De opening der Winkelweek te Oegstgeest.
tvooi
SANDERS' BADZEEPjn
DE „WIWETO".
Aan het einde der Week
Het eigenlijke vacantieseizoen is weer
voorbij, ook in de politiek. Althans wat
bet buitenland betreft; in ons eigen land
is het nog stil. Voor de beide Kamers haar
zittingen hervatten, zal hier de politieke
activiteit wel niet herleven.
De buitenlandsche politiek stond deze
week weer in het centrum der belangstel
ling, en wel in tweeërlei opzicht. Voor
eerst maakt men zich gereed om de vol
gende week over te gaan tot de teekening
van Kellogg's anti-oorlogsverdrag, waar
na te Genève weer de Volkenbondsraad
zal bijeenkomen. Bij beide gelegenheden,
zoowel te Genève als te Parijs, zullen tus-
schen de vooraanstaande politici belang
rijke politieke besprekingen gehouden
worden. Te Genève zal evenwel de Duit-
sche minister van buitenlandsche zaken,
dr. Stresemann niet aanwezig zijn, omdat
hem dit door zijn medici verboden is.
De meeste nadruk ligt dan ook op de
bijeenkomst der staatslieden, die volgen
de week te Parijs zal plaats hebben en
waar de ontruiming van het Rijnland
zal aan de orde komen. Stresemann heeft
bij Poincaré reeds een onderhoud over dit
punt aangevraagd, en de Fransche minis
terraad heeft in toestemmenden zin deze
zaak besproken.
De sfeer is alzoo wel gunstig om deze
moeilijke kwestie te bespreken, zji het ook
dat het niet gemakkelijk zal zijn haar tot
een voor beide partijen bevredigende op
lossing te brengen.
De andere belangrijke politieke kwestie
die de afgeloopen week in het middel
punt der belangstelling stond, is het En-
gelsch-Fransch vlootcompromis. Ook dit
is alzoo een vraagstuk, dat evenals de on-
derteekening van het pact van Kellogg,
verband houdt met het streven naar ont
wapening.
Officieel is het compromis nog niet ge
publiceerd, maar toch is van Fransche zij
de reeds een tipje van den sluier opge
licht. Het compromis blijkt tweeledig te
zijn.
In de eerste plaats heeft men een tus-
schenweg gevonden tusschen den Fran-
schen eisch om een globale tonnemaat
voor de lichte schepen in het algemeen
vast te stellen en den Engelschen eisch
om de tonnemaat per categorie van sche
pen te beperken.
In de tweede plaats en dat is het be
langrijkste heeft Engeland gevolg ge
geven aan den Franschen eisch, dat duik-
booten voor kustverdediging en kruisers
en kustvisschersvaartuigen beneden de
10.000 ton, wier bewapening een zuiver
verdedigend karakter draagt, onder geen
beperking zullen vallen. Frankrijk had
deze eischen gesteld omdat het kleine
duikbooten voor de verdediging zijner ko
loniale kusten noodig meent te hebben en
lichte, snelvarende schepen voor het on
derhouden van de verbindingen met zijn
koloniën en tusschen deze onderling. De
groote duikbooten en kruisers, en andere
vaartuigen beneden de 10.000 ton, wier be
wapening een aanvullend karakter draagt
zullen wel onder de beperking vallen.
Op deze wijze wordt ook Engeland te
vreden gesteld; dat een beperking voor
duikbooten als een onmisbare eisch stel
de voor verdere beperking van de wape
ning ter zee.
Met de kwestie der be- en ontwapening
hangt ook samen de Duitsche pantser-
kwestie, die bijna een regeeringscrisis had
veroorzaakt. De sociaaldemocraten zijn
evenwel zoo verstandig geweest een motie
aan te nemen, die de kool en de geit
spaart, en waardoor het crisisgevaar ge
weken is.
Trouwens, de socialisten zijn plooibaar.
In België, dit bleek ook weer bij het inci
dent betreffende het zingen van het Volks
lied in de Kurzaal te Ostende en de inter
pellatie daarover in de Kamer, nemen zij
een ander standpunt in dan in ons land,
waar ze zoo „nationalistisch" niet zijn,
dat ze nog eerbied zouden hebben voor de
nationale vlag en de „Nationalhymne".
Het belangrijkste nieuws, dat uit ons
land te vermelden valt, is de ontsnapping
van vier gevangenen uit de strafgevange
nis te Scheveningen. Reeds meer is er daar
iets dergelijks gebear-' waaruit zou af te
leiden zijn, dat de bewaking wel wat te
wenschen overlaat.
Twee van de vier zijn inmiddels weer
gearresteerd en hebben dus slechts kort
van hun vrijheid kunnen „genieten".
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Hoewel mijn naamgenoot je verle
den week beloofde het vervolg van
zijn beschouwing over kunst te zullen
geven, moet toch die belofte nog op
inlossing blijven wachten. Wegens on
gesteldheid kan hij daaraan nog niet
voldoen.
Daarom kom ik deze week weer
met mijn gewone beschouwingen,
praatje, of naar sommigen zeggen
koffiepraatje.
't Kan mij weinig schelen, Amice,
hoe men over deze pennevrucht denkt
buiten ons intiem verband. Dat jij en
andere vrienden er nog eens wat van
opsteken en dat ik sommigen nog eens
de waarheid zeggen kan in een vorm,
die daarvoor het meest passend is, dat
is mij al eer genoeg. Laat ze dan ver
der maar leuteren van een leuter
praatje, of wat dan ook, mij om het
even. Mijn weinige overgebleven ha
ren zullen daar niet van grijzen.
Je begrijpt, Amice, dat ik als goed
Leidenaar de keizer te rijk was, toen
ik vernam, dat de aanleg van de Leid
sche Hout nog dit jaar een aanvang
zal nemen.
In ruim anderhalf jaar SO Dec.
1926 kwam de beschikbaarstelling
van gronden der gemeente in den ge
meenteraad is dan het plan zoover
gerijpt, dat men de uitvoering kan aan
vangen. De gemeente stelde 16 H-A.
Zooals reeds kort gemeld, had gister
middag in Hotel „Het Witte Huis" in te
genwoordigheid van een grooten kring
van genoodigden de officieele opening der
Winkelweek plaats.
Onder de aanwezigen merkten wij o.m.
op Dr. Blok, namens de Ver. „Gemeente
belang", Mevr. Timmermans, wier echt
genoot verhinderd was, namens de Oran
jevereniging, den heer A. v. Breda na
mens de harmonie der N.Z.H.T.M., den
heer W. den Boer namens de R.K. Harmo-
nievereeniging „Triumph", eenige gemeen
teraadsleden en de standhouders.
De heer J. Kamsteeg, voorzitter der
Winkelweekcommissie, sprak het volgen
de openingswoord:
Rede van den voorzitter.
Geachte Eerevoorzitter, dames en heerenl
Het is met groote schroom dat ik hier
sta als voorzitter der Wiweto, welke
straks door onzen eerevoorzitter voor ge
opend zal worden verklaard. Gezien mijn
nog betrekkelijk jeugdigen leeftijd, met
daarnaast onervarenheid op het gebied
van organisatie, gepaard gaande aan ge
mis aan voldoende inzicht om een lei
dende persoonlijkheid en stuwkracht te
zijn bij zulk een grootschen opzet, zult u
dit volkomen begrijpen. Ik heb dan ook
deze positie niet gezocht, ook heb ik mij
daaraan niet willen onttrekken. Ik wist
me veilig met een staf van werkers, die
mij steeds terzijde zou staan en steunen
om de grootsche plannen tot uitvoering
te brengen. Ik ben hierin niet teleurge
steld, integendeel, de steun en medewer
king was boven alle lof verheven. Naast
mij had ik den heer Schrijvers (zijn naam
zegt het ons reeds) als secretaris en den
heer Hienkens als penningmeester, zeker
het minst benijdenswaardige deel onzer
taak. Toch ook weer niet, gezien de spon
taneïteit waarmede werd geofferd.
Dan kon ik steunen op mijn verdere
bestuursleden en comitéleden, w.o. de
heeren Averdieck met zijn ervaring als
oud-voorzitter der winkelweek.
Ja, dames en heeren, het is het eerste
lustrum in de geschiedenis onzer winkel
weken. Het zou mij te ver voeren op de
ontwikkeling hiervan in te gaan, gezien
het program, dat nog af te werken is.
Volstaan wij dus met er op te wijzen, dat
er plannen waren om ditmaal zeer groot
voor den dag te komën en ik mag zeggen:
wij zijn boven verwachting geslaagd. Tel
kens werd de klacht gehoord, dat ver
schillende winkeliers (niet etalagehou
ders) niet konden deelnemen, en hierin
is voorzien door een gebouw, ingericht tot
winkelbeurs.
Dank zij de groote medewerking van
het trio Caspary, Hillenaar en Nulle is
een tentoonstellingsgebouw ingericht, dat
er mag zijn en waar iedere standhouder
zijn uiterste best heeft gedaan, kan het
niet anders of deze winkelbeurs op zich
zelf moet een succes zijn. De heeren Uit-
tenbogaard en Lubbe zorgden voor de
bloemen.
Geachte eerevoorzitter, wij heeten u har
telijk welkom en brengen u in de eerste
plaats onzen dank voor uw steun en me
dewerking. Wij danken u ook dat u het
eerevoorzitterschap hebt willen aanvaar
den; het was ons allen een spoorslag onze
uiterste best te doen om alles zoo grootsch
mogelijk te doen zijn. Want ons werk
moest uw eerevoorzitterschap waardig
maken. Van deze plaats is reeds eerder
hulde gebracht voor uw groote medewer
king en als ik mij hierbij aansluit, spreek
ik zeker namens allen.
Onze wethouders-eereleden brengen wij
mede onzen dank voor hun medeleven.
(De heer Zandbergen was afwezig). De
heeren Dr. Timmermans als voorzitter der
Oranjevereeniging en B. J. M. Kortman
als voorzitter der pl. afdeeling „De Hanze"
als eerelid in ons midden, zij dragen de
winkelweek zeker een warm hart toe en
zou ik terugtreden in de geschiedenis er
van, dan zou ik de nauwe verwantschap
kunnen toonen. Den eereleden T. van Eg-
mond en A. T. Kraan onzen dank, de eer
ste als vertegenwoordiger van een eenigs-
zins afgelegen gedeelte onzer gemeente,
de laatste vooral om zijn architectonische
grond, beschikbaar, terwijl nu wordt
medegedeeld, dat de Stichting zich
voorstelt ongeveer 15 H. A. reeds aan
stonds tot park aan te leggen. Dat is
dus reeds een heel stuk.
Ik ben blij, Amice, dat reeds dade
lijk een dergelijke oppervlakte zal wor
den ter hand genomen. Nog liever een
paar maanden langer geduld geoefend
dan een te bescheiden begin.
Een stichting als deze, moet royaal
voor den dag komen. Moet daardoor
als het ware de burgerij begeesteren,
opdat onmiddellijk de harten worden
ingenomen.
Zooals een Amsterdammer zijn Artis
mint en een Haarlemmer zijn Haar
lemmerhout of een Goudenaar zijn St.
Janskerk, zoo moet elk Leidenaar
straks trotsch zijn op zijn Leidsche
Hout, zooals we nu met trots tegen
ieder spreken van onze Academie.
Dat op 't gelaat van onze mede-Ne
derlanders buiten de stad dat „onze"
een zuurzoet lachje om den mond
speelt, kan niet wegnemen, dat wij
vasthouden aan de traditie, dat Lei
den een Academie ontving en steeds
op die Academie roem mocht dragen.
Zoo moet nu ook straks ieder bur
ger van oud tot jong in den Leidschen
Hout een uiting zien van de schoon
ste saamhoorigheid.
Baldadigheden en vandalisme moe
ten daar stuiten op een gemeenschap
pelijk streven om dit stadspark te be
waren tot een kostelijk bezit en van
bekwaamheid, welke bij een tentoonstel
ling niet kan worden gemist.
Dan heet ik welkom de leden van den
Raad, den Hoofdbestuurder der Midden
standsorganisatie, den voorzitter van de
Kamer van Koophandel, den voorzitter
van den Centralen Middenstand te Leiden
en de verdere afgevaardigden en genoo
digden. Ook de pers dank is voor haar te
genwoordigheid en vertrouw op haar ver
dere medewerking. De müziekvereenigin-
gen hebben als steeds haar medewerking
toegezegd, waarvoor ook onzen dank. En
zoo gaan wij ons eerste lustrurh tegemoet.
Ik verzoek onzen eerevoorzitter beleefd
de winkelweek en tentoonstelling als ge
opend te willen verklaren (applaus).
Hierna nam de eerevoorzitter, burge
meester J. G. M. Griethuysen het woord
en hield de volgende rede:
Rede van den eerevoorzitter.
Mijnheer de Voorzitter!
Voor de 5e maal wordt dit jaar in deze
Gemeente een winkelweek gehouden. Dit
feit spreekt voor zich zelf en is niet al
leen een bewijs, dat de neringdoenden al
meer en meer overtuigd zijn van de wen-
schelijkheid van liet naar buitentreden
van het zakenleven, maar ook, dat in vo
rige jaren de winkelweek een succes is
geweest.
Het Gemeentebestuur heeft met belang
stelling opgemerkt, de toename en verbe
tering der winkels en meent daarin te mo
gen zien den bloei van den winkelstand,
die het voor een groot deel toeschrijft aan
de jaarlijks gehouden winkelweek.
Ik acht het onnopdig hierop nader in te
gaan, maar het is mede namens het Ge
meentebestuur, dat ik er mijn vreugde
over uitspreek, dat de winkeliers er steeds
meer naar streven, door eendrachtige sa
menwerking en eerlijke concurrentie te
genover de steeds wisselende bevolking
dezer Gemeente te doen uitkomen, wat
men hier kan krijgen en wat door hen is
en kan worden gemaakt.
Gaarne heb ik mij dan ook bereid ver
klaard het. ,eere-voorzitterschap te aan
vaarden, en de winkelweek te openen.
Dat het thans een jubilé is, heeft u
aanleiding gegeven een bijzondere uitbrei
ding aan dewinkelvyeek te geven en een
en ander tot opwekking der belangstelling
er aan te verbinden.
Als zoodanig denk ik aan de stands,
voornamelijk bedoeld voor hen, die uit
den aard van hun beroep geen geregelde
etalage kunnen hebben. Ik acht dit een
gelukkige gedachte, omdat zij nu ook in
de gelegenheid zijn gesteld om meer be
kendheid te geven tegenover het publiek
wat bij hen teverkrijgen is of door hen
is of kan worden tot stand gebracht.
De stand Oud Oegstgeest wil ik nog
even afzonderlijk noemen, omdat men
hierdoor eén bescheiden maar aardig
beeld krijgt van de ontwikkeling onzer
Gemeente in den loop der jaren.
Ik breng mijn bijzonderen dank aan al
len, die hebben medegewerkt om de ten
toonstelling, die veel offers en kosten ge
vraagd heeft, tot stand te brengen en ik
hoop, dat een druk bezoek daarvoor eeni
ge vergoeding zal geven.
Bijzonder sympathiek was mij ook het
plan om door een autoriteit de ouden van
dagen te doen deelen in de feestvreugde,
en dat dit plan zal slagen, lijdt geen twij
fel, dank zij de belangstelling en mede
werking, die door de ingezetenen op ver
schillende wijze wordt getoond.
Ik hoop, dat deze* winkelweek, waar
voor uw comité en belanghebbenden zich
zooveel moeite en zorg hebben getroost,
met alle daaraan verbonden feestelijkhe
den in goede harmonie zal verloopen en
moge strekken tot verderen bloei van den
winkelstand en tot welzijn onzer Ge
meente.
En hiermede verklaar ik de winkelweek
voor geopend (applaus).
De voorzitter bedankte den eere-voorzit-
ter voor zijn woorden, waarna thee werd
rondgediend.
Verschillende sprekers.
Vervolgens voerde het woord de heer
Ingenool namens den Kon. Ned. Mid
denstandsbond, die- er zijn vreugde over
kind tot kind in verre geslachten over
te dragen.
Daarom - is het zo° t°e te juichen,
dat het eerste begin reeds dadelijk 'n
denkbeeld zal geven van het grootsche
geheel, dat in de toekomst zal worden
daargesteld.
Daarom ook is het m;i. jammer, dat
de eerste aanleg zal plaats hebben on
geveer op de, grens van de gemeente.
Niet dat ik deze nieuwe buurt die
gunst benijd, maar het idee een „stads
park", de grootsche stichting waar
ieder van geniet en die ieder met zijn
naam dekt, komt dan niet zoo uit.
Eveneens betreur ik, dat er nu weer
plannen opduiken over een voorzie
ning in spoorwegtoestanden, die ten
eenenmale strijdig zijn met de groo
te gedachte, die in den Leidschen
Hout belichaamd wordt.
Een tunneltje om de voetgangers en
fietsers vrij te maken van den spoor
wegovergang in den Rijnsburgerweg
is ten eenenmale onvoldoende. Dat is
alleen een middel om het onvoldoende
van onze stationsruimte, om het om-
aesthetische. van ons stationsplein en
om de mopperende narigheid bij den
overweg tot het volgende geslacht te
bestendigen.
Leiden heeft noódig 'eén nieuw sta
tion met een overgang voor alle ver
keer, geheel vrij van 't spoorweg-ver
keer. Dat is nu nog mogelijk, straks
misschien niet meer.
Is eenmaal de Leidsche Hout in plan
gereed en met de uitvoering een aan
uitsprak, dat hij voor de vijfde maal hier
de vruchten zag van het georganiseerd
optreden van den middenstand. Naast het
organiseeren van winkelweken moet
evenwel niet vergeten worden dat tevens
noodig is een krachtige, blijvende organi
satie van den middenstand. Spr. hoopt,
dat het ook in Oegstgeest daartoe komen
mag en sprak zijn beste wenschen uit
voor het welslagen der winkelweek (ap
plaus).
De heer Donk legde allen nadruk op
den stand „Oud en Nieuw Oegstgeest",
die voorzeker aller belangstelling waard
is. Helaas dat de tijd van voorbereiding
zoo kort en de ruimte zoo beperkt was,
waardoor wellicht de tegenstelling „Oud"
en „Nieuw" Oegstgeest te weinig tot haar
recht komt.
Onze gemeente werd reeds in het jaar
1000 genoemd en kan dus bogen op een
langdurige historie. Spr. hoopt dan ook,
dat men zijn belangstelling voor dezen
stand zal toonen en dankt allen die daar
toe hebben meegewerkt (applaus).
De heer Meyers uit Leiden, die hier
ook exposeert, sprak zijn beste wenschen
uit voor het welslagen der winkelweek
(applaus).
De heer Averdieck voerde het woord
namens De Hanze, de eenigste midden
standsorganisatie hier ter plaatse. Spre
ker bracht in herinnering hoe vorige ma
len hier de directeur van het Bureau der
Hanze, Chris Jansen, geestdrift wist te
wekken; doch hij is niet meer en wij mis
sen hem noode.
Het ongeluk, aldus spr., is dat de mid
denstanders elkaar nog te veel als con
currenten beschouwen; dit moet anders
worden, er moet komen eendrachtige sa
menwerking als collega's, niet slechts bij
een winkelweek, doch altijd.
Spr. eindigde met een woord van hulde
aan den voorzitter (applaus).
De heer B. J. M. Kortman, lid van
het eere-comité, sprak woorden van ge-
lukwensch tot de winkelweekcommissie
en tot den Oegstgeester middenstand in 't
algemeen. Deze moet toonen dat zij in alle
opzichten een concurreerende offerte kan
doen, zoodat het niet noodig is, dat men
naar de stad gaat (applaus).
Slotwoord van den voorzitter.
Niemand meer het woord verlangende,
zeide de voorzitter:
Mijne heeren, het zou mij te ver voeren
allen afzonderlijk te antwoorden. Vergeef
mij dus dat ik volsta met u in het alge
meen dank te brengen voor uw belang
stelling in ons streven. Een belangstelling
die zich niet alleen bepaalt in woorden,
welke intusschen op zich zelf een moreele
steun vormen, maar ook door beschik
baarstellen van prijzen. Wij blijven uw
belangstelling vragen voor ons streven,
waarbij ons parool „Excelsi r" is.
Met nadruk, vestig ik er even de aan
dacht op, dat middenstandsfeest niet uit
sluitend is een feest van den midden
stand, neen, het gaat allen aan, het is een
feest onzer ingezetenen in haar geheel.
Vandaar dan ook dat we trachten zoo
veel mogelijk met eigen krachten te wer
ken en dan doet het weer sympathiek aan
steeds weer bereidwilligheid te vinden.
We hebben onze muziek in het tentoon
stellingsgebouw ingezet met „De Hoop
van Oegstgeest" het Oegstgeester strijkje,
en ik hoop dat u straks uw bijzondere
aandacht zult schenken aan deze jeugdige
spelers (applaus).
Hierna begaf het gezelschap zich naar
het tentoonstellingsgebouw aan den Ter-
weeweg waar de burgemeester het lint
doorknipte, aldus de tentoonstelling ope
nend.
De tentoonstelling.
Er zijn 41 standhouders, een groot ge
tal, en daarom is er geen beginnen aan
van ieder afzonderlijk een beschrijving te
geven. De winkeliers hebben hun beste
beentje voorgezet en van 't vroegere wol
pakhuis der firma Juta een aantrekkelijk
beursgebouw gemaakt. Weinigen begrij
pen wat een moeite het kost een onge
zellige ruimte van vier houten schotten
tot een kleurige, fleurige winkelwijk-in-
miniatuur om te bouwen.
Van alles is er te zien en te bewonderen.
Smulpapen zullen er veel van hun gading
vinden, want allerlei heerlijks in spijs en
drank is tentoongesteld. Huismoeders zul
len evenmin spoedig uitgekeken zijn;
het is een echte huismoeders-beurs, waar
alles wat voor zulk een wereldje-in-'t-
klein als een huis gevraagd wordt, verte-
vang gemaakt, dan is het misschien
niet meer doenlijk daarin verandering
te brengen.
Daarnaast is niet alleen de spoor
wegoverweg in den Rijnsburgerweg 'n
verkeersbelemmering, de smalle Sta
tionsweg en Steenstraat met drie-lijnig
tramverkeer zijn nu reeds levensge
vaarlijk.
Ontlasting daarvan door een paral
lelweg is eisch van goed verkeers-in-
zicbt. Dat nu zou kunnen via Turf
markt en Beestenmarkt, dwars over
de Singelgracht en het Schuttersveld.
Hier ligt de natuurlijke verkeers
ader als het ware gereed. Daarvan
moet naar mijn meening nu geprofi
teerd worden.
Zelfs zou ik zeggen, Amice, dat, af
gescheiden van de onderhandelingen,
met de Nederl. Spoorwegen, dit eisch
van uitbreidingspolitiek moest ziju.
Ik veronderstel dan ook, dat dit
denkbeeld in het uitbreidingsplan is
opgenomen.
Dat ook in de Raadsvergadering van
Maandag de Leidsche Hout in ver
band zal staan met deze uitbreidings
plannen, en aan een of meer raadsle
den aanleiding zal geven, zij het al
I niet in openbare zitting, dan toch
in besloten zitting daarover inlichtin
gen te vragen, dat lijkt mij waarschijn
lijk, tenzij de Raadsleden van de plan
nen reeds op de hoogte mochten zijn.
Voorts ben ik, wat de Raadsverga
dering van Maandag aangaat, ik
vraag me af, Amice, of ze niet uiige-
RECLAME.
12° gram J C|S
op vertoon van dezen bon
genwoordigd blijkt. Ook zakenlieden zul
len tevreden gestemd het gebouw verla
ten; verschillende grootere firma's hebben
hier hun inzendingen.
Voor drie stands maken wij een uitzon
dering door hen met name te noemen.
Het zijn de beide Ziekenverplegingen en
de burgerwacht. Het is onmogelijk de
beurs te bezoeken en de stands der Zie
kenverplegingen te ontloopen. Zij zijn
strategisch opgesteld. Men moet offeren
voor het goede doel.
De stand van de Burgerwacht blaakt
van vuur voor het Koninklijk Huis: por
tretten van het vorstelijk huisgezin prij
ken langs de wanden, beschermd door de
„spuiten" met de bajonet erop! van
de Oegstgeestsche burgerwachtlieden.
De grootste attractie van deze beurs is
de stand „Oud Oegstgeest", geflankeerd
aan beide zijden door inzendingen van
nieuw, en voor een gedeelte zelfs nog on
geboren Oegstgeest, dat in frissche teeke-
ningen en een interessant maquette aan
schouwelijk is voorgesteld.
Wat is Oegstgeest de laatste vijftig jaar
toch reusachtig veranderd! Van een knus
boerendorp is het één groot villapark ge
worden. Het oude beeft bijna overal moe
ten wijken voor breeden stratenaanleg en
modernen woningbouw. De verandering
is zoo snel gegaan, dat men geen grijsaard
behoeft te zijn om zich den ouden toe
stand nog te kunnen herinneren. Op de
tentoonstelling „Oud-Oegstgeest" zijn b.v.
interessante photo's aanwezig van de
oude tol, van de vroegere Leidsche buurt,
van het oude postkantoor en het raad
huis, dat nu tot een arbeiderswoning is
gedegradeerd. De vroegere burgemeesters
en de voornaamste magistraten van het
dorp zijn op portret aanwezig.
Belangwekkend is ook dat gedeelte der
inzending, hetwelk betrekking heeft op
Oegstgeest uit vervlogen eeuwen.
Een groot gedeelte van den stand is ge
wijd aan de oude kasteelen: Endegeest,
Poelgeest, Abtspoel en de „Gruenerij" en
van beroemde ingezetenen; de Leidsche
professoren Boerhaave (de tulpenboom),
Wyttenbach en René Descartes, en de
eerste bisschop van Haarlem, mgr. v.
Nieuwland. Voorts eenige gerechtswerk
tuigen (handboeien en de schandaal-boei)
en enkele zegels van de vroegere heerlijk
heid en van het klooster „Mariënpoel".
Voor de beoordeeling van de stands en
van de etalages in de winkels is een prijs
vraag onder het publiek uitgeschreven.
Bovendien zal een jury uitspraak doen.
Gisteravond was de tentoonstelling druk
bezocht en er heerschte een gezellige
stemming.
De jury, bestaande uit de secretarissen
der drie landelijke middenstandsorganisa
ties, is tot gisteravond 10 uur bezig ge
weest met de beoordeeling der etalages en
stands, daarna werd deze in tegenwoor
digheid der pers aan den burgemeester
overhandigd.
De algemeene indruk was, dat er door
de winkeliers zeer veel werk gemaakt
was van de etalages en dat ook de stands
zeer goed ingericht waren.
Er zijn nog prijzen beschikbaar gesteld
door den heer T. van Egmond, de Chr.
Zangver. „Debora", het muziekkorps der
N.Z.H.T.M., de R.K. Boerenleenbank.
De aandacht der winkeliers wordt er
door de commissie op gevestigd, dat zij
in hun etalage de nummers waarop prij
zen worden toegekend, moeten vermelden.
Gevraagd wordt voorts te vlaggen, op
dat ons dorp zooveel mogelijk een feeste
lijk aanzien heeft.
Hedenavond 6 uur zal een muzikale
rondgang gemaakt worden, aanvangende
in de Dorpsstraat.
steld had kunnen worden tot volgen
de week Dinsdag, omdat alsdan de
Raad wettelijk vergaderen moet
benieuwd, of de uiterste linkerzijde nu
eens pimt 13, de verlenging van den
termijn van de ontruiming der onbe
woonbaar verklaarde woningen onbe
sproken zal kunnen laten passeeren.
Of zou misschien gepoogd worden
een zin in het advies van B. en W., nl.
•iat er naar hun inzien geen bezwaar
bestaat om den termijn weer met zes
maanden te verlengen, zoo uit te leg
gen, dat deze zes maanden voortaan
bekort worden of in het geheel niet
meer toegestaan zullen worden.
Toch geloof ik, dat B. en W. met
hun uitlating „ook ditmaal op zeg
maanden" iets anders bedoelen.
Waneer de in aanbouw pijnde wo
ningen gereed zijn kunnen een deel
van de onbewoonbaar verklaarde wo
ningen worden ontruimd, maar nog
niet alle. Daarop doelen B. en W. na
tuurlijk.
Over zes maanden kunnen wij zien
welke er over gebleven zijn en voor
die zal nogmaals een termijn gesteld
moeten worden.
Maar dat schijnen sommige raads
leden maar niet te kunnen vatten, dat
er tijd noodig is om de woningen klaar
te krijgen en dat het moeilijk is om
de menschen uit de goedkoope kro*
woningen in de toch voor hun doen
dure betere woningen over te brengei
VERITAS.