NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
DINSDAG 28 AUG. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
Mr. KAN TE DOORN.
Uit Doorn meldt men, dat de minis
ter van Binnenlandsche Zr.ken en
Landbouw, mr. Kan, daar is aange
komen en een bespreking beeft gehad
met den ex-keizer.
DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE
ONDERHANDELINGEN.
De N. R. Crt.-correspondent te Brus
sel meldt;
De Independence Beige, welke af en
toe de spreekbuis van minister Hy-
mans blijkt te zijn, schrijft vanoch
tend, dat men zich in België niet on
gerust hoeft te maken over de stilte
welke thans heerscht bij de Nederl.-
Belgische onderhandelingen. Van bei
de zijden is de diplomatieke werk
zaamheid niet onvruchtbaar gebleven
en men verzekert ons, aldus het libe
rale orgaan, dat minister Beelaerts
van Blokland van de aanwezigheid te
Genève van minister Hymans gebruik
zal maken, om zich met hem te onder
houden over de kwestie, die beide
landen ten zeerste belang inboezemt.
Mochten de besprekingen in de Vol
kenbondsraad deze bijeenkomsten
niet mogelijk maken, dan zouden ze
onmiddellijk na de sluiting der werk
zaamheden te Genève plaats hebben.
Het blad drukt daarbij den wensch
uit, dat Nederland een formule zal
weten te vinden die rust zal brengen.
18DE BEURS VAN DE
DAMESKRONIEK.
In den Dierentuin te 's-Gravenhage,
waar deze tentoonstelling van 7 tot
en met 16 September a.s. zal gehou
den worden, is men reeds begonnen
met het optrekken van het nieuwe ge
bouw, waarin o.a. vele groote Neder-
landsche fabrikanten hun producten
zullen exposeeren. Het totaal aantal
der in het nieuwe gebouw onder te
brengen stands bedraagt 24. De bezoe
kers zullen ook in dit gebouw diverse
demonstraties van de nieuwste snuf
jes kunnen bijwonen.
DEMOCRATEN, ONDERLING.
In Democratie en Vrije Arbeid
schrijft de heer Busch:
„Dat het de sociaal-democraten
geen ernst is met de ontwapening,
wisten de ingewijden reeds, doch dat
zij zoo infaam de kiezers zouden be
driegen als in Duitschland is geschied,
dient aan de mogelijke vergetelheid
ontrukt. De Duitsche socialisten gin
gen de verkiezing in met de leuze:
„Kinderspijziging inplaats van ge
pantserde kruisers".
Nu zij daardoor of mede daardoor
een stemmenwinst hebben verkregen,
die op het regeergestoelte doet zitten,
is het eerste besluit wat zij teekenen,
het doen maken van een pantserkrui
ser. Waardoor de leuze in de daad
omgezet luidt: Gepantserde kruisers
inplaats van kinderspijziging.
Bah, hoe vies".
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Engelbert (Gron.)
N. C. Renken, te N. Scheemda (Gron.)
Te Wouterswoude: D. Plantinga, te
Linschoten.
Bedankt, voor Annerveen: W. A.
Noest, te Grootegast.
GEREF. KERKEN.
tweetal, te Herwijnen: W. H.
Bouwman, te Capelle a .d. IJssel; en
A Koning, te St. Laurens.
Beroepen, te Herwijnen: W. H.
Bouwman, te Capelle a. d. IJsSel Te
I.utjegast: H. v. d. Zande, te Wapen
veld.
Bedankt, voor Breda: A. G. Wolf,'
to 's-Graveland.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal, te Schiedam: A M.
Berkhoff, te Amsterdam en K. Groen,
te Nieuwpoort.
Aangenomen, naar Steen wijk
A. Ponstein, cand. te Epe.
B e d a n kt, voor Aalten, Sneek, De
Krim, Delft: A. Ponstein, cand. te Epe.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Ds. G. Boeken oogen nam Zon
dagmiddag, wegens bekomen eervol
emeritaat, afscheid van de Geref. Kerk
van St. Ann I-arochie met een predi
katie over Ri.-L'teren G 12 de woor
den: „De Heere is met U".
Aan het einde sprak ouderling
Oostra den scheidenden leeraar op
hartelijke wijze toe, en liet hem toe
zingen Psalm 121 4.
Ds. Boekenoogen zal zich voorloopig
metterwoon te Wyhe vestigen.
Ds. P. Prins hoopt Zondag 14
October a,s. afscheid te nemen /an de
Geref. Kerk van Oostwolde (Oldambt)
en Zondag 21 October d.a.v. intrede te
doen bij de Geref. Kerk van Deventer
B, na bevestiging door dr. J. J. van
Baarsel, predikant bij de Geref. Kerk
van Deventer A.
BEROEPINGSWERK.
De Ned. Herv. Gem. te 's-Gravenha-
ge staat voor de vervulling van een
drietal vacatures, ontstaan door de
emeriteering van dr. A. Troelstra, ds.
A. J. A. Vermeer en dr. Joh. de Groot.
Voor de vervulling van de eerste va
cature is bereids een groslijst opge
maakt. die niet minder dan 96 namen
bevat en waaruit 13 Sept. a.s. een
drietal zal worden geformeerd. Als
bijzonderheid mogen we melden dat
op deze lijst, die de namen bevat voor
het meerendeel van confessioneelen,
van ethischen en Geref.bonders en ook
van een enkele Rechts-vrijzinnige
predikant, om. voorkomt de Minister
van Arbeid, dr. J. R. Slotemaker de
Bruine. Verder staan er op niet min
der dan 7 Amsterdamsche predikan
ten (dr. G. Oorthuys. ds. A. G. H. van
Hoogenhuyze, dr A. H. de Hartog, ds.
L. C. W. Ekering, ds. P. J. Roscam Ab-
bing Jr., ds. A. G. den Hertog en ds.
R. Dijkstra). Eveneens 7 Rotterdam-
sche predikanten (P. van Toorn, A. C.
G. den Hertog, A. van Kooten, H. van
Wessel, P. G. de Vey Mesdagh, J. J.
Stam en dr. S. F. H. J. Berkelbach v.
d. Sprenkel Van de Utrechtsche pre
dikanten prijkt van 5 de naam op de
groslijst, n.l. jhr. J. L. A. Martens van
Sevenhoven. J. Goslinga, P. Veen. B.
Batelaan en dr. G. W. Oberman.
Verder vermeldt de lijst de namen
van ds. W. Bieshaar, Zendingsdirector
van den Geref. Zendingsbond en van
ds. J van Dijk van Bloemenlaal, die
beiden in Den Haag werkzaam ge
weest zijn, alsmede die van ds. J. J.
C. Karres van Apeldoorn, wiens va
der in leven predikant bij de Ned.
Herv. Gem. van 's-Gravenhage ge
veest is.
Van de Leidsche predikanten ver
meldt de groslijst de namen van ds.
W. Th. Boissevain en ds. J. W Groot
Enzerink.
MET EMERITAAT.
Ds. J. E. Koopmans, predikant der
Ned. Herv. Gemeente te Zuiderwoude
(N.-H.), heeft wegens ongesteldheid
met ingang van 1 October emeritaat
verkregen.
Ds. H. DE JONGE.
Voor een zeer talrijk gehoor hield
ds De Jonge, Hervormd predikant te
Bergen op Zoom. Zondagmorgen zijn
gedachtenisrede naar aanleiding van
zijn 25-jarig ambtsjubileum. Zijn tekst
was 1 Corinthe 13 13.
Het kerkelijk zangkoor zong bij bet
begin en het einde der godsdienstoefe
ning een toepasselijk lied.
Op den eigenlijken feestdag. 23 Aug.,
was ds. De Jonge reeds v. verschillen
de kanten gehuldigd en waren bem
door allerlei corporaties geschenken
en bloemen aangeboden. Ook uit Krab-
bendijke en Roosendaal, ontving hij
vele blijken van waardeering, terwijl
ook de Geheel-onthouders en de Es
perantisten te Bergen op Zoom. wier
leidsman hij is, zich niet onbetuigd
lieten.
Ds. L. B. TJEBBES.
l)s. L. B. Tjebbes, Ned. Herv. predi
kant te Middelburg, vierde gisteren
zijn 35-jarg ambtsjubileum.
Ds. Tjebbes aanvaardde zijn ambt
te Sihraard en stond achtereenvolgens
te Oudemirdum, Medemblik en sinds
1909 te Middelburg. Ds. Tjebbe.^ is
quaestor van den ring Middelburg.
Ds. W. WAGTER. f
Nadat hij Zondag in eigen gemeente
en ook te Nisse nog het Woor.l be
diend had, is plotseling overleden ds.
W Wagter, predikant der Nei. Herv.
Kerk te Oudelande.
Ds. Wagter, geboren 19 Maart 1872,
werd op 9 September 1900 te Koekan-
ge in het ambt bevestigd. Op 2 Novem
ber 1924 deed de overledene te Oude
lande zijn intrede.
DIACONALE CONFERENTIES.
De Conferentie vanwege de Federa
tie van Diaconieën in de Ned. Herv.
Kerk, die van 2830 Aug. te Lunteren
gehouden wordt, zal handelen over de
volgende oderwerpen: 1. Het geeste
lijk karakter van het diaken-ambt;
2. Het werk van Avondlicht" en de
zorg voor Ouden /an Dagen; 3 Uit de
practijk van woeker en woikerbestrij-
(ii:.g; 4 De practijk van Ie Arm-u-wet;
en 5. Dood en levend geld.
ATTESTATIES.
Ter verga.'fring van de Classis Goes
van de Geref. Gemeenten zijn bespre
kingen gevoerd betreffende de attes
tatie van een persoon, die in zijn ge
meente van afkomst behandeld had
moeten worden en nu met „een be
klad attestatie" bij een andere ge
meente aankomt. Gewezen werd hier
op dat geen attestaties mogen worden
afgegeven van een lid dat censurabel
is. tenzij dat door den betrokken ker-
keraad is behandeld, dewijl zulks
groote moeilijkheden veroorzaakt bh
de gemeente waar hij aankomt. Een
attestatie moet worden afgegeven, óf
goed, óf onder de tucht, een tusschen-
weg bestaat niet.
Achter de mededeeling van deze
Classis-uitspraak wordt door de re
dactie van de „Saambinder" (ds. G.
H. Kersten), waaraan dit bericht ont
leend is, een vraagteeken geplaatst.
Gemeenteraad Leiden.
(Veruolg van gisteren).
De gemeenteiinanclën.
11. Rekening van de Ontvangsten
en Uitgaven der gemeente over het
jaar 1927, met inbegrip van die der
Haarlemmertrekvaart.
De heer De Reede (C. H.) houdt
de volgende rede:
Er liggen eenige maanden tusschen
de goedkeuring van de rekening van
het afgeloopen jaar en de beraadsla
ging over de begropting van het vol
gende, maanden, waarin de financi-
eele toestand der Gemeente meer dan
anders de aandacht zal hebben en het
verschil tusschen de rekening 1927 en
hare voorgangsters niet onopgemerkt
zal kunnen blijven.
Dat verschil toch is opmerkelijk ge
noeg; al wordt er in de stukken niet
over gesproken.
Werd er gedurende twee jaren een
tekort becijferd, thans is er een over
seint berekend, wel niet groot, maar
als we het stellen tegenover het tekort
van 1926, toch schijnbaar wel een
groote vooruitgang.
Ik zeg „schijnbaar", want het valt
niet te betwisten, dat het trekken van
conclusies uit de berekende exploita-
tie-saldi tot niet geheel juiste gevolg
trekkingen zou leiden, indien niet met
alle factoren wordt gerekend en ik
betreur het daarom, dat B. en W. niet
naast de toelichting op de rekening,
die aansluit op de begrooting, een sa
menvattende beschouwing uit de re
keningen over enkele jaren hebben ge
geven, waarin de groote lijnen worden
uitgestippeld, die in de ontwikkeling
der financiën vallen op te merken.
Daarvoor zou te meer reden zijn ge
weest, omdat reeds bij de behandeling
van de begrooting voor 1928 in de
secties deze zaak is ter sprake geko
men en de beantwoording van enkele
opmerkingen, toen door mij gemaakt,
niet getuigde van een juist inzicht in
de door mij opgeworpen kwesties. Ik
heb die zaak toen maar laten rusten,
omdat het mij ontbrak aan tijd om het
materiaal, daarvoor noodig, te bewer
ken, maar wil daarop thans terugko
men en aantoonen, dat inderdaad de
z.g. expl. saldi niet steeds saldi van
de gemeentehuishouding in een be
paald* jaar zijn geweest, maar beden
kelijk waren vertroebeld door de wij
ze, waarop in het bijzonder de Ink.-
belasting en de afwikkeling der onin
bare posten is behandeld, wel is waar
in overeenstemming m. de rekenings
voorschriften, maar toch zóó, dat het
van groot belang was om aan de toe
passing van die voorschriften eenige
beschouwingen te verbinden.
Nu zij allereerst opgemerkt, dat deze
rekening met haar voorgangsters de
resultaten doen zien van de politiek
die door het college van B. en W. in
zijn vroegere samenstelling werd ge
voerd, zoodat dit college daarvoor niet
of weinig verantwoordelijk is, en
slechts uitvoerder is geweest van de
besluiten, die het bij zijn optreden ge
vonden heeft.
Ik meen echter, dat deze omstan
digheid ons niet ontslaat van den
plicht, om te onderzoeken of het vorig
college er inderdaad in geslaagd is om
de ongunstige financieele omstandig
heden te overwinnen, dan wel, of er
misschien alleen factoren hebben me
degewerkt, die min of meer onafhan
kelijk zijn van de gevoerde financiee
le politiek, m.a.w., of hier sprake is
van regeeren, of van geregeerd wor
den.
Ik wil er dan op wijzen, dat de re
kening 1927, vergeleken bij die van '26
weer blijk geeft van een voortgezette
stijging der uitgaven, dikwijls gepaard
gaande met een vermindering van de
ontvangsten, dezelfde tendenz, die ook
uit de rekening van 1924 en '25 spreekt
Tegenover enkele af deelingen, die
iets voordeeliger uitvallen, zooals het
Openbaar voorber. Lager Onderwijs,
Middelbaar, Hooger Onderw. K. en W.
Ondersteuning aan behoeftigen en an
dere met een totaal bedrag van rond
57.000, staan de andere afdeelingen,
die rond 151.400 duurder zijn gewor
den.
Daarvan komt op het Hoofdstuk
Onderwijs alleen rond 60.890, waar
aan het openb. l.o. meedoet met 24.500
gld. en het bijzonder met 21.500.
De openbare veiligheid heeft, on
danks de besparing op het salaris van
den Commissaris 7000 meer gekost,
Volksgezondheid 8100, Openb. Wer
ken 18.450. ondersteuning aan werk-
loozen 29.700.
Ik geef deze cijfers zonder verdere
beschouwingen of critiek, omdat B. en
W. reeds een en ander maal bewezen
hebben, dat het college werkzaam is
om te bezuinigen en omdat de taal,
die er uit spreekt, duidelijk genoeg is.
Groote voorzichtigheid in het uitge
ven blijft een gebiedende eisch.
Dat, ondanks de vermeerdering van
uitgaven toch nog een batig saldo kan
worden berekend, is uitsluitend te
danken aan de bedrijven, die met plm.
300.000 de opbrengst van 1926 hebben
overschreden. De uitbreiding van het
Electrisch Bedrijf, onder een kranig
en zakelijk beheer, doet daaraan mee
met 131.000.
Hoe verblijdend ook dit verschijnsel
is, toch schuilt daarin ook een gevaar.
Evenals in andere gemeenten, wordt
ook hier het evenwicht van de gemeen
tehuishouding hoe langer hoe meer
afhankelijk van de resultaten der be
drijven, die gevoelig zijn voor geheel
andere factoren, dan de overige inkom
sten der gemeente, factoren, die wel
iswaar gunstig kunnen zijn, maar die
evenzeer kunnen tegenvallen en het
is daarom wel te betreuren, dat de
toezegging van den wethouder van
financien tijdens de behandeling van
de begrooting 1928, om te overwegen,
of de winst der bedrijven voor een deel
aan de vorming van een fonds zou
kunnen worden dienstbaar gemaakt,
blijkbaar gevaar loopt om met de stil
le trom te worden begraven.
Immers de winst, die het toen ge
noemde bedrag van 600.000 met
195.000 te boven gaat, verdwijnt zon
der eenig commentaar in deze reke
ning.
In het oog loopend is ook het batig
saldo van het Grondbedrijf, tegenover
de permanente nadeelige saldi in vo
rige jaren, dat echter niet te danken
is aan de gunstige oorzaak, dat dit be
drijf winst heeft opgeleverd, want de
rekening sluit met een verliessaldo
van 31077,04.
In tegenstelling met de vroeger ge
volgde gewoonte is dit verlies ge
bracht ten laste van het Reservefonds
dat daardoor van 106.820,91 tot de
som van 84.431,41 is terug geloopen,
een methode, die wel te verdedigen is,
maar die in zijn toepassing incidenteel
moet blijven.
Ik kom thans tot den post Belastin
gen, die eveneens een stijging aantoont
boven 1926 en wel van 177.500 en die
daardoor in volkomen tegenspraak is
met de werkelijkheid.
Was dit beeld juist, dan zou het wij
zen op een vermeerdering van wel
vaart, op stijging van het belastbaar
inkomen in de eerste plaats en dat ia
toch allerminst het geval.
Integendeel, nog steeds loopt de Ink.
belasting geheel in overeenstemming
met de vroeger door mij uitgesproken
verwachting, achteruit.
Het laatst afgesloten kohier is weer
plm. 35.000 lager dan zijn voorgan
ger en er zou dus een daling moeten
blijken.
Nu zijn de in rekening gebrachte
bedragen ingevolge de voorschriften
mede afhankelijk van de raming en
zou in dit jaar ruim 32 000 minder
zijn verantwoord, indien de werkelijke
cijfers daarvoor in de plaats konden
komen; maar er is meer.
Op 1926 drukte een belangrijk hoo
ger bedrag aan oninbare posten, ge
volg van achterstand in de afrekening,
die vóór 1925 is ontstaan.
Het behoeft dus geen betoog, dat
daardoor een abnormaal hoog bedrag
ten laste van 1926 is gebracht, naar
schatting ongeveer 150.000, en door
deze beide posten wordt de geheele
vooruitgang opgeheven niet alleen,
maar blijkt ook, dat het expl. saldo
van 1926 er te ongunstig uitziet en al
leen uit dezen hoofde met 150.ÖCO
moet verminderen.
Dezelfde vertroebeling, hoewel met
andere bedragen, komt ook voor in
1924 en 1925, en behoorde te zijn ver
meden, evenals ook in andere gemeen
ten i> geschied, door er op te wijzen,
dat de overschotten uit vroegere jaren
voor een deel zouden moeten dienen
om die posten te dekken.
Al was het werkelijk bedrag niet he
kend, dan had daarvoor immers een
bedrag door schatting kunnen zijn
bepaald.
Om niet al te zeer in onderdeelen af
te dalen, laat ik de vroegere rekenin
gen rusten en resumeer de door mij
aangestipte verschillen tusschen de
rekeningen 1926 en 1927 aldus:
Nadeelig saldo 1926 was 386166,66
Te weinig ink.-belasting 10000,
Te veel oninbare posten 150000,
blijft 226166,66
Voordeelig saldo 1927 48905,19 3*
Te veel ink.-belasting
plm. 32000,—
Verlies grondbedrijf
31077,— 63000,—
Nadeelig saldo 14100,
De gelukkige omstandigheid, dat uit
de middelen der bedrijven in het over
schot van vroegere diensten het be
langrijk nadeelig saldo van den kapi-
taaldienst tijdelijk kan worden gefi
nancierd, maakt, dat rente en afschrij
vingen niet ten volle hebben gedrukt,
woordoor dit beeld nog eenigszins te
gunstig is.
Om dus cijfers te krijgen, die scher
per dan het geval is geweest de toe
stand der gemeente-financiën doen
kennen, had men althans in zijn be
schouwingen wat dieper op de zaak
in moeten gaan en ik twijfel er niet
aan, of het college van B. en W. zal,
met mij het groote daarvan inziende,
met mij 't groote nut daarvan inziende
rekening willen houden.
De heer Goslinga (A.-R.), weth.,
merkt op dat een dergelijke rede beter
bij de begrooting dan bij de gemeente
rekening op haar plaats ware geweest.
FEUILLETON.
God is mijn heil.
14) —o
„Ik ken je wel jongetje", riep hij
uit, „ik heb je onder de soldaten zien
slaan, jij bent ook zoon groote mijn
heer en een vijand van het volk; maar
wacht eens eventjes hier kom je niet
e oor vóór dat je er mij nederig om
vraagt".
„Maak dat je wegkomt", zeide Wil
lem woedend.
„Ja wel, dal kan je begrijpen", zeide
de andere, wiens metgezellen een
dichten kring om Willem gevormd
hadden, „dat gaat zoo maar niet; wij
zullen eens zien wie hier meester is.
Heel nederig of je komt er niet door".
De man scheen naar zijn toon van
spreken te oordeelen niet tot de heffe
des volks te behooren; de anderen be
handelden hem ook eenigszins als
hun aanvoerder.
„Neen mannetje", zeide een hunner,
wiens dubbelslaande tongv verried, dat
hij de flesch, die uit zijn zak stak,
menigmaal had aangesproken, „hier
kom je vooreerst niet vandaan 1"
Willems bloed kookte, hij zag om
zich heen, maar ontdekte niets dan
een aantal dreigende woeste gezich
ten; het was zaak snel te handelen.
Door een behendigen vuistslag op den
kaak, naar boksersmanier, wierp hij
zijn sterken tegenstander omver, die
met een kreet van pijn tegen zijn
buurman aanviel; zoodoende baande
hij zich een weg en maakte gebruik
van de oogenblikkelijke verwarring
om weg te komen. Maar de man was
spoedig weder op' de been en rende
Willem met een verwoed geschreeuw
na. De duisternis begunstigde geluk
kig zijn vlucht en daar hij vlug en
sterk was, slaagde hij er in zijn ver
volgers te ontkomen, ofschoon hij zich
gedurig door slagen en stooten ruimte
moest verschaffen.
Daar er een menigte volks bijeen
gekomen was en er een geweldig le
ven gemaakt werd, kwamen de solda
ten tusschenbeide. die met schimp
scheuten en vloeken begroet, werden.
Hierdoor werd de aandacht van het
volk afgeleid en bereikte Willem, zon
eter onheil zijn woning.
De andere heeren waren nog eeni-
gen tijd in het oesterhuis gebleven,
maar het gesprek had een weinig aan
gename wending genomen.
De advokaat was steeds warmer ge
worden en was voortdurend over de
politiek blijven praten m zijn broeder
had, ofschoon in minder hevige mate
partij voor hem getrokken; hetgeen de
andere officieren zeer geërgerd hail
Jonkheer Van Hrller was steeds
bedaarder en scherper geworden, en
-..heen er genoegen in te scheppen.
met groote minachting over het volk
te spreken, om zijn tegenstanders
daardoor meer en meer op te winden.
Ramsleben en Rohrfeld hadden zich
aan zijn zijde geschaard en getracht
de zaak belachelijk te maken, terwijl
Bergheim zich stil hield; maar toen
liet eindelijk te ver ging, had Ramsle-
ben met de kracht van een Herkules
den advocaat bij $en arm genomen en
gedwongen de zaal te verlaten.
De koele lucht had weldra een ge-
wenschte uitwerking; Ramsleben liep
met zijn metgezel eenige malen op en
reder en verliet hem toen met de hoop
dat hij geen wrok tegen Van Hailer
voedde. Deze had met stoïcijnsche
kalmte zijn sigaar uitgerookt en daar
na met een hartelijken handdruk van
de overigen afscheid genomen, waar
op allen zich naar huis begaven.
Angstige tijden.
De volgende dagen namen de sa
menscholingen in de stad een ernsti
ger karakter aan, en des avonds wer
den de soldaten, die menigmaal be-
lcedigd en mishandeld werden, in de
kazernes geconsigneerd. De gemoede
ren werden steeds onrustig'er; de re
devoeringen in openbare plaatsen uit
gesproken, over volksbehoeften en
volksrechten, waren zeer sterk ge
kleurd en men sprak viijuit over de
dwingelandij der overheid en over de
voorrechten die constitutioneele sta
ten en gemeenebesten genoten.
Op het slotplein verzamelden zich
des avonds opgewonden volksmenig
ten, die er tot laat in den nacht stand
hielden, totdat eindeluk de troepen
bevel kregen ze uiteen te drijven.
Op den 13den Maart werd men
handgemeen; de troepen maakten ge
bruik van hunne wapenen, zoodat
eenigen gewond werden, waarna men
op hoogen toon begon te spreken van
mishandeling der rustige inwoners
door dronken soldaten; hetgeen de op
gewondenheid tusschen de militairen
en burgers ten top deed stijgen.
Om het volk tot bedaren te bren
gen benoemde men, naar Engelsche
wijze, constabels, die, met witte stok
ken, tot teeken van vrede, trachten
moesten de orde te bewaren; maar
hoe gewillig en ijverig dezen ook wa
ren, het baatte niets, de volksoploopen
werden steeds talrijker en menigmaal
ging men over tot dadelijkheden. De
toestand werd onhoudbaar.
Den 16den Maart werden er grove
baldadigheden gepleegd en op den
17den werd het slotplein afgezet, zon
der dat er evenwel iets ergers plaats
greep, en men hoopte het gevaar te
boven te zijn. De officieren waren bij
na voortdurend in dienst; Willem kon
weinig tijd voor zijn stdiën afzonde
ren en slechts eenmaal was hij bij de
Van Steendorps geweest, om de oude
dame te zien, die daar nog logeerde,
doch de volgende week weder naar
Schönheide zou gaan.
Jonkheer Van Haller was ook nog te
Berlijn gebleven; hij vond het aardig
om de oploopen te zien, waaraan hij
geen groot gewicht hechtte. Hij be:
schouwde ze als een werk van na-
aperij, waarmede het eigenlijke volk
niets te doen had; hij was verscheide
ne malen des avonds bij de Van Steen-
dorps geweest en was dan onuitput
telijk in het vertellen van allerlei gek
heden die hij des daags gezien had.
Zoo brak de 18de Maart aan. Het
was een heldere voorjaarsdag; reeds
vroeg in den morgen stroomde het
volk naar het slotplein, want men ver
wachtte een proclamatie van den ko
ning. In de overige straten daarente
gen was het zeer stil, zoodat men-
schen, die niet in alle opzichten inge
licht waren, dachten dat de stad rus
tig was.
De Van Steendorps woonden in de
Beerenstraat en de heer Van Steen-
dorp was zooals gewoonlijk naar zijn
bureau gegaan. Daar het Zaterdag
was, kwamen de kinderen reeds ten
twaalf ure uit de school en de Jon
gens gingen met hun gouverneur een
wandeling maken.
De oude mevrouw Van Steendorp
en Hedwig zaten te werken en te pra
ten in de zitkamer, terwijl de jongere
meisjes haar schoolwerk afmaakten.
(W.ordt vervolgd)*