NIEUWE LEIDSCHE COURANT
van
VRIJDAG 6 JULI 1928
TWEEDE BLAD.
STADSNIEUWS.
GEMEENTEZAKEN.
Aankoop grond Driftstraat.
B. en VV. hebben in openbare veiling
kunnen aankoopen een tweetal stuk
ken grond nabij de Driftstraat, groot
resp. 3070 M2. en 1.05,39 H.A.. De prijs
van deze stukken grond is f 1.21 per
M2. Zij geven in overweging dezen
koop goed te keuren en daarvoor te
voteeren een som van f 16901,75.
Verbouw perceelen Prinsenstr. 3 en 3a.
Deze perceelen, verhuurd aan de afd.
Leiden van den Protestantenbond en
de vereeniging Zuigelingenzorg, be
hoeven verbetering, n.l. inrichting
van een wachtkamer, bergplaatsen en
inrichting van een woning. De kosten
hiervan worden geraamd op f 3500.
In verband met een en ander stellen
B. en W. voor ook de financieele rege
ling met deze organisaties te wijzigen.
Tot nog toe betaalde de Protestanten
bond f 350 per jaar plus f 150 voor het
buis no. 5 en ontving van Zuigelingen
zorg f 300 terug.
In het vervolg zal de afdeeling jaar
lijks aan huur betalen f 332, zal Zui
gelingenzorg, te wier behoeve de ver
bouwing in hoofdzaak plaats heeft,
aan de gemente f 200 vergoeden we
gens rente van de verbouwingskosten,
terwijl de huur van het huisje no. 5,
welke te schatten is op f 250, voortaan
in de gemeentekas zal vloeien.
Verder zal Zuigelingenzorg aan de
afdeeling een bedrag van f 300 's jaars
vergoeden wegens onderhuur, gebruik
van water, vuur en licht, schoonmaak
kosten, enz.
De gemeente ontvangt dus per jaar
f 782, d. i. ongeveer 6 pCt van de kos
ten van aankoop en verbouwing van
de huisjes (resp. f 9000 en f 3500), met
welke regeling, evenals met de onder
linge regeling naar de meening van
B en W. genoegen kan worden ge
nomen.
Zij stellen daarom voor aldus te be
sluiten.
Woningen voor groote gezinnen.
Bij verzoekschrift van 14 October
1927 verzocht het Bestuur van de af
deeling Leiden van den R.-K. Bond
voor groote gezinnen om bij den bouw
van gemeentewoningen in aen vervol
ge een zeker percentage woningen in
het bouwplan op te nemen welke aan
redelijke behoeftee aan meer woon
ruimte voor de groote gezinnen vol
doen.
B. en W. zeggen in hun praeadvies
op dit verzoek, dat het voor den ar
beiders- en kleinen middenstand in
derdaad moeilijk is om een geschikte
woning te vinden, zoodat de gemeente
op dat terrein, wanneer zij zelf bouwt,
zeker een taak heeft.
Behalve bij nieuw-bouw zoo zeg
gen B. en W. kan het doel, hetwelk
adressant nastreeft, ook worden be
vorderd door bij de verhuring van
reeds gestichte woningen de grootte
en de samenstelling van gezinnen der
candidaat-huurders in aanmerking te
nemen. De gemeentelijke woning
stichting werkt bereids in deze rich
ting en bij de verhuring van de eer-
hing gereedkomende 174 huizen van
do Vereeniging tot Bevordering van
den Bouw van Werkmanswoningen
zal eveneens aan dit punt aandacht
worden geschonken. Doch pok voor de
overige bouwvereenigingen is in dit
opzicht een taak weggelegd wanneer
ook zij bij de distributie van de wo
ningen zooveel mogelijk tot richtsnoer
nemen: groote woningen voor groote
gezinnen, dan zal hiermede, gezien
het groote aantal vereenigingswonin-
gen, aan het euvel in niet onbelang
rijke mate kunnen worden tegemoet
gekomen.
In deze richting is ten slotte, naar
het hun voorkomt, ook wel iets te be
reiken door bij verbouwing in de bin
nenstad van bestaande woningen, de
mogelijkheid van combinatie van 2
FEUILLETON.
EINDELIJK VREDE.
16) —o—
Ruth zag haar broer aan met een
blik van innige liefde. „Frank", zeide
ze zacht, „is vader Mertens niet ge
lukkig, veel gelukkiger dan menig
een, die gezond en sterk is? Hij weet,
dat er een God is, en hij voelt, dat die
God heel barmhartig en vol liefde is.
Die God helpt hem zijn lijden dragen,
aat zeker noodig voor hem moet zijn;
want anders zou God hem niet zoo
1«' ten lijden, dat is heel zeker. Vader
Mertens vindt zijn lijden niet te zwaar,
ja, het heeft hem tot God gebracht; en
daarvoor zou men wel alles willen
lijden".
„Onbegrijpelijk 1" mompelde dokter
Van Ende.
Zwijgend wandelden beiden huis
waarts. Na een poos vroeg Frank:
,.Is hij altijd zoo geduldig en tevre
den?"
Laar komt zijn vrouw in de verte
aan", antwordde Ruth. „Zij zal je
het beste kunnen inlichten. Ze is
maar een gewone Javaansche vrouw.
Toen Grootmoe hem leerde kennen,
was hij niet wettig met haar ge
trouwd. Ze was uit medelijden met
zijn blindheid bij hem komen wonen.
Grootmoe maakte het hem duidelijk,
kleine woningen onder oogen te zien;
het schijnt B. en W. toe, dat deze mo
gelijkheid zich nog al eens voordoet,
en door hierop in voorkomende ge
vallen te letten, zal dikwijls een alles
zins behoorlijke woning, geschikt voor
groote gezinnen, aan den voorraad
kunnen worden toegevoegd. I-Iet is
dan ook hun voornemen, voorzoover
van hen afhangt, in dezen geest werk
zaam te zijn.
Zij stellen den Raad voor dit als ge
dragslijn te aanvaarden.
Demping van stinkende slooten.
Bij verordening is bepaald, dat de
Raad demping van slooten kan gelas
ten indien deze schadelijk voor de ge
zondheid worden geacht, wanneer de
ze schadelijkheid wordt veroorzaakt
door stoffen die daarin worden afge
voerd.
Het komt B. en W. voor, dat voor
deze beperking geen voldoende grond
aanwezig is, en dat tegen chadelijke
siuoten, die aan particulieren toebe-
hooren, moet kunnen worden opgetre
den, ongeacht de vraag, in welke om
standigheden die schadelijkheid haar
oorzaak vindt. Juist het stilstaand
water van na gedeeltelijke demping
overgebleven stukken sloot, waardoor
gtenerlei afvoer meer plaats vindt,
kan b.v. als kweekplaats van malaria
muggen, uitermate schadelijk zijn.
Overigens beoogt het voorstel, dat het
College doet om deze verordening te
wijzigen slechts de wijze van die be
voegdheid tot optreden te verruimen.
Of en op welke wijze van die bevoegd
heid gebruik zal worden gemaakt,
zal afhangen van de omstandigheden
van ieder bijzonder geval. Er schijnt
echter geen reden 'aanwezig, zoo zeg
gen B. en W., om die bevoegdheid
reeds van te voren uit te schakelen
voor gevallen, waarin daaraan niette
min in het belang der openbare ge
zondheid behoefte kan bestaan.
Keuring van vleeschwaren in
bussen enz.
De keuring van vleeschwaren in
hermetisch gesloten bussen en fles-
schen werd tot heden beperkt tot die
van welke de inhoud bij gedeelten
werd verkocht.
De Commissie voor de strafverorde
ningen geeft thans in overweging, de
verordening zoodanig te wijzigen, dat
aeze keuring alleen Ie uitwendige
kenteekenen van de verpakking zal
betreffen en voorts zich tot steekproe
ven van den inhoud bij sommige bus
sen zal beperken.
De tegenwoordige keuringswijze
stuit nog op een ander bezwaar, n.l.
dat het bezwaarlijk is reeds bij den
invoer uit te maken, of de blikken en
fjesschen al dan niet ongeopend zullen
worden verkocht. Slechts achterna,
door controle, kan met zekerheid wor
den bepaald, of een blik, waarvan dit
werd aangenomen, ook inderdaad on-
geopend verkocht is. Het verdient daar
om aanbeveling, voor het al dan niet
ongeopend verkocht worden een an
der criterium in de plaats te stellen,
dat beter toegepast kan worden en
praktisch nochtans dezelfde diensten
bewijst; Een zoodanig criterium is ge
vonden in het gewicht: vleeschwaren,
welke tot een gewicht van ten hoog
ste 0.5 Kg. (buiten de verpakking)
worden ingevoerd in hermetisch geslo
ten bussen, blikken of flesschen, zul
len in het vervolg niet meer aan keu
ring onderworpen zijn.
Een verordening die een en ander
regelt wordt den raad ter vaststelling
aangeboden.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen, te Barneveld: J. J.
Timmer, te Ermelo. Te Warns (Fr.):
H. Dekker, te Haskerhorne (Fr.) Te
Kockengen: G. Alers, tt Nw. Lekker-
land.
Bedankt, voor KockengenG.
Alers, te Nieuw-Lekkerland. Voor
Davos: P. Blaauw, te Eerbeek.
GEREF. KERKEN.
Beroepen, te Breda: P. Prins, te
Oostwolde. Te Waardhuizen: A. v.
d Weg, candidaat te Dordrecht.
dat hij haar wettig behoorde te trou
wen; en toen hij er dadelijk in toe
stemde, heeft Grootmoe met behulp
van een heer, dien we kenden, alles
voor hem in orde gemaakt, zoodat
ze nu wettig getrouwd zijn. Wel,
moeder Mertens, we zijn juist Lij je
thuis geweest. Mijn broer heeft je
man eens onderzocht".
„O, ik dank u wel mi;iv .r, het
spijt me erg, dat ik ni_t thuis was.
En wat zegt de dokter van mijn man?
„Het spijt me erg, dat ik geen hoop
kan geven, moedertje", zeide dokter
Van Ende.
„Ach ja, daar was ik wel bang
^oor. Mijn man zegt altijd, dat hij de
gevolgen van zijn zonden geduldig
moet dragen; en dat het niet zoo
zwaar is, daar God hem al die zon
den toch al vergeven hoeft. En eens
zal hij geheel gezond zijn, bij den
Heer in den Hemel, nietwaar juf
frouw Ruth?"
,Ja zeker, moeder! Maar vertel
mij eens, mijn broer wou het
graag weten je man zal toch ze
ker wel eens ongeduldig en knorrig
worden onder zijn vreeselijk lijden,
nietwaar?"
,0 mijnheer! hij was vroeger altijd
zoo knorrig; dat was vóórdat de
oude mevrouw bij on9 was gekomen.
Maar toen zij hem uit Gods Boek
had voorgelezen en met hem had
gebeden, is hij heelemaal veranderd.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen, te OpheusdenM.
Hofman, te Krabbendijke.
Dr. F. v. GHEEL GILDEMEESTER.
Morgen viert Dr. F. v. Gheel Gildemees-
ter, de nestor der Haagsche Ned. Herv.
predikanten, zijn gouden ambtsjubileum.
P'rancis v. Gheel Gildemeester werd 29
Jan. 1855 te Breda, waar zijn vader tapijt
fabrikant was, geboren. Hij bezocht daar
de II. B. S.; ging naar het Chr. Gymna
sium te Zetten, vervolgens naar de La-
tijnsche school te Zaltbommel en studeer
de te Utrecht onder de professoren Brill,
Ter Haar, Doedes, van Oosterzee en Beets.
In 1876 deed de jeugdige student reeds
doctoraal examen om 7 Juli 1878 te Wil-
helminadorp (Z.), door Prof. v. Oosterzee
in het predikambt te worden bevestigd.
Tevoren was hij een jaar naar Davos
geweest, daar hij nog niet den 23-jarigen
leeftijd had bereikt en dus nog geen pre
dikant mocht zijn. 20 Juni 1879 promo
veerde hij tot doctor in de Theologie op
een homiletische dissertatie over „Popu
laire Evangelieprediking".
15 Mei 1881 deed Dr. Gildemeester zijn
intrede te Dalfsen, na te zijn bevestigd
door zijn vroegeren Bredaschen leermees
ter, Ds. J. J. Richard van Hoogland. 4
Nov. 1883 bevestigde zijn voorganger, Prof.
Dr. J. H. Gunning, hem als predikant ln
de Residentie.
Zijn komst aldaar was het levend ant
woord op Busken Huet's vraag: Wie zal
Gunning opvolgen? De mantel van dien
profeet was op dezen jongen prediker ge
vallen!
Bijkans 45 jaar heeft de jubilaris met
grooten zegen mogen arbeiden en hij zag
in dien tijd de Zuiderkerk, de Regentes-
sekerk, de Wilhelminakerk en de Prin
ses Julianakerk, benevens niet minder
dan 12 wijkgebouwen, tot stand komen.
Vooral de stichting der Regentessekerk
en der Wilhelminakerk was grootendeels
het werk van den jubilaris.
Dr. Gildemeester is een zeer sociaal voe
lend man en hij heeft in de Residentie
maatschappelijk werk van groote betee-
kenis gedaan. Als jong predikant heeft hij
destijds in het gebouw „Walhalla" met di
verse voormannen uit de oude socialisti
sche beweging gedebatteerd. Een debat-
avond met het Tweede Kamerlid Vliegen,
toen nog werkman in Maastricht, waar
op deze sprak over „de noodzakelijkheid
der prostitutie in deze samenleving", voor
de Vrije Vrouwenvereenigng, gaf den 9toot
tot stichting van den Chr. Volksbond, die
11 Dec. 1889 officieel werd opgericht. De
Volksbond heeft nu een eigen arbeids
beurs, een ambachtsschool, een avondtee-
kenschool, een academie, een werkver
schaffing, cursussen voor volwassenen,
een toevluchtsoord voor dakloozen, enz.
Ook „Pniël", het wijkgebouw van den ju
bilaris, midden in een talrijke volksbuurt
werd een brandpunt van geestelijken ar
beid.
Dr. Gildemeester is een man die naast
de theorie de practijk kent. Daarom deel
de hij niet alleen tractaten uit aan de fa
brieken en debatteerde hij op volksver
gaderingen, maar nam hij aan het Chr.
sociaal congres in 1891 een warm aandeel
en sprak op het 2e congres in 1919 even
eens zijn woord.
Naast dit gesproken woord gaf de gou
den jubilaris ons het geschrevene. We
noemen allereerst zijn Bijbelsch Dagboek
„Morgendauw"; zijn meditaties over Ef.
6 „De wapenrusting God9"; zijn studie
over Thomas Carlyle, om van zijn 25-jarig
redacteurschap van de mede door hem
opgerichte „Theologische Studiën" en zijn
medewerking aan andere organen maar
te zwijgen. Van de ,,'s-Gravenhaaagsche
Kerkbode" is Dr. Gildemeester nog altijd
de geestige kronieker.
Bijzonder verzorgd zijn bij al den ar
beid van den jubilaris steeds zijn preeken
en lezingen. Dr. Gildemeester stelt steed9
hooge eischen aan zijn kanselwerk en wat
hij in schoonen stijl zijn hoorders verkon
digt. is altoos af en gaaf.
Dr. Gildemeester is een optimistisch en
sportief man. Nog ëlken dag gaat hij.
meest in gezelschap van Min. Kan, zwem
men, weer of geen weer en dat ondanks
zijn 73 jaar!
Voor enkele jaren herdacht de jubila
ris onder groote belangstelling zijn 40-
jarigen arbeid in de Residentie. Hij sprak
toen een gedachtenispredikatie uit, geti
teld „Als de avondschaduw valt". Die
schaduw is nu gekomen en wat zijn ge
denkdag bovenal nu versombert is, dat
U kunt het aan de buren vragen. O
heeft gemaakt. Ach, dikwijls moet
het is God, die hem een ander mensch
ik mij schamen, als ik zoo boos en
driftig ben tegen de oude vrouw die
op het huis past, als ik weg ben, en
die zoo slecht den boel schoon houdt,
en dan tegen Ida. We hebben haar
al*ijd haar zin gegeven, toen ze klein
was; en nu ze grooter wordt, is ze
dikwijls zoo stout en ongehoorzaam.
Dan ga ik dikwijls aan het schelden;
maar mijn man is bijna altijd even
geduldig.
Hij zegt dan, dat al mijn schelden
niet helpt, en dat we maar samen
voor haar moeten bidden. Ach, juf
frouw Ruth, ik heb nog zooveel af te
leeren! Maar met Ida gaat het den
laatsten tijd beter. Ze heeft mij ver
teld, dat ze nu in de school van den
Heer Jezus is. Zou dat waar zijn, juf
frouw Ruth?"
„Ik denk het wel, moeder Mertens.
Ze heeft mij ook gezegd, dat ze graag
in de school van den Heer Jezus wilde
komen, en toen hebben we samen ge
beden. En zou de Heer iemand niet
aannemen, die tot Hem komt om van
Hem te leeren? Hij wil ook u alles lee
ren, moedertje, en je helpen om gedul
dig te worden. Maar nu moeten we
naar huis; want mijn broer moet naar
zijn werk. Moge de Heer je zegenen!"
„En u beiden ook! Ik dank u dui
zendmaal voor al uw goedheid!"
God kortgeleden aan den jubilaris zijn
echtgenoote ontnam. Daarom gaat dit
gouden jubileum zonder uiterlijk feest
betoon voorbij. De jubilaris wil de ont
vangen zegeningen slechts in het heilig
dom brengen, waarom hij Zondagmorgen
in de Groote kerk een gedachtenispredi-
catie zal uitspreken.
Sch.
Ds. H. JANSSEN.
Naar wij vernemen is aan Ds. H.
Janssen, leger- en vlootpredikant in
algemeenen dienst te Den Haag, door
het buitenlandsch Roode Kruis ver
leend 't êereteeken 2e klasse voor bij
zondere diensten aan het Roode Kruis
bewezen en dankbare herinnering er
aan, waarmede wordt gedoeld op de
steunactie door Ds. Janssen gevoerd
voor de Saksische predikanten.
Ds. Janssen ontving deze onder
scheiding juist voor zijn vertrek naar
Londen.
70 JAAR.
Gisteren vierde Ds. G. Salomons,
predikant bij de Ned. Herv. Gemeente
te Hengelo zijn 70ste verjaardag. 26
April deed Ds. Salomons zijn intrede
al9 -predikant te Willige-Langerak,
daarna in Nieuwe Pekela en te Wet-
singe Sauwert, en werd 5 Nov. 1899 bij
de Ned. Herv. Gemeente te Hengelo
bevestigd. Reeds van den morgen af
gewerden hem talrijke blijken van be
langstelling.
4e PREDIKANTSPLAATS TE
VLAARDINGEN.
- Het Provinciaal kerkbestuur van
Zuid-Holland heeft goedkeuring ver
leend aan het besluit van het classi-
kaal bestuur van Rotterdam tot vesti
ging eener 4de predikantsplaats der
Ned. Herv. Gem. te Vlaardingen, in
gaande 1 Januari 1929.
DE SCHOOLKWESTIE TE
OOTMARSUM.
Naar aanleiding van hetgeen de mi
nister van onderwijs in de vergaderng
van de Tweede Kamer van 11 Mei j.l.
in antwoord op de interpellatie van
den heer Ketelaar over de school
kwestie te Ootmarsum heeft opge
merkt over de toepassing van art. 70
der Gemeentewet, hebben Ged. Staten
van Overijsel den minister per brief
van 22 Mei 1928 een overzicht gegeven
van het feitelijk verloop dezer proce
dure. Dit overzicht heeft de minister
thans aan de Tweede Kamer overge
legd. Ged. Staten van Overijsel zetten
daarin uiteen, dat het college geen
verwijt treft en dat voor 'de aan zijn
adres geuite beschuldiging inzake art.
70 Gemeentewet geen aanleiding be
staat.
CHR. NATIONAAL ZENDINGS-
FEEST.
Woensdagmorgen om 10 uur was
het aantal bezoekers van het Zen-
dingsfeest - op Middachten, ondanks
het gunstig geworden weder, niet
meer dan de helft van wat verwacht
was. In den namiddag vermeerderde
het tot misschien ongeveer 5000.
Veel indruk maakte de openings
rede van dr Lammerts van Bueren.
De beste wijze waarop een zendings-
feest kan worden gevierd, vond spr.
aangewezen in Hand. 14 :„Zij verhaal
den wat groote dingen God met hen
gedaan had en hoe Hij aan de heide
nen de deur des geloofs had geopend."
Alleen wanneer men Gods daden ziet,
aldus spr., wordt ware blijdschap ge
boren. Gods werk wekt verwondering.
Spr. wijst op het verschil tusschen de
conferentie te Edinburg in 1910 en die
te Jeruzalem in 1928. Onverwacht stelt
God voor kansen, die niet ongebruikt
mogen blijven. Is de Christenheid
echter voor hare taak voldoende toe
gerust? Een oorzaak van mindere
bruikbaarheid is hare verdeeldheid.
De nieuwe wereld in het Oosten houdt
dit aan de oude kerken van het'Wes
ten verwijtend voor. Is eenheid in het
Westen begeerlijk, in het Oosten is zij
onmisbaar. Hoe langer hoe duidelij
ker blijkt ook, dat het werk van In-
en Uitwendige Zending een geheel
vormen.
Op spreekplaats I spraken dr. H.
Kaajan van Utrecht, over^ „den onbe
kenden God", en director Steinberg
HOOFDSTUK IX.
„En ik zeg je, dat ik niet in een God
geloof! Er kan geen God zijn!"
Deze woorden, op heftigen toon uit
gesproken, deden dokter Van Ende
van zijn geneeskundig tijdschrift op
zien. Hij legde het boek neer, en keek
door de half geopende deur in de ach
tergalerij. Ruth was met een hoop ver
stelwerk bezig, en naast haar zat een
meisje van ongeveer twintig jaar, dat
hij reeds meer dan eens daar aan huis
had ontmoet. Ze was de oudste zuster
van een paar van Ruths naaischool
leerlingen. De kleine Tilde, haar jong
ste zusje, was al spoedig ook des dok
ters lieveling geworden; en dikwijls
vond ze haar weg naar zijn kamer,
waar ze zich gaarne op zijn schoot
nestelde, en hem, door hare liefkozin
gen en vroolijk gebabbel, onbewust
een zachten balsem in het gebroken
hart uitstortte. Ze zat nu naast Ruth
met de kleine Sarina kraaltjes aan te
rijgen, terwijl een ouder zusje aan de
overzijde zat, en Ruth ernstig aan
keek, terwijl haar zuster sprak.
„Neen", herhaalde deze, „er kan
geen God zijn, Ruth! Of anders", en
baar stem daalde met eene doffe tril
ling „anders zou ik Hem haten!".
„O Amanda, ik wilde, dat je God
kendet, zooals ik Hem ken, dan zou je
niet zulke vreeselijke woorden zeg
gen", was Ruth's droevig antwoord.
„Juist, omdat ik toeg.ef, dat die
woorden vreeselijk zijn, kan ik niet
van Herrnhut over „Stemmen uit de
bosschen van Suriname". Ds. Joh.
Rauws, zendingsdirector te Oegst-
geest, vertelde van de wereldconfe
rentie te Jeruzalem en gaf aan, hoe
het nieuwe dezer conferentie ligt in
hare oriëntatie naar het Oosten. Ds.
A. B. te Winkel uit 's-Gravenhage
sprak het slotwoord naar aanleiding
van het laatste woord uit het boek der
Handelingen: „Onverhinderd".
Dit is een slot, zeide spr., dat klinkt
als een jubellied. Het is echter een
slot met een tegenstelling: in Jeruza
lem aan alle kanten moeite en zorg, in
Rome, waar Paulus gevangen zit, gaat
het Evangelie zijn gang, onverhinderd
Dit slot is daarom eigenlijk geen slot.
Het werk gaat voort, omdat het Gods
werk is.
Op spreekplaats II sprak Ds. B. C.
Koolhaas van Utrecht over het Ned.
Jong. Verbond en zijn beteekenis voor
de Zending; Dr. J. A. Rust, predikant
te Utrecht, over de conferentie te Lau
sanne (1927). Brigadier Palstra gaf 'n
overzicht van het werk van het Leger
des Heils in Ned. Oost-Indië, en Ds.
J. J. Buskes van Amstef-dam besprak
den „zegen der zending voor de Ge
meente".
Op spreekplaats III sprak Ds. L. J:
van Leeuwen van Haarlem over de
bewegi,*ng der JongKHervormden. Dr.
K. Gramberg van Kelet, die onver
wacht verhinderd was, werd vervan
gen door den heer J. L. D. van der
Roest, die vertelde uit zijn ervaringen
op Nieuw Guinea en Halmaheira.
Des namiddags werd hier een druk
bezochte jeugddienst gehouden, waar
in voorgingen Ds. J. A. van Selms van
Nijmegen en Ds. J. J. Stam van Rot
terdam.
Ten slotte sprak Ds. G. Groeneboer
hier over: Het zaad, dat wij zaaien.
Met dankbaarheid voor het goed ge
slaagde feest gingen de deelnemers
huiswaarts.
ÜIT DE OMGEVING.
KOUDEKERZ.
Jubileum Ds. H. Haspers.
Het kerkgebouw van de Geref. Kerk le
verde gisteravond inwendig een eigenaar
dig schouwspel op. De soberheid die er
in gewone omstandigheden haar stempel
op drukt, was thans gebroken. Dit effect
was verkregen doordat de ruimte in het
doophek gevuld was met palmen en bloe
men, waaronder de preekstoel en voorle
zers-lessenaar geheel bedolven waren.
Voor het doophek stonden rondom een
tafeltje, waarop ook al bloemen, een aan
tal stoelen voor den jubilaris en zijn fa
milie.
De kerk was flink gevuld, toen om even
over half acht de samenkomst geopend
werd met het zingen van Ps. 1031,
waarna Ds. Haspers met zijn echtgenoote
en familieleden werd binnengeleid. Toen
allen gezeten waren werd gezongen Ps.
113 1, waarna gelezen werd door den
heer Reyneveld, die de leiding van dezen
avond op zich genomen had, ^s. 100. Na
voorgegaan te zijn in gebed sprak de heer
Reyneveld een kort woord tot den jubi
laris. Spr. wees er op, dat de arbeid van
een predikant heel anders is als b.v. die
van een bouwkundige. Van den laatsten
wórdt spoedig vrucht gezien. Zoo is het
niet met den geestelijken arbeid van den
predikant. Men ziet er dikwijls zoo weinig
tastbare resultaten van. Echter is die ar-
bei® toch veel heerlijker, omdat het arbeid
is in di'enst van den Christus Gods. Spr.
feliciteerde den jubilaris dat hij reeds lan
gen tijd dien geestelijken arbeid heeft mo
gen verrichten en hoopte dat hij nog
langen tijd steenen mocht bijdragen voor
het bouwwerk Gods.
Nadat vervolgens gezongen was Ps. 89
vers 1 sprak namens de gemeente de heer
Franken, die herinnerde aan de loop
baan van den jubilaris, hoe hij voor Kou
dekerk reeds 4 andere plaatsen heeft ge
diend, en er op wees dat dit te danken is
aan godvruchtige ouders, die hun zoon
steeds in de vreeze des Heeren hebben
opgevoed. In de afgeloopen 25 jaar is den
jubilaris de smart niet gespaard geble
ven. Een geliefde echtgenoote moest naar
gelooven, dat er een God is", herhaal
de het meisje eenigszins kalmer. „Fr
is geen God, anders zou Hij het toe
laten, dat er zooveel onrecht gebeurt.
Hebben die schurken papa niet tot den
bedelstaf gebracht? En mama kwijnt
weg van hartzeer. Mamp, als er één
mensch goed en vroom en zacht is,
dan is zij het! En nu deze kinderen
in zulk een buurt te moeten zien op
groeien, omdat we door onze armoede
een huis in den kampong hebben moe
ten huren! En ik, die mijn studie heb
moeten staken, alles door de schur
kenstreken van dien kerels! Ik zou nu
al onderwijzeres kunnen zijn, en pa
en ma wat kunnen ondersteunen.
Neen, ook dat mocht nietl Ik moet ze
zien lijden, en kan niets doen om hen
te helpen. Was mafha maar wat ster
ker, dan kon ik een betrekking als
kinderjuffrouw gaan zoeken; maar nu
durf ik mama niet alleen te laten".
„Manda," zei haar jonger zusje, een
meisje van ongeveer dertien jaar, ,ik
ben nu groot genoeg om het huishou
den te doen. Laat papa mij maar van
school nemen. Je zult zien, hoe goed
ik mijn best zal doen. En dan kun jij
in betrekking gaan. Dat zou toch goed
kunnen, niet waar juffrouw Ruth?"
Frank had voor het eerst gelegen
heid om haar in het zachte gezichtje
te zien, en hij was getroffen door den
zielvollen blik van de blauwe kinder-
oogen.
(Wordt vervolgd)*