NIEUWE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 7 SEPT. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. TWEE BURGEMEESTERS VOOR EEN Zooals bekend is, werd het bestuur over de gemeenten Eygelshoven en Nieuwenhagen door één burgemeester uitgeoefend. Er is thans door het heengaan van den heer Loyson een vacature. Naar het Limb. Dbl. ver neemt, zal zoowel te Eygelshoven als te Nieuwenhagen een burgemeester benoemd worden. Nog deze wéék gaan de voordrachten in zee. INVALIDITEITSWET EN OUDERDOMSWET 1919. Op 1 Augustus 1928 werden 10G71 weduwenrenten en 10320 weezenren- ten krachtens de Invaliditeitswet ge noten, terwijl op genoemden datum krachtens artikel 373 dier wet (57018 personen in het genot verkeerden van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 21714 personen een invaliditeitsrente als bedoeld in artikel 71 dier wet. Krachtens de vrijwillige verzekering geregeld in de Ouderdomswet 1919, waren op vorengenoemden datum 121587 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkre gen ouderdomsrente van drie gulden per week. WAAROM HET VERZOEK OM WEDERINVOERING VAN „HET KWARTJE VAN KAN" IS AFGEWEZEN. Omtrent de redenen, welke geleid hebben tot afwijzing van het verzoek der verveners om het z.g. „kwartje van Kan" weer in te voeren, meldt men, dat deze hoewel de regeering zich bewust is van de moeilijkheden, welke voor de gemeente Emmen zul len ontstaan kort samengevat de volgende zijn: le. De toestand op de kolenmarkt maakt inperking van de turfproductie noodig; het toestaan van 't „kwartje" zou juist in tegenovergestelde richting werken. 2e. De vooruitzichten voor 't veende- rijbedrijf, in verband met de kolenpro- ductie, is zoodanig, dat geenszins vaststaat, dat op den duur 1 kwartje voldoende zou blijken te zijn. 3e. In het toekennen van het kwartje zit de tendenz om den aandrang tot üe zoo noodzakelijke mechanisatie tegen te houden.. 4e. In tegenstelling met de hulp in 1926 verleend, zou het kwartje thans niet voor één seizoen kunnen worden gegeven, dus zou het hulp worden met een blijvend karakter. Dit zou in strijd zijn met de opvatting der regeering omtrent het toestaan van steun aan in nood verkeerende bedrijven. LLOYD RAPIDE. Het s.s. „Slamat" kwam hedenmid dag 2 uur te Marseille aan. In aanslui ting daaraan vertrok de Lloyd Rapide heden om 16.45 uur uit Marseille. Te Roosendaal wordt niet gestopt. Aan komst Rotterdam D.P. morgen om 15.07 uur, aankomst Den Haag H.S.M. om 15.35 uur. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Viertal: Te Londen (Holl. Gem.), B. J. Aris, te Hoogezand; J. F. Kruyt, te Assen; Dr. L. J. v. Hoik, Rem. pred. te Utrecht; en A. Vis, Doopsg-ez. pred. te Den Burg. Beroepen: Te Nieuw-Vennep, G. Ger- brandy, te N. Weerlinge (Dr.). Bedankt: Voor Warns, G. Gerbrandy te Nieuw Weerdinge. Voor Ommeren (toez.), R. J. D. Beerekamp, te Molkwerum. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Kampen, H. Hummelen, te Zütphen; en T. L. Kroes, te Ruinerwold. CHR. G^PUF. KSP.K. Beroepen: Te Schiedam. K. Groen, te Nieuwpoort. Te Meerkerk, J. Jongeleen te Hilversum. VRIJE EVANG. GEM. Beroepen: Te Oude i'ekela, A. Cor- •stanje Czn., cand. EE VESTIGING. INTREDE. AFSCHEID. Ds. J. D. van Hof. Ned. Ilerv. nredikant le Wil pis. hoopt Zondag G Oct. te Oud- Beijerland zijn intrede te doen. Voorts is Ds. G. J. Koolhaas, die het beroep naar Charlois (Rotterdam) aannam, voorne mens Zondag 30 Sopt. van Oud-Beyerland afscheid te nemen. Cand. II. J. Jager, te Appingedam, is voornemens Zondag 14 Oct. a.s. zijn in trede te doen bij de Geref. Kerk van Jut- rijp-Homrnerts. na des morgens door Ds. K. Doornbos, van Boxum bevestigd te zijn. PEREMPTOIR EXAMEN. De classis Zierikzee der Geref. Kerken heeft in haar gisteren gehouden vergade ring na peremptoir examen toegelaten tot den Dienst des Woords en der Sacramen ten den heer U. Elgersma, beroepen pre dikant te Ilaamstede-Renesse. TOEGELATEN TOT DE EVANGELIE BEDIENING. Het Prov. Kerkbestuur der Ned. I-Ierv. Kerk van Groningen, heeft tot de Evange liebediening toegelaten den heer E. Broe- kema, te Utrecht. Het provinciaal kerkbestuur van de provincie Gelderland heeft tot de evan geliebediening toegelaten den heer H. J. Drost, theol. cand. te Utrecht. HERVORMDE (GEREF.) PREDIKANTEN. Gisteren is te Utrecht een bijeenkomst gehóuden van een 30 hervormde (gerefor meerde) predikanten, die instemmen met de volgende beginselverklaring: „Wij ver klaren in te stemmen met de belijdenis schriften onzer Ned. Herv. (Geref.) kérk, de drie formulieren van eenigheid, met dien verstande, dat wij overeenkomstig artikel 7 der Nederlandsche Geloofsbelij denis uitdrukkelijk erkennen, dat deze formulieren ten allen tijde toetsbaar blij ven aan de Heilige Schrift als Gods Woord en mitsdien eenige regel voor ons geloof en leven". Bij ontstentenis van Dr. P. J. Kromsigt, leidde Dr. J. C. S. Locher de vergadering. Ds. L. J. Lammerink te Delft opende haar met een godsdienstige beschouwing over profeten, apostelen en evangelisten. Hij merkte daarbij o.m. op, dat, waar de titel van arts en ingenieur beschermd wordt, de titel van dominee onbeschermd is, met het gevolg, dat er domineefabrie- ken te kust én te keur zijn en velen op treden onder den titel: dominee, welke ti tel voor talloos velen een bijzondere aan trekkelijkheid schijnt te bezitten. Spr. wees er evenwel op, dat voor den echten Evangelieverkondiger niet de titel „domi nee" het voornaamste is, doch wel het zijn van herder en leeraar, waartoe geen enkele universiteit opleidt, maar wat een hemelsche gave is, welke niet door men- schen geschonken wordt. Dr. G. Oorthuys te Amsterdam hield verder een lezing over „De oude en de nieuwe Mensch", terwijl het onderwerp van de lezing van Dr. F. W. C. L. Schulte te Bergeijk luidde: „De uitverkiezing en onze prediking". PRESBYTERIAANSCHE ALLIANTIE. Van 1721 September hoopt de conti nentale sectie van de Presbyteriaansche Alliantie te 's-Gravenhage samen te ko men. Deze Alliantie werd in 1875 te Londen opgericht en is een bond van kerken, die de Gereformeerde belijdenis als grond slag en de Presbyteriale regeling als kerk vorm hebben. Het hoofdbestuur is geves tigd te Edinburgh. Sedert de oprichting hield de Alliantie om de drie jaren con venties beurtelings in Engeland en Schot land en in Amerika. Na den wereld-oorlog richtte de belang stelling der Alliantie zich in het bijzonder op de kerken in de door den oorlog geteis terde landen. Uit deze actie ontstond een nauwere aaneensluiting der kerken op het vaste land van Europa, welke leidde tot de for matie van een continentale sectie (Cardiff 1915 en Genève 1926). Voor het eerst heeft thans een bijeen komst plaats in Nederland. Afgevaardig den uit 14 landen worden verwacht (Bel gië, Tsjecho-Slowakije, Duitschland, En geland. Frankrijk. Hongarije. Italië. .Toe- go-Slavic, Nederland, Oostenrijk. Polen, Roemenië, Schotland en Zwitserland). Behandeld zullen worden onderwerpen uit het kerkelijk leven deT verschillende landen, de kerk en de economische bewe ging. de kerk en het sociale leven (kerke lijke liefdadigheid en de arbeidersorgani saties, uitwisseling van studenten). De vergaderingen wórden in besloten kring van de leden en genoodigden gehou den. Een openbare samenkomst zal wor den gehouden op Woensdag 19 September om acht uur des avonds in de Groote kerk. waarbij sprekers uit verschillende landen zullen optreden. Een algemeené commissie voor Neder land is gevormd om de Alliantie te ont vangen. bestaande uit de Hoogleeraren Dr. W. J. Aalders te Groningen Pr. G. Ch. Aalders te Hilversum; Dr. F. M. Th. Böhl te Leiden; Dr. H. Bouwman te Kampen; Dr. J. A. Cramer te Utrecht; Dr. Th. L. I-Iaitjema te Groningen; Dr. T. Hoekstra te Kampen; Dr. J. A. C. v. Leeuwen te Utrecht en Dr. A. A. v. Schelven te Haar lem, benevens de heeren Ds. D. den Breems, secr. van den Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk; Ds. P. Berthault, pred. der Waalsche Gem. te 's-Gravenhage; Ds. A. Hoeneveld, Ger. pred. te Nijkerk; Ds. Michelin Moreau, Waalsch pred. te 's- Gravenhage; Dr. G. J. Weyland, Ned. Herv. pred. te Veere; Mr. H. de Bie te Rot terdam; Mr. H. Muderije te Amsterdam en F. C. C. Baron van Tuyll van Seroosker- ken te Zuilen. Het adres van het plaatselijk, comité vah ontvangst is 3e v. d. Boschstraat 3, te 's-Gravenhage. MAAT BIJ KERKZANG. Hét is haast ongelooflijk, maar het is toch zoo, dat ook al het tempo bij het zin gen (in de kerk) tot een „kenmerk" wordt gemaakt. In allen ernst is mij de vraag gedaan, schrijft Ds. J. Brouwer in de „Rijnl. Kerkbode of het vlugge of langzame zingen der Psalmen er iets toe doet. Op die vraag heb ik geantwoord, dat wij steeds met eerbied onze Psalmen moe ten zingen. Wij mogen den Naam des Heeren onzes Gods niet ijdellijk gebrui ken. Onze zielsgestalte moet zoo wezen, dat de Naam des Heeren er door gehei ligd wordt. Het spreekt vanzelf, dat wij in een op gewekte stemming verkeerende, iets vlug ger zullen zingen dan wanneer wij in droefheid zijn. Het wil mij voorkomen, dat daarom een lofpsalm en een zegelied wat vlug ger dienen gezongen te worden dan een boetepsalm en een gebed om vergeving van zonden. Nergens wordt in de H. Schrift een maat voor het gezang aangegeven. Wel weten we, dat het merkbaar was aan het geluid, wat voor lied werd aangeheven. Toen Mozes met Jozua van den berg afdaalde, hoorde hij het juichen des volks om het gouden kalf. Jozua meende dat het °en krijgsgeschrei was. Doch Mo zes zeide: „Het is geen stem des roepens van overwinning, het is ook geen stem des roepens van nederlaag; ik hoor een stem des zingens hij beurte". Een lied al-scheminith (bas) moet an ders geklonken hebben dan een lied al- alamoth (sopraan). Ik veronderstel, dat dit ook op de maat wel eenigen invloed zal uitgeoefend heb ben. Dat is niet meer dan natuurlijk. De tempelkoren zongen den eenen keer anders dan den anderen keer, maar van een Goddelijke ordinantie dienaangaande is mij niets bekend. Onze vaderen zongen de Psalmen op wat we noemen heele en halve noten. Ook zij maakten dus verschil. Later met de invoering *'an de nieuwe Psalmberijming is het algemeen gewoon te geworden de Psalmen op heele noten te zingen. Eerst in de laatste jaren wordt van het trage langzame uitgerekte zin gen een speciaal „kenmerk" van recht zinnigheid en vroomheid gemaakt. Nog eens. natuurlijk moet een Psalm vers niet afgeraffeld worden. De deun tjes van het Leger des Heils stuiten ons tegen de borst. Ook in de wijs en in de maat moet het zielsleven tot uiting ko men. Ook de cadans en het rhythme zijn niet neutraal. Een straatorgeldeun"sticht niet. Aan den anderen kant moeten wij echter voorzichtig wezen en niet een kenmerk maken van iets, dat in het ge heel geen kenmerk is. Veel hangt af van den leeftijd. Een oude van dagen zal niet zoo vlug kunnen zingen als een jongere. De eene streek is ook wat vlugger dan de andere. Alle or: ganisten zijn ook njet gelijk aangelegd. De inhoud va.i een lofpsalm brengt van zelf mee, det de maat wat korter wordt genomen dan van een. schuldbelijdenis en een bede. Laten we er ons toch voor wachten, dat wij in het „strekzaam" zingen, geen bij zondere godsvrucht zien. Hier staan wij bloot voor groote. geestelijke gevaren van doode vormen. Maar laten wij er ons evenzeer voor wachten, dat wij in de kerk niet "op lied jeszangers gaan gelijken-en der wereld gelijkvormig worden. Gij zult dit lezende zeggen, dat hier geen bepaald antwoord gegeven wordt. Dat is ook zoo, en wel om de eenvoudige reden, dat, God die ook niet geeft. De Javaansche Christenen zingen te genwoordig de Psalmen op onze IIol- landsche wijzen. Mij is wel eens verteld, dat heel hun stemming en manier en keel zich er niet voor leenen. Het klinkt onnatuurlijk, niet geestelijk, het is na- doenerij. Wat zou er tegen zijn, indien een geloovig Javaansche dichter de Psal men^. eens op Javaansch maatgezang bracht en de Psalmen gezongen werden in de Javaansche kerken op Javaansche manier? Elk volk spreekt naar zijn aard. Ik meen, dat de wedergeboorte en de bekeering den volksaard niet behoeven te veranderen, maar wel heiligen moeten. UIT DE OMGEVING. BODEGRAVEN. Burgerlijke stand. Geboren: Geer- itruida Johanïia d.v. A. Hèllingerwerf en J.Nieuwenhuizen; Gerri Everdinadv T. J. Dubbelman en E. Dorrestijn; Hele- lena Cornelia d.v. J. Windhorst en M. Remme. Overleden: H. Lubbersen 83 j. wed. van Th. Zwart, eerder van A. Kompier. BOSKOOP. Gemeenteraad. Bij de opening van de raadsvergade ring op Dinsdag, herdacht de V o o rz. het zoo plotseling overlijden van Dr. van der Tak, die meer dan 34 jaren te Boskoop arts is geweest. Gedurende 21 jaren was hij lid vau den Raad en eenige jaren lid van het Dag. bestuur. Steeds was hij rusteloos bezig om Bos koop groot té maken. Tot leden der Raadscommissie voor onderzoek van begrootingen en reke ningen, werden benoemd de heeren A. Brand, W. de Ruyter en P. D. Noest, terwijl als plaatsvervangend lid werd gekozen de heer A. Kei)zer. Tot gedelegeerden der Gemeen te in het bestuur vau de Woningbouw vereniging. „Onze Woning" werden ge kozen de heeren W. de Ruyter en A. Nijhof, in het bestuur van da Woning bouwvereniging „Patrimonium" de heeren P. Loef en A. Brand, en in het bestuur der Woningbouwvereen. „St. Joseph" de heeren W. C. van Kleef en D. Mesman. Tot gedelegeerden in het bestuur dei- Coöperatieve Vereen. „De Boskoopsche Veiling", werden gekozen de heeren Th. A. Houdijk en C. J. van der Wolï. Tot gedelegeerden in de Badhuiscom missie werden gekozen de heeren W, de Ruyter en D. Mesman. Ten behoeve vau het in aanbouw zijn de gemeentehuis werden aanvaard de volgende schenkingen. Van den Voorz. ■een schilderij in olieverf en van den heer J. van Gelderen de verlichting van de kamer van R. en W. De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur voor het jaar 1929, en die van het Electricitedtsbedrijr, de Gas fabriek en de Bronwaterleiding, alsme de de gemeentebegrooting met de daar bij behoorende memorie van toelichting en verdere bescheiden voor dei dienst 1929, werden door Burgemeester en Wethouders aangeboden. Zij zijn gesteld in tenden van do commissie voor het nazien der begrootingen. Hierna herdacht de Voorz. het feit dat de heer E. Guldemond 25 jaren lang lid van den Gemeenteraad was. Ook de heer Mesman sprak eenige woorden van waardeering, waarop de heer Guldemond vervolgens een speech hield. Daarna werd aan den heer Gulde mond een bloemenhulde gebracht. Het verzoek van de besturen der 3 AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 7 Sept. 1928. 't Gaat tegen de verkiezingen, dat ia nu al merkbaar. Niet alleen komt er ritseling in het loover van de bestaande partijen. Ook de dorre takken van oude tronken toonen nog eenig leven. Iloor maar. Te Amsterdam is opgericht de Ne derlandsche Volkspartij voor hoofd- en handarbeiders. Deze nieuwe politieke partij, die bij de komende kamerver kiezingen aan den strijd ter verkrij ging van kamerzetels zal deelnemen, stelt zich ten doel: le. te ageeren tegen het bestaande parlementaire stelsel; 2e. op te komen voor algemeene volksbelangen; 3e. te bevorderen de invoering van premièvrij staatspensioen. Het bestuur bestaat uit 9 personen, waarvan de heeren C. Merkelbach, voorzitter; G. B. van der Werf, secre taris en M. Hoogland, penningmeester. Qo dagelijksche leiding hebben. Zoo waar het is de oude knar die wij allang dood waanden en die be stemd scheen om voorgoed aan het vuur te worden prijsgegeven. Hij. ver toont nog even een mieserig lootje. De drie punten zijn het duidelijkste bewijs dat we hier met een oude actie t2 doen hebben. En de namen? Zeggen ze ons ook niet 't zelfde? Maar wie verwacht er nu in ernst in 1929 van zoo iets timmerhout? OBSERVATOR. Eouwvereenigingen om ontheffing te verleenen van de verplichting tot beta ling van legesgelden voor bouwvergun ningen, betreffende den bouw van 37 woningen, werd afgewezen. Voonoopig werden vastgesteld de re kening van ontvangste-n en uitgaven iler gemeente over het jaar 1927, met daarbij behoorende bescheiden, alsme de de balans, winst- en verliesrekening der Gem.-Bedrijven over het jaar '27. Goedgekeurd werd de rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1927. Besloten werd tot medewerking: i.z. de verbetering van den Middelburg sehen en Bloemendaalschenweg, resp. openstelling van die wegen voor het automobielverkeer. Machtiging werd aa.n B. en W. ver leend om niet-betalende huurders van de 15 eenvoudige woningen der ge meente uit te zetten. Ten slotte werd besloten tot aankoop ,van twee huizen aan de Zijde, van de heeren K. A. en A. P. Houdijk, zulks voor de verbetering van den toegang tot de Boezemkade. HAZEnsWOUDH. Het feest der Wilhelmhiaveree- niging alhier, werd Woensdag gehou den onder het genot van prachtig zo merweder en opgeluisterd door de mu ziek van de Harmonie van deze ge meente. Des morgens werd aangèvan- f en met een optocht doof diet dorp oor het bestuur der vereeniging, de deelnemers aan de ringrijoerij met paard onder den man, on de Harmonie van hier in volle actie. Volksspelen werden gehouden op het feestterrein en door den heer W. Pottum van Rot terdam werd een ballonvaart onderno men, waarbij een onzer dorpsgenooten hem vergezelde. Het feest werd beslo ten met een concert en groote bios coop -voorstell ing. Burgerlijke stand. Bevallen: A. M. Grau, geo. Brugman, d.; H. Bos geb. Kruit. z. Ondertrouwd: W. van Vegten 25 j. en A. Slappendel 29 j.: J. van Stave ren, 25 j. en M. G. Berkheij 2; j. Gehuwd: M. J. van Zonneveld en A. P. Vogelaar. HAARLEMMERMEER Burgerlijke stand. Geboren: Wil- (belmina, d:v. P. de Smit eu E. H. van den Ochtend; Johannes Fredrikus z.v. J. Blom en F. Janssen; Jannetje Ma ria Hendrika d.v. A. Biesheuvel enR. H. Kuiper; Franciscus Heuricus z.v. F. G. Alkemade en A. W. Nigten; Cor nelia Antonia d.v. W. Struik en G. J. Buis; Elize Hendrika d.v. C. Chardom >en<A. Colijn: Antonia d.v. J. van Til- FEUILLETON. God is mijn heil. Hij meende, dat de ware vroomheid bestond in goed handelen, waarbij men dan altijd wel tijd had, èen kort gebed te doen, en niet in openbaar bidden en'zingen. Als hij dus tehuis was, gebeurde het dus niet en het werd zoo ongeregeld gedaan, dat er bijna geen zegen op kon ru9ten. De naam des Heeren werd in het alge meen gesprek zelden genoemd, want him vader hield er niet van, en diege nen der kinderen die er behoefte aan gevoelden den Heer te zoeken, en zon derling genoeg deden z'J dat allen, zochten daartoe gelegenheid in de* eenzaamheid. Elise en Marie lazen op haar kamer samen in den bijbel, maar zij waren te beschroomd om er met hun mama of Hedwig over te spreken. Deze beiden waren de eenigen, die elkaar hun godsdienstige gevoelens mededeelden, en dat ging nog wel hoofdzakelijk van Hedwig uit, daar haar moeder meestal zeer stil was. Hedwig had een onbestemd vermoe den, dat haar moeder niet gelukkig was, ofschoon zij niet wist waarom ze er zich geen rekenschap van tracht te te geven. Maar des te meer voelde zij zich aangetrokken tot haar stille droefgeestige moeder, die zoo geduldig haar kruis droeg en zij wendde alles aan om haar het leven zoo aangenaam mogelijk te maken. Robbert was tot nog toe de eenige, die ver van den Heer scheen te blijven; op school hoor de hij er weinig over, dé catechisatie scheen niet veel indruk op hem te ma ken en toen hij bevestigd werd was menige zucht voor hem uit het hart zijner moeder opgestegen. Zij troostte zich met de gedachte, dat de trouwe Vader daarboven geen Zijner schapen laat verloren gaan; haar zoon had van natuur een gevoelig hart, en zij dacht dat ook voor hem de tijd wel eens zou aanbreken, waarop het woord Gods wortel zou schieten; zij verlangde naar de vacantie omdat hij dan we der onder beteren invloed zou komen. In Schönbeide nam men ook maat regelen, om zich tegen eer aanval van het gepeupel te vrijwaren. In de nabijheid maakte men een straatweg, waaraan vele Berlijnsche werklieden bezig waren, die veel last veroorzaakten, dewijl zij in de bos- schen hout stalen, en dikwijls met den houtvester hangemeen werden. Zoo vormde zich in het vroeger zoo rustige dorpje een regiment vrijwilli gers waaraan alle mannen en jongelin gen deelnamen. De bewapening was wel gebrekkig, want die geen geweer machtig kon worden nam een hooi vork of een zeis, maar moed en vader landsliefde maakten hen tot een sterk troepje. De heer Van Mengen was natuurlijk met algemeene stemmen tot opperbe velhebber benoemd. De kinderen hadden hier ook genoe gen in en richtten een corps op eigen hand op. De timmerman maakte voor hun houten geweren en nu exerceer den zij met veel ijver onder commando van Ernst II. Elise en Marie werden als hulptroepen aangenomen en had den als uniform zwartfluweelen pak jes aan met groote zwart-witte strik ken, ook droegen zij ceintuurs, linten en boordjes, waarop geborduurd stond „koning van Pruisen" of „prins van Pruisen". Marie werd spoedig de beste sol daat en hielp Elise, haar onafschei delijke kameraad, bij alle moeilijke exercitiën; want hoewel een jaar jon ger, was zij veel grooter en sterker, daar Elise als kind dikwijls ziek was geweest, zoodat Marie meermalen voor de oudste werd «angezien. Zij hielden veel van elkaar en waren bij na altijd samen. Elise hielp Marie bij het leeren en deze haar zuster bij het spelen, zoodat zij elkander niet mis- stn konden en in de leerkamer heet ten zij Castor en Pollux. Als mevrouw Van Mengen haar zoon al te ernstig vond liet zij het kleine leger voor hem exerceeren en dat verdreef gewoonlijk alle droeve gedachten bij hem; dan lachte hij har telijk, vooral om de twee dikkertjes, die dikwijls in al te grooten ijver over eikander heen vielen, en hij vond er genoegen in hen te leeren en te helpen. Des namiddags als de courant kwam, heerschte er altijd een groote spanning en de berichten werden met beklemde harten vernomen. De treu rige toestand in Berlijn en de onrus tige bewegingen in de hoofdplaatsen der provinciën, de opstand in Posen, dat alles vervulde de harten met zorg en smart; daarbij kwam nog de on verdiende smaad, die op het dappere trouwe leger rustte, dat in de omstre ken van Berlijn gekampeerd lag." Spoedig hoorde men dat sommigen dezer regimenten naai* Sleeswijk zou den gezonden worden om de Duit- schers te bevrijden van de Deensehe heerschappij. Dit was den soldaten zeer welkom, en reeds in de eerste da gen van April zouden zij opbreken. Het regiment grenadiers en de veld artillerie werden daartoe bestemd. Den laatsten avond gaven de officie ren van het regiment grenadiers, dat ingekwartierd was in de nabijheid van het 1ste regiment dragonders, aan hun kameraden een afscheidssouper. Jonkheer Van Haller, die vroeger bij de laatsten gestaan bad en nog met hart en ziel soldaat was, werd ook gevraagd en hij noodigde den neer Van Mengen uit hem te vergezellen, hetgeen deze zeer gaarne aannam. Het feest werd gegeven op oen dorp in de nabijheid van Teltow, waar de soldaten zeer gezien en bemind waren. De gesprekken, gedurende den maal tijd gevoerd, getuigden van de warme vaderlandsliefde der aanwezigen. Het vooruitzicht na den geleden hoon nieuwe lauweren te verwerven, de ernst der tijden en de weemoed van het afscheid verleenden aan het ge- heele feest een bijzonder karakter. De beide regimenten hadden altijd samen geëxerceerd, en waren ook sa men naar de kerk gegaan, zoodat zij zeer aan elkaar gehecht waren. Een officier der dragonders had eenige coupletten gemaakt, die aan tafel gezongen werden. Do eersten wa ren opgedragen aan dén beminden prins van Pruisen, die van het leger was gescheiden, de anderen bevatten een afscheidsgroet van d$ dragonders aan de grenadiers, waarvan de slot verzen luidden: Al scheen het alsof nimmermeer, De wolken breken zouden, Toch zagen wij nog keer op keer De zon het veld behouden. Die zon blijft aan den hemel staan. En lacht ons blij en vriend lijk aan. Reikt daarom ons de broederhand, En laat ons vroolijk scheiden, Al gaat gij d'één, wij d'anderen kant, Eén band vereent ons beiden. Gaat moedig voort, doet steeds uw plicht, 't Wordt eenmaal voor ons allen licht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5