BEEKMAN Herfst- en Wintermantels Wollen VESTEN PULL-OVERS A. PARUIEN TIER, Breeslr. 128 DAG-AGENDA. Maandag 1 Oct., 's av. kwart vóór acht Stadsgehoorzaal: Uitvoering Cantate „Leiden's Strijd en Zegepraal" Dinsdag 2 Oct., 's av. 8 uur. Hoog- landsche Kerk: Wijdingsavond der Chr. Zangver. „Ex Animo". Vrijdag 5 Oct, 's aV. acht uur. „Pre diker", Janvössensteeg, Ledenverga dering der A.-R. Kiesvereeniging. lederen Dinsdag 78.15 uur. Wijk- gebouw „Pniël", Middelstegracht: Zit ting van het Bestuur v. h. Prot. Bur. voor Soc. Adviezen. De avond- nacht- en Zondagsdienst (Ier apotheken wordt van Maandag 1 tot en met Woensdag 3 Oct. a.s. waargenomen door de apotheek van den heer P. du Croix, Rapenburg 9, Telef. 807. Van Donderdag 4 tot en met Zondag 7 Oct. neemt waar de apotheek van den heer M. Boekwijt, Vischmarkt 8, Telefoon 552. enkele gasten, oprichters van Fröbel- inrichtingen, waaronder zich o.a. ook bevond wethouder T. S. Goslinga, die zooals men weet veel voor het Christ. Fröbelonderwijs hier ter stede heeft gedaan. Speciaal werd welkom geheeten Prof. Dr. J. Waterink, uit Amsterdam, die in deze middagvergadering een referaat zou houden, waartoe hij, na dat van den hoofdbestuurstafel nog enkele mededeelingen waren gedaan over de tentoonstelling, die gehouden zal worden in Utrecht ter gelegenheid van het 3de Nationaal School congres, daartoe direct de gelegenheid kreeg. Referaat Prof. Waterink. Prof. J. Waterink refereerde over. „Spel en ernst". Spr. begint met te zeggen, dat een kind leeft van spel en dat een kind leeft van ernst. Bij het kind (spr. be doelt kinderen van het zevende le vensjaar) is spel ernst, en ernst spel. Daarbij komt dan de eigenaardigheid dat bij het kind altijd de ikheid op den voorgrond treedt. Van alles, waar bij het zelf betrokken is, waarbij het zelf handelend is opgetreden, houdt het vast, wat het zelf heeft gedaan. Spr. licht dit toe met een voorbeeld. Tot het zevende jaar kan het kind nog niet fantasie van werkelijkheid onderscheiden. Tot oplossing van de verschillende vraagstukken moet er op gelet wor den, dat de ikheid niet moet worden vereenzelvigd met de ziel. God heeft in het oogenblik van de generatie van het kind de onsterfelijke ziel gescha pen. Dat is de ikheid. Het leven zelf, dat van vader en moeder komt, zoo dat het kind lijkt op vader en moeder ook met geestelijke vermogens dat is de psyche en dat alles gaat ver loren. Van het kind moet groeien een den kend wezen, dat in het denken geoe fend is en daarom gaat het door Gods wijsheid werken met grootheden die niet bestaan. Het zet eenige blok ken op elkaar en zegt: Moeder, ik heb een kerk gebouwd. Scheppende fan tasie bezit het kind dus niet. Het grijpt slechts met de fantasie de dingen uit de werkelijkheid en maakt daar ge drochtelijke dingen van, omdat het geen vormen en verhoudingen ziet. Terwijl het kind zoo bezig is te spe len, leert het de houdingen aan, die in het leven noodig zijn. De groote beteekenis van de fantasie van het kind is, dat het daardoor komt tot het formeele denken. Al denkende zondigt het kind tegen verschillende wetten, waartegen het, als het acht jaar is, niet meer zondi gen zal. In de fantasie is het kind volkomen ernstig. Daarom kan het zoo boos worden als een bouwsel telkens in el kaar valt. Waarom heeft het kind die speel- passie? Want als het kind gezond is, dan heeft het inderdaad passie in de vreugde. Als Christenen, aannemende, dat de ikheid, de onsterfelijke geest, door God geschapen wordt, moeten wij gelooven, dat het kind intuïtief grijpt naar de mooie dingen van het leven, van Gods natuur. Er moet daarom 'n drang zijn naar de vreugde. Er is een zich uitstrekken naar het licht en daarom is al de fantasie van het kind voor hem geweldige ernst. Er zijn daarom kinderen, die op ze venjarigen feeftijd onwaarheden zeg gen. niet om te liegen, maar slechts, omdat ze nog niet kennen het onder scheid tusschen spel en ernst. Het kind wordt dikwijls nog lang vastgehouden door de fantasie. Men moet daar natuurlijk voorzichtig mee zijn, want het kan vaak schuldig lie gen. Wat hebben nu deze theorieën voor de praktijk ons te zeggen? Wanneer we het kind moeten ver tellen over God, dan is dat moeilijk. Want het maakt zich dadelijk fanta sieën van den Heere. Hiermede moe ten we zeer voorzichtig zijn. We mo gen daartegen niet optreden, dat niet afbreken. Spr. licht dit met een voor beeld toe. De fantasie is geen zonde. Er moet alleen leiding gegeven worden aan de fantasie. Het fantasiebeeld over God moet gecorrigeerd worden, Er mag hier geen afbreken zijn. Maar het fantasiebeeld moet gerekt worden en meer naar de wekelijkheid toegebracht worden. Ook een religieus gevoel kan bijge bracht worden. Wanneer bijvoorbeeld een kind bang is voor het onweer, dan mag. men niet zeggen, dat 't bij vader en moeder geen gevaar heeft, want dat is niet waar. Men moet dan zeggen, RECLAME Laat U onze nieuwe Collectie voorleggen. Meer dan ooit te voren is de samen stelling hiervan buitengewoon geslaagd. De bewondering van degenen, welke reeds bij ons kochten is hiervan zeker een vaststaand bewijs. KOREVAARSTR. - STEENSCHUUR. dat vader en moeder niet bang zijn, omdat Jezus voor hen zorgt. Zooiets kan het kind omspannen en dan wordt de fantasie in de juiste richting geleid. Tenslotte maakt spr. nog enkele opmerkingen in het algemeen over de opvoeding van de kinderen. Met de fantasie van het kind moet gewerkt worden en spr. wijst er op met practische opmerkingen, hoe dat gedaan kan worden. Het is zoo noodig, dat het kind ge leid wordt in het fantasieleven, om dat de zonde zich er probeert in te werken. Ook in het fantasieleven moet het kind in bekendheid gebracht worden met de openbaring Gods. Het moet weten van den lieven Jezus en den grooten God. En daarom moet verteld worden door houding en gebaren, zoo dat het kind het onderscheidt van zijn spraak je. Spr. besloot met te wijzen op de groote verantwoordelijkheid van de opvoeders. Op deze rede volgde een hartelijk applaus. Nadat enkele minuten pauze was gehouden, was er gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan druk ge bruik werd gemaakt. De presidente dankte Prof. Wate rink, die de vragen uitvoerig beant woordde, hartelijk voor zijn interes sante lezing, waarmede de aanwezi gen hun instemming te kennen gaven. Door den heer Hebli uit Rotterdam werden eenige mededeelingen gedaan betreffende een op te richten vereeni- ging, van opleiders voor het bewaar- schoolonderwijs. Gelegenheid werd gegeven om daarmede zijn instem ming te betuigen. Na de rondvraag, die niets belang rijks opleverde, dankte de presidente de afdeeling Leiden voor haar prach tige ontvangst, v^arna de heer Habma uit Rotterdam, nadat nog gezongen was Gez. 27 vs. 1, de vergadering sloot met dankgebed. DE OPENING VAN DE KOOIPARK- SCHOOL. De installatie van het personeeL Hedenmorgen hebben twee plech tigheden plaats gehad, die voor het Geref. Schoolonderwijs in Leiden van het grootste belang zijn. Allereerst had plaats de installatie van het hoofd en het personeel van de Kooiparkschool, 'terwijl in de tweede plaats de Kooiparkschool zelf heden morgen officieel geopend is. Men zal zich herinneren wat al moeilijkheden aan deze opening zijn voorafgegaan en daarom mag het zeker tot groote dankbaarheid stemmen, dat tenslotte toch het gewenschte resultaat is be reikt. De installatie. Te half tien vanmorgen had in de Lusthoflaanschool de installatie plaats van den heer C. P. van der Bie, als hoofd en de heer Van Venetien en de dames Schreuder en v. d. Hom als personeel van de nieuwe school. Door den heer H. Buurman, voor zitter van de Geref. Schoolvereen.. werd de bijeenkomst geopend door te .laten zingen Ps. 105 1 en gebed. Spr. heette daarna alle aanwezigen, speciaal de autoriteiten, hartelijk welkom, om direct daarna over te gaan tot de installatie-plechtigheid. Spr. heet den heer en mevr. De Bie allereerst hartelijk welkom in Leiden en merkt verder op, dat de woorden door den heer Pothuis gesproken bij diens instalatie aan de Lusthoflaan school, ook hier gedeeltelijk gelden. "Er is echter wel veel verschil. Spr. vergelijkt de Geref. Schoolvereeniging met een reederij, die een nieuw schip in de vaart heeft gebracht, waarvan oe heer v. d. Bie nu kapitein wordt. Spr. hoopt dat God hem in zijn mooie, maar veelzins ook moeilijl e taak zal sterken. Spr. richt zich daarna tot den on- dtrwijzer, den heer Van Venetien en de onderwijzeressen de fames Schreu der en v. d. Horn, de wensch uitspre- kfnde, dat zij der. heer De Bie trouw ter zijde zullen staan, dat de verhou- d ng tusschen het personeel steeds goed zal zijn. Met een woord tot de hinderen om hun meesters en juffrouwen steeds gehoorzaam te zijn en tenslotte met de wensch, dat alles zal samenwerken om de school te doen bloeien, besloot spreker. Het nieuw geïnstalleerde personeel van de Schv..d werd daarna toegezon den Psalm 134 3. Daarna sprak de heer v. d Bie. die begon met te zeggen, dat bet met ge mengde gevoelens is, dat hij zijn taak als hoofd van de Kooiparkschool aan vaardt. In Oude Wetering heeft hij 6 jaar met blijdschap gewerkt, zoodat bij de gedachte aan het scheiden de weemoedsgedachte opkomt, maar an derzijds is er ook de blijdschap om de nieuwe functie die spr. toelacht. De verantwoordelijkheid is echter groot, want het is gewoonlijk moeilijker een rijdende wagen aan den gang te hou den. dan een wagen •die stilstaat in beweging te krijgen. Bij alles wat wij doen zijn wij echter afhankelijk van God. Hij ziet ons en voor Hem is onze arbeid met zonde bevlekt. Maar hij helpt ons ook en door Hem is het mo gelijk dat onze arbeid vruchten af werpt. Spr. richt zich verder achtereenvol gens tot het Schoolbestuur. dan kend voor het in hem gestelde ver trouwen; tot zijn personeel, het ver trouwen uitsprekende, dat de samen werking prettig zal zijn; tot zijn col lega's, hoofden van andere scholen; tot den heer Baak, inspecteur van het L. O in de inspectie Leiden en den' heer Schaap, directeur van de Chr. Kweek school; tot de verdere belangstellen den, ouders van kinderen en tenslotte tot de kinderen zelf. Spr. besloot met de wensch dat Gods zegen op den arbeid zal rusten, dat God zelf mee zal gaan op den nieuwen weg, die spr. thans moet loopen. Naar de Javastraat, Daarna gingen alle aanwezigen naar de Kooiparkschool aan de Java straat, de kinderen dragende een wit ten doek, waarop stond: De opening van de Chr. School in het Kooipark. De weg liep langs de Chr. Fröbel school, waarvoor de kinderen buiten opgesteld waren om de voorbijtrek kende schare toe te juichen. Een sym pathiek idee van de leiders van deze school. Bij de Kooiparkschool aangekomen verzamelden allen zich op de ruime speelplaats, waar een foto werd ge maakt. De officieele opening. Nadat vervolgens de school was be zichtigd en de kinderen 'getracteerd waren op „Manda G. K.", waar nog al enkele oogenblikken mee weggingen had de officieele opening plaats. Hierbij waren verschillende autori teiten aanwezig, o.a.: behalve het Schoolbestuur, de heer Baak, inspec teur van het L. O. in de inspectie Lei den; de heer Tepe. wethouder van on derwijs; de heer Schaap, directeur van de Chr. Kweekschool; de predikanten Bouwman en Ko-uwenhoven, namens de Geref. Kerkeraad; ds. Punselie, na mens de Vereeniging voor Chr. Onder wijs in Leiden; de heer A. T. Kraan, de architect der school; ds. Brouwer, uit Oude Wetering; hoofden van scholen, onderwijzers en onderwijze ressen, e.a. Eerste spreker was de heer T. S. Goslinga. die als voorzitter van de Bouwcommissie, de school aan het be stuur overdroeg en daarbij de volgen de rede uitsprak. Rede T. S. Goslinga. Hooggeachte aanwezigen, Het is met een gevoel van blijdschap en groote dankbaarheid, dat ik, als voorzitter der bouwcommissie thans het woord neem, om namens deze commissie het zoo pas geopende schoolgebouw aan het Bestuur der Ge reformeerde schoolvereeniging over te dragen. Immers het tegeltableau in den corridor heeft gezegd, dat deze school na veel strijd verkregen is en waa.£ de bouwcommissie in dezen strijd een zeer werkzaam aandeel had daar kan het niet anders, of nu ons doel bereikt is dat blijdschap ons hart vervult. Wij zijn zoo blij en dank baar, dat het ons in deze oogenblikken niet lust, u een volledig chronologisch verhaal van alle moeilijkheden te ge ven of u ook maar in groote trekken te schetsen wat er van Sept. 1925 tot. Oct. 1928 is verricht om dit schoolge bouw te krijgen. De school staat, en dat is hoofdzaak en indien zij. die meenden ons bestuur in het verkrijgen van dit resultaat te moeten tegenwerken'even oprecht zijn geweest in hun meening, dat zij daar mede het algemeen belang dienden als wij thans oprecht zijn in onze vreug de, dan kunnen wij ondanks alle ver schil van inzicht elkaar toch de hand reiken. 't Is ons evenwel een behoefte, om bij de opening van deze school enkele cardinale punten nog even duidelijk en met nadruk in het licht te stellen, omdat zich geen legenden mogen vor men en onze vereeniging er" prijs op stelt, om haar goede naam en eer on gerept te handhaven. In de eerste plaats dan wordt de zerzijds met stelligheid ontkend, dat onze vereeniging door het stichten van deze school de gemeentefinanciën in te sterke mate heeft aangesproken en een goedkoopere oplossing niet heeft wil len aanvaarden. Die goedkoopere op lossing konden wij niet aanvaarden omdat het geen oplossing was. Ik mag mij daarvoor beroepen op de ministerieele uitspraak van 17 Oct. 1927, luidende als volgt: dat de speelplaats, waarvan niet dan smalle reepen zullen overblijven voor dë schoolbevolking, welke door ver- grooting van het schoolgebouw twee maal zoo sterk wordt, absoluut onbe reikbaar wordt en voorts, dat de be staande speelplaats zoodanig zou woo den verkleind en versnipperd, dat ze èn als speelplaats, èn om dienstbaar te worden gemaakt voor het onderwijs in de lichamelijke opvoeding onge schikt zou worden. Om deze reden moet de schoolstich ting op het door B. en W. bedoeld ter rein die den speelplaats van de Lusthoflaanschool voor het school bestuur onaannemelijk worden ge acht. Geen enkel raadslid zou ooit als uit breiding van het openbaar onderwijs aanvaarden het bouwen of bijhouwen van'een school op de speelplaats van een andere school, waardoor die speel- plaats zou worden weggenomen. Welnu, ook onze vereeniging kon zulks niet doen. In de tweede plaats wil ik er op wij zen, dat hier niet lichtvaardig tot het bouwen van een school is overgegaan. Reeds in 1923 werden er aan de Lusthoflaanschool meer kinderen aan gegeven voor de le klasse dan er plaatsen waren. Door het weigeren van 5 4 6 der jongste candidaten is toen aan de moeilijkheid ontkomen. Maar toen er in 1924 12 aangiften te veel waren, achtten wij weigering onverantwoord en een parallelklas werd gevormd. In 1925 was het surplus 23 en in 1926 31 en zoo bleef het voortgaan. Wanneer dan ook deze school, waar in heden 168 plaatsen zijn, n.l. 4 loka len van 42 plaatsen, wordt geopend met 133 leerlingen, waarvan klasse 1 33, kllisse 2 22, klasse 3 30, klasse 4 en 5 te samen resp. 26 en 22 leerlingen, dan springt het in het oog, dat hier noodzaak was. Dit is zoo evident, dat heden in den raad reeds een voorstel behandeld wordt, om deze school met één lokaal uit te breiden en zoozeer is 't bestuur overtuigd, dat binnen niet te langen tijd verdere uitbouw noodig is, dat het reeds op eigen kosten de fundamenten van nog 2 lokalen tegelijk met die der geheele school liet bouwen. In de derde plaats wil ik u de vraag voorleggen, of met dit gebouw het Kooipark bedorven is. Dit toch was één der motieven, waarom op 17 Mei 1921 in den Raad sommige leden hun stem tegen het bouwen dezer school uitorachtten. Deze vraag kan op tweeërlei wijze worden opgevat. In architectonischen zin moet het antwoord gegeven wor den door deskundigen en wij vreezen hun oordeel niet. Vat men de vraag op in geestelijken zin, dan zij reeds di rect aan mij de eer, om hier te ver klaren, dat geen schooner versiering het Kooipark kon te beurt vallen dan dit symbool der gewetensvrijheid. Dat ook in deze arbeiderswijk elk een zijn kinderen ongedeerd en zonder extra opofferingen mag zenden en kan zenden naar deze school met den Bij bel, is een zoo groot geestelijk goed, dat ik niet aarzel reeds daarom deze school een sieraad van deze wijk te vinden. Dat dit geschieden kon, dan ken wij aan het gebed, de liefde, de standvastigheid en de opofferingen van ons voorgeslacht, dat zich 50 jaar geleden in het bekende Volkspetition nement uitsprak voor de vrije school en nog verder terug gaande, aan onze roemruchtige vaderen uit de 16de en 17de eeuw, die er alles, maar dan ook letterlijk alles voor over had den om te verwerven het groote goed, der gewetensvrijheid. Overmorgen zullen wij weer herden ken, wat in deze stad daarvoor gedu rende een lang en bang beleg is gele den. De vruchten, ook van hunlieder strijd en zegepraal ziet gij om u heen. Namens de Gereformeerde school vereeniging dank ik allen, die hier met woord en daad en ook door het teekenen van de obligatieleening voor de waarborgsom ons in het verkrijgen van dat gebouw hebben gesteund. Met name mag ik hierbij zeker noe men onze hooggeachte inspecteur van het Lager Onderwijs, de heer Baak, die van den beginne af de door ons Bestuur aangegeven oplossing van het schoolvraagstuk als juist en logisch aanvaardde en steunde. Uw bekende afkeer, heer Baak, van groote school complexen, waarin meerdere honder den kinderen worden te samen gepakt en uw op ervaring en paedagogisch in zicht steunende sympathie voor kledne scholen, bracht u als vanzelf op de zij de van het Bestuur. Ik dank u voor de groote onpartijdigheid door u ten toon gespreid in den strijd om deze school. Ook den heer Wethouder van Onder wijs, die eerst in een later stadium geroepen was zich in deze kwestie te verdiepen en aan de uiteindelijke op lossing zijn zeer gewaardeerde mede werking gaf, zeg ik hartelijk dank. Moge hij de overtuiging meenemen naar het raadhuis, dat onze vereeni ging, die 't volgend jaar het 75-jarig bestaan harer oudste school gaat her denken op behoorlijke wijze het onder wijs verzorgt van een wel niet zoo tal rijke groep onder onze burgerij, maar dan toch van een groep, die krachtens RECLAME Wij brengen een bijzonder GROOTE Sorteering in en voor Oames, Heeren en Kinderen. Diverse Prijzen en Maien beginsel en afkomst zeer sterk op de vrijheid van onderwijs is gesteld en door haar talrijk nakroost meent een niet onbelangrijke rol in onze Neder- landsche volksgemeenschap te moeten spelen. Mag ik bij deze plechtigheid in 't publiek verklaren, dat bij de oplos sing die gij meneer de wethouder aan d'O zaak tenslotte hebt gegeven is over eengekomen, tusschen het gemeente bestuur en ons, dat deze school vol tooid tot 7 lokalen in geenen geval aan de gemeente meer zal kosten dan de in 't begin van dit jaar geopende openbare school aan de Driftstraat, hier vlak. bij. Ik heb een niet onge gronde hoop, dat dit aan de Vereeni ging geld zal kosten. Den heer Kraan dank ik namens de Commissie en de geheele Vereeniging voor het keurige gebouw, dat hij heeft ontworpen en doen houwen. Opnieuw is gebleken, dat de Vereeniging in U heeft een bouwkundig adviseur van den eersten rang en dat wij met uwe geestesproductie voor den dag kun nen komen. In den heer Guyt hadden zij een aannemer die van wanten weet. Op 19 April, dus voor maanden en 11 da gen werd de eerste paal in den grond geheid en nu reeds staat het gebouw kant en klaar. Gij weet dat er geschre ven staat: Zoo de Heere het Huis niet houwt tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan. Het is tevergeefs dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft enz., en aan dien zegen van boven heeft het niet ont broken. Een zomer zoo mooi, dat wij ver in onze herinneringen moeten te ruggaan oan zijns gelijke te vinden be gunstigde ongemeen uw drang tot voortvaren. Onwerkbare dagen zijn in het dagboek schier niet te vinden. Niettemin komt U lof toe voor uw flink aanpakken. Ik mag daarbij niet vergeten den Hoofdopzichter, den heer Koekkoek en zijn assistent, die zeker ook het hunne er toe hebben bijge dragen om den aanemer tot spoed aan te sporen en op aangename wijze zonder oneenigheid van eenig aanbe lang alles hebben gedaan om den bouw vlot te doen verloopen. Mijnbeer de voorzitter van de Gerei Schoolvereeniging: Aan het het Be stuur draagt de Commissie thans het gebouw over en spreekt daarbij de wensch uit, dat dit gebouw onder Gods zegen vele vele jaren moge zijn het stoffelijk omhulsel van een school met den Bijbel, tot eere van Zijn naam en tot heil van vele geslachten. Ik heb gezegd. Overige gelukweuscheo. Daarna sprak de Wethouder van. Onderwijs, de heer Tepe, een woord van gelukwensch. Het is vandaag een dag van intense dankbaarheid, aldus wendde spr. zich tot het schoolbe stuur. Het doel dat nagestreefd werd behoort onder het hoogste waarnaar de mensch streven kan en dat zoovele moeilijkheden moesten overwonnen worden stemt nog te meer tot dank baarheid. Ook de heeren Kraan en Guyt, res pectievelijk architect en aannemer van bet werk feliciteert spr., terwijl bij eindigt met den wensch dat de Geve van alle goede gaven en volmaakt*- giften het zaad dat hier wordt ge strooid tot volle wasdom brenge. De heer Baak bracht eveneens bet Bestuur der School en de Bouwcom missie zijn gelukwensench, terwijl hij speciaal huldigde den heer Kraan, den architect van de school. Hij kent de waarde van het woord: Het schoo- ne is een vreugde voor altijd. Spr. maakte verder eenige opmer kingen over de totstandkoming van de school en besloot met de wensch, dat de school een zegen worde voor de jeugd. Later sprak de heer Baak den beer v. d. Bie nog afzonderlijk toe hem toe- wenschende, dat hij zal mogen zeggen aan het einde van zijn taak: Ik heb niet bet beste gedaan, Heere, maar ik heb mijn best gedaan. De heer Schaap, die daarna sprak, herinnerde eraan hoe rijk de Heei*e de Gerëf. Schoolvereeniging heeft geze gend, welke zegen spr. hoopt dat blij vend op de vereeniging zal rusten. Spr. bracht ook namens de Vereeni ging voor Chr. Nationaal Onderwijs de gelukwenschen over. Dr. Punselie sprak namens de Ver eeniging voor Chr. Onderwijs in hei den en wenschte het Schoolbestuur toe dat het door God genade zou wor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 2