ilEUWE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 9 AUG. 1928
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
DE VACATURE DR. J. G. SCHEURER
Thans is, na het bedanken door den
heer H. Colijn en door Prof. Mr. V. H.
Rutgers door den waarnemenden
voorzitter van het Centraal Stembu
reau benoemd verklaard tot lid der
Tweede Kamer in de vacature, ont
staan door het overlijden van Dr. J.
G. Scheurer, de heer Th. Heukels, te
Rotterdam, lid van Ged. Staten van
Zuid Holland. l
HET ONTWERP-PROGRAM DER
R. K. STAATSPARTIJ.
Met het oog op de komende verkie
zingen heeft het partijbestuur der R.
K. Staatspartij in overleg met Mgr.
Nolens een politiek programma saam-
gesteld.
In paragraaf 1 wordt aangedrongen
tot wegneming van de belemmerin
gen, 'die de missievrijheid in den weg
worden gelegd.
Waar in het program van 1922 ge
sproken werd van handhaving der
Christelijke beginselen, wordt thans
gesproken van Katholiek staatkundige
beginselen.
In de onder wijs-paragraaf wordt
gesproken van de gelijkstelling tus-
schen het voorbereidend (bewaar-
school)-onderwijs en het nijverheids
onderwijs.
De financieele paragraaf spreekt
niet zooals in 1922 van een noodzake
lijke streng doorgevoerde bezuiniging.
Op een herziening wordt aangedron
gen van het bezoldigingsbesluit, met
name voor zoover daarin onbillijkhe
den of onjuistheden voorkomen.
In de sociale paragraaf wordt uit
drukkelijk vastgelegd, dat een gehee-
le of gedeeltelijke bindendverklaring
van collectieve arbeidsovereenkomsten
mogelijk gemaakt moet worden.
De invoering van de ziektewet wordt
verlangd, terwijl voorts op de doorvoe
ring van de arbeidswet 1919 wordt aan
gedrongen.
Tenslotte komt als eisch de invoe
ring van de arbeidswet voor kantoor-
en winkelpersoneel op het programma
voor.
HET TERREIN DER ORANJE
KAZERNE.
De Minister van Financien heeft den
wensch te kennen gegeven, dat een
terrein van 700 M2., deel uitmakende
van het terrein der voormalige Oranje
kazerne van 's Gravenhage, tegen den
prijs van 60 per M2. in eigendom van
het rijk zal overgaan, met de bedoe
ling dien grond te gebruiken voor uit
breiding van het boekenmagazijn der
Koninklijke Bibliotheek.
Naar de meening van B. en W. van
's Gravenhage bestaat geen bezwaar
om aan dezen wensch te voldoen. De
geboden prijs wordt voldoende geacht.
Zij stellen derhalve den raad voor
tot den verkoop te besluiten.
DE 50.000ste TE ENSCHEDé.
Bij den Burgerlijken Stand te En
schedé is gisteren aangifte gedaan van
de geboorte van Hermanus Johannes
Wiggers, zoon van Johan Herman Wig
gers en Theodora Christina Hogt.
Het bleek, dat hiermede de 50000ste
inwoner van Enschedé in de registers
van den Burgerlijken Stand was inge
schreven.
Namens het gemeentebestuur is door
'den loco-burgemeester aan het geluk
kige gezin een spaarbankboekje met
een bedrag van 100 uitgereikt, ter
wijl dloco-burgemeester persoonlijk
hieraan een zilveren eetlepel toevoeg
de.
HET INVOERRECHT OP THEE.
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Amsterdam heeft aan
den minister van financien een adres
gezonden inzake het invoerecht op
thee.
Er wordt daarin op gewezen, dat in
dertijd, om te komen 'tot- eeri herstel
van ons bugetair evenwicht werd be
sloten tot verhoóging van het invoer
recht op thee van '0,25 tot 0,75 per
K.G., welk laatste cijfer, berekend over
den rniddenprijs van thee over de
laatste jaren neerkomt'op een recht
van 40 a 50 pet. van de waarde van het
product.
Sedert dien werd de tariefwet her
zien, waarin, als normaal, het recht
bij den invoer te heffén, op 8 pet. werd
gesteld.
Op zichzelf beschouwd reeds, staan
deze percentages in een volstrekte
wanverhouding.
En bepaald niet te verdedigen komt
het adressant voor, om een dér belang-
ijkste Nederlandsche sOO etaoin' wrn
rijkste producten uit Nederlandsch-
Indië, zooals thee, bij den invoer hier
te lande te belasten met een percenta
ge, waarvan in de Tariefwet nauwe
lijks een voorbeeld is te vincjen.
Men hoort, besluR adressant, aller-
wege klachten over tol—barrières, wel
ke het Nederlandsche product in den
vreemde ontmoet.
Dat nu Nederland zelf aan Neder-
landsch-Indische thee een muur op
werpt van een hoogte, als elders in
commercieel georiënteerde landen niet
wordt aangetroffen, is een toestand,
welke niet anders dan in geval van
onvermijdelijkheid bestendigd mag
blijven.
Nu de nooden der schatkist niet
meer, zooals in 1924, dwingen tot het
gebruik van elk middel, dat in den
toen bestaan hebbenden noodtoestand
verbetering kon brengen, komt het
adressant daarom geboden voor, het
huidige invoerrecht op thee belangrijk
te verlagen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Oude Tonge, H. Ewoldt
te Raamsdonksveer. Te Wanswerd, J. E.
Klomp, te Oldebroek. Te Annerveen (toez.)
W. A. Noest te Grootegast.
Bedankt: Voor Nuenen, H. H. Schip
per, te Willemsoord. Voor Delfzijl (toez.)
J. C. Salverda, te Heino.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Heinkenszand, Joh.
Rooy, cand. te Hóogeveen.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Utrecht, G. Salomons te
Amersfoort en J. W. van Ree te Baren-
drecht. Te Russum, p. j. de Bruin, te Vee-
nendaal en J. L. de Vries te Rijnsburg.
EVANG. LUTH. GEM.
Bedankt: Voor Den Helder, Th. B.
W. C. Cramberg, te Zwolle.
BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID.
Cand. D. J. de Groot, van Amsterdam,
hoopt zijn intrede als predikant der Ge-
ref. Kerk van Woudsend te doen op Zon
dag 30 September a.s., na bevestiging door
zijn oom Ds. R. Smeding, van Nijmegen.
Ds. J. Jörg, overgekomen van Delf
zijl, werd Zondag j.l. bij de Ned. Herv.
Gem. van Steenwijk in plaats van door
zijn broeder, Ds. W. A. P. F. L. Jörg, van
Harlingen, die ongesteld' was, bevestigd
door Ds. J. P. van Leusden, van Steen-
wijk, die Pred. 8 4 tot tekst had. Ds. Jörg
hield een intreepredikatie over 1 Cor. 2
vers 2. Toegezongen werd Psalm 134 3.
Cand. J. van Veen, van Zeist, deed
Zondag j.l. zijh intrede als predikant der
Ned. Herv. Gemeente van Muiderberg,
waardoor een langdurige vacature tot
groote. -vreugde weer vervuld werd. Ds. D.
A. van Haselen, van Charlois, thans wo
nende te Den Haag, hield een ernstige be-
vestigingspredicatie over Hand. 4 24 en
29.
Bij de handoplegging gaf de bevestiger
den bevestigde als Woords Gods mede:
„Mijn genade is u genoeg", terwijl de oud
consulent, Ds. A. J. Wormer, van Bussum,
den tekst aanhaalde: „Wij hebben niet
ontvangen den geest der vreesachtigheid,
maar der kracht".
Ds. van Veen hield des namiddags een
intreepredikatie over Matth. 6 23: Hij
bond de Gemeente op het hart naar Je
zus' eisch vóór alles te zoeken het Ko
ninkrijk Gods. Dan zal God kentering ge
ven. Daarna volgden de gebruikelijke toe
spraken tot Burgemeester, Kerkeraad, be
vestiger enz. Ds. P. Warners, van Neder-
horst den Berg, verzocht de Gemeente nog
te zingen' Gezang 91 3.
Zoowel des morgens als des avords was
de kerk propvol.
MET EMERITAAT.
Ds. G. van Ilalsema, predikant der Ge
ref. Kérk van Nijeveen (Dr.) heeft bij de
Classis Meppel emeritaat aangevraagd.
Ds. van Ilalsema is 72 jaar oud en heeft
een bijna 43-jarigè ambtsbediening gehad.
Hij stond te Gees, te Siddeburen en sinds
1895 te Nijeveen.
JUBILEUM,
Ds. J. de Bruin, predikant der Ned.
Herv. Gem. te R'dam, hoopt 16 dezer den
dag te herdenken, waarop bij 25 jaar ge
leden in zijn ambt werd bevestigd te Bles-
kensgraaf. De a.s. jubilaris werd beves
tigd te Bleskensgraaf. De a.s. jubilaris
heeft achtereenvolgens gestaan te Groot-
Ammers, Veenepdaal, Rijssen en Zeist;
vandaar is hij naar Rotterdam, waar hij
in 1875. geboren is, overgekomen. Op 6
Augustus' 1922 is hij in de Groote Kerk al
daar door zijn voorganger, Ds. S. van
Dorp, met een predikatie over 1 Cor. 1 23
en 24 bevestigd. Ds. J. de Bruin beeft
toen een intreerede gehouden uit Matth.
133b „Zie, een zaaier ging uit om te
zaaien".
Ds. de Bruin is scriba van bet Ministe
rie van Predikanten en van den kerke
raad. Verder is hij scriba-quaestor van
den ring Rotterdam.
Op den jubileumdag zal ds. de Bruin te>
zijnen huize aan de' Kortenaerstraat 22 re
ceptie houden. Den volgenden Zondag
hoopt hij in de Groote Kerk des avonds
een herdenkingsrede uit te spreken.
Ds. C. van Mourik herdenkt vandaag
den dag, dat hij zich 25 jaar geleden aan
de Geref. Kerk van Hollum heeft verbon
den, Vandaar is hij naar Kooten overge
gaan, waar de jubilaris tot 1923 heeft ge
arbeid. Op 4 Maart van laatstgenoemd
jaar is hij naar Thesinge vertrokken.
Ds., G. Koning, directeur-secretaris
van de Utrechtsche Stadszending, viert
vandaag zijn zilveren jubileum als predi
kant. Zijn eerste gemeente was Grijpsker-
ke; vandaar is de jubilaris naar Enkhui
zen gegaan, waar bij is gebleven tot bij
in 1913 benoemd wordt bij de Utrechtsche
Stadszending.
Ds. A. RINGNALDA.
Ds. A. Ringnalda, Geref. predikant te
Soerabaja, hoopt medio September met
verlof hier te lande te zijn. Zijn voorloo-
pig adres is: Schuijtstraat 58, 's-Graven-
Ds. H. VAN ASSENDELFT.
Te Gouda is overleden, 53 jaar oud, Ds.
H. van Assendelft, emeritus-predikant der
Remonstrantsche gemeente.
BEGRAFENIS Ds, W. H. OOSTEN.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van Ds. W. H. Oosten, emeritus
predikant der Geref. Kerk van Schevenin-
gen, zal Vrijdag a.s. plaats hebben op de
Algemeene Begraafplaats aldaar. Te vo
ren, om 11 uur, wordt een dienst gehou
den in de Bethelkerk.
DE ELTHETOKERK TE AMSTERDAM.
Door de Kerkbouwcommissie der Elthe-
tokerk te Amsterdam, is als deskundig ad
viseur aangezocht voor het nieuw te bou
wen orgel, in die kerk, dë heer Frans Has
selaar, organist der. Westerkerk van Am
sterdam.
Reeds direct werd vastgesteld, dat dit
instrument er een zoude zijn van het al
lermodernste type, n.l. met rein-electri-
sche tractuur. Het orgel wordt geplaatst
boven het spreekgestoelte, terwijl de orga
nist zijn plaats vindt geheel aan de an
dere zijde der kerk. Orgel en speeltafel
zijn uitsluitend door electrische kabels
met elkaar verbonden.
De stroom wordt geleverd door een
krachtmotor met direct gekoppelde venti
lator voor wind voorziening, terwijl hier
bij wordt aangekoppeld een omvormer-in
stallatie voor het verkrijgen van zwak
stroom voor de magneten. De speeltafel
wordt uitgevoerd in eikenhout. Deze speel
tafel zal verplaatsbaar zijn. Het front zal
worden gebouwd in overleg met den ar
chitect der kerk, den heer Kruyswijk, te
Amsterdam.
De bouw van dit orgel zal een jaar vor
deren, doch het zal gelijk met de kerk
kunnen worden in dienst gesteld.
De boiiw is opgedragen aan en zal wor
den uitgevoerd door rle orgelfabrikanten
A. S. J. Dekker te Goes.
ALG. SYNODE DER NED. HERV. KERK.
Negentiende zitting.
(Slot).
Uit het rapport van den vice-prèsident
over de Registers van den' Secretaris;blijkt
dat gedurende de zittingen der Synode
zijn ingekomen 58. en uitgegaan 530, stuk
ke,n. Aan den secretaris wordt voor zijn
arbeid.dank gebracht.
De heer Picard geeft de eindredactie
van de wijziging van art. 67 Regl. Vaca
turen waarvan in de zitting van gisteren
is besloten, dat zij aan de hoofdelijke
stemming der Prov. kerkbesturen zal
worden onderworpen (waarbij dient te
worden opgemerkt, dat art. .41 van dat re
glement onveranderd zal blijven).
Prof. van Rhijn heeft, het volgende voor
stel ingediend: „De Synqde benoeme eene
commissie, die een onderzoek instelt naar
de bestaande Hervormde „Jeugddiensten"
speciaal in hare verhouding tot de ker
keraden der Hervormde gemeenten, en
die tevens de vraag bespreekt, op welke
wijze in, den arbeid der - jeugddiensten
meer eenheid en doel kan worden ge
bracht". Dit voorstel wordt zonder na
dere discussie met algemeene stemmen
aangenomen en op voorstel van den pre
sident worden tot leden van de bedoelde
commissie benoemd de leden: prof. dr. M.
van Rhijn, A. B. te Winkel, dr. S. F. H. J.
Berkelbach van der Sprenkel, G. Barger
te Hees, E. D. Spelberg te Egmond, J. P.
van Bruggen te Amsterdam, P. Veen te
Utrecht en M. Jongebreur te Veenendaal.
Prof. van Rhijn rapporteert over een
verzoek van het Zuiderzeefonds tot in
stelling van een „Zuiderzee-Zondag" waar
op gecollecteerd zal worden voor de ker
kelijke belangen van het a.s. Zuiderzeege
bied. Besloten wordt niet een zoodanigen
„Zuiderzee-Zondag" in te stellen, maar
wel een collecte aan te bevelen, welke
dan op den eersten Zondag van October
zal kunnen worden gehouden.
Vervolgens wordt besproken de verhou
ding van de door de Alg. Synodale Com
missie benoemde commissie van 7 leden
voor de kerkelijke belangen "van het a.s.
Zuiderzeegebied, tot het Zuiderzeefonds
voor de Nederlandsche Hervormde Kerk.
De president herinnert aan de besprekin
gen welke in Februari zijn gehouden tus-
scben afgevaardigden van de Synodale
Commissie en van de Zuiderzeecommissie
onder wier beheer het Zuiderzee-fonds
staat. Aan de toen door den president ge
formuleerde wenschen is voldaan, zooals
blijkt uit den Sticütingsdienst van ge
noemd fonds, waarin thans uitdrukkelijk
staat vermeld, dat de stichting ten doel
heeft in overleg met de Algemeene Synode
of met de door haar aan te wijzen orga
nen, werkzaam zijn ter behartiging van
de stoffelijke belangen en de uitwendige
organisatie, noodig voor het godsdienstig
leven,, zoozoover in directen zin de Ne-
derlandPsche Hervormde kerk aangaat, in
het droog te leggen Zuiderzeegebied en
in de randgemeenten daarvan. Ook staat
in dien stichtingsbrief thans geschreven
dat de stichting geen goederen of gelden,
hetzij als schenking, subsidie of voor
schot verstrekt, dan aan Nederlandsche
Hervormde gemeenten, in .eder geval af
zonderlijk na gepleegd overleg met de
Algemeene Synode of de door deze ter
behartiging van de geestelijke belangen
aangewezen organen.
Zoo wordt dus de taak die de commissie
uit de Synode heeft te vervullen duide
lijk. Niet alleen zal zij voor het erlangen
van rijkstraktementen maatregelen moe
ten nemen; niet alleen zal zij de tot stand-
koming van de nieuwe gemeenten heb
ben te bevorderen overeenkomstig de be
palingen der kerkelijke reglementen, doch
zij zal ook blijkens het bovenstaande in
onmiddellijke en voortdurende betrekking-
staan met bet Zuiderzeefonds en met hen
die dit beheeren.
Dit verhindert evenwel niet, cat de Sy
node met algemeene stemmen een voor
stel aanneemt van den heer te Winkel al
dus luidende: „De Synode besluite aan de
kerkeraden te berichten, dat de opbreng
sten der collecten gezonden moeten wor
den aan den Quaestor-generaal (mr. S. J.
Iiogerzeil), dat deze gelden voorloopig zul
len worden beheerd door den Quaestor-
generaal en dat later in overleg met het
bestuur van het Zuiderzeefonds, beslis
sing zal worden genomen, welke bestem
ming aan deze gelden zal worden gege
ven".
Op voorstel van den heer Idenburg
wordt een verzoek van de „commissie
voor de behartiging van de geestelijke be
langen der Zuiderzee-arbeiders, om sub
sidie voor haar arbeid ter afdoening ge
steld in handen van de Alg. Synodale
Commissie.
Daarna komen in behandeling de bijla
gen C, D en E in het z.g. „blauwboëk"
over den Staat van de Ned. Hervormde
Kerk, over de Protestantsche kerken in. O.
en W.-Indië en over de Waldenzische ge
meenten.
Kennis wordt genomen van eenige inge
zonden stukken en boekwerken, terwijl
aan de Alg. Synodale Commissie weder
het beheer over eenige fondsen wordt op
gedragen.
Daarna richt de president, dr. Weyland
woorden van bijzondere waardeering tot
de praeadviseurs der Synode, de hoog
leeraren van Veldhuizen en. van Rhijn,
tot den vice-president ds. C. J. van Paas-
sen en tot den secretaris den heer D. den
Breems.
Beide hoogleeraren en ook de vice-pre
sident beantwoorden de toespraak tot hen
gericht.
Daarna wordt de 113de vergadering der
Algemeene: Synode met dankzegging ge
sloten.
1
LEERLINGEN „UIT EEN MEER
EENVOUDIG MILIEU".
De heer H. Oberman schrijft in het
„Weekblad voor Gymnasiaal en Middel
baar Onderwijs":
In de jaren, die vlak achter ons liggën,
is de klacht niet van de lucht geweest,
dat door de afschaffing van het Fransch
op het toelatingsexamen en de instelling
van een evenredig schoolgeld plus gratis
boekenverstrekking van de gemeente het
algemeen peil der schoolbevolking op de
H. B. S. bedenkelijk zou zijn gedaald.
Het is zoo vaak en op" zoo besliste wijze
gezegd, dat men haast zoo het gevoel
krijgt alsof men hier te doen heeft met
een waarheid als een koe, waarbij elk
streven naar bewijs overbodig is.
Hoezeer het echter noodig is, voorzich
tig te zijn in kwesties als deze, leert de
volgende geschiedenis.
In 1923 werd met een deel der leerlin
gen de tweede gemeentelijke Handels
school gesplitst. Uit de nieuw aangegeven
leerlingen werden twee eerste klassen ge
vormd: la met twaalf leerlingen, welke
van de volksschool kwamen en dus geen
Fransch hadden geleerd, lb met 21 leer
lingen, afkomstig van de gewone oplei
dingsscholen. Na verloop van drie jaar
behaalden hij het eindexamen derde klas
se drie leerlingen uit de voormalige
Franschlooze 1ste klasse de nummers 1,
2 en 3. in het geheel behaalden van de
twaalf leerlingen dier afdeeling er vijf
dezen eindpaal, van de 21 leerlingen der
parallel-afdeeling slechts één.
Deze zes gingen allen plaats nemen in
de vierde klasse, met leerlingen van an
dere inrichtingen, welke met of zonder
examen tot de vierde klasse waren bevor
derd. Thans, in 1928, wachtte deze lui het
eindexamen 5. De leerlingen uit de voor
malige Franschlooze afdeeling slaagden
allen, en wel met de rangnummers 2, 5, 7*
13 en 22; ook de ééne leerling uit de an
dere afdee'.ing slaagde, gelijk uitkomen
de met no. 22. Wij hebben hier dus een
concreet controleerbaar geval, waarbij
door de veelvuldig gewraakte maatregelen
het peil niet was verlaagd, doch juist
verhoogd. Dit komt nog te sterker uit, als
men bedenkt, dat deze vijf leerlingen
steeds hebben uitgemunt door ijver, toe
wijding en uitmuntend gedrag, zoodat zij,
gelijk een der leeraren het onder alge
meene instemming uitdrukte, een voor
beeld waren geweest voor allen.
Ik wensch uit het bovenstaande geen
andere gevolgtrekking te maken, dan dat
men bewijs mag vorderen van hen, die
maar steeds beweren, dat het peil der II.
B. S. zou zijn gedaald door deze school
open te stellen ook voor kinderen uit
meer eenvoudig milieu.
Land- en Tuinbouw.
BEZOEK VAN AMERIKAANSCHE
LANDBOUW PROFESSOREN.
De vorige week werd ons land bö
zocht door een 25-tal Landbouw-profes-
soren uit Amerika, ten deele vergezeld
door hun dames.
Het gezelschap arriveerde vanuit
(Hamburg te Amsterdam, nameen lange
studiereis door Frankrijk, Eelgië en
Duitschland. De reis door Nederland
stond onder leiding van den heer H.
Lindeman, dir. der N.V. Veieenigde Ka-
limaatschappij te Amsterdam, daar Dij
ter zijde gestaan dooa* de heer en van
Roekei, Leijenaar en Muntinga van ge
noemde Maatschappij.
Oorspronkelijk stond ten. leis door het
Noorden des lands op het programma,
doch deze moest jammer genoeg verval
len. Het gezelschap heeft zicii thans
FEUILLETON.
EINDELIJK VREDE.
45) O—
„Helena, Helenal" kreunde hij.
„Was zij blijven leven, ik zou mij
aan zoo iets laags nooit hebben schul
dig gemaakt!"
Maar hij voelde, ook dat was geen
verontschuldiging. Was het ontvallen
van een reine bruid een reden voor
hem, die altijd alle onzedelijkheid
had verafschuwd, om zich naar zulke
onreine plaatsen te begeven, en zich
te bezoedelen met datgene, wat hij in
anderen zoo streng had veroordeeld?
Moest hij meedoen met een arm
schepsel nog dieper te stooten in dien
poel van laagheid en vuilheid?
En de woorden, door hemzelven nog
pas zoo kort geleden tot Van Eekhuy-
zen gesproken, klonken hem hard en
scherp in de ooren: „Je kunt toch be
hoorlijk trouwen met een fatsoenlijk
meisje, voordat je je met zulke deerns
afgeeft?"
Een huwelijk aangaan, nu zijn He
lena hem door den dood was ontno
men Frank had dit denkbeeld altijd
ondragelijk gevonden. Hij kon zich
niet vereenigen met de gedachte, een
andere in de plaats te stellen van
haar, aan wie hij zich eenmaal met
zijn geheele hart, zijn geheele bestaan
had verbonden.
En toch had hij dit dezen nacht ge
daan. En op welk een wijze?
En zij, die hij in Heiena's plaats had
gesteld, wie was zij? Een arm kind,
dat was waar; niet zoo verdorven als
de anderen niet zoo schuldig als hij;
maar toch, een onreine, bedorven door
de giftige atmosfeer, waarin zij leefde,
een „gemeengoed", waarvan een Van
Eekhuyzen even goed als ieder ander
gebruik mocht maken.
Frank huiverde, en bedekte zich het
gezicht met beide handen, terwijl hij
een oogenblik, overmand door zelfbe
schuldiging tegen een boom leunde.
Doch hij moest voort, anders zou het
daglicht hem verrassen.
Nog ééns naar dat graf en dan,
daar in de nabijheid van het kerkhof
een laatste toevlucht gezocht in den
stroom, die vandaar naar de stad liep.
Er was nergens op dit late uur een
dos-è,-dos te zien. Maar de vermoeie
nis van het loopen deed hem goed, en
de koele nachtwind verfrischte zijn
brandend hoofd en kalmeerde zijn ge
jaagde pols,
Eindelijk bereikte hij het afgelegen
stille kerkhof; en met een kreet van
wilde, woeste, ontroostbare smart viel
hij op het graf neer, het graf van haar,
die gemeend had, dat hij een volmaakt
ideaal van reinheid was. Nu helaas,
even diep gezonken als Van Eekhuy
zen zelf; zelf geschandvlekt voor altijd
en schuldig aan een andere, die door
hem geschandvlekt was geworden.
O, als zij dat wist!
En hij zag in zijn verbeelding dat
reine, lieflijke gezicht, die oogen vol
edele, zuivere liefde, zooals hij haar
zoo vaak in de armen had gesloten,
zijn hart met de hoogste, edelste ge
voelens vervuld.
Hij zag haar hem ontvluchten, ver
der en verder, met afschuw op hem
neerziende, terwijl vlak naast hem die
andere stond met haar bleek gelaat en
de oogen vol tranen, beschuldigend en
verwijtend den vinger naar hem ge
richt.
„Haar zij weet het niet", zoo rede
neerde hij hij zichzelven. „Ze bestaat
niet meer
Hier hield hij op, als had hij een on
waarheid gezegd.
Hij voelde in het diepst van zijn ge
voel, in die onpeilbare diepte van het
weten als bij intuïtie; „zij bestaat
wel!" E11 met folterend zelfverwijt
voegde hij er aan toe; „En zij moet
mij verfoeien en verachten".
O, kon hij haar vinden, dien edelen,
reinen geest, die deze aarde was ont
vloden. Kon hij aan haar voeten neer
knielen, en haar smeeken, hem te ver
geven, hem niet te hard te heoordee-
len. Er moest toch iemand zijn, die
zijn boodschap aan haar kon overbren
gen, daar in dat land der zalige gees
ten.
„O God!" smeekte hij, „zeg haar,
dat ik mijzelven verafschuw, dat ik
zoo onuitsprekelijk diep berouw heb!"
God! maar er was immers geen
God? Hij had immers nooit in een God
kunnen gelooven?
Toch, er moest een God zijn, tot Wien
hij in deze vreeselijkste ure zijn toe
vlucht kon nemen.
In het water springen om dat kna
gende gevoel daarbinnen te smoren?
Zou dat water dan zijn schandvlek
kunnen wegnemen?
Kon het dat al doen voor hemzelven,
door zijn schande voor Ruth's oog te
verber&en en zijn bestaan te doen op
houden daar was nog een andere,
die hij geschandvlekt had, en zijn
daad zou in haar ziel blijven branden.
Als er geen God was, wat kwam het
er dan op aan, hoe iemand leefde?
Waarom zou hij zich dan met zulk
een zelfverwijt plagen? Kon hij het
helpen, dat een onweerstaanbare
macht hem tot een daad had gedre
ven, die hij verfoeide? Had Van Eek
huyzen wel zoo groot ongelijk? Waar
om zou hij er zich niet even gemakke
lijk overheen zetten?
Maar een rilling liep hem door de
leden bij deze gedachte te worden
als die lage slaven hunner vuile harts
tochten, andere schepsels meesleepen-
de in dien onreinen poel, hij, die
altijd zulk een diep gevoel had gehad,
voor al wat edel was en schoon 1
En toch, hij had den eersten stai>
gezet op dien weg, Noodwendig zou
den er meer moeten volgen.
Van Eekhuyzen had nu een over
wicht op hem, waarvan hij niet nala
ten zou gebruik te maken.
Hij huiverde, als hij aan Van Eek
huyzen dacht. Neen, hij kon. hem niet
weer ontmoeten. Hij kon zijn duivel-
schen, zegevierenden glimlach niet
zien. Hij kon hem niet van zijn triomf
laten genieten, dat de ingetogen, bra
ve dokter Van Ende aan hem gelijk
was geworden.
De rivier was zijn eenige toevlucht.
(Wordt vervolgd).