üEIIWE LEIDSCUE COM
van
DONDERDAG 27 SEPT. '28
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
STENHUIS LINKS-SOCIALIST.
De heer Stenhuis heeft volgens
- Het Volk" in een vergadering van de
orgaancommissie van d© Openbrief-
onderteekenaars meegedeeld, dat hij
van plan is in de Tweede Kamer zelf
standig als links-socialist op te treden
POSTZEGELS RETOURVLUCHT
VIJFDE VLIEGTUIG NAAR INDIë.
Het vijfde vliegtuig, dat op 11 Oct.
a s. naar Indië vertrekt, en, zooals
Lekend, niet bestemd is voor de Ned.
Ind. Luchtvaart Maatschappij, doch
een retourvlucht Holland—Indië zal
uitvoeren, zal op de terugreis post uit
Indië medenemen. Het luchtrecht
voor deze vlucht bedraagL eveneens
40 cent voor briefkaarten en post
wissels en 75 cent per 20 gram voor
andere stukken.
Het ligt in het voornemen van de
Indische postadministratie eerlang
luchtpostzegels uit te geven, doch in
afwachting van het gereedkomen
daarvan zijn, ter kwijting van het
luchtrecht voor correspondentie, die
met de retourvlucht naar Nederland
zal worden gezonden, gewone fran
keerzegels van een opdruk voorzien.
De aandacht wordt erop gevestigd,
dat mitsdien de Nederlandsche lucht-
postzegels voor verzending niet geldig
zijn. Het luchtrecht behoort uitslui
tend met bovengenoemde Indische op-
drukzegels te worden voldaan.
TELLING VAN DIENSTSTUKKEN
DOOR GEMEENTEBESTUREN.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw heeft aan de ge
meentebesturen een circulaire gezon
den, waarin wordt meegedeeld, dat
evenals vorige jaren, ook thans weer
een telling moet worden gehouden van
cc verzonden dienststukken, teneinde
een grondslag te verkrijgen voor de
over het loopend© jaar daaraan ver
bonden kosten. De Minister verzoekt
deze telling te laten verrichten over
de week van 8 tot en met 13 October.
Het resultaat van de telling moet
worden gesplitst in dienstbrieven lo
caal en overige, dienstbriefkaarten
locaal en overige en gedrukte stuk
ken. Voorts moet vermeld worden het
tctaal aantal van de aangeteekende
zendingen. Met het gewicht behoeft
geen rekening te worden gehouden.
De opgaaf van de gemeentebesturen
wordt door tusschenkomst van de
Ged. Staten der provincies door den
Minister ingewacht uiterlijk 1 Nov.
CHR. VERZORGING VAN
KRANKZINNIGEN.
De dagorde van de Algemeen© ver
gadering der vereeniging tot Christe
lijke verzorging van krankzinnigen in
Nederland, D.V. te houden Vrijdag 5
October 1928, des namddags te 2 uur
in het gèbouw voor Kunsten en We
tenschappen t© Utrecht, vermeldt de
volgende punten:
1. Opening.
2. Mededeeling van den Penning
meester (Jaarverslag).
3. Verkiezing van leden v. h. Best.
Aan de beurt van aftreden zijn
de heeren: mr. C. S. van Dob-
ben de Bruyn (Centraal Be
stuur); B. W. Okma (Dennen
oord); dr. B. Wielenga (Bloe-
mendaal), die allen herkies
baar zijn.
Verder zullen nieuwe Be
stuursleden gekozen moeten
worden in de plaats van de
heeren: G. A. Bosch (Dennen
oord), J. C. Flieh© (Wolfheze),
L. W. de Vries (Dennenoord),
die de vereen, door den dood
ontvielen; en mr. V. H. Rut
gers (Bloemendaal), die we
gens vermeerdering van werk-,
zaamheden als Bestuurslid
moest bedanken.
4. Verkiezing van een lid der Com
missie tot het r.azien der re
kening over 1928 in de plaats
van den heer P. H. Dijkster-
huis, die volgens rooster af
treedt.
5. Geldleeninig.
G. Referaat van drs. H* W. de Groot
te Dennenoord over „De betep-
kenis van den Gereformeerden
grondslag en het doel der
Vereeniging voor den arbeid
onzer geneesheeren".
7. Rondvraag.
8. Sluiting.
Het Bestuur beveelt deze jaarver
gadering en al den arbeid der Ver
eeniging in aller liefde en gebeden aan
en wekt inzonderheid de Afdeelingen
en Corporatiën op, haar belangstelling
te toonen, ook door de zeer gewensch-
te zending van afgevaardigden.
INDOLOGISCHE FACULTEIT TE
UTRECHT.
Voor het nieuwe studiejaar, het
vierde jaar sinds de oprichting der
Indologische faculteit te Utrecht, heb
ben zich 28 candidaat-Indische amb
tenaren aangemeld.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Rotterdam (18de pred.-
plaats), J. A. van Selms, te Nijmegen; A.
Adriani, te Baarn; en D. Tromp, te Heer
len. Te Zeist (vacature B. N. B. Bout
hoorn), C. M4 Luteyn, te Apeldoorn; G.
Tichelaar, te Groningen; en F. G. Hospers
te Noordwijk aan Zee.
Beroepen: Te Beesd, W. Kool, te
Ransdorp. Te 's-Gravenmoer, L. G. Bolke-
stein, te Otterloo. Te Akersloot, H. Bax,
cand. te Den Haag.
Bedankt: Voor Nieuw-Stad9kanaal
(toez.), S. IJbema, te Ilijkersmilde. Voor
Veenhuizen, J. J. van Meurs, laatstelijk
predikant te Zuid-Scharwoude.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Oostwold (Old.), J.
Maaskant, te Echten (Fr.). Te Schoondij-
ke, G. F. Hajer, cand. te Zuidland. Te
Krimpen a. d. Lek, E. Brunsting, cand. te
Pernis.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Aalten, L. H. Beekamp
te Harlingen.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal: Te Moercapelle, A. de Blois,
te Dirksland; en N. van Neerbos, te Ter-
neuzen.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Dr. J. J. Woldendorp is voornemens,
Zondag 21 Oct. a.s. afscheid te nemen van
de Ned. Herv. Gem. te Warmond, om 28
Oct. d.a.v. intrede te doen te Stedum, na
vooraf te zijn bevestigd door zijn zwager
Ds. J. C. Wolthers, van Onstwedde.
Dinsdagavond is in de Wilhelmina-
kerk te Haarlem Ds. A. M. Boeijinga, ge
komen van Sassenheim, bevestigd door
Ds. J. W. Siertsema, met een predicatie
naar aanleiding van Lucas 5 10 het laat
ste gedeelte.
In een inleidend woord zeide de beves
tiger, dat de gemeente samen is met een
mengeling van dankbaarheid en droef
heid. Het is de derde maal binnen wei
nige jaren dat een Dienaar des Woords
wordt bevestigd. We zien daarin aan den
eenen kant Gods trouw en zorg, Hem mo
gen we loven, die ons blijdschap gaf. Maar
aan den anderen kant is er ook vrees in
het hart, ziende op het verleden. Dat kan
ons niet anders dan tot ootmoed stemmen.
Zal de broeder, die nu tot ons is gekomen
sterk genoeg zijn om het werk in deze ge
meente te doen? Zoo komt ge dan tot ons,
Br. Boeijinga met blijdschap ziende, dat
het God was die u riep; maar ook in hei
lige vrees ziende op anderen. Maar dit is
u tot een troost: het is Jezus die sprak
en die nog spreekt.
Daarna overgaande tot de ontvouwing
van het tekstwoord, ontwikkelde de beves
tiger een drietal gedachten: 1. Waarom
de bemoediging door Jezus noodig is; 2.
Wat in die bemoediging Jezus belooft en
3. Waartoe door die bemoediging Jezus
roept.
Nadat was gezongen Psalm 119 25 en
53, volgde de lezing van het Formulier.
Nadat de nieuwe leeraar de gestelde vra
gen had beantwoord, werd hem staande
FEUILLETON.
God is mijn heil.
40) —o
Johanna stiet Hedwig aan en
\f luisterde: „Daar hebt gij bet al; ging
hij maar weg".
De oude mevrouw nam het boek en
gaf het aan den beer Van Haller. „Als
cie eenige onder ons, die geen werk
heeft", zeide zij schertsend, „zult gij
wel zoo goed willen zijn, de rol van
voorlezer op u te nemen".
„Zeer gaarne", zeide hij, en wierp
zijn sigaar weg, betgeen de oude me
vrouw jammer vond.
„Wij hadden best kunnen wachten,
totdat gij uw sigaar had opgerookt",
sprak zij.
Hij dankte baar voor haar vrien
delijkheid, maar verzekerde haar, dat
hij toch in haar tegenwoordigheid
niet verder gerookt zou hebben.
Toen nam hij het hoek en begon te
lezen, nadat hij zich eerst veront
schuldigd had over zijn gebrekkig
F.ngelsck, daar hij in lang geen gele
genheid had gehad zich te oefenen.
Het ging toch zeer goed; hij had een
aangename stem, en las alsof hij alles
begreep, iets dat de jonge meisjes
niet gedacht hadden, en wat hem te
hooger deed stijgen in de achting van
Marie en F.ijgA, in was hij
een ideaal van een man, die zelfs
Engelsch kon lezen; zij verstonden
hem zoo veel beter dan hun Engel-
schen meester te Berlijn, want hij
sprak alles zoo goed en duidelijk uit.
Langzamerhand vergat zelfs Johan
na, dat zij hem voor een rustverstoor
der had aangezien, en verdiepte zich
7.00 in de geschiedenis, die allen zeer
boeide, dat zij allen wrok jegens bem
liet varen.
De zon begon reeds de toppen der
boomen purperrood te verven, de vo
gels zwegen, en alleen de insekten
zweefden nog door de lucht, toen de
oude mevrouw bij het einde van een
hoofdstuk zeide, dat het koel werd,
en het beter was naar huis te gaan.
De jeugd hief een algemeen gejam
mer aan, het verhaal had allen zeer
geboeid, en zij hoopten, dat hun groot
moeder zou toegeven; maar de beer
Van Haller sloeg bedaard bet boek toe
en zeide: „Tot hiertoe en niet verder".
„Heb toch medelijden met ons!"
zuchtte Johanna.
„Ik heb medelijden met u, maar
nog meer met uw lieve grootmoeder".
„Gij hebt gelijk", antwoordde zij
openhartig, en begon haar werk op te
bergen.
Allen stonden op; de oude mevrouw
ginjg naar haar kamer. Mevrouw Van
Steendorp en Anna vergezelden haar,
en de jonge meisjes haalden warme
re mantels, om nog een wandeling in
dc schemering te maken.
toegezongen „Dat "s Ileeren zegen op u
daal'.Na het dankgebed werd nog gezon
gen Ps. 84 3.
AFSCHEID Ds. A. POS.
Ds. A. Pos, missionair predikant te Djoc-
jakarta, die ruim een jaar met vacantie
in Zaandam doorbracht en deze maand
weer naar zijn arbeidsveld terugkeert, zal
Vrijdagavond in een samenkomst in de
(Geref.) Oude Kerk afscheid nemen.
BEROEPINGSWERK.
Het Kiescollege der Ned. ITerv. Gem. te
Kralingen heeft thans een drietal gefor
meerd, bestaande uit louter ethische pre
dikanten. Dit is geschied nadat enkele be
roepen waren uitgebracht op Gereformeer
de predikanten, die echter bedankten.
De afspraak was, dat de ethische kies-
vereeniging zou medewerken om in de
vac. Ds. N. v. d. Snoek, een predikant te
beroepen, die tot dezelfde richting behoor
de als Ds. v. d. Snoek.
Het resultaat is thans voor de Gerefor
meerden in de Ned. Herv Kerk van Kra
lingen wel teleurstellend.
Dr. P. BLAAUW.
Vandaag viert Dr. P. Blaauw, Ned.
Herv. predikant te Eerbeek, zijn zilveren
ambtsjubileum.
De jubilaris werd in 1878 geboren en in
1902 candidaat in Friesland, om 27 Sept.
1903 te Wehl (Geld.) het predikambt te
aanvaarden.
In 1908 vertrok hij naar Beekbergen om
in 1915 op te treden als predikant-direc
teur van het Diaconesenhuis te Haarlem;
sinds 19 Nov. 1922 dient Dr. Blaauw zijn
tegenwoordige gemeente.
HULDIGING VAN Dr. JOH. DE GROOT.
Onder zeer groote belangstelling is gis
terenavond in Huize Brammer prof. dr.
Joh. de Groot, die naar Groningen ver
trekt, gehuldigd en gedankt voor hetgeen
hij in de Ned. Herv. gemeente in Den
Haag gedaan beeft. Prof. de Groot was
met zijn heele gezin aanwezig.
Namens de huldigingscommissie sprak
de heer S. G. Boomsma, die schetste wat
Ds. de Groot voor de gemeente is geweest
en hoe droef zij gestemd is bij dit af
scheid. Het is heel moeilijk in woorden te
zeggen, wat er in het hart der gemeente
omgaat en hij weet niet beter te zeggen
dan dat Gods wegen niet onze wegen zijn.
Gelukkig is ook, dat Christus bij ons blijft.
Spr. herinnerde aan het kanselwerk, de
bediening der Sacramenten, de bijbel
avonden met hun vele vragen, de catechi
saties, de lessen op de Volksuniversiteit
over de Profeten, het huisbezoek, enz.
Er is zeker veel steun van den H. Geest
noodig geweest, om al deze, dikwijls zoo
verschillende, werkzaamheden, met ijver
en toewijding te vervullen.
Spr. dankte voor dit alles en betreurt
nog zeer, dat zooveel commissies hun ge
waardeerd lid missen: Jeugdcomité, Wijk
commissie, Band des Vredes, enz.
Het heengaan zal diep worden gevoeld
en Wijk III (Transvaalwijk) kan zeer noo-
de zijn predikant, die zooveel opbouwde,
missen. Zonder geloof zou het gemis nau
welijks te dragen zijn.
Hij besloot met de beste wenschen voor
het gezin de Groot. Het moge hun in alle
opzichten goed gaan en Gods zegen zij
met alle leden.
Daarop reikt spr. het geschenk over,
een album, met 17 foto's en handteekenin-
gen van 167 vrienden en vriendinnen, ter
herinnering aan het Haagsche werk. De
heer Herzog calligrafeerde het.
Ds. de Groot, bedankte voor de warme
woorden van den heer Boomsma, namens
zoovelen gesproken. Ilij is blij, uitgenoo-
digd te zijn in zoo n kring van vrienden.
Allerlei gedachten, sombere en blijde,
gaan door zijn hoofd. Hij denkt aan zijn
vaderlijk huis en den huisbijbel, welken
hij als H.B.scholier wel eens vreemd heeft
aangekeken. Door een vuur van twijfel
heen won de Bijbel het toch, en met volle
overtuiging is hij predikant geworden.
Het album komt nu naast dien Bijbel te
liggen, want die oude Bijbel is hem ge
tuigenis van de liefde Gods en het album
van de liefde der menschen. Hij voelt de
zen avond als genade en niet als verdien
ste. Zes jaar heeft hij hier mogen arbei
den, doch hij zal Den Haag niet gemak
kelijk vergeten. Het is wel kort geweest.
Zijn voorrecht was, dat hij een wijk kreeg,
waar eigenlijk niets was en daarom heeft
hij wat tot stand kunnen brengen. Hij
hoopt, dat zijn vrienden dit werk krachtig
zullen voortzetten.
Zij vonden het nu niet onaange
naam, dat de heer Van Haller in den
tuin op hen gewacht had, en zich bij
hen aansloot; hij scheen haar zooveel
aangenamer en beter toe dan vroeger.
Johanna was bijna geneigd hem om
vergeving te vragen, dat zij zoo on-
a&rdig tegen hem was geweest, maar
vond er geen gelegenheid toe, want hij
sprak bijna niet tegen haar; hij liep
raast Hedwig, schertste nu en dan
met Elise en Marie, en vraagde Hele-
j a naar tijdingen uit Sleeswijk.
Volgens den laatsten brief van haar
moeder ging het niet al te goed; er
was een pijnlijke operatie geschied en
c'e hagel uit de wond gehaald, maar
cr waren nog splinters in gebleven,
o.ie er uit moesten genomen worden;
maar daar de kranke zeer zwak
was, hadden de doktoren dit uitge
steld.
Frits Bergheim was bij kameraden
c-n vrienden zeer bemind, zoodat ook
de heer Van Haller veel belang in
hem stelde. Hij scheen zoozeer in liun
gevoel te deelen, dat Helena, en daar
na zelfs Johanna hem al haar zorgen
en bekommernissen voor hunnen broe
der mededeelden, alsof zij hem jaren
gekend hadden. Hun kennismaking
r aakte rassche vorderingen, zoodat
zij geheel anders over hem dachten
ti en zij naar huis terugkeerden, en
vooral Johanna zich voornam, op een
volgenden keer voorzichtiger te oor
dcelen en te spreken.
Deze avond blijft hem bij. Deze avond is
eigenlijk het allerlaatste, want morgen
begint spr. zijn colleges te Groningen.
Mevr. de Groot sprak daarop eenige
woorden. Zij voelt erg, dat haar pastorie
leven eindigt. Zij is geboren en getogen
in de pastorie. Als kind vond zij dit eigen
lijk niets leuk, omdat haar altijd werd
voorgehouden, een voorbeeld te zijn voor
het dorp. Ook moest zij te veel naar de
kerk.
Toen zij leerde hegrijpen, is het haar
groote vreugde geweest, in een pastorie te
hebben mogen wonen, want in de pasto
rie is God tot haar gekomen.
Zij dankte allen voor alle liefde en
vriendschap in Den Haag ondervonden.
Wij gaan niet zoo heel ver van elkaar,
want wij willen wandelen achter onzen
Heiland op één weg en daarom niet Vaar
wel, maar Tot weerziens.
Verder sprak nog de heer Klinkert me
vrouw de Groot een hartelijk woord toe.
ZENDINGSCONSULAAT.
Plet Ned. Bijbelgenootschap heeft in sa
menwerking met de zendingscorporaties
en Kerken, die in het Zendingsconsulaat
verbonden zijn, tot tweeden zendingscon
sul benoemd dr. S. C. graaf van Rand-
wijek. Zooals men weet is de eerste zen
dingsconsul dr. N. A. C. Slotemaker de
Bruine.
De heer van Randwijck is een zoon van
den burgemeester van Amersfoort. Hij stu
deerde te Utrecht in de rechten en was
eenigen tijd werkzaam bij het Hooge Com
missariaat van den Volkenbond te Dant-
zig. Dezer dagen is hij in het huwelijk ge
treden met mej. O. Thomas, dochter van
wijlen prof. Franc Thomas te Genève.
De heer en mevr. van Randwijck den
ken eind October het vaderland te verla
ten, in December deel te nemen aan de
vergadering der Wereld-Federatie van
Christen-Studenten in Britsch-Indië, en
dan vandaar naar Batavia te gaan, waar
zij in het begin van Januari verwacht
worden.
ZES JAAR PADVINDEN.
Men schrijft van zendingszijde aan de
„N.'R. Ct.":
In de laatste jaren is de aandacht van
hen, die in Indië belang stellen, hoe lan
ger hoe meer getrokken door den arbeid
van dr. H. Kraemer, taalgeleerde van het
Ned. Bijbel Genootschap, die een uitne
mend kenner van den Islam bleek te zijn
en op wiens adviezen veel prijs werd ge
steld. Het tijdschrift „De Opwekker", or
gaan van den Indischen Zendingsbond,
beleefde zelfs een opbloei toen daarin ar
tikelen van zijn hand over de inlandsche
pers verschenen. Daar hij overigens niet
aan den weg timmerde, was er een groote
mate van onbekendheid met zijn arbeid;
ja, in den aanvang lag er zelfs °.en zeker
waas van geheimzinnigheid over. Dit be
hoeft nu echter niet meer het geval te
zijn. Dr. Kraemer is thans, na te hebben
deelgenomen aan de wereld-zendingscon
ferentie te Jeruzalem, met verlof hier te
lande. Op de jaarlijksche vergadering van
het Ned. Bijbel Genootschap heeft hij van
zijn arbeid een uitvoerig overzicht gege
ven, en het Bijbel Genootschap heeft nu
deze belangrijke rede. in druk doen ver
schijnen.
Het opschrift luidt: Zes jaar padvinden.
Hierin is het karakter van den arbeid
van dr. Kraemer geteekend. Met voorbe
dachten rade koos hij het woord padvin
den. „Zelf heb ik het zoo gevoeld, en zij,
die mij uitzonden, voel len het eveneens
zoo". De zending op Java had behoefte
aan een taalgeleerde zooals het Bijbel Ge
nootschap aan de Zending pleegt ter be
schikking te stellen. Ten eerste om het
gewichtige werk te doen van- persoonlijk
contact aan te knoopen met de kringen,
die het Javaansche geestesleven, zij het
dan ook voornamelijk in conserveerenden
zin, representeeren en met de kringen,
die op de een of andere wijze, politiek,
cultureel of godsdienstig, reageeren op de
geestelijke en stoffelijke penetratie van
het zoogenaamde Westen. Met het doel
de Zending voor te lichten en in een le
vende, intelligente aanraking er mee te
brengen. Ten tweede, om het zendings
werk in zijn centralen arbeid der evange
lieverkondiging tot nieuwe en verdiepter
probleemstelling te brengen, door een
nauwkeuriger en liefdevoller aandacht
vóór den geestelijken bodem waarin het
zaad gezaaid wordt. Ten derde om in de
geestelijke en zedelijke verwarring, die de
niet tot den Westerschen beschavings
kring behoorende volken en rassen door-
Licht en schaduw.
Den volgenden morgen voerden de
twee zusters op hun kamer een leven
dig gesprek. Johanna voelde zich zeer
vredelievend gestemd, en deelde aan
Helena mede, dat zij zich vast voor
genomen had zachter te worden;
want als zij zich het gebeurde van
den vorigen dag te binnen riep, dan
moest zij erkennen, dat zij verkeerd
gehandeld had, en volstrekt niet zoo
als het een christin betaamde, ter
wijl de oude mevrouw toch zulk een
heerlijk voorbeeld was; en al kon zij
nooit worden zoo als deze, toch ge
voelde zij, dat zij anders moest wor
den dan zij nu was.
„Neem u maar niet te veel voor",
waarschuwde haar Helena, „gewoon
lijk gaat het juist slecht met u, wan
neer gij zoo heel goed wit zijn".
„Wat moet ik dan doen om mij te
veranderen? Zonder goede voorne
mens gaat het toch ook niet".
„Gij moet niet dadelijk een. geheele
omkeering verwachten; die kunt gij
tcch niet tot stand brengen, want daar
behoort een vaste wil toe; en dan",
voegde zij er aarzelend bii, „moet gij
er om bidden".
„Maar ik kan God toch miet lastig
vallen met al mijn kleine moeilijkhe-
denl"
„Alsof Hij ze toch niet reeds wist;
maar Hij wil aangeroepen' worden; en
wat zou te gering zijn voor Hem, die
ieder haar van ons hooIcLteltl"
AAN HET ZOEKUCHT.
Leiden, 27 Sept. 1928.
Er zijn weinig boeken, die zoo in de
mode zijn als „Merijntje Gijzen's
Jeugd" van den socialistischen litte
rator A. M. de Jong. Dat is een boek,
dat moet men gelezen hebben, zoo
wordt ook in onze kringen door velen
beweerd. En als ge dan bezwaar maakt
tegen de strekking van dezen roman,
is het antwoord, dat ge het om de
kunst moet lezen, omdat het letter
kundig hoog staat.
Toch zijn er ook wel menschen, die
over litteratuur kunnen oordeelen en
die er anders over denken.
Zoo verklaarde Anton van Duin
kerken, blijkens een interview, gepu
bliceerd in „De Gemeenschap" van
Juli 1928:
„Ikmoet eerlijk bekennen dat
ik het oeuvre van De Jong niet
heelemaal kan lezen. Ik schrik niet
terug voor een paar duizend blad
zijden verveling, maar wel voor vier
pagina's domheid, laat staan dus
voor twaalfhonderd. Ik beschouw
A. M. de Jong als een zich steeds re-
peteerende breuk van het burgerlijk
fatsoen en de schoolmeesterij, die
hem nu eenmaal aankleven en die
hij met alle geweld wil kwijt ra
ken. Daarom neemt hij de houding
aan van de zoogenaamde geboren
artiest, waarover ge in de boeken
leest en die alles durft zeggen. Zoo
is meteen te verklaren hoe hij in zijn
Merijntje Gijzen zich krampachtig
vasthoudt aan onwelvoegelijkheden.
Als denker is hij een herkauwer
\an de gedachten der grootste dom
ooren van de 19e eeuw".
Mij dunkt, daar kunnen de heer De
Jong en zijn vereerders het voorloo-
pig mee doen!
OBSERVATOR.
leven, christelijk,medeleven en medestrij
den ter verlossing te toonen.
Van dezen arbeid wordt dan een prach
tig overzicht gegeven, bij welks lezing men
telkens getroffen wordt door opmerkingen
die zijlicht werpen op de groote proble
men, die op Java en in Indië aan de orde
zijn. Tevens krijgt men een diepen indruk
van de taak, welke de zending verricht of
verrichten moet. Heel veel misverstand
daaromtrent kan door lezing van dit
boekje worden weggeruimd.
Het overzicht eindigt met de stichting
van de opleidingsschool Bale Wyata te
Malang, waarin dr. Kraemer een belang
rijk aandeel gehad heeft. Het doel, dat
deze school najaagt is Javanen te vormen
die den weg tot het hart van hun volk
weten te vinden, omdat het accent van
hun taal en het rhythme van hun wezen
vertrouwd en eigen is. Bij mijn afscheid
zegt Kraemer werd mij toegevoegd,
dat die school mijn oogappel was. Hoe be
scheiden ze ook nog is, ik kan dit niet
ontkennen. Ik wil er alleen bijvoegen, dat
het geheele werk in Indië, zooals het mijn
taak is geworden, niet minder mijn oog
appel is.
Het is te hopen, dat de gezondheidstoe
stand van dr. Kraemer hem spoedig weer
zal toelaten, dat werk te hervatten.
DE KERKELIJKE KWESTIE TE
NIJEMIRDUM.
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft,
naar De Standaard meldt, bekrachtigd het
vonnis voor de Rechtbank aldaar in de
procedure van den kerkeraad der Geref.
Kerk te Nijemirdum c.s. tegen Ds. S. P.
Vermeer, gewezen.
Zooals bekend, had Ds. Vermeer ver
zocht den kerkeraad der Geref. Kerk in
N. V. in vrijwaring te mogen oproepen,
terwijl de kerkeraad der Geref. Kerk in
N. V. gevraagd had, zich in de procedure
tusschen Ds. Vermeer en de Geref. Kerk
te mogen voegen en tusschenkomen.
Beide verzoeken waren bij vonnis der
Rechtbank van de hand gewezen, welk
vonnis gisteren door het Hof is bekrach
tigd.
DE JEZUITENMORAAL.
Dezer dagen komt in Boedapest in hoo-
gere instantie een interessant proces aan
de orde. De redacteur van het katholieke
tijdschrift „Magyar Kultüra" heeft den ad
vocaat Dezsü Polonyi, die voor het gerecht
had verklaard, dat hij bewijzen kon, dat
„Waar haalt gij dat alles op eens
vandaan?" vraagde Johanna verwon
derd. „Vroeger spraakt gij nooit zool"
„Ik weet het zelve niet", zeide He
lena bewogen, „maar terwijl gij met
de kinderen speeldet heb ik dikwijl?
Lier boven gezeten en in mijn bijhei
gelezen. Soms kwam Hedwig bij mij
en al sprekende werd mij veel hel
der, dat ik vroeger niet kon begrijpen;
eens is de oude mevrouw ook bij ons
g' komen".
„En daar hebt gij mij niets van ge
zegd I" riep Johanna verwijtend.
„Ik dacht, dat gij er geen lust in
zoudt hebben".
„Maar ik had h%t toch zoo noonig;
gij hadt mij moeten dwingen", her
nam Johanna, want haar geweten
zeide haar, dat zij er dikwijls geen
lust in gehad had.
„Hoe had ik dat moeten aanleg
gen?" vraagde Helena lachend.
„O dat zou wel gegaan zijn; vergeet
niet mij in het vervolg te roepen als
gij weer samen zijt".
„Nu dat beloof ik u, maar gij moet
ook in de eenzaamheid lezen, want
dat is het voornaamste".
Johanna knikte toestemmend en
b!eef in de kamer achter, terwijl He
lena naar beneden ging. Zij leunde te
gen de vensterbank aan, vouwde de
handen en riep uit: „Heer mijn God!
1 elp mij toch om anders te handelen,
ik wensch een ware christin te zijn en
weet niet hoe ik beginnen moet.