NIEUWE LEIDSCHE COURANT WAT DE BLADEN ZEGGEN. van DINSDAG 23 OCT. 1928. TWEEDE BLAD. Het lastige lid. De Hoefijzer-redacteur van het Han delsblad schrijft: De heer Laurentius de Visser is een singulier verschijnsel. Het moet, dunkt ons, een aangenaam mensch zijn in den dagelijkschen omgang, gemoede lijk, vriendelijk en dienstvaardig. Zoo ziet hij er althans uit. Hij heeft het tegendeel van een vin- nigen haviksneus, mist eiken zweem van een pedanten punt- of van een hoogmoedigen hangbaard en zijn bo venlip is ganschelijk ontbloot van mannelijke ruigte. Ook liggen zijn oogen wel diep te kijken maar niet als agressieve bandieten doch eer als twee bedaagde zusters, die, ietwat bezorgd, van achter haar brillevensters een woelige straat beturen. En dan pleegt hij, als juffrouw van gezelschap, een prachtige, zéér dege lijke. zeer welvarend en vermogend uitziende, gecompliceerde, gele porte feuille („aktentasch" noemen we zoo iets tegenwoordig, in onzen Duitschen draai) onder den arm of op zijn bank te houden. Niemand anders in de Kamer heeft zoo'n indrukwekkende portefeuille en ze hoort dan ook vanzelf bij een millio- nairóf bij den heer Laurentius de Visser. Want zijn verschijning is één en al goede, brave, burgerlijk-Hollandsche soliditeit. Maar pas op als hij gaat spreken 1 Dan verandert het lam in een leeuw. Dan zet hij, meestal, om te beginnen een paar verschikkelijke brille-oogen op, zoo van die moderne met dikko randen, hu toch, hoe ontzettend! Of hij knijpt zijn oogen venijnig dicht en loert er mee door een paar felle spleten omgrimmeld door een warreling van rimpels, in den spreekkramp, die heel zijn aangezicht verwringt. Want dan heeft hij een zijner aan vallen van spreekkramp. Het is akelig om aan te zien. Zijn gezicht wordt overkrast met grimassen, zijn spieren spannen zich in stuipende gebaren, zijn gebalde vuisten rukken op en neer en zijn stem buldert in zoo'n wilde woede op, dat het geval-de Visser verontrustend wordt en herinnert aan den leeuw uit het kinderboek: Hij brult geweldig en ontzaglijk! Het oogenblik is zeker hachlijk. De President, die een vader is voor al zijn 99 kinderen gelijkelijk, begint bezorgd te kijken. Er komt iets in zijn aandacht, van de ernstige oplettendheid waarmede wij eens den directeur van een krank zinnigengesticht de symptomen van opkomenden furor bij een zijner „on rustige" patiënten hebben zien waar nemen. En als de patiënt opeens den voor zitter toeraast: „Wilt u op deze ma nier gaan knokken?", dan lijkt de heer Ruys even geneigd om tot den opper kamerbewaarder te zengen: „Hes, haal het dwangbuis!" Maar dan bedenkt hij zich in vader lijke genegenheid en schijnt, bekom merd te peinzen: Hoe ben ik, Jhr. Charles Ruys de Beerenbrouck, toch aan zóó'n kind gekomen? Onderwijl beduidt het sichuin voor overgebogen hoofd van Mr. Heems kerk: ..Knokken.... Ik zou zoo'n uit drukking niet zoo licht gebruiken!" En dan, eindelijk, is de aanval van spreek woede voorbij en de heer Lau rentius de Visser, met de handen in de zakken, rustig drentelend door de Ka mer een goedigen glimlach op het ne- laat, is weer de brave bakker, die ka detjes bakt. of de gemoedelijke kruide nier, die drop verkoopt in een peper huis, of de rentenier, die een goede be legging heeft gedaan. FEUILLETON. God is mijn heil. 6D o Het was haar alsof er een steen van haar hart was genomen, toen zij naar Schönheide terugkeerde en den blik kon laten gaan over weiden en bos- schen. Het grootste medelijden had zij met haar moeder, die van jongs af aan gewoon was geweest aan ruime, luchtige vertrekken, en die nu, hoe wel zij ongesteld en droefgeestig was. zich moest vergenoegen met een klein kamertje, dat niet eens een eigen uit gang had, zooals dit in Berlijn menig maal het geval is. Met uitzondering van de kamer van haar vader waren alle vertrekken zoo ingericht. Maar haar moeder toonde een ongewone geestkracht, vergat haar eigen gemak om er slechts aan te denken, hoe zij (Jen veranderden toestand zoo min mogelijk drukkend zou maken voor haar echtgenoot en kinderen. De wederwaardighdeen des levens schenen de sluimerende levenskrach ten te doen ontwaken en haar nieu wen moed te schenken, en haar voor beeld werkte gunstig op haar kinde ren; de klachten, die eerst talloos ge weest waren, verstomden, en ieder wilde den andere het beste geven. All© voordeelen van het nieuwe huis werden opgehemeld, zoodat de kinde- Men moet betreuren, dat de heer de Visser geen bloempot is met een roos je er in. Hoe zorgzaam zou de Voor zitter hem besproeien,maar op zijn doornen passen. Of een mopshondje. Hoe liefderijk zou de President hem uitlaten,maar aan een touwtje. De heer Laurentius de Visser is 'n singulier verschijnsel in ons Parle ment. KERK EN SCHOOL. NED. 1IERV. KERK, Drietal: Te Gorinchem, J. J. H. Pop, Maassluis; H. Meijer, te Dubbeldam en G. Verdoes Kleijn te Dordrecht. Aangenomen: Naar Banjermasin (Borneo), P. A. Tichelaar, tot voor kort te Beilen, thans in Ned.-Indië. Bedankt: Voor Gameren, H. A. Leen- mans, te Delft. GEREF. /IERKEN. Beroepen: Te Lioessens, E. Douma, te Oostkapelle. Te Westerlee, J. Snoey, cand. te Tinte. Aangenomen: Naar Roodeschool, J. Schelhaas te Nederhorst den Berg. Bedankt: Voor Scharendijke, R. Haitsma, te .Oldekerk. Voor Antwerpen, J. C. Houtzagers, te Reeuwijk, bij Gouda. Voor Puttershoek, A. Scheele, te Kapelle- Biezelinge. CHn. GEREF. KERK. Tweetal: Te Baarn, J. Drenth, te Broek op Langendijk; en P. Zwier, te Pa- pendrecht. Te Harderwijk, P. de Smit, te Boskoop en B. v. d. Berg, te Maassluis. Beroepen: Te Sneek, I. v. d. Knijff, cand. te Reeuwijk. AFZONDERLIJKE BEKERTJES. De Kerkeraad der Geref. Kerk in Nieuw Verband te 's-Gravenhage heeft als zijn standpunt uitgesproken, dat indien uit de gemeente geen bezwaren rijzen, bij het H. Avondmaal afzonderlijke bekertjes ge bruikt kunnen worden. GEEN COMBINATIE. De classis 's-Hertogenbosch der Geref. Kerken had zoo meldt De Starftiaard een commissie benoemd om de e.v. combi natie van de Kerken van Vrijhoeve en Sprang onder oogen te zien. Naar het blad verneemt, blijkt uit haar rapport, dat de tijd daarvoor nog niet rijp is, wijl de Kerk van Sprang eerst nog alles in het werk wil stellen om zelfstandig een predikant te kunnen beroepen. EVANGELISATIE. Te Aalten werd in den Kerkeraad der Geref. Kerk gerapporteerd omtrent den toestand der arbeiders, die aan de Baak- sche beek werkzaam zijn. Beslbten werd deze zaak op de as. vergadering van de Classis Zutphen ter sprake te brengen, doch het werk der Evangelisatie onder die arbeiders terstond te beginnen door het verspreiden van het weekblad „De Goede Tijding". NIEUWE PREDIKANTSPLAATSEN. Te Delfshaven (Rotterdam) kwam in de vergadering van den Algem. Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente een schrijven in van het Convent van Ouderlingen, aan dringende op de spoedige vestiging van een zesde predikantsplaats. Ds. J. Ph. Eg- gink wees eveneens op de noodzakelijk heid daarvan en verzocht den Kerkeraad zich daartoe tot de Kerkvoogdij te wen den. Stemmen gingen op, de actie voor de zesde predikantsplaats te laten voorgaan boven die voor de vierde kerk. De Kerke raad besloot zich met een schrijven tot de Kerkvoogdij te wenden. PRIESTERKLEEDING. Naar de „Maasb." verneemt, zal met in gang van 1 November a.s. de nieuwe klee ding voor de Roomsch-Katholieke geeste lijkheid in het bisdom Haarlem worden ingevoerd. Zij onderscheidt zich van de vorige door de lange broek in plaats van de korte, en door de gekleede in plaats van de z.g.n. statiejas. EEN KERKGEBOUW-KWESTIE. Gedep. Staten van Zuid-Holland behan delden gistermiddag in openbare zitting het beroep van den Kerkeraad der Geref. Gemeente te Herkingen tegen de beslie ren het als een genoegen begonnen te beschouwen, en hun moeder was ge rustgesteld, toen zij de vroolijke ge zichten der kinderen zag. Met den heer Van Steendorp was het geheel anders gesteld; het was bij na onmogelijk hem tevreden te stellen en alle bewoners van Schönheide waren blijde toen hii een lange reis raar zijn broeder in de provincie Pruisen ondernam, daar zij hoopten hem in betere stemming te zien terug- keeren. Ook de oude mevrouw, hoe geneigd zij ook was voor zichzelve alles op te offeren, vond het moeilijk te berus ten in de beproeving, die haar kinde ren trof, wien zij gaarne liet leven zoo aangenaam mogelijk had gemaakt, ei. zij voerde menigen inwendigen strijd, eer zij ook hierin de liefde des Heeren kon erkennen; maar zij was zeer gelukkig hen, vooreerst ten min ste, bij zich te houden. De brieven van Johanna en Helena waren altijd zeer welkom, want zij verschaften haar een gewenschte af leiding. Zij waren zeer gelukkig we der bij hun vader te zijn, en bevonden zich temidden van hun bloedverwan ten; dit was haar eerst wel pijnlijk geweest, maar zij werden met zooveel liefde en voorkomendheid ontvangen dat zij er zich spocckg aan gewend hadden. De heerlijke nat.uurtooneelen van het Reuzengebergte maakten grooten indruk op Johanna, want zij sing van het gemeentebestuur aldaar, waarbij op gronc" van art.. 7 der wet van 10 September 1853 toestemming tot oprich ting van een kerkgebouw werd geweigerd. Het beroep werd met een enkel woord toegelicht door den secretaris der Geref. Gemeente, den heer J. W. van Houdt, die de beslissing van het gemeentebestuur van I-Ierkingen ongegrond achtte. Het be staande kerkgebouw, dat de Geref. Ge meente door een nieuw, op eenigen af stand daarvan, wenscht te vervangen, is z.i. rechtmatig eigendom dier gemeente. F.en andere kerkelijke gemeente, die daar op recht kan doen gelden, hetgeen voor het gemeentebestuur aanleiding zou zijn tot weigering der gevraagde toestemming, bestaat er in Herkingen niet. Daarentegen betoogde mr. Stolk, optre dend als gemachtigde der Oud-Neder- duitsch-Geref. Gemeente, dat die andere gemeente wel degelijk bestaat, en dat het de gemeente is, waarvoor spr. pleitte. Wel nu, deze Oud-Nederduitsch-Geref. Gemeen te heeft een actie ingesteld ter verkrijging van het (oude) gebouw der kerk, waarvan zij oorspronkelijk eigenaar is. Een nieuw gebouw, dat de Geref. Gemeente wenscht, zou zeker niet op de plaats mogen komen waar de Geref. Gemeente dat verlangt, omdat deze nauwelijks 40 M. is verwijderd van het bestaande kerkgebouw en omdat, wanneer dit oude gebouw aan de Oud-Ne derduitsch-Geref. Gemeente wordt toege wezen, beide kerkdiensten gestoord zou den worden door elkanders orgelmuziek en kerkgezang. De Oud-Nederduitsch Ge reformeerde Gemeente hoopt dan ook. dat Ged. Staten de beslissing van het gemeen tebestuur zullen handhaven. Nadat nog enkele inlichtingen omtrent detailpunten waren ingewonnen, werd de openbare behandeling gesloten. De beslissing van Gedep. Staten volgt later. ALGEM. ZENDINGSCONFERENTIE. Gisterenavond is een aanvang gemaakt met de 41ste algemeene zendingsconferen tie te Amsterdam in het gebouw der A. M. V. J. Bij deze conferentie zijn alle Neder- landsche zendingscorporaties aangesloten. De laatst toegetredenen zijn de zendings- deputaten van de Gereformeerde kerken in hersteld verband, die vertegenwoordigd worden door Ds. J. C. Aalders uit Amster dam. De conferentie van dit jaar houdt nauw verband met de wereldzendingscon- ferentie, die van 24 Maart tot 8 April op den Olijfberg bij Jeruzalem gehouden is. Zij gaat uit van de onderstelling dat al het gezegde en geschrevene over die con ferentie genoegzaam bekend is. Haar the ma is: Wat vloeit uit die conferentie te Jeruzalem voort voor onzen eigen zen- dingsarbeid in Ned.-Indië. Belangrijker dan alle beschouwingen, te Jeruzalem ge houden, is voor ons de invloed dien deze kunnen hebben op de practijk van het eigen zendingswerk en het eigen zen dingsleven. ï^adat de vergadering met het lezen van Jesaja 60 en gebed is geopend heet de voorzitter, de heer L. J. van Wijk, de zen delingen met verlof en den nieuwbenoem- den zendingsconsul, Ds. S. C. graaf van Randwijck welkom. Daarna zet hij het doel dezer conferentie uiteen. Bij het lezen van Jesaja 60, het komen van de volken naar Jeruzalem, denken we aan wat dit voorjaar te Jeruzalem plaats vond; het is ae visie, het uiteindelijke doel der zen ding. Aan die belofte gaat vooraf de op roep om te komen tot het licht De komst van Gods Koninkrijk moge niet aan de gemeente voorbijgaan. Spr. memoreert enkele bijzonderheden uit den laatsten tijd. De zending der broe dergemeente deed een beroep op onze hulp; de Rijnsche zending, die haar hon derdjarig bestaan vierde, vraagt onze hulp. Pastor Schomburg, missionsinspector der Rijnsche zending te Barmen, brengt enkele bijzonderheden uit de geschiedenis der Rijnsche zending naar voren. Op 23 September is een bijzonder feest gevierd in het kleine Mettmann bij Dusseldorp. Een steen werd onthuld in den gevel van het huis, waar op 23 September 1828 de Rijnsche zending gesticht werd. Van haar is een stroom van zegen uitgedaan in de geheele wereld. Men had niet de bedoeling een groot werk te doen, maar het groeide zeer snel. De eerste zendelingen gingen naar Zuid- Afrika, vandaar naar de Hottentotten en de Herero en later naar de Ovambo. Het tweede groote zendingsveld is Ned.-Indië. toonden haar telkens meer van de wonderen van Gods liefde en almacht. 1-Iare brieven bewezen met hoeveel ernst zij naar heiligmaking streefde en hoe het verlangen naar den dier baren afgestorvene voor haar 'n aan leiding was geweest om de dingen te zoeken die boven zijn. Helena trachtte ook vorderingen te maken, maar verviel, zoo als vroeger, in werkheiligheid. Zij had in haar nieuwe omgeving dadelijk 'n nuttigen w erkkring gezocht, en verhaaJde veel van de rust, die deze haar bracht. Dit was wel zeer goed. maar de oude me vrouw vreesde toch, dat zij haar heil in goede Werken zocht, die nooit wa ren, blijvenden vrede kunnen ver- Si haffen, en zij trachtte haar in een bl ief dit aan het verstand te brengen. Helena's antwoord echter bewees, dat zij haar niet begrepen had. De schoone zomer, als de velden prijken met goudgele halmen, de lin den bloeien en de eene dag nog heer lijker schijnt dan de andere, was voor bijgegaan, de scherpe zeisen van de o aiers hadden hun werk verricht, de frissche boerenmeisjes met hun I i_ldere jakken en witte boezelaars badden de schoven te zamen gebon 'en en allen waren wel voldaan over den goeden oogst vroolijk huiswaarts f.?lceerd. De hoogbelad wagens had den de schuren gevuld, de armen had den de velden nagelezen, en het ge- van den vlegel begeleidde het ge- Resident Vos vestigde de aandacht op Bor neo. Het werk was ook daar zeer moei lijk; in 1859 kwam het bloedbad. De aan dacht werd toen gevestigd op Sumatra. In 1861 werd het werk daar begonnen. Nom- mensen was de baanbreker, de bezielende kracht, de organisator. Vandaar ging het werk naar Nias, waar het in 1865 aanving. Het derde zendingsveld is China, op aan dringen van den bekenden Gützlaff. Het laatste zendingsveld in Nieuw-Gui- nea; in 18 jaren moesten daar 20 graven gemaakt worden; toch is ook daar het werk krachtig opgeschoten. Afrika was het land van geduld. Borneo het land der martelaren, Sumatra het land van zegen, Nias het land der opwekking, China het land der kleine dingen, Nieuw-Guinea het land der tranen en zorgen. De Rijnsche zending heeft in deze eeuw 1006 zendelin gen uitgezonden. Ten gevolge van den oorlog, moest de Rijnsche zending Ovamboland overdragen aan de Finsche zending, later Borneo aan de Baseler-zending en Nieuw-Guinea aan de Amerikaansch, Luthersche zending. Toch is zij nog de grootste corporatie in Duitschland. Op het oogenblik heeft zij op hare zendingsvelden een schare van 400.000 tot het Christendom mogen bren gen. Met dankzegging door dr. Callenberg werd deze eerste samenkomst gesloten. EEN PLEIDOOI VOOR EEN PROTESTANTSCH „ALLERZIELEN" In de Herv. Haagsche Kerkbode pleit Dr. F. van Gheel Gildemeester voor den Dooden-Zondag. Hij herinnert er aan, dat op 20 November van het vorige jaar een herdenkingsdienst voor de dooden is ge houden in de Duinoordkerk, juist op den dag, dat in de Groote Kerk ook een her denkingsdienst voor een gestorvene werd gehouden, n.l. voor Wendelmoet Claes- dochter. „En terwijl beide diensten" zoo vervolgt de schrijver „ter herdenking van gestorvenen waren, heeft men den dienst in de Duinoordkerk nog al room- scherig gevonden, en die in de Groote Kerk goed gereformeerd." „We weten wel, waarom. In de Groote Kerk werd een woord gesproken over de eerste martelares. Dat mag. Dat is een uit zondering. Dat is een die voor haar geloof is gestorven. Maar die andere dienst gewijd aan onze afgestorvenen, dat mag eigenlijk niet." Sch. betoogt verder, dat „vele goed geref. leden onzer Kerk" een afkeer hebben van liturgische diensten als op den „Dooden-Zondag" in de Duinoord kerk. Zij zien er een Roomsch gevaar in. Laten zij hun nuchtere ziel geen geweld aandoen. „Maar wanneer daar zijn, die ook in de kerk wel gaarne en opzettelijk denken aan die hen voorgingen, die mo gen gerust weten, dat het woord „gedenkt uwe voorgangeren" niet alleen slaat op overleden predikanten, maar op alle ge- loovigen, wier leven een prediking is ge weest; en wie het een plicht is te geden ken." BINNENLAND. DE VERLAGING DER POST- TARIEVEN. In verband met de nieuwe verlaging der posttarieven, ingaande 1 Nov. a.s. zullen de volgende wijzigingen in de frankeerzegels worden gebracht. Ie. wordt ingevoerd een nieuw zegel van 27Va cent van grijze kleur (als van bet K cent zegel). 2e. de frankeerzegels van 12*4 cent worden voortaan in blauwe kleur en die van 7*4 cent in rood. 3e. de zegels van 15 cent en 10 cent krijgen in verband hiermede de kleur resp. van het 12 *4 cent en van het 7*4 cent zegel. 4e. postzegelboekjes met 24 zegels van 15 cent worden niet meer aange maakt; in plaats hiervan worden boekjes met 24 zegels van 12*4 cent verkrijgbaar gesteld. De aanwezige voorraad van de be staande zegels zal worden opgebruikt. DE OPVOLGER VAN Jhr. DE MURALT Naar de Tel. verneemt komt dr. F. E. Posthuma, wiens verkiezing tot lid van de Tweede Kamer voor den Vrijheidsbond bij de Kamerverkiezin gen van 1929 verzekerd kan worden geacht ernstig in aanmerking voor het ambt van burgemeester der gemeente Borculo, als opvolger van jhr. ir. R. R. L. de Muralt, die als zoodanig ont- zang der knechts in de schuren; men begon te spreken van het rooien der aardappelen en het plukken van de rijk beladen vruchtboomen. Gedurende den tijd van den oogst had de heer Van Mengen weinig om gang met zijn buren gehad, daar al len vrij ver van Schönheide woonden. Ieder grondbezitter bestuurde liever zelf zijn arbeiders, vooral dit jaar, en ook den heer Van Halier hadden zij slechts zelden gezien. Deze was druk bezig geweest op zijn eigen buiten goed, had vele verstandige maatre gelen genomen ter verbetering van zijn land en was volgens den heer Van Mengen op weg om een volmaakt grondbezitter te worden. Wanneer hij van tijd tot tijd des na middags te Schönheide kwam, was hij ernstiger en stiller geweest dan vroeger, had zich niet verdiept in vvereldsche ijdele gesprekken, maar met den heer Van Mengen gepraat over hun gemeenschappelijke belan gen en vooral over de politieke aan gelegenheden. Wanneer hij daartoe ue gelegenheid vond. had hij het ge sprek op godsdienstig gebied overge bracht, hetgeen t© Schönheide niet zeer moeilijk was en waardoor hij al ler harten voor zich won. Met groote belangstelling won hij altijd berichten in omtrent Helena en Johanna en spoedig werd het een gewoonte hem haar brieven voor te lezen, want hij behoorde toch eigenlijk tot d© familie. slag heeft gevraagd en verkregen. Het hoofdbestuur van den Vrij heidsbond heeft er, zoo verneemt het blad verder, ernstige bezwaren tegen dat dr. Posthuma na zijn verkiezing tot Kamerlid, zijn huidige functie van directeur der Central© Werkgevers Risico-Bank blijft waarnemen. Van andere zijde kan men met ze kerheid mededeelen, dat het bericht van de Tel., als zou dr. Posthuma in aanmerking komen voor het burge meesterschap van Borculo, volkomen uit de lucht gegrepen is, evenals de mededeeling uit genoemd blad, dat 't hoofdbestuur van den Vrijheidsbond er bezwaren tegen zou hebben dat dr. Posthuma na zijn verkiezing tot Ka merlid zijn functie van directeur der Centrale Werkgevers Risico-Bank blijft waarnemen. Dit laatste is geheel aan het inzicht van dr. Posthuma overgelaten, die zelf van meening is dat een gelijktij dige waarneming van deze functie met het Kamerlidmaatschap hem te weinig tijd voor zijn nieuwe functie zou laten. DE NED.-BELGISCHE KWESTIE. Een B.T.A.-telegram uit Brussel meldt d.d. 22 dezer: De „Vingtième Siècle schrijft: De besprekingen tusschen de Nederland- Si.he en Belgische deskundigen schij nen niet tot het verhoopte resultaat geleid te hebben. Van beide zijden werden voorstellen gedaan, maar te genover de Belgische wenschen, wel ke zeer bescheiden waren, werden an dere wenschen kenbaar gemaakt, met name ten opzichte van de verbinding van België met den Rijn. welke voor de Belgische deskundigen onaan vaardbaar waren. Het is dan ook t© vreezen. dat de officieele onderhan delingen tusschen België en Neder land op ernstige moeilijkheden zullen stuiten. Beleië heeft dan ook aan de Nederlandsche re^eering te kennen gegeven, dat zij van haar eischen, welke een minimum zijn, geen af stand kan doen, zonder groote be langen op bet spel te zetten. De Bel gische regeering zal zich dan ook daaraan houden. ONGEWENSCHTE RECLAME. Sinds enkele weken is van het veel besproken Italiaansche werk van Sarfatti „Benito Mussolini" een Hol- landsche uitgave verschenen. In alle steden nu. prijkt in verband hiermede bij den boekhandel een kleurige affi che, waarin bedoeld werk op sugges tieve wijze wordt aangekondigd. Zoo staat er o.a. op: „Is Mussolini een moderne Don Quichotte"? Deze zinsnede nu, blijkt bij de Ita liaansche legatie misnoegen gewekt te hebben. Zij heeft zich naar wordt vernomen, naar aanleiding van dit feit, met de uitgevers in verbinding gesteld om te trachten, dit, volgens haar gevoelen, aanstootgevende biljet dcor een ander te doen vervangen. Of deze pogingen geslaagd zijn, bleek bij de afzending van dit bericht nog niet nader bekend. INT. ROODE KRUIS-CONFERENTIE. De regeering van de midden-Ame- rikaansche republiek Nicaragua, be noemde den heer Bern. J. Citroen, consul-generaal van de republiek to Amsterdam, tot afgevaardigde naar de 13e Internationale conferentie van het Roode Kruis, die van 23 tot 27 de zer in het Vredespaleis te 's-Graven hage zal worden gehouden. NED. PROPAGANDA IN AMERIKA. De heer G. H. Ravelli, vertegen woordiger van de Nederlandsche Spoorwegen te New York, tevens hoofd van de Af deeling Verkeerspro- paganda voor Nederland aldaar, tij delijk hier te lande verblijvende, stelt voor belanghebbenden bij de propa ganda voor Nederland in de Vereenig- de Staten de gelegenheid open hem te spreken Woensdag 24 October van 10 tot 1 uur ten kantore van de Nederl.- Amerikaansche Kamer van Koophan del, Keizersgracht 292, Amsterdam. MILITIEPLICHTIGEN UITGESLOTEN VAN DE BENOEMING TOT POLITIEAGENT. Eenigen tijd geleden heeft de Minis ter vaai Oorlog eensklaps bepaald, Üat voortaan in geval van mobilisatie ook Hedwig waren zijn bezoeken wel kom, omdat hij meestal iets nieuws wist be vertellen van de troepen, die in zijn buurt in garnizoen lagen; soms zag hij Willem en sprak altijd met hoogachting oyer hem; van tijd tot tijd bracht hij brieven of groeten van hem over aan de oude mevrouw cf de Van Mengen's. Wel trachtte zij ^zichzelve te overtuigen, dat zij er geen belang meer in moest stellen, maar het bleef een droevig genot, waarnaar zij altijd zeer verlangde. De -naatste maal had de heer Van Haller zelfs een bezoek van Willem aange kondigd, want daar r.ijn diensttijd met September verstreken was, zou hij dan een betrekking krijgen in een provinciestad, en dus schikte het hem bet best vóór dien tijd nog eens naar .Schönheide te komen. Van tijd tot tijd kregen zij ook nog een anderen gast. Graaf van Lindow bad eerst eenige mialen den heer Van Haller vergezeld en-was later verschei dene keeren alleen gekomen, ofschoon niemand zeer op zïjn bezoeken gesteld was. Vooral voor Hedwig 'waren zijn visites lastig, daar hrij haar het hof maakte en haar met complimenten overlaadde, die haar zoo tegenston den, dat zij trachtte hem zoo veel mogelijk te ontvluchten. Zij moest menige plagerij van haar oom ver duren. dat zij altijd spoorloos ver dween, zoodra het rijtuig van graaf Lindow het plein opreed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5