NIEUWE LEIDSCHE COURANT van DINSDAG 28 AUG. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. Mr. KAN TE DOORN. Uit Doorn meldt men, dat de minis ter van Binnenlandsche Zr.ken en Landbouw, mr. Kan, daar is aange komen en een bespreking beeft gehad met den ex-keizer. DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE ONDERHANDELINGEN. De N. R. Crt.-correspondent te Brus sel meldt; De Independence Beige, welke af en toe de spreekbuis van minister Hy- mans blijkt te zijn, schrijft vanoch tend, dat men zich in België niet on gerust hoeft te maken over de stilte welke thans heerscht bij de Nederl.- Belgische onderhandelingen. Van bei de zijden is de diplomatieke werk zaamheid niet onvruchtbaar gebleven en men verzekert ons, aldus het libe rale orgaan, dat minister Beelaerts van Blokland van de aanwezigheid te Genève van minister Hymans gebruik zal maken, om zich met hem te onder houden over de kwestie, die beide landen ten zeerste belang inboezemt. Mochten de besprekingen in de Vol kenbondsraad deze bijeenkomsten niet mogelijk maken, dan zouden ze onmiddellijk na de sluiting der werk zaamheden te Genève plaats hebben. Het blad drukt daarbij den wensch uit, dat Nederland een formule zal weten te vinden die rust zal brengen. 18DE BEURS VAN DE DAMESKRONIEK. In den Dierentuin te 's-Gravenhage, waar deze tentoonstelling van 7 tot en met 16 September a.s. zal gehou den worden, is men reeds begonnen met het optrekken van het nieuwe ge bouw, waarin o.a. vele groote Neder- landsche fabrikanten hun producten zullen exposeeren. Het totaal aantal der in het nieuwe gebouw onder te brengen stands bedraagt 24. De bezoe kers zullen ook in dit gebouw diverse demonstraties van de nieuwste snuf jes kunnen bijwonen. DEMOCRATEN, ONDERLING. In Democratie en Vrije Arbeid schrijft de heer Busch: „Dat het de sociaal-democraten geen ernst is met de ontwapening, wisten de ingewijden reeds, doch dat zij zoo infaam de kiezers zouden be driegen als in Duitschland is geschied, dient aan de mogelijke vergetelheid ontrukt. De Duitsche socialisten gin gen de verkiezing in met de leuze: „Kinderspijziging inplaats van ge pantserde kruisers". Nu zij daardoor of mede daardoor een stemmenwinst hebben verkregen, die op het regeergestoelte doet zitten, is het eerste besluit wat zij teekenen, het doen maken van een pantserkrui ser. Waardoor de leuze in de daad omgezet luidt: Gepantserde kruisers inplaats van kinderspijziging. Bah, hoe vies". KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Engelbert (Gron.) N. C. Renken, te N. Scheemda (Gron.) Te Wouterswoude: D. Plantinga, te Linschoten. Bedankt, voor Annerveen: W. A. Noest, te Grootegast. GEREF. KERKEN. tweetal, te Herwijnen: W. H. Bouwman, te Capelle a .d. IJssel; en A Koning, te St. Laurens. Beroepen, te Herwijnen: W. H. Bouwman, te Capelle a. d. IJsSel Te I.utjegast: H. v. d. Zande, te Wapen veld. Bedankt, voor Breda: A. G. Wolf,' to 's-Graveland. CHR. GEREF. KERK. Tweetal, te Schiedam: A M. Berkhoff, te Amsterdam en K. Groen, te Nieuwpoort. Aangenomen, naar Steen wijk A. Ponstein, cand. te Epe. B e d a n kt, voor Aalten, Sneek, De Krim, Delft: A. Ponstein, cand. te Epe. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Ds. G. Boeken oogen nam Zon dagmiddag, wegens bekomen eervol emeritaat, afscheid van de Geref. Kerk van St. Ann I-arochie met een predi katie over Ri.-L'teren G 12 de woor den: „De Heere is met U". Aan het einde sprak ouderling Oostra den scheidenden leeraar op hartelijke wijze toe, en liet hem toe zingen Psalm 121 4. Ds. Boekenoogen zal zich voorloopig metterwoon te Wyhe vestigen. Ds. P. Prins hoopt Zondag 14 October a,s. afscheid te nemen /an de Geref. Kerk van Oostwolde (Oldambt) en Zondag 21 October d.a.v. intrede te doen bij de Geref. Kerk van Deventer B, na bevestiging door dr. J. J. van Baarsel, predikant bij de Geref. Kerk van Deventer A. BEROEPINGSWERK. De Ned. Herv. Gem. te 's-Gravenha- ge staat voor de vervulling van een drietal vacatures, ontstaan door de emeriteering van dr. A. Troelstra, ds. A. J. A. Vermeer en dr. Joh. de Groot. Voor de vervulling van de eerste va cature is bereids een groslijst opge maakt. die niet minder dan 96 namen bevat en waaruit 13 Sept. a.s. een drietal zal worden geformeerd. Als bijzonderheid mogen we melden dat op deze lijst, die de namen bevat voor het meerendeel van confessioneelen, van ethischen en Geref.bonders en ook van een enkele Rechts-vrijzinnige predikant, om. voorkomt de Minister van Arbeid, dr. J. R. Slotemaker de Bruine. Verder staan er op niet min der dan 7 Amsterdamsche predikan ten (dr. G. Oorthuys. ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, dr A. H. de Hartog, ds. L. C. W. Ekering, ds. P. J. Roscam Ab- bing Jr., ds. A. G. den Hertog en ds. R. Dijkstra). Eveneens 7 Rotterdam- sche predikanten (P. van Toorn, A. C. G. den Hertog, A. van Kooten, H. van Wessel, P. G. de Vey Mesdagh, J. J. Stam en dr. S. F. H. J. Berkelbach v. d. Sprenkel Van de Utrechtsche pre dikanten prijkt van 5 de naam op de groslijst, n.l. jhr. J. L. A. Martens van Sevenhoven. J. Goslinga, P. Veen. B. Batelaan en dr. G. W. Oberman. Verder vermeldt de lijst de namen van ds. W. Bieshaar, Zendingsdirector van den Geref. Zendingsbond en van ds. J van Dijk van Bloemenlaal, die beiden in Den Haag werkzaam ge weest zijn, alsmede die van ds. J. J. C. Karres van Apeldoorn, wiens va der in leven predikant bij de Ned. Herv. Gem. van 's-Gravenhage ge veest is. Van de Leidsche predikanten ver meldt de groslijst de namen van ds. W. Th. Boissevain en ds. J. W Groot Enzerink. MET EMERITAAT. Ds. J. E. Koopmans, predikant der Ned. Herv. Gemeente te Zuiderwoude (N.-H.), heeft wegens ongesteldheid met ingang van 1 October emeritaat verkregen. Ds. H. DE JONGE. Voor een zeer talrijk gehoor hield ds De Jonge, Hervormd predikant te Bergen op Zoom. Zondagmorgen zijn gedachtenisrede naar aanleiding van zijn 25-jarig ambtsjubileum. Zijn tekst was 1 Corinthe 13 13. Het kerkelijk zangkoor zong bij bet begin en het einde der godsdienstoefe ning een toepasselijk lied. Op den eigenlijken feestdag. 23 Aug., was ds. De Jonge reeds v. verschillen de kanten gehuldigd en waren bem door allerlei corporaties geschenken en bloemen aangeboden. Ook uit Krab- bendijke en Roosendaal, ontving hij vele blijken van waardeering, terwijl ook de Geheel-onthouders en de Es perantisten te Bergen op Zoom. wier leidsman hij is, zich niet onbetuigd lieten. Ds. L. B. TJEBBES. l)s. L. B. Tjebbes, Ned. Herv. predi kant te Middelburg, vierde gisteren zijn 35-jarg ambtsjubileum. Ds. Tjebbes aanvaardde zijn ambt te Sihraard en stond achtereenvolgens te Oudemirdum, Medemblik en sinds 1909 te Middelburg. Ds. Tjebbe.^ is quaestor van den ring Middelburg. Ds. W. WAGTER. f Nadat hij Zondag in eigen gemeente en ook te Nisse nog het Woor.l be diend had, is plotseling overleden ds. W Wagter, predikant der Nei. Herv. Kerk te Oudelande. Ds. Wagter, geboren 19 Maart 1872, werd op 9 September 1900 te Koekan- ge in het ambt bevestigd. Op 2 Novem ber 1924 deed de overledene te Oude lande zijn intrede. DIACONALE CONFERENTIES. De Conferentie vanwege de Federa tie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk, die van 2830 Aug. te Lunteren gehouden wordt, zal handelen over de volgende oderwerpen: 1. Het geeste lijk karakter van het diaken-ambt; 2. Het werk van Avondlicht" en de zorg voor Ouden /an Dagen; 3 Uit de practijk van woeker en woikerbestrij- (ii:.g; 4 De practijk van Ie Arm-u-wet; en 5. Dood en levend geld. ATTESTATIES. Ter verga.'fring van de Classis Goes van de Geref. Gemeenten zijn bespre kingen gevoerd betreffende de attes tatie van een persoon, die in zijn ge meente van afkomst behandeld had moeten worden en nu met „een be klad attestatie" bij een andere ge meente aankomt. Gewezen werd hier op dat geen attestaties mogen worden afgegeven van een lid dat censurabel is. tenzij dat door den betrokken ker- keraad is behandeld, dewijl zulks groote moeilijkheden veroorzaakt bh de gemeente waar hij aankomt. Een attestatie moet worden afgegeven, óf goed, óf onder de tucht, een tusschen- weg bestaat niet. Achter de mededeeling van deze Classis-uitspraak wordt door de re dactie van de „Saambinder" (ds. G. H. Kersten), waaraan dit bericht ont leend is, een vraagteeken geplaatst. Gemeenteraad Leiden. (Veruolg van gisteren). De gemeenteiinanclën. 11. Rekening van de Ontvangsten en Uitgaven der gemeente over het jaar 1927, met inbegrip van die der Haarlemmertrekvaart. De heer De Reede (C. H.) houdt de volgende rede: Er liggen eenige maanden tusschen de goedkeuring van de rekening van het afgeloopen jaar en de beraadsla ging over de begropting van het vol gende, maanden, waarin de financi- eele toestand der Gemeente meer dan anders de aandacht zal hebben en het verschil tusschen de rekening 1927 en hare voorgangsters niet onopgemerkt zal kunnen blijven. Dat verschil toch is opmerkelijk ge noeg; al wordt er in de stukken niet over gesproken. Werd er gedurende twee jaren een tekort becijferd, thans is er een over seint berekend, wel niet groot, maar als we het stellen tegenover het tekort van 1926, toch schijnbaar wel een groote vooruitgang. Ik zeg „schijnbaar", want het valt niet te betwisten, dat het trekken van conclusies uit de berekende exploita- tie-saldi tot niet geheel juiste gevolg trekkingen zou leiden, indien niet met alle factoren wordt gerekend en ik betreur het daarom, dat B. en W. niet naast de toelichting op de rekening, die aansluit op de begrooting, een sa menvattende beschouwing uit de re keningen over enkele jaren hebben ge geven, waarin de groote lijnen worden uitgestippeld, die in de ontwikkeling der financiën vallen op te merken. Daarvoor zou te meer reden zijn ge weest, omdat reeds bij de behandeling van de begrooting voor 1928 in de secties deze zaak is ter sprake geko men en de beantwoording van enkele opmerkingen, toen door mij gemaakt, niet getuigde van een juist inzicht in de door mij opgeworpen kwesties. Ik heb die zaak toen maar laten rusten, omdat het mij ontbrak aan tijd om het materiaal, daarvoor noodig, te bewer ken, maar wil daarop thans terugko men en aantoonen, dat inderdaad de z.g. expl. saldi niet steeds saldi van de gemeentehuishouding in een be paald* jaar zijn geweest, maar beden kelijk waren vertroebeld door de wij ze, waarop in het bijzonder de Ink.- belasting en de afwikkeling der onin bare posten is behandeld, wel is waar in overeenstemming m. de rekenings voorschriften, maar toch zóó, dat het van groot belang was om aan de toe passing van die voorschriften eenige beschouwingen te verbinden. Nu zij allereerst opgemerkt, dat deze rekening met haar voorgangsters de resultaten doen zien van de politiek die door het college van B. en W. in zijn vroegere samenstelling werd ge voerd, zoodat dit college daarvoor niet of weinig verantwoordelijk is, en slechts uitvoerder is geweest van de besluiten, die het bij zijn optreden ge vonden heeft. Ik meen echter, dat deze omstan digheid ons niet ontslaat van den plicht, om te onderzoeken of het vorig college er inderdaad in geslaagd is om de ongunstige financieele omstandig heden te overwinnen, dan wel, of er misschien alleen factoren hebben me degewerkt, die min of meer onafhan kelijk zijn van de gevoerde financiee le politiek, m.a.w., of hier sprake is van regeeren, of van geregeerd wor den. Ik wil er dan op wijzen, dat de re kening 1927, vergeleken bij die van '26 weer blijk geeft van een voortgezette stijging der uitgaven, dikwijls gepaard gaande met een vermindering van de ontvangsten, dezelfde tendenz, die ook uit de rekening van 1924 en '25 spreekt Tegenover enkele af deelingen, die iets voordeeliger uitvallen, zooals het Openbaar voorber. Lager Onderwijs, Middelbaar, Hooger Onderw. K. en W. Ondersteuning aan behoeftigen en an dere met een totaal bedrag van rond 57.000, staan de andere afdeelingen, die rond 151.400 duurder zijn gewor den. Daarvan komt op het Hoofdstuk Onderwijs alleen rond 60.890, waar aan het openb. l.o. meedoet met 24.500 gld. en het bijzonder met 21.500. De openbare veiligheid heeft, on danks de besparing op het salaris van den Commissaris 7000 meer gekost, Volksgezondheid 8100, Openb. Wer ken 18.450. ondersteuning aan werk- loozen 29.700. Ik geef deze cijfers zonder verdere beschouwingen of critiek, omdat B. en W. reeds een en ander maal bewezen hebben, dat het college werkzaam is om te bezuinigen en omdat de taal, die er uit spreekt, duidelijk genoeg is. Groote voorzichtigheid in het uitge ven blijft een gebiedende eisch. Dat, ondanks de vermeerdering van uitgaven toch nog een batig saldo kan worden berekend, is uitsluitend te danken aan de bedrijven, die met plm. 300.000 de opbrengst van 1926 hebben overschreden. De uitbreiding van het Electrisch Bedrijf, onder een kranig en zakelijk beheer, doet daaraan mee met 131.000. Hoe verblijdend ook dit verschijnsel is, toch schuilt daarin ook een gevaar. Evenals in andere gemeenten, wordt ook hier het evenwicht van de gemeen tehuishouding hoe langer hoe meer afhankelijk van de resultaten der be drijven, die gevoelig zijn voor geheel andere factoren, dan de overige inkom sten der gemeente, factoren, die wel iswaar gunstig kunnen zijn, maar die evenzeer kunnen tegenvallen en het is daarom wel te betreuren, dat de toezegging van den wethouder van financien tijdens de behandeling van de begrooting 1928, om te overwegen, of de winst der bedrijven voor een deel aan de vorming van een fonds zou kunnen worden dienstbaar gemaakt, blijkbaar gevaar loopt om met de stil le trom te worden begraven. Immers de winst, die het toen ge noemde bedrag van 600.000 met 195.000 te boven gaat, verdwijnt zon der eenig commentaar in deze reke ning. In het oog loopend is ook het batig saldo van het Grondbedrijf, tegenover de permanente nadeelige saldi in vo rige jaren, dat echter niet te danken is aan de gunstige oorzaak, dat dit be drijf winst heeft opgeleverd, want de rekening sluit met een verliessaldo van 31077,04. In tegenstelling met de vroeger ge volgde gewoonte is dit verlies ge bracht ten laste van het Reservefonds dat daardoor van 106.820,91 tot de som van 84.431,41 is terug geloopen, een methode, die wel te verdedigen is, maar die in zijn toepassing incidenteel moet blijven. Ik kom thans tot den post Belastin gen, die eveneens een stijging aantoont boven 1926 en wel van 177.500 en die daardoor in volkomen tegenspraak is met de werkelijkheid. Was dit beeld juist, dan zou het wij zen op een vermeerdering van wel vaart, op stijging van het belastbaar inkomen in de eerste plaats en dat ia toch allerminst het geval. Integendeel, nog steeds loopt de Ink. belasting geheel in overeenstemming met de vroeger door mij uitgesproken verwachting, achteruit. Het laatst afgesloten kohier is weer plm. 35.000 lager dan zijn voorgan ger en er zou dus een daling moeten blijken. Nu zijn de in rekening gebrachte bedragen ingevolge de voorschriften mede afhankelijk van de raming en zou in dit jaar ruim 32 000 minder zijn verantwoord, indien de werkelijke cijfers daarvoor in de plaats konden komen; maar er is meer. Op 1926 drukte een belangrijk hoo ger bedrag aan oninbare posten, ge volg van achterstand in de afrekening, die vóór 1925 is ontstaan. Het behoeft dus geen betoog, dat daardoor een abnormaal hoog bedrag ten laste van 1926 is gebracht, naar schatting ongeveer 150.000, en door deze beide posten wordt de geheele vooruitgang opgeheven niet alleen, maar blijkt ook, dat het expl. saldo van 1926 er te ongunstig uitziet en al leen uit dezen hoofde met 150.ÖCO moet verminderen. Dezelfde vertroebeling, hoewel met andere bedragen, komt ook voor in 1924 en 1925, en behoorde te zijn ver meden, evenals ook in andere gemeen ten i> geschied, door er op te wijzen, dat de overschotten uit vroegere jaren voor een deel zouden moeten dienen om die posten te dekken. Al was het werkelijk bedrag niet he kend, dan had daarvoor immers een bedrag door schatting kunnen zijn bepaald. Om niet al te zeer in onderdeelen af te dalen, laat ik de vroegere rekenin gen rusten en resumeer de door mij aangestipte verschillen tusschen de rekeningen 1926 en 1927 aldus: Nadeelig saldo 1926 was 386166,66 Te weinig ink.-belasting 10000, Te veel oninbare posten 150000, blijft 226166,66 Voordeelig saldo 1927 48905,19 3* Te veel ink.-belasting plm. 32000,— Verlies grondbedrijf 31077,— 63000,— Nadeelig saldo 14100, De gelukkige omstandigheid, dat uit de middelen der bedrijven in het over schot van vroegere diensten het be langrijk nadeelig saldo van den kapi- taaldienst tijdelijk kan worden gefi nancierd, maakt, dat rente en afschrij vingen niet ten volle hebben gedrukt, woordoor dit beeld nog eenigszins te gunstig is. Om dus cijfers te krijgen, die scher per dan het geval is geweest de toe stand der gemeente-financiën doen kennen, had men althans in zijn be schouwingen wat dieper op de zaak in moeten gaan en ik twijfel er niet aan, of het college van B. en W. zal, met mij het groote daarvan inziende, met mij 't groote nut daarvan inziende rekening willen houden. De heer Goslinga (A.-R.), weth., merkt op dat een dergelijke rede beter bij de begrooting dan bij de gemeente rekening op haar plaats ware geweest. FEUILLETON. God is mijn heil. 14) —o „Ik ken je wel jongetje", riep hij uit, „ik heb je onder de soldaten zien slaan, jij bent ook zoon groote mijn heer en een vijand van het volk; maar wacht eens eventjes hier kom je niet e oor vóór dat je er mij nederig om vraagt". „Maak dat je wegkomt", zeide Wil lem woedend. „Ja wel, dal kan je begrijpen", zeide de andere, wiens metgezellen een dichten kring om Willem gevormd hadden, „dat gaat zoo maar niet; wij zullen eens zien wie hier meester is. Heel nederig of je komt er niet door". De man scheen naar zijn toon van spreken te oordeelen niet tot de heffe des volks te behooren; de anderen be handelden hem ook eenigszins als hun aanvoerder. „Neen mannetje", zeide een hunner, wiens dubbelslaande tongv verried, dat hij de flesch, die uit zijn zak stak, menigmaal had aangesproken, „hier kom je vooreerst niet vandaan 1" Willems bloed kookte, hij zag om zich heen, maar ontdekte niets dan een aantal dreigende woeste gezich ten; het was zaak snel te handelen. Door een behendigen vuistslag op den kaak, naar boksersmanier, wierp hij zijn sterken tegenstander omver, die met een kreet van pijn tegen zijn buurman aanviel; zoodoende baande hij zich een weg en maakte gebruik van de oogenblikkelijke verwarring om weg te komen. Maar de man was spoedig weder op' de been en rende Willem met een verwoed geschreeuw na. De duisternis begunstigde geluk kig zijn vlucht en daar hij vlug en sterk was, slaagde hij er in zijn ver volgers te ontkomen, ofschoon hij zich gedurig door slagen en stooten ruimte moest verschaffen. Daar er een menigte volks bijeen gekomen was en er een geweldig le ven gemaakt werd, kwamen de solda ten tusschenbeide. die met schimp scheuten en vloeken begroet, werden. Hierdoor werd de aandacht van het volk afgeleid en bereikte Willem, zon eter onheil zijn woning. De andere heeren waren nog eeni- gen tijd in het oesterhuis gebleven, maar het gesprek had een weinig aan gename wending genomen. De advokaat was steeds warmer ge worden en was voortdurend over de politiek blijven praten m zijn broeder had, ofschoon in minder hevige mate partij voor hem getrokken; hetgeen de andere officieren zeer geërgerd hail Jonkheer Van Hrller was steeds bedaarder en scherper geworden, en -..heen er genoegen in te scheppen. met groote minachting over het volk te spreken, om zijn tegenstanders daardoor meer en meer op te winden. Ramsleben en Rohrfeld hadden zich aan zijn zijde geschaard en getracht de zaak belachelijk te maken, terwijl Bergheim zich stil hield; maar toen liet eindelijk te ver ging, had Ramsle- ben met de kracht van een Herkules den advocaat bij $en arm genomen en gedwongen de zaal te verlaten. De koele lucht had weldra een ge- wenschte uitwerking; Ramsleben liep met zijn metgezel eenige malen op en reder en verliet hem toen met de hoop dat hij geen wrok tegen Van Hailer voedde. Deze had met stoïcijnsche kalmte zijn sigaar uitgerookt en daar na met een hartelijken handdruk van de overigen afscheid genomen, waar op allen zich naar huis begaven. Angstige tijden. De volgende dagen namen de sa menscholingen in de stad een ernsti ger karakter aan, en des avonds wer den de soldaten, die menigmaal be- lcedigd en mishandeld werden, in de kazernes geconsigneerd. De gemoede ren werden steeds onrustig'er; de re devoeringen in openbare plaatsen uit gesproken, over volksbehoeften en volksrechten, waren zeer sterk ge kleurd en men sprak viijuit over de dwingelandij der overheid en over de voorrechten die constitutioneele sta ten en gemeenebesten genoten. Op het slotplein verzamelden zich des avonds opgewonden volksmenig ten, die er tot laat in den nacht stand hielden, totdat eindeluk de troepen bevel kregen ze uiteen te drijven. Op den 13den Maart werd men handgemeen; de troepen maakten ge bruik van hunne wapenen, zoodat eenigen gewond werden, waarna men op hoogen toon begon te spreken van mishandeling der rustige inwoners door dronken soldaten; hetgeen de op gewondenheid tusschen de militairen en burgers ten top deed stijgen. Om het volk tot bedaren te bren gen benoemde men, naar Engelsche wijze, constabels, die, met witte stok ken, tot teeken van vrede, trachten moesten de orde te bewaren; maar hoe gewillig en ijverig dezen ook wa ren, het baatte niets, de volksoploopen werden steeds talrijker en menigmaal ging men over tot dadelijkheden. De toestand werd onhoudbaar. Den 16den Maart werden er grove baldadigheden gepleegd en op den 17den werd het slotplein afgezet, zon der dat er evenwel iets ergers plaats greep, en men hoopte het gevaar te boven te zijn. De officieren waren bij na voortdurend in dienst; Willem kon weinig tijd voor zijn stdiën afzonde ren en slechts eenmaal was hij bij de Van Steendorps geweest, om de oude dame te zien, die daar nog logeerde, doch de volgende week weder naar Schönheide zou gaan. Jonkheer Van Haller was ook nog te Berlijn gebleven; hij vond het aardig om de oploopen te zien, waaraan hij geen groot gewicht hechtte. Hij be: schouwde ze als een werk van na- aperij, waarmede het eigenlijke volk niets te doen had; hij was verscheide ne malen des avonds bij de Van Steen- dorps geweest en was dan onuitput telijk in het vertellen van allerlei gek heden die hij des daags gezien had. Zoo brak de 18de Maart aan. Het was een heldere voorjaarsdag; reeds vroeg in den morgen stroomde het volk naar het slotplein, want men ver wachtte een proclamatie van den ko ning. In de overige straten daarente gen was het zeer stil, zoodat men- schen, die niet in alle opzichten inge licht waren, dachten dat de stad rus tig was. De Van Steendorps woonden in de Beerenstraat en de heer Van Steen- dorp was zooals gewoonlijk naar zijn bureau gegaan. Daar het Zaterdag was, kwamen de kinderen reeds ten twaalf ure uit de school en de Jon gens gingen met hun gouverneur een wandeling maken. De oude mevrouw Van Steendorp en Hedwig zaten te werken en te pra ten in de zitkamer, terwijl de jongere meisjes haar schoolwerk afmaakten. (W.ordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5