BEEKMAN
Herfst- en Wintermantels
Wollen VESTEN
PULL-OVERS
A. PARUIEN TIER, Breeslr. 128
DAG-AGENDA.
Maandag 1 Oct., 's av. kwart vóór
acht Stadsgehoorzaal: Uitvoering
Cantate „Leiden's Strijd en Zegepraal"
Dinsdag 2 Oct., 's av. 8 uur. Hoog-
landsche Kerk: Wijdingsavond der
Chr. Zangver. „Ex Animo".
Vrijdag 5 Oct, 's aV. acht uur. „Pre
diker", Janvössensteeg, Ledenverga
dering der A.-R. Kiesvereeniging.
lederen Dinsdag 78.15 uur. Wijk-
gebouw „Pniël", Middelstegracht: Zit
ting van het Bestuur v. h. Prot. Bur.
voor Soc. Adviezen.
De avond- nacht- en Zondagsdienst
(Ier apotheken wordt van Maandag
1 tot en met Woensdag 3 Oct. a.s.
waargenomen door de apotheek van
den heer P. du Croix, Rapenburg 9,
Telef. 807.
Van Donderdag 4 tot en met Zondag 7
Oct. neemt waar de apotheek van
den heer M. Boekwijt, Vischmarkt 8,
Telefoon 552.
enkele gasten, oprichters van Fröbel-
inrichtingen, waaronder zich o.a. ook
bevond wethouder T. S. Goslinga, die
zooals men weet veel voor het Christ.
Fröbelonderwijs hier ter stede heeft
gedaan.
Speciaal werd welkom geheeten
Prof. Dr. J. Waterink, uit Amsterdam,
die in deze middagvergadering een
referaat zou houden, waartoe hij, na
dat van den hoofdbestuurstafel nog
enkele mededeelingen waren gedaan
over de tentoonstelling, die gehouden
zal worden in Utrecht ter gelegenheid
van het 3de Nationaal School congres,
daartoe direct de gelegenheid kreeg.
Referaat Prof. Waterink.
Prof. J. Waterink refereerde over.
„Spel en ernst".
Spr. begint met te zeggen, dat een
kind leeft van spel en dat een kind
leeft van ernst. Bij het kind (spr. be
doelt kinderen van het zevende le
vensjaar) is spel ernst, en ernst spel.
Daarbij komt dan de eigenaardigheid
dat bij het kind altijd de ikheid op
den voorgrond treedt. Van alles, waar
bij het zelf betrokken is, waarbij het
zelf handelend is opgetreden, houdt
het vast, wat het zelf heeft gedaan.
Spr. licht dit toe met een voorbeeld.
Tot het zevende jaar kan het kind
nog niet fantasie van werkelijkheid
onderscheiden.
Tot oplossing van de verschillende
vraagstukken moet er op gelet wor
den, dat de ikheid niet moet worden
vereenzelvigd met de ziel. God heeft
in het oogenblik van de generatie van
het kind de onsterfelijke ziel gescha
pen. Dat is de ikheid. Het leven zelf,
dat van vader en moeder komt, zoo
dat het kind lijkt op vader en moeder
ook met geestelijke vermogens
dat is de psyche en dat alles gaat ver
loren.
Van het kind moet groeien een den
kend wezen, dat in het denken geoe
fend is en daarom gaat het door
Gods wijsheid werken met grootheden
die niet bestaan. Het zet eenige blok
ken op elkaar en zegt: Moeder, ik heb
een kerk gebouwd. Scheppende fan
tasie bezit het kind dus niet. Het grijpt
slechts met de fantasie de dingen uit
de werkelijkheid en maakt daar ge
drochtelijke dingen van, omdat het
geen vormen en verhoudingen ziet.
Terwijl het kind zoo bezig is te spe
len, leert het de houdingen aan, die
in het leven noodig zijn.
De groote beteekenis van de fantasie
van het kind is, dat het daardoor komt
tot het formeele denken.
Al denkende zondigt het kind tegen
verschillende wetten, waartegen het,
als het acht jaar is, niet meer zondi
gen zal.
In de fantasie is het kind volkomen
ernstig. Daarom kan het zoo boos
worden als een bouwsel telkens in el
kaar valt.
Waarom heeft het kind die speel-
passie? Want als het kind gezond is,
dan heeft het inderdaad passie in de
vreugde. Als Christenen, aannemende,
dat de ikheid, de onsterfelijke geest,
door God geschapen wordt, moeten wij
gelooven, dat het kind intuïtief grijpt
naar de mooie dingen van het leven,
van Gods natuur. Er moet daarom 'n
drang zijn naar de vreugde. Er is een
zich uitstrekken naar het licht en
daarom is al de fantasie van het kind
voor hem geweldige ernst.
Er zijn daarom kinderen, die op ze
venjarigen feeftijd onwaarheden zeg
gen. niet om te liegen, maar slechts,
omdat ze nog niet kennen het onder
scheid tusschen spel en ernst.
Het kind wordt dikwijls nog lang
vastgehouden door de fantasie. Men
moet daar natuurlijk voorzichtig mee
zijn, want het kan vaak schuldig lie
gen.
Wat hebben nu deze theorieën voor
de praktijk ons te zeggen?
Wanneer we het kind moeten ver
tellen over God, dan is dat moeilijk.
Want het maakt zich dadelijk fanta
sieën van den Heere. Hiermede moe
ten we zeer voorzichtig zijn. We mo
gen daartegen niet optreden, dat niet
afbreken. Spr. licht dit met een voor
beeld toe. De fantasie is geen zonde. Er
moet alleen leiding gegeven worden
aan de fantasie. Het fantasiebeeld
over God moet gecorrigeerd worden,
Er mag hier geen afbreken zijn.
Maar het fantasiebeeld moet gerekt
worden en meer naar de wekelijkheid
toegebracht worden.
Ook een religieus gevoel kan bijge
bracht worden. Wanneer bijvoorbeeld
een kind bang is voor het onweer, dan
mag. men niet zeggen, dat 't bij vader
en moeder geen gevaar heeft, want dat
is niet waar. Men moet dan zeggen,
RECLAME
Laat U onze nieuwe Collectie
voorleggen. Meer dan ooit te voren is de samen
stelling hiervan buitengewoon geslaagd.
De bewondering van degenen, welke reeds bij
ons kochten is hiervan zeker een vaststaand bewijs.
KOREVAARSTR. - STEENSCHUUR.
dat vader en moeder niet bang zijn,
omdat Jezus voor hen zorgt. Zooiets
kan het kind omspannen en dan
wordt de fantasie in de juiste richting
geleid.
Tenslotte maakt spr. nog enkele
opmerkingen in het algemeen over de
opvoeding van de kinderen.
Met de fantasie van het kind moet
gewerkt worden en spr. wijst er op
met practische opmerkingen, hoe dat
gedaan kan worden.
Het is zoo noodig, dat het kind ge
leid wordt in het fantasieleven, om
dat de zonde zich er probeert in te
werken.
Ook in het fantasieleven moet het
kind in bekendheid gebracht worden
met de openbaring Gods. Het moet
weten van den lieven Jezus en den
grooten God. En daarom moet verteld
worden door houding en gebaren, zoo
dat het kind het onderscheidt van zijn
spraak je.
Spr. besloot met te wijzen op de
groote verantwoordelijkheid van de
opvoeders.
Op deze rede volgde een hartelijk
applaus.
Nadat enkele minuten pauze was
gehouden, was er gelegenheid tot het
stellen van vragen, waarvan druk ge
bruik werd gemaakt.
De presidente dankte Prof. Wate
rink, die de vragen uitvoerig beant
woordde, hartelijk voor zijn interes
sante lezing, waarmede de aanwezi
gen hun instemming te kennen gaven.
Door den heer Hebli uit Rotterdam
werden eenige mededeelingen gedaan
betreffende een op te richten vereeni-
ging, van opleiders voor het bewaar-
schoolonderwijs. Gelegenheid werd
gegeven om daarmede zijn instem
ming te betuigen.
Na de rondvraag, die niets belang
rijks opleverde, dankte de presidente
de afdeeling Leiden voor haar prach
tige ontvangst, v^arna de heer Habma
uit Rotterdam, nadat nog gezongen
was Gez. 27 vs. 1, de vergadering sloot
met dankgebed.
DE OPENING VAN DE KOOIPARK-
SCHOOL.
De installatie van het personeeL
Hedenmorgen hebben twee plech
tigheden plaats gehad, die voor het
Geref. Schoolonderwijs in Leiden van
het grootste belang zijn.
Allereerst had plaats de installatie
van het hoofd en het personeel van de
Kooiparkschool, 'terwijl in de tweede
plaats de Kooiparkschool zelf heden
morgen officieel geopend is. Men zal
zich herinneren wat al moeilijkheden
aan deze opening zijn voorafgegaan
en daarom mag het zeker tot groote
dankbaarheid stemmen, dat tenslotte
toch het gewenschte resultaat is be
reikt.
De installatie.
Te half tien vanmorgen had in de
Lusthoflaanschool de installatie plaats
van den heer C. P. van der Bie, als
hoofd en de heer Van Venetien en de
dames Schreuder en v. d. Hom als
personeel van de nieuwe school.
Door den heer H. Buurman, voor
zitter van de Geref. Schoolvereen..
werd de bijeenkomst geopend door te
.laten zingen Ps. 105 1 en gebed.
Spr. heette daarna alle aanwezigen,
speciaal de autoriteiten, hartelijk
welkom, om direct daarna over te
gaan tot de installatie-plechtigheid.
Spr. heet den heer en mevr. De Bie
allereerst hartelijk welkom in Leiden
en merkt verder op, dat de woorden
door den heer Pothuis gesproken bij
diens instalatie aan de Lusthoflaan
school, ook hier gedeeltelijk gelden.
"Er is echter wel veel verschil. Spr.
vergelijkt de Geref. Schoolvereeniging
met een reederij, die een nieuw schip
in de vaart heeft gebracht, waarvan
oe heer v. d. Bie nu kapitein wordt.
Spr. hoopt dat God hem in zijn mooie,
maar veelzins ook moeilijl e taak zal
sterken.
Spr. richt zich daarna tot den on-
dtrwijzer, den heer Van Venetien en
de onderwijzeressen de fames Schreu
der en v. d. Horn, de wensch uitspre-
kfnde, dat zij der. heer De Bie trouw
ter zijde zullen staan, dat de verhou-
d ng tusschen het personeel steeds
goed zal zijn.
Met een woord tot de hinderen om
hun meesters en juffrouwen steeds
gehoorzaam te zijn en tenslotte met
de wensch, dat alles zal samenwerken
om de school te doen bloeien, besloot
spreker.
Het nieuw geïnstalleerde personeel
van de Schv..d werd daarna toegezon
den Psalm 134 3.
Daarna sprak de heer v. d Bie. die
begon met te zeggen, dat bet met ge
mengde gevoelens is, dat hij zijn taak
als hoofd van de Kooiparkschool aan
vaardt. In Oude Wetering heeft hij 6
jaar met blijdschap gewerkt, zoodat
bij de gedachte aan het scheiden de
weemoedsgedachte opkomt, maar an
derzijds is er ook de blijdschap om de
nieuwe functie die spr. toelacht. De
verantwoordelijkheid is echter groot,
want het is gewoonlijk moeilijker een
rijdende wagen aan den gang te hou
den. dan een wagen •die stilstaat in
beweging te krijgen. Bij alles wat wij
doen zijn wij echter afhankelijk van
God. Hij ziet ons en voor Hem is onze
arbeid met zonde bevlekt. Maar hij
helpt ons ook en door Hem is het mo
gelijk dat onze arbeid vruchten af
werpt.
Spr. richt zich verder achtereenvol
gens tot het Schoolbestuur. dan
kend voor het in hem gestelde ver
trouwen; tot zijn personeel, het ver
trouwen uitsprekende, dat de samen
werking prettig zal zijn; tot zijn col
lega's, hoofden van andere scholen; tot
den heer Baak, inspecteur van het L.
O in de inspectie Leiden en den' heer
Schaap, directeur van de Chr. Kweek
school; tot de verdere belangstellen
den, ouders van kinderen en tenslotte
tot de kinderen zelf.
Spr. besloot met de wensch dat
Gods zegen op den arbeid zal rusten,
dat God zelf mee zal gaan op den
nieuwen weg, die spr. thans moet
loopen.
Naar de Javastraat,
Daarna gingen alle aanwezigen
naar de Kooiparkschool aan de Java
straat, de kinderen dragende een wit
ten doek, waarop stond: De opening
van de Chr. School in het Kooipark.
De weg liep langs de Chr. Fröbel
school, waarvoor de kinderen buiten
opgesteld waren om de voorbijtrek
kende schare toe te juichen. Een sym
pathiek idee van de leiders van deze
school.
Bij de Kooiparkschool aangekomen
verzamelden allen zich op de ruime
speelplaats, waar een foto werd ge
maakt.
De officieele opening.
Nadat vervolgens de school was be
zichtigd en de kinderen 'getracteerd
waren op „Manda G. K.", waar nog al
enkele oogenblikken mee weggingen
had de officieele opening plaats.
Hierbij waren verschillende autori
teiten aanwezig, o.a.: behalve het
Schoolbestuur, de heer Baak, inspec
teur van het L. O. in de inspectie Lei
den; de heer Tepe. wethouder van on
derwijs; de heer Schaap, directeur van
de Chr. Kweekschool; de predikanten
Bouwman en Ko-uwenhoven, namens
de Geref. Kerkeraad; ds. Punselie, na
mens de Vereeniging voor Chr. Onder
wijs in Leiden; de heer A. T. Kraan,
de architect der school; ds. Brouwer,
uit Oude Wetering; hoofden van
scholen, onderwijzers en onderwijze
ressen, e.a.
Eerste spreker was de heer T. S.
Goslinga. die als voorzitter van de
Bouwcommissie, de school aan het be
stuur overdroeg en daarbij de volgen
de rede uitsprak.
Rede T. S. Goslinga.
Hooggeachte aanwezigen,
Het is met een gevoel van blijdschap
en groote dankbaarheid, dat ik, als
voorzitter der bouwcommissie thans
het woord neem, om namens deze
commissie het zoo pas geopende
schoolgebouw aan het Bestuur der Ge
reformeerde schoolvereeniging over
te dragen. Immers het tegeltableau in
den corridor heeft gezegd, dat deze
school na veel strijd verkregen is en
waa.£ de bouwcommissie in dezen
strijd een zeer werkzaam aandeel had
daar kan het niet anders, of nu ons
doel bereikt is dat blijdschap ons
hart vervult. Wij zijn zoo blij en dank
baar, dat het ons in deze oogenblikken
niet lust, u een volledig chronologisch
verhaal van alle moeilijkheden te ge
ven of u ook maar in groote trekken
te schetsen wat er van Sept. 1925 tot.
Oct. 1928 is verricht om dit schoolge
bouw te krijgen.
De school staat, en dat is hoofdzaak
en indien zij. die meenden ons bestuur
in het verkrijgen van dit resultaat te
moeten tegenwerken'even oprecht zijn
geweest in hun meening, dat zij daar
mede het algemeen belang dienden als
wij thans oprecht zijn in onze vreug
de, dan kunnen wij ondanks alle ver
schil van inzicht elkaar toch de hand
reiken.
't Is ons evenwel een behoefte, om bij
de opening van deze school enkele
cardinale punten nog even duidelijk
en met nadruk in het licht te stellen,
omdat zich geen legenden mogen vor
men en onze vereeniging er" prijs op
stelt, om haar goede naam en eer on
gerept te handhaven.
In de eerste plaats dan wordt de
zerzijds met stelligheid ontkend, dat
onze vereeniging door het stichten van
deze school de gemeentefinanciën in te
sterke mate heeft aangesproken en een
goedkoopere oplossing niet heeft wil
len aanvaarden. Die goedkoopere op
lossing konden wij niet aanvaarden
omdat het geen oplossing was.
Ik mag mij daarvoor beroepen op
de ministerieele uitspraak van 17 Oct.
1927, luidende als volgt:
dat de speelplaats, waarvan niet dan
smalle reepen zullen overblijven voor
dë schoolbevolking, welke door ver-
grooting van het schoolgebouw twee
maal zoo sterk wordt, absoluut onbe
reikbaar wordt en voorts, dat de be
staande speelplaats zoodanig zou woo
den verkleind en versnipperd, dat ze
èn als speelplaats, èn om dienstbaar
te worden gemaakt voor het onderwijs
in de lichamelijke opvoeding onge
schikt zou worden.
Om deze reden moet de schoolstich
ting op het door B. en W. bedoeld ter
rein die den speelplaats van de
Lusthoflaanschool voor het school
bestuur onaannemelijk worden ge
acht.
Geen enkel raadslid zou ooit als uit
breiding van het openbaar onderwijs
aanvaarden het bouwen of bijhouwen
van'een school op de speelplaats van
een andere school, waardoor die speel-
plaats zou worden weggenomen.
Welnu, ook onze vereeniging kon
zulks niet doen.
In de tweede plaats wil ik er op wij
zen, dat hier niet lichtvaardig tot het
bouwen van een school is overgegaan.
Reeds in 1923 werden er aan de
Lusthoflaanschool meer kinderen aan
gegeven voor de le klasse dan er
plaatsen waren. Door het weigeren van
5 4 6 der jongste candidaten is toen
aan de moeilijkheid ontkomen.
Maar toen er in 1924 12 aangiften
te veel waren, achtten wij weigering
onverantwoord en een parallelklas
werd gevormd.
In 1925 was het surplus 23 en in 1926
31 en zoo bleef het voortgaan.
Wanneer dan ook deze school, waar
in heden 168 plaatsen zijn, n.l. 4 loka
len van 42 plaatsen, wordt geopend
met 133 leerlingen, waarvan klasse 1
33, kllisse 2 22, klasse 3 30, klasse 4 en
5 te samen resp. 26 en 22 leerlingen,
dan springt het in het oog, dat hier
noodzaak was.
Dit is zoo evident, dat heden in den
raad reeds een voorstel behandeld
wordt, om deze school met één lokaal
uit te breiden en zoozeer is 't bestuur
overtuigd, dat binnen niet te langen
tijd verdere uitbouw noodig is, dat het
reeds op eigen kosten de fundamenten
van nog 2 lokalen tegelijk met die der
geheele school liet bouwen.
In de derde plaats wil ik u de vraag
voorleggen, of met dit gebouw het
Kooipark bedorven is. Dit toch was
één der motieven, waarom op 17 Mei
1921 in den Raad sommige leden hun
stem tegen het bouwen dezer school
uitorachtten.
Deze vraag kan op tweeërlei wijze
worden opgevat. In architectonischen
zin moet het antwoord gegeven wor
den door deskundigen en wij vreezen
hun oordeel niet. Vat men de vraag
op in geestelijken zin, dan zij reeds di
rect aan mij de eer, om hier te ver
klaren, dat geen schooner versiering
het Kooipark kon te beurt vallen dan
dit symbool der gewetensvrijheid.
Dat ook in deze arbeiderswijk elk
een zijn kinderen ongedeerd en zonder
extra opofferingen mag zenden en kan
zenden naar deze school met den Bij
bel, is een zoo groot geestelijk goed,
dat ik niet aarzel reeds daarom deze
school een sieraad van deze wijk te
vinden. Dat dit geschieden kon, dan
ken wij aan het gebed, de liefde, de
standvastigheid en de opofferingen
van ons voorgeslacht, dat zich 50 jaar
geleden in het bekende Volkspetition
nement uitsprak voor de vrije school
en nog verder terug gaande, aan onze
roemruchtige vaderen uit de 16de en
17de eeuw, die er alles, maar dan
ook letterlijk alles voor over had
den om te verwerven het groote goed,
der gewetensvrijheid.
Overmorgen zullen wij weer herden
ken, wat in deze stad daarvoor gedu
rende een lang en bang beleg is gele
den. De vruchten, ook van hunlieder
strijd en zegepraal ziet gij om u heen.
Namens de Gereformeerde school
vereeniging dank ik allen, die hier
met woord en daad en ook door het
teekenen van de obligatieleening voor
de waarborgsom ons in het verkrijgen
van dat gebouw hebben gesteund.
Met name mag ik hierbij zeker noe
men onze hooggeachte inspecteur van
het Lager Onderwijs, de heer Baak,
die van den beginne af de door ons
Bestuur aangegeven oplossing van het
schoolvraagstuk als juist en logisch
aanvaardde en steunde. Uw bekende
afkeer, heer Baak, van groote school
complexen, waarin meerdere honder
den kinderen worden te samen gepakt
en uw op ervaring en paedagogisch in
zicht steunende sympathie voor kledne
scholen, bracht u als vanzelf op de zij
de van het Bestuur. Ik dank u voor de
groote onpartijdigheid door u ten toon
gespreid in den strijd om deze school.
Ook den heer Wethouder van Onder
wijs, die eerst in een later stadium
geroepen was zich in deze kwestie te
verdiepen en aan de uiteindelijke op
lossing zijn zeer gewaardeerde mede
werking gaf, zeg ik hartelijk dank.
Moge hij de overtuiging meenemen
naar het raadhuis, dat onze vereeni
ging, die 't volgend jaar het 75-jarig
bestaan harer oudste school gaat her
denken op behoorlijke wijze het onder
wijs verzorgt van een wel niet zoo tal
rijke groep onder onze burgerij, maar
dan toch van een groep, die krachtens
RECLAME
Wij brengen een bijzonder
GROOTE Sorteering in
en
voor Oames, Heeren en Kinderen.
Diverse Prijzen en Maien
beginsel en afkomst zeer sterk op de
vrijheid van onderwijs is gesteld en
door haar talrijk nakroost meent een
niet onbelangrijke rol in onze Neder-
landsche volksgemeenschap te moeten
spelen.
Mag ik bij deze plechtigheid in 't
publiek verklaren, dat bij de oplos
sing die gij meneer de wethouder aan
d'O zaak tenslotte hebt gegeven is over
eengekomen, tusschen het gemeente
bestuur en ons, dat deze school vol
tooid tot 7 lokalen in geenen geval
aan de gemeente meer zal kosten dan
de in 't begin van dit jaar geopende
openbare school aan de Driftstraat,
hier vlak. bij. Ik heb een niet onge
gronde hoop, dat dit aan de Vereeni
ging geld zal kosten.
Den heer Kraan dank ik namens de
Commissie en de geheele Vereeniging
voor het keurige gebouw, dat hij heeft
ontworpen en doen houwen. Opnieuw
is gebleken, dat de Vereeniging in U
heeft een bouwkundig adviseur van
den eersten rang en dat wij met uwe
geestesproductie voor den dag kun
nen komen.
In den heer Guyt hadden zij een
aannemer die van wanten weet. Op
19 April, dus voor maanden en 11 da
gen werd de eerste paal in den grond
geheid en nu reeds staat het gebouw
kant en klaar. Gij weet dat er geschre
ven staat: Zoo de Heere het Huis niet
houwt tevergeefs arbeiden deszelfs
bouwlieden daaraan.
Het is tevergeefs dat gijlieden vroeg
opstaat, laat opblijft enz., en aan dien
zegen van boven heeft het niet ont
broken. Een zomer zoo mooi, dat wij
ver in onze herinneringen moeten te
ruggaan oan zijns gelijke te vinden be
gunstigde ongemeen uw drang tot
voortvaren. Onwerkbare dagen zijn
in het dagboek schier niet te vinden.
Niettemin komt U lof toe voor uw
flink aanpakken. Ik mag daarbij niet
vergeten den Hoofdopzichter, den heer
Koekkoek en zijn assistent, die zeker
ook het hunne er toe hebben bijge
dragen om den aanemer tot spoed aan
te sporen en op aangename wijze
zonder oneenigheid van eenig aanbe
lang alles hebben gedaan om den
bouw vlot te doen verloopen.
Mijnbeer de voorzitter van de Gerei
Schoolvereeniging: Aan het het Be
stuur draagt de Commissie thans het
gebouw over en spreekt daarbij de
wensch uit, dat dit gebouw onder
Gods zegen vele vele jaren moge zijn
het stoffelijk omhulsel van een school
met den Bijbel, tot eere van Zijn naam
en tot heil van vele geslachten.
Ik heb gezegd.
Overige gelukweuscheo.
Daarna sprak de Wethouder van.
Onderwijs, de heer Tepe, een woord
van gelukwensch. Het is vandaag een
dag van intense dankbaarheid, aldus
wendde spr. zich tot het schoolbe
stuur. Het doel dat nagestreefd werd
behoort onder het hoogste waarnaar
de mensch streven kan en dat zoovele
moeilijkheden moesten overwonnen
worden stemt nog te meer tot dank
baarheid.
Ook de heeren Kraan en Guyt, res
pectievelijk architect en aannemer van
bet werk feliciteert spr., terwijl bij
eindigt met den wensch dat de Geve
van alle goede gaven en volmaakt*-
giften het zaad dat hier wordt ge
strooid tot volle wasdom brenge.
De heer Baak bracht eveneens bet
Bestuur der School en de Bouwcom
missie zijn gelukwensench, terwijl hij
speciaal huldigde den heer Kraan,
den architect van de school. Hij kent
de waarde van het woord: Het schoo-
ne is een vreugde voor altijd.
Spr. maakte verder eenige opmer
kingen over de totstandkoming van
de school en besloot met de wensch,
dat de school een zegen worde voor
de jeugd.
Later sprak de heer Baak den beer
v. d. Bie nog afzonderlijk toe hem toe-
wenschende, dat hij zal mogen zeggen
aan het einde van zijn taak: Ik heb
niet bet beste gedaan, Heere, maar ik
heb mijn best gedaan.
De heer Schaap, die daarna sprak,
herinnerde eraan hoe rijk de Heei*e de
Gerëf. Schoolvereeniging heeft geze
gend, welke zegen spr. hoopt dat blij
vend op de vereeniging zal rusten.
Spr. bracht ook namens de Vereeni
ging voor Chr. Nationaal Onderwijs
de gelukwenschen over.
Dr. Punselie sprak namens de Ver
eeniging voor Chr. Onderwijs in hei
den en wenschte het Schoolbestuur
toe dat het door God genade zou wor-