NIEUWE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 7 SEPT. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
TWEE BURGEMEESTERS VOOR EEN
Zooals bekend is, werd het bestuur
over de gemeenten Eygelshoven en
Nieuwenhagen door één burgemeester
uitgeoefend. Er is thans door het
heengaan van den heer Loyson een
vacature. Naar het Limb. Dbl. ver
neemt, zal zoowel te Eygelshoven als
te Nieuwenhagen een burgemeester
benoemd worden. Nog deze wéék gaan
de voordrachten in zee.
INVALIDITEITSWET EN
OUDERDOMSWET 1919.
Op 1 Augustus 1928 werden 10G71
weduwenrenten en 10320 weezenren-
ten krachtens de Invaliditeitswet ge
noten, terwijl op genoemden datum
krachtens artikel 373 dier wet (57018
personen in het genot verkeerden van
een als vrucht hunner verzekering
verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Voorts genoten 21714 personen
een invaliditeitsrente als bedoeld in
artikel 71 dier wet.
Krachtens de vrijwillige verzekering
geregeld in de Ouderdomswet 1919,
waren op vorengenoemden datum
121587 personen in het genot van een
als vrucht hunner verzekering verkre
gen ouderdomsrente van drie gulden
per week.
WAAROM HET VERZOEK OM
WEDERINVOERING VAN „HET
KWARTJE VAN KAN" IS
AFGEWEZEN.
Omtrent de redenen, welke geleid
hebben tot afwijzing van het verzoek
der verveners om het z.g. „kwartje
van Kan" weer in te voeren, meldt
men, dat deze hoewel de regeering
zich bewust is van de moeilijkheden,
welke voor de gemeente Emmen zul
len ontstaan kort samengevat de
volgende zijn:
le. De toestand op de kolenmarkt
maakt inperking van de turfproductie
noodig; het toestaan van 't „kwartje"
zou juist in tegenovergestelde richting
werken.
2e. De vooruitzichten voor 't veende-
rijbedrijf, in verband met de kolenpro-
ductie, is zoodanig, dat geenszins
vaststaat, dat op den duur 1 kwartje
voldoende zou blijken te zijn.
3e. In het toekennen van het kwartje
zit de tendenz om den aandrang tot
üe zoo noodzakelijke mechanisatie
tegen te houden..
4e. In tegenstelling met de hulp in
1926 verleend, zou het kwartje thans
niet voor één seizoen kunnen worden
gegeven, dus zou het hulp worden met
een blijvend karakter. Dit zou in strijd
zijn met de opvatting der regeering
omtrent het toestaan van steun aan in
nood verkeerende bedrijven.
LLOYD RAPIDE.
Het s.s. „Slamat" kwam hedenmid
dag 2 uur te Marseille aan. In aanslui
ting daaraan vertrok de Lloyd Rapide
heden om 16.45 uur uit Marseille. Te
Roosendaal wordt niet gestopt. Aan
komst Rotterdam D.P. morgen om
15.07 uur, aankomst Den Haag H.S.M.
om 15.35 uur.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Viertal: Te Londen (Holl. Gem.), B. J.
Aris, te Hoogezand; J. F. Kruyt, te Assen;
Dr. L. J. v. Hoik, Rem. pred. te Utrecht;
en A. Vis, Doopsg-ez. pred. te Den Burg.
Beroepen: Te Nieuw-Vennep, G. Ger-
brandy, te N. Weerlinge (Dr.).
Bedankt: Voor Warns, G. Gerbrandy
te Nieuw Weerdinge. Voor Ommeren
(toez.), R. J. D. Beerekamp, te Molkwerum.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Kampen, H. Hummelen,
te Zütphen; en T. L. Kroes, te Ruinerwold.
CHR. G^PUF. KSP.K.
Beroepen: Te Schiedam. K. Groen,
te Nieuwpoort. Te Meerkerk, J. Jongeleen
te Hilversum.
VRIJE EVANG. GEM.
Beroepen: Te Oude i'ekela, A. Cor-
•stanje Czn., cand.
EE VESTIGING. INTREDE. AFSCHEID.
Ds. J. D. van Hof. Ned. Ilerv. nredikant
le Wil pis. hoopt Zondag G Oct. te Oud-
Beijerland zijn intrede te doen. Voorts is
Ds. G. J. Koolhaas, die het beroep naar
Charlois (Rotterdam) aannam, voorne
mens Zondag 30 Sopt. van Oud-Beyerland
afscheid te nemen.
Cand. II. J. Jager, te Appingedam, is
voornemens Zondag 14 Oct. a.s. zijn in
trede te doen bij de Geref. Kerk van Jut-
rijp-Homrnerts. na des morgens door Ds.
K. Doornbos, van Boxum bevestigd te zijn.
PEREMPTOIR EXAMEN.
De classis Zierikzee der Geref. Kerken
heeft in haar gisteren gehouden vergade
ring na peremptoir examen toegelaten tot
den Dienst des Woords en der Sacramen
ten den heer U. Elgersma, beroepen pre
dikant te Ilaamstede-Renesse.
TOEGELATEN TOT DE EVANGELIE
BEDIENING.
Het Prov. Kerkbestuur der Ned. I-Ierv.
Kerk van Groningen, heeft tot de Evange
liebediening toegelaten den heer E. Broe-
kema, te Utrecht.
Het provinciaal kerkbestuur van de
provincie Gelderland heeft tot de evan
geliebediening toegelaten den heer H. J.
Drost, theol. cand. te Utrecht.
HERVORMDE (GEREF.) PREDIKANTEN.
Gisteren is te Utrecht een bijeenkomst
gehóuden van een 30 hervormde (gerefor
meerde) predikanten, die instemmen met
de volgende beginselverklaring: „Wij ver
klaren in te stemmen met de belijdenis
schriften onzer Ned. Herv. (Geref.) kérk,
de drie formulieren van eenigheid, met
dien verstande, dat wij overeenkomstig
artikel 7 der Nederlandsche Geloofsbelij
denis uitdrukkelijk erkennen, dat deze
formulieren ten allen tijde toetsbaar blij
ven aan de Heilige Schrift als Gods
Woord en mitsdien eenige regel voor ons
geloof en leven".
Bij ontstentenis van Dr. P. J. Kromsigt,
leidde Dr. J. C. S. Locher de vergadering.
Ds. L. J. Lammerink te Delft opende
haar met een godsdienstige beschouwing
over profeten, apostelen en evangelisten.
Hij merkte daarbij o.m. op, dat, waar de
titel van arts en ingenieur beschermd
wordt, de titel van dominee onbeschermd
is, met het gevolg, dat er domineefabrie-
ken te kust én te keur zijn en velen op
treden onder den titel: dominee, welke ti
tel voor talloos velen een bijzondere aan
trekkelijkheid schijnt te bezitten. Spr.
wees er evenwel op, dat voor den echten
Evangelieverkondiger niet de titel „domi
nee" het voornaamste is, doch wel het
zijn van herder en leeraar, waartoe geen
enkele universiteit opleidt, maar wat een
hemelsche gave is, welke niet door men-
schen geschonken wordt.
Dr. G. Oorthuys te Amsterdam hield
verder een lezing over „De oude en de
nieuwe Mensch", terwijl het onderwerp
van de lezing van Dr. F. W. C. L. Schulte
te Bergeijk luidde: „De uitverkiezing en
onze prediking".
PRESBYTERIAANSCHE ALLIANTIE.
Van 1721 September hoopt de conti
nentale sectie van de Presbyteriaansche
Alliantie te 's-Gravenhage samen te ko
men.
Deze Alliantie werd in 1875 te Londen
opgericht en is een bond van kerken, die
de Gereformeerde belijdenis als grond
slag en de Presbyteriale regeling als kerk
vorm hebben. Het hoofdbestuur is geves
tigd te Edinburgh. Sedert de oprichting
hield de Alliantie om de drie jaren con
venties beurtelings in Engeland en Schot
land en in Amerika.
Na den wereld-oorlog richtte de belang
stelling der Alliantie zich in het bijzonder
op de kerken in de door den oorlog geteis
terde landen.
Uit deze actie ontstond een nauwere
aaneensluiting der kerken op het vaste
land van Europa, welke leidde tot de for
matie van een continentale sectie (Cardiff
1915 en Genève 1926).
Voor het eerst heeft thans een bijeen
komst plaats in Nederland. Afgevaardig
den uit 14 landen worden verwacht (Bel
gië, Tsjecho-Slowakije, Duitschland, En
geland. Frankrijk. Hongarije. Italië. .Toe-
go-Slavic, Nederland, Oostenrijk. Polen,
Roemenië, Schotland en Zwitserland).
Behandeld zullen worden onderwerpen
uit het kerkelijk leven deT verschillende
landen, de kerk en de economische bewe
ging. de kerk en het sociale leven (kerke
lijke liefdadigheid en de arbeidersorgani
saties, uitwisseling van studenten).
De vergaderingen wórden in besloten
kring van de leden en genoodigden gehou
den. Een openbare samenkomst zal wor
den gehouden op Woensdag 19 September
om acht uur des avonds in de Groote
kerk. waarbij sprekers uit verschillende
landen zullen optreden.
Een algemeené commissie voor Neder
land is gevormd om de Alliantie te ont
vangen. bestaande uit de Hoogleeraren
Dr. W. J. Aalders te Groningen Pr. G. Ch.
Aalders te Hilversum; Dr. F. M. Th. Böhl
te Leiden; Dr. H. Bouwman te Kampen;
Dr. J. A. Cramer te Utrecht; Dr. Th. L.
I-Iaitjema te Groningen; Dr. T. Hoekstra
te Kampen; Dr. J. A. C. v. Leeuwen te
Utrecht en Dr. A. A. v. Schelven te Haar
lem, benevens de heeren Ds. D. den
Breems, secr. van den Alg. Synode der
Ned. Herv. Kerk; Ds. P. Berthault, pred.
der Waalsche Gem. te 's-Gravenhage; Ds.
A. Hoeneveld, Ger. pred. te Nijkerk; Ds.
Michelin Moreau, Waalsch pred. te 's-
Gravenhage; Dr. G. J. Weyland, Ned.
Herv. pred. te Veere; Mr. H. de Bie te Rot
terdam; Mr. H. Muderije te Amsterdam en
F. C. C. Baron van Tuyll van Seroosker-
ken te Zuilen.
Het adres van het plaatselijk, comité
vah ontvangst is 3e v. d. Boschstraat 3,
te 's-Gravenhage.
MAAT BIJ KERKZANG.
Hét is haast ongelooflijk, maar het is
toch zoo, dat ook al het tempo bij het zin
gen (in de kerk) tot een „kenmerk" wordt
gemaakt.
In allen ernst is mij de vraag gedaan,
schrijft Ds. J. Brouwer in de „Rijnl.
Kerkbode of het vlugge of langzame
zingen der Psalmen er iets toe doet.
Op die vraag heb ik geantwoord, dat
wij steeds met eerbied onze Psalmen moe
ten zingen. Wij mogen den Naam des
Heeren onzes Gods niet ijdellijk gebrui
ken. Onze zielsgestalte moet zoo wezen,
dat de Naam des Heeren er door gehei
ligd wordt.
Het spreekt vanzelf, dat wij in een op
gewekte stemming verkeerende, iets vlug
ger zullen zingen dan wanneer wij in
droefheid zijn.
Het wil mij voorkomen, dat daarom
een lofpsalm en een zegelied wat vlug
ger dienen gezongen te worden dan een
boetepsalm en een gebed om vergeving
van zonden.
Nergens wordt in de H. Schrift een
maat voor het gezang aangegeven. Wel
weten we, dat het merkbaar was aan het
geluid, wat voor lied werd aangeheven.
Toen Mozes met Jozua van den berg
afdaalde, hoorde hij het juichen des
volks om het gouden kalf. Jozua meende
dat het °en krijgsgeschrei was. Doch Mo
zes zeide: „Het is geen stem des roepens
van overwinning, het is ook geen stem
des roepens van nederlaag; ik hoor een
stem des zingens hij beurte".
Een lied al-scheminith (bas) moet an
ders geklonken hebben dan een lied al-
alamoth (sopraan).
Ik veronderstel, dat dit ook op de maat
wel eenigen invloed zal uitgeoefend heb
ben. Dat is niet meer dan natuurlijk.
De tempelkoren zongen den eenen keer
anders dan den anderen keer, maar van
een Goddelijke ordinantie dienaangaande
is mij niets bekend.
Onze vaderen zongen de Psalmen op
wat we noemen heele en halve noten.
Ook zij maakten dus verschil.
Later met de invoering *'an de nieuwe
Psalmberijming is het algemeen gewoon
te geworden de Psalmen op heele noten
te zingen. Eerst in de laatste jaren wordt
van het trage langzame uitgerekte zin
gen een speciaal „kenmerk" van recht
zinnigheid en vroomheid gemaakt.
Nog eens. natuurlijk moet een Psalm
vers niet afgeraffeld worden. De deun
tjes van het Leger des Heils stuiten ons
tegen de borst. Ook in de wijs en in de
maat moet het zielsleven tot uiting ko
men. Ook de cadans en het rhythme zijn
niet neutraal. Een straatorgeldeun"sticht
niet. Aan den anderen kant moeten wij
echter voorzichtig wezen en niet een
kenmerk maken van iets, dat in het ge
heel geen kenmerk is.
Veel hangt af van den leeftijd. Een
oude van dagen zal niet zoo vlug kunnen
zingen als een jongere. De eene streek is
ook wat vlugger dan de andere. Alle or:
ganisten zijn ook njet gelijk aangelegd.
De inhoud va.i een lofpsalm brengt van
zelf mee, det de maat wat korter wordt
genomen dan van een. schuldbelijdenis
en een bede.
Laten we er ons toch voor wachten, dat
wij in het „strekzaam" zingen, geen bij
zondere godsvrucht zien. Hier staan wij
bloot voor groote. geestelijke gevaren van
doode vormen.
Maar laten wij er ons evenzeer voor
wachten, dat wij in de kerk niet "op lied
jeszangers gaan gelijken-en der wereld
gelijkvormig worden.
Gij zult dit lezende zeggen, dat hier
geen bepaald antwoord gegeven wordt.
Dat is ook zoo, en wel om de eenvoudige
reden, dat, God die ook niet geeft.
De Javaansche Christenen zingen te
genwoordig de Psalmen op onze IIol-
landsche wijzen. Mij is wel eens verteld,
dat heel hun stemming en manier en
keel zich er niet voor leenen. Het klinkt
onnatuurlijk, niet geestelijk, het is na-
doenerij. Wat zou er tegen zijn, indien
een geloovig Javaansche dichter de Psal
men^. eens op Javaansch maatgezang
bracht en de Psalmen gezongen werden
in de Javaansche kerken op Javaansche
manier?
Elk volk spreekt naar zijn aard.
Ik meen, dat de wedergeboorte en de
bekeering den volksaard niet behoeven te
veranderen, maar wel heiligen moeten.
UIT DE OMGEVING.
BODEGRAVEN.
Burgerlijke stand. Geboren: Geer-
itruida Johanïia d.v. A. Hèllingerwerf
en J.Nieuwenhuizen; Gerri Everdinadv
T. J. Dubbelman en E. Dorrestijn; Hele-
lena Cornelia d.v. J. Windhorst en M.
Remme.
Overleden: H. Lubbersen 83 j. wed.
van Th. Zwart, eerder van A. Kompier.
BOSKOOP.
Gemeenteraad.
Bij de opening van de raadsvergade
ring op Dinsdag, herdacht de V o o rz.
het zoo plotseling overlijden van Dr.
van der Tak, die meer dan 34 jaren te
Boskoop arts is geweest. Gedurende
21 jaren was hij lid vau den Raad en
eenige jaren lid van het Dag. bestuur.
Steeds was hij rusteloos bezig om Bos
koop groot té maken.
Tot leden der Raadscommissie voor
onderzoek van begrootingen en reke
ningen, werden benoemd de heeren A.
Brand, W. de Ruyter en P. D. Noest,
terwijl als plaatsvervangend lid werd
gekozen de heer A. Kei)zer.
Tot gedelegeerden der Gemeen
te in het bestuur vau de Woningbouw
vereniging. „Onze Woning" werden ge
kozen de heeren W. de Ruyter en A.
Nijhof, in het bestuur van da Woning
bouwvereniging „Patrimonium" de
heeren P. Loef en A. Brand, en in het
bestuur der Woningbouwvereen. „St.
Joseph" de heeren W. C. van Kleef
en D. Mesman.
Tot gedelegeerden in het bestuur dei-
Coöperatieve Vereen. „De Boskoopsche
Veiling", werden gekozen de heeren
Th. A. Houdijk en C. J. van der Wolï.
Tot gedelegeerden in de Badhuiscom
missie werden gekozen de heeren W,
de Ruyter en D. Mesman.
Ten behoeve vau het in aanbouw zijn
de gemeentehuis werden aanvaard de
volgende schenkingen. Van den Voorz.
■een schilderij in olieverf en van den
heer J. van Gelderen de verlichting
van de kamer van R. en W.
De begrooting van het Burgerlijk
Armbestuur voor het jaar 1929, en die
van het Electricitedtsbedrijr, de Gas
fabriek en de Bronwaterleiding, alsme
de de gemeentebegrooting met de daar
bij behoorende memorie van toelichting
en verdere bescheiden voor dei dienst
1929, werden door Burgemeester en
Wethouders aangeboden. Zij zijn gesteld
in tenden van do commissie voor het
nazien der begrootingen.
Hierna herdacht de Voorz. het feit
dat de heer E. Guldemond 25 jaren
lang lid van den Gemeenteraad was.
Ook de heer Mesman sprak eenige
woorden van waardeering, waarop de
heer Guldemond vervolgens een
speech hield.
Daarna werd aan den heer Gulde
mond een bloemenhulde gebracht.
Het verzoek van de besturen der 3
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 7 Sept. 1928.
't Gaat tegen de verkiezingen, dat ia
nu al merkbaar.
Niet alleen komt er ritseling in het
loover van de bestaande partijen. Ook
de dorre takken van oude tronken
toonen nog eenig leven.
Iloor maar.
Te Amsterdam is opgericht de Ne
derlandsche Volkspartij voor hoofd- en
handarbeiders. Deze nieuwe politieke
partij, die bij de komende kamerver
kiezingen aan den strijd ter verkrij
ging van kamerzetels zal deelnemen,
stelt zich ten doel:
le. te ageeren tegen het bestaande
parlementaire stelsel;
2e. op te komen voor algemeene
volksbelangen;
3e. te bevorderen de invoering van
premièvrij staatspensioen.
Het bestuur bestaat uit 9 personen,
waarvan de heeren C. Merkelbach,
voorzitter; G. B. van der Werf, secre
taris en M. Hoogland, penningmeester.
Qo dagelijksche leiding hebben.
Zoo waar het is de oude knar die
wij allang dood waanden en die be
stemd scheen om voorgoed aan het
vuur te worden prijsgegeven. Hij. ver
toont nog even een mieserig lootje.
De drie punten zijn het duidelijkste
bewijs dat we hier met een oude actie
t2 doen hebben.
En de namen? Zeggen ze ons ook
niet 't zelfde?
Maar wie verwacht er nu in ernst
in 1929 van zoo iets timmerhout?
OBSERVATOR.
Eouwvereenigingen om ontheffing te
verleenen van de verplichting tot beta
ling van legesgelden voor bouwvergun
ningen, betreffende den bouw van 37
woningen, werd afgewezen.
Voonoopig werden vastgesteld de re
kening van ontvangste-n en uitgaven
iler gemeente over het jaar 1927, met
daarbij behoorende bescheiden, alsme
de de balans, winst- en verliesrekening
der Gem.-Bedrijven over het jaar '27.
Goedgekeurd werd de rekening van
het Burgerlijk Armbestuur over 1927.
Besloten werd tot medewerking: i.z.
de verbetering van den Middelburg
sehen en Bloemendaalschenweg, resp.
openstelling van die wegen voor het
automobielverkeer.
Machtiging werd aa.n B. en W. ver
leend om niet-betalende huurders van
de 15 eenvoudige woningen der ge
meente uit te zetten.
Ten slotte werd besloten tot aankoop
,van twee huizen aan de Zijde, van de
heeren K. A. en A. P. Houdijk, zulks
voor de verbetering van den toegang
tot de Boezemkade.
HAZEnsWOUDH.
Het feest der Wilhelmhiaveree-
niging alhier, werd Woensdag gehou
den onder het genot van prachtig zo
merweder en opgeluisterd door de mu
ziek van de Harmonie van deze ge
meente. Des morgens werd aangèvan-
f en met een optocht doof diet dorp
oor het bestuur der vereeniging, de
deelnemers aan de ringrijoerij met
paard onder den man, on de Harmonie
van hier in volle actie. Volksspelen
werden gehouden op het feestterrein
en door den heer W. Pottum van Rot
terdam werd een ballonvaart onderno
men, waarbij een onzer dorpsgenooten
hem vergezelde. Het feest werd beslo
ten met een concert en groote bios
coop -voorstell ing.
Burgerlijke stand. Bevallen: A. M.
Grau, geo. Brugman, d.; H. Bos geb.
Kruit. z.
Ondertrouwd: W. van Vegten 25 j.
en A. Slappendel 29 j.: J. van Stave
ren, 25 j. en M. G. Berkheij 2; j.
Gehuwd: M. J. van Zonneveld en A.
P. Vogelaar.
HAARLEMMERMEER
Burgerlijke stand. Geboren: Wil-
(belmina, d:v. P. de Smit eu E. H. van
den Ochtend; Johannes Fredrikus z.v.
J. Blom en F. Janssen; Jannetje Ma
ria Hendrika d.v. A. Biesheuvel enR.
H. Kuiper; Franciscus Heuricus z.v.
F. G. Alkemade en A. W. Nigten; Cor
nelia Antonia d.v. W. Struik en G. J.
Buis; Elize Hendrika d.v. C. Chardom
>en<A. Colijn: Antonia d.v. J. van Til-
FEUILLETON.
God is mijn heil.
Hij meende, dat de ware vroomheid
bestond in goed handelen, waarbij
men dan altijd wel tijd had, èen kort
gebed te doen, en niet in openbaar
bidden en'zingen. Als hij dus tehuis
was, gebeurde het dus niet en het
werd zoo ongeregeld gedaan, dat er
bijna geen zegen op kon ru9ten. De
naam des Heeren werd in het alge
meen gesprek zelden genoemd, want
him vader hield er niet van, en diege
nen der kinderen die er behoefte aan
gevoelden den Heer te zoeken, en zon
derling genoeg deden z'J dat allen,
zochten daartoe gelegenheid in de*
eenzaamheid.
Elise en Marie lazen op haar kamer
samen in den bijbel, maar zij waren te
beschroomd om er met hun mama of
Hedwig over te spreken. Deze beiden
waren de eenigen, die elkaar hun
godsdienstige gevoelens mededeelden,
en dat ging nog wel hoofdzakelijk van
Hedwig uit, daar haar moeder meestal
zeer stil was.
Hedwig had een onbestemd vermoe
den, dat haar moeder niet gelukkig
was, ofschoon zij niet wist waarom
ze er zich geen rekenschap van tracht
te te geven. Maar des te meer voelde
zij zich aangetrokken tot haar stille
droefgeestige moeder, die zoo geduldig
haar kruis droeg en zij wendde alles
aan om haar het leven zoo aangenaam
mogelijk te maken. Robbert was tot
nog toe de eenige, die ver van den
Heer scheen te blijven; op school hoor
de hij er weinig over, dé catechisatie
scheen niet veel indruk op hem te ma
ken en toen hij bevestigd werd was
menige zucht voor hem uit het hart
zijner moeder opgestegen. Zij troostte
zich met de gedachte, dat de trouwe
Vader daarboven geen Zijner schapen
laat verloren gaan; haar zoon had van
natuur een gevoelig hart, en zij dacht
dat ook voor hem de tijd wel eens zou
aanbreken, waarop het woord Gods
wortel zou schieten; zij verlangde
naar de vacantie omdat hij dan we
der onder beteren invloed zou komen.
In Schönbeide nam men ook maat
regelen, om zich tegen eer aanval van
het gepeupel te vrijwaren.
In de nabijheid maakte men een
straatweg, waaraan vele Berlijnsche
werklieden bezig waren, die veel last
veroorzaakten, dewijl zij in de bos-
schen hout stalen, en dikwijls met den
houtvester hangemeen werden.
Zoo vormde zich in het vroeger zoo
rustige dorpje een regiment vrijwilli
gers waaraan alle mannen en jongelin
gen deelnamen. De bewapening was
wel gebrekkig, want die geen geweer
machtig kon worden nam een hooi
vork of een zeis, maar moed en vader
landsliefde maakten hen tot een sterk
troepje.
De heer Van Mengen was natuurlijk
met algemeene stemmen tot opperbe
velhebber benoemd.
De kinderen hadden hier ook genoe
gen in en richtten een corps op eigen
hand op. De timmerman maakte voor
hun houten geweren en nu exerceer
den zij met veel ijver onder commando
van Ernst II. Elise en Marie werden
als hulptroepen aangenomen en had
den als uniform zwartfluweelen pak
jes aan met groote zwart-witte strik
ken, ook droegen zij ceintuurs, linten
en boordjes, waarop geborduurd stond
„koning van Pruisen" of „prins van
Pruisen".
Marie werd spoedig de beste sol
daat en hielp Elise, haar onafschei
delijke kameraad, bij alle moeilijke
exercitiën; want hoewel een jaar jon
ger, was zij veel grooter en sterker,
daar Elise als kind dikwijls ziek was
geweest, zoodat Marie meermalen
voor de oudste werd «angezien. Zij
hielden veel van elkaar en waren bij
na altijd samen. Elise hielp Marie bij
het leeren en deze haar zuster bij het
spelen, zoodat zij elkander niet mis-
stn konden en in de leerkamer heet
ten zij Castor en Pollux.
Als mevrouw Van Mengen haar
zoon al te ernstig vond liet zij het
kleine leger voor hem exerceeren en
dat verdreef gewoonlijk alle droeve
gedachten bij hem; dan lachte hij har
telijk, vooral om de twee dikkertjes,
die dikwijls in al te grooten ijver over
eikander heen vielen, en hij vond er
genoegen in hen te leeren en te helpen.
Des namiddags als de courant
kwam, heerschte er altijd een groote
spanning en de berichten werden met
beklemde harten vernomen. De treu
rige toestand in Berlijn en de onrus
tige bewegingen in de hoofdplaatsen
der provinciën, de opstand in Posen,
dat alles vervulde de harten met zorg
en smart; daarbij kwam nog de on
verdiende smaad, die op het dappere
trouwe leger rustte, dat in de omstre
ken van Berlijn gekampeerd lag."
Spoedig hoorde men dat sommigen
dezer regimenten naai* Sleeswijk zou
den gezonden worden om de Duit-
schers te bevrijden van de Deensehe
heerschappij. Dit was den soldaten
zeer welkom, en reeds in de eerste da
gen van April zouden zij opbreken.
Het regiment grenadiers en de veld
artillerie werden daartoe bestemd.
Den laatsten avond gaven de officie
ren van het regiment grenadiers, dat
ingekwartierd was in de nabijheid van
het 1ste regiment dragonders, aan
hun kameraden een afscheidssouper.
Jonkheer Van Haller, die vroeger
bij de laatsten gestaan bad en nog
met hart en ziel soldaat was, werd
ook gevraagd en hij noodigde den neer
Van Mengen uit hem te vergezellen,
hetgeen deze zeer gaarne aannam.
Het feest werd gegeven op oen dorp
in de nabijheid van Teltow, waar de
soldaten zeer gezien en bemind waren.
De gesprekken, gedurende den maal
tijd gevoerd, getuigden van de warme
vaderlandsliefde der aanwezigen. Het
vooruitzicht na den geleden hoon
nieuwe lauweren te verwerven, de
ernst der tijden en de weemoed van
het afscheid verleenden aan het ge-
heele feest een bijzonder karakter.
De beide regimenten hadden altijd
samen geëxerceerd, en waren ook sa
men naar de kerk gegaan, zoodat zij
zeer aan elkaar gehecht waren.
Een officier der dragonders had
eenige coupletten gemaakt, die aan
tafel gezongen werden. Do eersten wa
ren opgedragen aan dén beminden
prins van Pruisen, die van het leger
was gescheiden, de anderen bevatten
een afscheidsgroet van d$ dragonders
aan de grenadiers, waarvan de slot
verzen luidden:
Al scheen het alsof nimmermeer,
De wolken breken zouden,
Toch zagen wij nog keer op keer
De zon het veld behouden.
Die zon blijft aan den hemel staan.
En lacht ons blij en vriend lijk aan.
Reikt daarom ons de broederhand,
En laat ons vroolijk scheiden,
Al gaat gij d'één, wij d'anderen kant,
Eén band vereent ons beiden.
Gaat moedig voort, doet steeds uw
plicht,
't Wordt eenmaal voor ons allen
licht.