CHRISTELIJK D AC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN
9"« JAARGANG VRIJDAG 12 OCTOBER 1928 NUMMER 2563
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden Telefoonnummer 2778
Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. i 2.50
Per week J 0.19
Franco per post per kwartaal 2.90
Dit nummer bestaat uil IWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Onvoorzichtig.
In Patrimonium van deze week be
spreekt de heer W. J. B(ossenbroek)
de uitlating van Leidens afgevaardigde
op de jaarvergadering van Patrimo
nium over het jeugdwerk.
Op onze jaarvergadering zoo zegt
hij werd door den afgevaardigde
van de afdeeling Leiden, een goed
woord gesproken voor het practische
jeugdwerk.
Op zich zelf genomen, bestaat daar
tegen geen bezwaar, maar zeer onvoor
zichtig was de uitlating dat leerlingen
van de Christelijke School gevonden
werden in de A.J.C., de roode jeugd-
centrale.
Hij meende dat de gevallen dat men
leerlingen van de Chr. scholen later
terug vindt in de A.J.C. wel tot de uit
zonderingen zullen behooren en dat
dan in die uitzonderingsgevallen zal
blijken, dat het kinderen zijn, uit niet-
geloovige gezinnen,
„Het is waarlijk niet een enkeling,
maar het zijn er heel wat, zoo be
toogt hij die him kinderen naar de
Christelijke school zenden, hoewel ze
zelf lid zijn van de S.D.A.P. of moder
ne Vakbeweging.
Allerlei oorzaken kunnen daarvoor
genoemd worden,maar die doen thans
niet ter zake; we bespreken alleen het
feit dat kinderen uit ongeloovige ge
zinnen de Christelijke school bezoe
ken.
Als kinderen dan later
medewerken aan de A.J.C. kan men
niet de Christelijke school daarvan een
verwijt maken Ap evenmin zeggen dat
hier het Christepjk beginsel wordt ver
loochend; warcfê kinderen op school
hebben geleerd, vond geen weerklank
in de huisgezinnen en daarom is het
ook dikwerf de harten der kinderen
voorbijgegaan.
Hoewel het dus volkomen juist kan
zijn, dat kinderen van de Christelijke
school teruggevonden worden in de A.
J C., zal dat, voor zoover dit te con-
stateeren valt, meestal daarin de oor
zaak vinden, omdat de gezinnen waar
uit die kinderen komen, niet Christe
lijk zijn."
Nu willen wij dadelijk toegeven, dat
het gelukkig uitzonderingen zijn, dat
kinderen uit Chr. gezinnen die de Chr.
school bezochten later in de A.J.C. en
S.D.A.P. werden teruggevonden.
Maar wanneer wij de rede van Lei
dens afgevaardigde goed hebben gevat
was het zijn bedoeling om met het
jeugdwerk van Patrimonium juist de
kinderen uit niet positief Chr. gezinnen
te bereiken, die de Chr. school bezoch
ten en die later terugvallen in de A.J.
C. Patrimoniums arbeid onder de jeugd
gaat althans in Leiden voor een
groot deel uit naar de bovengenoemde
leerlingen uit niet positief Chr. gezin
nen.
Het is veelal de vraag wie op deze.
jeugd in den critieken leeftijd vat kan
krijgen. Tot voor kort was het inder
daad zoo, dat de A.J.C. of de neutrale
padvindersorganisatie de eenige toe
vlucht waren voor deze jonge men*
schen.
Met te constateeren dat dit practi
sche. evangelisatiewerk van Patrimo
nium ook elders behoort te worden
aangevat, omdat deze leerlingen van
de Chr. scholen aan de A.J.C. worden
overgelaten, beging naar onze meening
Leidens afgevaardigde geen onvoor
zichtigheid.
STADSNIEUWS.
REDE VAN PROF. MR. C. VAN
VOLLENHOVEN.
Gisteravond heeft Prof. Mr. C. van
Vollenhoven op uitnoodiging van de
vereeniging voor staatkunde in de
studentensociëteit Minerva alhier ge
sproken over de beteekenis van staat
kunde voor staatsrecht in Nederland
(rijk in Europa).
Dat in Nederland, gelijk elders, ver
schil van staatkundig inzicht zich voel
baar maakt bij de hervorming van het
staatsrecht, lijkt, aldus spr., onbetwist.
Spr. stelde verder de vraag:
Is er reden voor Nederland te spre
ken, hetzij dan van een katholiek, een
anti-revolutionair, en Christelijk-His-
torisch, een rechts-vrijzinnig, een soci
alistisch, énz. staatsrecht, hetzij van
een staatsrecht der meer Vooruitstre-
venden naast een staatsrecht van de
meer behoedzamen of de meer behoud-
zuchtigen?
Spr. meent, dat de werken van Thor-
becke, Buys, Oppenheim en Struycken
inderdaad reden geven om van een be
paald politiek gekleurd staatsrecht te
spreken.
Gepaard aan nog andere feiten, ves
tigt het vermelde den indruk, alsof
uitlegging en toepassing van geldend
Nederlandsch staatsrecht zou verschil
len naar gelang van iemands staat
kundig inzicht of daarachter gelegen
staatsleer.
Toch schijnt de gesteldheid der zaak
anders te zijn, aldus ging spr. voort.
Vooreerst. Elke groote staatsrechte
lijke hervorming legt uiteraard op be
paalde vragen en aspecten van het
oogenblik ,een nadruk, die, is eenmaal
de strijd voorbij, wat onevenredig iiikt.
Gebrek aan originaliteit maakt, dat
men nog decenniën daarna de taal v.
het tijdperk van strijd blijft naschrij
ven.
Ten tweede. Gelijk ander geldend
recht laat ook het staatsrecht binnen
zijn voorschriften aanmerkelijke speel
ruimte. De neiging is begrijpelijk om,
als men op een bepaald oogenblik een
bepaalde uitlegging of toepassing ge
raden acht, haar te sterken door een
wat snel geïmproviseerd verband met
eigen staatkunde of staatsleer.
De grootste verdienste jegens het
staatsrecht heeft niet hi\ die in con
crete gevallen zulk 'n verband optoo-
vert, maar hij, die, los van het oogen
blik, het geldend staatsrecht weet te
bezien in een samenhang, welke zoo
veel doenlijk sluit als een legkaart en
aansluit op de werkelijkheid.
De ware differentiatie in uitlegging en
toepassing van geldend Nederlandsch
staatsrecht schijnt, aldus spr., van
andere natuur.
a. Heemskerk's boek van 1881, een
brochure van Opzoomer uit 1883, een
Gidsartikel va.n Krabbe uit 1900 en
ettelijke brochures van Struycken,
stellen een reeks van vragen uit het
werkelijke staatsleven voorop en bren
gen ze vervolgens terug tot voorschrif
ten van geldend recht.
Uit zulk een werkwijze kan inder
daad tegenstelling geboren worden tot
een ouder soort van staatsrecht. Voor
Nederlandsch gemeenerecht werkt in
gelijken zin Van Poelje; Struycken, in
zijn groote onvoltooid gebleven
boek, schijnt de methode te beamen,
doch volgt haar maar ten deele (1928,
blz. 9, 309—310),
b. Lohman's boek van 1901, ander
zijds, poogt het geldend staatsrecht te
plaatsen in een iets breeder historisch
kader; Kranenburg's boek van 1924
1925 geeft, althans bij de onderdeelen
van het staatsrecht, aan het histori
sche eveneens alle aandacht. Ook hier
uit kan een tegenstelling tegen ouder
staatsrecht geboren worden. Een alge
meen historisch kader voor ons staats
recht sinds de geboorte der natie ont
breekt.
c. Het is, eindelijk, niet te looche
nen, dat voor sommige waarheden en
problemen van geldend recht even
goed voor privaatrecht of strafrecht
als voor staatsrecht het oog van den
behoudende, voor andere het oog van
den kerkelijk-godsdienstige of dat van
den vooruitstrevende wijder openstaat.
Hier ligt een beteekenis van staat
kunde voor staatsrecht. Doch een ka
tholiek, een vrijzinnig, enz. Neder
landsch staatsrecht schijnt evenmin te
bestaan als een katholiek, een- vrijzin
nig, enz. Nederlandsch privaatrecht.
Wat, aldus besoot spr., geen nadeel
behoeft te zijn.
DE EEUWIGE STILTE.
In de Stadsgehoorzaal heeft gister
avond onder auspiciën van de Excel-
sior-bioscoop, directeur E. J. Weier,
te Rotterdam, de eerste van een drie
tal voorstellingen plaats gehad, van de
wereldberoemd e natuur-historische
film „De Eeuwige Stilte", die in beeld
brengt de laatste ontdekkingstocht
van captain R. F. Scott naar de Zuid
pool, waarbij deze groote moedige
mensch en met hem vier andere hel
den, het waardevol leven hebben ge
laten.
Zoo komt het, dat over dit cinema
tografisch kunstwerk een nog groote-
re, hoewel tragische' belangwekkend
heid ligt gespreid, die den toeschou
wer reeds dadelijk pakt, wanneer het
schip, de „Terra Nova", de haven van
Lyttleton (Nieuw Zeeland) verlaat om
de groote reis naar de barre ijsvelden
te aanvaarden.
Daar, in de eeuwige stilte, waar nog
nooit een menschenstem de ijskoude
lucht heeft doen trillen, waar slechts
de poolwind de ontzettende eenzaam
heid breekt met angstwekkend gehuil
daar zijn de helden gevallen, na een
lange, bange worsteling om het leven.
Maar de mannen zelf, toen zij uit
voeren, een met de uiterste zorg voor
bereide expeditie hadden weinig kun
nen denken, dat zoo tragisch de tocht
zou eindigen. Ze togen uit met kalme
gerustheid van moedige menschen en
ze hebben de woeste schoonheid van
de machtige ijsbergen met de overwel
digend mooie lichteffecten, waardoor
ze glinsteren als kristal in de kleuren
van de middernachtzon, genoten met
stille bewondering.
En zoo, als zij, hebben wij gisteren
avond ook mogen genieten, zoo, met
een stille bewondering, met een eigen
aardige ontroering om de overweldi
ging van de barre schoonheid van de
vreeselijke ijsvelden.
We hebben gezien de scherpe strijd
tusschen de groote ijsmassa's en de
ijzeren boeg van de „Terra Nova", die
telkens prachtig overwon en de schot
sen spleet met ijzig gekraak.
Wij hebben de „Groote IJsbarrière"
gezien, waar de ijsbergen geboren wor
den en waar de Terra Nova haar tri-
umfantelijke tocht moest staken, om
dat deze ontzettend groote ijsklomp
alle pogingen om zuidelijker te komen
ten eenenmale verijdelt.
We hebben gezien het meer leven
dige tafereel van het bouwen van de
Winterkwartieren en de kostelijke
beelden, als Herbert Ponting, de dap
pere en bekwame filmoperateur van
het gezelschap, het rijke dierleven de
revue laat passeeren, de zeehonden en
hun doodsvijanden de roofwalvisschen
de strua's, en vooral ook de pinquins,
de meest meerkwaardige dieren
van de poollanden, die op uitnemende
wijze hebben bezorgd voor het komi
sche gedeelte van de film. Al deze op
namen zijn bovendien niet alleen in
teressant, maar tevens van groote
waarde voor de wetenschap.
Tenslotte komt de eigenlijke tocht
per slede naar de Zuidpool, waarbij
1700 K.M. bijna geheel te voet moesten
worden afgelegd.
Eindelijk, na een strijd van maan
den tegen barre koude en ontzaglijke
moeilijkheden, bereikten Scott en zijn
4 metgezellen de Zuidpool, om tot
de ontstellende ontdekking te komen,
dat de Noren er een maand te voren
zijn geweest. En dat na zulk een tocht
van schier bovenmenschelijke inspan
ning!
Onder den zwaren moreelen indruk
van deze teleurstelling wordt de te
rugtocht aangevangen; 1280 K.M. schei
den hen nog van hun achtergelaten
makkers.
De beelden zijn schaarscher gewor
den en met aangrijpende soberheid
vertelt tenslotte de film met eenvou
dige woorden uit 't dagboek van Scott
ae tragische geschiedenis van den lij
densweg in de eeuwige stilte, waar
in hei ijs der eeuwen de moedige man
nen liggen begraven, die „bereid wa
ren hun leven te geven voor deze aan
de eer van hun land gewijde onderne
ming".
De film heeft op de aanwezigen, die
bijna de geheele Stadsgehoorzaal had
den gevuld, een diepen indruk ge
maakt en wij aarzelen niet te zeggen,
dat deze vertooning van groot-men-
schelijken moed, van zelfopoffering en
weergalooze volharding, blijft een on
sterfelijk meesterwerk van cinemato
grafie.
Tenslotte kunnen we dan ook onze
lezers nogmaals sterk aanraden, om
dit belangwekkende filmwerk te gaan
zien.
VLAANDEREN IN WOORD EN
BEELD.
Op uitnoodiging van de afdeeling
Leiden van de R. K. Reisvereeniging
hield gisteravond in de bovenzaal van
„In den Vergulden Turk", de Vlaam-
sehe Letterkundige, Oscar Tijtgat, een
lezing met lichtbeelden, getiteld:
„Vlaanderen in woord en heeld".
Spr. begon met op te merken, dat
zijn doel met deze causerie over zijn
geboorteland is, den band tusschen
Vlaanderen en Holland, de heide dee-
len van Groot-Nederland te versterken.
Er zijn in België ondeveer 4>2 mil-
lioen Vlamingen tegen 3 millioen Wa
len. Toch is de regeering, het onder
wijs, enz. verfranscht, en dat, terwijl
de Vlamingen juist de groote mannen
op het gebied van kunst en literatuur
hebben opgeleverd, die den naam van
België hebben groot gemaakt.
Vlaanderen is een land, vol van
schoone Gothische kerken en het be
vat een schat van kunstwerken, voor
al op het gebied der schilderkunst.
Spr. liet achtereenvolgens de Vlaam-
sche steden Antwerpen, Brussel, Leu
ven, Gent, Brugge en Yperen de revue
passeeren, waarbij hij een beschrijving
gaf van de schatten der middeleeuw-
sche architectuur, die deze steden be
vatten, alsmede van de kunst, die in
de musea is verzameld.
Na de pauze behandelde spr. de
Vlaamsche literatuur en zagen we op
het doek de koppen van Gezelle, Ver-
riest, Albert Rodenbach, Stijn Streu-
vels, Felix Timmermans, Cyriel Ver-
schave en anderen.
Hierbij deelde spr. ook een en an
der mede van den strijd der Vlamin
gen voor het goed recht van hun taal
en cultuur, een strijd, die wel zware
offers heeft gekost, zelfs aan menschen
levens, doch die tenslotte succes ge
had heeft.
Meer en meer, zij het nog in veel te
langzaam tempo, krijgen de Vlamin
gen gelijke rechten als de Walen.
Omtrent het einddoel der Vlaamr
sche beweging, denken niet alle strij
ders voor Vlaanderen gelijk: er zijn er,
die de kwestie als een internationale
beschouwen en bij den Volkenbond
aanhangig zouden willen maken, om
te komen tot een geheel zelfstandig
Vlaanderen (de partij van Dr. Borms);
anderen zien haar als een nationale en
streven naar een federatief verbond
van Vlaanderen en Wallonië binnen
den Belgischen staat (de partij van
Dr. van Cauwelaert, waartoe ook spr.
behoort).
Spr. eindigde met het portret van
H. M. Koningin Wilhelmina en decla
meerde een door hemzelf gemaakt ge
dicht, den dank der Vlamingen aan
Holland uitsprekende voor hetgeen het
tijdens den oorlog voor de Belgen
daan heeft.
De voorzitter der R. K. Reisvereeni
ging, de heer C. P. Schinck, dankte
den spreker voor zijn belangwekkende
causerie en sloot daarna de vergade
ring met den Christelijken groet.
STUDENTENGEZELSCHAP FRISIA.
Het Leidsche studentengezelschap
„Frisia", een der oudste provinciale
gezelschappen van het Leidsch Stu
dentencorps, welk gezelschap uitslui
tend uit Friesche studenten bestaat,,
zal 18 October 95 jaren bestaan.
Dit 19de lustrum zal o.a. worden ge
vierd met een receptie door het be
stuur op de sociëteit Minerva op Za
terdag 20 dezer.
LEIDSCHE KUNSTKRING
„VOOR ALLEN".
Het programma 1928—1929 luidt als
volgt:
18 Oct.: Utrechtsch Stedelijk orkest.
6. Nov.: Ray a Garbousova, celliste.
13 December: Jan Smeterlin, piano.
16 Jan.: Anna El Tour, zang.
12 Febr.: Dresdener Strijkkwartet.
12 Maart. Isolde Menges, viool.
Bij de concerten zal gebruik worden
gemaakt van Steynway en Sons Con
certvleugel uit het magazijn van de fa.
C. C. Bender.
ARCHAEOLOGISCHE LEZINGEN EN
CURSUSSEN.
Door het Rijksmuseum van Oudhe
den alhier worden archaeologische le
zingen en cursussen gehouden, waar
van het najaarsprogramma 1928 het
volgende vermeldt:
Avondlezingen:
30 Oct. Dr. W. D. van Wijngaarden.
Het Egyptische mummieportret. Naar
aanleiding van een nieuwe aanwinst.
13 Nov. Mej. Joh. P. J. Brants. Het
paleis van Diocletianus te Spalato.
27 en 29 Nov. Prof. Dr. Günther Roe-
der, Hildesheim. Die alt-aegyptischen
Bronzefiguren, ihre Modellierung in
Wachs und Gips.
11 Dec. Dr. J. H. Hohverda. Glozel,
Spiennes en Drente voor 30 jaren.
12 Dec. en volgende dagen zal naar
aanleiding van deze lezing een kleine
Tentoonstelling van oude en nieuwe
Drentsche falsificaten gehouden wor
den.
Wie één of meer lezingen wenscht
bij te wonen, kan zich daartoe opgeven
voor 20 October a.s., hetzij schriftelijk
bij de directie, of door hun naam te
teekenen op de daartoe bij den Mu
seum-portier gereed liggende lijst, on
der bijvoeging of betaling van 1 per
persoon voor onkosten.
Zij ontvangen dan tijdig voor elke
lezing gratis een afzonderlijke toe
gangskaart.
Van de lezingen in het a.s. voorjaar
zal in Januari a.s. het programma
worden rondgezonden.
Inschrijving voor de najaarslezingen
blijven voor die voorjaarslezingen gel
dig.
Voorts worden museumrondgangen
onder wetenschappelijke leiding geor
ganiseerd, en wel op de Woensdagen
24 en 31 Oct. en 7 en 14 Nov. voor de
Gr. Rom. Afd.; en 21 en 28 Nov. en 12
Dec. voor de Afd. Oud Europa.
Op de Zaterdagen 27 Oct. en 3. 10 en
17 Nov. voor de Egypt. Afd. en 24 Nov.
1, 8 en 15 Dec. voor de Ned. Afd.
Vrijdag 30 Nov. Extra Museumrond
gang onder leiding van Prof. Roeder,
naar aanleiding van zijn lezingen, in
de Egyptische afdeeling.
Alle Museumrondgangen zullen te
2 uur precies aanvangen.
Aan deze rondgangen kan door
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone Adverlentiën per regel 22l/t cent
Ingezonden Mededeelingen dubbel tarief
Bij contract belangrijke redactie
Kleine Adverlentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden da
gelijks geplaatst ad. 40 cents
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
Het zilveren jubileum van Prof. Dr, Do
Hartog.
Prins Engen van Zweden op bezoek bij
de firma Asseher.
Geen ernstige ziektegevallen op de P. C.
Hooft.
Buitenland.
Horan heeft Frankrijk verlaten.
De eerste verjaardag van prinses José-
phine Charlotte.
Groote brand in het Berlijnsche waren
huis Tietz.
Op een petroleum-onderneming bij Ran
goon zijn 47 meuschen levend verbrand.
Opnieuw een instorting te Praag.
De Oceaanvlucnt van de Zeppelin.
a M
iederen Museumbezoeker, zonder voor
gaande aanmelding, gratis worden
deelgenomen tot een maximum van 20
personen. Slechts wanneer er meer
dan 6 deelnemers zijn, gaat de rond
gang door.
Buiten deze uren wordt geen weten
schappelijke leiding bij museumbe-
zoek door museumpersoneel gegeven.
PSYCHOPATEN-REGLEMENT*
Bij Kon. Besluit van 28 September,
opgenomen in „St.bl." 386, is vastge
steld de uitvoering van de artt. 37c en
37d van het Wetboek van Strafrecht
(Psychopathen-reglement).
NED. CHR. REISVEREENIGING.
De afd. Leiden der Ned. Chr. Reis
vereeniging hoopt 30 Oct. a.s. haar eer
ste winterbijeenkomst te houden in
den Foyer der Stadsgehoorzaal.
Als spreker zal optreden de heer Jo-
han Koning, oud-redacteur van het
Soerabajasche Handelsblad.
Voor de pauze krijgt men iets te
hooren en te zien over „Mooi Indië" en
daarna over: „Het zedeleven der in-
heemsche rassen".
KENNIS DER GRAFISCHE VAKKEN.
De Leidsche veeeniging tot bevor
dering van de kennis in de grafische
vakken zal haai' jaarvergadering hou
den op Dinsdag 16 October a.s., des
avonds te 8 uur, in de bovenvoorzaal
van „De Harmonie", Rreestraat 16.
Indien de tijd daarvoor toereikend
is, zal na afloop der vergadering de
heer N. de Bink een causerie houden
over de „Pressa" te Keulen, geïllu
streerd door diverse foto's.
ROELOF RIPHAAGEN f
Gisteren is alhier in den gezegend-
den ouderdom van 85 jaren overleden
de heer Roelof Riphaagen, in leven
langen tijd godsdienstonderwijzer hij
de Ned. Herv. Gem. alhier, en als zoo
danig een figuur, die steeds hij vele
Leidenaars in dankbare herinnering;
zal blijven.
Hij was een man, die tot op hoogen
leeftijd (hij was 77 jaar oud, toen hij
met pensioen zijn dienst ging verla
ten) met bewonderenswaardigen ijver
en liefde het werk in dienst van zijn
Heiland volbracht, rustig en onver-i
droten, als een trouwe wachter op Si-
ons muren.
Zijn taak heeft steeds behoord tot
de allermoeilijkste in dén arbeid voor
Gods Koninkrijk..
Tot deze taak behoorde o.m. het na
gaan van de gemengde huwelijken en
men kan hegrijpen, wat daarmede ver
honden was. Tot deze taak behoorde
ook het catechisatie geven aan de rij
pere jeugd, en vooral onder het arme
deel dei' Ned. Herv. Kerk kan men
verhalen van den onvermoeiden leer
meester, die met innemende vriende
lijkheid de zielen voor Jezus Christus
trachtte te winnen, daarbij geholpen
door zijn uitnemende menschenkennis,
opgedaan in de school van het leven.
Om dit alles, en om nog veel meer
want zijn werk was zeer alzijdig, zal
zijn heengaan door velen als een
zwaar verlies worden gevoeld.
Maar ook: uit dit alles blijkt, dat hij
was een goede en getrouwe dienst
knecht, tot wien de Heiland zeggen
zal: „Ga in, in de vreugde des Heeren"
BINNENLAND.
DE OPENING VAN DE BRUG OVER
DE EENDRACHT.
Bij de opening van de brug over de
F.endracht zaten de autoriteiten en
genoodigden aan aan een koffietafel,
aangeboden, door de gemeente Tholen.
Daaraan voerde o.m. het woord