CHRISTELIJK DAC BLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. JAARGANG DONDERDAG 4 OCTOBER 1928 NUMMER 2356 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd sijn Per. kwartaali 2*50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Bureau: Hooigracht 35 Leiden Telefoonnummer 2778 Postbox 20 Postgiro 58936 Aangesloten op het Streekne! Lisse EERSTE BLAD. V teniieid zonder beiemmering. Wij noemden Dinsdag" als een der nicoie gedachten waaraan het wets ontwerp tot regeling van de finan cieels verhouding tusschen Rijk en gemeenten wil vasthouden, dat het tl acht eenheid te brengen zonder al te veel de gemeenten te hinden. Door de onvoldoende werking van Ce wet van 1897 hebben we zoo lang zamerhand een toestand van l'inan- cieele anarchie op gemeentelijk ge bied gekregen. Vooral de zoo hatelijke fcrensenbelasting heeft meer dan een ei kele gemeente al heel wat ellende gebracht. Doch ook de eigen inkom stenbelasting werd voor menige vroed schap een steeds hooger gehangen T( kstok waar men slechts met levens gevaarlijke sprongen zich nog aan op heffen kon. Gelukkig, dat de heide Ministers, van Binnenlandsche Zaken en Finan ciën de steek die de Staatscommissie Let vallen weer hebben opgeraapt en juist dat punt behoorlijk, hebben on der de oogen gezien. De Ministers wijzen er op, dat de Staatscommissie op blz. 88 van naar verslag schrijft overwogen te hebben, dat „het belastingstelsel van het rijk en dat der gemeenten economisch een geheel vormen en dat in het bijzonder het bestaan van een gemeentelijke inkomstenbelasting naast de rijksin komstenbelasting, een bezwaar vormt om tot een goede definitieve regeling te komen". De staatscommissie deelt mede, overwogen te hebben of zij deze materie in haar onderzoek zou be trekken, maar achtte het niet op baar weg gelegen een zóó vèr reikend voor stel te doen. De ministers achten dit, gezien de opdracht der commissie, be grijpelijk, maar meenen dat het de regeering niet van den plicht ontheft het vraagstuk in zijn vollen omvang te bezien en zoo noodig tot ingrijpen de maatregelen het voorstel te doen. De memorie zet daarna breedvoerig uiteen, waarom naar het oordeel der regeering in het bestaan van een ge meentelijke inkomstenbelasting naast de rijksinkomstenbelasting één der grondfouten ligt van den huidigen toe stand. Doordat de Staatscommissie dit punt liet liggen, kon zij geen stevige basis vinden en kon tevens niet ophef fen het groote verschil in finan cieel vermogen van de onderscheiden gemeenten des lands. Een blik op de financieele resulta ten bewijst dit. Immers het nu inge diende voorstel zal van 's Rijks schat kist vorderen ongev. 38 mill, gulden. Met de uitkeering ingevolge de wet van 1897 was ongeveer 20 millioen gulden gemoeid. Maar wanneer wij daarnaast de budgetten der gemeen ten leggen, dan gaan deze ruim 1100 gemeenten met hunne inkomsten uit eigen belastingheffing daar eenige tientallen keeren boven uit. Met deze 38 millioen beheerscht men dan ook den toestand niet. Dat is alleen mogelijk met een radicaal in grijpen dat nu plaats heeft. Het moge aan de eene zijde te be jammeren zijn, dat de zelfstandigheid der gemeenten alweer aan banden gelegd moet worden (ook wij gevoelen het als een offer aan den tijdgeest), maar daaraan is niet te ontkomen. In de gegeven omstandigheden gaat de Memorie van het juiste standpunt uit. dat het scheppen van'eenheid als noodzakelijk gegeven voorop staat. Maar die eenheid wordt niet zoover doorgevoerd dat van een zekere vrij heid niet meer gesproken kan worden. Integendeel de Memorie zet o.i. juist uiteen wat de grondslag der ge meentelijke heffing moet zijn. waarop de bouw van het gemeentelijk finan cieel accres moet rusten. Daarin krijgen de gemeenten nu etn natuurlijk veld voor ontwikke ling. In het vervolg der Memorie wordt uiteengezet, dat, zoo in dezen tijd een gemeentelijke belasting naar het in komen ondoelmatig is, daarentegen bij uitstek als heffingsobjec.t zich aan biedt datgene wat zichtbaar aan de plaats zelve verbonden is en daar blijk geeft van den meerderen of min deren welstand van hen, die zullen worden aangeslagen. Een verterings belasting als de Rijksbelasting op het personeel en een zakelijke belasting als de grondbelasting zijn in beginsel heffingen, die een gemeente behoeft en die voor haar passen. De opbrengst dezer belastingen is niet afhankelijk van vluchtige rijkdommen, die den eenen dag aan een gemeente kunnen toekomen en den volgenden dag we der verdwijnen, maar in hoofdzaak van de vaste outillage der gemeente, van het beeld dat zij vertoont en dat DE HERDENKING VAN LEIDENS ONTZET LUISTERRIJK GEVIERD. Als een vreemde, bekoorlijk-vreemde eigenaardig onwezenlijke, roesachtige, contrastvolle dag tusschen de andere dagen van het jaar, die stil en gelijk matig wegvloeien, is de derde October weder gegaan over onze stad met een storm van vreugde, die zich stortte op alles en over allen met een greep van intense blijheid, blijheid, die zich uitte in stille herdenking en opgewonden jolijt en alle fazen, die zich daartus- schen bevinden. Des morgens zijn tusschen de ge wijde kerkmuren woorden gesproken van dankbare herinnering aan wai God voor Leiden heeft gedaan, in vroe- geren tijd, toen „de Speek, door Zijn wonderwerek, verbaest weg- vloodt", en ook in het Van der Werff park uitte de blijheid zich in plechti- gen zang en een dankbare huldiging aan den dapperen Van der Werff. Dat was herdenking. Echter reeds bijna tegelijkertijd was de viering aangevangen. De vreug de smeulde nog onder 'n bedeksel van kalme bedaardheid. Maar hier en daar knetterden al vonken van jolijt, die het vuur steeds verder verbreidden tot het, vooral in den avond, uitsloeg als een zee. De menschen ondergaan op drie October steeds een soort metamor phose. Kniesooren worden niet geduld: Deveugde is algemeen. En zoo gaat de avond voorbij als een roes van on ophoudelijk plezier, totdat met de laatste knal van het vuurwerk de me nigte uit elkaar gedreven wordt en de geluiden langzamerhand zich oplossen in den stillen nacht. AAN DEN VOORAVOND. De Taptoe. Aan den vooravond van het feest werd een groote taptoe gehouden, waaraan vele vereenigingen en vier muziekkorpsen hebben deelgenomen en die een groot succes is geworden. De kleurige stoet die langs Leidens straten trok, bood een fantastisch schouwspel, dat door vele duizenden stadgenooten, die zich langs de ge- heele route, welke van te voren he kend was gemaakt, hadden opgesteld, en die op sommige punten uren lang wachtten, eer zij iets te zien en te hooren kregen, werd bijgewoond. Hun wachten werd wel beloond, want het was een alleraardigst ge zicht, dat voorbijtrekken van al de groepen jonge en oudere menschen, die vaandels, en lampions meedroegen en die geflankeerd werden door fak keldragers en mannen, die de bekende sierlijke lampen van de 3-October-ver- eeniging torsten. De stoet werd geopend door drie agenten te paard, en doör twee bere den agenten gesloten. De heeren Bernard de Koning en Wichers Rollandet namen, eveneens te paard gezeten, aan den optocht, waarin verder alle leden van het be stuur der 3-Octobervereeniging mede liepen, deel. Op precies half negen sloegen de tamboers van Werkmans Wilskracht een krachtigen roffel en weldra zetten de bazuinen mede de taptoe, die aan den vooravond den herdenkings dag van Leiden's ontzet inluidde, in. En tien minuten later, toen het juist plagerig begon te regenen, zette de s_toet zich in beweging, omlangs een grooten omweg, de Breestraat en het Stadhuis te bereiken, waar een korte wijle werd halt gehouden. Hier werd namelijk het bestuur der 3-Octobervereeniging in de kamer van B. en W. even door het dagelijksch be stuur der gemeente ontvangen en sprak onze burgemeester, Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, het bestuur toe. Hij zegde het dank voor de krach tige en ondernemende wijze, waarop het ieder jaar weer de regeling van de viering van het feest van Leiden's ont zet in handen neemt en wenschte het ook voor den dag van morgen een zoo groot mogelijk succes. Terstond daarop daalden de be stuursleden der 3-Octobervereeniging weer van de monumentale trappen van ons stadhuis af en thans in gezel schap van het College van B. en W., namen zij hun plaatsen voorop in den stoet weder in. Zoo ging men via het Rapenburg naar het schitterend afgezette van der Werffpark, waar men door het hech ten van een krans, met het afsteken van vuurwerk, en het spelen van het Wilhelmus hulde ging brengen aan de nagedachtenis van Burgemeester Van der Werff en de moedige stadgenoo ten uit zijn tijd, die onversaagd den vijand weerden en die door hun taaie volharding in hun verzet het ontzet van hun geliefde stad wisten te be werken. De heer W. van der Laan heeft hier nog met een paar woorden de eerbie dige hulde vertolkt, die de burgerij van Leiden van 1928, vertegenwoor digd door het dagelijksch bestuur der gemeente en door het bestuur der 3- Octobervereeniging aan die dierbare nagedachtenis wenscht te brengen en daarop zetten de deelnemers aan den optocht, die zich om het standbeeld van Van der Werff hadden geschaard, hun wandeling door de stad voort. Onder inmiddels nog toegenomen belangstelling, ging het verder door de Breestraat en de Haarlemmerstraat naar de Kaasmarkt terug en daar werd de stoet eerst tegen half elf ont bonden. Het voorspel tot de eigenlijke vie ring van den 3-Octoberdag mocht ge slaagd heeten, En het publiek had een extra pretje gehad. Een pretje, dat het op hoogen prijs heeft gesteld. Wijdings-Zangdienst. Het was een uitnemende gedachte van het kerkkoor „Ex Animo", aan de vele feestelijkheden en plechtigheden, die in verband staan met de herden king van Lciden'.s Ontzet, er nog eene toe te voegen, die weer een geheel eigen karakter dram. n.l. dat zij staat in het teeken van ilen gevvijden zang. En dat deze samenkomst om een geijkten term te gebruiken „in een gevoelde behoefte voorziet" bewees wel de groote opkomst: de Hoogland- sche kerk was geheel gevuld. Voorganger in dezen dienst was de eere-voorzitter. Dr. J. Riemens, die al lereerst liet zingen het „Te Deum", in de vertaling van Gezang 3 vs. 1, waar na hij een zegen vroeg voor dit samen zijn. Daarna werd door het koor gezon gen Psalm 9, de dankpsalm, die na het ontzet op Zondag 3 October 1574 in de Pieterskerk weerklonk, alsmede de 3-October-Hymne van N. Brouwer. ,,Lof zij den helden", vervolgens, na dat eerst op het mooie kerkorgel de Kriegsmarsch aus „Athalia" van Men delssohn gespeeld was, nog een twee tal liederen naar Valerius: „Heer, die Uw tent in de hemelen spreidt" en: „Gelukkig is het land, dat God, de Heer, beschemt". Dr. Riemens, hierna het woord ne mend, begon met er op te wijzen, dat zijn doel niet zal zijn, heden avond reeds het feit, dat wij morgen hopen te herdenken, te behandelen. Deze avond draagt het karakter van een introduc tie; daarom zal spr. in zijn korte toe spraak niet anders doen dan het feit van Leiden's beleg en ontzet plaatsen in de lijst van zijn tijd. Spr. schetste den worstelstrijd van Noord- en Zuid-Nederland tégen Span je. Een schijnbaar onbeteekenend voorval als de inneming van Den Briel werd het begin der vrijmaking van ons vaderland. De leider der Watergeuzen, Lumey van der Mark, was 'n heiden en woes teling, een man zonder Christelijke deugden. Zijn eerste daad in Den Briel was het ophangen van 13 priesters en monniken. Toen hij tenslotte om 't leven kwam door den beet van een dollen hond, kon terecht gezegd worden; „soort zoekt soort". God evenwel heeft met dezen krom men stok een rechten stag toegebracht, en de inneming van Den Briel werd het sein voor vele steden om de zijde van den Prins te kiezen. Wel werden achtereenvolgens Ber- niet dan geleidelijk wijziging onder gaat. In deze heffingen zit ook een natuurlijk accres bij uitbreiding van de bebouwing, terwijl wat in het bijzonder de personeele belasting be treft hier overvloedig en veel meer dan bij de uniforme heffing van die belasting door het Rijk, gelegenheid bestaat om met tal van zeer uiteen- lcopende plaatselijke omstandigheden ri kening te houden en op die wijze, zender in onbillijkheden te vervallen, do opbrengst sonw aanzien'ijk hooger tu doen zijn dan dit thans het geval is. De lijn die hierin zit is ook naar Antirevolutionair staatsrecht te ver dedigen. Vrijheid van beweging moet er zijn vcor het eigen locale leven, maar die vrijheid mag geen ruimte bieden aan het zich los maken uit het geheel. De gemeenten te zamen moeten zich ge ve elen groote schakels in den staats- keten. Wij zullen nader zien. dat deze theo rie ook gevolgd is in den opzet der nieuwe heffingen. gen, Mechelen, Zutfen, Naarden en Haarlem door de Spanjaarden her overd, en werd in deze steden een bloedbad aangericht; wel werd de toe stand steeds donkerder, doch de Prins hield vast in het geloof, omdat hij een bondgenootschap had gesloten met den „Potentaat aller potentaten". Van Alkmaar begon de victorie; daarna volgde het beleg van Leiden, doch daarover te spreken is thans sprekers taak niet. Spr. eindigde met een opwekking trouw te blijven aan onzen Bijbel en aan God; onze conciëntievrijheid is duur gekocht. Nadat het kerkkoor ons nogmaals van zijn zang en de organist van de schoone muziek had doen genieten, ging dr. Riemens in dankgebed voor. De samenkomst werd besloten met het gezamenlijk zingen van een twee tal coupletten van het Wilhelmus. De herdenking in Den Haag. Te 's-Gravenhage werd in de Groote Kerk in een samenkomst, belegd door de heide Christelijke Oranjevereni gingen „Bijhei en Oranje" en „Bijbel, Oranje en Nederland" het beleg en ontzet van de Sleutelstad op waardi ge wijze herdacht. Het is een bijzondere avond gewor den, vol ongekende wijding. In gloedvolle woorden vertelde ds. Kouwenhoven eerst van het beleg van Leiden. Hij wees op den bijna wan- hopigen strijd van Willem van Oranje tegen Valdez en de zijnen om de be narde stad van levensmiddelen te voorzien. Hij teekende den schrijnen- den nood der burgers, toen tenslotte hongersnood en pest door de verlaten straten waarden. Als Gods wonderlijke macht be schreef spr. tenslotte hoe, toen de nood op het hoogst was, de redding kwam door een springvloed aan de Ilollandsche kust. De conclusie waar toe spr. kwam was, dat wij trouw moeten zijn en blijven aan God en aan het Huis van Oranje. In zijn openingswoord had de voor zitter van Bijbel en Oranje, de beer P. Spaa, allen welkom geheeten en wel in het hijzonder de medewerken den van den avond. Een woord van passende hulde bracht hij aan den grijzen organist van de Jacobskerk, den heer De Zwaan, die dezer dagen onder groote en hooge belangstelling zijn gouden kunstenaarsfeest gevierd heeft. „Ontelbare malen hebt gij zeide de heer Spaa, zich tot den mees ter richtende „door uw orgelspel de prediking gesteund en de gemeen te versterkt. Naast de vele woorden van dank welke gij in de afgeloopen week ontvangen hebt, komen thans nog die van de beide Christelijke Oranjeverenigingen, wier avonden gij bijna altoos door uw heerlijke ta lenten tot genotvolle gemaakt hebt". Zich daarna tot de aanwezigen wen dende, noodigde hij allen uit den trouwen organist toe te zingen: „Dat 's Heeren zegen op u daal". En terwijl de gemeente zong, zweeg het orgel De Geref. Zangvereeniging „Asaf" zong onder leiding van haar directeur, den heer Jan Spoel, liederen op het ontzet van Leiden en Bergen op Zoom, op de inneming van den Briel, alle uit Valerius' Nederlandtsche Ge- denckclanck. ,Wilt heden nu treden" klonk prachtig van eenvoud. Jan van der Velden, bekend van de Spoel-avonden, had ook zijn mede werking toegezegd en zong o.a.: O, ghij stad van Leijden, van Valerius; en Gebed voor het Vaderland, van Ar nold Spoel; die zelf den avond bij woonde. Van der Velden zeng fraai en zijn stem kwam uitstekend uit in de groote ruimte. Vooral het lied van Spoel maakte op allen diepen in druk. De heer De Zwaan, die behalve dat hij de liederen en gezangen begeleid de, ook nog eenige soli ten gehoor© bracht, speelde op zijn meesterlijke wijze, met een jeugdig vuur, dat eeuwig schijnt te branden, een Fanta sie van Bach. En wij twijfelen er niet aan, of de organist heeft in de vertol king zijn dank neergelegd voor de hartelijke woorden, die Aot hem ge sproken waren. Zelden hebben wij zulk mooi orgelspel gehoord. En toen de kerk leegstroomde en de licht i één voor één uitgedoofd werden en ten slotte, toen de laatste aanwezigen weggegaan waren, speelde 't orgel nog. H. M. de Koningin heeft van baar medeleven met de beide Oranjever eenigingen blijk gegeven door zich te laten vertegenwoordiger door haren kamerheer jhr. A. G. Sickinghe. Dat de voorzitter van Bijbel en Oranje, in zijn openingswoord voor deze Konink lijke belangstelling harteliik dank ge zegd heeft, spreekt vanzelf. HET OCHTENDFEEST. De reveille. De dag zelf werd ingezet met een reveille op de trappen van het stad huis door het Leidsche politie-muziek- ADVERTENTIE-PRUS Gewone Advertenties per regel 221/» cent Ingezonden Me de deeling en dobbel tarief Bij contract belangrijke reductie Kleine Advertentiên bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden, worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Binnenland. De herdenking van Leiden's Ontzet. Prof. Dr. Böhl uit Palestina terng. Een Nederlandsch schip in nood in den Atlantischen Oceaan. Het derde vliegtuig naar Indië heeft eenige tegenspoed op zijn weg. Buitenland. De aangekondigde betoogingen in Wee- nen op a.s. Zondag. Dr, Stresemann zal einde October zijn ambtsbezigheden knnnen hervatten. In December zal te Parijs een bijeen komst van financieele deskundigen ge houden worden voor de regeling der Duit- sche schuld. Bergstorting bij Bellinzona in Zwitser land. gezelschap. Hiervoor bestond reeds een flinke belangstelling. Op den 3-Octoberdag is elk Leide- naar, hoe lui hij ook overigens in het dagelijksch leven mag zijn, vroeg uit dft veeren. Echter de reveille is, zooals het woord zegt, in de eerste plaats om de menschen wakker te maken en het is dan ook eerst tegen achten, voordat do deuren opengaan en van alle kan ten de menschen komen aanstroomen om te gaan luisteren naar De Koraalmuziek. Wanneer dat even acht uur een aan vang neemt, dan bevinden zich in de buurt van het Van der Werffpark dui zenden menschen. De koraalmuziek geeft eenige oogen- blikken van wijding, van herdenking. Dit jaar is in dit gedeelte van het programma een nieuw element geko men, namelijk de zang van een kinder koor van duizend stemmen, waartoe medewerking werd verkregen van 32 scholen. Dit is zonder twijfel een zeer sympathiek idee geweest van het be stuur van de 3-Octohervereeniging, want niet alleen heeft een meerstem mig kinderkoor een groote bekoring, maar daarbij komt nog, dat de kinde ren, wanneer zij zelf mee mogen doen, meer nog aan den historischen datum worden gebonden. Het programma bestond uit acht nummers, waarvan er drie gezongen werden door het kinderkoor en twee gezamenlijk. Leo Mens zwaaide de dirigeerstok' op voortreffelijke wijze en hem komt ongetwijfeld een woord van hulde toe. Voordat tenslotte door allen het Wil helmus werd gezongen, hechtte onze burgemeester, Mr. A. v. d. Sande Bak huyzen een krans aan het standbeeld van den grootsten burger van Lelden, zooals Z. Ed. Achtb. zich uitdrukte. Na deze plechtigheid ging een luid hoera uit de menigte op. Toen de muziek was afgeloopen, spoedden de drommen zich naar het Waaghoofd, waar in de Waag de feest gave, Haring en Wittebrood aan 2472 personen werd uitgereikt. Hier heerschte een gezellige drukte van menschen, die af en aan gingen met nog leege of gevulde mandjes. Behalve de feestgave ontvingen de deelnemers van de Fa. van Nelle, zoo als elk jaar, ook thans weer gratis koffie en tabak. Op de ruimte voor de Waag bevonden zich verschillende persfotografen en film-operateurs, die.handig de leuke momenten op de gevoelige plaat vast legden en het spreekt vanzelf, dat daarbij de toestellen nog al eens ge richt werden op onzen sympathieken burgemeester en onzen niet minder sympathieken oud-burgemeester, Jhr. Mr. Dr. de Gijselaar, die ook weer van de partij was. Een tweetal personen uit het publiek speelden op verdienstelijke wijze voor clown en hadden dan ook veel succes. Verdere attracties. Tegelijk met de uitdeeling van ha ring en wittebrood, werd op het Waag hoofd, in den omtrek waarvan zich honderden menschen ophielden, een populair concert gegeven, welwillend aangeboden door de Harmonievereeni- ging „T. en D.", onder leiding van haar directeur, den heer H. Noordanus, die onvermoeid den dirigeerstok zwaaide en er zoodoende voor zorgde, met zijn flinke blazers, dat de stemming er goed in bleef. Vanaf tien uur tot half twaalf, deed de bekende carillonnist, de heer R. H. Th. van Leeuwen, de vroolijke klan ken van liet stadhuiscarillon neerval len over de stad, als een stroom van feestelijk geluid,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1