"!FUWE LEIDSCHE COURANT
WM OE BLADEN ZEGGEN.
Uit het Sociale Leven.
AAN HET ZOEKLICHT, -i
van
VRIJDAG 20 JUL11928
TWEEDE BLAD.
Een consuquent vrijhandelaar.
Onze N. Prov. Gron. Cour.
schrijft:
Het Klompenwetje is door de Eer
ste Kamer aangenomen, na natuurlijk
bestreden te zijn vanuit de linkerzijde
met argumenten aan den vrijhandel
ontleend. In elke tariefverhooging ziet
men daar een aanslag op den vrijhan
del.
Een der krachtigste bestrijders was
de vrijheidsbonder, de heer Van den
Bergh, de bekende margarine-indus
trieel. Hij wees op den geest van Ge-
nève, hij achtte het helpen der indus
trieën door middel van tariefverhoo-
gingen een „überwunderer Stand-
punkt", een al te simplistische me
thode. Neen, als men verbeteren wil,
dan moet de noodlijdende industrie
zelve grondig georganiseerd.
Voor een en ander valt natuurlijk wel
iets te zeggen. Het is in elk geval een
standpunt. Maar, men zou zoo zeggen,
dat dit alles nu ook voor andere lan
den zou gelden. De vrijhandel is geen
speciaal goed voor Nederland. Dan zou
hij geen vrijhandel meer zijn. Wat hij
voor ons ook niet is.
Maar over de waarde van de woor
den des hoeren Van den Bergh willen
wij het nu niet hebben. Alleen over
zijn consequentie.
Deze vrijhandelaar is grootindus
trieel en heeft zijn fabrieken ook in
Duitschland. En zoo geviel het, dat na
hem de heer Lanschot aan het woord
kwam en het volgende vertelde: ik heb
met mijn geachten collega Van den
Bergh een appeltje nog te schillen. Ik
heb hier voor mij een merkwaardig
verslag, n.l. van een maatschappij in
Berlijn. De heeren beginnen te lachen,
maar ik ben het volkomen met dien
geachten afgevaardigde eens; altijd
heb ik hier en elders verdedigd het
opportunisme op het gebied van den
vrijhandel en ik wil toch even voor
lezen, wat die geachte afgevaardigde
de heer Van den Bergh dus in
zijn verslag heeft doen verschijnen:
„in het belang van Duitschland's
betalingsbalans zou het te wen-
schen zijn, dat met het oog op de
productie-capaciteit der Duitsche
margarine-industrie tegen den in
voer van deze groote hoeveelheden
buitenlandsche bote".
De heer Fleskens riep toen: Holland-'
sehe boterEn de heer Van Lan
schot vervolgde: ongetwijfeld, mijn
heer dé voorzitter, en hij las verder:
effectieve maatregelen ge
nomen worden".
Die zat.
In Duitschland schrijft de heer Van
den Berg: och regeering, neem toch
maatregelen tegen den invoer van die
lastige Hollandsche boter, terwille van
mijn'margarine
In Nederland zegt dezelfde heer:
ach, die invoerrechtenverhooging, het
is niéts gedaan. Gij moet die niet vra
gen. De industrie zelve moet gereor
ganiseerd.
Welk een consequent man.
De heer Van Lanschot zeide: ik weet
nog niet of alle Liberale heeren wel
zullen tegenstemmen.
De heer Van den Bergh redevoerde
niet meer. Hij stemde, alleen maar
tegen.
Die vrijhandel is toch wel een
vreemd ding.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Doorn, Chr. J. Schweit
zer, te Workum.
Bedankt: Voor Wassenaar, N. A.
Becht, te Arnhem. Voor Beesd, B. N. J.
Roskott, te Hendrik-Ido-Ambacht. Voor
Hoogeveen, C. B. Holland, te Huizen (N.-'
H.).
FEUILLETON.
EINDELIJK VREDE.
28) o
Hij ademde diep. „O Godl" klonk
het bijna onhoorbaar van zijn bevende
lippen, „als Gij werkelijk bestaat,
openbaar U danIk kan niet, ik k a n
niet gelooven. Maar zóó kan ik niet
leven. Als Gij bestaat, dan leeft zij ook
nog. Maar waarom haar dan van mij
weggenomen? O geef mij een openba
ring, een openharing 1"
Het was het eerste gebed, dat hij
opzond, sedert zijn grootmoeder voor
t laatst haar handen over de zijne
had heengevouwen, en hem de woor
den had voorgezegd. Maar hij was zich
niet een9 bewust, dat het een gebed
was. Een vreemde kalmte was er over
liom gekomen, als een dof gevoel van
vermoeidheid na een vreeslijken strijd,
als een onbekwaamheid om verder
iets te denken of te voelen.
Langzaam, en als in een droom
wandelde hij huiswaarts, niet eens
denkende, dat Ruth aan vreeselijke
ongerustheid ten prooi zou zijn. Hij
wist ook niet, hoe laat het was, en hij
dacht niet aan tijd. Zijn denkvermogen
scheen als op eenmaal verstompt.
Toen de kinderen naar huis waren
gegaan, nadat Tilde tevergeefs her
haaldelijk aan des dokters deur had
geklopt, was Ruth de kamer van haar
CHR. CRREF. RRRF.
Beroepen: Te Broek onder Akker-
woude, K. Bokhorst, cand. te Elburg.
ZF.NDÏNGSDAG GFRFF. ZF.NDINGSBOND
Donderdag 9 Augustus a.s. zal op den
Sint Agnietenberg te Zwollerkarspel de
tweede Zendingsdag van den Geref. Zen-
dingsbond worden gehouden. Als sprekers
hopen op te treden: Ds. A. Luteijn, van
Genemuiden, met het onderwerp „Uw ko
ninkrijk kome"; Ds. J. C. Wolthers, van
Onstwedde, met het onderwerp „Andere
schapen"; Ds. A. H. J. G. van Voorthuizen
van Rijssen," met het onderwerp „De poor
ten van Jeruzalem"; Ds. C. B. Holland,
van Huizen, met het onderwerp „Meer
dan Salomo"; de heer P. Zijlstra, Zende
ling -leeraar op Midden-Celebes, met het
onderwerp „Doorbrakend licht", terwijl de
slotrede zal worden uitgesproken door Ds.
K. van As, van Rouveen.
ANTI-MILITAIRISTISCHE
PREDIKANTEN.
Van 13 tot 15 Augustus wordt te Am
sterdam een internationaal congres ge
houden van anti-militairi9tische predikan
ten. Onder meer vermeldt de agenda le
zingen van prof. Heering over Oorlog en
Christendom, dr. H. Hartmann, (Solingen)
over Oorlog en economie, ds. 11. Liechten-
han (Bazel) over Oorlog en Becht, ds. J.
B. Binns (Londen) over Oorlog en ras.
Voorts worden er rapporten uHgebracht
over het vredeswerk in de verschillende
landen en resoluties genomen.
HET LEGER DES HEILS.
Commandant Howard, die vele jaren de
leiding van het Leger des Heils in Neder
land heeft gehad, is benoemd tot comman
dant van het Leger des Heils in Denemar
ken. Voor hun vertrek naar Kopenhagen
zullen de heer en mevrouw Howard op
Woensdag 5 September van hun Neder-
landsche vrienden afscheid nemen in een
bijeenkomst in het Concertgebouw te Am
sterdam.
Tot Commandant van het Leger des
Heils in Nederland is benoemd Kolonel
Bouwe Vlas, geboren te Heeg (Friesland).
De heer Vla9, die vroeger als chef-secre
taris in Nederland werkzaam was, is nu
internationaal secretaris voor Europa aan
iiet Hoofdkwartier te Londen. Comman
dant en mevrouw Vlas worden ongeveer
midden September in Nederland ver
wacht.
OUDERE EN JONGERE KERKEN.
De zendingsmedewerker van het „Hbld."
schrijft:
Er is in het zendingswerk een duidelij
ke oriëntatie naar het Oosten. Dit blijkt
vooral uit de nieuwe verhouding tusschen
de oudere Kerken, van welke de Zendings-
arbeid uitgaat, en de jongere, die uit den
Zendingsarbeid geboren zijn. Aanvankelijk
waren die jongere Kerken van de oudere
afhankelijk. Nu zijn zij onafhankelijk ge
worden en zij 9taan naast de oudere op
met gelijke rechtèn, en treden met haar
in een arbeidsgemeenschap. Hieraan zit
ten echter tal van problemen vast.
Een daarvan zit in het vervullen der
zendingstaak. De jongere Kerken hebben
in de meeste gevallen slechts één procent
der totale bevolking in haar land in zich
vereenigd, in sommige gévallen slechts
een duizendste deèl, De jongere Kerken
zij te zwak óm de groote massa, die nog
niet voor het Christendom is gewonnen,
uit eigen kracht te bearbèiden. De hulp
der oudere blijft daartoe noodig. Maar
hoe moet nu de verhouding in dien ge-
meenschappelijken arbeid worden? Een
andere moeilijkheid zit in de financieele
verhouding. Hoe wordt het nu, als de
jongere Kerken het zelfbeschikkingsrecht
krijgen, maar uit zichzelf niet over vol
doende geldmiddelen kunnen beschikken?
Japan en Korea vragen om los te komen
van financieele hulp. In China staat het
wat anders; de Chineesche Kerk moet
zich in de oogen harer volksgenooten zui
veren van alle buitenlandsche smetten,
maar zij is y^lstrekt niet in staat het zon
der het geld van buiten te stellen.
De moeilijkheid der oplossing ligt ech
ter grootendeels in het verschillend stand
punt, dat de oudere Kerken van het Wes
ten innemen. De Anglicanen en de bis
schoppelijke methodisten van Amerika
koesteren het ideaal van een wereld-om
vattende kerkgemeenschap. Stichten zij
jongere Kerken in het Oosten, dan worden
dit autonome provincies van de algemee-
ne Anglicaansche Kerk, of bij de Metho-
broer binnengekomen, en had tot hare
verwondering gezien, dat zij leeg was.
In de achtergalerij zat Nènèk, die het
avondeten had opgebracht, en nu op
den drempel zat te wachten. Ruth
vroeg haar, of de dokter ook bij een
zieke was geroepen.
„Ik denk het biet, Nonah", ant
woordde de oude, en haar gezicht tee-
kende groote bezorgdheid. „Ik heb nie
mand gerien, die Toewan dokter
kwam halen. Ik zat hier op deze zelfde
plek naar uw zingen te luisteren; en
op eenmaal zag ik Toewan mij haastig
voorbijloopen, zonder hoed, de trappen
af, en langs het pad om het huis, de
straat opgaan".
Ruth wist niet, wat van de zaak te
denken. Ze wachtte een poos. De klok
sloeg negen.
„Zal ik Bidan naar Toewan Velders
zenden om te zien, of de dokter daar
is?" vroeg Nènèk.
Maar Ruth kon niet denken, dat hij
daar wezen zou. Zouden de piano en 't
zingen misschien de nog niet genezen
wonden hebben opengescheurd, en zou
de droefheid hem naar t kerkhof heb
ben gedreven? Ze zou gaarne daar
heen willen gaan. om te zien, of hij
daar was. Bidan daarheen zenden zou
niets geven; want ze wist veel te,goed,
dat deze proef te zwaar zou zijn voor
des jongens zenuwen, die hem niet
van het denkbeeld konden afbrengen,
dat in den nacht het kerkhof vol gees
ten en duivels was. Bovendien vrees
disten integreprend-1 hpslnnddeelen der
Generale C.onfprpnfip Het hpirrip Zending
gaat hier spoedig over in dat van Geor
ganiseerde Kerk. De jongere Kerken wor
den hier als vanzelf zusters van de oude
re; ze blijven in dezelfde familie. De Pres
byterianen ontwikkelen een groote opbou
wende kracht: bij hen geldt het gewoon-,
lijk als vanzelfsprekend, dat Kerk en Zen
ding zich parallel ontwikkelen en beide
een groote mate van zelfstandigheid be
zitten. De jongere Kerk wordt een zelf
standige, in die male dat de zendaling
niet tegelijk lid kan zijn van de oudere
en van de jongere Kerk. Nog anders is het
gesteld met vele andere corporaties, waar
toe bijna alle continentale behooren, die
op haar terreinen zelfstandige Kerken vor
men; die geheel los van de oudere Ker
ken staan.
Hoe moet het nu. als die jongere Kerken
zich losmaken van haar Westersche ori
gine; als zij alle Westersche verschilpun
ten overboord werpen als iets, waar het
Oosten niet mee te maken heeft; als zij
gemeenschappelijk zoeken naar een een
heid, die oyereenkomt met haar volks
aard? Een groote mate van zelfverlooche
ning wordt dan gevraagd van de oudere
Kerken, die moeten blijven, helpen, ook
als de ontwikkeling in het Oosten tegen
haar eigen verlangens en gedachten in
gaat. De. Copferentie van Jeruzalem nam
in dit opzicht een zeer ruim standpunt in.
Zij stelde als algemeenen regel, dat men
de jongere Kerken niet mag binden aan
vastgestelde kerkelijke vormen. De jonge
re Kerken moeten het Evangelie uitdruk
ken naar haar eigen volksaard en in vor
men, die ontleend zijn aan de geestelijke
erfenis, die haar is toevertrouwd. Er mag
geen streven zijn om te heerschen, en alle
godsdienstig imperalisme moet aan de
oudere Kerken vreemd zijn.
Het heeft zijn beteekenis, dat het ideaal
hoog en zuiver gesteld is. Maar nu de
practijk!
AFRIKAANSCHE BIJBELVERTALING.
Uit een officieel rapport in de Afrikaan-
sche kerkelijke pers blijkt, dat de ook
voor ons Nederlanders cultureel zoo ge
wichtige Zuid-Afrikaansche bijbelverta
ling cultureel gewichtig, niet alleen om
het feit van de vertaling zelve, maar ook
omdat in dit dominion van het Engelsch
imperium op die manier een zoo sterk
de taal reguleerend werk als de bijbel in
een ons verwante Nederlandsche taal ver
schijnt belangrijk vordert. Aan het rap
port ontleenen wij het volgende:
„Op die 13de Junie het die Kommissie
vir die Bybelvertaling saam met die ver
talers weer op Bloemfontein vergader.
Die evangelies en die psalms gaan eers-
daags na die pers en op besluit van die
kommissie sal die Brits en Buitelandse
Bybelgenootskap ons bybel uitgee. Die
Kommissie kan nie op versoek van die
Sinode van die Geref. Kerk nou besluit
om 'n kanttekening by die vertaling te sit
nie omdat gemelde genootskap nie bybels
met kant uitgee niet. Die vertalers kan
ook moeilik npu weer al die werk nagaan
met die oog op 'n kanttekening. Die hele
bybel kan nog nie spoedig verskyn nie.
Die kommissie het egtër die verlange uit-
gespreek dat dit spoedig sal gebeur.
„Met dankbaarheid is kenis geneem van
die werk van dr. van Gelderen."
GEZANGEN BIJ DE GEREFORMEERDEN
IN AMERIKA.
Dr. Henry Beets, predikant te Grand
Rapids (Amerika), geeft in de ..Reforma
tie" een verslag der pas gehouden zittin
gen van de Gen. Synode der Chr. Geref.
Kerk in Amerika; (de zusterkerk der Ge
ref. Kerken in Nederland).
Er was een voorstel van de Commissie
van prae-advies om art. 69 der Kerken
orde te wijzigen, zoodat he'. toegelaten
werd om kerkelijk goedgekeurde „hymns"
te gebruiken, en een commissie te benoe
men om een bundel gezangen samen te
stellen en aan de synode van 1930 aan te
bieden ter approbatie. Dat was een radi
caal voorstel, uitgaande boven de ver
wachting van een groot deel der synode.
Sommige synodeleden waren er tegen.
Zoo betoogde Ds. I. v. Dellen, dat het le
gen de traditie was. Spr. '.as voor uit
oude geschriften uit de dagen der afschei
ding. Ook anderen spraken ia dien geest.
Doch ds. J. K. van Baaien, kleiDzoon van
prof. Brummelkamp (van de Theol. School
te Kampen), trachtte hen te weerleggen.
Naast de richting-De Cock, die zich zoo
beslist tegen de gezangen kantte, was er,
zeide hij, ook een andere stroomibg onder
de ze, haar broer te zullen storen. Ze
wist, dat hij daar nooit anders dan al
leen wilde zijn. Maar de koude nacht
lucht en de vochtigheid daar zouden
hem zeker schaden.
„O Nonah, als u denkt dat Toewan
daar is, laten we dan samen gaan om
hem te halen. Nènèk is niet bang, als
Nonah er bij is. En het is niet goed
voor Toewan om daar zoo lang te zijn".
„Ik weet het niet, Nènèkl Ik weet
het niet. Hij heeft niet graag, dat men
hem daar stoort. En misschien, mis
schien zal God daar tot zijn ziel spre
ken, en hem verlossen "an zijn onge
loof. God weet, of hij daar is. En Hij
zal hem thuisbrengen. Laten we hier
maar voor hem bidden".
En samen knielden ze neer, de oude
en de jonge, de bruine en de blanke,
toch kinderen van één Vader, ver
bonden door dezelfde liefde, die zich
voor allen in den dood had overgege
ven, en door Zijn sterven het leven en
de onverderfelijkheid had aan het
licht gebracht.
Het avondeten bleef onaangeroerd.
Uur na uur verliep. Nènèk zat op de
trap in de voorgalerij in elkaar ge
hurkt, zacht fluisterend tot een On
zichtbare, die haar in allen nood ge
holpen had, terwijl Ruth, met de
handen krampachtig gevouwen, de
tsnden op elkaar klapperend door den
kouden nachtwind, onvermoeid voor
het huis heen en weer wandelde, den
de afgescheidenen, zooals die strooming
ik p altijd vertegenwoordigd wordt door
prof. L. Lindeboom. Het krachtigst, plei
dooi voor de gezangen werd gevoerd door
dr H. Verduin van Grand Rapids.
De Synode heeft ten slotte de zaak ver
wezen naar een commissie, die tegen 1930
een rappbrt zal uitbrengen.
„Als schrijver dezes", voegt dr. Beets
hieraan toe, „de zaak bij het rechte einde
heeftdan zal de Chr. Geref. Kerk in
Noord-Amerika moeten kiezen of doelen
tusschen twee dingen: of zich beslist ver
zetten tegen de gezangen, en dan langza
merhand verschrompelen, gelijk de Cove
nanter Kerken der Presbyterianen, of den
weg openen tot invoering v. hymns naast
de psalmen, gelijk de Vereenigde Presby-
terische Kerk in de V. S. en de Presbyter-
sche Kerken in Canada. Feit is, dat alle
Presbytersche Kerken in de V. S. oor-
oorspronkelijk zoo goed als uitsluitend
psalmzingende Kerken waren. En alle,
behalve enkele kleine en afbrokkelende
groepjes hebben het oude standpunt ver
laten."
TE VEEL ONDERWIJZERS.
De Schooi met den Bijbel schrijft:
„We zitten weer midden in den tijd van
den pluk. Eiken dag bijna komt een aan
tal jonge mahnen en vrouwen ons corps
vergrooten. Wel moeten we vragen: Ko
men ze dat doen? Kunnen ze dat doen?
Zijn er genoeg' vacatures, om te verwach
ten, dat zeg binnen een jaar de jonge
menschen, die nu de school binnenkomen
werkelijk een plaats hebben?
Er is nog een belangrijk overschot van
vorige jaren. In dat overschot -zit een ze
kere weelde geconverteerd: de weelde, dat
de scholen nu zekere keur kunnen oefe
nen. Dat mag voor de jonge menschen
hoogst onaangenaam zijn, sterk teleur
stellend, voor dé school als zoodanig biedt
het slechts voordeel. Want die kan nu een
keuze maken uit wat zich aanbiedt. En
wat op den langen duur overblijft, moge
daarin een spoorslag vinden, om bui.en
het onderwijs levensonderhoud te zoeken.
Natuurlijk zal ieder meevoelend onder
wijzer dat voor hen bejammeren, maar
er zijn ook aan die kwestie twee zijden.
Het examen biedt zelfs niet den gering-
sten waarborg voor practische geschikt
heid. Het zegt alleen, dat een bepaalde
kweekschool met gunstig gevolg is door-
loopen. Meer ook niet. De practische op
leiding moet in de meeste gevallen nog
ten volle beginnen.
Of een jongen of meisje in de practijk
al dan niet zal voldoen, daarop is ook niet
eenige kijk. De risico daarvoor is enkel en
alleen aan de school. En nu moet de
school zich redden. Die accepteert ten
slotte, juist in een tijd van overvloed als
deze, enkel de goede krachten. En wie zal
haar dit kwalijk nemen?
Dat alles neemt niet weg, dat vele jon
ge menschen daarvan de dupe worden.
Toch laat dit jaar zich de constellatie
gunstiger aanzien, dan ze de laatste jaren
geweest is. De invoering van het verplich
te zevende leerjaar zal wel wat nieuwe
leerkrachten vragen, af geloof ik niet, dat
het hier gaat om belangrijke aantallen.
Voor vele scholen zal het zevende leer
jaar niet brengen de zoozeer gewenschte
personeeluitbreiding.
Meer is te verwachten van de mogelij
ke doorwerking der leerlingenschaal, zoo
als die in het nu aangenomen initiatief
voorstel Zijlstra verbeterd is. Die zal wer
kelijk een vermeerdering van het aantal
onderwijzers brengen, en dat dikwijls
juist in klassen, waar de pas-aangekome-
nen juist op hun plaats zijn.
VIT DE BOUWBEDRIJVEN.
De Christelijke Bouwarbeidersbond
bcekte over het tweede kwartaal van
1928 een winst van 269 nieuwe leden.
Over het eerste kwartaal was de
vooruitgang 201. In totaal dus over het
eerste halfjaar 1928 bedraagt de stij
ging 470 of ruim 7.5 pCt. Eind Juni
1928 was daarmede het ledental geste
gen tot 6640.
Een vooruitgang, die tot dankbaar
heid stemmen mag.
CHR. FABR. EN TRANSPORT
ARBEIDERS.
Ook bij de Chr. Fabrieks- en Trans-
portarbeidersbond gaat het met het
ledental steeds in stijgende lijn.
weg naar 't kerkhof op en dan weer
terug; weer heen, en weer terug.
Het sloeg twaalf uur. Half één. „O
mijn Vader, breng hem thi is, breng
hem thuis,!" kermde Ruth. „Laat hem
geen ongeluk overkomen. O uit er
barming! Als hij U heeft gevonden,
als ik weet, dat zijn ziel gered is, dan
kan ik dien slag dragen; maar nu? O
barmhartige Heerl help mij! geef geef
mij geloof! Wees met Frank, en red
zijn ziell"
Juist was ze van plan, Bidan te la
ten wekken, en met hem naar 't kerk
hof te gaan, toen ze nog eenmaal den
weg langs keek, en oen gedaante
meende te zien. Ze wachtte nog een
oogenblik, vreezende, dat het een
vreemde mocht zijn, die geen goede
gedachten zou kunnen hebben, wan
neer hij haar in dat uur alleen op de
straat zag. 'Neen, het was Frank 1 Ze
snelde hem tegemoet, en klemde zich
aan zijn arm vast.
„O FVank! Hij voelde hoe koud haar
handen waren, en hoorde, hoe haar
tnnden klapperden van zenuwachtig
heid en kon.
„Je hebt het koud. Rvth", zeide hij,
terwijl hij zijn arm om haar heen
sloeg. „Waarom heb je geen warmen
doek omgedaan?" Zijn stem klonk
haar vreemd in de ooren, 'als van
iemand, die zeer vermoeid is. Ze kon
niet spreken na al de gemoedsaandoe
ningen, die haar hadden geschokt. En
zwijgend gingen ze huiswaarts.
Leiden, 20 Juli 1928.
Lloyd George, een Engelsch liberaal,
.die echter als hij in onze politieke con"
stellatie ingedeeld moest worden, eer
der hij de Vrijzinnig-Democraten of
misschien tot de vooruitstrevende
Christelijk-Historischen zou behooren,
heeft op een te Londen gehouden con
gres van liberalen en radicaler er over
geklaagd dat o.a. het Spaansche libe
ralisme niet officieel vertegenwoor
digd was. Zijn klacht kreeg dubbele
kracht door de omstandigheid, dat,
naar algemeen wordt aangenomen,
juist Spanje de bakermat van het libe
ralisme is, in dien zin dat daar de
woorden „liberaal" en „liberalisme" 't
eerst werden gebruikt voor hen, die
vrijheid in kerk en staat voorstonden,
lengs grondwettelijken weg. Van Span-
jj breidde de beweging zich uit naar
Italië en Frankrijk en zoo bereikte de
naam ook andere landen, waar de be
weging reeds bestond.
't Is met eenigen ophef, dat een voor
aanstaand Liberaal blad dat meedeelt.
Geen bezwaar, miszie heeren! Alleen
vertel er dan ook even bij, dat bet Li.-.
b< ralisme, dat in Nederland lang zijn-
scepter zwaaide, lang ivo liberaal niet.
was. Vermoedelijk vanwege den Cal-
vinistischen ondergrond van Neder
land, ziet UI
OBSERVATOR.
Over de eerste 5 maanden van 1928
bedroeg de totale vooruitgang 539 leden
Op 1 Jan. 1928 was het ledental 7734
en op 1 Juni j.l. gestegen tot 8276.
Het ligt in de bedoeling met versnel
den pas de 9000 te bereiken. Als 't kan
nog in den loop van dit jaar.
Moge het resultaat zijn, dat deze
vi rwacliting nog overtroffen wordt.
UIT HET SLAGERSBEDRIJF.
De slagerspatroonsvereeniging te
Vlissingen heeft op een daartoe strek
kend verzoek van de afdeeling slagers
gezellen van den Ned. Centralen Bond
van Chr. arbeiders in de voedings- en
genotmiddelenbedrijven, met algemee-
ne stemmen besloten een vacantiere-
geling voor de gezellen in te voeren.
Het ligt verder in de bedoeling om
te trachten in gemeenschappelijk over
leg van patroons- en arbeidersorgani
saties te komen tot oprichting van een
vakcursus. Aanvankelijk in hoofdzaak
voor opleiding in etalage-garneerwerk,
enz.
UIT DE SIGARENINDUSTRIE.
Gisteren hebben de vertegenwoor
digers van de vier samenwerkende
werknemersorganisaties in de sigaren
industrie onderling een bespreking
gehouden over het voorstel van de
patroonsorganisatie.
Als resultaat van deze besprekin
gen is aan den rijksbemiddelaar, Prof.
Mr P. J. M. Aalberse het volgende te
legram gezonden:
1%Heden geen overeenstemming. Zul
len uiterlijk Dinsdag berichten. Na
mens samenwerkende organisaties in
de sigaren industrie.
(w. g.) Gemen, secr."
Aan beide patroonsorganisaties
werd van dit bericht telegrafisch af
schrift gezonden.
UIT DE OMGEVING.
AARLANDERVEEM.
Op de Nationale Landbouwten
toonstelling te Den Haag zal in de ru
briek klein vee, afd. varkens, worden
gedemonstreerd met 2 fokzeugen en
5 beeren. Een dier fokzeugen' wordt
door de Gebr. Affourtit ingezonden. Dit
dier is uit den varkensstapel in Z.-H.,
voor bovengenoemd doel door den keur
meester uitgekozen.
TEE AAR.
Burgerlijke stand. Bevallen: A.
Rodenburg geo. Blokland, d.; T. Hoo
gervorst geb. den F^an, d.; C. v. <1
Meer geb. Eberhart, z.
Gevestigd: L. M. Kleijn, Alphen a. d.
Rijn; T. rostma Linthorst, Bannuma-
deel; J. Zevenhoven en gez., Alphen
a. d. Kijnj E. Vonk, idem.
„Geloofd zij Allah! Daar is Toewan!
O Toewan, wat hebben we een
ang9t uitgestaan! Als u nu maar niet
ziek wordt! Waarlijk, Nonah, zijn
kleeren zijn heelemaal vochtig". En
Nènèk streek voorzichtig met haar
hand langs zijn jas.
In het licht gekomen, zag Ruth haar"
broer bezorgd aan. Hij had zich in een
leunstoel neergezet, en sloot de oogen.
Zijn gelaat zag dood:bleek. Angstig
knielde Ruth naast hem neer.
„Frank, lieve Frank! ben je ziek?
Wat is er toch gebeurd, dat je den
halven nacht bent uitgebleven?"
De dokter zag haar verwonderd aan.
Haar oogen stonden vol tranen.
„Ben ik lang uitgebleven0" vroeg
bij. „Ik weet heelemaal niet, hoe laat
bet is. Maar ik ben erg moe".
„O Nonah, u en de dokter moesten
maar dadelijk naar bed gaan. Zie, hier
is een kop thee voor u beiden. Dat zal
u goed doen."
En de goede oude, die nog telkens
baar tranen afwischte, dwong haar
twee „kinderen" met teedere liefde, de
warme thee te drinken, die ze voor
hen ingeschonken liad. En spoedig la
gen allen in de rust, behalve, dat Ruth
11 og lang wakker lag, vol angstige ge
dachten, maar zich vastklemmend aan
de vaste Rots, waar zij een veilige
sihuilplaat9 had gevonden in iederen
storm.
Wordt vervol id).