CHRISTELIJK DACBLAD voor LEIDEN en OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belanuriikste nieuws iu dit Nummer. 9*» JAARGANG WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928 NUMMER 2544 NIEUWE LE1DSCBE COURANT Bureau: Hooigracht 35 - Leiden ÊElrxCte Telefoonnummer 2778 Postbox 20 - Postgiro 58936 Aangesloten op het Streeknet Lisse ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal1 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 V Afgegleden. 't Is geen geheim meer, dat schier iedere vliegenier een mascotte mee neemt. Trouwens, voor hoevele achterrui ten van auto's ziet men ook niet aller lei vreemdsoortige poppetjes bengelen. Zoo is het dus op zichzelf geen bij zonderheid, dat kapitein Koppen en zijn helpers en zijn eenige passagier ook van die dingen meenemen op hun vlucht naar Indië. Evenmin is het bijzonder, dat daar over geschreven wordt. Ook dat zijn we gewoon, helaas! Maar wat wel als een droeve bij zonderheid geldt, is, dat dit geschre ven wordt door iemand, opgevoed in een godvreezend gezin, wiens ouders dag en nacht hebben geworsteld om het behoud van hun zoon. O, hoe zal het de moeder door de ziel snijden, hoe zal het den vader smarten, als ze in de Telegraaf lezen bij de beschrijving van den start en het eerste deel van den tocht: „Kwart over zes draaide Koppen zich om in den stuurstoel, gaf een krachtigen slag op zijn mascotte, een zwart, scheel hondje en knipoogde naar zijn passagier, die in labiel even wicht verkeerde op een rottanstoel en beide beenen boven op een stapel post zakken in een rustige positie probeer de te krijgen". En even daarna: „Mecanicien Van Herck heeft nu ook zijn mascotte te voorschijn gehaald en het blijkt zonneklaar, dat we een ge notvolle en voorspoedige reis moe ten hebben. Koppen beschikt over een lieftallig zwart hondje met kromme pootjes, dat voor hem in den stuurstoel bungelt Kapitein Kengen verheugt zich in het bezit van een pinquin met een K. L. M.-embleem op zijn eigenwijze kell- nersjasje en een knoop in zijn nek. Van Herck kreeg van een vriende lijke vriendin een zwarten hond met een witten hals en roode tong, terwijl ik zelf in het gelukkig eigendomsrecht ben van een halven straatjongen". Toen Zimmerman zelf nog een straatjongen was, heeft zijn vader hem zeker meermalen op het verkeerde van zijn handelwijze gewezen, wat meer zegt, hem meegenomen naar de binnenkamer en daar met hem het aangezicht des Heeren gezocht. Thans, nu de zoon een man is ge worden en God verlaat, vermaakt hij zich met een halven straatjongen. Zou hij soms nog niet eens denken aan de dagen der jeugd, zou de Rot- terdamsche straatjongen, door vader onderhouden, door vader geleid, met tranen beweend, niet eens boven ko men, of wordt steeds driester het leven en de herinnering weggelachen onder het vermaak met de mascotte? Of neemt de mascotte de plaats in van het stille heimwee-verlangen, dat diep onder het schuldig leven verbor gen, nog roept om jeugdherinnering? Dan is er nog hoop, óók voor dezen afgegledene. Maar anders zal het oordeel vreese- lijk zijn'. Wie den weg zóó geweten heeft en geweigerd heeft dien te bewandelen, zal met dubbele slagen geslagen wor den. STADSNIEUWS. ZOMERCONCERT PIETERSKERK. Gisterenavond had- het laatste Zo- merconcert in de Pieterskerk plaats, want dat van 2 October gaat niet door De vooravond van 3 October is in derdaad geen gelukkige keuze voor 'n kerkconcert. „Alle begin is moeilijk!" zal Leo Mens denken, nu deze eerste serie van 4 concerten „er op" zit. Toch gelooven we, dat hij met de voorloopige resultaten tevreden kan zijn. Dergelijke concerten moeten bur gerrecht verkrijgen en dat zal op den duur ook wel terecht komen. Ook gisterenavond had het bezoek grooter kunnen zijn. Maar als de heer Mens het volgende jaar terug komt met een nieuw programma, verwach ten wij stellig, dat hij weer een nieuw stukje inertie van het Leidsch publiek zal overwinnen. Eigenaardig toch: We hebben hier een kerkgebouw, dat in weidsche schoonheid in Noord Nederland mis schien alleen maar voor de kathedraal van Den Bosch onderdoet, een kerkge bouw, waarvan de acoustiek beslist nergens in het land wordt overtroffen. Een orgel, waarvan het materiaal su bliem is. Het prachtigst modern fa brikaat haalt er niet bij waarvan de aanwezigen zich gisteravond weer heb ben kunnen overtuigen. Het ontbreekt dat orgel alleen maar aan technisch apparaat, dat het gewilliger maakt. Men zou zeggen: Leiden is met zijn Pieterskerk wel buitengewoon bevoor recht. De menschen moesten hier schreeuwen om regelmatige kerkcon- certen. Des te eerder werd ook het orgel gerestaureerd en voorzien van moderne hulpmiddelen. Volhouden maar 't is het eenige. Leo Mens speelde gisterenavond een der kortere werken van Bach, een feestelijk Praeludium in Bes-dur met Fuga. Verder de Pastorale uit de Sonate 196 van Josef Rheinberger, een wel melodieus maar overigens wat hol aan doend werk. En ten slotte gaf hij een eerste uit voering van het Allegro Moderato uit een Sonate in G-mol van Joh. C. Berg hout. In dit werk, in opzet modern, is veel te waardeeren en ook veel, dat bij eer ste kennismaking bizar aandoet. Men zou er eigenlijk voor een zuiver oor deel nader kennis mee moeten maken. Er zitten zonder twijfel verrassende en fijne passages in. In ieder geval gaf het den heer Mens gelegenheid om weinig gebruikt materiaal en eigen aardige registercombinaties te laten hooren, waardoor onze waardeering van het instrument en onze achting voor den bespeler alweer gestegen zijn. Met het werk gevoelen we ons nog niet vertrouwd. Dat.de hobo een heerlijk kerkinstru- ment is vooral'wanneer het zóó vir tuoos en muzikaal bespeeld wordt als door Jaap Stotijn hebben we gister avond met genoegen opgemerkt. De toon wordt in de wijde hallen zoo prachtig afgerond en behoudt zijn glans ook bij het zachtst vervloeiend pianissimo. Het Andante uit de Sonate op. 127, wordt ingeleid door het orgel en wel dra klinkt daarboven de gouden toon der hobo: een weeke, gedragen melo die, welke later overgaat in meer ge figureerd spel. Een werk van roman tische poëzie, waarin een prachtige harmonie heerschte tusschen hoboïst en organist. Van een orgelbegeleiding kan men bij dit werk niet zoozeer spreken, daar alles contrapuntisch is verweven. Van hobo en orgel hoorden we nog een „Fantasie" in eerste uitvoering van Moss Wolf, een muzikale inter pretatie van eenige teksten uit Jesaja. Het klagend roepen van de hobo wordt door de orgelaccoorden onder steund en schept wel een zekere sfeer. Mevr. Stotijn-Molenaar zong ter af wisseling eenige liederen. In de liederen van Hugo Wolf kwam zij het minst tot haar recht. Nu zijn die ook heel moeilijk. In het eerste „Agnes" trof haar po gen om zuiverheid van uitspraak, voordracht, declamatie te bereiken. Haar mezzo-voce en pianissimo wa ren het mooiste. Haar forto klonk in de hoogte soms wat scherp. We gelooven, dat zij hier te veel wou geven, wat in de Pieterskerk ge heel onnoodig is. Het gebouw is ge voelig voor bijna fluisterend zingen cn de effecten moeten meer gezocht wor den in verhoudingen, dan in tegenstel lingen. „Mir ward gesagt", van Wolf beviel ons niet. Beter was „Das geduldige Erwarten" van J. W. Frank. Het eenvoudig-fijne gedicht „De Herdersfluit" van Jacq. van der Waals is door den heer Mens stemmingsvol getoonzet voor zang, hobo en orgel. Bijzonder mooi vonden we de een voudige koraalmelodie op: Zoo gaf ik gaarne wensch en wil In 's Heeren hand en hield mij stil. Zoo dan, als door een rieten fluit, Bij zwijgend eigen stemgeluid, Gods adem door mij henen blies, Hoe groote winst, bij kleen verlies! Aan de drie uitvoerenden hulde. Ten slotte kregen we nog een drie tal Oostersch getinte gedichten van Rient van Santen, door B. v. d. Sig- tenhorst Meyer gecomponeerd voor zang en hobo. Van de eerste uitvoering dezer wer ken hebben de heer en Mevr. Stotijn alle eer. De zangeres was geheel op dreef en zong met warmte en toewijding en de hobo jodelde om de zangstem of ver tolkte de weemoed van de Oostersche avonden, wanneer de helle dag ge weken is en de rose schemering daalt over de moskeeën. Deze muziek, modern van structuur, maar technisch goed doorwerkt, her innerde ons aan een paar avond stemmingen van Zilcken, uit de buurt van Cairo. De uitvoering was voortreffelijk. NIEUWE LEERSTOELEN. In de gisteren ingediende begrooting van onderwijs, kunsten en wetenschappen geett de minister te kennen, dat aan de universiteit alhier de leerstoel in de ko loniale staathuishoudkunde hersteld zal worden; het lectoraat in de histologie zal omgezet worden in een gewoon hooglee- raarschap; aan den directeur van het me- disch-historisch instituut alhier wordt een onderwijsopdracht verleend, met den titel van lector. DIE SCHOENEN.... DAT KOST WAT! Zooals vorige week reeds gemeld is door de Federatie voor de vakopleiding door geheel Nederland een actie begonnen voor goede en betere reparatie aan schoen werk. Reeds in verschillende plaatsen van ons land is deze actie met succes begon nen en ook hier ter .stede is men thans aan het werk gegaan en 't is de bekende Schoenmakerspatroonsvereeniging „Nieuw Leven" die hier de leiding heeft. In de groote zaal van het Nutsgebouw had gisteravond de eerste actie-vergade ring plaats. De belangstelling was, gezien de belangrijkheid van het onderwerp, en het feit, dat de toegang vrij was, niet zoo groot, als verwacht werd. Ongeveer een vijftigtal personen was aanwezig. Namens het comité van actie heette de heer A. H. van der Staay allen welkom, in het bijzonder de heeren W. Donker Pz. en Friso Heupman, bestuursleden van den Ned. Bond van Schoenmakerspa troons- en winkeliers, en de afgevaardig den van den R.K. Vrouwenbond. Spr. deelde voorts mede, dat de gevraag de medewerking van de verschillende ver- eenigingen hier ter stede heel gering was, doch desondanks was het comité de ac tie begonnen om te komen tot verheffing van het vak, waardeering van een goede reparatie en respect voor den vakman. Voorts bracht spr. dank aan de firma Lewenstein in de Maarsmanssteeg, die haar étalage had afgestaan voor een ex positie van goed en slecht gerepareerd schoenwerk. Hierna was het woord aan den heer VV. Donker Pz. uit Rotterdam, die een inte ressante en zeer bevattelijke causerie hield over het voor ieder huigezin belang rijke onderwerp: „Die schoenen. dat kost wat!" Na een korte inleiding wees spr. op de sinds de laatste jaren ingekankerde ge woonte om het geld, aan schoenen De- steed, weggeworpen geld te noemen. Om dat fatale idee er bij de menschen uit te krijgen is er heèl wat noodig, 't is bijna onbegonnen werk. Spr. betoogt vervolgens, dat men met een bijna zekere minachting opziet tegen het schoenmakersvak en den schoenma ker. omdat langzamerhand de leugen bij de menschen ingang heeft gevonden, dat ieder wel kon leeren schoenmak-n. Dat is fataal geworden voor het vak. In een historisch overzicht geeft spr. hierna een beeld van het schoenmakers bedrijf in den loop der tijden. Spr. gaat zelfs terug tot 1752 in welk jaar het schoenmakersgilde hoog stond aange schreven en als het ware de voornaam ste plaats in het gildewezen innam. Napoleon brak echter de macht van het gildewezen. In 1815 bestond het schoen makersgilde nog nauwelijks en in 1830 wist men nog alleen van hooren zeggen, wat dit gilde geweest was. Toen ging het vak verloren, omdat iedereen ging schoenen maken en wie maar wilde noemde zich ongestrafi „mr. schoenmaker", 't Werd als een bijbaantje beschouwd door doodbidders, klokkenlui ders, enz. Tusschen 1840 en 1870 is de schocuma- kerstijd wel het slechtst geweest. Toen werden bijna alle schoenen gemaakt als z.g. maatwerk en de allerbeste maat schoenmaker had niet de minste kennis van den voetvorm. Toen kwam de machinale schoenmake rij. In 1868 werd de eerste naaimachine in Noord-Brabant in gebruik genomen In Waalwijk liepen de menschen te hoop bij den ouden heer van Loon en ze wilden hem steenigen omdat hij door zijn ma chine alle menschen zou broodeloos ma ken. Deze stoorde er zich echter niet aan, hij ging door en doordat de schoenma kers moesten concur ree ro n mei de ma chine in prima afwerking, leefde het vak weer op, doch door de opkomst der fabrie ken moesten de schoenmakers zich meer gaan bepalen tot de reparatie en naar mate de arbeid der machine gec .mpliceer- der werd, moest de schoenmaker zich meer bekwamen om het schoenwerk be hoorlijk te kunnen repareeren. Cursussen werden in verschillende ste den opgericht en in de laatste jaren wer den een 1500-tal schoenmakers afgeleverd, doch daarmee was men er niet. Er bleef de groote concurrentiestrijd tusschen de goede vaklui en de niet-vakmenschen, welke laatste met minderwaardig mate riaal tegen goedkoopere prijzen de men schen lokten. Voor de knoeiers zelf le vert het slechte materiaal intusschen ook slechts nadeel, want het goedkoope leer is soortelijk veel zwaarder dan het be tere en duurdere leer. Immers: er is „leer" en „leer" en: er worden schoenen „ge maakt" en „gelapt". Spr besluit het eerste gedeelte van zijn lezing met te zeggen, dat de schoenmaker het verloren vertrouwen van de menschen moet weten te herwinnen. Dat kan hij, als hij het waard is en goed werk levert. Na een korte pauze behandelde de heer Donker de meer practische zijde van het vraagstuk: de schoenverkoop. Naarmate het leer duurder wordt, al dus betoogde spr., zullen de schoenen ook goedkooper worden, omdat ze heter zul len zijn. Door de ontzettende toename van snit en kleur neemt de kwaliteit van de schoe nen af, eenvoudig omdat men te veel voorraad moet opdoen. De groote massa koopt op het oogenblik de duurste schoe nen, luxe schoenwerk, dat echter niet duurzaam genoeg is. Het eind zal ten slotte^ zijn, dat de meisjes van vandaag (want over het vrouwenschoeisel gaat het voornamelijk) ongelukkige wezens zullen zijn over 20 jaar, die ten slotte hun toe vlucht zullen moeten nemen tot den maat schoenmaker. Nu reeds kan 80 pet. der vrouwen niet meer loopen zoo het be hoort. Spr. meent, dat er dan een rijke tijd voor den maatschoenmaker zal aanbre ken, als hij tenminste zijn vak zal ver staan, want het massa-artikel van thans bederft den schoen en zal spoedig weer om den maatschoen vragen. Aan het slot van zijn rede werd de heer Donker hartelijk dank gezegd, terwijl de wensch werd geuit, dat zijn woorden in derdaad vruchten mogen afwerpen. HULPLEERAAR IN HET CHINEESCH. Naar wij vernemen is, voorloopig voor een tijdvak van 3 jaar, aan de Leidsche Universiteit tot hulpleeraar in het Chi- neesch benoemd de heer T. T. Chang, uit Peking. De heer Chang werd in 1903 te Emoy in China geboren en studeerde aan de Yan- Ching University te Peking, waar hij den graad van Master of Arts verwierf. De heer Chang is reeds te Leiden aan gekomen. DE BAZAAR IN DE GEHOORZAAL. De bazaar ten behoeve van het Tehuis voor Vrouwen (Nieuwsteeg 10a) die giste ren in de Foyer van de Stadsgehoorzaal is geopend, heeft zich gisteravond, ver schillende omstandigheden in aanmerking genomen, reeds mogen verheugen in een druk bezoek. Evenwel kan het nog beter en daarom wekken we nogmaals allen die met het doel sympathiseeren op om als ze maar even kunnen, den bazaar te bezoeken. Het loont heusch wel de moeite. Ieder kan er wat van zijn gading vinden en de ver schillende attracties en de muziek zorgen er wel voor, dat er een prettige ongedwon gen stemming heerscht. Wat betreft de opening verzuimden we nog te vermelden, dat na de officialitei- ten door Mevr. Seis eenige liederen zijn gezongen, terwijl door de dames To (piano) en Loes (cello) Fontein muziek werd gemaakt. Tevens dient het vermelding dat de be kleeding van den bazaar door den heer Sirag, de plantenversiering door den heer Buurman en het timmerwerk door den heer Stigter geheel belangeloos verzorgd zijn. En als we nu toch aan 't noemen zijn, dan is voor alles toch wel een woord van hulde op zijn plaats voor de dames van het comité van uitvoering, Mevr. Spaar garen, Mevr. v. Arkel, Mevr. Mulder, Me vrouw Hakkenberg en Mej. de Pavert Smits, die alles in het werk hebben ge steld en nog stellen om den bazaar zoo goed mogelijk te doen slagen. Laat men hen niet teleurstellen, maar integendeel medewerken om hun werk te bekronen. Een kleine raad willen we den bazaar-bezoekers nog meegeven. Vergeet vooral niet een visite te brengen aan de bekende wafeltent van den heer Eps- kamp. Men zal er spijt van hebben, als men dat vergeten heeft. De bazaar is geopend 's morgens van 1112, 's middags van 25, 's avonds van 7K—10M uur. CENTRAAL ISRAëLIETISCH WEESHUIS In de gisteravond gehouden vergadering van het Centraal Israëlietisch Wees- en Doorgangshuis deelde de voorzitter, Prof. Dr. J. L. Palache mede, dat bij het be stuur een schrijven is ingekomen van Mej. C. van Loen, dat deze haar ontslag neemt als secretaresse. In haar plaats werd benoemd de heer L. Levisson alhier. Mej. van Loen blijft lid van het Dage- lijksch Bestuur. LADELICHTER GEARRESTEERD. Gistermiddag omstreeks 2 uur is, zoo als we in 't kort reeds meldden, op den Stationsweg een als heer gekleed persoon op heeterdaad betrapt, toen hij bezig was in den sigarenwinkel van de firma Hillen de lade te lichten. Door een der huiegenooten werd hij oot- ADVERTENTIE -PRIJS Gewone Advertentién per regel 22l/» cent Ingezonden Mededeelingen dobbel tarief Bij contract belangrijke redactie Kleine AdvertentiSn - bij vooruitbetaling - van ten hoogste 30 woorden* worden da gelijks geplaatst ad. 40 cents Binnenland. De persstemmen over de Troonrede. De millioenennota. De ontvangst der Presbyteriaansche Al liantie door het Haagsche Gemeentebe stuur. De jaarvergadering van den bond van Chr. (M) ULO-scholen. Buitenland. De ontwapeningskwestie weder te Ge- nève besproken. Het amnestievraa^stuk in België brengt de positie der regeering in gevaar. Steeds nienwe berichten over de vei- woestingen, door den orkaan boven de Antillen aangericht. De eerste tocht van den nieuwen Zep pelin. Vlncht over het Kanaal per helicoptère. dekt, terwijl hij met het lichaam over de toonbank gebogen stond en hij bezig was zich het daarin aanwezige geld toe te eigenen. Zich ontdekt ziende, rende hij de straat op, achtervolgd door den winke lier onder het geroep „Iloud den dief". De man is door een stationskellner gegrepen en aan de politie overgeleverd. Hij ont kende geld bij zich te hebben, doch bleek bij fouilleering in het bezit te zijn van 91 losse guldens, waarvan ongeveer 40 uit de lade der firma Hillen. Vermoedelijk heeft hij ook elders een lade gelicht. Hier naar wordt thans een onderzoek inge steld. De aangehoudene bleek te zijn de 29-jarige H., marktkoopman te Amster dam. BURGERLIJKE STAND. Geboren: Dirk, zv. J. P. van Gelder en C. Crama Neeltje, dv. J. Klinkhamer en J. Ver mond Adriaan Cornells, zv. A. C. Sloos en C. Holverda Wilhelmus Maria, zv. W. v. Steenbergen en M. W. Compeer Wilhelmus Ants. Gers-, zv. W. C. H. van Kesteren en S. M. Trel Johanna, dv. P. van der Zeeuw en P. Flandrijn Jaco bus, zv. J. Stasse en F. M. v. d. Berg Maria Wilhelmina, dv. A. Bonte en S. A. Poeliejoe Frans, zv. A. Bonte en S. A» Poeliejoe Clemence Paule. Joanna, dv. J. H. A. Manders en J. Vermeulen Ma ria Apola. Carola., dv. J. v. d. Veer en M. A. Vorst Rinus, zv. W. F. Jonge jan en J. Rijsbergen Maria Johanna, dv. G. J. Tijsen en E. Dijkema Pieter, zv. P. Neuteboom en J. v. d. Blij Dina Helena, dv. B. Gerritsen en J. Ezenga Jan Hen drik, *v. H. J. Wielders en J. van Tonge ren Antonie, zv. A. v. der haan en C C. Polder Johannes Hendrikus, zv. G. M. Seugling en J. J. Schrijver Pieter, zv. W. A. F. Marijt en H. Molenaar Aleida Mariane Catha., dv. J. R. Wartena en B. J. Sikkema Hendricus Petrus, zv. B. J. v. d. Zon en C. M. Houniet Cornelia, dv. A. Korenhoff en G. J. Ko ning Willemina, dv. W. Marquenie en W. van Opijnen Anna Maria, dv. W. F. Geuke en M. Slegtenhorst Maria Wilhelmina, dv. B. F. de Grijs en J. C. W. der Kinderen. Gehuwd: C. J. J. Harteveld, jm. en A. Boehmer, jd. H. v. d. Hoeven, jm. en D. Biemond, jd. J. C. J. Lambermont, jm. en A. F. M. L. Bernard P. C. Beugelsdijk, wedr. en K. J. Ter Haar, jd. J. A. Lolkes de Beer, jm. en C. J. Landesbergen, jd. H. van Bakkum, jm. en H. Azier, jd. J. W. Vodegel, jm. en J. H. H. Mertens, jd. H. J. Sprokop, jm. en J. Zond erop. jd. W. F. Tuinhof de Moed, jm. en W. de Wolf, jd. I. Boon, jm. en A. Louwrier, jd. W. Voorzaat, wedr. en J. Fakkel, wede. Overleden: G. de Haan, wedr. 76 j. C. v. cL Plas, man 59 j. J. Baartde Kleer, vr. 44 j. M. Guijt, zn. 2 w. W. v. d. Berg, wedr. 79 j. P. A. Hasselbach, dr. 23 j. M. Florisson, wede. I. v. Ees, 94 j. BINNENLAND. DE MILLIOENENNOTA. Ingediend is de Staatsbegrooting met de millioenennota. De voornaamste cijfers zijn: Gewone dienst f 593millioen met een geraamd voordeelig saldo van f 8 millioen. Kapitaaldienst ruim f 189 millioen met een nadeelig saldo van f 145 millioen. LEENING. Ingediend is een wetsontwerp tot het aangaan eener leening van f 42 millioen in verband met de aflo99ing van de Dollardleening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1