NIEUWE LEIDSCHE COURANT van VRIJDAG 6 JULI 1928 TWEEDE BLAD. STADSNIEUWS. GEMEENTEZAKEN. Aankoop grond Driftstraat. B. en VV. hebben in openbare veiling kunnen aankoopen een tweetal stuk ken grond nabij de Driftstraat, groot resp. 3070 M2. en 1.05,39 H.A.. De prijs van deze stukken grond is f 1.21 per M2. Zij geven in overweging dezen koop goed te keuren en daarvoor te voteeren een som van f 16901,75. Verbouw perceelen Prinsenstr. 3 en 3a. Deze perceelen, verhuurd aan de afd. Leiden van den Protestantenbond en de vereeniging Zuigelingenzorg, be hoeven verbetering, n.l. inrichting van een wachtkamer, bergplaatsen en inrichting van een woning. De kosten hiervan worden geraamd op f 3500. In verband met een en ander stellen B. en W. voor ook de financieele rege ling met deze organisaties te wijzigen. Tot nog toe betaalde de Protestanten bond f 350 per jaar plus f 150 voor het buis no. 5 en ontving van Zuigelingen zorg f 300 terug. In het vervolg zal de afdeeling jaar lijks aan huur betalen f 332, zal Zui gelingenzorg, te wier behoeve de ver bouwing in hoofdzaak plaats heeft, aan de gemente f 200 vergoeden we gens rente van de verbouwingskosten, terwijl de huur van het huisje no. 5, welke te schatten is op f 250, voortaan in de gemeentekas zal vloeien. Verder zal Zuigelingenzorg aan de afdeeling een bedrag van f 300 's jaars vergoeden wegens onderhuur, gebruik van water, vuur en licht, schoonmaak kosten, enz. De gemeente ontvangt dus per jaar f 782, d. i. ongeveer 6 pCt van de kos ten van aankoop en verbouwing van de huisjes (resp. f 9000 en f 3500), met welke regeling, evenals met de onder linge regeling naar de meening van B en W. genoegen kan worden ge nomen. Zij stellen daarom voor aldus te be sluiten. Woningen voor groote gezinnen. Bij verzoekschrift van 14 October 1927 verzocht het Bestuur van de af deeling Leiden van den R.-K. Bond voor groote gezinnen om bij den bouw van gemeentewoningen in aen vervol ge een zeker percentage woningen in het bouwplan op te nemen welke aan redelijke behoeftee aan meer woon ruimte voor de groote gezinnen vol doen. B. en W. zeggen in hun praeadvies op dit verzoek, dat het voor den ar beiders- en kleinen middenstand in derdaad moeilijk is om een geschikte woning te vinden, zoodat de gemeente op dat terrein, wanneer zij zelf bouwt, zeker een taak heeft. Behalve bij nieuw-bouw zoo zeg gen B. en W. kan het doel, hetwelk adressant nastreeft, ook worden be vorderd door bij de verhuring van reeds gestichte woningen de grootte en de samenstelling van gezinnen der candidaat-huurders in aanmerking te nemen. De gemeentelijke woning stichting werkt bereids in deze rich ting en bij de verhuring van de eer- hing gereedkomende 174 huizen van do Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen zal eveneens aan dit punt aandacht worden geschonken. Doch pok voor de overige bouwvereenigingen is in dit opzicht een taak weggelegd wanneer ook zij bij de distributie van de wo ningen zooveel mogelijk tot richtsnoer nemen: groote woningen voor groote gezinnen, dan zal hiermede, gezien het groote aantal vereenigingswonin- gen, aan het euvel in niet onbelang rijke mate kunnen worden tegemoet gekomen. In deze richting is ten slotte, naar het hun voorkomt, ook wel iets te be reiken door bij verbouwing in de bin nenstad van bestaande woningen, de mogelijkheid van combinatie van 2 FEUILLETON. EINDELIJK VREDE. 16) —o— Ruth zag haar broer aan met een blik van innige liefde. „Frank", zeide ze zacht, „is vader Mertens niet ge lukkig, veel gelukkiger dan menig een, die gezond en sterk is? Hij weet, dat er een God is, en hij voelt, dat die God heel barmhartig en vol liefde is. Die God helpt hem zijn lijden dragen, aat zeker noodig voor hem moet zijn; want anders zou God hem niet zoo 1«' ten lijden, dat is heel zeker. Vader Mertens vindt zijn lijden niet te zwaar, ja, het heeft hem tot God gebracht; en daarvoor zou men wel alles willen lijden". „Onbegrijpelijk 1" mompelde dokter Van Ende. Zwijgend wandelden beiden huis waarts. Na een poos vroeg Frank: ,.Is hij altijd zoo geduldig en tevre den?" Laar komt zijn vrouw in de verte aan", antwordde Ruth. „Zij zal je het beste kunnen inlichten. Ze is maar een gewone Javaansche vrouw. Toen Grootmoe hem leerde kennen, was hij niet wettig met haar ge trouwd. Ze was uit medelijden met zijn blindheid bij hem komen wonen. Grootmoe maakte het hem duidelijk, kleine woningen onder oogen te zien; het schijnt B. en W. toe, dat deze mo gelijkheid zich nog al eens voordoet, en door hierop in voorkomende ge vallen te letten, zal dikwijls een alles zins behoorlijke woning, geschikt voor groote gezinnen, aan den voorraad kunnen worden toegevoegd. I-Iet is dan ook hun voornemen, voorzoover van hen afhangt, in dezen geest werk zaam te zijn. Zij stellen den Raad voor dit als ge dragslijn te aanvaarden. Demping van stinkende slooten. Bij verordening is bepaald, dat de Raad demping van slooten kan gelas ten indien deze schadelijk voor de ge zondheid worden geacht, wanneer de ze schadelijkheid wordt veroorzaakt door stoffen die daarin worden afge voerd. Het komt B. en W. voor, dat voor deze beperking geen voldoende grond aanwezig is, en dat tegen chadelijke siuoten, die aan particulieren toebe- hooren, moet kunnen worden opgetre den, ongeacht de vraag, in welke om standigheden die schadelijkheid haar oorzaak vindt. Juist het stilstaand water van na gedeeltelijke demping overgebleven stukken sloot, waardoor gtenerlei afvoer meer plaats vindt, kan b.v. als kweekplaats van malaria muggen, uitermate schadelijk zijn. Overigens beoogt het voorstel, dat het College doet om deze verordening te wijzigen slechts de wijze van die be voegdheid tot optreden te verruimen. Of en op welke wijze van die bevoegd heid gebruik zal worden gemaakt, zal afhangen van de omstandigheden van ieder bijzonder geval. Er schijnt echter geen reden 'aanwezig, zoo zeg gen B. en W., om die bevoegdheid reeds van te voren uit te schakelen voor gevallen, waarin daaraan niette min in het belang der openbare ge zondheid behoefte kan bestaan. Keuring van vleeschwaren in bussen enz. De keuring van vleeschwaren in hermetisch gesloten bussen en fles- schen werd tot heden beperkt tot die van welke de inhoud bij gedeelten werd verkocht. De Commissie voor de strafverorde ningen geeft thans in overweging, de verordening zoodanig te wijzigen, dat aeze keuring alleen Ie uitwendige kenteekenen van de verpakking zal betreffen en voorts zich tot steekproe ven van den inhoud bij sommige bus sen zal beperken. De tegenwoordige keuringswijze stuit nog op een ander bezwaar, n.l. dat het bezwaarlijk is reeds bij den invoer uit te maken, of de blikken en fjesschen al dan niet ongeopend zullen worden verkocht. Slechts achterna, door controle, kan met zekerheid wor den bepaald, of een blik, waarvan dit werd aangenomen, ook inderdaad on- geopend verkocht is. Het verdient daar om aanbeveling, voor het al dan niet ongeopend verkocht worden een an der criterium in de plaats te stellen, dat beter toegepast kan worden en praktisch nochtans dezelfde diensten bewijst; Een zoodanig criterium is ge vonden in het gewicht: vleeschwaren, welke tot een gewicht van ten hoog ste 0.5 Kg. (buiten de verpakking) worden ingevoerd in hermetisch geslo ten bussen, blikken of flesschen, zul len in het vervolg niet meer aan keu ring onderworpen zijn. Een verordening die een en ander regelt wordt den raad ter vaststelling aangeboden. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Barneveld: J. J. Timmer, te Ermelo. Te Warns (Fr.): H. Dekker, te Haskerhorne (Fr.) Te Kockengen: G. Alers, tt Nw. Lekker- land. Bedankt, voor KockengenG. Alers, te Nieuw-Lekkerland. Voor Davos: P. Blaauw, te Eerbeek. GEREF. KERKEN. Beroepen, te Breda: P. Prins, te Oostwolde. Te Waardhuizen: A. v. d Weg, candidaat te Dordrecht. dat hij haar wettig behoorde te trou wen; en toen hij er dadelijk in toe stemde, heeft Grootmoe met behulp van een heer, dien we kenden, alles voor hem in orde gemaakt, zoodat ze nu wettig getrouwd zijn. Wel, moeder Mertens, we zijn juist Lij je thuis geweest. Mijn broer heeft je man eens onderzocht". „O, ik dank u wel mi;iv .r, het spijt me erg, dat ik ni_t thuis was. En wat zegt de dokter van mijn man? „Het spijt me erg, dat ik geen hoop kan geven, moedertje", zeide dokter Van Ende. „Ach ja, daar was ik wel bang ^oor. Mijn man zegt altijd, dat hij de gevolgen van zijn zonden geduldig moet dragen; en dat het niet zoo zwaar is, daar God hem al die zon den toch al vergeven hoeft. En eens zal hij geheel gezond zijn, bij den Heer in den Hemel, nietwaar juf frouw Ruth?" ,Ja zeker, moeder! Maar vertel mij eens, mijn broer wou het graag weten je man zal toch ze ker wel eens ongeduldig en knorrig worden onder zijn vreeselijk lijden, nietwaar?" ,0 mijnheer! hij was vroeger altijd zoo knorrig; dat was vóórdat de oude mevrouw bij on9 was gekomen. Maar toen zij hem uit Gods Boek had voorgelezen en met hem had gebeden, is hij heelemaal veranderd. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen, te OpheusdenM. Hofman, te Krabbendijke. Dr. F. v. GHEEL GILDEMEESTER. Morgen viert Dr. F. v. Gheel Gildemees- ter, de nestor der Haagsche Ned. Herv. predikanten, zijn gouden ambtsjubileum. P'rancis v. Gheel Gildemeester werd 29 Jan. 1855 te Breda, waar zijn vader tapijt fabrikant was, geboren. Hij bezocht daar de II. B. S.; ging naar het Chr. Gymna sium te Zetten, vervolgens naar de La- tijnsche school te Zaltbommel en studeer de te Utrecht onder de professoren Brill, Ter Haar, Doedes, van Oosterzee en Beets. In 1876 deed de jeugdige student reeds doctoraal examen om 7 Juli 1878 te Wil- helminadorp (Z.), door Prof. v. Oosterzee in het predikambt te worden bevestigd. Tevoren was hij een jaar naar Davos geweest, daar hij nog niet den 23-jarigen leeftijd had bereikt en dus nog geen pre dikant mocht zijn. 20 Juni 1879 promo veerde hij tot doctor in de Theologie op een homiletische dissertatie over „Popu laire Evangelieprediking". 15 Mei 1881 deed Dr. Gildemeester zijn intrede te Dalfsen, na te zijn bevestigd door zijn vroegeren Bredaschen leermees ter, Ds. J. J. Richard van Hoogland. 4 Nov. 1883 bevestigde zijn voorganger, Prof. Dr. J. H. Gunning, hem als predikant ln de Residentie. Zijn komst aldaar was het levend ant woord op Busken Huet's vraag: Wie zal Gunning opvolgen? De mantel van dien profeet was op dezen jongen prediker ge vallen! Bijkans 45 jaar heeft de jubilaris met grooten zegen mogen arbeiden en hij zag in dien tijd de Zuiderkerk, de Regentes- sekerk, de Wilhelminakerk en de Prin ses Julianakerk, benevens niet minder dan 12 wijkgebouwen, tot stand komen. Vooral de stichting der Regentessekerk en der Wilhelminakerk was grootendeels het werk van den jubilaris. Dr. Gildemeester is een zeer sociaal voe lend man en hij heeft in de Residentie maatschappelijk werk van groote betee- kenis gedaan. Als jong predikant heeft hij destijds in het gebouw „Walhalla" met di verse voormannen uit de oude socialisti sche beweging gedebatteerd. Een debat- avond met het Tweede Kamerlid Vliegen, toen nog werkman in Maastricht, waar op deze sprak over „de noodzakelijkheid der prostitutie in deze samenleving", voor de Vrije Vrouwenvereenigng, gaf den 9toot tot stichting van den Chr. Volksbond, die 11 Dec. 1889 officieel werd opgericht. De Volksbond heeft nu een eigen arbeids beurs, een ambachtsschool, een avondtee- kenschool, een academie, een werkver schaffing, cursussen voor volwassenen, een toevluchtsoord voor dakloozen, enz. Ook „Pniël", het wijkgebouw van den ju bilaris, midden in een talrijke volksbuurt werd een brandpunt van geestelijken ar beid. Dr. Gildemeester is een man die naast de theorie de practijk kent. Daarom deel de hij niet alleen tractaten uit aan de fa brieken en debatteerde hij op volksver gaderingen, maar nam hij aan het Chr. sociaal congres in 1891 een warm aandeel en sprak op het 2e congres in 1919 even eens zijn woord. Naast dit gesproken woord gaf de gou den jubilaris ons het geschrevene. We noemen allereerst zijn Bijbelsch Dagboek „Morgendauw"; zijn meditaties over Ef. 6 „De wapenrusting God9"; zijn studie over Thomas Carlyle, om van zijn 25-jarig redacteurschap van de mede door hem opgerichte „Theologische Studiën" en zijn medewerking aan andere organen maar te zwijgen. Van de ,,'s-Gravenhaaagsche Kerkbode" is Dr. Gildemeester nog altijd de geestige kronieker. Bijzonder verzorgd zijn bij al den ar beid van den jubilaris steeds zijn preeken en lezingen. Dr. Gildemeester stelt steed9 hooge eischen aan zijn kanselwerk en wat hij in schoonen stijl zijn hoorders verkon digt. is altoos af en gaaf. Dr. Gildemeester is een optimistisch en sportief man. Nog ëlken dag gaat hij. meest in gezelschap van Min. Kan, zwem men, weer of geen weer en dat ondanks zijn 73 jaar! Voor enkele jaren herdacht de jubila ris onder groote belangstelling zijn 40- jarigen arbeid in de Residentie. Hij sprak toen een gedachtenispredikatie uit, geti teld „Als de avondschaduw valt". Die schaduw is nu gekomen en wat zijn ge denkdag bovenal nu versombert is, dat U kunt het aan de buren vragen. O heeft gemaakt. Ach, dikwijls moet het is God, die hem een ander mensch ik mij schamen, als ik zoo boos en driftig ben tegen de oude vrouw die op het huis past, als ik weg ben, en die zoo slecht den boel schoon houdt, en dan tegen Ida. We hebben haar al*ijd haar zin gegeven, toen ze klein was; en nu ze grooter wordt, is ze dikwijls zoo stout en ongehoorzaam. Dan ga ik dikwijls aan het schelden; maar mijn man is bijna altijd even geduldig. Hij zegt dan, dat al mijn schelden niet helpt, en dat we maar samen voor haar moeten bidden. Ach, juf frouw Ruth, ik heb nog zooveel af te leeren! Maar met Ida gaat het den laatsten tijd beter. Ze heeft mij ver teld, dat ze nu in de school van den Heer Jezus is. Zou dat waar zijn, juf frouw Ruth?" „Ik denk het wel, moeder Mertens. Ze heeft mij ook gezegd, dat ze graag in de school van den Heer Jezus wilde komen, en toen hebben we samen ge beden. En zou de Heer iemand niet aannemen, die tot Hem komt om van Hem te leeren? Hij wil ook u alles lee ren, moedertje, en je helpen om gedul dig te worden. Maar nu moeten we naar huis; want mijn broer moet naar zijn werk. Moge de Heer je zegenen!" „En u beiden ook! Ik dank u dui zendmaal voor al uw goedheid!" God kortgeleden aan den jubilaris zijn echtgenoote ontnam. Daarom gaat dit gouden jubileum zonder uiterlijk feest betoon voorbij. De jubilaris wil de ont vangen zegeningen slechts in het heilig dom brengen, waarom hij Zondagmorgen in de Groote kerk een gedachtenispredi- catie zal uitspreken. Sch. Ds. H. JANSSEN. Naar wij vernemen is aan Ds. H. Janssen, leger- en vlootpredikant in algemeenen dienst te Den Haag, door het buitenlandsch Roode Kruis ver leend 't êereteeken 2e klasse voor bij zondere diensten aan het Roode Kruis bewezen en dankbare herinnering er aan, waarmede wordt gedoeld op de steunactie door Ds. Janssen gevoerd voor de Saksische predikanten. Ds. Janssen ontving deze onder scheiding juist voor zijn vertrek naar Londen. 70 JAAR. Gisteren vierde Ds. G. Salomons, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Hengelo zijn 70ste verjaardag. 26 April deed Ds. Salomons zijn intrede al9 -predikant te Willige-Langerak, daarna in Nieuwe Pekela en te Wet- singe Sauwert, en werd 5 Nov. 1899 bij de Ned. Herv. Gemeente te Hengelo bevestigd. Reeds van den morgen af gewerden hem talrijke blijken van be langstelling. 4e PREDIKANTSPLAATS TE VLAARDINGEN. - Het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland heeft goedkeuring ver leend aan het besluit van het classi- kaal bestuur van Rotterdam tot vesti ging eener 4de predikantsplaats der Ned. Herv. Gem. te Vlaardingen, in gaande 1 Januari 1929. DE SCHOOLKWESTIE TE OOTMARSUM. Naar aanleiding van hetgeen de mi nister van onderwijs in de vergaderng van de Tweede Kamer van 11 Mei j.l. in antwoord op de interpellatie van den heer Ketelaar over de school kwestie te Ootmarsum heeft opge merkt over de toepassing van art. 70 der Gemeentewet, hebben Ged. Staten van Overijsel den minister per brief van 22 Mei 1928 een overzicht gegeven van het feitelijk verloop dezer proce dure. Dit overzicht heeft de minister thans aan de Tweede Kamer overge legd. Ged. Staten van Overijsel zetten daarin uiteen, dat het college geen verwijt treft en dat voor 'de aan zijn adres geuite beschuldiging inzake art. 70 Gemeentewet geen aanleiding be staat. CHR. NATIONAAL ZENDINGS- FEEST. Woensdagmorgen om 10 uur was het aantal bezoekers van het Zen- dingsfeest - op Middachten, ondanks het gunstig geworden weder, niet meer dan de helft van wat verwacht was. In den namiddag vermeerderde het tot misschien ongeveer 5000. Veel indruk maakte de openings rede van dr Lammerts van Bueren. De beste wijze waarop een zendings- feest kan worden gevierd, vond spr. aangewezen in Hand. 14 :„Zij verhaal den wat groote dingen God met hen gedaan had en hoe Hij aan de heide nen de deur des geloofs had geopend." Alleen wanneer men Gods daden ziet, aldus spr., wordt ware blijdschap ge boren. Gods werk wekt verwondering. Spr. wijst op het verschil tusschen de conferentie te Edinburg in 1910 en die te Jeruzalem in 1928. Onverwacht stelt God voor kansen, die niet ongebruikt mogen blijven. Is de Christenheid echter voor hare taak voldoende toe gerust? Een oorzaak van mindere bruikbaarheid is hare verdeeldheid. De nieuwe wereld in het Oosten houdt dit aan de oude kerken van het'Wes ten verwijtend voor. Is eenheid in het Westen begeerlijk, in het Oosten is zij onmisbaar. Hoe langer hoe duidelij ker blijkt ook, dat het werk van In- en Uitwendige Zending een geheel vormen. Op spreekplaats I spraken dr. H. Kaajan van Utrecht, over^ „den onbe kenden God", en director Steinberg HOOFDSTUK IX. „En ik zeg je, dat ik niet in een God geloof! Er kan geen God zijn!" Deze woorden, op heftigen toon uit gesproken, deden dokter Van Ende van zijn geneeskundig tijdschrift op zien. Hij legde het boek neer, en keek door de half geopende deur in de ach tergalerij. Ruth was met een hoop ver stelwerk bezig, en naast haar zat een meisje van ongeveer twintig jaar, dat hij reeds meer dan eens daar aan huis had ontmoet. Ze was de oudste zuster van een paar van Ruths naaischool leerlingen. De kleine Tilde, haar jong ste zusje, was al spoedig ook des dok ters lieveling geworden; en dikwijls vond ze haar weg naar zijn kamer, waar ze zich gaarne op zijn schoot nestelde, en hem, door hare liefkozin gen en vroolijk gebabbel, onbewust een zachten balsem in het gebroken hart uitstortte. Ze zat nu naast Ruth met de kleine Sarina kraaltjes aan te rijgen, terwijl een ouder zusje aan de overzijde zat, en Ruth ernstig aan keek, terwijl haar zuster sprak. „Neen", herhaalde deze, „er kan geen God zijn, Ruth! Of anders", en baar stem daalde met eene doffe tril ling „anders zou ik Hem haten!". „O Amanda, ik wilde, dat je God kendet, zooals ik Hem ken, dan zou je niet zulke vreeselijke woorden zeg gen", was Ruth's droevig antwoord. „Juist, omdat ik toeg.ef, dat die woorden vreeselijk zijn, kan ik niet van Herrnhut over „Stemmen uit de bosschen van Suriname". Ds. Joh. Rauws, zendingsdirector te Oegst- geest, vertelde van de wereldconfe rentie te Jeruzalem en gaf aan, hoe het nieuwe dezer conferentie ligt in hare oriëntatie naar het Oosten. Ds. A. B. te Winkel uit 's-Gravenhage sprak het slotwoord naar aanleiding van het laatste woord uit het boek der Handelingen: „Onverhinderd". Dit is een slot, zeide spr., dat klinkt als een jubellied. Het is echter een slot met een tegenstelling: in Jeruza lem aan alle kanten moeite en zorg, in Rome, waar Paulus gevangen zit, gaat het Evangelie zijn gang, onverhinderd Dit slot is daarom eigenlijk geen slot. Het werk gaat voort, omdat het Gods werk is. Op spreekplaats II sprak Ds. B. C. Koolhaas van Utrecht over het Ned. Jong. Verbond en zijn beteekenis voor de Zending; Dr. J. A. Rust, predikant te Utrecht, over de conferentie te Lau sanne (1927). Brigadier Palstra gaf 'n overzicht van het werk van het Leger des Heils in Ned. Oost-Indië, en Ds. J. J. Buskes van Amstef-dam besprak den „zegen der zending voor de Ge meente". Op spreekplaats III sprak Ds. L. J: van Leeuwen van Haarlem over de bewegi,*ng der JongKHervormden. Dr. K. Gramberg van Kelet, die onver wacht verhinderd was, werd vervan gen door den heer J. L. D. van der Roest, die vertelde uit zijn ervaringen op Nieuw Guinea en Halmaheira. Des namiddags werd hier een druk bezochte jeugddienst gehouden, waar in voorgingen Ds. J. A. van Selms van Nijmegen en Ds. J. J. Stam van Rot terdam. Ten slotte sprak Ds. G. Groeneboer hier over: Het zaad, dat wij zaaien. Met dankbaarheid voor het goed ge slaagde feest gingen de deelnemers huiswaarts. ÜIT DE OMGEVING. KOUDEKERZ. Jubileum Ds. H. Haspers. Het kerkgebouw van de Geref. Kerk le verde gisteravond inwendig een eigenaar dig schouwspel op. De soberheid die er in gewone omstandigheden haar stempel op drukt, was thans gebroken. Dit effect was verkregen doordat de ruimte in het doophek gevuld was met palmen en bloe men, waaronder de preekstoel en voorle zers-lessenaar geheel bedolven waren. Voor het doophek stonden rondom een tafeltje, waarop ook al bloemen, een aan tal stoelen voor den jubilaris en zijn fa milie. De kerk was flink gevuld, toen om even over half acht de samenkomst geopend werd met het zingen van Ps. 1031, waarna Ds. Haspers met zijn echtgenoote en familieleden werd binnengeleid. Toen allen gezeten waren werd gezongen Ps. 113 1, waarna gelezen werd door den heer Reyneveld, die de leiding van dezen avond op zich genomen had, ^s. 100. Na voorgegaan te zijn in gebed sprak de heer Reyneveld een kort woord tot den jubi laris. Spr. wees er op, dat de arbeid van een predikant heel anders is als b.v. die van een bouwkundige. Van den laatsten wórdt spoedig vrucht gezien. Zoo is het niet met den geestelijken arbeid van den predikant. Men ziet er dikwijls zoo weinig tastbare resultaten van. Echter is die ar- bei® toch veel heerlijker, omdat het arbeid is in di'enst van den Christus Gods. Spr. feliciteerde den jubilaris dat hij reeds lan gen tijd dien geestelijken arbeid heeft mo gen verrichten en hoopte dat hij nog langen tijd steenen mocht bijdragen voor het bouwwerk Gods. Nadat vervolgens gezongen was Ps. 89 vers 1 sprak namens de gemeente de heer Franken, die herinnerde aan de loop baan van den jubilaris, hoe hij voor Kou dekerk reeds 4 andere plaatsen heeft ge diend, en er op wees dat dit te danken is aan godvruchtige ouders, die hun zoon steeds in de vreeze des Heeren hebben opgevoed. In de afgeloopen 25 jaar is den jubilaris de smart niet gespaard geble ven. Een geliefde echtgenoote moest naar gelooven, dat er een God is", herhaal de het meisje eenigszins kalmer. „Fr is geen God, anders zou Hij het toe laten, dat er zooveel onrecht gebeurt. Hebben die schurken papa niet tot den bedelstaf gebracht? En mama kwijnt weg van hartzeer. Mamp, als er één mensch goed en vroom en zacht is, dan is zij het! En nu deze kinderen in zulk een buurt te moeten zien op groeien, omdat we door onze armoede een huis in den kampong hebben moe ten huren! En ik, die mijn studie heb moeten staken, alles door de schur kenstreken van dien kerels! Ik zou nu al onderwijzeres kunnen zijn, en pa en ma wat kunnen ondersteunen. Neen, ook dat mocht nietl Ik moet ze zien lijden, en kan niets doen om hen te helpen. Was mafha maar wat ster ker, dan kon ik een betrekking als kinderjuffrouw gaan zoeken; maar nu durf ik mama niet alleen te laten". „Manda," zei haar jonger zusje, een meisje van ongeveer dertien jaar, ,ik ben nu groot genoeg om het huishou den te doen. Laat papa mij maar van school nemen. Je zult zien, hoe goed ik mijn best zal doen. En dan kun jij in betrekking gaan. Dat zou toch goed kunnen, niet waar juffrouw Ruth?" Frank had voor het eerst gelegen heid om haar in het zachte gezichtje te zien, en hij was getroffen door den zielvollen blik van de blauwe kinder- oogen. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5