"!FUWE LEIDSCHE COURANT WM OE BLADEN ZEGGEN. Uit het Sociale Leven. AAN HET ZOEKLICHT, -i van VRIJDAG 20 JUL11928 TWEEDE BLAD. Een consuquent vrijhandelaar. Onze N. Prov. Gron. Cour. schrijft: Het Klompenwetje is door de Eer ste Kamer aangenomen, na natuurlijk bestreden te zijn vanuit de linkerzijde met argumenten aan den vrijhandel ontleend. In elke tariefverhooging ziet men daar een aanslag op den vrijhan del. Een der krachtigste bestrijders was de vrijheidsbonder, de heer Van den Bergh, de bekende margarine-indus trieel. Hij wees op den geest van Ge- nève, hij achtte het helpen der indus trieën door middel van tariefverhoo- gingen een „überwunderer Stand- punkt", een al te simplistische me thode. Neen, als men verbeteren wil, dan moet de noodlijdende industrie zelve grondig georganiseerd. Voor een en ander valt natuurlijk wel iets te zeggen. Het is in elk geval een standpunt. Maar, men zou zoo zeggen, dat dit alles nu ook voor andere lan den zou gelden. De vrijhandel is geen speciaal goed voor Nederland. Dan zou hij geen vrijhandel meer zijn. Wat hij voor ons ook niet is. Maar over de waarde van de woor den des hoeren Van den Bergh willen wij het nu niet hebben. Alleen over zijn consequentie. Deze vrijhandelaar is grootindus trieel en heeft zijn fabrieken ook in Duitschland. En zoo geviel het, dat na hem de heer Lanschot aan het woord kwam en het volgende vertelde: ik heb met mijn geachten collega Van den Bergh een appeltje nog te schillen. Ik heb hier voor mij een merkwaardig verslag, n.l. van een maatschappij in Berlijn. De heeren beginnen te lachen, maar ik ben het volkomen met dien geachten afgevaardigde eens; altijd heb ik hier en elders verdedigd het opportunisme op het gebied van den vrijhandel en ik wil toch even voor lezen, wat die geachte afgevaardigde de heer Van den Bergh dus in zijn verslag heeft doen verschijnen: „in het belang van Duitschland's betalingsbalans zou het te wen- schen zijn, dat met het oog op de productie-capaciteit der Duitsche margarine-industrie tegen den in voer van deze groote hoeveelheden buitenlandsche bote". De heer Fleskens riep toen: Holland-' sehe boterEn de heer Van Lan schot vervolgde: ongetwijfeld, mijn heer dé voorzitter, en hij las verder: effectieve maatregelen ge nomen worden". Die zat. In Duitschland schrijft de heer Van den Berg: och regeering, neem toch maatregelen tegen den invoer van die lastige Hollandsche boter, terwille van mijn'margarine In Nederland zegt dezelfde heer: ach, die invoerrechtenverhooging, het is niéts gedaan. Gij moet die niet vra gen. De industrie zelve moet gereor ganiseerd. Welk een consequent man. De heer Van Lanschot zeide: ik weet nog niet of alle Liberale heeren wel zullen tegenstemmen. De heer Van den Bergh redevoerde niet meer. Hij stemde, alleen maar tegen. Die vrijhandel is toch wel een vreemd ding. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Doorn, Chr. J. Schweit zer, te Workum. Bedankt: Voor Wassenaar, N. A. Becht, te Arnhem. Voor Beesd, B. N. J. Roskott, te Hendrik-Ido-Ambacht. Voor Hoogeveen, C. B. Holland, te Huizen (N.-' H.). FEUILLETON. EINDELIJK VREDE. 28) o Hij ademde diep. „O Godl" klonk het bijna onhoorbaar van zijn bevende lippen, „als Gij werkelijk bestaat, openbaar U danIk kan niet, ik k a n niet gelooven. Maar zóó kan ik niet leven. Als Gij bestaat, dan leeft zij ook nog. Maar waarom haar dan van mij weggenomen? O geef mij een openba ring, een openharing 1" Het was het eerste gebed, dat hij opzond, sedert zijn grootmoeder voor t laatst haar handen over de zijne had heengevouwen, en hem de woor den had voorgezegd. Maar hij was zich niet een9 bewust, dat het een gebed was. Een vreemde kalmte was er over liom gekomen, als een dof gevoel van vermoeidheid na een vreeslijken strijd, als een onbekwaamheid om verder iets te denken of te voelen. Langzaam, en als in een droom wandelde hij huiswaarts, niet eens denkende, dat Ruth aan vreeselijke ongerustheid ten prooi zou zijn. Hij wist ook niet, hoe laat het was, en hij dacht niet aan tijd. Zijn denkvermogen scheen als op eenmaal verstompt. Toen de kinderen naar huis waren gegaan, nadat Tilde tevergeefs her haaldelijk aan des dokters deur had geklopt, was Ruth de kamer van haar CHR. CRREF. RRRF. Beroepen: Te Broek onder Akker- woude, K. Bokhorst, cand. te Elburg. ZF.NDÏNGSDAG GFRFF. ZF.NDINGSBOND Donderdag 9 Augustus a.s. zal op den Sint Agnietenberg te Zwollerkarspel de tweede Zendingsdag van den Geref. Zen- dingsbond worden gehouden. Als sprekers hopen op te treden: Ds. A. Luteijn, van Genemuiden, met het onderwerp „Uw ko ninkrijk kome"; Ds. J. C. Wolthers, van Onstwedde, met het onderwerp „Andere schapen"; Ds. A. H. J. G. van Voorthuizen van Rijssen," met het onderwerp „De poor ten van Jeruzalem"; Ds. C. B. Holland, van Huizen, met het onderwerp „Meer dan Salomo"; de heer P. Zijlstra, Zende ling -leeraar op Midden-Celebes, met het onderwerp „Doorbrakend licht", terwijl de slotrede zal worden uitgesproken door Ds. K. van As, van Rouveen. ANTI-MILITAIRISTISCHE PREDIKANTEN. Van 13 tot 15 Augustus wordt te Am sterdam een internationaal congres ge houden van anti-militairi9tische predikan ten. Onder meer vermeldt de agenda le zingen van prof. Heering over Oorlog en Christendom, dr. H. Hartmann, (Solingen) over Oorlog en economie, ds. 11. Liechten- han (Bazel) over Oorlog en Becht, ds. J. B. Binns (Londen) over Oorlog en ras. Voorts worden er rapporten uHgebracht over het vredeswerk in de verschillende landen en resoluties genomen. HET LEGER DES HEILS. Commandant Howard, die vele jaren de leiding van het Leger des Heils in Neder land heeft gehad, is benoemd tot comman dant van het Leger des Heils in Denemar ken. Voor hun vertrek naar Kopenhagen zullen de heer en mevrouw Howard op Woensdag 5 September van hun Neder- landsche vrienden afscheid nemen in een bijeenkomst in het Concertgebouw te Am sterdam. Tot Commandant van het Leger des Heils in Nederland is benoemd Kolonel Bouwe Vlas, geboren te Heeg (Friesland). De heer Vla9, die vroeger als chef-secre taris in Nederland werkzaam was, is nu internationaal secretaris voor Europa aan iiet Hoofdkwartier te Londen. Comman dant en mevrouw Vlas worden ongeveer midden September in Nederland ver wacht. OUDERE EN JONGERE KERKEN. De zendingsmedewerker van het „Hbld." schrijft: Er is in het zendingswerk een duidelij ke oriëntatie naar het Oosten. Dit blijkt vooral uit de nieuwe verhouding tusschen de oudere Kerken, van welke de Zendings- arbeid uitgaat, en de jongere, die uit den Zendingsarbeid geboren zijn. Aanvankelijk waren die jongere Kerken van de oudere afhankelijk. Nu zijn zij onafhankelijk ge worden en zij 9taan naast de oudere op met gelijke rechtèn, en treden met haar in een arbeidsgemeenschap. Hieraan zit ten echter tal van problemen vast. Een daarvan zit in het vervullen der zendingstaak. De jongere Kerken hebben in de meeste gevallen slechts één procent der totale bevolking in haar land in zich vereenigd, in sommige gévallen slechts een duizendste deèl, De jongere Kerken zij te zwak óm de groote massa, die nog niet voor het Christendom is gewonnen, uit eigen kracht te bearbèiden. De hulp der oudere blijft daartoe noodig. Maar hoe moet nu de verhouding in dien ge- meenschappelijken arbeid worden? Een andere moeilijkheid zit in de financieele verhouding. Hoe wordt het nu, als de jongere Kerken het zelfbeschikkingsrecht krijgen, maar uit zichzelf niet over vol doende geldmiddelen kunnen beschikken? Japan en Korea vragen om los te komen van financieele hulp. In China staat het wat anders; de Chineesche Kerk moet zich in de oogen harer volksgenooten zui veren van alle buitenlandsche smetten, maar zij is y^lstrekt niet in staat het zon der het geld van buiten te stellen. De moeilijkheid der oplossing ligt ech ter grootendeels in het verschillend stand punt, dat de oudere Kerken van het Wes ten innemen. De Anglicanen en de bis schoppelijke methodisten van Amerika koesteren het ideaal van een wereld-om vattende kerkgemeenschap. Stichten zij jongere Kerken in het Oosten, dan worden dit autonome provincies van de algemee- ne Anglicaansche Kerk, of bij de Metho- broer binnengekomen, en had tot hare verwondering gezien, dat zij leeg was. In de achtergalerij zat Nènèk, die het avondeten had opgebracht, en nu op den drempel zat te wachten. Ruth vroeg haar, of de dokter ook bij een zieke was geroepen. „Ik denk het biet, Nonah", ant woordde de oude, en haar gezicht tee- kende groote bezorgdheid. „Ik heb nie mand gerien, die Toewan dokter kwam halen. Ik zat hier op deze zelfde plek naar uw zingen te luisteren; en op eenmaal zag ik Toewan mij haastig voorbijloopen, zonder hoed, de trappen af, en langs het pad om het huis, de straat opgaan". Ruth wist niet, wat van de zaak te denken. Ze wachtte een poos. De klok sloeg negen. „Zal ik Bidan naar Toewan Velders zenden om te zien, of de dokter daar is?" vroeg Nènèk. Maar Ruth kon niet denken, dat hij daar wezen zou. Zouden de piano en 't zingen misschien de nog niet genezen wonden hebben opengescheurd, en zou de droefheid hem naar t kerkhof heb ben gedreven? Ze zou gaarne daar heen willen gaan. om te zien, of hij daar was. Bidan daarheen zenden zou niets geven; want ze wist veel te,goed, dat deze proef te zwaar zou zijn voor des jongens zenuwen, die hem niet van het denkbeeld konden afbrengen, dat in den nacht het kerkhof vol gees ten en duivels was. Bovendien vrees disten integreprend-1 hpslnnddeelen der Generale C.onfprpnfip Het hpirrip Zending gaat hier spoedig over in dat van Geor ganiseerde Kerk. De jongere Kerken wor den hier als vanzelf zusters van de oude re; ze blijven in dezelfde familie. De Pres byterianen ontwikkelen een groote opbou wende kracht: bij hen geldt het gewoon-, lijk als vanzelfsprekend, dat Kerk en Zen ding zich parallel ontwikkelen en beide een groote mate van zelfstandigheid be zitten. De jongere Kerk wordt een zelf standige, in die male dat de zendaling niet tegelijk lid kan zijn van de oudere en van de jongere Kerk. Nog anders is het gesteld met vele andere corporaties, waar toe bijna alle continentale behooren, die op haar terreinen zelfstandige Kerken vor men; die geheel los van de oudere Ker ken staan. Hoe moet het nu. als die jongere Kerken zich losmaken van haar Westersche ori gine; als zij alle Westersche verschilpun ten overboord werpen als iets, waar het Oosten niet mee te maken heeft; als zij gemeenschappelijk zoeken naar een een heid, die oyereenkomt met haar volks aard? Een groote mate van zelfverlooche ning wordt dan gevraagd van de oudere Kerken, die moeten blijven, helpen, ook als de ontwikkeling in het Oosten tegen haar eigen verlangens en gedachten in gaat. De. Copferentie van Jeruzalem nam in dit opzicht een zeer ruim standpunt in. Zij stelde als algemeenen regel, dat men de jongere Kerken niet mag binden aan vastgestelde kerkelijke vormen. De jonge re Kerken moeten het Evangelie uitdruk ken naar haar eigen volksaard en in vor men, die ontleend zijn aan de geestelijke erfenis, die haar is toevertrouwd. Er mag geen streven zijn om te heerschen, en alle godsdienstig imperalisme moet aan de oudere Kerken vreemd zijn. Het heeft zijn beteekenis, dat het ideaal hoog en zuiver gesteld is. Maar nu de practijk! AFRIKAANSCHE BIJBELVERTALING. Uit een officieel rapport in de Afrikaan- sche kerkelijke pers blijkt, dat de ook voor ons Nederlanders cultureel zoo ge wichtige Zuid-Afrikaansche bijbelverta ling cultureel gewichtig, niet alleen om het feit van de vertaling zelve, maar ook omdat in dit dominion van het Engelsch imperium op die manier een zoo sterk de taal reguleerend werk als de bijbel in een ons verwante Nederlandsche taal ver schijnt belangrijk vordert. Aan het rap port ontleenen wij het volgende: „Op die 13de Junie het die Kommissie vir die Bybelvertaling saam met die ver talers weer op Bloemfontein vergader. Die evangelies en die psalms gaan eers- daags na die pers en op besluit van die kommissie sal die Brits en Buitelandse Bybelgenootskap ons bybel uitgee. Die Kommissie kan nie op versoek van die Sinode van die Geref. Kerk nou besluit om 'n kanttekening by die vertaling te sit nie omdat gemelde genootskap nie bybels met kant uitgee niet. Die vertalers kan ook moeilik npu weer al die werk nagaan met die oog op 'n kanttekening. Die hele bybel kan nog nie spoedig verskyn nie. Die kommissie het egtër die verlange uit- gespreek dat dit spoedig sal gebeur. „Met dankbaarheid is kenis geneem van die werk van dr. van Gelderen." GEZANGEN BIJ DE GEREFORMEERDEN IN AMERIKA. Dr. Henry Beets, predikant te Grand Rapids (Amerika), geeft in de ..Reforma tie" een verslag der pas gehouden zittin gen van de Gen. Synode der Chr. Geref. Kerk in Amerika; (de zusterkerk der Ge ref. Kerken in Nederland). Er was een voorstel van de Commissie van prae-advies om art. 69 der Kerken orde te wijzigen, zoodat he'. toegelaten werd om kerkelijk goedgekeurde „hymns" te gebruiken, en een commissie te benoe men om een bundel gezangen samen te stellen en aan de synode van 1930 aan te bieden ter approbatie. Dat was een radi caal voorstel, uitgaande boven de ver wachting van een groot deel der synode. Sommige synodeleden waren er tegen. Zoo betoogde Ds. I. v. Dellen, dat het le gen de traditie was. Spr. '.as voor uit oude geschriften uit de dagen der afschei ding. Ook anderen spraken ia dien geest. Doch ds. J. K. van Baaien, kleiDzoon van prof. Brummelkamp (van de Theol. School te Kampen), trachtte hen te weerleggen. Naast de richting-De Cock, die zich zoo beslist tegen de gezangen kantte, was er, zeide hij, ook een andere stroomibg onder de ze, haar broer te zullen storen. Ze wist, dat hij daar nooit anders dan al leen wilde zijn. Maar de koude nacht lucht en de vochtigheid daar zouden hem zeker schaden. „O Nonah, als u denkt dat Toewan daar is, laten we dan samen gaan om hem te halen. Nènèk is niet bang, als Nonah er bij is. En het is niet goed voor Toewan om daar zoo lang te zijn". „Ik weet het niet, Nènèkl Ik weet het niet. Hij heeft niet graag, dat men hem daar stoort. En misschien, mis schien zal God daar tot zijn ziel spre ken, en hem verlossen "an zijn onge loof. God weet, of hij daar is. En Hij zal hem thuisbrengen. Laten we hier maar voor hem bidden". En samen knielden ze neer, de oude en de jonge, de bruine en de blanke, toch kinderen van één Vader, ver bonden door dezelfde liefde, die zich voor allen in den dood had overgege ven, en door Zijn sterven het leven en de onverderfelijkheid had aan het licht gebracht. Het avondeten bleef onaangeroerd. Uur na uur verliep. Nènèk zat op de trap in de voorgalerij in elkaar ge hurkt, zacht fluisterend tot een On zichtbare, die haar in allen nood ge holpen had, terwijl Ruth, met de handen krampachtig gevouwen, de tsnden op elkaar klapperend door den kouden nachtwind, onvermoeid voor het huis heen en weer wandelde, den de afgescheidenen, zooals die strooming ik p altijd vertegenwoordigd wordt door prof. L. Lindeboom. Het krachtigst, plei dooi voor de gezangen werd gevoerd door dr H. Verduin van Grand Rapids. De Synode heeft ten slotte de zaak ver wezen naar een commissie, die tegen 1930 een rappbrt zal uitbrengen. „Als schrijver dezes", voegt dr. Beets hieraan toe, „de zaak bij het rechte einde heeftdan zal de Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika moeten kiezen of doelen tusschen twee dingen: of zich beslist ver zetten tegen de gezangen, en dan langza merhand verschrompelen, gelijk de Cove nanter Kerken der Presbyterianen, of den weg openen tot invoering v. hymns naast de psalmen, gelijk de Vereenigde Presby- terische Kerk in de V. S. en de Presbyter- sche Kerken in Canada. Feit is, dat alle Presbytersche Kerken in de V. S. oor- oorspronkelijk zoo goed als uitsluitend psalmzingende Kerken waren. En alle, behalve enkele kleine en afbrokkelende groepjes hebben het oude standpunt ver laten." TE VEEL ONDERWIJZERS. De Schooi met den Bijbel schrijft: „We zitten weer midden in den tijd van den pluk. Eiken dag bijna komt een aan tal jonge mahnen en vrouwen ons corps vergrooten. Wel moeten we vragen: Ko men ze dat doen? Kunnen ze dat doen? Zijn er genoeg' vacatures, om te verwach ten, dat zeg binnen een jaar de jonge menschen, die nu de school binnenkomen werkelijk een plaats hebben? Er is nog een belangrijk overschot van vorige jaren. In dat overschot -zit een ze kere weelde geconverteerd: de weelde, dat de scholen nu zekere keur kunnen oefe nen. Dat mag voor de jonge menschen hoogst onaangenaam zijn, sterk teleur stellend, voor dé school als zoodanig biedt het slechts voordeel. Want die kan nu een keuze maken uit wat zich aanbiedt. En wat op den langen duur overblijft, moge daarin een spoorslag vinden, om bui.en het onderwijs levensonderhoud te zoeken. Natuurlijk zal ieder meevoelend onder wijzer dat voor hen bejammeren, maar er zijn ook aan die kwestie twee zijden. Het examen biedt zelfs niet den gering- sten waarborg voor practische geschikt heid. Het zegt alleen, dat een bepaalde kweekschool met gunstig gevolg is door- loopen. Meer ook niet. De practische op leiding moet in de meeste gevallen nog ten volle beginnen. Of een jongen of meisje in de practijk al dan niet zal voldoen, daarop is ook niet eenige kijk. De risico daarvoor is enkel en alleen aan de school. En nu moet de school zich redden. Die accepteert ten slotte, juist in een tijd van overvloed als deze, enkel de goede krachten. En wie zal haar dit kwalijk nemen? Dat alles neemt niet weg, dat vele jon ge menschen daarvan de dupe worden. Toch laat dit jaar zich de constellatie gunstiger aanzien, dan ze de laatste jaren geweest is. De invoering van het verplich te zevende leerjaar zal wel wat nieuwe leerkrachten vragen, af geloof ik niet, dat het hier gaat om belangrijke aantallen. Voor vele scholen zal het zevende leer jaar niet brengen de zoozeer gewenschte personeeluitbreiding. Meer is te verwachten van de mogelij ke doorwerking der leerlingenschaal, zoo als die in het nu aangenomen initiatief voorstel Zijlstra verbeterd is. Die zal wer kelijk een vermeerdering van het aantal onderwijzers brengen, en dat dikwijls juist in klassen, waar de pas-aangekome- nen juist op hun plaats zijn. VIT DE BOUWBEDRIJVEN. De Christelijke Bouwarbeidersbond bcekte over het tweede kwartaal van 1928 een winst van 269 nieuwe leden. Over het eerste kwartaal was de vooruitgang 201. In totaal dus over het eerste halfjaar 1928 bedraagt de stij ging 470 of ruim 7.5 pCt. Eind Juni 1928 was daarmede het ledental geste gen tot 6640. Een vooruitgang, die tot dankbaar heid stemmen mag. CHR. FABR. EN TRANSPORT ARBEIDERS. Ook bij de Chr. Fabrieks- en Trans- portarbeidersbond gaat het met het ledental steeds in stijgende lijn. weg naar 't kerkhof op en dan weer terug; weer heen, en weer terug. Het sloeg twaalf uur. Half één. „O mijn Vader, breng hem thi is, breng hem thuis,!" kermde Ruth. „Laat hem geen ongeluk overkomen. O uit er barming! Als hij U heeft gevonden, als ik weet, dat zijn ziel gered is, dan kan ik dien slag dragen; maar nu? O barmhartige Heerl help mij! geef geef mij geloof! Wees met Frank, en red zijn ziell" Juist was ze van plan, Bidan te la ten wekken, en met hem naar 't kerk hof te gaan, toen ze nog eenmaal den weg langs keek, en oen gedaante meende te zien. Ze wachtte nog een oogenblik, vreezende, dat het een vreemde mocht zijn, die geen goede gedachten zou kunnen hebben, wan neer hij haar in dat uur alleen op de straat zag. 'Neen, het was Frank 1 Ze snelde hem tegemoet, en klemde zich aan zijn arm vast. „O FVank! Hij voelde hoe koud haar handen waren, en hoorde, hoe haar tnnden klapperden van zenuwachtig heid en kon. „Je hebt het koud. Rvth", zeide hij, terwijl hij zijn arm om haar heen sloeg. „Waarom heb je geen warmen doek omgedaan?" Zijn stem klonk haar vreemd in de ooren, 'als van iemand, die zeer vermoeid is. Ze kon niet spreken na al de gemoedsaandoe ningen, die haar hadden geschokt. En zwijgend gingen ze huiswaarts. Leiden, 20 Juli 1928. Lloyd George, een Engelsch liberaal, .die echter als hij in onze politieke con" stellatie ingedeeld moest worden, eer der hij de Vrijzinnig-Democraten of misschien tot de vooruitstrevende Christelijk-Historischen zou behooren, heeft op een te Londen gehouden con gres van liberalen en radicaler er over geklaagd dat o.a. het Spaansche libe ralisme niet officieel vertegenwoor digd was. Zijn klacht kreeg dubbele kracht door de omstandigheid, dat, naar algemeen wordt aangenomen, juist Spanje de bakermat van het libe ralisme is, in dien zin dat daar de woorden „liberaal" en „liberalisme" 't eerst werden gebruikt voor hen, die vrijheid in kerk en staat voorstonden, lengs grondwettelijken weg. Van Span- jj breidde de beweging zich uit naar Italië en Frankrijk en zoo bereikte de naam ook andere landen, waar de be weging reeds bestond. 't Is met eenigen ophef, dat een voor aanstaand Liberaal blad dat meedeelt. Geen bezwaar, miszie heeren! Alleen vertel er dan ook even bij, dat bet Li.-. b< ralisme, dat in Nederland lang zijn- scepter zwaaide, lang ivo liberaal niet. was. Vermoedelijk vanwege den Cal- vinistischen ondergrond van Neder land, ziet UI OBSERVATOR. Over de eerste 5 maanden van 1928 bedroeg de totale vooruitgang 539 leden Op 1 Jan. 1928 was het ledental 7734 en op 1 Juni j.l. gestegen tot 8276. Het ligt in de bedoeling met versnel den pas de 9000 te bereiken. Als 't kan nog in den loop van dit jaar. Moge het resultaat zijn, dat deze vi rwacliting nog overtroffen wordt. UIT HET SLAGERSBEDRIJF. De slagerspatroonsvereeniging te Vlissingen heeft op een daartoe strek kend verzoek van de afdeeling slagers gezellen van den Ned. Centralen Bond van Chr. arbeiders in de voedings- en genotmiddelenbedrijven, met algemee- ne stemmen besloten een vacantiere- geling voor de gezellen in te voeren. Het ligt verder in de bedoeling om te trachten in gemeenschappelijk over leg van patroons- en arbeidersorgani saties te komen tot oprichting van een vakcursus. Aanvankelijk in hoofdzaak voor opleiding in etalage-garneerwerk, enz. UIT DE SIGARENINDUSTRIE. Gisteren hebben de vertegenwoor digers van de vier samenwerkende werknemersorganisaties in de sigaren industrie onderling een bespreking gehouden over het voorstel van de patroonsorganisatie. Als resultaat van deze besprekin gen is aan den rijksbemiddelaar, Prof. Mr P. J. M. Aalberse het volgende te legram gezonden: 1%Heden geen overeenstemming. Zul len uiterlijk Dinsdag berichten. Na mens samenwerkende organisaties in de sigaren industrie. (w. g.) Gemen, secr." Aan beide patroonsorganisaties werd van dit bericht telegrafisch af schrift gezonden. UIT DE OMGEVING. AARLANDERVEEM. Op de Nationale Landbouwten toonstelling te Den Haag zal in de ru briek klein vee, afd. varkens, worden gedemonstreerd met 2 fokzeugen en 5 beeren. Een dier fokzeugen' wordt door de Gebr. Affourtit ingezonden. Dit dier is uit den varkensstapel in Z.-H., voor bovengenoemd doel door den keur meester uitgekozen. TEE AAR. Burgerlijke stand. Bevallen: A. Rodenburg geo. Blokland, d.; T. Hoo gervorst geb. den F^an, d.; C. v. <1 Meer geb. Eberhart, z. Gevestigd: L. M. Kleijn, Alphen a. d. Rijn; T. rostma Linthorst, Bannuma- deel; J. Zevenhoven en gez., Alphen a. d. Kijnj E. Vonk, idem. „Geloofd zij Allah! Daar is Toewan! O Toewan, wat hebben we een ang9t uitgestaan! Als u nu maar niet ziek wordt! Waarlijk, Nonah, zijn kleeren zijn heelemaal vochtig". En Nènèk streek voorzichtig met haar hand langs zijn jas. In het licht gekomen, zag Ruth haar" broer bezorgd aan. Hij had zich in een leunstoel neergezet, en sloot de oogen. Zijn gelaat zag dood:bleek. Angstig knielde Ruth naast hem neer. „Frank, lieve Frank! ben je ziek? Wat is er toch gebeurd, dat je den halven nacht bent uitgebleven?" De dokter zag haar verwonderd aan. Haar oogen stonden vol tranen. „Ben ik lang uitgebleven0" vroeg bij. „Ik weet heelemaal niet, hoe laat bet is. Maar ik ben erg moe". „O Nonah, u en de dokter moesten maar dadelijk naar bed gaan. Zie, hier is een kop thee voor u beiden. Dat zal u goed doen." En de goede oude, die nog telkens baar tranen afwischte, dwong haar twee „kinderen" met teedere liefde, de warme thee te drinken, die ze voor hen ingeschonken liad. En spoedig la gen allen in de rust, behalve, dat Ruth 11 og lang wakker lag, vol angstige ge dachten, maar zich vastklemmend aan de vaste Rots, waar zij een veilige sihuilplaat9 had gevonden in iederen storm. Wordt vervol id).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5