ilEUWE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 9 AUG. 1928 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. DE VACATURE DR. J. G. SCHEURER Thans is, na het bedanken door den heer H. Colijn en door Prof. Mr. V. H. Rutgers door den waarnemenden voorzitter van het Centraal Stembu reau benoemd verklaard tot lid der Tweede Kamer in de vacature, ont staan door het overlijden van Dr. J. G. Scheurer, de heer Th. Heukels, te Rotterdam, lid van Ged. Staten van Zuid Holland. l HET ONTWERP-PROGRAM DER R. K. STAATSPARTIJ. Met het oog op de komende verkie zingen heeft het partijbestuur der R. K. Staatspartij in overleg met Mgr. Nolens een politiek programma saam- gesteld. In paragraaf 1 wordt aangedrongen tot wegneming van de belemmerin gen, 'die de missievrijheid in den weg worden gelegd. Waar in het program van 1922 ge sproken werd van handhaving der Christelijke beginselen, wordt thans gesproken van Katholiek staatkundige beginselen. In de onder wijs-paragraaf wordt gesproken van de gelijkstelling tus- schen het voorbereidend (bewaar- school)-onderwijs en het nijverheids onderwijs. De financieele paragraaf spreekt niet zooals in 1922 van een noodzake lijke streng doorgevoerde bezuiniging. Op een herziening wordt aangedron gen van het bezoldigingsbesluit, met name voor zoover daarin onbillijkhe den of onjuistheden voorkomen. In de sociale paragraaf wordt uit drukkelijk vastgelegd, dat een gehee- le of gedeeltelijke bindendverklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten mogelijk gemaakt moet worden. De invoering van de ziektewet wordt verlangd, terwijl voorts op de doorvoe ring van de arbeidswet 1919 wordt aan gedrongen. Tenslotte komt als eisch de invoe ring van de arbeidswet voor kantoor- en winkelpersoneel op het programma voor. HET TERREIN DER ORANJE KAZERNE. De Minister van Financien heeft den wensch te kennen gegeven, dat een terrein van 700 M2., deel uitmakende van het terrein der voormalige Oranje kazerne van 's Gravenhage, tegen den prijs van 60 per M2. in eigendom van het rijk zal overgaan, met de bedoe ling dien grond te gebruiken voor uit breiding van het boekenmagazijn der Koninklijke Bibliotheek. Naar de meening van B. en W. van 's Gravenhage bestaat geen bezwaar om aan dezen wensch te voldoen. De geboden prijs wordt voldoende geacht. Zij stellen derhalve den raad voor tot den verkoop te besluiten. DE 50.000ste TE ENSCHEDé. Bij den Burgerlijken Stand te En schedé is gisteren aangifte gedaan van de geboorte van Hermanus Johannes Wiggers, zoon van Johan Herman Wig gers en Theodora Christina Hogt. Het bleek, dat hiermede de 50000ste inwoner van Enschedé in de registers van den Burgerlijken Stand was inge schreven. Namens het gemeentebestuur is door 'den loco-burgemeester aan het geluk kige gezin een spaarbankboekje met een bedrag van 100 uitgereikt, ter wijl dloco-burgemeester persoonlijk hieraan een zilveren eetlepel toevoeg de. HET INVOERRECHT OP THEE. De Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Amsterdam heeft aan den minister van financien een adres gezonden inzake het invoerecht op thee. Er wordt daarin op gewezen, dat in dertijd, om te komen 'tot- eeri herstel van ons bugetair evenwicht werd be sloten tot verhoóging van het invoer recht op thee van '0,25 tot 0,75 per K.G., welk laatste cijfer, berekend over den rniddenprijs van thee over de laatste jaren neerkomt'op een recht van 40 a 50 pet. van de waarde van het product. Sedert dien werd de tariefwet her zien, waarin, als normaal, het recht bij den invoer te heffén, op 8 pet. werd gesteld. Op zichzelf beschouwd reeds, staan deze percentages in een volstrekte wanverhouding. En bepaald niet te verdedigen komt het adressant voor, om een dér belang- ijkste Nederlandsche sOO etaoin' wrn rijkste producten uit Nederlandsch- Indië, zooals thee, bij den invoer hier te lande te belasten met een percenta ge, waarvan in de Tariefwet nauwe lijks een voorbeeld is te vincjen. Men hoort, besluR adressant, aller- wege klachten over tol—barrières, wel ke het Nederlandsche product in den vreemde ontmoet. Dat nu Nederland zelf aan Neder- landsch-Indische thee een muur op werpt van een hoogte, als elders in commercieel georiënteerde landen niet wordt aangetroffen, is een toestand, welke niet anders dan in geval van onvermijdelijkheid bestendigd mag blijven. Nu de nooden der schatkist niet meer, zooals in 1924, dwingen tot het gebruik van elk middel, dat in den toen bestaan hebbenden noodtoestand verbetering kon brengen, komt het adressant daarom geboden voor, het huidige invoerrecht op thee belangrijk te verlagen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Oude Tonge, H. Ewoldt te Raamsdonksveer. Te Wanswerd, J. E. Klomp, te Oldebroek. Te Annerveen (toez.) W. A. Noest te Grootegast. Bedankt: Voor Nuenen, H. H. Schip per, te Willemsoord. Voor Delfzijl (toez.) J. C. Salverda, te Heino. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Heinkenszand, Joh. Rooy, cand. te Hóogeveen. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Utrecht, G. Salomons te Amersfoort en J. W. van Ree te Baren- drecht. Te Russum, p. j. de Bruin, te Vee- nendaal en J. L. de Vries te Rijnsburg. EVANG. LUTH. GEM. Bedankt: Voor Den Helder, Th. B. W. C. Cramberg, te Zwolle. BEVESTIGING, INTREDE, AFSCHEID. Cand. D. J. de Groot, van Amsterdam, hoopt zijn intrede als predikant der Ge- ref. Kerk van Woudsend te doen op Zon dag 30 September a.s., na bevestiging door zijn oom Ds. R. Smeding, van Nijmegen. Ds. J. Jörg, overgekomen van Delf zijl, werd Zondag j.l. bij de Ned. Herv. Gem. van Steenwijk in plaats van door zijn broeder, Ds. W. A. P. F. L. Jörg, van Harlingen, die ongesteld' was, bevestigd door Ds. J. P. van Leusden, van Steen- wijk, die Pred. 8 4 tot tekst had. Ds. Jörg hield een intreepredikatie over 1 Cor. 2 vers 2. Toegezongen werd Psalm 134 3. Cand. J. van Veen, van Zeist, deed Zondag j.l. zijh intrede als predikant der Ned. Herv. Gemeente van Muiderberg, waardoor een langdurige vacature tot groote. -vreugde weer vervuld werd. Ds. D. A. van Haselen, van Charlois, thans wo nende te Den Haag, hield een ernstige be- vestigingspredicatie over Hand. 4 24 en 29. Bij de handoplegging gaf de bevestiger den bevestigde als Woords Gods mede: „Mijn genade is u genoeg", terwijl de oud consulent, Ds. A. J. Wormer, van Bussum, den tekst aanhaalde: „Wij hebben niet ontvangen den geest der vreesachtigheid, maar der kracht". Ds. van Veen hield des namiddags een intreepredikatie over Matth. 6 23: Hij bond de Gemeente op het hart naar Je zus' eisch vóór alles te zoeken het Ko ninkrijk Gods. Dan zal God kentering ge ven. Daarna volgden de gebruikelijke toe spraken tot Burgemeester, Kerkeraad, be vestiger enz. Ds. P. Warners, van Neder- horst den Berg, verzocht de Gemeente nog te zingen' Gezang 91 3. Zoowel des morgens als des avords was de kerk propvol. MET EMERITAAT. Ds. G. van Ilalsema, predikant der Ge ref. Kérk van Nijeveen (Dr.) heeft bij de Classis Meppel emeritaat aangevraagd. Ds. van Ilalsema is 72 jaar oud en heeft een bijna 43-jarigè ambtsbediening gehad. Hij stond te Gees, te Siddeburen en sinds 1895 te Nijeveen. JUBILEUM, Ds. J. de Bruin, predikant der Ned. Herv. Gem. te R'dam, hoopt 16 dezer den dag te herdenken, waarop bij 25 jaar ge leden in zijn ambt werd bevestigd te Bles- kensgraaf. De a.s. jubilaris werd beves tigd te Bleskensgraaf. De a.s. jubilaris heeft achtereenvolgens gestaan te Groot- Ammers, Veenepdaal, Rijssen en Zeist; vandaar is hij naar Rotterdam, waar hij in 1875. geboren is, overgekomen. Op 6 Augustus' 1922 is hij in de Groote Kerk al daar door zijn voorganger, Ds. S. van Dorp, met een predikatie over 1 Cor. 1 23 en 24 bevestigd. Ds. J. de Bruin beeft toen een intreerede gehouden uit Matth. 133b „Zie, een zaaier ging uit om te zaaien". Ds. de Bruin is scriba van bet Ministe rie van Predikanten en van den kerke raad. Verder is hij scriba-quaestor van den ring Rotterdam. Op den jubileumdag zal ds. de Bruin te> zijnen huize aan de' Kortenaerstraat 22 re ceptie houden. Den volgenden Zondag hoopt hij in de Groote Kerk des avonds een herdenkingsrede uit te spreken. Ds. C. van Mourik herdenkt vandaag den dag, dat hij zich 25 jaar geleden aan de Geref. Kerk van Hollum heeft verbon den, Vandaar is hij naar Kooten overge gaan, waar de jubilaris tot 1923 heeft ge arbeid. Op 4 Maart van laatstgenoemd jaar is hij naar Thesinge vertrokken. Ds., G. Koning, directeur-secretaris van de Utrechtsche Stadszending, viert vandaag zijn zilveren jubileum als predi kant. Zijn eerste gemeente was Grijpsker- ke; vandaar is de jubilaris naar Enkhui zen gegaan, waar bij is gebleven tot bij in 1913 benoemd wordt bij de Utrechtsche Stadszending. Ds. A. RINGNALDA. Ds. A. Ringnalda, Geref. predikant te Soerabaja, hoopt medio September met verlof hier te lande te zijn. Zijn voorloo- pig adres is: Schuijtstraat 58, 's-Graven- Ds. H. VAN ASSENDELFT. Te Gouda is overleden, 53 jaar oud, Ds. H. van Assendelft, emeritus-predikant der Remonstrantsche gemeente. BEGRAFENIS Ds, W. H. OOSTEN. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot van Ds. W. H. Oosten, emeritus predikant der Geref. Kerk van Schevenin- gen, zal Vrijdag a.s. plaats hebben op de Algemeene Begraafplaats aldaar. Te vo ren, om 11 uur, wordt een dienst gehou den in de Bethelkerk. DE ELTHETOKERK TE AMSTERDAM. Door de Kerkbouwcommissie der Elthe- tokerk te Amsterdam, is als deskundig ad viseur aangezocht voor het nieuw te bou wen orgel, in die kerk, dë heer Frans Has selaar, organist der. Westerkerk van Am sterdam. Reeds direct werd vastgesteld, dat dit instrument er een zoude zijn van het al lermodernste type, n.l. met rein-electri- sche tractuur. Het orgel wordt geplaatst boven het spreekgestoelte, terwijl de orga nist zijn plaats vindt geheel aan de an dere zijde der kerk. Orgel en speeltafel zijn uitsluitend door electrische kabels met elkaar verbonden. De stroom wordt geleverd door een krachtmotor met direct gekoppelde venti lator voor wind voorziening, terwijl hier bij wordt aangekoppeld een omvormer-in stallatie voor het verkrijgen van zwak stroom voor de magneten. De speeltafel wordt uitgevoerd in eikenhout. Deze speel tafel zal verplaatsbaar zijn. Het front zal worden gebouwd in overleg met den ar chitect der kerk, den heer Kruyswijk, te Amsterdam. De bouw van dit orgel zal een jaar vor deren, doch het zal gelijk met de kerk kunnen worden in dienst gesteld. De boiiw is opgedragen aan en zal wor den uitgevoerd door rle orgelfabrikanten A. S. J. Dekker te Goes. ALG. SYNODE DER NED. HERV. KERK. Negentiende zitting. (Slot). Uit het rapport van den vice-prèsident over de Registers van den' Secretaris;blijkt dat gedurende de zittingen der Synode zijn ingekomen 58. en uitgegaan 530, stuk ke,n. Aan den secretaris wordt voor zijn arbeid.dank gebracht. De heer Picard geeft de eindredactie van de wijziging van art. 67 Regl. Vaca turen waarvan in de zitting van gisteren is besloten, dat zij aan de hoofdelijke stemming der Prov. kerkbesturen zal worden onderworpen (waarbij dient te worden opgemerkt, dat art. .41 van dat re glement onveranderd zal blijven). Prof. van Rhijn heeft, het volgende voor stel ingediend: „De Synqde benoeme eene commissie, die een onderzoek instelt naar de bestaande Hervormde „Jeugddiensten" speciaal in hare verhouding tot de ker keraden der Hervormde gemeenten, en die tevens de vraag bespreekt, op welke wijze in, den arbeid der - jeugddiensten meer eenheid en doel kan worden ge bracht". Dit voorstel wordt zonder na dere discussie met algemeene stemmen aangenomen en op voorstel van den pre sident worden tot leden van de bedoelde commissie benoemd de leden: prof. dr. M. van Rhijn, A. B. te Winkel, dr. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel, G. Barger te Hees, E. D. Spelberg te Egmond, J. P. van Bruggen te Amsterdam, P. Veen te Utrecht en M. Jongebreur te Veenendaal. Prof. van Rhijn rapporteert over een verzoek van het Zuiderzeefonds tot in stelling van een „Zuiderzee-Zondag" waar op gecollecteerd zal worden voor de ker kelijke belangen van het a.s. Zuiderzeege bied. Besloten wordt niet een zoodanigen „Zuiderzee-Zondag" in te stellen, maar wel een collecte aan te bevelen, welke dan op den eersten Zondag van October zal kunnen worden gehouden. Vervolgens wordt besproken de verhou ding van de door de Alg. Synodale Com missie benoemde commissie van 7 leden voor de kerkelijke belangen "van het a.s. Zuiderzeegebied, tot het Zuiderzeefonds voor de Nederlandsche Hervormde Kerk. De president herinnert aan de besprekin gen welke in Februari zijn gehouden tus- scben afgevaardigden van de Synodale Commissie en van de Zuiderzeecommissie onder wier beheer het Zuiderzee-fonds staat. Aan de toen door den president ge formuleerde wenschen is voldaan, zooals blijkt uit den Sticütingsdienst van ge noemd fonds, waarin thans uitdrukkelijk staat vermeld, dat de stichting ten doel heeft in overleg met de Algemeene Synode of met de door haar aan te wijzen orga nen, werkzaam zijn ter behartiging van de stoffelijke belangen en de uitwendige organisatie, noodig voor het godsdienstig leven,, zoozoover in directen zin de Ne- derlandPsche Hervormde kerk aangaat, in het droog te leggen Zuiderzeegebied en in de randgemeenten daarvan. Ook staat in dien stichtingsbrief thans geschreven dat de stichting geen goederen of gelden, hetzij als schenking, subsidie of voor schot verstrekt, dan aan Nederlandsche Hervormde gemeenten, in .eder geval af zonderlijk na gepleegd overleg met de Algemeene Synode of de door deze ter behartiging van de geestelijke belangen aangewezen organen. Zoo wordt dus de taak die de commissie uit de Synode heeft te vervullen duide lijk. Niet alleen zal zij voor het erlangen van rijkstraktementen maatregelen moe ten nemen; niet alleen zal zij de tot stand- koming van de nieuwe gemeenten heb ben te bevorderen overeenkomstig de be palingen der kerkelijke reglementen, doch zij zal ook blijkens het bovenstaande in onmiddellijke en voortdurende betrekking- staan met bet Zuiderzeefonds en met hen die dit beheeren. Dit verhindert evenwel niet, cat de Sy node met algemeene stemmen een voor stel aanneemt van den heer te Winkel al dus luidende: „De Synode besluite aan de kerkeraden te berichten, dat de opbreng sten der collecten gezonden moeten wor den aan den Quaestor-generaal (mr. S. J. Iiogerzeil), dat deze gelden voorloopig zul len worden beheerd door den Quaestor- generaal en dat later in overleg met het bestuur van het Zuiderzeefonds, beslis sing zal worden genomen, welke bestem ming aan deze gelden zal worden gege ven". Op voorstel van den heer Idenburg wordt een verzoek van de „commissie voor de behartiging van de geestelijke be langen der Zuiderzee-arbeiders, om sub sidie voor haar arbeid ter afdoening ge steld in handen van de Alg. Synodale Commissie. Daarna komen in behandeling de bijla gen C, D en E in het z.g. „blauwboëk" over den Staat van de Ned. Hervormde Kerk, over de Protestantsche kerken in. O. en W.-Indië en over de Waldenzische ge meenten. Kennis wordt genomen van eenige inge zonden stukken en boekwerken, terwijl aan de Alg. Synodale Commissie weder het beheer over eenige fondsen wordt op gedragen. Daarna richt de president, dr. Weyland woorden van bijzondere waardeering tot de praeadviseurs der Synode, de hoog leeraren van Veldhuizen en. van Rhijn, tot den vice-president ds. C. J. van Paas- sen en tot den secretaris den heer D. den Breems. Beide hoogleeraren en ook de vice-pre sident beantwoorden de toespraak tot hen gericht. Daarna wordt de 113de vergadering der Algemeene: Synode met dankzegging ge sloten. 1 LEERLINGEN „UIT EEN MEER EENVOUDIG MILIEU". De heer H. Oberman schrijft in het „Weekblad voor Gymnasiaal en Middel baar Onderwijs": In de jaren, die vlak achter ons liggën, is de klacht niet van de lucht geweest, dat door de afschaffing van het Fransch op het toelatingsexamen en de instelling van een evenredig schoolgeld plus gratis boekenverstrekking van de gemeente het algemeen peil der schoolbevolking op de H. B. S. bedenkelijk zou zijn gedaald. Het is zoo vaak en op" zoo besliste wijze gezegd, dat men haast zoo het gevoel krijgt alsof men hier te doen heeft met een waarheid als een koe, waarbij elk streven naar bewijs overbodig is. Hoezeer het echter noodig is, voorzich tig te zijn in kwesties als deze, leert de volgende geschiedenis. In 1923 werd met een deel der leerlin gen de tweede gemeentelijke Handels school gesplitst. Uit de nieuw aangegeven leerlingen werden twee eerste klassen ge vormd: la met twaalf leerlingen, welke van de volksschool kwamen en dus geen Fransch hadden geleerd, lb met 21 leer lingen, afkomstig van de gewone oplei dingsscholen. Na verloop van drie jaar behaalden hij het eindexamen derde klas se drie leerlingen uit de voormalige Franschlooze 1ste klasse de nummers 1, 2 en 3. in het geheel behaalden van de twaalf leerlingen dier afdeeling er vijf dezen eindpaal, van de 21 leerlingen der parallel-afdeeling slechts één. Deze zes gingen allen plaats nemen in de vierde klasse, met leerlingen van an dere inrichtingen, welke met of zonder examen tot de vierde klasse waren bevor derd. Thans, in 1928, wachtte deze lui het eindexamen 5. De leerlingen uit de voor malige Franschlooze afdeeling slaagden allen, en wel met de rangnummers 2, 5, 7* 13 en 22; ook de ééne leerling uit de an dere afdee'.ing slaagde, gelijk uitkomen de met no. 22. Wij hebben hier dus een concreet controleerbaar geval, waarbij door de veelvuldig gewraakte maatregelen het peil niet was verlaagd, doch juist verhoogd. Dit komt nog te sterker uit, als men bedenkt, dat deze vijf leerlingen steeds hebben uitgemunt door ijver, toe wijding en uitmuntend gedrag, zoodat zij, gelijk een der leeraren het onder alge meene instemming uitdrukte, een voor beeld waren geweest voor allen. Ik wensch uit het bovenstaande geen andere gevolgtrekking te maken, dan dat men bewijs mag vorderen van hen, die maar steeds beweren, dat het peil der II. B. S. zou zijn gedaald door deze school open te stellen ook voor kinderen uit meer eenvoudig milieu. Land- en Tuinbouw. BEZOEK VAN AMERIKAANSCHE LANDBOUW PROFESSOREN. De vorige week werd ons land bö zocht door een 25-tal Landbouw-profes- soren uit Amerika, ten deele vergezeld door hun dames. Het gezelschap arriveerde vanuit (Hamburg te Amsterdam, nameen lange studiereis door Frankrijk, Eelgië en Duitschland. De reis door Nederland stond onder leiding van den heer H. Lindeman, dir. der N.V. Veieenigde Ka- limaatschappij te Amsterdam, daar Dij ter zijde gestaan dooa* de heer en van Roekei, Leijenaar en Muntinga van ge noemde Maatschappij. Oorspronkelijk stond ten. leis door het Noorden des lands op het programma, doch deze moest jammer genoeg verval len. Het gezelschap heeft zicii thans FEUILLETON. EINDELIJK VREDE. 45) O— „Helena, Helenal" kreunde hij. „Was zij blijven leven, ik zou mij aan zoo iets laags nooit hebben schul dig gemaakt!" Maar hij voelde, ook dat was geen verontschuldiging. Was het ontvallen van een reine bruid een reden voor hem, die altijd alle onzedelijkheid had verafschuwd, om zich naar zulke onreine plaatsen te begeven, en zich te bezoedelen met datgene, wat hij in anderen zoo streng had veroordeeld? Moest hij meedoen met een arm schepsel nog dieper te stooten in dien poel van laagheid en vuilheid? En de woorden, door hemzelven nog pas zoo kort geleden tot Van Eekhuy- zen gesproken, klonken hem hard en scherp in de ooren: „Je kunt toch be hoorlijk trouwen met een fatsoenlijk meisje, voordat je je met zulke deerns afgeeft?" Een huwelijk aangaan, nu zijn He lena hem door den dood was ontno men Frank had dit denkbeeld altijd ondragelijk gevonden. Hij kon zich niet vereenigen met de gedachte, een andere in de plaats te stellen van haar, aan wie hij zich eenmaal met zijn geheele hart, zijn geheele bestaan had verbonden. En toch had hij dit dezen nacht ge daan. En op welk een wijze? En zij, die hij in Heiena's plaats had gesteld, wie was zij? Een arm kind, dat was waar; niet zoo verdorven als de anderen niet zoo schuldig als hij; maar toch, een onreine, bedorven door de giftige atmosfeer, waarin zij leefde, een „gemeengoed", waarvan een Van Eekhuyzen even goed als ieder ander gebruik mocht maken. Frank huiverde, en bedekte zich het gezicht met beide handen, terwijl hij een oogenblik, overmand door zelfbe schuldiging tegen een boom leunde. Doch hij moest voort, anders zou het daglicht hem verrassen. Nog ééns naar dat graf en dan, daar in de nabijheid van het kerkhof een laatste toevlucht gezocht in den stroom, die vandaar naar de stad liep. Er was nergens op dit late uur een dos-è,-dos te zien. Maar de vermoeie nis van het loopen deed hem goed, en de koele nachtwind verfrischte zijn brandend hoofd en kalmeerde zijn ge jaagde pols, Eindelijk bereikte hij het afgelegen stille kerkhof; en met een kreet van wilde, woeste, ontroostbare smart viel hij op het graf neer, het graf van haar, die gemeend had, dat hij een volmaakt ideaal van reinheid was. Nu helaas, even diep gezonken als Van Eekhuy zen zelf; zelf geschandvlekt voor altijd en schuldig aan een andere, die door hem geschandvlekt was geworden. O, als zij dat wist! En hij zag in zijn verbeelding dat reine, lieflijke gezicht, die oogen vol edele, zuivere liefde, zooals hij haar zoo vaak in de armen had gesloten, zijn hart met de hoogste, edelste ge voelens vervuld. Hij zag haar hem ontvluchten, ver der en verder, met afschuw op hem neerziende, terwijl vlak naast hem die andere stond met haar bleek gelaat en de oogen vol tranen, beschuldigend en verwijtend den vinger naar hem ge richt. „Haar zij weet het niet", zoo rede neerde hij hij zichzelven. „Ze bestaat niet meer Hier hield hij op, als had hij een on waarheid gezegd. Hij voelde in het diepst van zijn ge voel, in die onpeilbare diepte van het weten als bij intuïtie; „zij bestaat wel!" E11 met folterend zelfverwijt voegde hij er aan toe; „En zij moet mij verfoeien en verachten". O, kon hij haar vinden, dien edelen, reinen geest, die deze aarde was ont vloden. Kon hij aan haar voeten neer knielen, en haar smeeken, hem te ver geven, hem niet te hard te heoordee- len. Er moest toch iemand zijn, die zijn boodschap aan haar kon overbren gen, daar in dat land der zalige gees ten. „O God!" smeekte hij, „zeg haar, dat ik mijzelven verafschuw, dat ik zoo onuitsprekelijk diep berouw heb!" God! maar er was immers geen God? Hij had immers nooit in een God kunnen gelooven? Toch, er moest een God zijn, tot Wien hij in deze vreeselijkste ure zijn toe vlucht kon nemen. In het water springen om dat kna gende gevoel daarbinnen te smoren? Zou dat water dan zijn schandvlek kunnen wegnemen? Kon het dat al doen voor hemzelven, door zijn schande voor Ruth's oog te verber&en en zijn bestaan te doen op houden daar was nog een andere, die hij geschandvlekt had, en zijn daad zou in haar ziel blijven branden. Als er geen God was, wat kwam het er dan op aan, hoe iemand leefde? Waarom zou hij zich dan met zulk een zelfverwijt plagen? Kon hij het helpen, dat een onweerstaanbare macht hem tot een daad had gedre ven, die hij verfoeide? Had Van Eek huyzen wel zoo groot ongelijk? Waar om zou hij er zich niet even gemakke lijk overheen zetten? Maar een rilling liep hem door de leden bij deze gedachte te worden als die lage slaven hunner vuile harts tochten, andere schepsels meesleepen- de in dien onreinen poel, hij, die altijd zulk een diep gevoel had gehad, voor al wat edel was en schoon 1 En toch, hij had den eersten stai> gezet op dien weg, Noodwendig zou den er meer moeten volgen. Van Eekhuyzen had nu een over wicht op hem, waarvan hij niet nala ten zou gebruik te maken. Hij huiverde, als hij aan Van Eek huyzen dacht. Neen, hij kon. hem niet weer ontmoeten. Hij kon zijn duivel- schen, zegevierenden glimlach niet zien. Hij kon hem niet van zijn triomf laten genieten, dat de ingetogen, bra ve dokter Van Ende aan hem gelijk was geworden. De rivier was zijn eenige toevlucht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5