dan een betrekking krijgen in een
provinciestad, en dus schikte het hem
bet best vóór dien tijd nog eens naar
.Schönheide te komen.
Van tijd tot tijd kregen zij ook nog
een anderen gast. Graaf van Lindow
bad eerst eenige mialen den heer Van
Haller vergezeld en-was later verschei
dene keeren alleen gekomen, ofschoon
niemand zeer op zïjn bezoeken gesteld
was. Vooral voor Hedwig 'waren zijn
visites lastig, daar hrij haar het hof
maakte en haar met complimenten
overlaadde, die haar zoo tegenston
den, dat zij trachtte hem zoo veel
mogelijk te ontvluchten. Zij moest
menige plagerij van haar oom ver
duren. dat zij altijd spoorloos ver
dween, zoodra het rijtuig van graaf
Lindow het plein opreed.