van de perceelen teelland. water en schuur, gelegen in den Stadspolder, Sectie K no. 593 en Sectie N, nis. 206, 207, en 2CS en de vaststelling de des betreffende begrootingsstaten. Aangenomen. 11. Verordening op het maken van mechanische muziek. De Commissie van Strafverordening stelt voor te lezen: liet maken van muziek en geluid. De heer Manders (R. li.) betreurt het, dat een genot moet worden be lemmerd. Spr. meent, dat het publiek moet worden opgevoed. Voorts heeft spr. bezwaar tegen het woord „hinderlijk"; wie moet dat uit maken? Hoe moet gehandeld worden, wan neer er een geheel open ruimte is of een raam, met een horretje is afge sloten? De Voorzitter merkt op, dat voor het beluisteren op straat ver gunning verleend kan worden. De rechter moet maar uitmaken, wat „hinderlijk" is. Artikelsgewijze en in het geheel wordt de verordening daarna aange nomen 12. Vérordening, tot wijziging van de verordening op wegen, lanen, stra ten, enz. en wateringen en slooten van 6 Juli 1899 (Gem. Blad No. 15). Het advies van de Gezondheidscom missie komt mede in bespreking. De heer Manders (R. K.) heeft bezwaar tegen de redactie, omdat de ze tot misverstand aanleiding geeft. De Voorzitter geeft nadere toe lichting van de bedoeling. De heer Manders merkt op, dat plassen en poelen er niet onder val len. De Voorzitter erkent dat, maar meent, dat in het kader van deze ver ordening niet anders past. Aangenomen. 13. Verordening, houdende wijziging van de verordening van den 27sten Maart 1922 (Gem. Blad No. 13), op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch. Aangenomen. 14. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, ten behoeve van de stich ting van een gymnastieklokaal bij de scholen voor bijzonder lager onder wijs aan de Pasteurstraat. Aangenomen. 15. Voorstel: n. tot beschikbaarstelling van gel den ten behoeve van de verbouwing van de huisjes Prinsenstraat, Nis. 3, 3a en 5; b. tot wijziging van het raadsbesluit van 31 October 1921. inzake de verhu ring van de huisjes Prinsenstraat 3 en 3a. aan de afd. Leiden van den Neder- landschen Protestantenbond. Aangenomen. 16. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den bouw van een nieuwe raadzaal en de daar mede verband houdende werken. De heer S ij t s m a (V. D.) geeft in overweging, dit punt van de agenda af te voeren en deze zaak maar aan het nageslacht over te laten. De men- schen oordeelen, dat 33 raadsleden nog voldoende ruimte van beweging hebben in deze mooie raadzaal. Spr. vindt 91.000 te veel. De heer Groeneveld (S. D.) is niet bevredigd door de wijze van de aan de orde-stelling. In Maart is door den Weth. gezegd, dat de voorberei ding langzou zijn. Nu reeds is het plan gereed. Dat maakt een vreem den indruk. Aan het in Maart aange nomen werk tot verbouwing is nog niets gedaan. Het verworpen voorstel- van Es blijkt dus toch aangenomen. Ook is het bevreemdend, dat deze twee werken door twee verschillende personen zijn voorbereid. Het stad huis is vermolmd en vergaan en het hangt aan elkaar. De restauratie is lapwerk. In Maart is gevoteerd 40.000 gulden, nu 90.000. Moet die splitsing dienen om den raad wat zacht te stemmen? Spr. weet niet, of de nieuwe zaal voldoen zal. De betimmering zal alles somber maken. De heer Spendel (R. K.) bevreemd het, dat de heer Groeneveld zoo op treedt, terwijl zijn partijgenoot met het voorstel accoord gaat. De heer Manders (R. K.) stemt het tot dank, dat de oorspronkelijke architectuur weer wordt hersteld. Een nieuw raadhuis zou 1 millioen kos ten. De rente van dat kapitaal is on geveer gelijk aan het nu gevraagde bedrag. De heer S c h u 11 e r (S. D.) wijst er op, dat het hier niet alleen betreft de raadszaal, maar er moeten ook ande re vertrekken verbeterd worden. De raad maakt nu serieus werk van zijn plicht, heel anders dan vroeger. Daar voor moet ook ruimte zijn. De nieuwe zaal is voldoende voor de grootste Raad. Deze zaal is absoluut onvol doende. Voor de 91.000 nu gevraagd, wordt meer gegeven dan een raadszaal. De opmerkingen van den heer Groe neveld beteekenen niet, dat er onee- nigheid in de fractie zou zijn. Spr. wijst er op, dat de verlichting in de nieuwe zaai veel beter is. Het komt daar van twee kanten en door meer ramen, terwijl ook de invals hoek beter is. De heer Wilbrink (C. H.( juicht de verbouwing toe en dankt voor den spoed die is betracht. Het 'spijt spr. alleen dat in de stukken niet gerept is van de kosten van dc inrichting. De heer Wil m er (R. K.f is voor de verbouwing, al zijn er ook urgenter werken. Ook spr. had gaarne een be grooting van de inrichting gezien en vraagt deze zoo bescheiden mogelijk te maken. De heer Huurman (A. R.) is het ook opgevallen, dat men gelukking nog niet aan den bouw, waartoe in Maart besloten werd, is begonnen. Spr. vestigt er de aandacht op, dat de ventilatie alle zorg zal vereischen. Verder geeft hij in overweging het werk in één hand te laten. Wat de kosten aangaat, vraagt Spr. om, wanneer het bedrag ontoereikend mocht zijn, intijds opnieuw aan te vragen. Weth. Splinter erkent, dat de besprekingen van Maart hebben ge leid tot dit voorstel. Nadere bespre kingen leiden er toe, om te constatee- ren, dat de nu te restaureeren zaal vroeger in tweeën gedeeld is. De plannen zijn beide door den heer Nijssing ontworpen. De restauratie van het dak en de groote pers en de verplaatsing van de secretarie is in het bedrag van 91.000 begrepen. Nu krijgen wij een waardig stad huis. Men vreest voor een dure in richting, maar spr. verwacht, dat het gevraagde bedrag toereikend zal zijn voor bouw en inrichting beide. Wat de ventilatie aangaat, deze zal naar spr. meening in orde zijn. Het werk zal in een hand worden gehou den. Spr. hoopt, dat de raad het voorstel zal aannemen. Weth. G o s 1 i n g a wil als wethou der van fananciën opmerken, dat bij de intreden van spr. in het College reeds sprake was van verbouw. Bouw aan de Vischmarkt zal minstens het dubbele en meer kosten. Spr. was blij toen de wethouder van openbare wer ken met deze oplossing kwam. De jaar lijksche last van plm. 6000 acht spr. hiet zwaar. De heer Huurman (A. R.) dankt dat het College met de meening der minderheid van Maart heeft rekening gehouden. De heer'1 Groeneveld (S. D.ï constateert, dat het niets bijzonders is, dat spr. met den heer Schuller van meening verschilt. Spr. wijst er nog op, dat het gemeentehuis op sommige punten zeer bouwvallig is; balken zijn vermolmd, vloeren 30 c.M. uit het wa terpas, enz. De aandrang op het College, die van uit den Raad zou gekomen zijn, is dan een verworpen voorstel-Van Es. Spr. vestigt de aandacht er nog maals op, dat de zaal lager is dan de ze en de zaal grooter is, dus lager lijkt Het aspect zal verminderen, maar het is noodig en daarom kan spr. mee gaan. Aangenomen. De heer S ij t s m a wenscht geacht te worden te hebben tegen gestemd. 17. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van den R. K. Bond voor Groote Gezinnen, om bij den bouw van gemeentewoningen in den vervolge een zeker percentage wonin gen in het bouwplan op te nemen, die geschikt zijn voor groote gezinnen. De heer Wil m er (R. K.) vindt de toezegging van B. en W. een beetje mager, Dat is een gevolg van beperkt inzicht. Ook spr. had dat beperkte in zicht. Er zijn te Leiden geen goedkoo- pe woningen. Die er zijn, zijn voor de groote gezinnen ongeschikt. Spr. zou sterker uitdrukking willen. Al heeft ook Leiden veel gedaan, meer dan an dere steden, toch is dat nog onvol doende. Spr. méént, er moet gebouwd worden, dus men spreke niet van eventueel e bouw. Leiden een raadhuis waard, accoord, maar ook voor de volkshuisvesting moet nog veel gedaan worden. De heer K o o i s t r a (S. D.) herin nert aan den strijd, door spr. fractie voor verbetering der volkshuisvesting gevoerd. Goede voorstellen werden door de overzijde niet gesteund. Daarom is het bevreemdend, dat nu, nu de regeering slechts weinig geld geeft, van R. K. zijde dit verzoek komt Maar spr. fractie zal toch steunen. Het College komt nu met een toe zegging, het maken van twee wonin gen tot één, die reeds vroeger gedaan werd. Moge het er nu van komen. De heer Kiers vraagt om een wo- ningbeurs, misschien komt dat nu ook. Spr. hoopt, dat een en ander tot vlugger werken zal leiden. De heer E 1 k e r b o u t (A. R.) zegt, dat B. en W. wel op de hoogte zijn. Spr. vraagt de nadere gegevens van 1927 aan den Raad over te leggen. De heer Heemskerk (R. K.) merkt op, dat van de R. K. fractie steeds is aangedrongen op bouw van woningen voor groote gezinnen. Spr. ziet in dit prae-advies een andere geest van het College. De vorige voorzitter wilde steeds kleine wonin gen en dan opschuif-systeem. Dat heeft ons een tekort aan groote wo ningen gebracht. Spr. hoopt, dat dit voorstel zal in- lei.len een andere tijd. Weth. Splinter wijst er op, dat is gebouwd voor groote gezinnen. Het vorige College treft dan ook geen blaam. Het verbouwen van twee wo ningen tot één gaat slechts in enkele gevallen. De woningbeurs, daarvan is spr. geen voorstander, maar boven dien is er nog zooveel te doen. Te ge legener tijd komt ook dat aan de orde. Bouw voor groote gezinnen heeft de aandacht. Een vraag is gedaan om gelden voor nog 120 woningen. Aangenomen. 18. Praeadvies op de motie van den heer Vallentgoed, inzake de toeken ning van een vacantietoeslag aan het personeel in dienst der gemeente. In overleg met den fractie-voorzit ter en om de tijd wordt dit punt afge voerd of verschoven naar het eind der agenda. 19. Motie van de heeren van Es, Wilbrink, en Wilmer, inzake het niet plegen van overleg met den Raad be treffende de benoeming van een Com missaris van Politie. De heer Van Es (A. R.) zegt, dat deze motie niet iets persoonlijks tegen den burgemeester is In den regel is een burgemeester liefst niet bereid om met den Raad over politiezaken te spreken. Een interpellatie kon niet, omdat de burgemeester niet interpellabel is. Bij de rondvraag kan slechts door één persoon het woord gevoerd worden, daarom is de vorm van motie geko zen. De benoeming heeft een lange voor bereiding gehad; velen zullen geraad pleegd zijn. Velen betreuren, dat ook niet met raadsleden is gesproken. De motie spreekt uit, dat zij het be treurt, dat de burgemeester geen behoefte had aan overleg. Het zou te betreuren zijn, als de verhouding tus- schen den burgemeester en raad min der goed zou worden. De heer Wilbrink (C. H.) onder streept het betoog van den heer Van Ës, dat het geen actie tegen den bur gemeester is. Spr. zou het betreuren, indien een burgemeester het stand punt zou innemen, dat hij in politie- aangelegenheden den raad niet noo dig heeft. Ook spr. meent, dat het gewenscht was geweest, de raadsleden te ken nen. Het systeem van bevordering ver dient in het algemeen aanbeveling, omdat het de intense belangstelling en ambitie prikkelt. De Raad is in- tusschen hierin, d.w.z. in deze politie- benoeming, niet zoo op de hoog te als de anderen die er buiten staan. De heer Wilmer (R. K.) zegt, dat de motie een aangename zijde heeft, omdat de zaak in kwestie in breeden kring bevreemding heeft gewekt en het nu mogelijk is daarover in het openbaar te spreken. De opschuiving is hier niet toege past. Men vraagt nu,t waarom is de heer Eskes niet benoemd? Heeft hier alleen het gemeentebelang gediend? Spr. heeft eenmaal gezegd, dat een ambtenaar, die men elders volkomen geschikt zou achten, ook niet in de eigen gemeente mag worden geweerd. Teleurstelling wekte het, dat de Burgemeesteer niet met de vertrou wensmannen van de burgerij heeft ge raadpleegd. Dat de volheid van politiemacht bij den Burgemeester berust en berusten moet, mag niet leiden tot de opvat ting, dat de Burgemeester niet inter pellabel zou zijn. Spr. beroept zich daartoe op Oppenheim en Prof. Kra nenburg. Spr. wijst er nog op hoe in vorige instantie hier een interpellatie over de politie-organisatiè is afgewezen. Ook hier bestrijdt spr. op grond van Op penheim, het afwijzen van den Burge meester. Spr. meent met Oppenheim dat de Raad zelfs een aan beveling had kunnen doen zooveel te meer reden was er voor overleg. Ook het gezond verstand zegt. dat de Raad gehoord moet worden. De Minister raadpleegt ook den Burgeheester of schoon die zelfs niet als orgaan ge noemd wordt. De Burgemeester wist dat hier op advies van den Burge meester iemand buiten het corps zou benoemd worden. Onomwonden be treurt spr. dat de Burgemeester geen overleg pleegde. Deze afkeuring houdt niet in een afkeurend oordeel ook niet dat de Burgemeester opzettelijk partijdig zou optreden en in de derde plaats geen enkele aanwijzing inhoudt over de bekwaamheid van den benoemde. De heer Van Eek (S.D.) hoewel erkennende de mógelijkheid van niet apellabel zijn, is nochtans op de hand van Oppenheim. Spr. hoopt, dat de Raad voortaan zich aan de zijde van Spr. zal stellen, ofschoon de rechter zijde steeds daartegenover stond. Spr. maakt onderscheid tusschen het advies van den Raad en het ad vies van den Burgemeester aan den Minister. Dat laatste moet een zelf standig oordeel zijn. Spr. is als Burgemeester steeds ge weest voor een ruim overleg met den Raad. Voor den Raad is he., van even groot belang de moeilijkheden te ken nen. Spr. is voor democratische opvat ting inzake het politiebeleid, maar meent dat de strekking der motie te ver gaat. Rekening houden met den Raad daar is spr. voor, maar in dit speciale geval gaat het te ver. De geest der motie is goed maar de strekking if- te ver gaand. De heeren Meijnen en Huurman deelen mede, dat de motie niet is uit gegaan van hun geheele fracties. De heer R o m ij n (V.B.) gaat niet mede met de motie die onderstelt, dat de Raad als College er mee te maken heeft. Dat is onjuist. Waarom heeft men tegelegenertijd niet werk ge maakt van de candidatuur, die men nu voorstaat. De Burgemeester in het algemeen goed handelende kan hier geen afwij king worden verweten. Spr. zou liever een ander standpunt van den Burge meester gezien hébben. De Voorzitter kan niet veel zeggen. De motie hoort naar Spr. meent hier niet thuis. In de gemeente worden meer benoemingen gedaan, o.a. van een Kantonrechter die buiten den Raad omgaan. Spr. acht het Col- loge ongeschikt om een advies uit te brengen. Spr. meent dat het program van de drie rechtsche partijen staat arn Spr.'s zijde Gaat het buiten het College dan kan spr. ook niet de raadsleden raadple gen. Spr. bewondert de raadsleden, dat zij met volle verantwoordelijkheid een keuze kunnen doen. Spr. gelooft niet partijdig te zijn geweest. Spr. is niets gebleken van een alge- in eene verwondering. Wel is gebleken, dat men in veler kring verwonderd is over de indiening van de motie. Heeft de motie een staatsrechtelij ke strekking dan is ze ter onjuister plaats en te onjuister tijd. Spr. kon en mocht niets zeggen van het advies aan den Minister, omdat hij dan het advies moest openbaren. Het is niet mooi van de voorstellers om dit van Spr. te vergen. Zooals de heer Van Eek zeide zijn de punten van het algemeen politie beleid en deze kwestie geheel ver schillend. De heer W i 1 m e (R.-K.i protes teert tegen het brengen van de- politiek in het debat. Spr. heeft steeds ge zegd, dat het beleid van den Burge meester ging buiten deze zaak. De Burgemeester had kunnen zeggen waarom hij een bepaalde richting koos De Voorzitter interrumpeert, dat hij dat niet kon zonder zijn ad vies bloot te leggen eii dat mocht hij niet. Dë heer.Wilmer voortgaande be treurt nogmaals dat de Burgemeester deze houding aanneemt. Voorts wijst hij er nog op, dat nu ook verborgen blijft waarom in het al- gt meen van den regel een candidaat uit het corps te benoemen is afgewe ken. De heer W i lb r i n k (C.-H.) meent dat de kringen waar de Burgemeester informeerde niet zoo ruim zijn ge weest als waar de onderteekenaren informeerden. De voorbeelden door den voorz. aangehaald gaan niet op. De heer V a n E s trekt daarop mede namens zijn mede-onderteekenaren de motie in. 20. Interpellatie van den heer Sijts- ma, inzake het plaatsen van stoelen Op het overdekte terras van koffiehui zen. De heer S ij t s m a (V.D.) herhaalt de vragen, maar is door het onderlin ge spreken van de andere raadsleden onverstaanbaar. De Voorzitter deelt mede, dat geen wijziging is gebracht in de alge- meene regeling. Voorts geeft hij een toelichting over het plaatsen van stoe len, dat werd toegestaan maar dat niet inhield het verstrekken van con sumptie. De heer Sijtsma meent dat ande re zaken meer storend werken op de Zondagsrust en de Zondagsheiliging dan dit rustige cafébezoek. Spr. meent dat deze opvatting van de beteekenis der Zondagswet te ver gaat. De heer Wilmer (R.-K.) merkt op, dat op andere wijze de Zondagswet ook overtreden wordt, de deuren zijn steeds open. Ook de heer Van Eek (S.D.) wijst er op, dat toepassing van de Zondags wet volgens het denkbeeld van den heer Sijtsma zeker in het belang zal zijn van het algemeen. Een dergelijke toepassing van de Zondagswet wordt zeker door de bevolking'begeerd. De heer S ij t s m a dient een motie in om Zondags het plaatsen van stoe len toe te staan. De heer Wilmer (R.-K.) geeft in overweging deze motie weer in te trekken. De wet verbiedt het, dus de motie is onuitvoerbaar. De hr. S ij t s m t trekt zijn motie in. De heer Wilbrink (C.-H.) wil nog- even opmerken, dat men niet moet denken dat de geheele raad het met den heer Sijtsma eens is. Spr. is voor de beste Wijze van Zondagsheiliging. Men meene niet dat dit slechts een vierde van .dé bevolking is. De discussie wordt gesloten. Rondvraag. De heer Bergers (R.-K.) dringt aan op het toelaten van het verkeer in den doorgang door het Gangetje. Weth. Splinter zal zoo spoedig mogelijk het verkeer toelaten. De heer Wilbrink (C.-H.) vraagt antwoord op de vraag betreffende de verklaring betreffende lossen dienst. Weth. Goslinga deelt mede, dat B. en W. nog niet beslisten maar dat afgifte van een verklaring niet gewei gerd zal worden. B. en W. blijven op het standpunt staan dat lossen dienst niet inkoopbaar is. De heer Wilbrink (C.-H.) krijgt den indruk dat men nu transigeert. De gegeven belofte moet ingelost, dat is het eenige wat Spr. vraagt. Spr. komt er tegen op dat nu bij B. en W. be waar gemaakt wordt tegèn de strekking, terwijl zij toezegden een verklaring te zullen afgeven. Weth. Goslinga Geelt nog mede. dat een geval is voorgebracht en dat dit op oplossing wacht. Daarmede wordt dan een regel geschapen, waar aan beide partijen zich houden kun nen. Het is dus intrappen van een open deur wat de heer Wilbrink doet. De heer Koole (S.D.) vraagt spoe dige behandeling van de aanvraag om de weder indienststelling van een autobusdienst „Stadsverkeer. De heer Baart (S.D.) vraagt een betere regeling van de steunverlee- ning voornamelijk de wachtdagen. Waarom de verordening niet soepeler toegepast tot de nieuwe steunregeling in werking treedt. Weth. Goslinga deelt mede, dat deze zaak in het College is besproken. Deze mensch enzouden bij de nieuwe regeling hetzelfde' gekregen hebben De heer Van Eek (S.D.), waar- deerend de uitnoodiging van de raads leden, heeft bezwaar dat geëischt werd bij de ontvangst van het Astro nomisch Congres avondtoilet. De Voorzitter deelt mede, dat gemakshalve dat op de kaart is ge meld, het was geen eisch. De heer Kooistra (S.D.) infor meert naar het gereedkomen van de rieuwe gemeentewonineen cn of de bewoners van de afgekeurde wonin gen daar het eerst inkomen. )e heer Eikerbout (A.-R.) vraagt of de regeling met den moder nen bond over de verklarins- betref fende lossen dienst ook voor den Chr. Bond geldt. Weth. Goslinga. deelt mede, dat gelijke monniken gelijke kappen zul len dragen. Daarna wordt de vergadering te zes uur gesloten. Land- en Tuinbouw. CHR. LANDBOUWONDERWIJS. In de gehouden vergadering van het be stuur van de Gewestelijke Organisatie Friesland, van den Ghr. Bond van Boe ren en Tuinders, werd, gehoord het ra- port van de desbetreffende commissie, in beginsel besloten tot de stichting van een Chr. Landbouwschool te Sneek. VISSCHERIJBERICHTEN. IJMUIDEN, 9 Juli. Heden aangek, men aan den Rijksafslag 23 stoomtraw lers, S loggers -en 1 kustyissoher. De prijzen waren voor trawlvisch: tarbot {1954, griet f2252, beide per50 K.G., gr. tong f3,103,30, dito middel f2,303,20, dito kl. f1,701,90, al les per K.Ö., gr. schol f4649, diti middel f2737, dito zet f2336, kl. dito f2,7021, schar f6ir, allesp. k. van 50 K.G., rog f1427 p. 20 St., vleet f0,752,40 p. st.. kl. roode poon f2737, pieterman poontjes f 1214, gr. schelvisch f3236, dito middel f18,5026, dito kleinmid* del f15,5019, dito kl. f414,50, al les p. k. van 50 K.G., kabeljauw f34 54 p. k. van 125 K.G., gr. gullen f 10— 16, dito kl. f614, beide per 50K.G. leng 80 ct. p. stwijting £2,505,10 p. K. van 50 K.G., koolvisch £1,10 1,67, kreeft fo,6o2,55, beide p. st makreel f814 p. k. van 50 K.G., zalm f2,803 p. at., horsmakreel f2,40 ,250 p. it. van 50 st., 29 .kantjes maatjesharing f 1414,30 p. kantje. IJMUIDEN, 9 Juli. Van de treillor. fers kwamen heden aan den afslag de iW. 17S m. f479, KW. 38 m. f569, KW. 57 m. f979, KW. 56 m. f780, KW. 110 m. f819, KW. 102 m. f895 en KW. 112 m. f715 besomming. Van de IJmuider stoomtreilers kwamen er heden 23 aan de markt. De be6cmmingen waren: IJM. 74 m. f2.039, IJM- 93 ™- f 1.561, IJM. 323 m. f 1.414, IJM. 143 m. f4025, IJM. 6 m. f2.254, IJM. 481 in. f 1.718, IJM. 385 m. f 1.665, UM. 418 m. f 2.766 IJM. 272 m. f2.319, IJM. 61 m. f 2.38a IJM. 432 m. f2.225, IJM. 154 m. f 1.762 IJM. 203 m. £1.751, I-JM. 327 m. f2.377 IJM. 151 m. f 1.535, IJM. 29 m. f2.440 IJM. 326 m. f2.167, IJM. 122 m. f 1.606 IJM. 5 m. f 1.525, IJM. 135 m. f 1.764 IJM. 71 m. f 1.210, IJM. 491 m. f2.929 en VL. 10 m. fi-734- Scheepstijdingen. HOLLAND—AMEPIKA-LIJH. KINDERDIJK Vanc. n. Rott. 7 van Liverpool. VEENDAM Rott. n. N.-York 6 4.5 n.m. 160 m. Z.W. v. Valentia. MAASDAM Rott. n. N.-Orl. 8 6.14 v.m. 100 m. Z.O. v. Land's End. ROTTERDAM 9 v. N.-York te Rott. NIAS 9 v. Amst. n. Antwerpen. HEEMSKERK uitr. 9 te Beira. BOSCHDIJK Rott. n. Philadelphia p. 9 Lizard. BINNENDIJK 8 v. Rott. te Norfolk. LEERDAM N.-Orl. n. Rott. 8 te Sa» tander. DRECHTDIJK Vanc. n. Rott. 7. te San Francisco. DINTELDIJK 7 v. Rott. te SanFranj BEBMSTERDIJK 9 v. Baltimore te Rott. HOLLANDAFRIKA-LIJN. GIEKERK uitr. p. S Dungeness. BILLITON thr. 6 v. Mozambique. RIETFONTEIN thr. 8 v. Durban. RANDFONTEIN thr, 8 v. Dakar. NIJKERK uitr. 7 v. Pt. Sudan. KLIPFONTEIN 7 v. Rott. te Hamb. HEEMSKERK uitr. 7 v. Lor Marques. MELISKERK 6 v. Bremen te Hamb. RIJPERKERK uitr. 8 v. Kaapstad. HOLLAND—WEST-AFRIKA-LIJN. EEMSTROOM uitr. 8 te Teneriffe. HELDER uitr. 8 te Warri. ORION thr. 5 v. Gr. Bassam. KON. H0LLAND80EB LLOTD. GELRIA thr. 8 v. Las Palmas. MAASLAND uitr. 8 v. Pemambuoo. SALLAND 8 v. Hamburg .te Amst GAASTERLAND 9 v. Rott. n. Hamb. KON. PAKETVAART MIJ. NIEUW ZEELAND 6 v. Brisbane te Sydney. ROTTERDAMSOHE LLOTD. KEDOE uitr. p. 9, 9 v.m. Ouessant. .GAROET ilitr. p. 9 Perim. PALEMBANG 8 v. Rott. te Hamb SLAMAT uitr. p. 8 Kaap Del Armi. SIBAJAK thr. 9 v. Sabang. TABANAN uitr. 9 te Sabang. MODJOKERTO uitr. 8 te Belawan. MADIOEN thr. 7 mm. te Havre. KOTA RADJA 8 v. Londen n. Hamb. BUITENZORG uitr. p. 8 Gibraltar. STOOMVAART MIJ. „NEDERLAND". KANGEAN uitr. 8 te Batavia. KARJMATA uitr. 8 te Sabang. SALAWATI uitr. 9 te Pt. Said. ENGGANO thr. 7 v. Batavia. KAMBANGAN uitr. ,p. 6 Ouessant. JOH DE WITT uitr. p. 7 Perim. KON. DER NEDERLANDEN thr. 7 v. Genua. MAPIA thr. 8 v. Pt. Said. PRINSES JULIANA uitr. p. 9, Gibraltar SAPAROEA thr. 8 te Genua. STMAT1OF1R nitr.. 7. y. Suez.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6