üEIIWE LEIDSCUE COM van DONDERDAG 27 SEPT. '28 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. STENHUIS LINKS-SOCIALIST. De heer Stenhuis heeft volgens - Het Volk" in een vergadering van de orgaancommissie van d© Openbrief- onderteekenaars meegedeeld, dat hij van plan is in de Tweede Kamer zelf standig als links-socialist op te treden POSTZEGELS RETOURVLUCHT VIJFDE VLIEGTUIG NAAR INDIë. Het vijfde vliegtuig, dat op 11 Oct. a s. naar Indië vertrekt, en, zooals Lekend, niet bestemd is voor de Ned. Ind. Luchtvaart Maatschappij, doch een retourvlucht Holland—Indië zal uitvoeren, zal op de terugreis post uit Indië medenemen. Het luchtrecht voor deze vlucht bedraagL eveneens 40 cent voor briefkaarten en post wissels en 75 cent per 20 gram voor andere stukken. Het ligt in het voornemen van de Indische postadministratie eerlang luchtpostzegels uit te geven, doch in afwachting van het gereedkomen daarvan zijn, ter kwijting van het luchtrecht voor correspondentie, die met de retourvlucht naar Nederland zal worden gezonden, gewone fran keerzegels van een opdruk voorzien. De aandacht wordt erop gevestigd, dat mitsdien de Nederlandsche lucht- postzegels voor verzending niet geldig zijn. Het luchtrecht behoort uitslui tend met bovengenoemde Indische op- drukzegels te worden voldaan. TELLING VAN DIENSTSTUKKEN DOOR GEMEENTEBESTUREN. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft aan de ge meentebesturen een circulaire gezon den, waarin wordt meegedeeld, dat evenals vorige jaren, ook thans weer een telling moet worden gehouden van cc verzonden dienststukken, teneinde een grondslag te verkrijgen voor de over het loopend© jaar daaraan ver bonden kosten. De Minister verzoekt deze telling te laten verrichten over de week van 8 tot en met 13 October. Het resultaat van de telling moet worden gesplitst in dienstbrieven lo caal en overige, dienstbriefkaarten locaal en overige en gedrukte stuk ken. Voorts moet vermeld worden het tctaal aantal van de aangeteekende zendingen. Met het gewicht behoeft geen rekening te worden gehouden. De opgaaf van de gemeentebesturen wordt door tusschenkomst van de Ged. Staten der provincies door den Minister ingewacht uiterlijk 1 Nov. CHR. VERZORGING VAN KRANKZINNIGEN. De dagorde van de Algemeen© ver gadering der vereeniging tot Christe lijke verzorging van krankzinnigen in Nederland, D.V. te houden Vrijdag 5 October 1928, des namddags te 2 uur in het gèbouw voor Kunsten en We tenschappen t© Utrecht, vermeldt de volgende punten: 1. Opening. 2. Mededeeling van den Penning meester (Jaarverslag). 3. Verkiezing van leden v. h. Best. Aan de beurt van aftreden zijn de heeren: mr. C. S. van Dob- ben de Bruyn (Centraal Be stuur); B. W. Okma (Dennen oord); dr. B. Wielenga (Bloe- mendaal), die allen herkies baar zijn. Verder zullen nieuwe Be stuursleden gekozen moeten worden in de plaats van de heeren: G. A. Bosch (Dennen oord), J. C. Flieh© (Wolfheze), L. W. de Vries (Dennenoord), die de vereen, door den dood ontvielen; en mr. V. H. Rut gers (Bloemendaal), die we gens vermeerdering van werk-, zaamheden als Bestuurslid moest bedanken. 4. Verkiezing van een lid der Com missie tot het r.azien der re kening over 1928 in de plaats van den heer P. H. Dijkster- huis, die volgens rooster af treedt. 5. Geldleeninig. G. Referaat van drs. H* W. de Groot te Dennenoord over „De betep- kenis van den Gereformeerden grondslag en het doel der Vereeniging voor den arbeid onzer geneesheeren". 7. Rondvraag. 8. Sluiting. Het Bestuur beveelt deze jaarver gadering en al den arbeid der Ver eeniging in aller liefde en gebeden aan en wekt inzonderheid de Afdeelingen en Corporatiën op, haar belangstelling te toonen, ook door de zeer gewensch- te zending van afgevaardigden. INDOLOGISCHE FACULTEIT TE UTRECHT. Voor het nieuwe studiejaar, het vierde jaar sinds de oprichting der Indologische faculteit te Utrecht, heb ben zich 28 candidaat-Indische amb tenaren aangemeld. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Rotterdam (18de pred.- plaats), J. A. van Selms, te Nijmegen; A. Adriani, te Baarn; en D. Tromp, te Heer len. Te Zeist (vacature B. N. B. Bout hoorn), C. M4 Luteyn, te Apeldoorn; G. Tichelaar, te Groningen; en F. G. Hospers te Noordwijk aan Zee. Beroepen: Te Beesd, W. Kool, te Ransdorp. Te 's-Gravenmoer, L. G. Bolke- stein, te Otterloo. Te Akersloot, H. Bax, cand. te Den Haag. Bedankt: Voor Nieuw-Stad9kanaal (toez.), S. IJbema, te Ilijkersmilde. Voor Veenhuizen, J. J. van Meurs, laatstelijk predikant te Zuid-Scharwoude. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Oostwold (Old.), J. Maaskant, te Echten (Fr.). Te Schoondij- ke, G. F. Hajer, cand. te Zuidland. Te Krimpen a. d. Lek, E. Brunsting, cand. te Pernis. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Aalten, L. H. Beekamp te Harlingen. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal: Te Moercapelle, A. de Blois, te Dirksland; en N. van Neerbos, te Ter- neuzen. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Dr. J. J. Woldendorp is voornemens, Zondag 21 Oct. a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Warmond, om 28 Oct. d.a.v. intrede te doen te Stedum, na vooraf te zijn bevestigd door zijn zwager Ds. J. C. Wolthers, van Onstwedde. Dinsdagavond is in de Wilhelmina- kerk te Haarlem Ds. A. M. Boeijinga, ge komen van Sassenheim, bevestigd door Ds. J. W. Siertsema, met een predicatie naar aanleiding van Lucas 5 10 het laat ste gedeelte. In een inleidend woord zeide de beves tiger, dat de gemeente samen is met een mengeling van dankbaarheid en droef heid. Het is de derde maal binnen wei nige jaren dat een Dienaar des Woords wordt bevestigd. We zien daarin aan den eenen kant Gods trouw en zorg, Hem mo gen we loven, die ons blijdschap gaf. Maar aan den anderen kant is er ook vrees in het hart, ziende op het verleden. Dat kan ons niet anders dan tot ootmoed stemmen. Zal de broeder, die nu tot ons is gekomen sterk genoeg zijn om het werk in deze ge meente te doen? Zoo komt ge dan tot ons, Br. Boeijinga met blijdschap ziende, dat het God was die u riep; maar ook in hei lige vrees ziende op anderen. Maar dit is u tot een troost: het is Jezus die sprak en die nog spreekt. Daarna overgaande tot de ontvouwing van het tekstwoord, ontwikkelde de beves tiger een drietal gedachten: 1. Waarom de bemoediging door Jezus noodig is; 2. Wat in die bemoediging Jezus belooft en 3. Waartoe door die bemoediging Jezus roept. Nadat was gezongen Psalm 119 25 en 53, volgde de lezing van het Formulier. Nadat de nieuwe leeraar de gestelde vra gen had beantwoord, werd hem staande FEUILLETON. God is mijn heil. 40) —o Johanna stiet Hedwig aan en \f luisterde: „Daar hebt gij bet al; ging hij maar weg". De oude mevrouw nam het boek en gaf het aan den beer Van Haller. „Als cie eenige onder ons, die geen werk heeft", zeide zij schertsend, „zult gij wel zoo goed willen zijn, de rol van voorlezer op u te nemen". „Zeer gaarne", zeide hij, en wierp zijn sigaar weg, betgeen de oude me vrouw jammer vond. „Wij hadden best kunnen wachten, totdat gij uw sigaar had opgerookt", sprak zij. Hij dankte baar voor haar vrien delijkheid, maar verzekerde haar, dat hij toch in haar tegenwoordigheid niet verder gerookt zou hebben. Toen nam hij het hoek en begon te lezen, nadat hij zich eerst veront schuldigd had over zijn gebrekkig F.ngelsck, daar hij in lang geen gele genheid had gehad zich te oefenen. Het ging toch zeer goed; hij had een aangename stem, en las alsof hij alles begreep, iets dat de jonge meisjes niet gedacht hadden, en wat hem te hooger deed stijgen in de achting van Marie en F.ijgA, in was hij een ideaal van een man, die zelfs Engelsch kon lezen; zij verstonden hem zoo veel beter dan hun Engel- schen meester te Berlijn, want hij sprak alles zoo goed en duidelijk uit. Langzamerhand vergat zelfs Johan na, dat zij hem voor een rustverstoor der had aangezien, en verdiepte zich 7.00 in de geschiedenis, die allen zeer boeide, dat zij allen wrok jegens bem liet varen. De zon begon reeds de toppen der boomen purperrood te verven, de vo gels zwegen, en alleen de insekten zweefden nog door de lucht, toen de oude mevrouw bij het einde van een hoofdstuk zeide, dat het koel werd, en het beter was naar huis te gaan. De jeugd hief een algemeen gejam mer aan, het verhaal had allen zeer geboeid, en zij hoopten, dat hun groot moeder zou toegeven; maar de beer Van Haller sloeg bedaard bet boek toe en zeide: „Tot hiertoe en niet verder". „Heb toch medelijden met ons!" zuchtte Johanna. „Ik heb medelijden met u, maar nog meer met uw lieve grootmoeder". „Gij hebt gelijk", antwoordde zij openhartig, en begon haar werk op te bergen. Allen stonden op; de oude mevrouw ginjg naar haar kamer. Mevrouw Van Steendorp en Anna vergezelden haar, en de jonge meisjes haalden warme re mantels, om nog een wandeling in dc schemering te maken. toegezongen „Dat "s Ileeren zegen op u daal'.Na het dankgebed werd nog gezon gen Ps. 84 3. AFSCHEID Ds. A. POS. Ds. A. Pos, missionair predikant te Djoc- jakarta, die ruim een jaar met vacantie in Zaandam doorbracht en deze maand weer naar zijn arbeidsveld terugkeert, zal Vrijdagavond in een samenkomst in de (Geref.) Oude Kerk afscheid nemen. BEROEPINGSWERK. Het Kiescollege der Ned. ITerv. Gem. te Kralingen heeft thans een drietal gefor meerd, bestaande uit louter ethische pre dikanten. Dit is geschied nadat enkele be roepen waren uitgebracht op Gereformeer de predikanten, die echter bedankten. De afspraak was, dat de ethische kies- vereeniging zou medewerken om in de vac. Ds. N. v. d. Snoek, een predikant te beroepen, die tot dezelfde richting behoor de als Ds. v. d. Snoek. Het resultaat is thans voor de Gerefor meerden in de Ned. Herv Kerk van Kra lingen wel teleurstellend. Dr. P. BLAAUW. Vandaag viert Dr. P. Blaauw, Ned. Herv. predikant te Eerbeek, zijn zilveren ambtsjubileum. De jubilaris werd in 1878 geboren en in 1902 candidaat in Friesland, om 27 Sept. 1903 te Wehl (Geld.) het predikambt te aanvaarden. In 1908 vertrok hij naar Beekbergen om in 1915 op te treden als predikant-direc teur van het Diaconesenhuis te Haarlem; sinds 19 Nov. 1922 dient Dr. Blaauw zijn tegenwoordige gemeente. HULDIGING VAN Dr. JOH. DE GROOT. Onder zeer groote belangstelling is gis terenavond in Huize Brammer prof. dr. Joh. de Groot, die naar Groningen ver trekt, gehuldigd en gedankt voor hetgeen hij in de Ned. Herv. gemeente in Den Haag gedaan beeft. Prof. de Groot was met zijn heele gezin aanwezig. Namens de huldigingscommissie sprak de heer S. G. Boomsma, die schetste wat Ds. de Groot voor de gemeente is geweest en hoe droef zij gestemd is bij dit af scheid. Het is heel moeilijk in woorden te zeggen, wat er in het hart der gemeente omgaat en hij weet niet beter te zeggen dan dat Gods wegen niet onze wegen zijn. Gelukkig is ook, dat Christus bij ons blijft. Spr. herinnerde aan het kanselwerk, de bediening der Sacramenten, de bijbel avonden met hun vele vragen, de catechi saties, de lessen op de Volksuniversiteit over de Profeten, het huisbezoek, enz. Er is zeker veel steun van den H. Geest noodig geweest, om al deze, dikwijls zoo verschillende, werkzaamheden, met ijver en toewijding te vervullen. Spr. dankte voor dit alles en betreurt nog zeer, dat zooveel commissies hun ge waardeerd lid missen: Jeugdcomité, Wijk commissie, Band des Vredes, enz. Het heengaan zal diep worden gevoeld en Wijk III (Transvaalwijk) kan zeer noo- de zijn predikant, die zooveel opbouwde, missen. Zonder geloof zou het gemis nau welijks te dragen zijn. Hij besloot met de beste wenschen voor het gezin de Groot. Het moge hun in alle opzichten goed gaan en Gods zegen zij met alle leden. Daarop reikt spr. het geschenk over, een album, met 17 foto's en handteekenin- gen van 167 vrienden en vriendinnen, ter herinnering aan het Haagsche werk. De heer Herzog calligrafeerde het. Ds. de Groot, bedankte voor de warme woorden van den heer Boomsma, namens zoovelen gesproken. Ilij is blij, uitgenoo- digd te zijn in zoo n kring van vrienden. Allerlei gedachten, sombere en blijde, gaan door zijn hoofd. Hij denkt aan zijn vaderlijk huis en den huisbijbel, welken hij als H.B.scholier wel eens vreemd heeft aangekeken. Door een vuur van twijfel heen won de Bijbel het toch, en met volle overtuiging is hij predikant geworden. Het album komt nu naast dien Bijbel te liggen, want die oude Bijbel is hem ge tuigenis van de liefde Gods en het album van de liefde der menschen. Hij voelt de zen avond als genade en niet als verdien ste. Zes jaar heeft hij hier mogen arbei den, doch hij zal Den Haag niet gemak kelijk vergeten. Het is wel kort geweest. Zijn voorrecht was, dat hij een wijk kreeg, waar eigenlijk niets was en daarom heeft hij wat tot stand kunnen brengen. Hij hoopt, dat zijn vrienden dit werk krachtig zullen voortzetten. Zij vonden het nu niet onaange naam, dat de heer Van Haller in den tuin op hen gewacht had, en zich bij hen aansloot; hij scheen haar zooveel aangenamer en beter toe dan vroeger. Johanna was bijna geneigd hem om vergeving te vragen, dat zij zoo on- a&rdig tegen hem was geweest, maar vond er geen gelegenheid toe, want hij sprak bijna niet tegen haar; hij liep raast Hedwig, schertste nu en dan met Elise en Marie, en vraagde Hele- j a naar tijdingen uit Sleeswijk. Volgens den laatsten brief van haar moeder ging het niet al te goed; er was een pijnlijke operatie geschied en c'e hagel uit de wond gehaald, maar cr waren nog splinters in gebleven, o.ie er uit moesten genomen worden; maar daar de kranke zeer zwak was, hadden de doktoren dit uitge steld. Frits Bergheim was bij kameraden c-n vrienden zeer bemind, zoodat ook de heer Van Haller veel belang in hem stelde. Hij scheen zoozeer in liun gevoel te deelen, dat Helena, en daar na zelfs Johanna hem al haar zorgen en bekommernissen voor hunnen broe der mededeelden, alsof zij hem jaren gekend hadden. Hun kennismaking r aakte rassche vorderingen, zoodat zij geheel anders over hem dachten ti en zij naar huis terugkeerden, en vooral Johanna zich voornam, op een volgenden keer voorzichtiger te oor dcelen en te spreken. Deze avond blijft hem bij. Deze avond is eigenlijk het allerlaatste, want morgen begint spr. zijn colleges te Groningen. Mevr. de Groot sprak daarop eenige woorden. Zij voelt erg, dat haar pastorie leven eindigt. Zij is geboren en getogen in de pastorie. Als kind vond zij dit eigen lijk niets leuk, omdat haar altijd werd voorgehouden, een voorbeeld te zijn voor het dorp. Ook moest zij te veel naar de kerk. Toen zij leerde hegrijpen, is het haar groote vreugde geweest, in een pastorie te hebben mogen wonen, want in de pasto rie is God tot haar gekomen. Zij dankte allen voor alle liefde en vriendschap in Den Haag ondervonden. Wij gaan niet zoo heel ver van elkaar, want wij willen wandelen achter onzen Heiland op één weg en daarom niet Vaar wel, maar Tot weerziens. Verder sprak nog de heer Klinkert me vrouw de Groot een hartelijk woord toe. ZENDINGSCONSULAAT. Plet Ned. Bijbelgenootschap heeft in sa menwerking met de zendingscorporaties en Kerken, die in het Zendingsconsulaat verbonden zijn, tot tweeden zendingscon sul benoemd dr. S. C. graaf van Rand- wijek. Zooals men weet is de eerste zen dingsconsul dr. N. A. C. Slotemaker de Bruine. De heer van Randwijck is een zoon van den burgemeester van Amersfoort. Hij stu deerde te Utrecht in de rechten en was eenigen tijd werkzaam bij het Hooge Com missariaat van den Volkenbond te Dant- zig. Dezer dagen is hij in het huwelijk ge treden met mej. O. Thomas, dochter van wijlen prof. Franc Thomas te Genève. De heer en mevr. van Randwijck den ken eind October het vaderland te verla ten, in December deel te nemen aan de vergadering der Wereld-Federatie van Christen-Studenten in Britsch-Indië, en dan vandaar naar Batavia te gaan, waar zij in het begin van Januari verwacht worden. ZES JAAR PADVINDEN. Men schrijft van zendingszijde aan de „N.'R. Ct.": In de laatste jaren is de aandacht van hen, die in Indië belang stellen, hoe lan ger hoe meer getrokken door den arbeid van dr. H. Kraemer, taalgeleerde van het Ned. Bijbel Genootschap, die een uitne mend kenner van den Islam bleek te zijn en op wiens adviezen veel prijs werd ge steld. Het tijdschrift „De Opwekker", or gaan van den Indischen Zendingsbond, beleefde zelfs een opbloei toen daarin ar tikelen van zijn hand over de inlandsche pers verschenen. Daar hij overigens niet aan den weg timmerde, was er een groote mate van onbekendheid met zijn arbeid; ja, in den aanvang lag er zelfs °.en zeker waas van geheimzinnigheid over. Dit be hoeft nu echter niet meer het geval te zijn. Dr. Kraemer is thans, na te hebben deelgenomen aan de wereld-zendingscon ferentie te Jeruzalem, met verlof hier te lande. Op de jaarlijksche vergadering van het Ned. Bijbel Genootschap heeft hij van zijn arbeid een uitvoerig overzicht gege ven, en het Bijbel Genootschap heeft nu deze belangrijke rede. in druk doen ver schijnen. Het opschrift luidt: Zes jaar padvinden. Hierin is het karakter van den arbeid van dr. Kraemer geteekend. Met voorbe dachten rade koos hij het woord padvin den. „Zelf heb ik het zoo gevoeld, en zij, die mij uitzonden, voel len het eveneens zoo". De zending op Java had behoefte aan een taalgeleerde zooals het Bijbel Ge nootschap aan de Zending pleegt ter be schikking te stellen. Ten eerste om het gewichtige werk te doen van- persoonlijk contact aan te knoopen met de kringen, die het Javaansche geestesleven, zij het dan ook voornamelijk in conserveerenden zin, representeeren en met de kringen, die op de een of andere wijze, politiek, cultureel of godsdienstig, reageeren op de geestelijke en stoffelijke penetratie van het zoogenaamde Westen. Met het doel de Zending voor te lichten en in een le vende, intelligente aanraking er mee te brengen. Ten tweede, om het zendings werk in zijn centralen arbeid der evange lieverkondiging tot nieuwe en verdiepter probleemstelling te brengen, door een nauwkeuriger en liefdevoller aandacht vóór den geestelijken bodem waarin het zaad gezaaid wordt. Ten derde om in de geestelijke en zedelijke verwarring, die de niet tot den Westerschen beschavings kring behoorende volken en rassen door- Licht en schaduw. Den volgenden morgen voerden de twee zusters op hun kamer een leven dig gesprek. Johanna voelde zich zeer vredelievend gestemd, en deelde aan Helena mede, dat zij zich vast voor genomen had zachter te worden; want als zij zich het gebeurde van den vorigen dag te binnen riep, dan moest zij erkennen, dat zij verkeerd gehandeld had, en volstrekt niet zoo als het een christin betaamde, ter wijl de oude mevrouw toch zulk een heerlijk voorbeeld was; en al kon zij nooit worden zoo als deze, toch ge voelde zij, dat zij anders moest wor den dan zij nu was. „Neem u maar niet te veel voor", waarschuwde haar Helena, „gewoon lijk gaat het juist slecht met u, wan neer gij zoo heel goed wit zijn". „Wat moet ik dan doen om mij te veranderen? Zonder goede voorne mens gaat het toch ook niet". „Gij moet niet dadelijk een. geheele omkeering verwachten; die kunt gij tcch niet tot stand brengen, want daar behoort een vaste wil toe; en dan", voegde zij er aarzelend bii, „moet gij er om bidden". „Maar ik kan God toch miet lastig vallen met al mijn kleine moeilijkhe- denl" „Alsof Hij ze toch niet reeds wist; maar Hij wil aangeroepen' worden; en wat zou te gering zijn voor Hem, die ieder haar van ons hooIcLteltl" AAN HET ZOEKUCHT. Leiden, 27 Sept. 1928. Er zijn weinig boeken, die zoo in de mode zijn als „Merijntje Gijzen's Jeugd" van den socialistischen litte rator A. M. de Jong. Dat is een boek, dat moet men gelezen hebben, zoo wordt ook in onze kringen door velen beweerd. En als ge dan bezwaar maakt tegen de strekking van dezen roman, is het antwoord, dat ge het om de kunst moet lezen, omdat het letter kundig hoog staat. Toch zijn er ook wel menschen, die over litteratuur kunnen oordeelen en die er anders over denken. Zoo verklaarde Anton van Duin kerken, blijkens een interview, gepu bliceerd in „De Gemeenschap" van Juli 1928: „Ikmoet eerlijk bekennen dat ik het oeuvre van De Jong niet heelemaal kan lezen. Ik schrik niet terug voor een paar duizend blad zijden verveling, maar wel voor vier pagina's domheid, laat staan dus voor twaalfhonderd. Ik beschouw A. M. de Jong als een zich steeds re- peteerende breuk van het burgerlijk fatsoen en de schoolmeesterij, die hem nu eenmaal aankleven en die hij met alle geweld wil kwijt ra ken. Daarom neemt hij de houding aan van de zoogenaamde geboren artiest, waarover ge in de boeken leest en die alles durft zeggen. Zoo is meteen te verklaren hoe hij in zijn Merijntje Gijzen zich krampachtig vasthoudt aan onwelvoegelijkheden. Als denker is hij een herkauwer \an de gedachten der grootste dom ooren van de 19e eeuw". Mij dunkt, daar kunnen de heer De Jong en zijn vereerders het voorloo- pig mee doen! OBSERVATOR. leven, christelijk,medeleven en medestrij den ter verlossing te toonen. Van dezen arbeid wordt dan een prach tig overzicht gegeven, bij welks lezing men telkens getroffen wordt door opmerkingen die zijlicht werpen op de groote proble men, die op Java en in Indië aan de orde zijn. Tevens krijgt men een diepen indruk van de taak, welke de zending verricht of verrichten moet. Heel veel misverstand daaromtrent kan door lezing van dit boekje worden weggeruimd. Het overzicht eindigt met de stichting van de opleidingsschool Bale Wyata te Malang, waarin dr. Kraemer een belang rijk aandeel gehad heeft. Het doel, dat deze school najaagt is Javanen te vormen die den weg tot het hart van hun volk weten te vinden, omdat het accent van hun taal en het rhythme van hun wezen vertrouwd en eigen is. Bij mijn afscheid zegt Kraemer werd mij toegevoegd, dat die school mijn oogappel was. Hoe be scheiden ze ook nog is, ik kan dit niet ontkennen. Ik wil er alleen bijvoegen, dat het geheele werk in Indië, zooals het mijn taak is geworden, niet minder mijn oog appel is. Het is te hopen, dat de gezondheidstoe stand van dr. Kraemer hem spoedig weer zal toelaten, dat werk te hervatten. DE KERKELIJKE KWESTIE TE NIJEMIRDUM. Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft, naar De Standaard meldt, bekrachtigd het vonnis voor de Rechtbank aldaar in de procedure van den kerkeraad der Geref. Kerk te Nijemirdum c.s. tegen Ds. S. P. Vermeer, gewezen. Zooals bekend, had Ds. Vermeer ver zocht den kerkeraad der Geref. Kerk in N. V. in vrijwaring te mogen oproepen, terwijl de kerkeraad der Geref. Kerk in N. V. gevraagd had, zich in de procedure tusschen Ds. Vermeer en de Geref. Kerk te mogen voegen en tusschenkomen. Beide verzoeken waren bij vonnis der Rechtbank van de hand gewezen, welk vonnis gisteren door het Hof is bekrach tigd. DE JEZUITENMORAAL. Dezer dagen komt in Boedapest in hoo- gere instantie een interessant proces aan de orde. De redacteur van het katholieke tijdschrift „Magyar Kultüra" heeft den ad vocaat Dezsü Polonyi, die voor het gerecht had verklaard, dat hij bewijzen kon, dat „Waar haalt gij dat alles op eens vandaan?" vraagde Johanna verwon derd. „Vroeger spraakt gij nooit zool" „Ik weet het zelve niet", zeide He lena bewogen, „maar terwijl gij met de kinderen speeldet heb ik dikwijl? Lier boven gezeten en in mijn bijhei gelezen. Soms kwam Hedwig bij mij en al sprekende werd mij veel hel der, dat ik vroeger niet kon begrijpen; eens is de oude mevrouw ook bij ons g' komen". „En daar hebt gij mij niets van ge zegd I" riep Johanna verwijtend. „Ik dacht, dat gij er geen lust in zoudt hebben". „Maar ik had h%t toch zoo noonig; gij hadt mij moeten dwingen", her nam Johanna, want haar geweten zeide haar, dat zij er dikwijls geen lust in gehad had. „Hoe had ik dat moeten aanleg gen?" vraagde Helena lachend. „O dat zou wel gegaan zijn; vergeet niet mij in het vervolg te roepen als gij weer samen zijt". „Nu dat beloof ik u, maar gij moet ook in de eenzaamheid lezen, want dat is het voornaamste". Johanna knikte toestemmend en b!eef in de kamer achter, terwijl He lena naar beneden ging. Zij leunde te gen de vensterbank aan, vouwde de handen en riep uit: „Heer mijn God! 1 elp mij toch om anders te handelen, ik wensch een ware christin te zijn en weet niet hoe ik beginnen moet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5